Klik op een knop rechts bovenaan om naar de overeenstemmende pagina te gaan.
Dat is handig als u zoekt naar een functie die u wilt bekijken.
Inhoud
bediening
instellingen
Inhoud
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
Zoek naar informatie aan de hand van
functies.
Zoek naar informatie aan de hand van de
bediening.
Zoek naar informatie aan de hand van
een lijst met items van MENU/
Instellingen.
Zoek naar informatie aan de hand van
trefwoorden.
Aanduidingen en notaties in dit handboek
In dit handboek wordt een opeenvolging
van handelingen uitgedrukt met behulp van
pijlen (t). Bedien de camera in de
aangegeven volgorde. Aanduidingen
worden weergegeven zoals ze verschijnen
bij de standaardinstelling van de camera.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
De standaardinstelling wordt aangeduid
door .
Wijst op waarschuwingen en beperkingen
die belangrijk zijn voor de correcte
bediening van de camera.
z Wijst op nuttige informatie.
NL
2
Opmerkingen over het gebruik
van de camera
Inhoud
Opmerkingen over de types
geheugenkaarten die kunnen worden
gebruikt (los verkrijgbaar)
De volgende geheugenkaarten kunnen met
deze camera worden gebruikt: "Memory
Stick PRO Duo", "Memory Stick PRO-HG
Duo", "Memory Stick Duo", SDgeheugenkaarten en SDHC-geheugenkaarten.
Een MultiMediaCard kan niet worden
gebruikt.
Geheugenkaarten met een opslagcapaciteit tot
32 GB zijn goedgekeurd voor gebruik in de
camera.
In deze handleiding worden "Memory Stick
PRO Duo", "Memory Stick PRO-HG Duo"
en "Memory Stick Duo" allemaal
omschreven als "Memory Stick Duo".
• Voor het opnemen van bewegende beelden
adviseren wij u een van de volgende
geheugenkaarten te gebruiken:
– (Mark2) ("Memory Stick
PRO Duo" (Mark2))
– ("Memory Stick PRO-
HG Duo")
– SD-geheugenkaart of SDHC-geheugenkaart
(klasse 4 of sneller)
Zie pagina 125 voor meer informatie over de
"Memory Stick Duo".
Bij gebruik van een "Memory Stick
Duo" met "Memory Stick"-sleuf van
standaardformaat
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken
door deze in de "Memory Stick Duo"-adapter
(los verkrijgbaar) te plaatsen.
"Memory Stick
Duo"-adapter
Opmerkingen over de accu
• Laad de accu (bijgeleverd) op voordat u de
camera voor het eerst gebruikt.
• U kunt de accu zelfs opladen wanneer deze nog
niet volledig leeg is. Zelfs als de accu niet
volledig is opgeladen, kunt u de gedeeltelijk
opgeladen accu gebruiken.
• Als u de accu langere tijd niet gebruikt, moet u
de resterende lading van de accu verbruiken en
de accu uit de camera halen. Vervolgens
bewaart u de accu op een koele, droge plaats.
Hierdoor zorgt u ervoor dat de accu goed blijft
werken.
• Zie pagina 127 voor meer informatie over de
accu.
Opmerkingen over het LCD-scherm en
de lens
• Het LCD-scherm is vervaardigd met
precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99%
van de pixels operationeel is. Soms kunnen er op
het LCD-scherm zwarte en/of heldere stipjes
(wit, rood, blauw of groen) zichtbaar zijn. Deze
stipjes zijn normaal en hebben geen enkele
invloed op de opname.
Zwarte, witte, rode, blauwe of
groene puntjes
• Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen
storingen optreden. Wees voorzichtig wanneer u
de camera buiten of bij een raam neerlegt.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
verkleuren en hierdoor kunnen storingen
optreden.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
• Wees voorzichtig dat u de beweegbare lens niet
ergens tegenaan stoot en oefen er geen druk op
uit.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
Wordt vervolgd r
NL
3
Opmerking over het weergeven van
bewegende beelden op andere
apparaten
Deze camera maakt gebruik van MPEG-4 AVC/
H.264 Main Profile bij het opnemen van
bewegende beelden. Daarom kunnen de
bewegende beelden die met deze camera zijn
opgenomen niet worden weergegeven op
apparaten die MPEG-4 AVC/H.264 niet
ondersteunen.
Condensvorming
• Als de camera rechtstreeks vanuit een koude
naar een warme omgeving wordt overgebracht,
kan vocht condenseren in of op de buitenkant
van de camera. Deze condensvorming kan een
storing in de camera veroorzaken.
• Schakel de camera bij condensvorming uit en
wacht ongeveer een uur om het vocht te laten
verdampen. Als u opnames maakt met vocht in
de lens, kunt u geen heldere beelden opnemen.
De beelden in dit handboek
De beelden die in dit handboek worden gebruikt
als voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die
niet daadwerkelijk met deze camera zijn
opgenomen.
Inhoud
bediening
instellingen
Index
Zoeken op
Zoeken op MENU/
NL
4
Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de
camera
Dit handboek gebruiken ········································ 2
Opmerkingen over het gebruik van de camera ····· 3
Zoeken op bediening············································· 8
Zoeken op MENU/instellingen····························· 10
Plaats van de onderdelen ··································· 14
Lijst met pictogrammen weergegeven op het
scherm ································································ 15
De modusknop gebruiken ··································· 17
Het interne geheugen gebruiken························· 18
Beelden bekijken op een televisiescherm ··········· 99
Zoeken op MENU/
instellingen
Index
Computer
Gebruik met uw computer································· 103
De software gebruiken ······································ 104
De camera op de computer aansluiten ·················106
Beelden uploaden naar een mediaservice ···········108
U kunt de verschillende opnamefuncties gemakkelijk selecteren met behulp van de MENU-toets.
Inhoud
1 Druk op de ON/OFF (aan/uit)-toets om de
ON/OFF (aan/uit)-toets
opnamefunctie te activeren.
2 Druk op de MENU-toets om het menuscherm
weer te geven.
3 Selecteer het gewenste menu-item met
v/V/b/B op de regeltoets.
4 Druk op de MENU-toets om het menuscherm
uit te schakelen.
In onderstaande tabel geeft een instelling aan die kan worden veranderd, en geeft – een
instelling aan die niet kan worden veranderd. Een instelling kan vast liggen of beperkt zijn,
afhankelijk van de opnamefunctie. Zie voor meer informatie de betreffende pagina van het
onderdeel.
De onderstaande pictogrammen [] geven de beschikbaar functies aan.
Modusknop
Menu-items
Scènekeuze
Opnamerichting
Beeldformaat
Flitser
Burstinstellingen
EV
ISO
Witbalans
Scherpstellen
Lichtmeetfunctie
Scèneherkenning
Lach-herkenn.gevoeligheid
Gezichtsherkenning
DRO
Dichte-ogenvermindering
(Instellingen)
—————
—————
—————
—— —
—
—————
——
————
———
—————
—— —
—— —
—————
—————
—
MENU-toets
Regeltoets
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
Opmerking
• Alleen de items die beschikbaar zijn voor elke modus worden op het scherm weergegeven.
10
NL
MENU-items (Weergeven)
U kunt de verschillende weergavefuncties gemakkelijk selecteren met behulp van de MENUtoets.
Inhoud
1 Druk op de (weergave)-toets om over te
Regeltoets
schakelen naar de weergavestand.
2 Druk op de MENU-toets om het menuscherm
weer te geven.
3 Selecteer het gewenste menu-item met v/V/b/
B op de regeltoets.
4 Druk op z in het midden van de regeltoets.
(weergave)-toets
In onderstaande tabel geeft een instelling aan die kan worden veranderd, en geeft – een
instelling aan die niet kan worden veranderd.
Menu-items
(Diavoorstelling)
(Weergavefunctie)
(Bijwerken)
(Wissen)
(Beveiligen)
DPOF
(Afdrukken)
(Roteren)
(Map kiezen)
(Instellingen)
Weergavefunctie
Datumweergave
——
Geheugenkaart
Mapweergave
(stilstaand)
Mapweergave
(bewegend)
—
——
—
—
MENU-toets
Intern
geheugen
Mapweergave
—
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
Opmerkingen
• Alleen de items die beschikbaar zijn voor elke modus worden op het scherm weergegeven.
• Als u op MENU drukt terwijl de modusknop op (Eenvoudig opnemen) is ingesteld, verschijnt het
scherm Wissen. U kunt selecteren tussen [Enkel beeld wissen] of [Alle beelden wissen].
11
NL
Instelitems
U kunt de instellingen aanpassen op het (Instellingen)-scherm.
Inhoud
1 Druk op de MENU-toets om het menuscherm
weer te geven.
2 Selecteer (Instellingen) met behulp van V op
de regeltoets en druk dan op z in het midden
van de regeltoets om het instelscherm weer te
geven.
3 Selecteer het gewenste onderdeel met v/V/b/B
en druk daarna op z.
4 Selecteer de gewenste instelling en druk vervolgens op z.
• [Opname-instellingn] wordt enkel weergegeven als er instellingen werden ingegeven in de
opnamefunctie.
• [Geheugenkaart-tool] wordt enkel weergegeven als er een geheugenkaart in de camera is geplaatst, en
[Intern geheugen-tool] wordt enkel weergegeven als er geen geheugenkaart is geplaatst.
Tijdzone instellen
Datum/tijd instellen
Inhoud
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
13
NL
Plaats van de onderdelen
A ON/OFF (aan/uit-)toets
B Ontspanknop
C Flitser
D Zelfontspannerlampje/Lach-sluiterlamp/
AF-verlichting
E Microfoon
F ON/OFF (aan/uit-)lampje
G Luidspreker
H Lens
I LCD-scherm
J (weergave-)toets (34)
K Voor opnemen: W/T-zoomknop (28)
Voor weergave: (weergavezoom-)toets/
(index-)toets (35, 36)
L Bevestigingspunt voor polsriem*
M Modusknop (17)
N (USB)/A/V OUT-aansluiting
O Aansluitingafdekking
P HDMI-aansluiting
Q (wis-)toets (37)
R MENU-toets (10)
S Besturingsknop
MENU aan: v/V/b/B/z
MENU uit: DISP/ / /
T Schroefgat voor statief
U Deksel van geheugenkaartgleuf en
accuvak
V Geheugenkaartgleuf
W Toegangslampje
X Accu-uitwerphendel
Y Accu-insteekgleuf
Inhoud
bediening
instellingen
Index
Zoeken op
Zoeken op MENU/
* De polsriem gebruiken
De polsriem is reeds in de fabriek aan de camera
bevestigd. Steek uw hand door de lus om te
voorkomen dat de camera valt en beschadigd
raakt.
Oog
14
NL
Lijst met pictogrammen
weergegeven op het scherm
Pictogrammen worden weergegeven op het scherm om de camerastatus aan te tonen.
U kunt de schermweergave wijzigen met DISP (Scherminstellingen) op de regeltoets.
Inhoud
Bij opname van stilstaande beelden
• De pictogrammen zijn beperkt in de functie
Eenvoudig opnemen.
Bij opname van bewegende beelden
Bij weergave
A
Weergave Aanduiding
Resterende acculading
Waarschuwing voor zwakke
accu
Modusknop (Slim automatisch
Lichtmeetfunctie
DRO
Beeldformaat
Scènekeuze
instellen, Autom. Programma,
Panorama door beweging,
Bewegende beeldn)
Hiermee kunt u bewegende beelden opnemen (pagina 27).
Hiermee kunt u verschillende beelden samenvoegen tot een
panoramisch beeld (pagina 23).
Hiermee kunt u opnemen terwijl de belichting automatisch wordt
aangepast (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde) (pagina 22).
U kunt verschillende functies instellen met behulp van het menu.
Hiermee kunt u eenvoudig opnemen terwijl de instellingen
automatisch worden aangepast (pagina 19).
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen/weergeven met goed
zichtbare aanduidingen (pagina 20).
Hiermee kunt u opnemen met vooraf ingestelde instellingen op basis
van de scène (pagina 25).
Zoeken op MENU/
instellingen
Index
17
NL
Het interne geheugen gebruiken
De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 19 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera
worden verwijderd.
U kunt beelden opnemen in het interne geheugen wanneer er geen geheugenkaart geplaatst is in
de camera.
Inhoud
Wanneer er een geheugenkaart geplaatst is
[Opnemen]: de beelden worden opgenomen op de
B
B
Intern
geheugen
geheugenkaart.
[Weergave]: beelden op de geheugenkaart worden
weergegeven.
[Menu, Instellingen, enzovoort]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden op de geheugenkaart.
Als er geen geheugenkaart is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden in het interne geheugen
opgenomen.
[Weergave]: beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen, worden weergegeven.
[Menu, Instellingen, enzovoort]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden in het interne geheugen.
Beeldgegevens die in het interne geheugen zijn
opgeslagen
U kunt het beste altijd een reservekopie (back-up) van de gegevens maken door een van de
onderstaande procedures te volgen.
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op de vaste schijf van een
computer
Voer de procedure op pagina 106 uit zonder dat er een geheugenkaart in de camera is geplaatst.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op een geheugenkaart
Neem een geheugenkaart met voldoende opslagcapaciteit en voer vervolgens de procedure bij
[Kopiëren] uit (pagina 95).
Opmerkingen
• U kunt beeldgegevens die op een geheugenkaart zijn opgeslagen, niet overzetten naar het interne
geheugen.
• Door een USB-verbinding tot stand te brengen tussen de camera en een computer met behulp van de
specifieke USB-kabel, kunt u de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen importeren
in een computer. U kunt beeldgegevens echter niet overbrengen van de computer naar het interne
geheugen.
18
NL
Slim automatisch instellen
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen terwijl de instellingen automatisch worden
aangepast.
1 Zet de modusknop op (Slim automatisch instellen).
2 Maak een foto met de sluiterknop.
Opmerking
• De flitsfunctie is ingesteld op [Autom.] of [Uit].
zScèneherkenning
Scèneherkenning werkt bij de functie Slim automatisch instellen. Deze functie zorgt ervoor
dat de camera automatisch de opnameomstandigheden herkent en het beeld opneemt.
Pictogram en gids voor
scèneherkenning
De camera herkent (Schemer), (Schemer-portret), (Schemeropn. met statief),
(Tegenlichtopname), (Portretopn. met tegenlicht), (Landschap), (Macro) of
(Portretopname) en geeft het overeenstemmende pictogram en de overeenstemmende
gids weer op het LCD-scherm als de scène herkend wordt.
Zie pagina 53 voor meer informatie.
Inhoud
bediening
instellingen
Index
Zoeken op
Zoeken op MENU/
zAls u een stilstaand beeld opneemt van een
onderwerp waarop u moeilijk kunt scherpstellen
• De kortste opnameafstand is ongeveer 10 cm (W)/100 cm (T) (vanaf de lens).
• Wanneer de camera niet automatisch kan scherpstellen op het onderwerp, gaat de aanduiding van de
AE/AF-vergrendeling langzaam knipperen en hoort u geen pieptoon. Stel de opname opnieuw
samen of wijzig de instelling voor het scherpstellen (pagina 50).
In de volgende situaties kan scherpstellen moeilijk zijn:
– Het is donker en het onderwerp ligt veraf.
– Het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond is klein.
– Het onderwerp wordt door glas bekeken.
– Het onderwerp beweegt snel.
– Er is weerkaatsend licht op glanzende oppervlakken.
– Het onderwerp ligt in tegenlicht of er is een knipperend licht aanwezig.
19
NL
Eenvoudig opnemen
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen met de minimaal noodzakelijke functies.
Het tekstformaat wordt groter en de aanduidingen worden makkelijker zichtbaar.
1 Zet de modusknop op (Eenvoudig opnemen).
2 Maak een foto met de sluiterknop.
Opmerking
• De batterijlading wordt sneller opgebruikt doordat het scherm automatisch helderder wordt.
zBeschikbare functies in de functie Eenvoudig
opnemen
Beeldformaat:MENU t [Beeldformaat] t z op de regeltoets t gewenste
functie t z
Kies tussen [Groot] of [Klein] formaat.
Zelfontsp.: op de regeltoets t gewenste functie
Kies tussen de functie [10 sec] of [Uit].
Flitser: op de regeltoets t gewenste functie
Kies tussen de functie [Autom.] of [Uit].
Inhoud
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
MENU t [Flitser] t z op de regeltoets t gewenste functie t
z
Kies tussen de functie [Autom.] of [Uit].
Lach-sluiter: op de regeltoets
zScèneherkenning
Scèneherkenning is actief bij het gebruik van de functie eenvoudig opnemen. Deze functie
zorgt ervoor dat de camera automatisch de opnameomstandigheden herkent en het beeld
opneemt.
Pictogram voor scèneherkenning
De camera herkent (Schemer), (Schemer-portret), (Schemeropn. met statief),
(Tegenlichtopname), (Portretopn. met tegenlicht), (Landschap), (Macro) of
(Portretopname) en geeft een pictogram op het LCD-scherm weer als de scène herkend
wordt.
Zie pagina 53 voor meer informatie.
Index
Wordt vervolgd r
20
NL
zEenvoudig weergeven
Als u op de (weergave)-toets drukt terwijl de modusknop op (Eenvoudig opnemen)
is ingesteld, wordt de tekst op het weergavescherm groter en eenvoudiger leesbaar.
Daarnaast is alleen de wisfunctie beschikbaar.
(Wissen)-toetsU kunt het momenteel weergegeven beeld verwijderen.
Selecteer [OK] t z.
MENU-toetsU kunt het momenteel weergegeven beeld wissen met [Enkel beeld
wissen] en alle afbeeldingen in het geselecteerde datumbereik of
het interne geheugen (indien geselecteerd) wissen met [Alle
beelden wissen].
• [Weergavefunctie] is ingesteld op [Datumweergave] wanneer u een geheugenkaart gebruikt.
Inhoud
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
21
NL
Autom. Programma
Hiermee kunt u opnemen terwijl de belichting automatisch wordt aangepast (zowel de sluitertijd
als de diafragmawaarde). U kunt ook verschillende instellingen selecteren met het menu.
1 Zet de modusknop op (Autom. Programma).
2 Maak een foto met de sluiterknop.
Inhoud
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
22
NL
Panorama door beweging
Hiermee kunt u verschillende beelden samenvoegen tot een panoramisch beeld.
1 Zet de modusknop op (Panorama door beweging).
2 Richt de camera op de rand van het onderwerp
en druk vervolgens de sluiterknop volledig in.
Dit deel wordt niet gebruikt
3 Pan de camera tot aan het einde en volg
hierbij de hulpbalk op het LCD-scherm.
Hulpbalk
Inhoud
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Opmerkingen
• Als u er niet in slaagt het hele onderwerp te pannen binnen de opgegeven tijd, wordt een deel van het
samengestelde beeld grijs weergegeven. Wanneer dit het geval is, moet u de camera sneller bewegen om
een volledig panoramisch beeld op te nemen.
• Omdat verschillende beelden aan elkaar worden gehecht, zal het gehechte deel niet volledig zuiver
worden opgenomen.
• Onder zwakke belichtingsomstandigheden kunnen panoramabeelden wazig zijn of kunnen de opnamen
mislukken.
• Bij onderwerpen met flikkerende lichten, zoals bij fluorescerend licht, is de helderheid of het kleur van
het samengestelde beeld niet altijd gelijk.
• Wanneer de helderheid, de kleur en de scherpstelling van de volledige opnamehoek van het
panoramische beeld sterk afwijken van de hoek waarbinnen u de scherpstelling en de belichting hebt
vergrendeld met de AE/AF-vergrendeling, zal de opname niet lukken. Wijzig in dat geval de
vergrendelingshoek en maak de opname opnieuw.
• Panorama door beweging werkt niet in de volgende situaties:
– Bij bewegende onderwerpen
– Wanneer het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt
– Bij beelden met een repetitief patroon, zoals tegels, en beelden met weinig contrast, zoals de lucht, een
zandstrand of een gazon
– Bij beelden die constant wijzigen, zoals golven of een waterval
– Bij beelden in zonlicht of onder kunstlicht enz. dat veel helderder is dan het omgevingslicht
• In de volgende gevallen kunt u geen panoramische beelden opnemen:
– Wanneer u de camera te snel of te traag pant
– Wanneer er te veel cameratrillingen zijn
Index
Wordt vervolgd r
23
NL
zDe opnamerichting of het beeldformaat van een
panoramisch beeld wijzigen
Opnamerichting:MENU t [Opnamerichting] t selecteer [Naar rechts],
[Naar links], [Naar boven] en [Naar beneden] t z
Beeldformaat:MENU t [Beeldformaat] t selecteer [Standaard] of [Breed]
t z
zTips voor het maken van panoramische beelden
Pan de camera aan een constante snelheid en in de richting die aangegeven wordt op het
LCD-scherm. Panorama door beweging is meer geschikt voor stilstaande onderwerpen dan
voor bewegende onderwerpen.
Inhoud
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Zo klein
Verticale richtingHorizontale richting
• Bepaal eerst wat u zult opnemen en druk vervolgens de sluiterknop half in, zodat de scherpstelling,
belichting en witbalans vergrendeld worden.
• Pas de kadrering aan zodat een grillige scène zich in het midden van het beeld bevindt.
mogelijke radius
zDoor panoramische beelden scrollen
U kunt scrollen door een panoramisch beeld door te drukken op z op de regeltoets terwijl
een panoramisch beeld wordt weergegeven. Druk op de W (zoom)-toets om het volledige
beeld opnieuw weer te geven.
Toont het weergegeven deel
van het panoramische beeld
• Panoramische beelden kunt u weergeven met de bijgeleverde software "PMB" (pagina 104).
• Panoramische beelden opgenomen met andere camera's worden mogelijk niet correct gescrold.
Index
24
NL
Scènekeuze
Hiermee kunt u opnemen met vooraf ingestelde instellingen op basis van de scène.
1 Zet de modusknop op (Scènekeuze).
2 Selecteer de gewenste functie t z op de regeltoets
Druk op de MENU-toets als u naar een andere scène wilt overschakelen.
(Hoge
gevoeligheid)
Hiermee worden wazige beelden
voorkomen wanneer u beelden zonder
flitser opneemt bij weinig licht.
Inhoud
bediening
Zoeken op
(Soft Snap)
(Landschap)
(Schemer-
portret)
(Schemer)
(Voedsel)
(Huisdieren)
Hiermee kunt u beelden opnemen met een rustigere
achtergrond voor portretten en bloemen, enzovoort.
Hiermee kunt eenvoudig verre scènes opnemen door in
de verte scherp te stellen. Neemt levendige beelden op
van een blauwe hemel en flora.
Hiermee kunt u scherpe beelden van personen opnemen
met de nachtweergave in de achtergrond zonder de
atmosfeer te verliezen.
Hiermee kunt u 's nachts beelden in de verte opnemen
zonder de donkere atmosfeer van de omgeving te
verliezen.
Gaat over op de macrofunctie zodat u voedsel kunt
fotograferen in heerlijk ogende, heldere kleuren.
Hiermee kunt u opnames maken van uw huisdier met de
beste instellingen.
Zoeken op MENU/
instellingen
Index
(Strand)
(Sneeuw)
(Vuurwerk)
Hiermee kunt u de blauwe kleur van het water duidelijk
opnemen als u aan het water opneemt.
Hiermee kunt u duidelijke beelden opnemen waarbij
flauwe kleuren worden voorkomen bij sneeuwscènes of
andere plaatsen waar het hele beeld wit lijkt.
Hiermee neemt u vuurwerk in alle pracht op.
Wordt vervolgd r
25
NL
Opmerking
• Wanneer u beelden opneemt met (Schemer-portret), (Schemer) of (Vuurwerk), is de sluitertijd
langer en vertonen de beelden vaak beeldwaas. U kunt het beste een statief gebruiken om wazige foto's te
voorkomen.
Functies die u in de scènekeuze kunt gebruiken
Inhoud
Om afhankelijk van de scène, het beeld op de juiste wijze op te nemen, bepaalt de camera de
meest geschikte combinatie van functie-instellingen. geeft instellingen aan die kunnen worden
veranderd, en – geeft instellingen aan die niet kunnen worden veranderd.
De onderstaande pictogrammen [Flitser] en [Zelfontsp.] geven de beschikbare functies aan.
Sommige functies kunnen niet worden ingesteld, afhankelijk van de gekozen scènekeuzefunctie.
Gezichts-
Flitser
— ——
— ——
— ——
——
——
*1[Flitser] voor [Witbalans] kan niet worden geselecteerd.
2
[Uit] voor [Gezichts-herkenning] kan niet worden geselecteerd.
*
herkenning/
Lach-sluiter
2
*
— ———
— ———
Zelfontsp.
Burstinstel-
lingen
—*1—
—— —
Witbalans
—
Dichte-
ogenvermin-
dering
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
26
NL
Bewegende beeldn
Hiermee kunt u bewegende beelden opnemen.
1 Zet de modusknop op (Bewegende beeldn).
2 Druk de sluiterknop volledig in.
Inhoud
3 Als u wilt stoppen met opnemen, drukt u de sluiterknop nogmaals volledig
in.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
27
NL
Zoom
U kunt het beeld vergroten bij het maken van opnames. Met de optische zoomfunctie van de
camera kunt u beelden tot 7× vergroten.
Inhoud
1 Druk op de W/T (zoom)-toets.
Druk op de T-toets om in te zoomen en op de W-toets om uit te
zoomen.
• Zie pagina 74 als de zoomvergrotingsfactor groter is dan 7×.
Opmerkingen
• De zoom is vergrendeld aan de W-kant bij het opnemen in de functie Panorama door beweging.
• Het bedieningsgeluid van de lens wordt opgenomen wanneer de zoomfunctie in werking treedt tijdens
het opnemen van bewegende beelden.
T-toets
W-toets
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
28
NL
DISP (Scherminstellingen)
1 Druk op DISP (Scherminstellingen) op de regeltoets.
2 Selecteer de gewenste functie met de regeltoets.
(Normaal)Stelt het scherm in op de standaardhelderheid
Opmerking
• Regel de helderheid van het scherm naar boven bij als u beelden bij helder natuurlijk licht wilt
weergeven. Het batterijniveau kan echter sneller afnemen in deze omstandigheden.
Maakt het scherm helderder en geeft alleen
beelden weer.
Maakt het scherm helderder en geeft de
informatie weer.
Exif-gegevens van het opgenomen beeld
worden eveneens weergegeven.
informatie weer.
en geeft de informatie weer.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
29
NL
Flitser
1 Druk op (Flitser) op de regeltoets.
2 Selecteer de gewenste functie met de regeltoets.
(Autom.)De flitser wordt automatisch geactiveerd in donkere locaties of bij
tegenlicht.
(Aan)Flitser werkt altijd.
(Lgz
synchro)
(Uit)Flitser werkt niet.
Flitser werkt altijd.
De sluitertijd is lang in een donkere omgeving om de achtergrond
helder op te kunnen nemen die buiten het bereik is van het flitslicht.
Inhoud
bediening
Zoeken op
Opmerkingen
• De flitser gaat twee keer af. De eerste flits wijzigt de lichthoeveelheid.
• Tijdens het opladen van de flitser wordt weergegeven.
• U kunt tijdens burstopnames de flitser niet gebruiken.
• In de functie Slim automatisch instellen of Eenvoudig opnemen kunt u alleen [Autom.] of [Uit]
selecteren.
• In Panorama door beweging is de flitser ingesteld op [Uit].
zAls "witte cirkelvormige vlekken" verschijnen op
foto's die met een flitser genomen zijn
Dit wordt veroorzaakt door deeltjes (stof, pollen, enz.) die in de buurt van de lens
rondzweven. Als deze door de flitser van de camera worden geaccentueerd, verschijnen ze
als witte cirkelvormige vlekken.
Camera
Onderwerp
Deeltjes (stof, pollen, enz.) in
de lucht
Hoe kunnen de "witte cirkelvormige vlekken" worden teruggedrongen?
• Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op zonder flitser.
• Selecteer de functie (Hoge gevoeligheid) bij Scènekeuze. ([Uit] wordt automatisch geselecteerd.)
Zoeken op MENU/
instellingen
Index
30
NL
Loading...
+ 102 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.