Sony CYBER-SHOT DSC-S800 User Manual [nl]

Digitale camera

Cyber-shot-handboek

DSC-S800

Lees dit handboek, de

"Gebruiksaanwijzing" en de

"Geavanceerde Cyber-shot-handleiding" aandachtig door voordat u het apparaat gebruikt. Bewaar deze documenten voor het geval u deze later nog als referentiemateriaal nodig hebt.

VKLIK!

Inhoud

Basishandelingen

Het menu gebruiken

Het Setup-scherm

gebruiken

Beelden bekijken op een televisiescherm

De computer gebruiken

Stilstaande beelden afdrukken

Problemen oplossen

Overige

Index

© 2007 Sony Corporation

3-198-860-72(1)

NL

Opmerkingen over het gebruik van de camera

Typen "Memory Stick" die kunnen worden gebruikt (niet bijgeleverd)

Het IC-opnamemedium dat in deze camera wordt gebruikt, is een "Memory Stick Duo". Er zijn twee typen "Memory Stick".

"Memory Stick Duo": u kunt een "Memory Stick Duo" gebruiken met de camera.

"Memory Stick": u kunt geen "Memory

Stick" gebruiken met de camera.

U kunt geen andere geheugenkaarten gebruiken.

Zie pagina 99 voor meer informatie over de "Memory Stick Duo".

Als u een "Memory Stick Duo" gebruikt met "Memory Stick"-compatibele apparatuur

U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken door deze in de Memory Stick Duo-adapter (niet bijgeleverd) te plaatsen.

Memory Stick Duo-adapter

Opmerkingen over de nikkelmetaalhydridebatterij

Laad beide nikkel-metaalhydridebatterijen (bijgeleverd) op voordat u de camera voor de eerste keer gebruikt.

De batterijen kunnen worden opgeladen, ook al zijn ze niet volledig leeg. Zelfs als de batterijen niet volledig opgeladen zijn, kunt u de gedeeltelijk opgeladen capaciteit van de batterijen zo gebruiken.

Als u van plan bent de batterijen lange tijd niet meer te gebruiken, gebruik de resterende lading dan op, verwijder de batterijen uit de camera en bewaar ze op een koude, droge plaats. Zo wordt de werking van de batterijen behouden

(pagina 101).

Zie pagina 101 voor meer informatie over de bruikbare batterijen.

Opmerkingen over het LCD-scherm en de lens

Het LCD-scherm is vervaardigd met precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99% van de pixels operationeel is. Soms kunnen er op het LCD-scherm echter zwarte stipjes en/of heldere stipjes (wit, rood, blauw of groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is normaal en heeft geen enkele invloed op het opgenomen beeld.

Zwarte, witte, rode, blauwe of groene puntjes

Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen storingen optreden. Wees voorzichtig wanneer u de camera buiten of bij een raam neerlegt.

Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan verkleuren en hierdoor kunnen storingen optreden.

In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal.

Deze camera heeft een krachtige zoomlens. Wees voorzichtig dat u de lens niet ergens tegenaan stoot en oefen er geen druk op uit.

De beelden in dit handboek

De foto's die in dit handboek worden gebruikt als voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die niet daadwerkelijk met deze camera zijn opgenomen.

2

Inhoud

 

Opmerkingen over het gebruik van de camera .........................................

2

Basistechnieken voor betere beelden .......................................................

6

Scherpstellen – Scherpstellen op een onderwerp ............................................

6

Belichting – De lichtintensiteit instellen .............................................................

7

Kleur – De effecten van de lichtbron.................................................................

8

Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ...........................................

9

Onderdelen en bedieningselementen .....................................................

10

Aanduidingen op het scherm ..................................................................

12

De schermweergave wijzigen..................................................................

16

Het interne geheugen gebruiken.............................................................

17

Basishandelingen

 

De modusknop gebruiken .......................................................................

18

Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie).....................

19

Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie) ...............................

25

Beelden weergeven/verwijderen .............................................................

28

Het menu gebruiken

 

De menu-items gebruiken................................................................

30

Menu-items ..........................................................................................

31

Menu voor opnemen ...............................................................................

32

COLOR (Kleurfunctie): De levendigheid van het beeld wijzigen of speciale effecten toevoegen

(Lichtmeetfun.): De lichtmeetfunctie selecteren WB (Witbalans): De kleurtinten aanpassen

ISO: De lichtgevoeligheid selecteren

(Beeldkwaliteit): De kwaliteit voor stilstaande beelden selecteren Mode (Opn.functie): De functie voor continu opnemen selecteren

(Flitsniveau): De hoeveelheid flitslicht instellen

(Scherpte): De scherpte van het beeld aanpassen (Setup): De Setup-items wijzigen

3

Inhoud

 

Menu voor weergeven.............................................................................

39

(Map): De map voor beelden weergeven selecteren

- (Beveiligen): Voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist

DPOF: Een afdrukmarkering toevoegen

 

(Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer

(Dia): Een reeks beelden afspelen

 

(Ander form.): Het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen

(Roteren): Een stilstaand beeld roteren

 

(Setup): De Setup-items wijzigen

 

Trimmen: Een vergroot beeld opnemen

 

Het Setup-scherm gebruiken

 

De Setup-items gebruiken ...............................................................

46

Camera..............................................................................................

47

Digitale zoom

AF-verlicht.

Functiegids

Auto Review

Rode-ogeneff.

 

Intern geheugen-tool .........................................................................

50

Formatteren

 

Memory Stick tool..............................................................................

51

Formatteren

Opnamemap wijz.

Opnamemap maken

Kopiëren

1

2

Setup 1...............................................................................................

54

LCD-verlicht

Taal

Pieptoon

Initialiseren

Setup 2...............................................................................................

55

Bestandsnr.

Video-uit

USB-aansl.

Klokinstel.

Beelden bekijken op een televisiescherm

Beelden bekijken op een televisiescherm...............................................

57

4

Inhoud

 

De computer gebruiken

 

Werken met uw Windows-computer........................................................

59

De software (bijgeleverd) installeren .......................................................

61

Beelden kopiëren naar de computer .......................................................

62

Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de

 

camera (met een "Memory Stick Duo") ...................................................

69

De "Picture Motion Browser" gebruiken (bijgeleverd)..............................

70

De Macintosh-computer gebruiken .........................................................

76

Stilstaande beelden afdrukken

 

Stilstaande beelden afdrukken ................................................................

78

Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele

 

printer ......................................................................................................

79

Afdrukken bij een fotowinkel....................................................................

83

Problemen oplossen

 

Problemen oplossen................................................................................

85

Waarschuwingsmeldingen ......................................................................

96

Overige

 

De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening ...............

98

Over de "Memory Stick" ..........................................................................

99

Over de batterijen..................................................................................

101

Over de batterijlader..............................................................................

103

Index

 

Index......................................................................................................

104

5

Sony CYBER-SHOT DSC-S800 User Manual

Basistechnieken voor betere beelden

Scherp-

Belichting

Kleur

Kwaliteit

stellen

 

 

 

Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen voor het gebruik van de camera. Hier wordt het gebruik van de verschillende camerafuncties, zoals de modusknop

(pagina 18), de menu's (pagina 30), enzovoort beschreven.

Scherp-

Scherpstellen op een onderwerp

stellen

 

Als u de sluiterknop half indrukt, stelt de camera automatisch scherp (automatische scherpstelling). Houd er rekening mee dat de sluiterknop slechts half ingedrukt moet worden.

 

 

Aanduiding voor AE/

 

 

 

Druk de

AF-vergrendeling

 

Druk vervolgens

Druk de sluiterknop

sluiterknop half

knippert , brandt/

 

de sluiterknop

volledig in.

in.

piept

 

volledig in.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen.

tZie "Tips om wazige beelden te voorkomen" (hieronder).

Tips om wazige beelden te voorkomen

Houd de camera stil en houd uw armen langs uw zij. U wordt aangeraden tegen een boom of een gebouw in de buurt te leunen om uzelf te stabiliseren. U kunt ook opnemen met een zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden of een statief gebruiken. Gebruik de flitser wanneer u opnamen maakt bij weinig licht.

6

Basistechnieken voor betere beelden

Belichting De lichtintensiteit instellen

U kunt verschillende beelden maken door de belichting en de ISO-gevoeligheid aan te passen. Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop indrukt.

Belichting: Sluitertijd = tijdsduur dat het licht in de camera valt

 

 

 

Diafragma = grootte van de opening waardoor het licht

 

 

 

 

 

 

 

in de camera valt

 

 

 

 

 

 

 

ISO-gevoeligheid (aanbevolen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

belichtingsindex) = opnamegevoeligheid

 

 

 

 

 

 

 

 

Overbelichting

 

 

 

 

In de automatische instelfunctie wordt de

= te veel licht

 

 

 

 

belichting automatisch ingesteld op de

Te licht beeld

 

 

 

 

juiste waarde. U kunt deze echter ook

 

 

 

 

 

 

 

handmatig instellen met de hieronder

Juiste belichting

 

 

 

 

beschreven functies.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

EV aanpassen:

 

 

 

 

 

 

 

Hiermee kunt u de belichting aanpassen die

 

 

 

 

 

 

 

door de camera is ingesteld (pagina 23).

Onderbelichting

= te weinig licht Te donker beeld

Lichtmeetfun.:

Hiermee kunt u het gedeelte van het onderwerp wijzigen dat wordt gemeten om de belichting in te stellen (pagina 33).

De ISO-gevoeligheid aanpassen (aanbevolen belichtingsindex)

ISO-gevoeligheid is een meting die berekent hoeveel licht er op het beeldopnameapparaat valt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, verschillen de beelden afhankelijk van de ISOgevoeligheid.

Zie pagina 35 als u de ISO-gevoeligheid wilt aanpassen.

Hoge ISO-gevoeligheid

Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen.

Het beeld wordt echter korrelig.

Lage ISO-gevoeligheid

Neemt een vloeiender beeld op.

Het beeld wordt echter donkerder als de belichting onvoldoende is.

7

Basistechnieken voor betere beelden

Kleur

De effecten van de lichtbron

 

 

 

De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden.

Voorbeeld: de kleur van een beeld wordt beïnvloed door lichtbronnen

Weer/lichtbron

 

Daglicht

 

Bewolkt

 

Fluorescerend

 

Gloeilamp

Kenmerken van het

 

Wit (standaard)

 

Blauwachtig

 

Groenachtig

 

Roodachtig

licht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch aangepast.

U kunt de kleurtinten echter ook handmatig aanpassen met [Witbalans] (pagina 34).

8

Basistechnieken voor betere beelden

Kwaliteit Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat"

Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes die pixels worden genoemd.

Als een beeld uit veel pixels bestaat, is het beeld groot, neemt het meer geheugenruimte in beslag en wordt het zeer gedetailleerd weergegeven. "Beeldformaat" wordt aangegeven door het aantal pixels. Hoewel u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien, verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of weergegeven op een computerscherm.

Beschrijving van de pixels en het beeldformaat

3264

 

 

1 Beeldformaat: 8M

 

 

3264 pixels × 2448 pixels = 7.990.272 pixels

 

 

 

640

 

 

2 Beeldformaat: VGA (E-mail)

Pixels

480

2448

640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels

 

 

 

 

Het gewenste beeldformaat selecteren (pagina 24)

Pixel

Veel pixels (hoge beeldkwaliteit en groot bestand)

Weinig pixels (lage beeldkwaliteit en klein bestand)

Voorbeeld: afdrukken tot maximaal A3formaat

Voorbeeld: een beeld verzenden als bijlage bij een e-mailbericht

De beeldkwaliteit selecteren (compressieverhouding) (pagina 36)

U kunt de compressieverhouding selecteren die gebruikt wordt voor het opslaan van digitale beelden. Als u een hoge compressieverhouding selecteert, mist het beeld de fijne details, maar is het beeldbestand kleiner.

9

Onderdelen en bedieningselementen

Zie de pagina's tussen haakjes voor meer informatie.

1

5

2

6

 

7

3

8

4

ASluiterknop (19)

BModusknop (19)

CMicrofoon

DLens

EPOWER-toets

FPOWER-lampje

GFlitser (21)

HZelfontspannerlampje (22)/AF- verlichter (48)

1

6

 

7

2

3

 

8

 

 

 

 

9

4

 

0

 

 

5

 

 

qa

 

 

 

qs

qf

 

 

 

 

qd

A (Weergave)-toets (28)

BLCD-scherm (16)

CMENU-toets (30)

Druk langer op MENU om het scherm (Setup) weer te geven.

DDISP-knop (16)

Houd DISP langer ingedrukt om de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm te selecteren.

EToegangslampje

FVoor opnemen: Zoomtoets (W/T) (20)

Voor weergeven: / (weergavezoom)-toets / (index)- toets (28, 29)

G(USB) · A/V OUT-aansluiting (zijkant)

HBevestigingsoog voor de polsriem

IRegeltoets

Menu aan: v/V/b/B/z (30) Menu uit: / // (21-23)

J-toets (Beeldformaat/ Verwijderen) (24, 28)

KLuidspreker

10

Onderdelen en bedieningselementen

LSchroefgat voor statief (onderkant)

Gebruik een statief met een schroeflengte van minder dan 5,5 mm. Bij gebruik van schroeven die langer zijn dan 5,5 mm, kan de camera niet stevig op het statief worden bevestigd en kan de camera beschadigd raken.

MKlep voor accu/"Memory Stick Duo"

NKlep van netspanningsadaptersnoer Bij gebruik van de netspanningsadapter AC-LS5K (niet bijgeleverd)

1

2 3

5 4

Zorg ervoor dat het snoer niet beklemd raakt wanneer u de klep sluit.

U kunt de nikkel-metaalhydridebatterijen niet opladen met de netspanningsadapter AC-LS5K. Gebruik de batterijlader om de nikkel-metaalhydridebatterijen op te laden.

11

Aanduidingen op het scherm

Zie de pagina's tussen haakjes voor meer informatie.

Bij opname van stilstaande beelden

Bij opname van films

A

Scherm Aanduiding

Resterende acculading

zAE/AF-vergrendeling (19)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Opnamefunctie (19, 37)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

WB

 

 

 

 

Witbalans (34)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

STBY

Stand-by/film opnemen

OPNEMEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Modusknop (scènekeuze)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(25)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Modusknop (Autom.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Programma) (18)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Camerafunctie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SL

Flitsfunctie (21)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Flitser wordt opgeladen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zoomvergrotingsfactor (20,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.3

 

 

 

 

 

 

 

 

47)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Rode-ogeneffect beperken

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(48)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Scherpte (38)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ON

AF-verlichter (48)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lichtmeetfunctie (33)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

RICH

Kleurfunctie (32)

NATURAL

 

SEPIA B&W

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Scherm

Aanduiding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Macro (21)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aanpassingsbalk voor

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

belichtingswaarde (23)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

• De weergave wordt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

gewijzigd, afhankelijk van

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

de stand van de modusknop

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(links weergegeven).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

V Donkerder

Richtlijn voor

v Helderder

belichtingswaarde (23)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

12

Aanduidingen op het scherm

C

Scherm

 

 

 

 

Aanduiding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Beeldformaat (24)

 

8M

3:2

 

 

5M

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3M

 

2M

 

 

VGA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

16:9

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

FINE STD Beeldkwaliteit (36)

101Opnamemap (51)

Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt.

 

Resterende interne

 

geheugencapaciteit

 

 

 

Resterende "Memory

 

Stick"-capaciteit

 

 

00:00:00

Opnameduur [maximale

[00:28:25]

opnameduur]

400Resterend aantal opneembare beelden

Zelfontspanner (22)

ISO-waarde (35)

D

Scherm Aanduiding

Trillingswaarschuwing

Waarschuwt dat door trillingen het beeld wellicht niet goed wordt opgenomen, vanwege onvoldoende belichting. Zelfs als de trillingswaarschuwing wordt weergegeven, kunt u het beeld opnemen. U kunt het best de flitser gebruiken voor een betere belichting of een statief of ander hulpmiddel gebruiken om de camera te stabiliseren (pagina 6).

EWaarschuwing voor zwakke batterijen (96)

+Dradenkruis van de puntlichtmeting (33)

AF-bereikzoekerframe

E

 

Scherm

Aanduiding

125

Sluitertijd

 

 

 

 

F2.8

Diafragmawaarde

 

 

 

 

+2.0EV

Belichtingswaarde (23)

 

 

 

 

 

Menu (30)

 

 

 

(niet

 

 

 

weergegeven

 

 

op het scherm

 

 

op de vorige

 

 

pagina)

 

 

 

 

13

Aanduidingen op het scherm

Bij weergave van stilstaande beelden

Bij weergave van films

A

Scherm

Aanduiding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Resterende acculading

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Opnamefunctie (19)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Beeldformaat (24)

 

8M

 

3:2

 

 

5M

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3M

 

 

2M

 

 

VGA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

16:9

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Weergavefunctie

-Beveiligen (40)

Afdrukmarkering (DPOF)

(83)

Map wijzigen (39)

Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt.

1.3 Zoomvergrotingsfactor

(28)

NWeergeven (28)

Volume (28)

B

Scherm

Aanduiding

101-0012

 

 

Map-bestandsnummer (39)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Weergavebalk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

14

Aanduidingen op het scherm

C

Scherm Aanduiding

PictBridge-aansluiting (80)

101Opnamemap (51)

Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt.

101Weergavemap (39)

Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt.

 

Resterende interne

 

geheugencapaciteit

 

 

 

Resterende "Memory

 

Stick"-capaciteit

 

 

8/8 12/12

Beeldnummer/aantal

 

beelden opgenomen in

 

geselecteerde map

 

 

00:00:12

Teller

D

Scherm

Aanduiding

 

PictBridge-aansluiting (81)

 

• Koppel de specifieke USB-

 

kabel niet los als het

 

pictogram wordt

 

weergegeven.

+2.0EV

Belichtingswaarde (23)

 

ISO-waarde (35)

 

Lichtmeetfunctie (33)

 

Flitser

WB

Witbalans (34)

500

Sluitertijd

F2.8

Diafragmawaarde

E

Scherm

Aanduiding

2007 1 1

 

Opnamedatum/-tijd van het

 

9:30 AM

weergavebeeld

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Menu (30)

 

 

 

DPOF

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VORIGE/ Beelden selecteren

VOLGENDE

VOLUME Volume aanpassen

15

De schermweergave wijzigen

DISP-knop (Schermweergave)

Wanneer u op de DISP-knop drukt, worden de aanduidingen op het scherm als volgt gewijzigd.

Als u langer op de DISP-knop drukt, kunt u de achtergrondverlichting van het LCD-scherm verhogen.

Aanduidingen uit

Aanduidingen aan

16

Het interne geheugen gebruiken

De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 54 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera worden verwijderd. Zelfs als er geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, kunt u beelden opnemen in dit interne geheugen.

B

BIntern geheugen

Als een "Memory Stick Duo" is geplaatst

[Opnemen]: beelden worden op de "Memory Stick Duo" opgenomen.

[Weergeven]: beelden op de "Memory Stick Duo" worden weergegeven.

[Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies kunnen worden toegepast op beelden op de "Memory Stick Duo".

Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst

[Opnemen]: beelden worden in het interne geheugen opgenomen.

[Weergeven]: beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, worden weergegeven.

[Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies kunnen worden toegepast op beelden in het interne geheugen.

Beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen

U kunt het beste altijd een reservekopie (back-up) van de gegevens maken door een van de onderstaande procedures te volgen.

Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op een "Memory Stick Duo"

Bereid een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 64 MB of meer voor en voer de procedure bij [Kopiëren] uit (pagina 53).

Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op de vaste schijf van een computer

Voer de procedure op pagina 62 tot en met 65 uit zonder dat er een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.

U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne geheugen.

U kunt de gegevens die zijn opgeslagen in het interne geheugen kopiëren naar een computer door de camera en de computer op elkaar aan te sluiten met de specifieke USB-kabel. U kunt gegevens die op een computer zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne geheugen.

17

Basishandelingen

De modusknop gebruiken

Zet de modusknop op de gewenste functie.

Gidsmarkering

Zet op de gewenste functie.

Modusknop

Regeltoets

: Films opnemen t pagina 19

Opnamefuncties voor stilstaande beelden

: Autom. instellen-functie

Hiermee kunt u gemakkelijk opnemen terwijl de instellingen automatisch worden aangepast. t pagina 19

: Autom. Programma-functie

Hiermee kunt u opnemen terwijl de belichting automatisch wordt aangepast (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). U kunt ook verschillende instellingen selecteren met het menu.

(Voor meer informatie over de beschikbare functies t pagina 31)

: scènekeuzefunctie

Hiermee kunt u opnemen met vooraf ingestelde instellingen op basis van de scène. t pagina 25

Functiegids

Als u op de regeltoets drukt, worden de beschrijvingen van de functies tijdelijk weergegeven (pagina 48).

18

Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)

v/V/b/B-toets

Sluiterknop

 

Modusknop

z-toets

Zoomtoets

Regeltoets

 

-toets

 

(Beeldformaat)

 

1 Selecteer een functie met de modusknop.

Stilstaand beeld (Automatische instelfunctie): selecteer.

Film: selecteer .

2 Houd de camera stil en houd uw armen langs uw zij.

Plaats het onderwerp in het midden van het zoekframe.

3 Maak een foto met de sluiterknop.

Stilstaand beeld:

1Houd de sluiterknop half ingedrukt om het beeld scherp te stellen.

De aanduiding z (AE/AF-vergrendeling) (groen) knippert, u hoort een pieptoon, de aanduiding houdt op met knipperen en blijft branden.

2Druk de sluiterknop volledig in.

U hoort het geluid van de sluiter.

Aanduiding voor AE/AF-vergrendeling

Basishandelingen

19

Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)

Film:

Druk de sluiterknop volledig in.

Als u wilt stoppen met opnemen, drukt u de sluiterknop nogmaals volledig in.

Als u een stilstaand beeld opneemt van een onderwerp waarop u moeilijk kunt scherpstellen

De minimale opnameafstand is ongeveer 50 cm. Neem op met de close-upopnamefunctie (Macro) (pagina 21) wanneer u opnamen maakt van een onderwerp dat dichterbij is dan de opnameafstand.

Wanneer de camera niet automatisch kan scherpstellen op het onderwerp, gaat de aanduiding van de AE/ AF-vergrendeling langzaam knipperen en hoort u geen pieptoon. Stel de opname opnieuw samen en stel opnieuw scherp.

U kunt op de volgende onderwerpen moeilijk scherpstellen:

Ver van de camera en donker

Het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond is klein.

Gezien door glas

Snel bewegend

Weerkaatsend licht of glanzend

Knipperend

Met tegenlicht

De zoomfunctie gebruiken

Druk op de zoomtoets.

Wanneer de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 6×, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. Zie pagina 47 voor meer informatie over de instellingen van [Digitale zoom] en de beeldkwaliteit.

U kunt de zoomvergrotingsfactor niet wijzigen wanneer u een film opneemt.

20

Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)

Flitser (Een flitsfunctie selecteren voor stilstaande beelden)

Druk herhaaldelijk op v () op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.

(Geen aanduiding): Flitser Auto

Gaat af wanneer er niet voldoende licht is (standaardinstelling)

: Altijd flitsen

SL : Lgz synchro (Altijd flitsen)

De sluitertijd is lang in een donkere omgeving om de achtergrond helder op te kunnen nemen die buiten het bereik is van het flitslicht.

: Niet flitsen

De flitser gaat twee keer af. Tijdens de eerste flits wordt de hoeveelheid licht aangepast.

Tijdens het opladen van de flitser wordt weergegeven.

Macro (Close-upopname maken)

Druk op B () op de regeltoets.

Druk nogmaals op B om te annuleren.

(Geen aanduiding): Macro Uit

: Macro Aan (W-kant: ongeveer 2 cm of verder, T-kant: ongeveer 70 cm of verder)

Macro

U kunt de zoom het beste instellen op de W-kant.

Het bereik dat is scherpgesteld, wordt smaller en het onderwerp is wellicht niet volledig scherpgesteld.

De snelheid van de automatische scherpstelling gaat omlaag.

Basishandelingen

21

Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)

De zelfontspanner gebruiken

Druk herhaaldelijk op V () op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.

(Geen aanduiding): De zelfontspanner niet gebruiken

: De zelfontspanner met een vertraging van 10 seconden instellen : De zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden instellen

Druk op de sluiterknop, het zelfontspannerlampje knippert en u hoort een pieptoon tot de sluiter werkt.

Zelfontspannerlampje

Druk nogmaals op V om te annuleren.

Gebruik de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden om wazige beelden te voorkomen wanneer u de sluiterknop van de camera indrukt en de camera beweegt.

22

Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)

EV (De belichting handmatig aanpassen)

Druk op b () op de regeltoets en druk vervolgens op v (Helderder)/V (Donkerder) om de belichting aan te passen.

Als u de weergegeven balk wilt uitschakelen, drukt u nogmaals op de b-toets.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar –

 

 

Naar +

Zie pagina 7 voor meer informatie over de belichting.

De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV.

Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting wellicht niet goed worden ingesteld.

Basishandelingen

23

Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)

Het beeldformaat wijzigen

Druk op (Beeldformaat) en druk vervolgens op v/V om het formaat te selecteren. Zie pagina 9 voor meer informatie over het beeldformaat.

De standaardinstellingen worden aangegeven met .

 

Beeldformaat

Richtlijnen

Aantal beelden

Afdrukken

 

8M (3264×2448)

Max. formaat is A3 (11×17")

Minder

 

Fijn

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3:21) (3264×2176)

Net als beeldverhouding 3:2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5M (2592×1944)

Max. formaat is A4 (8×10")

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3M (2048×1536)

Max. formaat is 13×18cm (5×7")

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2M (1632×1224)

Max. formaat is 10×15cm (4×6")

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Meer

 

Ruw

 

VGA (640×480)

Voor e-mail

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

16:92) (1920×1080)

Weergeven op 16:9 HDTV3)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1)De beelden worden opgenomen in de breedte-/hoogteverhouding 3:2, net zoals fotopapier, briefkaarten, enzovoort.

2)Beide randen van het beeld worden mogelijk bijgesneden bij het afdrukken (pagina 93).

3)Als u een Memory Stick-sleuf of USB-verbinding gebruikt, kunt u genieten van beelden met een hogere kwaliteit.

24

Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)

Sluiterknop

Modusknop

1 Selecteer de gewenste functie in de scènekeuzefunctie (, , , , , , ).

• Zie de volgende pagina voor meer informatie over de functies.

2 Maak een foto met de sluiterknop.

De scènekeuzefunctie annuleren

Zet de modusknop op een andere functie dan de scènekeuzefunctie (pagina 18).

Basishandelingen

25

Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)

Scènekeuzefuncties

De volgende functies zijn vooraf ingesteld om in overeenstemming te zijn met de

scèneomstandigheden.

Hoge gevoeligheid

Hiermee worden wazige beelden voorkomen wanneer u beelden zonder flitser opneemt bij weinig licht.

Soft Snap

Hiermee kunt u huidskleuren in helderdere en warmere tinten opnemen voor mooiere beelden. Daarnaast wordt met de zachte achtergrond een rustige atmosfeer voor foto's van personen, bloemen, enzovoort tot stand gebracht.

Schemer-portret*

Geschikt voor het opnemen van portretten op donkere plaatsen. Hiermee kunt u scherpe beelden van personen opnemen op donkere plaatsen zonder de donkere atmosfeer van de omgeving te verliezen.

Schemer*

Hiermee kunt u 's nachts beelden in de verte opnemen zonder de donkere atmosfeer van de omgeving te verliezen.

Landschap

Hiermee wordt alleen scherpgesteld op een onderwerp in de verte om landschappen, enzovoort op te nemen.

Strand

Wanneer u beelden aan het water opneemt, wordt de blauwe kleur van het water duidelijk opgenomen.

Sneeuw

Wanneer u beelden in de sneeuw opneemt of op andere plaatsen waar het hele scherm wit is, gebruikt u deze functie om flauwe kleuren te voorkomen en duidelijke beelden op te nemen.

*De sluitertijd wordt lager. U kunt dus het beste een statief gebruiken.

26

Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)

Functies die niet kunnen worden gecombineerd met een scènekeuzefunctie

De camera bepaalt de meest geschikte combinatie van functies om een beeld correct op te nemen op basis van de scène. Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie. Wanneer u op de toets drukt om functies te selecteren die niet gecombineerd kunnen worden met een scènekeuzefunctie, wordt een pieptoon weergegeven.

(: u kunt de gewenste instelling selecteren)

Macro

Flitser

Witbalans

Burst

Flitsniveau

 

 

 

 

 

SL

Autom./ WB

 

 

 

/

 

 

 

 

/

 

 

 

 

/

 

 

 

Basishandelingen

27

Beelden weergeven/verwijderen

v/V/b/B-toets

 

/ -toets (Index/

 

Weergavezoom)

 

-toets (Weergavezoom)

z-toets

(Weergave)-toets

Regeltoets

MENU-toets

 

-toets (Verwijderen)

1 Druk op de (Weergave)-toets.

Als u op de (Weergave)-toets drukt als de camera is uitgeschakeld, wordt de camera ingeschakeld in de weergavefunctie. Als u opnieuw drukt, schakelt het toestel over naar de opnamefunctie.

2 Selecteer een beeld met b/B op de regeltoets.

Film:

Druk op z om een film af te spelen. (Druk nogmaals op z om het afspelen te stoppen.) Druk op B om snel vooruit te spoelen, druk op b als u wilt terugspoelen. (Druk op z om terug te keren naar normaal afspelen.)

Druk op v/V om het volume aan te passen.

Beelden verwijderen

1 Geef het beeld weer dat u wilt verwijderen en druk op (Verwijderen).

2 Selecteer [Wissen] met v en druk vervolgens op z.

Het verwijderen annuleren

Selecteer [Sluiten] en druk vervolgens op z.

Een vergroot beeld weergeven (Weergavezoom)

Druk op wanneer een stilstaand beeld wordt weergegeven. Druk op om het zoomen ongedaan te maken.

Het gedeelte aanpassen: v/V/b/B Weergavezoom annuleren: z

Vergrote beelden opslaan: [Trimmen] (pagina 45)

28

Beelden weergeven/verwijderen

Indexscherm weergeven

Druk op (Index) en selecteer een beeld met v/V/b/B. Als u het volgende (vorige) indexscherm wilt weergeven, drukt u op b/B.

Als u wilt terugkeren naar het scherm met één beeld, drukt u op z.

Beelden verwijderen in de indexfunctie

1Druk terwijl een indexscherm wordt weergegeven, op (Verwijderen) en selecteer [Kiezen] met v/V op de regeltoets en druk op z.

2Selecteer het beeld dat u wilt verwijderen met v/V/b/B en druk op z om de aanduiding

(Verwijderen) weer te geven op het geselecteerde beeld.

Groen selectiekader

Een selectie annuleren

Selecteer een beeld dat u eerder hebt geselecteerd voor verwijderen en druk op z om de aanduiding van het beeld te verwijderen.

3 Druk op (Verwijderen).

4 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.

Als u alle beelden in de map wilt verwijderen, selecteert u [Alle in deze map] met v/V in stap 1 in plaats van [Kiezen] en drukt u op z.

Basishandelingen

29

Het menu gebruiken

De menu-items gebruiken

v/V/b/B-toets

(Weergave)-toets

Modusknop

z-toets

MENU-toets

Regeltoets

1 Opnemen: schakel de camera in en zet de modusknop op de gewenste functie.

Weergave: druk op de (Weergave)-toets.

Verschillende items zijn beschikbaar, afhankelijk van de stand van de modusknop en de functie opnemen/weergeven.

2 Druk op MENU om het menu weer te geven.

3 Selecteer het gewenste menu-item met b/B op de regeltoets.

• Als het gewenste item niet zichtbaar is, houdt u b/B ingedrukt totdat het op het scherm wordt weergegeven.

Druk op z wanneer u een item hebt geselecteerd in de weergavefunctie.

4 Selecteer een instelling met v/V.

De instelling die u selecteert, wordt groter weergegeven en wordt ingesteld.

5 Druk op MENU om het menu uit te schakelen.

U kunt het menu ook uitschakelen door de sluiterknop half in te drukken.

Als een item niet wordt weergegeven, wordt de aanduiding v/V weergegeven aan het uiteinde van de plaats waar de menu-items normaal gesproken worden weergegeven. Als u niet-weergegeven items wilt weergeven, selecteert u deze aanduiding met de regeltoets.

U kunt geen items instellen die niet beschikbaar zijn.

30

Loading...
+ 77 hidden pages