Sony CYBER-SHOT DSC-T10 User Manual [it]

VKLIK!
Inhoud
Basishandelingen
Het menu gebruiken
Digital Still Camera
Cyber-shot-handboek
DSC-T10
Lees dit Handboek en de
Het Setup-scherm gebruiken
Beelden bekijken op een televisiescherm
"Gebruiksaanwijzing" aandachtig door voordat u het apparaat gebruikt. Bewaar deze documenten voor het geval u deze later als
De computer gebruiken
Stilstaande beelden afdrukken
Problemen oplossen
Overige
Index
© 2006 Sony Corporation 2-698-135-71(1)
NL

Opmerkingen over het gebruik van de camera

Typen "Memory Stick" die kunnen worden gebruikt (niet bijgeleverd)
Het IC-opnamemedium dat in deze camera wordt gebruikt, is een "Memory Stick Duo". Er zijn twee typen "Memory Stick".
"Memory Stick Duo": u kunt een "Memory Stick Duo" gebruiken met de camera.
"Memory Stick": u kunt geen "Memory Stick" gebruiken met de camera.
U kunt geen andere geheugenkaarten gebruiken.
• Zie pagina 109 voor meer informatie over de "Memory Stick Duo".
Als u een "Memory Stick Duo" gebruikt met "Memory Stick"-compatibele apparatuur
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken door deze in de Memory Stick Duo-adapter (niet bijgeleverd) te plaatsen.
• Als u de accu langere tijd niet gebruikt, moet u de resterende lading van de accu verbruiken en de accu uit de camera halen. Vervolgens bewaart u de accu op een koele, droge plaats. Hierdoor zorgt u ervoor dat de accu goed blijft werken.
• Zie pagina 111 voor meer informatie over de accu.
Carl Zeiss-lens
Deze camera is uitgerust met een Carl Zeiss-lens waarmee scherpe beelden met uitstekend contrast kunnen worden gereproduceerd. De lens voor deze camera is geproduceerd onder een kwaliteitswaarborgsysteem dat is gecertificeerd door Carl Zeiss in overeenstemming met de kwaliteitseisen van Carl Zeiss, Duitsland.
Opmerkingen over het LCD-scherm en de lens
• Het LCD-scherm is vervaardigd met precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99% van de pixels operationeel is. Soms kun nen er op het LCD-scherm echter zwarte stipjes en/of heldere stipjes (wit, rood, blauw of groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is normaal en heeft geen enkele invloed op het opgenomen beeld.
Zwarte, witte, rode,
blauwe of groene
puntjes
Memory Stick Duo-adapter
Opmerkingen bij de "InfoLITHIUM"-accu
• Laad de accu (bijgeleverd) op voordat u de camera voor het eerst gebruikt.
• De accu kan zelfs worden opgeladen wanneer deze nog niet volledig leeg is. Zelfs als de accu niet volledig is opgeladen, kunt u de gedeeltelijk opgeladen accu gebruiken.
2
• Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen storingen optreden. Wees voorzichtig wanneer u de camera buiten of bij een raam neerlegt.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan verkleuren en hierdoor kunnen storingen optreden.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal.
• Wees voorzichtig dat u de lens niet ergens tegenaan stoot en oefen er geen druk op uit.
Opmerkingen over het gebruik van de camera
De beelden in deze handleiding
De foto's die in deze handleiding worden gebruikt als voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die niet daadwerkelijk met deze camera zijn opgenomen.
3

Inhoud

Opmerkingen over het gebruik van de camera.........................................2
Basistechnieken voor betere beelden....................................................... 7
Scherpstellen – Scherpstellen op een onderwerp ............................................ 7
Belichting – De lichtintensiteit instellen ............................................................. 8
Kleur – De effecten van de lichtbron ................................................................. 9
Kwaliteit – "Beeldkwaliteit" en "beeldformaat" .................................................. 10
Onderdelen en bedieningselementen..................................................... 11
Aanduidingen op het scherm .................................................................. 13
De schermweergave wijzigen ................................................................. 17
Basishandelingen
Het interne geheugen gebruiken ............................................................18
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) ....................19
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)............................... 25
Beelden weergeven/verwijderen.............................................................28
Het menu gebruiken
De menu-items gebruiken................................................................31
Menu-items..........................................................................................32
Menu voor opnemen ............................................................................... 34
(Camera): De camerafunctie voor stilstaande beelden selecteren
COLOR (Kleurfunctie): De helderheid van het beeld wijzigen 9 (Scherpstellen): De scherpstellingsmethode wijzigen
(Lichtmeetfun.): De lichtmeetfunctie selecteren
WB (Witbalans): De kleurtinten aanpassen ISO: De lichtgevoeligheid selecteren
(Beeldkwaliteit): De kwaliteit voor stilstaande beelden selecteren
Mode (Opn.functie): De functie voor continu opnemen selecteren BRK (Bracket-stap): De EV verschuiven in de [Exposure Bracket]-functie
M
(Interval): Het frame-interval voor de [Multi Burst]-functie selecteren (Flitsniveau): De hoeveelheid flitslicht instellen (Contrast): Het contrast van het beeld aanpassen
(Scherpte): De scherpte van het beeld aanpassen
(Setup): De Setup-items wijzigen
4
Inhoud
Menu voor weergeven.............................................................................46
(Map): De map voor het weergeven van beelden selecteren
- (Beveiligen): Voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist DPOF: Een afdrukmarkering toevoegen
(Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer
(Dia): Een reeks beelden afspelen
(Ander form.): Het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen (Roteren): Een stilstaand beeld roteren
(Opdelen): Films knippen
(Setup): De Setup-items wijzigen
Tri m me n: Een vergroot beeld opnemen
Het Setup-scherm gebruiken
De Setup-items gebruiken ...............................................................54
Camera 1 ...........................................................................................55
1
AF-functie Digitale zoom Functiegids
Camera 2 ...........................................................................................58
2
STEADY SHOT
Intern geheugen-tool..........................................................................59
Formatteren
Memory Stick tool..............................................................................60
Formatteren Opnamemap maken
Setup 1 ...............................................................................................63
1
Downl. muz Format. muz LCD-verlicht
Setup 2 ...............................................................................................65
2
Bestandsnr USB-aansl
Rode-ogeneff AF-verlicht Auto Review
Opnamemap wijz Kopiëren
Pieptoon
Taal
Initialiseren
Video-uit Klokinstel
Beelden bekijken op een televisiescherm
Beelden bekijken op een televisiescherm ...............................................67
5
Inhoud
De computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer .......................................................69
De software (bijgeleverd) installeren.......................................................71
Beelden kopiëren naar de computer.......................................................72
Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de camera
(met een "Memory Stick Duo")................................................................79
"Picture Motion Browser" (bijgeleverd) gebruiken...................................80
"Music Transfer" (bijgeleverd) gebruiken.................................................84
De Macintosh-computer gebruiken......................................................... 85
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken................................................................87
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele
printer .......................................................................................... 88
Afdrukken bij een fotowinkel ................................................................... 92
Problemen oplossen
Problemen oplossen ............................................................................... 94
Foutcodes en berichten ........................................................................105
6
Overige
De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening.............108
De "Memory Stick" ................................................................................109
De "InfoLITHIUM"-accu.........................................................................111
De acculader......................................................................................... 112
Index
Index .....................................................................................................113

Basistechnieken voor betere beelden

Scherp­stellen
Scherp­stellen
Als u de sluiterknop half indrukt, stelt de camera automatisch scherp (automatische scherpstelling). Houd er rekening mee dat de sluiterknop slechts half ingedrukt moet worden.
Een stilstaand beeld opnemen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld (pagina 36) Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen. Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" (hierna).
Belichting
Kleur Kwaliteit
Scherpstellen op een onderwerp
Druk de sluiterknop volledig in.
Druk de sluiterknop half in.
Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen voor het gebruik van de camera. Hier wordt het gebruik van verschillende camerafuncties, zoals de modusschakelaar, de menu's (pagina 31), enzovoort beschreven.
Aanduiding voor AE/ AF-vergrendeling knippert , brandt/piept
Druk vervolgens de sluiterknop volledig in.
t [Scherpstellen]
Tips om wazige beelden te voorkomen
Houd de camera stil en houd uw armen langs uw zij. U wordt aangeraden tegen een boom of een gebouw in de buurt te leunen om uzelf te stabiliseren. U kunt ook opnemen met een zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden, de steadyshot-functie activeren of een statief gebruiken. Gebruik de flitser wanneer u opnamen maakt bij weinig licht.
t
7
Basistechnieken voor betere beelden

Belichting

U kunt verschillende beelden maken door de belichting en de ISO-gevoeligheid aan te passen. Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop indrukt.
De lichtintensiteit instellen
Belichting:
Overbelichting
= te veel licht Te licht beeld
Juiste belichting
Onderbelichting
= te weinig licht Te donker beeld
Sluitertijd = tijdsduur dat het licht in de camera valt Diafragma = grootte van de opening waardoor het licht
in de camera valt
opnamegevoeligheid
ISO =
In de automatische instelfunctie wordt de belichting automatisch ingesteld op de juiste waarde. U kunt deze echter ook handmatig instellen met de hieronder beschreven functies.
EV aanpassen:
Hiermee kunt u de belichting aanpassen die door de camera is ingesteld (pagina 23).
Lichtmeetfun.:
Hiermee kunt u het gedeelte van het onderwerp wijzigen dat wordt gemeten om de belichting in te stellen (pagina 38).
De ISO-gevoeligheid aanpassen
ISO is de eenheid waarin de gevoeligheid wordt uitgedrukt door te schatten hoeveel licht er op het beeldopnameapparaat (soortgelijk aan fotofilm) valt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, verschillen de beelden afhankelijk van de ISO-gevoeligheid. Zie pagina 40 als u de ISO-gevoeligheid wilt aanpassen.
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen. Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een vloeiender beeld op. Het beeld wordt echter donkerder als de belichting onvoldoende is.
8
Basistechnieken voor betere beelden

Kleur

De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden.
De effecten van de lichtbron
Voorbeeld: de kleur van een beeld wordt beïnvloed door lichtbronnen
Weer/lichtbron
Kenmerken van het licht
In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch aangepast. U kunt de kleurtinten echter ook handmatig aanpassen met [Witbalans] (pagina 39).
Daglicht Bewolkt Fluorescerend Gloeilamp
Wit (standaard) Blauwachtig Blauwgetint Roodachtig
9
Basistechnieken voor betere beelden

Kwaliteit

"Beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes die pixels worden genoemd. Als een beeld uit veel pixels bestaat, is het beeld groot, neemt het meer geheugenruimte in beslag en wordt het zeer gedetailleerd weergegeven. "Beeldformaat" wordt aangegeven door het aantal pixels. Hoewel u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien, verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
1 Beeldformaat: 7M
3072 pixels × 2304 pixels = 7.077.888 pixels
2 Beeldformaat: VGA(E-Mail)
2304
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
640
Pixels
3072
480
Het gewenste beeldformaat selecteren (pagina 24)
Pixel
Veel pixels (hoge beeldkwaliteit en groot bestand)
Weinig pixels (lage beeldkwaliteit en klein bestand)
Voorbeeld: afdrukken tot maximaal A3-formaat
Voorbeeld: een beeld verzenden als bijlage bij een e-mailbericht
De beeldkwaliteit selecteren (compressieverhouding) (pagina 41)
U kunt de compressieverhouding selecteren die gebruikt wordt voor het opslaan van digitale beelden. Als u een hoge compressieverhouding selecteert, mist het beeld de fijne details, maar is het beeldbestand kleiner.
10

Onderdelen en bedieningselementen

Zie de pagina's tussen haakjes voor meer informatie.
A -toets (STEADY SHOT) (22) B Sluiterknop (19) C POWER-lampje D POWER-toets E Microfoon F Flitser (21) G Lens H Zelfontspannerlampje (22)/
AF-verlichting (57)
I Lensklep
A Modusschakelaar (19) B Luidspreker C LCD-scherm (17) D -toets (Schermweergave) (17) E MENU-toets (31) F -toets (Beeldformaat/
Verwijderen) (24, 28)
G Voor opnemen: Zoomtoets (W/T) (20)
Voor weergeven: / -toets (Weergavezoom)/ -toets (Index) (28, 29)
H Klep voor accu/"Memory Stick Duo" I Bevestigingsoog voor de polsriem J Regeltoets
Menu aan: v/V/b/B/z Menu uit: / / / (20-22)
K -toets (EV/Diavoorstelling)
(23, 29)
L Toegangslampje M "Memory Stick Duo"-sleuf N Accusleuf O Accuontgrendelknop
(31)
11
Onderdelen en bedieningselementen
P Multifunctionele aansluiting
(onderkant) Bij gebruik van de netspanningsadapter AC-LS5K (niet bijgeleverd)
2 Naar de
multifunctionele aansluiting
1 Naar de
DC IN-
Kabel voor de multifunctionele aansluiting
• U kunt de accu niet opladen door de camera aan te sluiten op de netspanningsadapter AC-LS5K. Gebruik de acculader om de accu op te laden.
v-markering
3 Naar
aansluiting
stopcontact
Q Schroefgat voor statief (onderkant)
• Gebruik een statief met een schroeflengte van minder dan 5,5 mm. Bij gebruik van schroeven die langer zijn dan 5,5 mm, kan de camera niet stevig op het statief worden bevestigd en kan de camera beschadigd raken.
12

Aanduidingen op het scherm

Zie de pagina's tussen haakjes voor meer informatie.
Bij opname van stilstaande beelden
Bij opname van films
A
Scherm Aanduiding
Resterende acculading
z AE/AF-vergrendeling
M
BRK Opnamefunctie (19, 42)
WB
STBY OPNEMEN
Witbalans (39)
Stand-by/film opnemen
Camerafunctie (Scènekeuze) (25)
(19)
Scherm Aanduiding
Flitser wordt opgeladen
Zoomvergrotingsfactor
20, 55)
1.3
(
Rode-ogeneffect beperken
(56)
Scherpte (45)
Contrast (45)
ON
VIVID NATURAL
SEPIA B&W
AF-verlichting (57)
Lichtmeetfunctie (38)
Kleurfunctie (35)
B
Scherm Aanduiding
Macro/Vergrootglas (21)
S AF M A F
1.0m Vooraf ingestelde
V Donkerder v Helderder
AF-functie (55)
Aanduiding voor AF-bereikzoekerframe
scherpstelafstand
STEADY SHOT (22)
Aanpassingsbalk voor belichtingswaarde
• De weergave wordt gewijzigd zoals links wordt weergegeven, afhankelijk van de camerafunctie (pagina 34).
Richtlijn voor belichtingswaarde
(36)
(36)
(23)
(23)
Camerafunctie (Programma) (34)
SL
Flitsfunctie (21)
13
Aanduidingen op het scherm
C
Scherm Aanduiding
7M 5M
3:2
3M
2M
VGA
16:9
FINE
STD
6 40
6 40
Beeldformaat (24)
wordt alleen
1M
1M
weergegeven als Multi Burst is ingeschakeld.
160
FINE STD Beeldkwaliteit (41)
101
Opnamemap (60)
• Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt.
Resterende interne geheugencapaciteit
Resterende "Memory Stick"-capaciteit
00:00:00 [00:28:05]
1/30" Multi Burst-interval
Opnameduur [maximale opnameduur]
(44)
400 Resterend aantal
opneembare beelden
Zelfontspanner
(22)
C:32:00 Zelfdiagnosefunctie (105)
ISO-waarde (40)
±0.7EV Waarde voor de
bracket-stap
(44)
D
Scherm Aanduiding
Trillingswaarschuwing
• Waarschuwt dat door trillingen het beeld wellicht niet goed wordt opgenomen, vanwege onvoldoende belichting. Zelfs als de trillingswaarschuwing wordt weergegeven, kunt u het beeld opnemen. U kunt het beste de steadyshot­functie inschakelen, de flitser gebruiken voor een betere belichting of een statief of ander hulpmiddel gebruiken om de camera te stabiliseren (pagina 7).
Scherm Aanduiding
E Waarschuwing voor
zwakke accu (105)
+ Dradenkruis van de
puntlichtmeting
AF-bereikzoekerframe (36)
E
Scherm Aanduiding
Histogram (17, 23)
NR lange-sluitertijd
• Als de sluitertijd een bepaalde snelheid overschrijdt bij weinig licht, wordt de NR lange­sluitertijdfunctie (Noise Reduction; ruisbeperking) automatisch ingeschakeld om beeldruis te verminderen.
125 Sluitertijd
F3.5 Diafragmawaarde
+2.0EV Belichtingswaarde
(31)
Menu
(niet weergegeven op het scherm op de vorige pagina)
(38)
(23)
14
Aanduidingen op het scherm
Bij weergave van stilstaande beelden
Bij weergave van films
A
Scherm Aanduiding
Resterende acculading
M
7M 5M
3:2
3M
2M
VGA
16:9
FINE
STD
6 40
6 40
Opnamefunctie (
Beeldformaat
1M
160
19, 42)
(24)
- Beveiligen (46)
Afdrukmarkering (DPOF)
(92)
Map wijzigen (46)
• Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt.
1.3
Stap 12/16
Zoomvergrotingsfactor
(28)
Frame-voor-frame­weergave
(42)
N Weergeven (28)
Vo l u m e (28)
B
Scherm Aanduiding
101-0012 Map-bestandsnummer (46)
Weergavebalk
15
Aanduidingen op het scherm
C
Scherm Aanduiding
PictBridge-aansluiting (89)
101
101
Opnamemap (60)
• Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt.
Weergavemap (46)
• Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt.
Resterende interne geheugencapaciteit
Resterende "Memory Stick"-capaciteit
8/8 12/12 Beeldnummer/aantal
beelden opgenomen in geselecteerde map
C:32:00 Zelfdiagnosefunctie
00:00:12 Te lle r
D
Scherm Aanduiding
PictBridge-aansluiting (90)
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting niet los als het pictogram wordt weergegeven.
+2.0EV Belichtingswaarde (23)
ISO-waarde (40)
Lichtmeetfunctie (38)
Flitser
WB
Witbalans
(39)
(105)
E
Scherm Aanduiding
Histogram (17, 23)
wordt weergegeven als het histogramscherm is uitgeschakeld.
2006 1 1 9:30 AM
DPOF
z PAU ZE z AFSP.
VORIGE/
Opnamedatum/-tijd van het weergavebeeld
Menu
Een reeks Multi Burst­beelden weergeven
Beelden selecteren
VOLGENDE
VOLUM E
Volume aanpassen
(31)
(42)
500 Sluitertijd
F3.5 Diafragmawaarde
Weergavebeeld
16

De schermweergave wijzigen

Wanneer u op (Schermweergave) drukt, worden de aanduidingen op het scherm als volgt gewijzigd.
Histogram aan
Histogramscherm
Aanduidingen uit
Aanduidingen aan
(pagina 23)
• Als u langer op de -toets (Schermweergave) drukt, kunt u de achtergrondverlichting van het LCD-scherm verhogen.
• Als het histogramscherm is ingeschakeld, wordt tijdens de weergave beeldinformatie weergegeven.
• Het histogram wordt in de volgende gevallen niet weergegeven: Tijdens het opnemen
– Als het menu wordt weergegeven – Tijdens het opnemen van films Tijdens het weergeven – Als het menu wordt weergegeven – In de indexfunctie – Wanneer u de weergavezoom gebruikt – Wanneer u stilstaande beelden roteert – Tijdens het weergeven van films
• Er kan een groot verschil optreden tussen het
histogram dat wordt weergegeven tijdens het opnemen en tijdens het weergeven wanneer:
– de flitser afgaat. – de sluitertijd lang of kort is.
• Het histogram wordt wellicht niet weergegeven
voor beelden die zijn opgenomen met andere camera's.
17

Basishandelingen

Het interne geheugen gebruiken

De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 56 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera worden verwijderd. Zelfs als er geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, kunt u beelden opnemen in dit interne geheugen.
• Films met het beeldformaat [640(Fijn)] kunnen niet worden opgenomen met het interne geheugen.
Als een "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden op de "Memory Stick Duo" opgenomen.
[Weergeven]: beelden op de "Memory Stick Duo"
B
Intern
B
geheugen
Beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen
U kunt het beste altijd een reservekopie (back-up) van de gegevens maken door een van de onderstaande procedures te volgen.
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op een "Memory Stick Duo"
Bereid een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 64 MB of meer voor en voer de procedure bij [Kopiëren] uit (pagina 62).
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op de vaste schijf van een computer
Voer de procedure op pagina's 72 tot en met 75 uit zonder dat er een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.
worden weergegeven. [Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden op de "Memory Stick Duo".
Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden in het interne geheugen opgenomen.
[Weergeven]: beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, worden weergegeven.
[Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies kunnen worden toegepast op beelden in het interne geheugen.
• U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne geheugen.
• U kunt de gegevens die zijn opgeslagen in het interne geheugen, kopiëren naar een computer door de camera en de computer op elkaar aan te sluiten met de kabel voor de multifunctionele aansluiting. U kunt gegevens die op een computer zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne geheugen.
18
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische
Aanduidi
instelfunctie)
Modusschakelaar
v/V/b/B-toets
z-toets
Regeltoets
-toets
(Beeldformaat/
Verwijderen)
Sluiterknop
-toets
(STEADY SHOT) Zoomtoets
-toets (EV)
1 Selecteer een functie met de modusschakelaar.
Stilstaand beeld (Automatische instelfunctie): selecteer . Film: selecteer .
2 Houd de camera stil en houd uw armen langs uw zij.
Plaats het onderwerp in het midden van het zoekframe.
Basishandelingen
3 Maak een foto met de sluiterknop.
Stilstaand beeld:
1Houd de sluiterknop half ingedrukt om het beeld scherp te stellen.
De aanduiding z (AE/AF-vergrendeling) (groen) knippert, u hoort een pieptoon, de aanduiding houdt op met knipperen en blijft branden.
2Druk de sluiterknop volledig in.
U hoort het geluid van de sluiter.
ng voor
AE/AF-vergrendeling
19
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Film:
Druk de sluiterknop volledig in.
Als u wilt stoppen met opnemen, drukt u de sluiterknop nogmaals volledig in.
Als u een stilstaand beeld opneemt van een onderwerp waarop u moeilijk kunt scherpstellen
• De minimale opnameafstand is ongeveer 50 cm. Neem op met de close-upopnamefunctie (Macro) of Vergrootglas (pagina 21) wanneer u opnamen maakt van een onderwerp dat dichterbij is dan de opnameafstand.
• Wanneer de camera niet automatisch kan scherpstellen op het onderwerp, gaat de aanduiding van de AE/AF-vergrendeling langzaam knipperen en hoort u geen pieptoon. Stel de opname opnieuw samen en stel opnieuw scherp.
U kunt op de volgende onderwerpen moeilijk scherpstellen:
– Ver van de camera en donker – Het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond is klein. – Gezien door glas – Snel bewegend – Weerkaatsend licht of glanzend – Knipperend – Met tegenlicht
De zoomfunctie gebruiken
Druk op de zoomtoets.
• Wanneer de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. Zie pagina 55 voor meer informatie over de instellingen van [Digitale zoom] en de beeldkwaliteit.
• De camera zoomt langzaam wanneer u een film opneemt.
Snelle controle (Het laatst opgenomen stilstaande beeld controleren)
Druk op b ( ) op de regeltoets. Druk nogmaals op b om te annuleren.
• Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, kan het beeld er grof uitzien.
• Als u het beeld wilt verwijderen, drukt u op (Verwijderen) en selecteert u [Wissen] met v op de regeltoets. Druk vervolgens op z.
20
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Flitser (Een flitsfunctie selecteren voor stilstaande beelden)
Druk herhaaldelijk op v ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): Flitser Auto
Gaat af wanneer er niet voldoende licht of achtergrondverlichting is (standaardinstelling)
: Altijd flitsen
: Lgz synchro (Altijd flitsen)
SL
De sluitertijd is lang in een donkere omgeving om de achtergrond helder op te kunnen nemen die buiten het bereik is van het flitslicht.
: Niet flitsen
• De flitser gaat twee keer af. Tijdens de eerste flits wordt de hoeveelheid licht aangepast.
• Tijdens het opladen van de flitser wordt weergegeven.
Macro/Vergrootglas (Close-upopname maken)
Druk herhaaldelijk op B ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): Macro Uit
: Macro Aan (W-kant: ongeveer 8 cm of verder, T-kant: ongeveer 25 cm of verder)
:Vergrootglas Aan (Vergrendeld op de W-kant: ongeveer 1 tot 20 cm)
Macro
• U kunt de zoom het beste instellen op de W-kant.
• Het bereik dat is scherpgesteld, wordt smaller en het onderwerp is wellicht niet volledig scherpgesteld.
• De snelheid van de automatische scherpstelling gaat omlaag.
Vergrootglas
• Gebruik de functie als u nog dichterbij opnamen wilt maken dan bij opnemen met (Macro).
• De optische zoomfunctie is vergrendeld aan de W-kant en kan niet worden gebruikt.
• Wanneer u op de zoomtoets drukt, wordt het beeld vergroot met de digitale zoomfunctie.
Basishandelingen
21
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
De zelfontspanner gebruiken
Druk herhaaldelijk op V ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): De zelfontspanner niet gebruiken
: De zelfontspanner met een vertraging van 10 seconden instellen
: De zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden instellen
Druk op de sluiterknop, het zelfontspannerlampje knippert en u hoort een pieptoon tot de sluiter werkt.
Zelfontspannerlampje
Druk nogmaals op
• Als u de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden gebruikt, kunt u wazige beelden wellicht
voorkomen.
V om te annuleren.
Functiegids
Als u op de regeltoets drukt, worden de beschrijvingen van de functies tijdelijk weergegeven (pagina 56).
Steadyshot-functie
De steadyshot-functie is altijd geactiveerd als (Camera) is ingesteld op [Autom.].
Als u wilt controleren of de steadyshot-functie is geactiveerd, drukt u de sluiterknop half in en kijkt u of het pictogram (STEADY SHOT) op het scherm wordt weergegeven.
Andere functies dan de instelfunctie [Autom.]:
Druk op de -toets (STEADY SHOT) om de steadyshot-functie te annuleren. Als u de steadyshot-functie wilt activeren, drukt u nogmaals op de -toets.
U kunt de steadyshot-functie wijzigen (pagina 58).
22
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
EV (De belichting handmatig aanpassen)
Druk op de -toets (EV) en druk vervolgens op v (Helderder)/ V (Donkerder) om de belichting aan te passen. Als u de weergegeven balk wilt uitschakelen, drukt u nogmaals op de -toets.
Naar +Naar –
• Zie pagina 8 voor meer informatie over de belichting.
• De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV.
• Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting wellicht niet goed worden ingesteld.
z EV (Belichtingswaarde) aanpassen met een histogram
Een histogram is een grafiek die de helderheid van een beeld weergeeft. Druk herhaaldelijk op
A
(Schermweergave) om het histogram in het scherm weer te geven. De weergegeven grafiek geeft een donker beeld aan wanneer deze links
B
HelderDonker
hoger is en geeft een helder beeld aan wanneer deze rechts hoger is. Stel de modusschakelaar in op en pas EV aan terwijl u de belichting controleert met het histogram.
A Aantal pixels B Helderheid
• In de volgende gevallen wordt het histogram ook weergegeven, maar u kunt de belichting dan niet aanpassen.
– Als één stilstaand beeld wordt weergegeven – Tijdens Snelle controle
Basishandelingen
23
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Het beeldformaat wijzigen
Druk op (Beeldformaat) en druk vervolgens op v/ V om het formaat te selecteren. Zie pagina 10 voor meer informatie over het beeldformaat. De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Beeldformaat Richtlijnen Aantal beelden Afdrukken
7M (3072×2304) Max. formaat is A3 (11×17") Minder
1)
3:2
(3072×2048) Net als beeldverhouding 3:2
5M (2592×1944) Max. formaat is A4 (8×10")
3M (2048×1536) Max. formaat is 13×18cm (5×7")
2M (1632×1224) Max. formaat is 10×15cm (4×6")
VGA (640×480) Voor e-mail
2)
(1920×1080) Weergeven op 16:9 HDTV
16:9
1) De beelden worden opgenomen in de breedte-/hoogteverhouding 3:2, net zoals fotopapier, briefkaarten,
enzovoort.
2) Beide randen van het beeld worden mogelijk bijgesneden bij het afdrukken (pagina 102).
3) Als u een Memory Stick-sleuf of USB-verbinding gebruikt, kunt u genieten van beelden met een hogere
kwaliteit.
Beeldformaat van films Frame/seconde Gebruiksrichtlijnen
3)
Meer
Fijn
Ruw
640(Fijn) (640×480) Ongeveer 30 Weergave op tv, hoge kwaliteit
640(Standaard)
Ongeveer 17 Weergave op tv, standaard
(640×480)
160 (160×112) Ongeveer 8 Voor e-mail
• Hoe groter het beeldformaat, hoe hoger de beeldkwaliteit.
• Hoe meer frames u per seconde weergeeft, hoe vloeiender de weergave kan zijn.
24

Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)

v/V/b/B-toets
Modusschakelaar
Sluiterknop
z-toets
Regeltoets
MENU-toets
1 Selecteer met de modusschakelaar.
2 Druk op MENU.
3 Selecteer (Camera) met b op de regeltoets en selecteer een functie met
v
/
V.
• Zie de volgende pagina voor meer informatie over de functies.
• De instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard.
4 Druk op MENU om het menu uit te schakelen.
5 Maak een foto met de sluiterknop.
De scènekeuzefunctie annuleren
Selecteer [Autom.] of [Programma] met v / V (pagina 34).
Basishandelingen
25
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
n
Scènekeuzefuncties
De volgende functies zijn vooraf ingesteld om in overeenstemming te zijn met de scèneomstandigheden.
Hoge gevoelighd
Hiermee worden wazige beelden voorkomen wanneer u beelden zonder flitser opneemt bij weinig licht.
Landschap
Hiermee wordt alleen scherpgesteld op een onderwerp i de verte om landschappen, enzovoort op te nemen.
Korte sluitertijd
Hiermee kunt u buiten of op andere heldere plaatsen bewegende onderwerpen
Schemer*
Hiermee kunt u's nachts beelden in de verte opnemen zonder de donkere atmosfeer van de omgeving te verliezen.
Schemer-portret*
Geschikt voor het opnemen van portretten op donkere plaatsen. Hiermee kunt u scherpe beelden van personen opnemen op donkere plaatsen zonder de donkere atmosfeer van de omgeving te verliezen.
Soft Snap
Hiermee kunt u huidskleuren in helderdere en warmere tinten opnemen voor mooiere beelden. Daarnaast wordt met de zachte achtergrond een rustige atmosfeer voor foto's van personen, bloemen, enzovoort tot stand gebracht.
opnemen.
• De sluitertijd wordt korter, dus beelden die op donkere plaatsen worden opgenomen, worden donkerder.
Strand
Wanneer u beelden aan het water opneemt, wordt de blauwe kleur van het water duidelijk opgenomen.
Sneeuw
Wanneer u beelden in de sneeuw opneemt of op andere plaatsen waar het hele scherm wit is, gebruikt u deze functie om flauwe kleuren te voorkomen en duidelijke beelden op te nemen.
Vuurwerk*
Hiermee kunt u vuurwerk opnemen met schitterende details.
*De sluitertijd wordt lager. U kunt dus het beste een statief gebruiken.
26
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
Functies die niet kunnen worden gecombineerd met een scènekeuzefunctie
De camera bepaalt de meest geschikte combinatie van functies om een beeld correct op te nemen op basis van de scène. Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie. Wanneer u op de toets drukt om functies te selecteren die niet gecombineerd kunnen worden met een scènekeuzefunctie, wordt een pieptoon weergegeven.
( : u kunt de gewenste instelling selecteren)
Macro/
Vergrootglas
Flitser
AF-
bereikzoeker
Vooraf
ingestelde
scherpstelling
Witbalans
Burst/
Exposure Bracket/
Multi Burst
Flitsniveau
/—
—/—
/— Autom./ —
SL
WB
/—
—/— /
/— /
/— /
/— /
—/—
Basishandelingen
27

Beelden weergeven/verwijderen

v/V/b/B-toets
z-toets
Regeltoets
Modusschakelaar
/-toets
(Index/Weergavezoom)
-toets (Weergavezoom)
MENU-toets
-toets
(Verwijderen)
-toets
(Diavoorstelling)
1 Selecteer met de modusschakelaar.
2 Selecteer een beeld met b/B op de regeltoets.
Film:
Druk op
z om een film af te spelen. (Druk nogmaals op z om het afspelen te stoppen.)
Druk op
b/B als u wilt terugspoelen/snel vooruitspoelen. (Druk op z om terug te keren
naar normaal afspelen.)
Druk op
v/V om het volume aan te passen.
• Films met het beeldformaat [160] worden één formaat kleiner weergegeven.
Beelden verwijderen
1 Geef het beeld weer dat u wilt verwijderen en druk op (Verwijderen). 2 Selecteer [Wissen] met
Het verwijderen annuleren
Selecteer [Sluiten] en druk vervolgens op z.
Een vergroot beeld weergeven (Weergavezoom)
Druk op wanneer een stilstaand beeld wordt weergegeven. Druk op om het zoomen ongedaan te maken. Het gedeelte aanpassen: v/V/b/B Weergavezoom annuleren: z
Vergrote beelden opslaan: [Trimmen] (pagina 53)
v en druk vervolgens op z.
28
Beelden weergeven/verwijderen
Indexscherm weergeven
Druk op (Index) en selecteer een beeld met v / V/b/B. Als u het volgende (vorige) indexscherm wilt weergeven, drukt u op b/B. Als u wilt terugkeren naar het scherm met één beeld, drukt u op z.
Beelden verwijderen in de indexfunctie
1 Druk terwijl een indexscherm wordt weergegeven, op (Verwijderen) en selecteer
[Kiezen] met v/V op de regeltoets en druk op z.
/
2 Selecteer het beeld dat u wilt verwijderen met v
(Verwijderen) weer te geven op het geselecteerde beeld.
Groen selectiekader
Een selectie annuleren
Selecteer een beeld dat u eerder hebt geselecteerd voor verwijderen en druk op z om de aanduiding van het beeld te verwijderen.
3 Druk op (Verwijderen). 4 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
• Als u alle beelden in de map wilt verwijderen, selecteert u [Alle in deze map] met v / V in stap 1 in plaats van [Kiezen] en drukt u op z.
V/b/B en druk op z om de aanduiding
Een reeks beelden afspelen (Diavoorstelling)
Druk tijdens het weergeven van stilstaande beelden op (Diavoorstelling). Druk nogmaals op om te annuleren.
De diavoorstelling onderbreken
Druk op z op de regeltoets. Selecteer [Verder] en druk op z om opnieuw te starten.
De diavoorstelling gaat verder vanaf het beeld dat werd onderbroken. De muziek begint
echter weer vanaf het begin.
Het vorige/volgende beeld weergeven
Druk op b/B in de pauzestand.
Het volume van de muziek aanpassen
Druk op v/V om het volume aan te passen.
Basishandelingen
29
Beelden weergeven/verwijderen
De diavoorstelling beëindigen
Druk op of selecteer [Sluiten] met V in de pauzestand en druk op z.
U kunt een diavoorstelling niet afspelen terwijl u de PictBridge-aansluiting gebruikt.
De instelling wijzigen
U kunt de gewenste instelling selecteren voor de diavoorstelling. Zie pagina 48 voor meer informatie.
30
Loading...
+ 86 hidden pages