Plaats de batterij met het etiket naar boven en de connectors tegenover elkaar.
2
Maak de batterij-cover vast.
De telefoon aanzetten
De telefoon inschakelen
1
Houd de toets ingedrukt.
2
Voer de PIN-code (Personal Identification Number) van de SIM-kaart in wanneer u
daarom wordt gevraagd en selecteer OK.
3
Selecteer een taal.
4
Volg de instructies die worden weergegeven.
Als u tijdens het invoeren van uw PIN-code een fout wilt corrigeren, drukt u op
.
SIM-kaart
De SIM-kaart (Subscriber Identity Module), die u van uw netwerkoperator hebt ontvangen,
bevat informatie over uw abonnement. Schakel de telefoon altijd uit en koppel de lader en
de batterij los voordat u de SIM-kaart plaatst of verwijdert.
U kunt contacten op de SIM-kaart opslaan voordat u deze uit de telefoon verwijdert.
PIN-code
U hebt mogelijk een PIN-code (Personal Identification Number) nodig om de services en
functies van uw telefoon te activeren. U hebt de PIN-code van uw netwerkoperator
gekregen. Elk cijfer van de PIN-code wordt als een sterretje (*) weergegeven, tenzij het met
de cijfers van een alarmnummer begint, bijvoorbeeld 112 of 911. U kunt alarmnummers
zien en bellen zonder een PIN-code in te voeren.
Als u drie keer achter elkaar de verkeerde PIN-code invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd.
Zie SIM-blokkering op pagina 70.
Stand-by
Nadat u de telefoon hebt ingeschakeld en uw PIN-code hebt ingevoerd, wordt de naam
van de netwerkoperator weergegeven. Deze weergave wordt stand-by genoemd. De
telefoon is nu gereed voor gebruik.
U kunt widgets tonen, verbergen of toevoegen met Widget Manager. Een widget is een live
update op een website, webpagina of bureaublad, bijvoorbeeld Facebook™, Twitter™.
Widgets bevatten gepersonaliseerde content of applicaties, die wordt/worden
geselecteerd door de gebruiker.
Deze applicatie is niet op alle markten beschikbaar.
Widgets beheren
1
Druk vanuit stand-by op de navigatietoets omhoog.
2
Selecteer Beheren. De widget-pictogrammen worden weergegeven.
3
Druk op de navigatietoets naar links of naar rechts om een widget te selecteren.
4
Selecteer Verbergen om een widget te verbergen of Tonen als u de widget wilt
weergeven in het stand-byscherm.
Een widget starten
1
Druk vanuit stand-by op de navigatietoets omhoog.
2
Druk op de navigatietoets naar links of naar rechts om een widget te selecteren.
3
Druk op Selecteren om de widget te starten.
Andere netwerken gebruiken
Aan het starten en aannemen van gesprekken, het verzenden en ontvangen van berichten
en het overbrengen van gegevens, bijvoorbeeld bij het gebruik van services op internet,
buiten uw eigen netwerk (roaming), kunnen extra kosten verbonden zijn. Neem contact op
met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Help
Naast deze gebruikershandleiding kunt u functiehandleidingen en meer informatie vinden
op www.sonyericsson.com/support.
De telefoon bevat ook Help-functies en een gebruikershandleiding. Lees de volgende
instructies als u wilt weten hoe u toegang krijgt tot deze functies.
De gebruikershandleiding op de telefoon raadplegen
•
Selecteer Menu > Instellingen > Help > Gebr.handleiding.
Tips en trucs weergeven
•
Selecteer Menu > Instellingen > Help > Tips en trucs.
Informatie over functies weergeven
•
Ga naar een functie en selecteer Info, indien beschikbaar. Soms wordt Info
weergegeven onder Opties.
De telefoondemonstratie weergeven
•
Selecteer Menu > Entertainment > Demo tour.
De telefoonstatus weergeven
•
Druk op de volumetoets. Er wordt informatie over telefoon, geheugen en batterij
weergegeven.
Ondersteunde services en functies
Sommige diensten en functies in deze gebruikershandleiding worden niet ondersteund door alle
netwerken en/of serviceproviders in alle gebieden. Dit geldt ook voor het internationale GSMalarmnummer 112. Neem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider voor de
beschikbaarheid van specifieke diensten of functies en voor informatie over bijkomende
toegangs- of gebruikskosten.
De batterij van de telefoon is bij aanschaf gedeeltelijk opgeladen.
De batterij opladen
1
Sluit de oplader aan op de telefoon.
2
Verwijder de lader door de stekker omhoog te tillen.
De prestaties van de batterij optimaliseren
•
Laad de telefoon vaak op. De batterij gaat langer mee als u deze regelmatig oplaadt.
•
Als u in een gebied zonder dekking bent, zoekt de telefoon herhaaldelijk naar beschikbare
netwerken. Hierbij wordt stroom verbruikt. Als het niet mogelijk is om naar een gebied met
een betere dekking te gaan, moet u de telefoon tijdelijk uitschakelen.
•
Schakel 3G, draadloze Bluetooth™ technologie, alle actieve Wi-Fi™-verbindingen en GPS
uit wanneer u deze functies niet nodig hebt.
•
Bedek de antenna van de telefoon niet wanneer u aan het bellen bent.
Ga naar
prestaties van de batterij.
www.sonyericsson.com/support
voor meer informatie over het maximaliseren van de
Wekkers
Applicaties
Bestandsbeheer **
Bestandsoverdracht
Taken
Notities
Media Home
Video-oproep
Synchronisatie
Timer
Stopwatch
Lamp
Rekenmachine
Entertainment
Online services
Radio
TrackID™
Games
Geluid vastleggen
Demo tour
Media
Foto
Muziek
Video
Games
Webfeeds
Instellingen
Kalender
Instellingen
Algemeen
Profielen
Tijd en datum
Taal
Software bijwerken
Spraakbesturing
Snelkoppelingen
Vliegtuigmodus
Autom. toetsblokk.
PIN-codes
Beveiliging
Toegankelijkheid
Telefoonstatus
Master reset
Geluiden, alarmen
Volume
Ringtone
Stil
Toenemend belvol.
Trilalarm
Berichtwaarschuwing
Toetsgeluid
Snelkeuze
Noise shield
Clear Voice
Slim zoeken
Gespr. doorschak.
Schakelen naar lijn 2
Gespreksbeheer
Tijd
Mijn nr tonen/verb.
Headset
Beantw. door openen
Sltn om gespr. t eind
Verbindingen
Wi-Fi
Bluetooth
USB
Telefoonnaam
Content delen
Synchronisatie
Apparaatbeheer
Mobiele netwerken
Datacommunicatie
Internetinstellingen
Streaminginstellingen
Berichtinstellingen
SIP-instellingen
Accessoires
Help
Gebr.handleiding
Instell. downlden
Basisinstellingen
Tips en trucs
GreenHeart™
* Sommige menu's zijn
afhankelijk van uw
netwerkoperator, netwerk en
abonnement.
** Met de navigatietoets kunt u
tussen tabbladen in submenu's
bladeren.
Selecteer Menu > Instellingen > Algemeen > Snelkoppelingen.
2
Blader naar een optie en selecteer Bewerken.
3
Blader naar een menuoptie en selecteer Snelk..
Snelkoppelingen van hoofdmenu
De menunummering begint bij het pictogram in de linkerbovenhoek en loopt van links naar
rechts en van boven naar beneden.
Rechtstreeks naar een item in het hoofdmenu gaan
•
Selecteer Menu en druk op – , , of .
De Indel. hoofdmenu moet zijn ingesteld op Raster. Zie De indeling van het hoofdmenu
wijzigen op pagina 68.
Activiteitenmenu
Via het activiteitenmenu hebt u snel toegang tot:
•
Nwe events - gemiste gesprekken en nieuwe berichten.
•
Actieve app. - applicaties die actief zijn op de achtergrond.
•
Mijn snelkopp. - voeg uw favoriete functies toe zodat u ze snel kunt gebruiken.
•
Internet - gemakkelijk verbinding maken met internet.
Het activiteitenmenu openen
•
Druk op
.
Geheugen
U kunt content op een geheugenkaart, in het telefoongeheugen of op de SIM-kaart opslaan.
Foto's en muziek worden op de geheugenkaart opgeslagen als er een is geplaatst. Als dat
niet het geval is of als de geheugenkaart vol is, worden foto's en muziek in het
telefoongeheugen opgeslagen. Berichten en contacten worden in het telefoongeheugen
opgeslagen, maar u kunt ervoor kiezen om ze op de SIM-kaart op te slaan.
Geheugenkaart
U moet de geheugenkaart mogelijk afzonderlijk aanschaffen.
De telefoon ondersteunt een MicroSD™-geheugenkaart om extra geheugenruimte aan de
telefoon toe te voegen. U kunt dit type kaart ook gebruiken met andere apparaten die
hiervoor geschikt zijn.
U kunt content verplaatsen van een geheugenkaart naar het telefoongeheugen en
andersom.
Een geheugenkaart plaatsen
•
Verwijder de batterij-cover en plaats de geheugenkaart met de goudkleurige
contactpunten naar beneden.
Selecteer bijvoorbeeld Menu > Berichten > Nieuw bericht > Bericht.
2
Als niet wordt weergegeven, houdt u ingedrukt om over te schakelen op
Quicktext‑invoer.
3
Druk slechts eenmaal op elke toets, zelfs als de gewenste letter niet de eerste letter
onder die toets is. Als u bijvoorbeeld het woord 'Jane' wilt schrijven, drukt u op ,
, , . Schrijf het hele woord voordat u de suggesties bekijkt.
4
Druk op of druk de navigatietoets omlaag om woordsuggesties weer te geven.
5
Druk op om een suggestie te accepteren en een spatie toe te voegen.
Tekst invoeren met de multitik methode
1
Selecteer bijvoorbeeld Menu > Berichten > Nieuw bericht > Bericht.
2
Als wordt weergegeven, houdt u ingedrukt om over te schakelen naar de
multitoetsmethode voor tekstinvoer.
3
Druk herhaaldelijk op ‑ totdat de gewenste letter wordt weergegeven.
4
Druk op om een spatie toe te voegen.
Woorden toevoegen aan het woordenboek op de telefoon
1
Als u tekst invoert met Quicktext-invoer, selecteert u Opties > Woord spellen.
2
Schrijf het woord met de multitoetsmethode voor tekstinvoer en selecteer
Opslaan.
U moet de telefoon inschakelen en u binnen het bereik van een netwerk bevinden.
Bellen en gebeld worden
Een oproep starten
1
Voer een telefoonnummer in (met de internationale landcode en het netnummer,
indien van toepassing).
2
Druk op .
U kunt nummers bellen vanuit uw contacten en de gesprekkenlijst.
Een oproep beëindigen
•
Druk op .
Internationale nummers bellen
1
Houd ingedrukt tot een plusteken (+) verschijnt.
2
Voer de landcode, het netnummer (zonder de eerste nul) en het telefoonnummer in.
3
Druk op .
Een nummer opnieuw kiezen
•
Selecteer Ja wanneer Opnieuw proberen? wordt weergegeven.
Houd de telefoon niet bij uw oor tijdens het wachten tot er verbinding wordt gemaakt. Wanneer
er een verbinding tot stand is gebracht, wordt er een luid signaal weergegeven.
Een gesprek aannemen
•
Druk op
Een gesprek weigeren.
•
Druk op .
Het volume van de oorspeaker veranderen tijdens een gesprek
•
Druk de volumetoetsen omhoog of omlaag.
De microfoon dempen tijdens een gesprek
1
Houd ingedrukt. wordt weergegeven.
2
Houd nogmaals ingedrukt om verder te gaan.
De luidspreker inschakelen tijdens een gesprek
•
Selecteer Spr aan. wordt weergegeven.
Houd de telefoon niet bij uw oor als u de luidspreker gebruikt. Dit kan uw gehoor beschadigen.
Gemiste gesprekken weergeven vanuit stand-by
•
wordt weergegeven. Druk op om de gesprekkenlijst te openen.
.
Achtergrondmuziek
U kunt achtergrondmuziek toevoegen aan een lopend gesprek. Wanneer
achtergrondmuziek is geactiveerd, is deze hoorbar voor alle deelnemers. Wanneer de
microfoon is gedempt, wordt de achtergrondmuziek nog steeds afgespeeld.
Het afspelen van achtergrondmuziek tijdens een gesprek stoppen
•
Druk op de middelste selectietoets.
Het volume van de achtergrondmuziek veranderen tijdens een gesprek
•
Druk de volumetoets omhoog of omlaag.
Alleen het muziekvolume kan worden gewijzigd wanneer de muziek wordt afgespeeld.
Geluidskwaliteit van de oproep
Het Noise Shield filtert het geluid uit rondom u, waardoor het moeilijk kan zijn voor de andere
partij om uw stem te horen, terwijl de functie Stem wissen u helpt beter te horen in drukke
omgevingen.
Het Noise Shield inschakelen
•
Selecteer Menu > Instellingen > Gesprekken > Noise shield > Aan. Wanneer het
Noise Shield is ingeschakeld, dan wordt tijdens het bellen weergegeven.
Het Noise Shield uitschakelen
•
Selecteer Menu > Instellingen > Gesprekken > Noise shield > Uit. Wanneer het
Noise Shield wordt uitgeschakeld, dan wordt tijdens het bellen weergeven.
Tijdens een video-oproep ziet de persoon met wie u spreekt, u op zijn of haar scherm.
Voordat u een video-oproep kunt starten
De 3G-dienst (UMTS) is beschikbaar wanneer
oproep kan alleen worden gestart als beide partijen die deelnemen aan de video-oproep
een abonnement hebben dat de 3G-dienst (UMTS) ondersteunt en zich binnen het bereik
van een 3G-netwerk (UMTS) bevinden.
Een video-oproep tot stand brengen
1
Voer een telefoonnummer in (met de internationale landcode en het netnummer,
indien van toepassing).
2
Selecteer Opties > Video-oproep.
Zoomen tijdens een uitgaande video‑oproep
•
Druk de navigatietoets omhoog of omlaag.
Foto´s en video´s delen tijdens een video-oproep
1
Druk de navigatietoets tijdens een video-oproep naar links om naar het tabblad voor
het delen van video´s te gaan.
2
Blader naar een videoclip of foto en selecteer Delen.
of wordt weergegeven. Een video-
Opties voor video-oproepen weergeven
•
Selecteer Opties tijdens het gesprek.
Alarmnummers
De telefoon ondersteunt internationale alarmnummers, bijvoorbeeld 112 of 911. Dit houdt
in dat u deze nummers normaal vanuit elk land kunt bellen om een noodoproep te doen,
met of zonder SIM-kaart in het toestel, zolang u zich binnen het bereik van een netwerk
bevindt.
In bepaalde landen kunnen ook andere alarmnummers worden aangeboden. Uw
netwerkexploitant heeft daarom mogelijk extra lokale alarmnummers op de SIM-kaart
opgeslagen.
Een alarmnummer bellen
•
Voer het internationale alarmnummer 112 in en druk op .
Lokale alarmnummers bekijken
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Speciale nummers >
Alarmnummers.
Gesprekkenlijst
U kunt informatie over beantwoorde , gekozen en gemiste of geweigerde
gesprekken weergeven.
Een nummer bellen uit gesprekkenlijst
1
Druk op en ga naar een tabblad.
2
Blader naar een naam of nummer en druk op .
Contacten
U kunt namen, telefoonnummers en persoonlijke gegevens opslaan in Contacten. U kunt
informatie opslaan in het telefoongeheugen of op de SIM‑kaart.
U kunt contacten synchroniseren met Sony Ericsson PC Suite.
Standaardcontacten
U kunt kiezen welke contactgegevens standaard worden weergegeven. Als Contacten als
standaard is geselecteerd, worden uitsluitend contactgegevens die in het
telefoongeheugen zijn opgeslagen, weergegeven in Contacten. Als u SIM-contacten als
standaard selecteert, worden uitsluitend de namen en nummers van contacten die op de
SIM‑kaart zijn opgeslagen, weergegeven in Contacten.
Standaardcontacten selecteren
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Geavanceerd > Standaard
Contacten.
3
Selecteer een optie.
Telefooncontacten
Telefooncontacten kunnen namen, telefoonnummers en persoonlijke gegevens bevatten.
Ze worden in het telefoongeheugen opgeslagen.
Een telefooncontact toevoegen
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Toevoegen.
3
Voer de naam in en selecteer OK.
4
Blader naar Nieuw nummer: en selecteer Toevoegen.
5
Voer het nummer in en selecteer OK.
6
Selecteer een nummeroptie.
7
Blader tussen de tabbladen en voer informatie in de velden in.
Druk op – om een reeks (van minimaal twee) cijfers in te voeren. Alle items
die overeenkomen met de reeks cijfers of corresponderende letters worden in een
lijst weergegeven.
2
Blader naar een contact of telefoonnummer en druk op .
Slim zoeken aan- of uitzetten
1
Selecteer Menu > Instellingen > Gesprekken > Slim zoeken.
2
Selecteer een optie.
Contacten bewerken
Gegevens toevoegen aan een telefooncontact
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar een contact en selecteer Opties > Contact bewerken.
3
Blader tussen de tabbladen en selecteer Toevoegen of Bewerken.
4
Selecteer een optie en een item dat u wilt toevoegen of bewerken.
5
Selecteer Opslaan.
Als in uw abonnement nummerweergave is inbegrepen, kunt u voor contacten persoonlijke
ringtones en foto's instellen.
Namen en nummers naar telefooncontacten kopiëren
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Geavanceerd > Kopiëren van
SIM.
3
Selecteer een optie.
Namen en nummers naar de SIM-kaart kopiëren
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Geavanceerd > Kopiëren naar
SIM.
3
Selecteer een optie.
Wanneer u alle contacten van de telefoon naar de SIM-kaart kopieert, worden alle bestaande
gegevens op de SIM-kaart vervangen.
Namen en telefoonnummers automatisch op de SIM-kaart opslaan
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Geavanceerd > Autom. opsl op
SIM.
3
Selecteer een optie.
Contacten op een geheugenkaart opslaan
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Geavanceerd > Back-up op
geh.krt.
SIM-contacten
SIM-contacten kunnen alleen namen en nummers bevatten. Ze worden op de SIM-kaart
opgeslagen.
Selecteer een nummeroptie en voeg meer informatie toe, indien beschikbaar.
6
Selecteer Opslaan.
Contacten verwijderen
Alle contacten verwijderen
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Geavanceerd > Alle cont.
verwijd..
3
Selecteer een optie.
Status contactgeheugen
Hoeveel contacten u op de telefoon of op de SIM-kaart kunt opslaan, hangt van het
beschikbare geheugen af.
Status van contactgeheugen weergeven
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Geavanceerd >
Geheugenstatus.
Mijzelf
U kunt gegevens over uzelf invoeren en bijvoorbeeld uw visitekaartje versturen.
Mijzelf‑gegevens invoeren
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Mijzelf en selecteer Openen.
3
Blader naar een optie en bewerk de gegevens.
4
Selecteer Opslaan.
Uw eigen visitekaartje toevoegen
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Mijzelf en selecteer Openen.
3
Blader naar Mijn contactinfo en selecteer Toevoegen > Nieuwe maken.
4
Blader tussen de tabbladen en voer informatie in de velden in.
5
Voer de gegevens in en selecteer Opslaan.
Groepen
U kunt vanuit Contacten een groep telefoonnummers en e-mailadressen maken om
berichten te verzenden. U kunt ook groepen (met telefoonnummers) gebruiken wanneer u
lijsten met geaccepteerde bellers maakt.
Een groep met nummers en e-mailadressen maken
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Groepen.
3
Blader naar Nieuwe groep en selecteer Toevoegen.
4
Voer een naam voor de groep in en selecteer Doorgaan.
5
Blader naar Nieuw en selecteer Toevoegen.
6
Voor elk telefoonnummer of e-mailadres van een contactpersoon dat u wilt
markeren, bladert u naar het nummer of adres en selecteert u Markeren.
Met snelkiezen kunt u negen contacten kiezen die u snel kunt bellen vanuit stand-by. De
contacten worden opgeslagen op de posities 1 tot en met 9.
Snelkiesnummers toewijzen aan contacten
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Snelkeuze.
3
Ga naar een positienummer en selecteer Toevoegen.
4
Selecteer een contact.
Snelkiezen
•
Voer het positienummer in en druk op .
Meer gespreksfuncties
Voicemail
Als in uw abonnement een antwoorddienst is opgenomen, kunnen bellers een
voicemailbericht achterlaten als u een gesprek niet kunt aannemen.
Uw voicemailnummer invoeren
1
Selecteer Menu > Berichten > Berichten > Instellingen > het tabblad
Berichtinstellingen > Voicemailnummer.
2
Voer het nummer in en selecteer OK.
Uw voicemailservice bellen
•
Houd de toets
ingedrukt.
Spraakbesturing
Door spraakopdrachten te maken, kunt:
•
Kiezen met uw stem, dat wil zeggen iemand bellen door de naam te zeggen;
•
gesprekken aannemen en weigeren wanneer u een headset gebruikt.
Een spraakopdracht opnemen via kiezen met stem
1
Selecteer Menu > Instellingen > Algemeen > Spraakbesturing > Kiezen met
stem > Activeren.
2
Selecteer Ja > Nwe spraakopdracht en selecteer een contact. Als het contact
meerdere nummers heeft, selecteert u het nummer waaraan u de spraakopdracht
wilt toevoegen.
3
Volg de instructies die worden weergegeven. Wacht op de toon en zeg de op te
nemen opdracht. Neem een spraakopdracht op, zoals 'Jan mobiel'. De
spraakopdracht wordt afgespeeld.
4
Selecteer Ja als de opname goed klinkt. Selecteer anders Nee en herhaal de
stappen 3 en 4.
Spraakopdrachten kunnen alleen in het telefoongeheugen worden opgeslagen. Ze kunnen niet
in een andere telefoon worden gebruikt.
Een contact kiezen met uw stem
1
Houd een volumetoets ingedrukt.
2
Wacht op de toon en zeg de naam die u hebt opgenomen, bijvoorbeeld 'Jan mobiel'.
De naam wordt op de telefoon afgespeeld en er wordt verbinding gemaakt.
Aannemen met stem activeren en opdrachten hiervoor opnemen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Algemeen > Spraakbesturing > Aannemen met
stem > Activeren.
2
Volg de instructies die worden weergegeven en selecteer Doorgaan. Wacht op de
toon en zeg “Beantwoorden” of een ander woord.
3
Selecteer Ja om de opname te accepteren of Nee om een nieuwe opname te
maken.
4
Wacht op de toon en zeg “Bezet” of een ander woord.
5
Selecteer Ja om de opname te accepteren of Nee om een nieuwe opname te
maken.
6
Volg de instructies die worden weergegeven en selecteer Doorgaan.
7
Selecteer de omgevingen waarin u aannemen met stem wilt activeren.
Een oproep beantwoorden met spraakopdrachten
•
Zeg “Beantwoorden.”
Een spraakopdracht opnieuw opnemen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Algemeen > Spraakbesturing > Kiezen met
stem > Namen bewerken.
2
Blader naar een opdracht en selecteer Opties > Spraak vervangen.
3
Wacht op de toon en zeg de opdracht.
Gesprekken doorschakelen
U kunt gesprekken bijvoorbeeld doorschakelen naar een antwoorddienst.
Wanneer
gesprekken niet beschikbaar.
Gesprekken doorschakelen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Gesprekken > Gespr. doorschak..
2
Selecteer een gesprekstype en een optie voor het doorschakelen van gesprekken.
3
Selecteer Activeren.
4
Voer het nummer in waarnaar u gesprekken wilt doorschakelen en selecteer OK.
Gesprekken beprkn wordt gebruikt, zijn enkele opties voor het doorschakelen van
wordt weergegeven.
Gesprek in wacht
U hoort een signaal wanneer een tweede gesprek binnenkomt terwijl Gesprek in wacht is
geactiveerd.
Een gesprek in de wacht activeren
•
Selecteer Menu > Instellingen > Gesprekken > Gespreksbeheer > Gesprek in
wacht > Activeren.
Meer dan één gesprek
U kunt meerdere gesprekken tegelijk afhandelen. U kunt bijvoorbeeld een lopend gesprek
in de wacht zetten terwijl u een tweede gesprek tot stand brengt of beantwoordt. U kunt
ook tussen de twee gesprekken schakelen. Het is niet mogelijk om een derde gesprek te
beantwoorden zonder een van de eerste twee te beëindigen.
Schakelen tussen twee gesprekken
•
Druk tijdens het gesprek op
.
Twee gesprekken samenvoegen
•
Selecteer tijdens het gesprek Opties > Gesprk. samenvgn..
Een lopend gesprek beëindigen en naar het gesprek in de wacht terugkeren
Tijdens een gesprek wordt de duur van het gesprek op de telefoon weergegeven. U kunt
ook de tijdsduur controleren van uw laatste gesprek, van uitgaande gesprekken en de totale
tijdsduur van uw gesprekken bekijken.
De gesprekstijd controleren
•
Selecteer Menu > Instellingen > Gesprekken > Tijd > Gesprekstimers.
Uw telefoonnummer tonen of verbergen
U kunt zelf bepalen of u uw telefoonnummer tijdens een gesprek wilt tonen of verbergen
op de telefoon van de ander.
Uw telefoonnummer verbergen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Gesprekken > Mijn nr tonen/verb..
U kunt foto's maken en video's opnemen om te bekijken, op te slaan of te verzenden. U
vindt de opgeslagen foto's en video's in Media en in Bestandsbeheer.
Zoeker-en cameratoetsen
1In- of uitzoomen
2Duidt fotomodus aan
3Foto's en videoclips weergeven
4Duidt videomodus aan
5De camera activeren/Foto's maken/Videoclips opnemen
De camera activeren
•
Druk op .
Instellingen wijzigen
•
Activeer de camera en selecteer .
Informatie over instellingen weergeven
•
Blader naar een instelling en selecteer
.
De fotocamera gebruiken
Een foto maken
1
Activeer de camera en druk op de navigatietoets om naar te bladeren.
2
Druk
3
Wanneer de punt en het scherpstelkader groen zijn, drukt u
foto te maken. De foto wordt automatisch opgeslagen.
4
Druk op als u wilt terugkeren naar de zoeker om nog een foto te maken.
De zoomfunctie gebruiken
•
Druk op de volumetoets.
half in om automatische scherpstelling te gebruiken.
volledig in om een
De helderheid aanpassen
•
Druk de navigatietoets naar links om de helderheid te verlagen. Druk de
navigatietoets naar rechts om de helderheid te verhogen. Het helderheidsniveau
wordt naast de
U kunt gezichtsherkenning gebruiken om scherp te stellen op een gezicht dat niet in het
midden van het scherm staat. De camera herkent automatisch maximaal drie gezichten,
aangegeven door witte kaders. Het gezicht dat is geselecteerd voor scherpstelling, wordt
omlijst met een groen kader. Er wordt scherpgesteld op het gezicht dat zich het dichtst bij
de camera bevindt.
gezichtsherkenning instellen
1
Activeer de camera en druk op de navigatietoets om naar te bladeren.
2
Selecteer > Scherpstellen > Gezichtsdetectie.
Lachdetectie
Met Lachdetectie kunt u de lach van uw familie en vrienden vastleggen. De camera
detecteert maximaal drie gezichten en selecteert één gezicht voor lachdetectie en
automatisch scherpstellen. Met een geel kader wordt aangegeven welk gezicht is
geselecteerd. Wanneer het geselecteerde gezicht lacht, wordt automatisch een foto
gemaakt.
Lachdetectie instellen
1
Activeer de camera en druk op de navigatietoets om naar te bladeren.
2
Selecteer > Opnamemodus > Glimlachdetect..
3
Wanneer
Lachdetectie gebruiken
1
Stel Glimlachdetect. in en richt de camera op uw onderwerp.
2
Druk
Met een geel kader wordt het gezicht aangeduid, waarop de camera wordt
scherpgesteld.
3
De camera maakt de foto automatisch wanneer het onderwerp lacht.
4
Als u de foto wilt maken zonder dat er een lach is gedetecteerd, drukt u opnieuw
volledig in.
wordt weergegeven, staat de camera in de modus Lachdetectie.
volledig in. Wanneer wordt weergegeven, is lachdetectie geactiveerd.
Scènes
U kunt Scènes gebruiken om de camera met behulp van voorgeprogrammeerde scènes
snel in te stellen voor veelvoorkomende situaties. De camera heeft al een aantal instellingen
voor u bepaald die passen bij de geselecteerde scène, waardoor de best mogelijke foto
wordt gewaarborgd.
Scènes gebruiken
1
Activeer de camera en druk op de navigatietoets om naar te bladeren.
2
Selecteer > Scènes.
3
Selecteer een scène.
4
Selecteer
5
Maak een foto.
om naar de zoeker terug te keren.
Photo fix
Met Photo fix kunt u foto's verbeteren. Met één klik kunt u helderheid, belichting en contrast
bijstellen om de foto zo goed mogelijk weer te geven. De verbeteringen worden opgeslagen
als een kopie van de foto. Dit heeft geen invloed op de oorspronkelijke foto.
Een foto verbeteren met Photo fix
1
Activeer de camera en druk op de navigatietoets om naar te bladeren.
2
Zorg ervoor dat Bekijken is ingesteld op Aan. Selecteer
naar Bekijken > Aan. Selecteer om naar de zoeker terug te keren.
3
Maak een foto.
4
Selecteer tijdens het bekijken van de foto Opties > Photo fix.
5
Controleer de verbetering en selecteer Opslaan om deze op te slaan.
6
Als u de verbetering niet wilt opslaan, selecteert u Terug.
Plaats het onderwerp niet in het midden van het kader. Door het onderwerp op een derde
in het kader te plaatsen, krijgt u een beter resultaat.
Houd de camera stil
Vermijd wazige foto's door de camera stil te houden. Probeer uw hand stil te houden door
deze te laten rusten tegen een vast object. U kunt ook de zelfontspanner gebruiken om
ervoor te zorgen dat de telefoon niet wordt bewogen wanneer de foto wordt gemaakt.
Ga dichterbij staan
Door zo dicht mogelijk bij het onderwerp te gaan staan, hoeft u niet te vertrouwen op de
zoomfunctie. Probeer de zoeker te vullen met uw onderwerp.
Blijf binnen het bereik van de flitser
Foto's die u maakt buiten het maximale bereik van de flitser, zullen te donker zijn. Het
maximale bereik van de flitser is ongeveer vier stappen van het onderwerp.
Ga voor variatie
Probeer na te denken over andere hoeken en beweeg u in de richting van het object. Neem
eens enkele verticale foto's. Probeer verschillende posities uit.
Gebruik een eenvoudige achtergrond
Door een eenvoudige achtergrond te gebruiken, valt het onderwerp beter op.
Houd de lens schoon
Mobiele telefoons worden in allerlei weersomstandigheden en op allerlei plaatsen gebruikt,
en vaak vervoerd in zakken van kleding of tassen. Hierdoor kan de cameralens vuil worden
en worden bedekt met vingerafdrukken. Gebruik een zachte doek om de lens te reinigen.
De videocamera gebruiken
Een video opnemen
1
Activeer de camera en druk op de navigatietoets om naar
2
Druk volledig in om de opname te starten.
3
Druk volledig in om de opname te stoppen. De video wordt automatisch
opgeslagen.
4
Druk op als u wilt terugkeren naar de zoeker om nog een video op te nemen.
te bladeren.
Werken met foto's
U kunt foto's en video's op de computer bekijken, verfraaien en ordenen door de applicatie
Adobe™ Photoshop™ Album Starter Edition te installeren. Deze kan worden gedownload
via www.sonyericsson.com/support.
Gebruik de applicatie Media Go™ om content naar en van uw telefoon over te brengen.
Foto's bekijken en labelen
Foto's bekijken
1
Activeer de camera en druk op de navigatietoets om naar
2
Blader door de foto's.
Video's weergeven
1
Activeer de camera en druk op de navigatietoets om naar te bladeren.
2
Ga naar een video en druk op de middelste selectietoets. Video's worden aangeduid
met in de linkerbovenhoek.
Wanneer u een foto maakt, kunt u daar uw geografische positie aan toevoegen. Dit wordt
geo‑tagging genoemd. Foto's met geo‑tagging worden met in Media gelabeld. Zie Ikkan geen internetservices gebruiken op pagina 73 als u geen foto.
Informatie die wordt verkregen via cell‑id is niet geheel nauwkeurig. Sony Ericsson aanvaardt
geen verantwoordelijkheid voor de nauwkeurigheid van dergelijke locatiegegevens.
Foto's op een kaart weergeven
•
Selecteer Menu > Media > Foto > Geolabels.
Fotolabels
U kunt uw foto's organiseren met fotolabels. U kunt nieuwe labels maken, één of meer
labels aan een foto toewijzen of een label voor een foto verwijderen. Foto's met hetzelfde
label worden bij elkaar opgeslagen onder Fotolabels. U kunt bijvoorbeeld het label
'Vakantie' toevoegen aan al uw vakantiefoto's en ze allemaal weergeven in Fotolabels,
onder het label 'Vakantie'.
Een nieuw fotolabel maken
1
Selecteer Menu > Media > Foto > Camera-album.
2
Selecteer een maand.
3
Ga naar een foto en selecteer Weergeven.
4
Druk de navigatietoets omlaag en selecteer Opties > Nieuw label.
Foto's van labels voorzien
1
Selecteer Menu > Media > Foto > Camera-album.
2
Selecteer een maand.
3
Ga naar een foto en selecteer Weergeven.
4
Druk de navigatietoets omlaag en blader naar een label.
5
Selecteer Opties > Deze foto labelen.
6
Voor elke foto die u wilt labelen, gaat u naar de foto en kiest u Opties > Deze foto
labelen.
Een label verwijderen van een foto
1
Druk de navigatietoets omlaag terwijl u een foto bekijkt.
2
Blader naar een label en selecteer Opties > Label onged. mkn.
Foto's gebruiken
U kunt een foto toevoegen aan een contact, de foto weergeven bij het opstarten van de
telefoon, weergeven als achtergrond in de stand-bymodus of gebruiken als screensaver.
U kunt foto's afdrukken wanneer een USB-kabel is aangesloten op een printer die
compatibel is met PictBridge™.
U kunt ook afdrukken met een printer die compatibel is met Bluetooth en Object Push Profile
ondersteunt.
Foto's afdrukken via een USB-kabel
1
Selecteer Menu > Media > Foto > Camera-album.
2
Selecteer een maand.
3
Selecteer Opties > Markeren > Diverse markeren of Alles markeren.
4
Selecteer Opties > Afdrukken en volg de instructies.
5
Sluit de USB-kabel aan op de telefoon.
6
Sluit de USB-kabel aan op de printer.
7
Wacht op terugkoppeling in de telefoon.
8
Stel indien nodig printerinstellingen in en selecteer Afdrukken.
Koppel de USB-kabel los en sluit deze opnieuw aan als er een printerfout is opgetreden.
Webalbums gebruiken
Als uw abonnement deze service ondersteunt, kunt u foto's en video's naar een webalbum
verzenden. Als u geen content naar een webalbum kunt verzenden, raadpleegt u Ik kangeen internetservices gebruiken op pagina 73.
Webdiensten vereisen soms een afzonderlijke licentieovereenkomst tussen u en de
serviceprovider. Mogelijk zijn extra regels en kosten van toepassing. Neem contact op met uw
serviceprovider voor informatie.
Foto's die in de telefoon zijn opgeslagen, naar een webalbum verzenden
1
Selecteer Menu > Media > Foto > Camera-album.
2
Selecteer een maand en een jaar.
3
Blader naar de foto en selecteer Opties > Verzenden > In webalbums.
4
Selecteer een webalbumservice. Voer uw inloggegevens in wanneer u daarom wordt
gevraagd.
5
Selecteer een album of voeg een nieuw album toe.
6
Voer tekst in en selecteer Verzenden.
Video´s die in de telefoon zijn opgeslagen, verzenden naar een webalbum
1
Selecteer Menu > Media > Video > Video's.
2
Blader naar een video en selecteer Opties > Verzenden > In webalbums.
3
Selecteer een webalbumservice. Voer uw inloggegevens in wanneer u daarom wordt
gevraagd.
4
Selecteer een webalbum of voeg een nieuw webalbum toe.
5
Voer tekst in en selecteer Verzenden.
Foto's of video's die u zojuist hebt vastgelegd, verzenden naar een webalbum
1
Selecteer Verz. > In webalbums wanneer u een foto hebt gemaakt of een video
hebt opgenomen.
2
Selecteer een webalbumservice. Voer uw inloggegevens in wanneer u daarom wordt
gevraagd.
U kunt u met de videoplayer video's zoeken en afspelen vanuit Media en
Bestandsbeheer. Video's die u met de camera hebt opgenomen, kunt u vinden onder
Camera-album. U kunt toegang tot andere video's krijgen vanuit Video's.
Video's afspelen
1
Selecteer Menu > Media > Video > Video's of Camera-album.
2
Blader naar een titel en selecteer Afspelen.
Het afspelen van een video stopzetten
•
Druk op de middelste selectietoets.
Snel vooruit- en achteruitspoelen
•
Houd de navigatietoets ingedrukt naar links of rechts.
U kunt luisteren naar muziek, audioboeken en podcasts. Gebruik de applicatie Media Go™
om content naar en van uw telefoon over te brengen. Zie Content overbrengen van ennaar een computer op pagina 41 voor meer informatie.
Draagbare stereoheadset
Een headset gebruiken
•
Sluit een draagbare headset aan. De muziek stopt zodra er een gesprek binnenkomt,
en wordt hervat wanneer het gesprek is beëindigd.
Als er geen hoofdtelefoon wordt meegeleverd bij de telefoon, kunt u deze afzonderlijk kopen.
Mediaplayer
Muziek afspelen
1
Selecteer Menu > Media > Muziek.
2
Blader met de navigatietoets naar een categorie.
3
Blader naar een titel en selecteer Afspelen.
Binnen een categorie kunt u op
letter beginnen.
Het afspelen van muziek stopzetten
•
Druk op de middelste selectietoets.
Snel vooruit- en achteruitspoelen
•
Houd de navigatietoets ingedrukt naar links of rechts.
Schakelen tussen tracks
•
Druk de navigatietoets naar rechts of links.
Het volume aanpassen
•
Druk de volumetoetsen omhoog of omlaag.
De muziekspeler minimaliseren
•
Selecteer Opties > Minimaliseren.
– drukken om naar items te gaan die met een specieke
Terugkeren naar de player
•
Selecteer Menu > Media.
Ondersteunde bestandsindelingen
De volgende bestandsindelingen worden door uw telefoon ondersteund:
AAC/AAC+/eAAC+
WMA versie 2.7.8: Klasse 1
WMA versie 9: Niveau 3
WMA Pro (profiel M0a)
Lineair/A-law/μ-law PCM
MP3
3GP/AAC/MP4/M4A
WMA
WMA
WMA
WAV
Playlists
U kunt playlists maken om muziekbestanden te ordenen. U kunt tracks en mappen aan
een playlist toevoegen. Het maken van een playlist op de telefoon kan enkele minuten
duren.
Een playlist maken
1
Selecteer Menu > Media > Muziek > Playlists.
2
Blader naar Nieuwe playlist en selecteer Toevoegen.
3
Voer een naam in en selecteer OK.
4
Voor elke track die u wilt toevoegen, bladert u naar de track en selecteert u
Markrn.
5
Selecteer Toevoegen om de gemarkeerde tracks aan de playlist toe te voegen.
Nummers toevoegen aan een playlist
1
Selecteer Menu > Media > Muziek > Playlists.
2
Selecteer een playlist.
3
Blader naar Muziek toevoegen en selecteer Toevoegen.
4
Voor elke track die u wilt toevoegen, bladert u naar de track en selecteert u
Markrn.
5
Selecteer Toevoegen om de gemarkeerde tracks aan de playlist toe te voegen.
SensMe™-technologie
Met SensMe™-technologie kunt u op twee manieren playlists maken: op basis van
stemming of van alle tracks op uw telefoon. Als u een playlist op stemming wilt maken,
gebruikt u eerst de applicatie Media Go™ om tracks naar uw telefoon over te brengen. Er
wordt informatie toegevoegd over stemming, tempo en akkoorden. De tracks worden
weergegeven als stippen op een kaart met twee assen. In de weergave Alles worden alle
tracks in uw telefoon willekeurig op de kaart geplaatst.
Druk de navigatietoets omhoog, omlaag, naar rechts of naar links.
4
Zorg ervoor dat de weergave Stemm. is geactiveerd. Als dat niet het geval is,
selecteert u Stemm..
5
Als u een voorbeeld wilt beluisteren van verschillende tracks, drukt u de
navigatietoets omhoog, omlaag, naar rechts of naar links.
6
Als u een gebied met tracks wilt kiezen, selecteert u Toevoegen en drukt u de
navigatietoets omhoog of omlaag.
7
Selecteer Maken om de playlist te maken en af te spelen in de muziekplayer.
8
Selecteer Opties > Playlist opslaan.
9
Voer een naam in en selecteer OK.
Een playlist maken vanuit de weergave Alle
1
Selecteer Menu > Media > Muziek.
2
Blader naar SensMe™ en selecteer Openen.
3
Druk de navigatietoets omhoog, omlaag, naar rechts of naar links.
4
Zorg ervoor dat de weergave Alles is geactiveerd. Als dat niet het geval is, selecteert
u Alles.
5
Als u een voorbeeld wilt beluisteren van verschillende tracks, drukt u de
navigatietoets omhoog, omlaag, naar rechts of naar links.
6
Als u een gebied met tracks wilt kiezen, selecteert u Toevoegen en drukt u de
navigatietoets omhoog of omlaag.
7
Selecteer Maken om de playlist te maken en af te spelen in de muziekplayer.
8
Selecteer Opties > Playlist opslaan.
9
Voer een naam in en selecteer OK.
Audioboeken
Als u met de applicatie Media Go™ uw audioboeken van een computer naar uw telefoon
overbrengt, kunt u de audioboeken in uw telefoon beluisteren. Het kan enkele minuten
duren voordat een overgebracht audioboek wordt weergegeven in de lijst met beschikbare
audioboeken.
Audioboeken openen
•
Selecteer Menu > Media > Muziek > Audioboeken.
Audioboeken in een andere indeling dan M4B en audioboeken zonder ID3v2-hoofdstuklabels
vindt u in de map Tracks.
Nu kopen
Als u zich abonneert op een muziekservice met beperkt, niet-permanent gebruik met uw
telefoon, kunt u een track die u later eventueel wilt kopen, markeren. Wanneer u uw muziek
een volgende keer synchroniseert met de Microsoft® Windows Media® Player applicatie
op een computer waarop internettoegang is ingeschakeld, wordt u gevraagd of u de eerder
gemarkeerde track wilt kopen. Als u accepteert, wordt de track naar uw computer
gedownload en worden de kosten aan uw muziekserviceaccount toegevoegd. Voor deze
service hebt u een abonnement nodig en een account bij een muziekservice waar u muziek
kunt downloaden. Daarnaast hebt u een computer nodig met de Microsoft® Windows
Media® Player 11 applicatie of hogere compatibele versie van de Microsoft® Windows
Media® Player applicatie, en een USB-computerverbinding.
U kunt niet zien dat een track is gemarkeerd. U kunt de markering van eerder gemarkeerde tracks
niet opheffen.
Een track markeren
•
Als de track die u wilt markeren, wordt afgespeeld, houdt u
Wanneer u de applicatie PlayNow™ opent, activeert u PlayNow™ waar u muziek,
spelletjes, ringtones, thema's en achtergronden kunt downloaden. U kunt een voorbeeld
van de content bekijken of beluisteren voordat u de content aanschaft en naar uw telefoon
downloadt. Als u de applicatie PlayNow™ niet kunt gebruiken, raadpleegt u Ik kan geeninternetservices gebruiken op pagina 73.
Deze service is niet in alle landen beschikbaar.
Voor uitgebreide functionaliteit, kunt u op een computer naar de webshop van PlayNow™
gaan via www.sonyericsson.com/playnow. Voor meer informatie gaat u naar
www.sonyericsson.com/support om de functiehandleiding van PlayNow™ te lezen.
De applicatie PlayNow™ gebruiken
1
Selecteer Menu > PlayNow™.
2
Blader door PlayNow™ en volg de instructies om voorbeelden van content te
bekijken en content aan te schaffen.
TrackID™-applicatie
TrackID™-technologie is een muziekherkenningsservice. U kunt zoeken naar de titel, de
artiest en de albumnaam voor het nummer dat u hoort via een luidspreker of op de radio
in uw telefoon. Als u de applicatie TrackID™ niet kunt gebruiken, raadpleegt u Ik kan geeninternetservices gebruiken op pagina 73.
Informatie over een track zoeken
•
Wanneer u een track door een luidspreker hoort, selecteert u Menu > Entertainment >
TrackID™ > Starten.
•
Wanneer u een track op de radio van de telefoon hoort, selecteert u Opties > TrackID™
> TrackID™.
Gebruik TrackID™ voor optimale resultaten in een rustige omgeving.
Online muziek en videoclips
U kunt videoclips bekijken en muziek beluisteren door deze vanaf internet naar uw telefoon
te streamen. Zie Ik kan geen internetservices gebruiken op pagina 73 als u internet niet
kunt gebruiken.
U kunt content, zoals foto's en muziek, overbrengen en gebruiken.
U mag geen materiaal uitwisselen waarop auteursrechten rusten. geeft aan dat een bestand
een auteursrechtelijk beschermd bestand is.
Uw content organiseren
Content op uw telefoon zoals afbeeldingen, video's, geluiden, thema's, webpagina's en
applicaties worden opgeslagen in uw telefoongeheugen of op de geheugenkaart. Deze
content wordt opgeslagen in afzonderlijke mappen in Bestandsbeheer, waardoor u
eenvoudig kunt vinden wat u zoekt.
U kunt het bestandsbeheer vinden via Menu > Agenda > Bestandsbeheer. Er zijn drie
tabbladen:
•
Alle bestanden: alle content die in het telefoongeheugen of op een geheugenkaart is
opgeslagen.
•
Op geheugenkaart: alle content op uw geheugenkaart.
•
In telefoon: alle content in het telefoongeheugen.
Auteursrechtelijk beveiligde content
Items die zijn gedownload of ontvangen met een van de beschikbare overdrachtmethodes,
zijn mogelijk auteursrechtelijk beveiligd met Digital Rights Management (DRM). U kunt
dergelijke items mogelijk niet kopiëren, verzenden of overbrengen.
Copyrightinformatie van een bestand weergeven
1
Selecteer Menu > Agenda > Bestandsbeheer.
2
Ga naar een map en selecteer Openen.
3
Ga naar een bestand en selecteer Opties > Informatie.
Content verwerken in de telefoon
U kunt Bestandsbeheer in uw telefoon gebruiken om content af te handelen die is
opgeslagen in het telefoongeheugen of op een geheugenkaart. Met tabbladen en
pictogrammen in Bestandsbeheer wordt weergegeven waar de content wordt
opgeslagen. Als het geheugen vol is, verwijdert u content om ruimte te maken.
De geheugenstatus weergeven
1
Selecteer Menu > Agenda > Bestandsbeheer.
2
Selecteer Opties > Geheugenstatus.
3
Selecteer Geheugenkaart of Telefoon.
Meerdere items in een map selecteren
1
Selecteer Menu > Agenda > Bestandsbeheer.
2
Ga naar een map en selecteer Openen.
3
Selecteer Opties > Markeren > Diverse markeren.
4
Voor elk item dat u wilt markeren, gaat u naar het item en selecteert u Markeren.
U kunt content verzenden door middel van verschillende overdrachtmethoden, bijvoorbeeld
in berichten of met behulp van draadloze Bluetooth technologie.
Content verzenden
1
Blader naar een item en selecteer Opties > Verzenden.
2
Selecteer een overdrachtmethode.
Controleer of het ontvangende apparaat de geselecteerde overdrachtmethode ondersteunt.
Uw telefoon aansluiten op een computer
U kunt de telefoon op twee manieren aansluiten op een computer:
U kunt de telefoon aansluiten op een computer met een USB-kabel die compatibel is met
uw telefoon.
Voordat u de telefoon aansluit op een computer, selecteert u Pc-modus.
Pc-modus selecteren
•
Selecteer Menu > Instellingen > Verbindingen > USB > Stndrd-modus instell.
en vervolgens Pc-modus.
De telefoon op een computer aansluiten met een USB-kabel
1
Sluit uw telefoon op de computer aan met de USB-kabel.
2
Computer: Als Sony Ericsson PC Suite nog niet is geïnstalleerd, wordt het
dialoogvenster Sony Ericsson PC-software installeren weergegeven. Klik op
Installeren om de benodigde software automatisch te installeren.
3
In het dialoogvenster Draagbaar apparaat selecteert u Geen actie ondernemen.
Koppel de USB-kabel niet los wanneer u content overbrengt, omdat de content hierdoor
beschadigd kan raken.
PC Companion
Met PC Companion kunt u:
•
Content op de telefoon verkennen.
•
De telefoon als modem gebruiken.
•
PC‑software installeren die wordt gebruikt om telefooncontent te synchroniseren, over te
brengen en hier een back‑up van te maken.
Ga voor meer informatie, inclusief Functiehandleidingen, naar
www.sonyericsson.com/support.
Ga naar www.sonyericsson.com/support als u software wilt downloaden die compatibel is met
Mac®.
Vereiste besturingssystemen
U hebt een van de volgende besturingssystemen nodig om de Sony Ericsson PC software
te kunnen gebruiken:
•
Microsoft® Windows® 7
•
Microsoft® Windows Vista™
•
Microsoft® Windows® XP, Service Pack 2 of hoger
PC Companion installeren
Als de benodigde US-software niet op uw pc is geïnstalleerd, moet u PC Companion installeren.
Bovendien moet de Autoplay-functionaliteit op uw pc zijn ingeschakeld.
1
Sluit de telefoon aan op een computer met het besturingssysteem
Microsoft® Windows® door middel van een USB-kabel die door de telefoon wordt
ondersteund.
2
Computer: Volg de instructies op het scherm.
Content slepen en neerzetten
In de applicatie Microsoft® Windows® Verkenner kunt u content slepen en neerzetten
tussen uw telefoon, een geheugenkaart en een computer.
In het telefoongeheugen of de geheugenkaart bladeren vanaf een computer
Koppel de USB-kabel niet los wanneer u content overbrengt, omdat de content hierdoor
beschadigd kan raken.
Computer: Dubbelklik op het pictogram Mijn computer op het bureaublad.
3
Om de mappen Telefoongeheugen en Geheugenkaart weer te geven, dubbelklikt u
op het pictogram van uw telefoon onder Apparaten met verwisselbare opslag in het
venster Mijn computer.
Content slepen en neerzetten
1
Sluit de telefoon aan op een computer met een USB-kabel die wordt ondersteund
door de telefoon.
2
Computer: Wacht totdat het telefoongeheugen en de geheugenkaart als externe
schijven in de applicatie Microsoft® Windows® Verkenner worden weergegeven.
3
Sleep geselecteerde bestanden tussen de telefoon en de computer en zet ze neer.
De USB-kabel veilig loskoppelen
Koppel de USB-kabel niet los wanneer u content overbrengt, omdat de content hierdoor
beschadigd kan raken.
1
Computer: Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Hardware veilig
verwijderen in de applicatie Microsoft® Windows® Verkenner.
2
Selecteer de stations die u wilt loskoppelen. Selecteer Stoppen.
3
Wacht totdat u een melding ontvangt dat u het station veilig kunt verwijderen. Koppel
de USB-kabel los.
Verbinding maken met draadloze Bluetooth™ technologie
U kunt een draadloze verbinding tot stand brengen tussen uw telefoon en een computer
die de draadloze Bluetooth™ technologie ondersteunt. De Bluetooth™-functie van de
telefoon en de computer moeten zijn ingeschakeld voordat u de verbinding maakt. Voor
communicatie via Bluetooth™ wordt een bereik tot maximaal 10 meter aanbevolen, waarbij
er geen massieve objecten tussen de apparaten mogen staan.
De Bluetooth™-functie inschakelen
•
Selecteer Menu > Instellingen > Verbindingen > Bluetooth > Inschakelen.
Zorg ervoor dat de Bluetooth™-functie is geactiveerd op het apparaat dat u met de telefoon wilt
koppelen en dat het apparaat zichtbaar is voor andere apparaten.
Bluetooth™ uitschakelen
•
Selecteer Menu > Instellingen > Verbindingen > Bluetooth > Uitschakelen.
Om het batterijverbruik te reduceren, schakelt u de Bluetooth-functie uit wanneer u deze niet
gebruikt.
De telefoon verbergen of weergeven
1
Selecteer Menu > Instellingen > Verbindingen > Bluetooth.
2
Selecteer Opties > Zichtbaarheid.
3
Selecteer een optie.
Verbinding maken tussen uw telefoon en een computer met draadloze Bluetoothtechnologie
1
Computer: Dubbelklik op het Bluetooth™-pictogram op uw computer.
2
Selecteer Bluetooth/Zoeken naar apparaten.
3
Klik met de rechtermuisknop op de naam van uw telefoon en selecteer Apparaat
koppelen.
4
Kies een PIN-code en klik op OK.
5
Telefoon: Als Toevoegen aan Mijn apparaten? wordt weergegeven, selecteert u
Ja.
6
Voer uw PIN-code in en selecteer OK.
7
Computer: Dubbelklik op de naam van uw telefoon.
8
Dubbelklik op het pictogram Seriële poort.
9
Telefoon: Als Toestaan? wordt weergegeven, selecteert u Ja.
U kunt de applictie Media Go™ gebruiken om mediacontent over te brengen tussen de
telefoon en een computer. De applicatie Media Go™ kan worden gedownload via PC
Companion of www.sonyericsson.com/support.
Software die compatibel is met Mac® kan worden gedownload via
www.sonyericsson.com/support.
Content overbrengen met Media Go™
1
Sluit de telefoon aan op een computer met een USB-kabel die wordt ondersteund
door de telefoon.
2
Computer: Selecteer Overbrengen naar of van apparaat met Media Go en klik op
OK wanneer het dialoogvenster Draagbaar apparaat wordt weergegeven. De
applicatie Media Go™ wordt geopend.
3
Computer: Wacht totdat het apparaat wordt weergegeven in het navigatiepaneel
Bibliotheek, links op het venster Media Go™. U kunt nu bestanden selecteren en
overbrengen tussen de telefoon en de computer.
4
Verplaats bestanden tussen uw telefoon en de computer met de applicatie
Media Go™.
Media Home
Gebruik Media Home om content automatisch over te brengen van de Media Go™
applicatie naar de telefoon. U kunt Media Home ook gebruiken om content te downloaden
van een DLNA-server.
Voordat u Media Home gebruikt, moet u Media Go™ op uw telefoon installeren en Mediadelen inschakelen. De Media Go™ applicatie kan worden gedownload via PC Companion
of www.sonyericsson.com/support.
Media Home instellen
1
Computer: Open de applicatie Media Go™ en schakel Media delen in.
2
Telefoon: Selecteer Menu > Agenda > Media Home > Opties > Setup wizard
en volg de instructies.
Content automatisch overbrengen naar uw telefoon via Media Home
1
Open de applicatie the Media Go™ op uw computer.
2
Sluit de telefoon aan op de lader. Media Home begint automatisch met downloaden
als er een lader is aangesloten.
Media Home handmatig starten
1
Computer: Open de applicatie Media Go™.
2
Telefoon: Selecteer Menu > Agenda > Media Home en druk op Starten
Bladeren door de content van een DLNA-server en deze downloaden
1
Selecteer Agenda > Media Home > Opties > Bladeren.
2
Selecteer een server en markeer de content die u wilt downloaden.
3
Druk op Downloaden.
Naam van de telefoon
U kunt een naam voor uw telefoon invoeren. Deze wordt weergegeven op andere
apparaten, bijvoorbeeld als u draadloze Bluetooth™ technologie gebruikt.
Een telefoonnaam invoeren
1
Selecteer Menu > Instellingen > Verbindingen > Telefoonnaam.
Gebruik Bluetooth™-technologie voor een draadloze verbinding met andere apparaten,
gratis. U kunt bijvoorbeeld:
•
Verbinding maken met handsfree apparaten.
•
Verbinding maken met meerdere apparaten tegelijk.
•
Verbinding maken met computers en toegang krijgen tot internet.
•
MP3-bestanden, virtuele visitekaartjes, foto's etc. uitwisselen.
•
Spelletjes met meerdere spelers spelen.
Voor communicatie via Bluetooth wordt een bereik tot maximaal 10 meter aanbevolen, waarbij
er geen massieve objecten tussen de apparaten mogen staan.
Voordat u draadloze Bluetooth™ technologie gebruikt
U moet Bluetooth™ instellen op communicatie met andere apparaten. U moet uw telefoon
mogelijk ook met andere Bluetooth™ apparaten koppelen.
De Bluetooth™-functie inschakelen
•
Selecteer Menu > Instellingen > Verbindingen > Bluetooth > Inschakelen.
Zorg ervoor dat de Bluetooth™-functie is geactiveerd op het apparaat dat u met de telefoon wilt
koppelen en dat het apparaat zichtbaar is voor andere apparaten.
De telefoon aan een ander apparaat koppelen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Verbindingen > Bluetooth > Nw app.
toevoegen.
2
Selecteer een apparaat.
3
Voer zo nodig een toegangscode in.
Verbinding met de telefoon toestaan
1
Selecteer Menu > Instellingen > Verbindingen > Bluetooth.
2
Selecteer een apparaat in de lijst.
3
Selecteer Opties > Verbinding toestn.
4
Selecteer Altijd vragen of Altijd toestaan.
Dit is alleen mogelijk met apparaten die toegang vereisen tot een beveiligde service.
Stroombesparing
U kunt de batterij sparen met de functie Stroombesparing. In de stroombesparingsmodus
kunt u maar met één Bluetooth apparaat verbinding maken. U moet deze functie
uitschakelen als u verbinding wilt maken met meerdere Bluetooth apparaten tegelijk.
Energiebesparing inschakelen
•
Selecteer Menu > Instellingen > Verbindingen > Bluetooth > Opties >
Stroombesparing > Aan.
Geluid overbrengen van en naar een Bluetooth headset
U kunt het geluid van en naar een Bluetooth headset overbrengen met een telefoontoets
of de desbetreffende toets op de headset.
Geluid overbrengen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Verbindingen > Bluetooth > Opties > Inkomend
gesprek.
2
Selecteer een optie. In telefoon brengt geluid over naar de telefoon. In headset
brengt geluid over naar de headset.
Als u de optie
naar de headset.
In telefoon selecteert en beantwoordt via de headsettoets, dan gaat het geluid
Kies uit de lijst met beschikbare headset apparaten.
Back-ups maken en herstellen
Met de Sony Ericsson PC Suite kunt u back-ups maken en herstellen van contacten, de
kalender, taken, notities en favorieten. De Sony Ericsson PC Suite is beschikbaar via PC
Companion of
U kunt content verplaatsen van de geheugenkaart naar het telefoongeheugen en andersom
en op deze manier back-ups maken en herstellen van contacten. Zie Content verwerkenin de telefoon op pagina 37.
Maak regelmatig een back-up van uw telefooncontent zodat u deze niet kwijtraakt.
Een back‑up maken met Sony Ericsson PC Suite
1
Computer: Start de Sony Ericsson PC Suite vanuit Start/Programma's/
Sony Ericsson/Sony Ericsson PC Suite.
2
Volg de instructies in de Sony Ericsson PC Suite als u wilt weten hoe u een verbinding
kunt maken.
3
ga naar het onderdeel voor back‑up‑ en herstelbewerkingen in Sony Ericsson PC
Suite en maak een back‑up van de telefooncontent.
De telefooncontent herstellen met Sony Ericsson PC Suite
Tijdens het herstelproces wordt alle content van de telefoon door Sony Ericsson PC Suite
overschreven. Als u dit proces onderbreekt, kan de telefoon worden beschadigd.
www.sonyericsson.com/support
.
1
Computer: Start de Sony Ericsson PC Suite vanuit Start/Programma's/
Sony Ericsson/Sony Ericsson PC Suite.
2
Volg de instructies in de Sony Ericsson PC Suite als u wilt weten hoe u een verbinding
kunt maken.
3
ga naar het onderdeel voor het maken en terugzetten van back‑ups in
Sony Ericsson PC Suite en herstel de telefoon.
U kunt uw telefoon bijwerken naar de meest recente software voor optimale prestaties en
de nieuwste uitbreidingen. U hebt hiervoor een USB-kabel en een computer met een
internetverbinding nodig.
Ga voor meer instructies naar
www.sonyericsson.com/update
Maak een back-up van de content van uw telefoon voordat u de telefoon bijwerkt. Zie Back-ups
maken en herstellen op pagina 43.
De telefoon bijwerken met Sony Ericsson PC Suite
U kunt uw telefoon bijwerken met een USB-kabel en Sony Ericsson PC Suite. Wanneer de
telefoon is aangesloten, wordt er automatisch gecontroleerd of er nieuwe updates zijn en
wordt u daarvan op de hoogte gebracht.
De telefoon draadloos bijwerken
U kunt uw telefoon via de ether bijwerken met de toepassing Update Service in de telefoon.
U raakt geen persoonlijke gegevens of andere telefoongegevens kwijt.
Voor de Update Service is gegevenstoegang, zoals GPRS, 3G of HSDPA, vereist.
Berichten kunnen tekst, afbeeldingen, geluidseffecten, animaties en melodieën bevatten.
Wanneer u berichten verzendt, selecteert de telefoon automatisch de geschiktste methode
voor het verzenden van het bericht (verzenden als SMS- of als MMS-bericht).
Als u geen MMS-berichten kunt verzenden of ontvangen, raadpleegt u Ik kan geen
internetservices gebruiken op pagina 73.
Berichten verzenden
U kunt berichten verzenden vanaf uw telefoon. De maximale grootte van een standaardSMS-bericht is 160 tekens (inclusief spaties) als er geen andere items worden toegevoegd
aan het bericht. Als u meer dan 160 tekens invoert, wordt een tweede bericht gemaakt.
De berichten worden als één samengevoegd bericht verzonden.
Een bericht maken en verzenden
1
Selecteer Menu > Berichten > Nieuw bericht > Bericht.
2
Voer tekst in. Als u items wilt toevoegen aan het bericht, drukt u de navigatietoets
omlaag, bladert u door de navigatietoets naar links of naar rechts te drukken en
selecteert u een item.
3
Selecteer Doorgaan > Contacten opzoeken.
4
Selecteer een ontvanger en selecteer Verzenden.
Als u een bericht naar een groep verzendt, worden er mogelijk kosten in rekening gebracht voor
elk lid van de groep. Neem contact op met uw serviceprovider voor details.
Tekst in een bericht kopiëren en plakken
1
Selecteer tijdens het schrijven van het bericht Opties > Kopiëren & plak..
2
Selecteer Alles kopiëren of Mark. & kopiëren. Ga naar het bericht en markeer tekst
in het bericht.
3
Selecteer Opties > Kopiëren & plak. > Plakken.
Berichten ontvangen en opslaan
U ontvangt een melding wanneer u een bericht ontvangt.
Berichten worden in het telefoongeheugen opgeslagen. Wanneer het telefoongeheugen
vol is, kunt u berichten verwijderen of ze op een geheugenkaart of op de SIM-kaart opslaan.
Een inkomend bericht op een geheugenkaart opslaan
•
Selecteer Menu > Berichten > Berichten > Instellingen > Opslaan naar >
Geheugenkaart.
Een bericht op de SIM-kaart opslaan
1
Selecteer Menu > Berichten > Berichten en selecteer een map.
2
Ga naar een bericht en selecteer Opties > Bericht opslaan.
Een bericht weergeven in het postvak IN
1
Selecteer Menu > Berichten > Berichten > Postvak IN.
2
Ga naar het bericht en selecteer Weergeven.
of wordt weergegeven.
Een nummer bellen dat in een bericht staat
•
Blader terwijl het bericht wordt weergegeven naar het telefoonnummer en druk op
U kunt bepaalde opties instellen voor alle berichten, zoals het berichtsignaal en de
standaard-opslaglocatie. Andere opties kunt u instellen voor elk bericht dat u verzendt,
zoals de prioriteit van het bericht en het tijdstip van aflevering.
Opties instellen voor alle berichten
1
Selecteer Menu > Berichten > Berichten > Instellingen.
2
Selecteer een optie.
Opties instellen voor een specifiek bericht
1
Wanneer het bericht gereed is en u een geadresseerde hebt geselecteerd, selecteert
u Opties > Geavanceerd.
2
Blader naar een optie en selecteer Bewerken.
Gesprekken
U kunt kiezen of u uw berichten wilt weergeven in Conversaties of in het Postvak IN. In
een berichtenconversatie ziet u alle berichtencommunicatie tussen u en één van uw
contacten.
Berichten weergeven in Gesprekken
•
Selecteer Menu > Berichten > Postvak IN > het tabblad Conversaties.
•
Selecteer Menu > Berichten > Conversaties en selecteer een gesprek.
Een bericht verzenden vanuit Gesprekken
1
Selecteer Menu > Berichten.
2
Selecteer Conversaties of selecteer Postvak IN > het tabblad Conversaties.
3
Selecteer een gesprek.
4
Schrijf een bericht en selecteer Verzenden.
Spraakberichten
U kunt een geluidsopname als spraakbericht verzenden en ontvangen.
De afzender en ontvanger moeten beiden een abonnement hebben dat MMS-berichten
ondersteunt.
Een spraakbericht opnemen en verzenden
1
Selecteer Menu > Berichten > Nieuw bericht > Spraakbericht.
2
Neem het bericht op en selecteer Stoppen > Verzenden > Contacten
opzoeken.
3
Selecteer een ontvanger en selecteer Verzenden.
E-mail
U kunt e-mail ontvangen op uw telefoon en alle standaard e-mailfuncties gebruiken.
U kunt uw e-mail synchroniseren met de applicatie Microsoft
Voordat u e‑mails kunt verzenden en ontvangen
Met de Setup wizard kunt u controleren of instellingen voor uw e‑mailaccount automatische
kunnen worden gedownload. Als dit niet werkt, wordt u gevraagd de instellingen handmatig
in te voeren.
Wanneer u e‑mail gebruikt, moet u de juiste internetinstellingen hebben opgegeven in de telefoon.
Zie Ik kan geen internetservices gebruiken op pagina 73 als u internet niet kunt gebruiken.
U kunt een e-mailaccount in uw telefoon maken door de e-mailinstellingen handmatig in te
voeren. Voor het gebruik van de Setup wizard hebt u de juiste informatie over uw account
en de instellingen nodig. U kunt contact opnemen met uw netwerkoperator over de emailaccounts die deel uitmaken van uw telefoonabonnement. Neem anders contact op met
uw e-mailserviceprovider.
U hebt de volgende informatie nodig:
•
E-mailadres: het adres dat anderen gebruiken om e-mail aan u te verzenden. Het bevat
altijd het @-teken.
•
E-mailgebruikersnaam: de naam die u gebruikt om in te loggen op uw e-mailaccount.
Afhankelijk van uw e-mailaccount is dit mogelijk hetzelfde als uw e-mailadres.
•
E-mailwachtwoord: het wachtwoord dat u gebruikt om in te loggen op uw e-mailaccount.
•
Inkomende e-mailserver (POP3 of IMAP4). Ter identificatie van de server waar uw
inkomende e-mailberichten zijn opgeslagen (bijvoorbeeld mail.voorbeeld.com).
Voor het eerst een e-mailaccount maken
1
Selecteer Menu > Berichten > E-mail om de wizard voor e-mailconfiguratie te
starten.
2
Volg de instructies om de account te maken.
Als u de instellingen handmatig moet invoeren, neemt u contact op met uw e-mailprovider voor
meer informatie. Een e-mailprovider is bijvoorbeeld het bedrijf waarvan u uw e-mailadres hebt
gekregen.
Handmatig een e-mailaccount via POP3 maken
1
Selecteer Menu > Berichten > E-mail.
2
Als u meerdere e-mailaccounts hebt, selecteert u een account.
3
Selecteer Accounts.
4
Blader naar Nieuw account en selecteer Toevoegen. De Setup wizard wordt
geopend.
5
Selecteer het accounttype.
6
Voer uw naam in en selecteer Doorgaan.
7
Voer uw e-mailadres in en selecteer Doorgaan.
8
Voer de gebruikersnaam voor de inkomende server in en selecteer Doorgaan.
9
Voer het wachtwoord voor de inkomende server in en selecteer Doorgaan.
10
Selecteer Nee om de configuratie handmatig te voltooien.
11
Selecteer POP3 en selecteer Doorgaan.
12
Voer de naam van de inkomende POP3-server in en selecteer Doorgaan.
13
Voer de naam van de uitgaande server (SMTP) in en selecteer Doorgaan.
Uw e-mailserviceprovider gebruikt mogelijk aanvullende instellingen voor het instellen van de email. In dat geval moet u uw e-mailaccount bewerken voordat u het kunt gebruiken.
Handmatig een e-mailaccount via IMAP4 maken
1
Selecteer Menu > Berichten > E-mail.
2
Als u meerdere e-mailaccounts hebt, selecteert u een account.
3
Selecteer Accounts.
4
Blader naar Nieuw account en selecteer Toevoegen. De Setup wizard wordt
geopend.
5
Selecteer het accounttype.
6
Voer uw naam in en selecteer Doorgaan.
7
Voer uw e-mailadres in en selecteer Doorgaan.
8
Voer de gebruikersnaam voor de inkomende server in en selecteer Doorgaan.
9
Voer het wachtwoord voor de inkomende server in en selecteer Doorgaan.
10
Selecteer Nee om de configuratie handmatig te voltooien.
11
Blader naar IMAP4 en selecteer Doorgaan.
12
Voer de naam van de inkomende IMAP4-server in en selecteer Doorgaan.
13
Voer de naam van de uitgaande server (SMTP) in en selecteer Doorgaan.
Uw e-mailserviceprovider gebruikt mogelijk aanvullende instellingen voor het instellen van de email. In dat geval moet u uw e-mailaccount bewerken voordat u het kunt gebruiken.
Als u meerdere e-mailaccounts hebt, selecteert u het account dat u wilt gebruiken
om het bericht te verzenden.
3
Selecteer Nieuw bericht.
4
Blader naar Aan: en selecteer Toevoegen > E-mailadres invoeren om een
ontvanger toe te voegen. Voer het e-mailadres in en selecteer OK.
5
Als u meer ontvangers wilt toevoegen, gaat u naar Aan: en selecteert u Bewerken.
Blader naar een optie en selecteer Toevoegen. Selecteer Gereed als u klaar bent.
6
Als u een onderwerp wilt opgeven, bladert u naar Onderwerp:, selecteert u
Bewerken, voert u het onderwerp in en selecteert u OK.
7
Als u berichttekst wilt invoeren, gaat u naar Tekst:, selecteert u Bewerken, voert u
tekst in en selecteert u OK.
8
Selecteer Toevoegen om een bestand aan het bericht toe te voegen.
9
Selecteer Doorgaan > Verzenden.
E-mailberichten ontvangen en lezen
1
Selecteer Menu > Berichten > E-mail.
2
Als u meerdere e-mailaccounts hebt, selecteert u een account.
3
Selecteer Postvak IN > Opties > Contr. nwe e-mail.
4
Ga naar het bericht en selecteer Weergeven.
Een e-mailbericht opslaan
1
Selecteer Menu > Berichten > E-mail.
2
Als u meerdere e-mailaccounts hebt, selecteert u een account.
3
Selecteer Postvak IN.
4
Ga naar het bericht en selecteer Weergeven > Opties > Bericht opslaan.
Een e-mailbericht beantwoorden
1
Selecteer Menu > Berichten > E-mail.
2
Als u meerdere e-mailaccounts hebt, selecteert u een account.
3
Selecteer Postvak IN.
4
Blader naar het bericht en selecteer Opties > Beantw..
5
Schrijf het antwoord en selecteer OK.
6
Selecteer Doorgaan > Verzenden.
Een bijlage in een e-mailbericht bekijken
•
Selecteer tijdens het bekijken van het bericht Opties > Bijlagen > Gebruiken >
Weergeven.
Actief e-mailaccount
Als u meerdere e-mailaccounts hebt, kunt u instellen welk account actief is.
Aanvullende e-mailaccounts maken
1
Selecteer Menu > Berichten > E-mail.
2
Als u meerdere e-mailaccounts hebt, selecteert u een account.
3
Selecteer Accounts.
4
Blader naar Nieuw account en selecteer Toevoegen.
Het actieve e-mailaccount wijzigen
1
Selecteer Menu > Berichten > E-mail.
2
Als u meerdere e-mailaccounts hebt, selecteert u een account.
3
Selecteer Accounts.
4
Selecteer het account dat u wilt activeren.
Automatisch controleren op nieuwe e-mailberichten
U kunt de telefoon zodanig instellen dat er automatisch wordt gecontroleerd op nieuwe emailberichten. U kunt een tijdsinterval gebruiken voor de controle of u kunt de telefoon
verbinding laten houden met de e-mailserver (push e-mail). De telefoon controleert alleen
Blader naar een data-accountitem en selecteer Opties > Nieuwe maken.
3
Selecteer GSM-data.
4
Selecteer Naam > Bewerken.
5
Voer een naam voor uw data-account en selecteer OK.
6
Selecteer Telefoonnummer > Bewerken.
7
Voer het telefoonnummer in dat u van uw serviceprovider hebt ontvangen en
selecteer OK.
8
Selecteer Gebruikersnaam > Bewerken.
9
Voer de gebruikersnaam in die u van uw serviceprovider hebt ontvangen en selecteer
OK.
10
Selecteer Wachtwoord > Bewerken.
11
Voer het wachtwoord in dat u van uw serviceprovider hebt ontvangen en selecteer
OK.
12
Selecteer Opslaan om het account op te slaan.
13
Selecteer het gemaakte data-account en selecteer Opslaan. U bent nu klaar voor
het internet.
Modem-functie
De telefoon beschikt over een ingebouwde modem. U kunt deze gebruiken om een
computer te verbinden met uw Internet Service Provider (ISP) om op internet te surfen of
om uw e-mailberichten te beheren.
Sony Ericsson PC Suite moet op uw computer geïnstalleerd zijn.
Voordat u begint
Voordat u de computer instelt en u de modem gaat gebruiken hebt u het volgende nodig:
•
Een GSM-telefoonabonnement met ondersteuning van EDGE, GPRS of 3G.
•
Een telefoonabonnement waarmee u op internet kunt. Als u niet zeker weet of u dit hebt,
neemt u contact op met uw netwerkoperator.
U kunt met de volgende methoden een internetverbinding tot stand brengen via uw
telefoon:
•
Sony Ericsson PC Suite
•
USB-internetmodus op uw telefoon
•
Draadloze Bluetooth™ technologie
Een internetverbinding instellen met Sony Ericsson PC Suite
Met Sony Ericsson PC Suite kunt u toegang krijgen tot internet met een kabelverbinding
tussen uw telefoon en een computer. Wanneer u de twee apparaten aansluit met een
goedgekeurde kabel, wordt u bij de verbinding begeleid door de wizard Verbindingmaken van de PC Suite. Er wordt automatisch een internetverbinding tot stand gebracht
op een van de volgende drie manieren:
•
Als er een internetdata-account is onder Internetinstellingen dat overeenkomt met uw
huidige operator, wordt de verbinding automatisch tot stand gebracht.
•
Als er geen internetdata-account is onder Internetinstellingen dat overeenkomt met uw
huidige operator, wordt een telefoondata-account gemaakt.
•
Als er onvoldoende ruimte op uw telefoon is voor het opslaan van de internetdata, wordt
u gevraagd een bestaand data-account te overschrijven.
Verbinding maken met internet met Sony Ericsson PC Suite
1
Dubbelklik op het pictogram Sony Ericsson PC Suite op het bureaublad van uw
computer.
2
Klik op de knop Verbinding maken om de wizard Verbinding maken te openen.
3
In de wizard Verbinding maken klikt u op Volgende.
4
Selecteer een verbindingstype: USB-kabel of Draadloze Bluetooth-technologie.
5
Klik op Volgende en volg de instructies.
6
Klik op Internetverbinding.
7
In het venster Internetverbinding klikt u op Verbinding maken.
Controleer of de signaalsterkte voldoende is voor het maken van een gegevensverbinding.
Een verbinding beëindigen
•
Klik op Verbinding verbreken in het venster Internetverbinding.
Verbindingen beheren in Sony Ericsson PC Suite
Wanneer u verbinding maakt met internet met Sony Ericsson PC Suite, kunt u uw
verbindingen beheren vanuit het menu Geavanceerde instellingen in het venster
Internetverbinding. U kunt:
•
Een andere verbinding gebruiken
•
Een nieuwe verbinding maken
•
Uw verbindingen beheren
•
Verbindingslogboeken weergeven
Een andere verbinding dan de standaardverbinding gebruiken
1
Selecteer Uw verbindingen beheren. Het venster Uw verbindingen beheren wordt
weergegeven.
2
Dubbelklik op de verbinding. De verbinding wordt gestart.
Een nieuwe verbinding maken
1
Selecteer Uw verbindingen beheren. Het venster Uw verbindingen beheren wordt
weergegeven.
2
Dubbelklik op Een nieuwe verbinding maken. De wizard Internetverbinding wordt
geopend.
3
Volg de instructies. De gemaakte verbinding wordt uw standaardverbinding.
Selecteer Uw verbindingen beheren. Het venster Uw verbindingen beheren wordt
geopend.
2
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de verbinding die u wilt wijzigen
en selecteer Eigenschappen. Het venster Eigenschappen wordt geopend.
3
Maak de gewenste wijzigingen op de verschillende tabbladen.
4
Klik op OK.
Een verbinding verwijderen
1
Selecteer Uw verbindingen beheren. Het venster Uw verbindingen beheren wordt
geopend.
2
Selecteer het pictogram van de verbinding die u wilt verwijderen. Druk op de toets
Delete op uw toetsenbord. Een bevestigingsvenster wordt geopend.
3
Klik op Ja.
Een USB-kabelmodem instellen
U kunt de telefoon als een modem gebruiken door de telefoon op een computer aan te
sluiten met een USB-kabel.
Een USB-kabelmodem instellen
1
Sluit een USB-kabel aan op de computer en de telefoon.
2
Telefoon: Selecteer Menu > Instellingen > Verbindingen > USB >
Geavanceerd > Internettoegang > Via telefoon.
3
Computer: De nieuwe verbinding wordt weergegeven in de map
Netwerkverbindingen.
Een Bluetooth™-modem instellen
Als uw computer draadloze Bluetooth™ technologie ondersteunt, kunt u uw telefoon
aansluiten en als modem gebruiken. De verbinding wordt weergegeven in de map
Netwerkverbindingen op de computer. De Bluetooth™-functie van de telefoon en de
computer moeten zijn ingeschakeld voordat u de modem instelt. Voor communicatie via
Bluetooth™ wordt een bereik tot maximaal 10 meter aanbevolen, waarbij er geen massieve
objecten tussen de apparaten mogen staan.
Een Bluetooth-modem instellen
1
Computer: Dubbelklik op het Bluetooth™-pictogram.
2
Klik op Apparaten binnen bereik weergeven. Als uw telefoon niet wordt
weergegeven, klikt u op Zoeken naar apparaten binnen bereik.
3
Klik met de rechtermuisknop op de naam van uw telefoon en selecteer Apparaat
koppelen.
4
Kies een PIN-code en klik op OK.
5
Telefoon: Als Toevoegen aan Mijn apparaten? wordt weergegeven, selecteert u
Ja.
6
Voer de PIN-code in (dezelfde als eerder) en selecteer OK.
7
Computer: Dubbelklik op de naam van uw telefoon in het venster Bluetooth-
apparaten.
8
Dubbelklik op het pictogram Seriële poort.
9
Telefoon: Als Toestaan? wordt weergegeven, selecteert u Ja.
Internetbeveiliging en certificaten
Veilig browsen wordt op de telefoon ondersteund. Voor bepaalde internetservices, zoals
telebankieren, zijn certificaten nodig op de telefoon. Mogelijk zijn deze certificaten al bij
aankoop in uw telefoon aanwezig, maar u kunt ook nieuwe certificaten downloaden.
Certificaten in de telefoon weergeven
•
Selecteer Menu > Instellingen > Algemeen > Beveiliging > Certificaten.
Met de beheerfunctie Bestandsoverdracht wordt bijgehouden welke bestanden u
downloadt van internet, bijvoorbeeld mediabestanden, podcasts en games, en kunt u
toegang krijgen tot de bestanden. Ook worden hiermee uw foto-uploads naar websites
bijgehouden, zoals webalbums en blogs. In de beheerfunctie Bestandsoverdracht kunt u
ook gedownloade Java-applicaties downloaden en downloads onderbreken, hervatten of
annuleren.
Een bestand openen via bestandsoverdracht
1
Selecteer Menu > Agenda > Bestandsoverdracht.
2
Ga naar het bestand.
3
Druk op de middelste selectietoets om het bestand te openen of selecteer Opties
voor andere acties.
Webfeeds
Met webfeeds kunt u zich abonneren op regelmatig bijgewerkte content, zoals
nieuwsberichten, podcasts of foto's, en deze downloaden.
Nieuwe feeds van een webpagina toevoegen
1
Wanneer u op internet door een pagina bladert die webfeeds bevat, wat wordt
aangegeven met het pictogram , selecteert u en vervolgens .
2
Voor elke feed die u wilt toevoegen, bladert u naar de feed en selecteert u
Toevoegen > Ja.
3
Selecteer een bijwerkfrequentie.
Webfeeds zoeken
1
Selecteer Menu > Media > Webfeeds.
2
Selecteer Nieuwe feed en voer een webadres in.
Content downloaden via webfeeds
1
Selecteer Menu > Media > Webfeeds.
2
Selecteer Opties > Feed bijwerken.
3
Blader naar een bijgewerkte feed en selecteer Weergeven.
4
Blader naar een kop door de navigatietoets naar links of rechts te drukken.
5
Blader naar het item dat u wilt downloaden door de navigatietoets omlaag te drukken
en selecteer vervolgens Opties > Bestand downl..
U kunt gedownloade bestanden openen via de beheerfunctie Bestandsoverdracht. Zie
Bestandsoverdracht op pagina 55.
U kunt zich ook abonneren op webfeed-content en deze downloaden naar een computer met
de applicatie Media Go™. Zie Content overbrengen met Media Go™ op pagina 41.
Webfeeds bijwerken
U kunt uw feeds handmatig bijwerken of u kunt updates inplannen. Wanneer er updates
zijn, wordt op het scherm weergegeven.
Updates van webfeeds plannen
1
Selecteer Menu > Media > Webfeeds.
2
Ga naar een feed en selecteer Opties > Updates plannen.
3
Selecteer een optie.
Veelvuldige updates kunnen duur zijn.
Webfeeds in stand-by
U kunt nieuwsupdates op het stand-byscherm weergegeven met de tikkerapplicatie.
Deze applicatie is niet op alle markten beschikbaar.
Blader naar een feed en selecteer Opties > Instellingen > Stand-byticker > Standby tonen.
Webfeeds openen vanuit stand-by
1
Selecteer vanuit stand-by de optie Ticker.
2
Als u meer wilt weten over een feed, drukt u de navigatietoets omhoog of omlaag
om naar een kop te bladeren en selecteert u vervolgens Weergeven.
Podcasts
Podcasts zijn bestanden, zoals radioprogramma's of videocontent, die u kunt downloaden
en afspelen. U kunt zich abonneren op podcasts en deze downloaden met webfeeds.
Podcasts openen
•
Selecteer Menu > Media > Muziek > Muziekfeeds.
Videopodcasts openen
•
Selecteer Menu > Media > Video > Videofeeds.
Fotofeeds
U kunt zich abonneren op fotofeeds en foto's downloaden.
Photo feeds openen
•
Selecteer Menu > Media > Foto > Fotofeeds.
Twitter™-applicatie
Twitter™ is een dienst voor social networking en micro-blogging, waarmee u kunt
communiceren met vrienden, familie en webgemeenschappen via tweets. Tweets zijn op
tekst gebaseerde berichten van maximaal 140 tekens.
Deze applicatie is niet op alle markten beschikbaar.
Twitter openen vanuit de Widget Manager
1
Druk vanuit stand-by op de navigatietoets omhoog.
2
Druk op de navigatietoets links of recht om de Twitter™-applicatie te openen.
Door het Thuis aangesloten concept maakt uw telefoon deel uit van het dagelijks leven met
betrekking tot het verwerken van muziek en media in uw thuisomgeving. Het sluit Hi-Fi, TV,
films, games spelen etc. aan op uw thuisnetwerk.
Wi-Fi™
Met een Wi-Fi™-verbinding kunt u via uw telefoon draadloos toegang krijgen tot internet.
U kunt vanuit uw persoonlijke netwerken (thuisnetwerk) of vanuit hotspots (openbare
toegangszones) naar internet gaan.
Persoonlijk netwerken worden doorgaans beschermd door middel van een wachtwoord of
sleutel. Hot spots worden doorgaans niet beveiligid, maar vaak moet u zich aanmelden bij
een service van de operator voordat u toegang krijgt tot internet.
Wi-Fi™ gebruiken
Als u met Wi-Fi op internet wilt surfen, moet u een beschikbaar netwerk zoeken en daarmee
verbinding maken. Daarna opent u de internetbrowser.
Wi-Fi™ inschakelen
•
Selecteer Menu > Instellingen > Verbindingen > Wi-Fi > Inschakelen.
Verbinding maken met een netwerk
1
Selecteer Menu > Instellingen > Verbindingen > Wi-Fi.
2
Ga naar een netwerk en selecteer Verbinden.
Beginnen met surfen met Wi-Fi™
1
Zorg ervoor dat
2
Selecteer Menu > Internet.
Veelgebruikte netwerken kunnen worden opgeslagen als favoriet. Als u
een van deze netwerken inschakelt, maakt de telefoon automatisch verbinding met dat netwerk
wanneer het binnen bereik is.
wordt weergegeven in de statusbalk.
Auto verbinden voor
DLNA™
De telefoon beschikt over een ingebouwde DLNA™-functie (Digital Living Network Alliance)
die via Wi-Fi™ technologie verbinding maakt met uw thuisnetwerk. Andere DLNAapparaten die verbonden zijn met hetzelfde thuisnetwerk hebben toegang tot afbeeldingen
en muziek die op uw telefoon zijn opgeslagen en kunnen deze bekijken en afspelen. Een
compatibel DLNA-apparaat kan bijvoorbeeld een computer, camera, tv, PLAYSTATION®3
console of andere telefoon met DLNA-functionaliteit zijn.
moet zijn ingeschakeld en de telefoon moet zijn verbonden met een favoriet netwerk.
Wi-Fi
De telefoon instellen als een DLNA-server
1
Selecteer Menu > Instellingen > Verbindingen > Content delen.
2
Selecteer een favoriet netwerk in de lijst.
3
Selecteer Aan > Opslaan.
Een DLNA-server maakt muziek, afbeeldingen en video´s op het netwerk beschikbaar. Andere
DLNA-units spelen media af van de mediaservers op het netwerk.
Foto´s die in uw telefoon zijn opgeslagen, weergeven op een ander DLNA-apparaat
1
Selecteer Menu > Media > Foto > Camera-album.
2
Selecteer een maand.
3
Blader naar een foto en selecteer Opties > Weergeven op.
Uw telefoon heeft een GPS-ontvanger die uw locatie berekent met behulp van
satellietsignalen. Voor sommige GPS-functies wordt gebruikgemaakt van internet. Mogelijk
zijn gegevenstarieven en kosten van toepassing.
Als u bepaalde GPS-functies niet kunt gebruiken, raadpleegt u Ik kan geen internetservices
gebruiken op pagina 73.
GPS gebruiken
Uw locatie kan worden gevonden wanneer u ombelemmerd zicht op de lucht hebt. Wordt
uw locatie na een paar minuten niet gevonden, ga dan naar een andere locatie. U kunt het
zoeken ondersteunen door stil te staan en te zorgen dat de GPS-antenne niet wordt
afgedekt.
Wanneer u de GPS de eerste keer gebruikt, kan het wel 10 minuten duren voor uw locatie is
gevonden.
Start met hulp
Met Start met hulp kan uw locatie sneller worden berekend. Als deze optie niet is
uitgeschakeld, wordt Start met hulp automatisch gebruikt om na te gaan wat uw locatie
is wanneer de A-GPS-technologie (Assisted GPS) beschikbaar is.
Opgeven wanneer Start met hulp moet worden gebruikt
1
Selecteer Menu > Locatieservices > Instellingen > Start met hulp.
2
Selecteer een optie.
Locaties opslaan
U vindt alle opgeslagen locaties in Mijn favorieten.
Uw huidige locatie opslaan
1
Selecteer Menu > Locatieservices > Mijn favorieten > Nieuwe locatie toev..
2
Selecteer Bewerken en voer de titel in. Selecteer OK.
3
Blader naar Beschrijving: en selecteer Toevoegen.
4
Voer de beschrijving in en selecteer OK.
5
Blader naar Positie: en selecteer Toevoegen > Huidige positie.
6
Selecteer Opslaan als de positie is gevonden.
Een opgeslagen locatie op een kaart opslaan
1
Selecteer Menu > Locatieservices > Mijn favorieten.
2
Ga naar een locatie en selecteer Ga naar.
Locatieverzoeken
Externe services kunnen u vragen naar uw locatie. U kunt externe services informatie over
uw locatie laten gebruiken en uitschakelen dat dit mogelijk is.
Selecteer Menu > Locatieservices > Instellingen > Privacy.
2
Selecteer een optie.
GPS uitschakelen
De GPS-ontvanger wordt automatisch uitgeschakeld wanneer deze niet wordt gebruikt. U
kunt de GPS-ontvanger ook handmatig uitschakelen. Hiermee spaart u de batterij wanneer
u functies gebruikt die de GPS-ontvanger niet nodig hebben om uw locatie te vinden.
GPS handmatig aan- of uitzetten
1
Selecteer Menu > Locatieservices > Instellingen.
2
Selecteer GPS inschakelen of GPS uitschakelen.
Google Maps™ voor mobiel
Met de Google Maps™ applicatie kunt u uw huidige locatie weergeven, andere locaties
opzoeken en routes berekenen.
Wanneer u de Google Maps™ applicatie start, wordt uw locatie bij benadering
weergegeven op basis van informatie van de dichtstbij gelegen mobiele zendmasten. Uw
locatie wordt bijgesteld naar een preciezere positie wanneer de GPS-ontvanger uw locatie
vindt.
De applicatie Google Maps™ gebruiken
•
Selecteer Menu > Locatieservices > Google Maps.
Favorieten van de applicatie Google Maps™ openen
•
Druk na het openen van Google Maps™ op .
Meer informatie over de applicatie Google Maps™ weergeven
•
Wanneer u de applicatie Google Maps™ gebruikt, selecteert u Opties > Help.
Tracker
Tracker is een op GPS gebaseerde sporttoepassing waarmee u uw snelheid, afstand, route
en energieverbruik tijdens een training kunt bijhouden. U kunt de training baseren op de
tijdsduur gedurende welke u wilt trainen of op de afstand die u wilt afleggen. U kunt de
training ook baseren op een vorige trainingsroute met GPS-gegevens.
De informatie die door de Tracker-toepassing wordt gegenereerd, is niet geheel nauwkeurig.
Sony Ericsson geeft geen enkele garantie met betrekking tot de nauwkeurigheid van de Trackertoepassing. Eventuele problemen met gezondheid of conditie moeten worden besproken met
een arts.
Een trainingssessie starten
1
Selecteer Menu > Locatieservices > Tracker > Training starten.
2
Selecteer een type training.
3
Blader naar een item, selecteer Bewerken en voer de gegevens in.
4
Selecteer Gereed om op te slaan.
5
Selecteer Starten om de training te starten.
Schakelen tussen trainingweergaven
•
Druk tijdens een trainingssessie de navigatietoets naar links of rechts om informatie
over de duur en voortgang van de training en een live vergelijking met een eerdere
sessie weer te geven.
Selecteer Menu > Locatieservices > Tracker > Training starten.
2
Selecteer Op route gebaseerd.
3
Blader naar Route:, selecteer Bewerken en selecteer een route.
4
Blader naar Live vergelijken en selecteer Bewerken.
5
Blader naar het resultaat dat u wilt vergelijken en selecteer Vergelijken.
6
Selecteer Gereed en vervolgens Starten.
Er is een GPS-locatie nodig om resultaten te kunnen vergelijken.
Een trainingssessie handmatig beëindigen
•
Selecteer tijdens een trainingssessie de optie Onderbr. > Beëindigen.
Resultaten
Het trainingsresultaat wordt aan het einde van een sessie weergegeven. U kunt eerder
behaalde resultaten te allen tijde bekijken en ze vergelijken als ze GPS-gegevens hebben.
Een trainingsresultaat weergeven
1
Selecteer Menu > Locatieservices > Tracker > Resultaten.
2
Blader naar een maand en selecteer Weergeven.
3
Ga naar een datum en selecteer Weergeven.
4
Selecteer een trainingsresultaat. Als u met ronden hebt gewerkt, drukt u op de
navigatietoets naar links of rechts als u het resultaat per ronde wilt bekijken.
Resultaten vergelijken
1
Selecteer Menu > Locatieservices > Tracker > Resultaten.
2
Blader naar een resultaat en selecteer Opties > Vergelijken.
3
Selecteer een resultaat waarmee u het huidige resultaat wilt vergelijken.
Er is een GPS-locatie nodig om resultaten te kunnen vergelijken.
Energieverbruik
Als u het energieverbruik voor een sessie wilt berekenen en bekijken, moet u eerst uw
persoonlijk profiel instellen in Instellingen in Tracker. Het energieverbruik wordt
weergegeven in de resultaatweergave.
U kunt de telefoon op twee verschillende manieren synchroniseren: met een
computerprogramma of met een internetservice.
Gebruik slechts één synchronisatiemethode tegelijk met uw telefoon.
Ga voor meer informatie naar www.sonyericsson.com/support om de
FunctiehandleidingSynchronisatie te lezen.
Synchronisatie-opties in Sony Ericsson PC Suite
Synchronisatie-opties instellen in Sony Ericsson PC Suite
1
Computer: Start Sony Ericsson PC Suite.
2
Sluit de telefoon aan op de computer.
3
In het venster Synchronisatie van Sony Ericsson PC Suite klikt u op Instellingen en
kiest u uw opties.
Installatieproblemen oplossen
1
Controleer dat de kabel goed is aangesloten op de telefoon en de computer.
2
Zorg ervoor dat de telefoon is ingeschakeld.
3
Start de computer opnieuw op zonder de kabel los te koppelen of de telefoon uit te
schakelen.
4
Probeer opnieuw te synchroniseren.
5
Installeer Sony Ericsson PC Suite opnieuw als het probleem aanhoudt.
Snelheid van de COM-poort
Als er problemen optreden bij het synchroniseren met behulp van een USB-kabel moet u
controleren of de snelheid van de COM-poort juist is ingesteld.
De snelheid van een COM-poort instellen
1
Computer: Klik op Start/Instellingen/Configuratiescherm/Systeem/Hardware/
Apparaatbeheer/Poorten (COM & LPT) en dubbelklik op Sony Ericsson Device
(number) USB WMC Device Management.
2
Selecteer de Poortinstellingen en stel de snelheid in op maximaal 115 200 bps.
3
Probeer opnieuw verbinding te maken.
Contacten, kalenderitems, taken, notities en favorieten
In het venster Instellingen van Sony Ericsson PC Suite kunt u synchronisatie-instellingen
kiezen voor uw contacten, kalenderitems, taken, notities en favorieten. Voor contacten,
kalenderitems, taken en notities kunt u de vervolgkeuzelijst gebruiken om uw Personal
Information Manager (PIM) te selecteren. De vervolgkeuzelijst bevat alle applicaties die op
uw computer zijn gevonden. In het venster Eigenschappen kunt u instellen welke mappen
u wilt synchroniseren.
Favorieten
Bij het installeren van Sony Ericsson PC Suite wordt een submap gemaakt voor My Sony
Ericsson-favorieten in de map met favorieten van Internet Explorer. Dit wordt de
standaardmap voor synchronisatie.
Als Internet Explorer niet is geïnstalleerd, of niet de standaardbrowser is, is de
standaardmap voor favorieten Mijn documenten/Sony Ericsson PC Suite/Favorieten.
Regels
In het venster Regels kunt u regels instellen voor wanneer er een conflict wordt gevonden
tussen uw telefoon en de computer tijdens de synchronisatie.
U kunt de functie voor Automatische synchronisatie activeren in het venster Schema.
Hiermee kunt u instellen hoe vaak de telefoon met de computer moet synchroniseren.
Synchroniseren met SyncML™
Voor het synchroniseren
Om uw telefoon te kunnen synchroniseren met een internetserver, moet u een account in
uw telefoon maken. Neem contact op met uw operator voor de noodzakelijke informatie.
De vereiste instellingen voor SyncML-synchronisatie en voor de registratie van een online
synchronisatieaccount bij een serviceprovider zijn:
•
Serveradres: server-URL
•
Databasenaam: database om mee te synchroniseren
Instellingen invoeren voor SyncML
1
Telefoon: Selecteer Menu > Agenda > Synchronisatie.
2
Blader naar Nieuw account en selecteer Toevoegen > SyncML.
3
Voer een naam voor de nieuwe account en selecteer Doorgaan.
4
Blader naar Serveradres. Voer de vereiste gegevens in en selecteer OK.
5
Voer indien nodig Gebruikersnaam en Wachtwoord in.
6
Blader naar het tabblad Applicaties en markeer de applicaties die u wilt
synchroniseren.
7
Blader naar het tabblad Applicatie-instell. en selecteer een applicatie.
8
Selecteer Naam database en voer de vereiste gegevens in.
9
Selecteer OK om de instellingen op te slaan.
10
Voer indien nodig Gebruikersnaam en Wachtwoord in.
11
Selecteer Terug.
12
Blader naar het tabblad Geavanceerd om extra instellingen in te voeren.
13
Selecteer Opslaan.
Een account verwijderen
1
Telefoon: Selecteer Menu > Agenda > Synchronisatie.
2
Blader naar het account en selecteer Opties > Verwijderen.
Beginnen met synchroniseren
1
Telefoon: Selecteer Menu > Agenda > Synchronisatie.
2
Blader naar een account en selecteer Starten.
™
Synchroniseren met een Microsoft® Exchange-server
U kunt zakelijke uitwisselingsgegevens zoals e-mail, contacten en kalenderitems in uw
telefoon openen en synchroniseren met een Microsoft® Exchange-server.
Voor meer informatie over synchronisatie-instellingen neemt u contact op met uw ITbeheerder.
Voordat u begint met synchroniseren
De vereiste instellingen voor Microsoft® Exchange ActiveSync® voor toegang tot een
Microsoft® Exchange-server zijn:
Instellingen invoeren voor Microsoft® Exchange ActiveSync
1
Selecteer Menu > Agenda > Synchronisatie.
2
Blader naar Nieuw account en selecteer Toevoegen > Exchange ActiveSync.
3
Voer een naam voor de nieuwe account en selecteer Doorgaan.
4
Voer de benodigde instellingen in.
5
Blader tussen de tabbladen om extra instellingen in te voeren.
6
Selecteer Opslaan.
Beginnen met synchroniseren
1
Telefoon: Selecteer Menu > Agenda > Synchronisatie.
2
Blader naar een account en selecteer Starten.
Synchroniseren met een computer
U kunt een USB-kabel of draadloze Bluetooth technologie gebruiken om
telefooncontacten, afspraken, favorieten, taken en notities te synchroniseren met een
online service of een computerprogramma als Microsoft® Outlook®-applicatie.
Voordat u gaat synchroniseren, moet u de Sony Ericsson PC Suite installeren.
Sony Ericsson PC Suite-software kan worden gedownload via PC Companion of van
www.sonyericsson.com/support
Software die compatibel is met Mac® kan worden gedownload via
www.sonyericsson.com/support
Synchroniseren met Sony Ericsson PC Suite
1
Computer: Start Sony Ericsson PC Suite vanuit Start/Programma's/Sony Ericsson/
Sony Ericsson PC Suite.
2
Volg de instructies in Sony Ericsson PC Suite voor het maken van een verbinding.
3
wanneer het bericht wordt weergegeven Sony Ericsson PC Suite uw telefoon heeft
gevonden, kunt u de synchronisatie starten.
.
.
Raadpleeg de Help‑sectie van Sony Ericsson PC Suite wanneer de software op de computer is
geïnstalleerd voor informatie over het gebruik.
Synchronisatie met een internetservice
U kunt uw telefoongegevens synchroniseren met een internetservice met SyncML™ of u
kunt een Microsoft® Windows®-server gebruiken met de applicatie Microsoft® Exchange
ActiveSync®. Ga voor meer informatie naar www.sonyericsson.com/support om de
In de Vliegtuigmds zijn het netwerk en de radio-ontvangers uitgeschakeld om storing van
gevoelige apparatuur te voorkomen.
Wanneer het menu Vliegtuigmodus is geactiveerd, wordt u gevraagd een modus te
selecteren wanneer u de telefoon de volgende keer inschakelt:
•
Norm. modus - u kunt alle functies gebruiken
•
Vliegtuigmds - u kunt slechts een beperkt aantal functies gebruiken
Het menu Vliegtuigmodus activeren
•
Selecteer Menu > Instellingen > Algemeen > Vliegtuigmodus > Doorgaan >
Tonen bij opstrten.
Vliegtuigmodus selecteren
1
Zet de telefoon uit wanneer het menu Vliegtuigmodus is geactiveerd.
2
Zet de telefoon aan en selecteer Vliegtuigmds. wordt weergegeven.
Wekker
U kunt een geluid of de radio als wekkersignaal instellen. De wekker gaat ook af als de
telefoon is uitgeschakeld. Wanneer de wekker afloopt, kunt u deze laten sluimeren of geheel
uitschakelen.
De wekker instellen
1
Selecteer Menu > Agenda > Wekkers.
2
Blader naar een wekker en selecteer Bewerken.
3
Blader naar Tijd: en selecteer Bewerken.
4
Voer een tijd in en selecteer OK > Opslaan.
Het herhaald wekkersignaal instellen
1
Selecteer Menu > Agenda > Wekkers.
2
Blader naar een wekker en selecteer Bewerken.
3
Blader naar Herhaald: en selecteer Bewerken.
4
Blader naar een dag en selecteer Markeren.
5
Als u een andere dag wilt selecteren, bladert u naar de dag en selecteert u
Markeren.
6
Selecteer Gereed > Opslaan.
Het wekkersignaal instellen
1
Selecteer Menu > Agenda > Wekkers.
2
Blader naar een wekker en selecteer Bewerken.
3
Ga naar het tabblad
4
Blader naar Wekkersignaal: en selecteer Bewerken.
5
Een wekkersignaal zoeken en selecteren. Selecteer Opslaan.
De wekker uitschakelen
•
Druk op een willekeurige toets wanneer de wekker afgaat.
•
Selecteer Sluimer om het weksignaal te herhalen.
.
De wekker uitzetten
•
Druk op een willekeurige toets en selecteer Uitsch. wanneer de wekker afgaat.
Blader naar Nieuwe notitie en selecteer Toevoegen.
3
Schrijf een notitie en selecteer Opslaan.
Een notitie weergeven in stand-by
1
Selecteer Menu > Agenda > Notities.
2
Blader naar een notitie en selecteer Opties > Stand-by tonen.
Een notitie verbergen in stand-by
1
Selecteer Menu > Agenda > Notities.
2
Blader naar de notitie die in stand-by wordt weergegeven. Deze notitie is gemarkeerd
met het pictogram . Selecteer Opties > Vrbrg. in stand-by.
Taken
U kunt nieuwe taken toevoegen of bestaande taken hergebruiken.
Een taak toevoegen
1
Selecteer Menu > Agenda > Taken.
2
Selecteer Nieuwe taak en selecteer Toevoegen.
3
Selecteer een optie.
4
Voer de gegevens in en bevestig elke vermelding.
Instellen wanneer herinneringen moeten worden weergegeven
1
Selecteer Menu > Agenda > Taken.
2
Blader naar een taak en selecteer Opties > Herinneringen.
3
Selecteer een optie.
Een optie voor herinneringen die is ingesteld voor taken, is van invloed op een optie voor
herinneringen die is ingesteld in de kalender.
Profielen
U kunt instellingen, zoals het trilalarm en het volume van de ringtone, instellen voor
verschillende locaties. U kunt alle profielen terugzetten op de oorspronkelijke instellingen
van de telefoon.
Een profiel selecteren
1
Selecteer Menu > Instellingen > Algemeen > Profielen.
2
Selecteer een profiel.
Een profiel bekijken en bewerken
1
Selecteer Menu > Instellingen > Algemeen > Profielen.
2
Blader naar een profiel en selecteer Opties > Weerg. en bew..
U kunt de naam van het profiel
Normaal niet wijzigen.
Tijd en datum
De tijd instellen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Algemeen > Tijd en datum > Tijd.
2
Voer de tijd in en selecteer Opslaan.
De datum instellen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Algemeen > Tijd en datum > Datum.
Selecteer Menu > Instellingen > Algemeen > Tijd en datum > Mijn tijdzone.
2
Selecteer de tijdzone waarin u zich bevindt.
Als u een stad selecteert, past Mijn tijdzone ook de tijd aan waarop de zomer- en wintertijd ingaat.
De grootte van de klok op het stand-byscherm wijzigen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Display > Klokformaat.
2
Selecteer een optie.
Deze applicatie is niet op alle markten beschikbaar.
Thema's
U kunt de weergave van het scherm wijzigen met elementen als andere kleuren en
achtergrond. U kunt ook nieuwe thema's maken en thema's downloaden. Voor meer
informatie gaat u naar www.sonyericsson.com/fun.
Een thema instellen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Display > Thema.
2
Blader naar een thema en selecteer Instelln
Indeling van hoofdmenu
U kunt de indeling van de pictogrammen van het hoofdmenu wijzigen.
De indeling van het hoofdmenu wijzigen
1
Selecteer Menu > Opties > Indel. hoofdmenu.
2
Selecteer een optie.
Schermrichting
U kunt schakelen tussen de richtingen Liggend en Staand.
De schermrichting wijzigen in de browser
1
Selecteer Menu > Internet.
2
Selecteer
3
Selecteer Instellingen > het tabblad Browsen > Weergaverichting.
4
Selecteer een optie.
De schermrichting wijzigen in Media
1
Selecteer Menu > Media > Instellingen > Richting.
2
Selecteer een optie.
en vervolgens .
Ringtones
Een ringtone instellen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Geluiden, alarmen > Ringtone.
2
Zoek en selecteer een ringtone.
Het volume van de ringtone instellen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Geluiden, alarmen > Volume.
2
Druk de navigatietoets naar links of rechts om het volume aan te passen.
Selecteer Menu > Instellingen > Geluiden, alarmen > Trilalarm.
2
Selecteer een optie.
Games
De telefoon bevat diverse vooraf geïnstalleerde games. U kunt games ook downloaden.
Voor meer informatie gaat u naar www.sonyericsson.com/fun. Voor de meeste spelletjes
zijn Help-teksten beschikbaar.
Een spelletje starten
1
Selecteer Menu > Media > Games.
2
Selecteer een spelletje.
Een game beëindigen
•
Druk op .
Applicaties
U kunt Java™-applicaties downloaden en uitvoeren. U kunt ook informatie bekijken of
verschillende machtigingen instellen. Zie Ik kan geen internetservices gebruiken op
pagina 73 als u geen Java-toepassingen kunt gebruiken.
Een Java-toepassing selecteren
1
Selecteer Menu > Agenda > Applicaties.
2
Selecteer een toepassing.
Rechten toekennen voor een Java-toepassing
1
Selecteer Menu > Agenda > Applicaties.
2
Blader naar een applicatie en selecteer Opties > Toestemmingen.
3
Stel rechten in.
Schermgrootte van Java-applicaties
Sommige Java-applicaties zijn ontworpen voor een specifieke schermgrootte. Vraag de
leverancier van de applicatie om meer informatie.
Deze applicatie is niet op alle markten beschikbaar.
De schermgrootte voor een Java-toepassing instellen
1
Selecteer Menu > Agenda > Applicaties.
2
Blader naar een toepassing en selecteer Opties > Schermgrootte.
3
Selecteer een optie.
Een Java™-applicatie instellen als achtergrond
1
Selecteer Menu > Instellingen > Display.
2
Selecteer Achtergrond > Applicatie.
3
Selecteer een Java-toepassing.
U kunt alleen de Java-toepassingen zien die achtergronden ondersteunen.
Antivirus
Met Antivirus worden applicaties herkend en verwijderd die u op de telefoon installeert en
besmet raken door een virus. Applicaties worden hiermee automatisch gescand tijdens de
installatie. Als er een geïnfecteerde applicatie wordt gedetecteerd, kunt u deze verwijderen
of vrijgeven. U kunt een gratis evaluatie van dertig dagen kiezen of een
abonnementsnummer invoeren. Het is raadzaam om de antivirusapplicatie regelmatig bij
te werken met de meest recente virusbescherming. Als u deze functie wilt gebruiken, hebt
u de juiste internetinstellingen op uw telefoon nodig.
Doordat wij antivirussoftware meeleveren of doordat u deze gebruikt, garanderen wij niet dat het
gebruik van dit product vrij zal zijn van blootstelling aan virussen, malware of andere schadelijke
software.
Antivirus inschakelen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Algemeen > Beveiliging > Antivirus.
2
Volg de instructies als u de Setup wizard wilt gebruiken.
Deze blokkering beschermt alleen uw abonnement. Uw telefoon werkt wel met een nieuwe
SIM-kaart. Als de blokkering is ingeschakeld, moet u een PIN-code (Personal Identity
Number) invoeren.
Als u uw PIN-code drie keer achter elkaar verkeerd invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd
en moet u uw PUK-code (Personal Unblocking Key) invoeren. U ontvangt de PIN- en PUKcode van uw netwerkoperator.
De SIM-kaart ontgrendelen
1
Wanneer PIN geblokkeerd wordt weergegeven, voert u uw PUK-code in en
selecteert u OK.
2
Voer een nieuwe PIN-code in van vier tot acht cijfers en selecteer OK.
3
Voer de nieuwe PIN-code nogmaals in en selecteer OK.
U kunt onrechtmatig gebruik van de telefoon stoppen door de telefoonblokkering te
activeren. Na activering wordt u gevraagd uw blokkeringscode in te voeren elke keer
wanneer u de telefoon opnieuw start. De standaardblokkeringscode voor de telefoon is
0000. U wordt aangeraden deze telefoonblokkeringscode te wijzigen in een andere
persoonlijke code van vier tot acht cijfers.
Het is van belang dat u de nieuwe code onthoudt. Als u deze vergeet, moet u de telefoon naar
uw plaatselijke Sony Ericsson-dealer brengen.
Selecteer Aan als u elke keer een vergrendelingscode wilt invoeren wanneer u de
telefoon start, of selecteer Automatisch als u de code alleen wilt invoeren wanneer
de telefoon opnieuw start nadat er een nieuwe SIM-kaart wordt geplaatst.
3
Voer de code voor de telefoonblokkering (standaard 0000) in en selecteer OK.
De telefoonblokkering opheffen
•
Wanneer Telefoon vergrend. wordt weergegeven voert u de blokkeringscode in en
selecteert u OK.
Sommige problemen kunt u oplossen met Update Service. U kunt de prestaties van de
telefoon optimaliseren door regelmatig Update Service te gebruiken. Zie De telefoonbijwerken op pagina 44.
Voor bepaalde problemen moet u uw netwerkoperator bellen.
Ga naar www.sonyericsson.com/support voor meer ondersteuning.
Algemene vragen
Waar vind ik de reguleringsgegevens, zoals mijn IMEI-nummer, als ik
de telefoon niet kan inschakelen?
Ik heb problemen met de geheugencapaciteit of de telefoon reageert
traag
Start de telefoon elke dag opnieuw om geheugen vrij te maken of voer een Master reset
uit.
Fabrieksinstellingen
Als u Instellingen resetten selecteert, worden de wijzigingen verwijderd die u hebt
aangebracht in de instellingen.
Als u Alles resetten selecteert, worden al uw instellingen en content, zoals contacten,
berichten, foto's, geluid en gedownloade games, verwijderd. U kunt ook content kwijtraken
die bij aankoop op de telefoon was opgeslagen.
De telefoon resetten
1
Selecteer Menu > Instellingen > Algemeen > Master reset.
2
Selecteer een optie.
3
Volg de weergegeven instructies.
Ik kan de telefoon niet opladen of de batterijcapaciteit is laag
De lader is niet correct aangesloten of de batterijaansluiting is slecht. Verwijder de batterij
en maak de connectors schoon.
De batterij is versleten en moet worden vervangen. Zie De batterij opladen op pagina 9.
Er wordt geen batterijpictogram weergegeven als ik de telefoon oplaad
Het kan enkele minuten duren voordat het batterijpictogram op het scherm wordt
weergegeven.
Sommige menuopties worden mogelijk grijs weergegeven
Er is geen service geactiveerd. Neem contact op met uw netwerkoperator.
Uw abonnement biedt geen ondersteuning voor het verzenden en ontvangen van
gegevens. De instellingen zijn niet ingevoerd of onjuist.
U kunt instellingen downloaden met Instell. downlden of van
www.sonyericsson.com/support.
Instellingen downloaden
1
Selecteer Menu > Instellingen > Help > Instell. downlden.
2
Volg de instructies die worden weergegeven.
Deze functie is niet op alle markten beschikbaar. Neem contact op met uw netwerkoperator of
serviceprovider voor meer informatie.
Ik kan geen berichten verzenden vanaf mijn telefoon
Voor het verzenden van berichten moet u een nummer van een servicecentrum instellen.
Het nummer hebt u van uw serviceprovider gekregen en is gewoonlijk al op de SIM‑kaart
opgeslagen. Als het nummer van het servicecentrum niet op de SIM‑kaart is opgeslagen,
moet u het zelf invoeren.
Voor het verzenden van MMS‑berichten (Multimedia Messaging Service) moet u een
MMS‑profiel en het adres van uw berichtenserver instellen. Als er geen MMS‑profiel of
berichtenserver aanwezig is, kunt u alle instellingen die u voor MMS‑berichten nodig hebt
automatisch ontvangen van uw netwerkoperator door middel van de instellingendownload
of naar www.sonyericsson.com/support gaan.
Het nummer van het servicecentrum invoeren
1
Selecteer Menu > Instellingen > Verbindingen > Berichtinstellingen > SMS en
blader naar Servicecentrum. Het nummer wordt weergegeven als het op de SIMkaart is opgeslagen.
2
Als er geen nummer wordt weergegeven, selecteert u Bewerken.
3
Blader naar Nieuw servicecenter en selecteer Toevoegen.
4
Voer het nummer in, inclusief het internationale plusteken (+) en de landcode.
5
Selecteer Opslaan.
Een MMS-profiel selecteren
1
Selecteer Menu > Instellingen > Verbindingen > Berichtinstellingen > MMS.
2
Selecteer een bestaand profiel of maak een nieuw profiel.
Het adres van de berichtenserver instellen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Verbindingen > Berichtinstellingen > MMS.
2
Blader naar een profiel en selecteer Opties > Bewerken.
3
Blader naar Berichtenserver en selecteer Bewerken.
4
Voer het adres in en selecteer OK > Opslaan.
De telefoon gaat niet of te zacht over.
Controleer of Stil niet is ingesteld op Aan. Zie De ringtone uitschakelen op pagina 69.
Controleer het volume van de ringtone. Zie Het volume van de ringtone instellen op
pagina 68.
Controleer het profiel. Zie Een profiel selecteren op pagina 67.
Controleer de opties voor het doorschakelen van gesprekken. Zie Gesprekken
doorschakelen op pagina 22.
De telefoon kan niet door andere apparaten worden herkend via
draadloze Bluetooth technologie.
U hebt de Bluetooth functie niet ingeschakeld. Zorg ervoor dat de zichtbaarheid is ingesteld
op Telefoon tonen. Zie De Bluetooth™-functie inschakelen op pagina 40.
Ik kan niet synchroniseren of content overbrengen tussen mijn telefoon
en de computer als ik een meegeleverde USB-kabel gebruik.
De software of USB-stuurprogramma's zijn niet correct geïnstalleerd. Ga naar
www.sonyericsson.com/support om de functiehandleidingen te lezen die gedetailleerde
installatie-instructies en procedures voor het oplossen van problemen bevatten.
Foutberichten
Plaats SIM-kaart
De telefoon bevat geen SIM-kaart of u hebt de SIM-kaart onjuist geplaatst.
Zie De SIM-kaart plaatsen op pagina 6.
De connectors op de SIM-kaart dienen te worden schoongemaakt. Neem contact op met
uw netwerkoperator als de kaart is beschadigd.
Plaats de juiste SIM-kaart
De telefoon werkt alleen met bepaalde SIM-kaarten. Controleer of u de juiste operator-SIMkaart hebt.
PIN is onjuist/PIN 2 is onjuist
U hebt uw PIN- of PIN2-code verkeerd ingevoerd.
Voer de juiste PIN- of PIN2-code in en selecteer OK.
PIN geblokkeerd/PIN 2 geblokkeerd
U hebt uw PIN- of PIN2-code drie keer achter elkaar verkeerd ingevoerd.
Zie SIM-blokkering op pagina 70 voor informatie over het ontgrendelen.
Codes komen niet overeen
Codes die u hebt ingevoerd, komen niet overeen. Wanneer u een beveiligingscode wilt
wijzigen (bijvoorbeeld uw PIN), moet u de nieuwe code bevestigen. Zie SIM-blokkering op
pagina 70.
Gn netwerkdekking
•
De telefoon bevindt zich in vliegtuigmodus. Zie Vliegtuigmodus op pagina 65.
•
Uw telefoon ontvangt geen netwerksignaal of het ontvangen signaal is te zwak. Neem
contact op met uw netwerkoperator en controleer of er dekking is voor uw netwerk op de
locatie waar u zich bevindt.
•
De SIM-kaart werkt niet correct. Plaats uw SIM-kaart in een andere telefoon. Als dit werkt,
wordt het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de telefoon. Neem contact op met de
dichtstbijzijnde Sony Ericsson-dealer.
Alleen noodopr.
U bevindt zich binnen bereik van een netwerk, maar mag dit niet gebruiken. In geval van
nood staan bepaalde netwerkoperators u echter toe het internationale alarmnummer 112
te bellen. Zie Alarmnummers op pagina 17.
PUK geblokkeerd. Raadpleeg de operator.
U hebt de persoonlijke ontgrendelingscode (PUK-code) 10 keer achter elkaar verkeerd
ingevoerd.
Deze gebruikershandleiding is gepubliceerd door Sony Ericsson Mobile Communications AB of een van de lokale
vestigingen, zonder enige garantie. Te allen tijde en zonder voorafgaande waarschuwing kunnen verbeteringen en
wijzigingen door Sony Ericsson Communications AB worden aangebracht in deze gebruikershandleiding op grond
van typografische fouten, onjuiste of achterhaalde gegevens of verbeteringen aan programmatuur en/of apparatuur.
Dergelijke wijzigingen worden natuurlijk verwerkt in nieuwe uitgaven van deze gebruikershandleiding.
Publicatienummer: 1235-4728.2
Uw mobiele telefoon heeft de mogelijkheid om extra content, bijvoorbeeld ringtones, te downloaden, op te slaan en
door te sturen. Het gebruik van deze content kan beperkt of verboden zijn als gevolg van rechten van derden,
waaronder auteursrechten. U, niet Sony Ericsson, bent volledig verantwoordelijk voor extra content die is gedownload
of doorgestuurd vanaf uw mobiele telefoon. Controleer voordat u extra content gebruikt, of het voorgenomen gebruik
is toegestaan onder licentie of op andere wijze geautoriseerd is. Sony Ericsson biedt geen garantie omtrent de juistheid,
integriteit of kwaliteit van extra content of enige andere content van derden. Sony Ericsson is onder geen enkele
omstandigheid aansprakelijk voor onjuist gebruik door u van extra content of andere content van derden.
In deze gebruikershandleiding kan worden verwezen naar diensten of applicaties van derden. Voor gebruik van
dergelijke applicaties of diensten kan een afzonderlijke registratie bij de andere partij vereist zijn, waarvoor aanvullende
voorwaarden gelden. Raadpleeg vóór gebruik de voorwaarden en het toepasselijke privacybeleid van een website
wanneer u applicaties opent op of via de website van derden. Sony Ericsson geeft geen garantie af voor de
beschikbaarheid of werking van websites van derden of van aangeboden diensten van derden.
Smart-Fit Rendering is een handelsmerk of een gedeponeerd handelsmerk van ACCESS Co., Ltd.
Bluetooth is een handelsmerk of een gedeponeerd handelsmerk van Bluetooth SIG Inc. en elk gebruik van een dergelijk
handelsmerk door Sony Ericsson gebeurt onder licentie.
Het Liquid Identity logo, Hazel , PlayNow en TrackID zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van
Sony Ericsson Mobile Communications AB.
TrackID™ bevat technologie van Gracenote Mobile MusicID™ Gracenote en Gracenote Mobile MusicID zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Gracenote, Inc.
Sony en "make.believe" zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Sony Corporation.
Media Go is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Sony Media Software and Services.
microSD is een handelsmerk of een gedeponeerd handelsmerk van SanDisk Corporation.
PictBridge is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Canon Kabushiki Kaisha Corporation.
Wi-Fi is een handelsmerk of een gedeponeerd handelsmerk van de Wi-Fi Alliance.
DLNA is een handelsmerk of een geregistreerd handelsmerk van de Digital Living Network Alliance.
Google Maps™ is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Google Inc.
Lotus Notes is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.
SyncML is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Open Mobile Alliance LTD.
Ericsson is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Telefonaktiebolaget LM Ericsson.
Mac is een handelsmerk van Apple Computer, Inc., geregistreerd in de VS en andere landen.
Adobe Photoshop Album Starter Edition is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems
Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Microsoft, Windows, Outlook, Windows Vista, Windows Server en ActiveSync zijn geregistreerde handelsmerken of
handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Dit product wordt beschermd door intellectuele eigendomsrechten van Microsoft. Gebruik of distributie van dergelijke
technologie buiten dit product is verboden zonder een licentie van Microsoft.
Eigenaren van content gebruiken de DRM-technologie van Windows Media (WMDRM) om hun intellectuele eigendom,
inclusief copyrights te beveiligen. Dit apparaat gebruikt WMDRM-software om toegang te krijgen tot content die met
WMDRM is beschermd. Als de WMDRM-software de content niet kan beveiligen, kunnen eigenaren van content
Microsoft vragen de mogelijkheid van de software om WMDRM te gebruiken om beschermde content af te spelen of
te kopiëren, in te trekken. Intrekking geldt niet voor niet-beveiligde content. Wanneer u licenties koopt voor
beschermde content, gaat u ermee akkoord dat Microsoft een intrekkingslijst bij de licenties opneemt. Eigenaren van
content kunnen u vragen WMDRM bij te werken om toegang te kunnen krijgen tot hun content. Als u een upgrade
weigert, hebt u geen toegang meer tot de content waarvoor de upgrade nodig is.
Dit product heeft een licentie onder de MPEG-4 visual en AVC patent portfolio-licenties voor persoonlijk en nietcommercieel gebruik van een gebruiker voor (i) codering van video in overeenstemming met de visuele norm MPEG-4
("MPEG-4 video") of de AVC-norm ("AVC-video") en/of (ii) decodering van MPEG- 4- of AVC-video die is gecodeerd
door een gebruiker in het kader van persoonlijke en niet-commerciële activiteiten en/of is verkregen van een
videoprovider onder licentie van MPEG LA voor het verstrekken van MPEG-4- en/of AVC-video. Er is geen licentie
toegekend of impliciet gegeven voor ander gebruik. Aanvullende informatie met betrekking tot promotiedoeleinden,
interne en commerciële applicaties en licenties, kunt u verkrijgen bij MPEG LA, L.L.C. Zie http://www.mpegla.com.
MPEG Layer-3 geluiddecoderingstechnologie onder licentie van Fraunhofer IIS and Thomson.
Java, JavaScript en alle op Java gebaseerde handelsmerken en logo's zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Sun Microsystems, Inc. in de Verenigde Staten en in andere landen.
Licentieovereenkomst voor eindgebruikers voor Sun Java Platform, Micro Edition.
1. Beperkingen: de Software is vertrouwelijke, auteursrechtelijk beschermde informatie van Sun en de eigendom van
alle kopieën berust bij Sun en/of haar licentiegevers. De klant is niet gerechtigd om de Software te wijzigen, te
decompileren, te ontleden, te decoderen, te extraheren of anderszins aan reverse-engineering te onderwerpen. De
software mag niet als geheel of gedeeltelijk worden verhuurd, worden overgedragen of in onderlicentie worden
gegeven.
2. Exportvoorschriften: Dit product, evenals eventuele software of technische gegevens in of bij het product, valt
mogelijk onder de import- en exportbepalingen van de Europese Unie, de Verenigde Staten en andere landen. De
gebruiker en bezitter van het product gaat ermee akkoord zich strikt aan al deze voorschriften te houden en erkent
zijn of haar verantwoordelijkheid om eventuele vereiste vergunningen aan te vragen voor export, wederuitvoer of import
van dit product. Zonder enige beperking op hetgeen hierboven is bepaald, en uitsluitend als voorbeeld, geldt het
volgende voor de gebruiker en bezitter van het product: (1) zij mogen Producten niet opzettelijk exporteren of
wederuitvoeren naar bestemmingen die vallen onder artikelen in hoofdstuk II van EC-verordening 1334/2000 van de
Europese Unie; (2), zij moeten voldoen aan de Export Administration Regulations ("EAR", 15 C.F.R. §§ 730-774, http://
www.bis.doc.gov/) van de Amerikaanse overheid die worden beheerd door de Department of Commerce, Bureau of
Industry and Security; en (3) zij moeten voldoen aan de economische sanctiebepalingen (30 C.F.R. §§ 500 et. seq.,.,
http://www.treas.gov/offices/enforcement/ofac/) beheerd door de afdeling Foreign Assets Control van het U.S.
Treasury Department. De gebruiker en bezitter van het product mogen het product, bijbehorende accessoires of
afzonderlijke software niet vervoeren of leveren aan een land, regio, entiteit of persoon waaraan dit onder deze
bepalingen verboden is.
Beperkte rechten: het gebruik, het kopiëren en de openbaarmaking door de regering van de Verenigde Staten is
onderhevig aan de beperkingen die worden uiteengezet in de Rights in Technical Data and Computer Software
Clauses in DFARS 252.227-7013(c) (1) (ii) en FAR 52.227-19(c) (2), voor zover van toepassing.
Inclusief "protobuf-c", http://code.google.com/p/protobuf-c/.
Copyright 2008, Dave Benson.
Gelicentieerd onder de Apache-licentie, Versie 2.0 (de "Licentie"); u mag dit bestand uitsluitend gebruiken in
overeenstemming met de Licentie. U kunt een exemplaar van de Licentie downloaden via http://www.apache.org/
licenses/LICENSE-2.0.
Tenzij dit wordt vereist door toepasselijke wetgeving of schriftelijk is overeengekomen, wordt software die onder de
Licentie wordt gedistribueerd, gedistribueerd op “ALS IS” BASIS, ZONDER GARANTIES OF VOORWAARDEN VAN
ENIG SOORT, uitdrukkelijk of impliciet. Zie de Licentie voor de taalspecifieke toestemmingen en beperkingen onder
de Licentie.
Andere product- en bedrijfsnamen in dit document kunnen handelsmerken zijn van de respectieve eigenaars.
Alle rechten die hierin niet uitdrukkelijk worden verleend, zijn voorbehouden.
Alle illustraties zijn uitsluitend bedoeld ter illustratie en vormen mogelijk geen exacte weergave van de daadwerkelijke