Sony CYBER-SHOT DSC-S1900 User Manual [nl]

Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Index
Cyber-shot-handboek
DSC-S1900/S2000/S2100
© 2010 Sony Corporation 4-188-081-71(1)
NL

Gebruik van dit handboek

Klik op een toets in de rechterbovenhoek om naar de betreffende pagina te verspringen. Dit is handig wanneer u een functie zoekt waarover u wilt lezen.
Inhoud
bediening
Instelli ngen
Inhoud
Zoeken op
Zoeken in ME NU/
Index
Zoeken naar informatie op functie.
Zoeken naar informatie op bediening.
Zoeken naar informatie in een lijst met MENU/Instellingen.
Zoeken naar informatie op trefwoord.
Markeringen en notatie gebruikt in dit handboek
In dit handboek wordt de volgorde van de bedieningen aangegeven door pijlen (t). Bedien de camera in de aangegeven volgorde. Markeringen worden afgebeeld zoals ze worden verschijnen in de standaardinstellingen van de camera.
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Index
De standaardinstelling wordt aangegeven met .
Dit geeft voorzorgen en beperkingen aan die betrekking hebben op de correcte bediening van de camera.
z Dit geeft informatie aan die nuttig is
om te weten.
NL
2

Opmerkingen over het gebruik van de camera

Inhoud
Opmerkingen over de typen geheugenkaarten die u kunt gebruiken (los verkrijgbaar)
De volgende geheugenkaarten zijn compatibel met deze camera: "Memory Stick PRO Duo", "Memory Stick PRO-HG Duo", "Memory Stick Duo", SD-geheugenkaart en SDHC-geheugenkaart. De MultiMediaCard kan niet worden gebruikt. In deze camera zijn geheugenkaarten tot 32 GB goedgekeurd voor gebruik.
In deze gebruiksaanwijzing wordt de term "Memory Stick Duo" gebruikt als verwijzing naar een "Memory Stick PRO Duo", "Memory Stick PRO-HG Duo" en "Memory Stick Duo".
• Voor het opnemen van bewegende beelden adviseren wij u een van de volgende geheugenkaarten te gebruiken: – ("Memory Stick PRO
Duo")
("Memory Stick PRO-
HG Duo")
– SD-geheugenkaart of SDHC-geheugenkaart
(klasse 2 of sneller)
• Voor verdere informatie over de "Memory Stick Duo", zie pagina 89.
Opmerkingen over het LCD-scherm en de lens
• Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp van uiterste precisietechnologie zodat meer dan 99,99% van de beeldpunten effectief werkt. Echter, enkele kleine zwarte en/of heldere punten (wit, rood, blauw of groen) kunnen zichtbaar zijn op het LCD-scherm. Deze punten zijn een normaal gevolg van het productieproces en hebben géén invloed op de opnamen.
Zwarte, witte, rode, blauwe of groene puntjes
• Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot defecten leiden. Wees voorzichtig wanneer u de camera bij een venster of buiten neerzet.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan dan verkleuren, waardoor een storing wordt veroorzaakt.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is geen defect.
• Wees voorzichtig dat u niet tegen de beweegbare lens stoot en let erop dat er geen kracht op wordt uitgeoefend.
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Index
Bij gebruik van een "Memory Stick Duo" in een standaardformaat "Memory Stick"-gleuf
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken door deze in de "Memory Stick Duo"-adapter (los verkrijgbaar) te steken.
"Memory Stick Duo"-adapter
Condensvorming
• Als de camera rechtstreeks vanuit een koude naar een warme omgeving wordt overgebracht, kan vocht condenseren binnenin of op de buitenkant van de camera. Deze vochtcondensatie kan een storing in de camera veroorzaken.
• Als vocht condenseert, schakelt u de camera uit en wacht u ongeveer een uur om het vocht te laten verdampen. Als u probeert om opnamen te maken terwijl er nog vocht in de lens aanwezig is, zullen de opgenomen beelden niet helder zijn.
De beelden in dit handboek
De beelden die in dit handboek gebruikt worden als voorbeeld, zijn gereproduceerde beelden die niet daadwerkelijk met de camera zijn opgenomen.
Over de afbeeldingen
De afbeeldingen in dit handboek zijn van de DSC-S2100, behalve indien anderszins vermeld.
NL
3

Inhoud

Opmerkingen over het gebruik van de camera
Gebruik van dit handboek ····································· 2 Opmerkingen over het gebruik van de camera ····· 3 Zoeken op bediening············································· 6 Zoeken in MENU/Instellingen································ 8 Plaats van de onderdelen ··································· 11 Lijst met pictogrammen die op het scherm
worden afgebeeld················································ 12 De functieknop gebruiken ··································· 14 Het interne geheugen gebruiken························· 15
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Opnemen
Weergeven
Index
Zoom ··································································· 16 DISP (schermweergave-instellingen) ···················17 Flitser ·································································· 18 Lach-sluiter·························································· 19 Zelfontsp. ···························································· 20
Stilstaande beelden weergeven ·························· 21 Weergavezoom··················································· 22 Beeldindex ·························································· 23 Wissen ································································ 24 Bewegende beelden weergeven························· 25
MENU (Opnemen)
MENU-onderdelen (Opnemen) ····························· 8
NL
4
MENU
(Weergeven)
MENU-onderdelen (Weergeven)··························· 9
Inhoud
Instellingen
Instellingen·························································· 10
Computer
Gebruiken met een computer······························ 69 Het softwareprogramma gebruiken····················· 70 De camera aansluiten op een computer·················72 Beelden uploaden naar een mediaservice ·············74
Afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken···························· 76
Problemen oplossen
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Index
Overige
Index
Problemen oplossen ··········································· 78 Waarschuwingsmededelingen ···························· 86
"Memory Stick Duo" ············································ 89 Batterijen····························································· 91
Index ··································································· 93
NL
5

Zoeken op bediening

Inhoud
De instellingen overlaten aan de camera
Opnemen van portretten
Opnemen van bewegende onderwerpen
Opnemen zonder wazige beelden
Slim automatisch instellen ································ 27 Scènekeuze ·························································· 29
Soft Snap ······························································· 29 Schemer-portret··················································· 29 Lach-sluiter···························································· 19 Gezichtsherkenning············································ 43 Rode-ogenvermind. ············································ 54
Bewegende beelden opnemen························ 14 Burstinstellingen ·················································· 35
Hoge gevoeligheid ·············································· 29 Zelfontspanner met een vertraging van
2 seconden···························································· 20 ISO··········································································· 37 SteadyShot ···························································· 34
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Index
Opnemen met tegenlicht
Opnemen op donkere plaatsen
Belichting instellen
Scherpstellingspositie veranderen
Altijd flitsen ···························································· 18 Scèneherkenning··········································· 27, 31
Hoge gevoeligheid ·············································· 29 Lgz synchro··························································· 18 ISO··········································································· 37
EV ············································································ 36
Scherpstellen ························································ 39
NL
6
Beeldformaat veranderen
Beeldformaat ························································ 32
Inhoud
Beelden wissen
Vergrote beelden weergeven
Beelden bewerken
Een serie beelden op volgorde weergeven
Opnemen/weergeven met gemakkelijk afleesbare indicators
Beelden afdrukken met de datum erop
Wissen ······························································ 24, 47 Formatteren··························································· 62
Weergavezoom···················································· 22 Trimmen (formaat wijz.) ····································· 46
Bijwerken ······························································· 46
Diavoorstelling······················································ 45
Eenvoudig-functie·········································· 31, 44
Het "PMB (Picture Motion Browser)" gebruiken ······························································· 70
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Index
Datum- en tijdinstellingen veranderen
Instellingen terugstellen
Beelden afdrukken
Datum/tijd instellen·············································· 68
Initialiseren ···························································· 59
Afdrukken······························································· 76
NL
7

Zoeken in MENU/Instellingen

MENU-onderdelen (Opnemen)
U kunt de diverse opnamefuncties eenvoudig selecteren met de MENU-toets.
Inhoud
1 Druk op de ON/OFF (aan/uit-)toets om de opnamefunctie in te stellen.
2 Druk op de MENU-toets om het MENU-scherm af
te beelden.
ON/OFF (aan/uit-)toets
Besturingsknop
3 Selecteer het gewenste menuonderdeel met v/V/
b/B op de besturingsknop.
4 Druk op de MENU-toets om het MENU-scherm te
verlaten.
MENU-toets
In onderstaande tabel geeft een instelling aan die kan worden veranderd, en geeft – een instelling aan die niet kan worden veranderd. Een instelling kan vast liggen of beperkt zijn, afhankelijk van de opnamefunctie. Zie voor meer informatie de betreffende pagina van het onderdeel. De onderstaande pictogrammen [ ] geven de beschikbaar functies aan.
Functieknop
Opn.functie
Menuonderdelen
Opn.functie
Scènekeuze
(Eenvoudig-functie)
Beeldformaat
SteadyShot
Burstinstellingen
EV
ISO
Witbalans
Scherpstellen
Lichtmeetfunctie
Lach-herkenn.gevoeligheid
Gezichtsherkenning
(Instellingen)
——
——
——
——
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Index
Opmerking
• Alleen de onderdelen die beschikbaar zijn voor een functie worden op het scherm afgebeeld.
NL
8
MENU-onderdelen (Weergeven)
U kunt de diverse weergavefuncties eenvoudig selecteren met de MENU-toets.
Inhoud
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 Druk op de MENU-toets om het MENU-scherm
af te beelden.
3 Selecteer het gewenste menuonderdeel met v/
V/b/B op de besturingsknop.
4 Druk op z op de middenknop van de
besturingsknop.
In de onderstaande tabel geeft een beschikbare functie aan.
Menuonderdelen Geheugenkaart Intern geheugen
(Eenvoudig-functie)
(Diavoorstelling)
(Bijwerken)
(Wissen)
(Beveiligen)
DPOF
(Afdrukken)
(Roteren)
(Map kiezen)
(Instellingen)
(weergave-)
toets
Besturingsknop
MENU-toets
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Index
Opmerking
• Alleen de onderdelen die beschikbaar zijn voor een functie worden op het scherm afgebeeld.
NL
9
Instellingen
U kunt de instellingen veranderen op het scherm (Instellingen).
Inhoud
1 Druk op de MENU-toets om het MENU-scherm af
te beelden.
2 Selecteer (Instellingen) met V op de
besturingsknop, en druk daarna op z op de middenknop van de besturingsknop om het instelscherm af te beelden.
3 Selecteer de gewenste categorie met v/V, druk
daarna op B om ieder onderdeel te selecteren, en druk tenslotte op z.
4 Selecteer de gewenste instelling en druk daarna op z.
Categorieën Onderdelen
Opname-instellingn
Hoofdinstellingen
Geheugenkaart-tool
Intern geheugen-tool
Klokinstellingen
Stramienlijn
Digitale zoom
Rode-ogenvermind.
Pieptoon
Language Setting
Functiegids
Stroombesparing
Initialiseren
USB-aansluiting
LUN-instellingen
Formatteren
Opnamemap maken
Opnamemap wijz.
Opn.map wissen
Kopiëren
Bestandsnummer
Formatteren
Bestandsnummer
Datum/tijd instellen
Besturingsknop
MENU-toets
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Index
Opmerkingen
• [Opname-instellingn] wordt alleen afgebeeld als het instelscherm is opgeroepen vanuit de opnamefunctie.
• [Geheugenkaart-tool] wordt alleen afgebeeld wanneer een geheugenkaart in de camera is geplaatst, en [Intern geheugen-tool] wordt alleen afgebeeld wanneer een geheugenkaart niet is geplaatst.
10
NL

Plaats van de onderdelen

A ON/OFF (aan/uit-)toets B Ontspanknop C Zelfontspannerlamp/Lach-sluiterlamp D Microfoon E ON/OFF (aan/uit-)lampje F Flitser G Lens H (USB-) aansluiting I LCD-scherm J (weergave-)toets (21) K Voor opnemen: W/T-zoomknop (16)
Voor weergave: (weergavezoom-)toets/
(index-)toets (22, 23)
L Bevestigingspunt voor polsriem* M Functieknop (14) N (wis-)toets (24) O Toegangslampje P MENU-toets (8) Q Besturingsknop
MENU aan: v/V/b/B/z MENU uit: DISP/ / /
R Zoemer S Schroefgat voor statief T Geheugenkaartgleuf U Deksel van geheugenkaartgleuf en
batterijvak
V Batterijvak
9
qk ql
q; qa qs qd
qf qg qh
qj
w;
Inhoud
bediening
Index
Zoeken op
Zoeken in MENU/
wa
ws
* De polsriem gebruiken
De polsriem is reeds in de fabriek aan de camera bevestigd. Steek uw hand door de lus om te voorkomen dat de camera valt en beschadigd raakt.
Oog
11
NL

Lijst met pictogrammen die op het scherm worden afgebeeld

De pictogrammen worden op het scherm afgebeeld om de toestand van de camera aan te geven. Hiermee kunt u de schermweergave veranderen met behulp van DISP (schermweergave­instellingen) op de besturingsknop.
Bij het opnemen van stilstaande beelden
• De pictogrammen worden niet allemaal afgebeeld in de (Eenvoudig-functie) functie.
Bij het opmenen van bewegende beelden
Bij het weergeven
A
Indicator Betekenis
Resterende batterijlading
Waarschuwing voor zwakke batterij
Camerafunctie (Slim
Lichtmeetfunctie
SteadyShot
Beeldformaat
•// worden alleen afgebeeld op de DSC-S2100.
/ worden alleen afgebeeld op de DSC-S1900/ S2000.
Scènekeuze
automatisch instellen, Autom. Programma, Bewegende beeldn)
Pictogram van scèneherkenning
Witbalans
Trillingswaarschuwing
Lach­herkenningsgevoeligheidindicator
Inhoud
bediening
Index
Zoeken op
Zoeken in MENU/
Zoomvergroting
PictBridge-aansluiting
Beveiliging
Afdrukmarkering (DPOF)
Weergavezoom
Wordt vervolgd r
12
NL
B
Indicator Betekenis
z
ISO400
125
F3.5
+2.0EV
OPNMN. Standby
0:12
101-0012
2010 1 1 9:30 AM
z STOP z
PLAY
bB BACK/NEXT
C
AE/AF-vergrendelingsindicator
ISO-nummer
Sluitertijd
Diafragmawaarde
Belichtingswaarde
Indicator van AF­bereikzoekerframe
Standby/opnemen van bewegende beelden
Opnametijd (min:sec)
Map-bestandsnummer
Opgenomen datum/tijd van het weergavebeeld
Functiegids voor het weergeven van beelden
Beelden selecteren
Indicator Betekenis
Opnamemap
Weergavemap
96
12/12
100Min
Media opnemen/weergeven
Map veranderen
Lichtmeetfunctie
Flitsfunctie
ISO 400
Aantal opneembare beelden
Beeldnummer/aantal beelden opgenomen in de gekozen map
Opneembare tijd
(geheugenkaart, intern geheugen)
Vermindering van het rode­ogeneffect
Opladen flitser
Witbalans
ISO-nummer
D
Indicator Betekenis
Zelfontspanner
Gezichtsherkenning
Burst
AF-bereikzoekerframe
Dradenkruis van de puntlichtmeetfunctie
+2.0EV
500
F3.5
N
00:00:12
Belichtingswaarde
Sluitertijd
Diafragmawaarde
Normaal weergeven
Weergavebalk
Teller
Inhoud
bediening
Index
Zoeken op
Zoeken in MENU/
13
NL

De functieknop gebruiken

Zet de functieknop op de gewenste functie.
Ontspanknop
Functieknop
MENU-toets
(stilstaand beeld)
(bewegende
beelden)
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen (pagina’s 27, 28 en 29). U kunt de gewenste stilstaand-beeldopnamefunctie selecteren met MENU t [Opn.functie].
Hiermee kunt u bewegende beelden opnemen. Druk de ontspanknop helemaal in om te beginnen met opnemen, en druk daarna opnieuw op de ontspanknop om het opnemen te beëindigen.
Inhoud
bediening
Zoeken op
Zoeken in MENU/
Index
14
NL

Het interne geheugen gebruiken

De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 6 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera worden verwijderd. Zelfs als er geen geheugenkaart in de camera is geplaatst, kunt u beelden opnemen in dit interne geheugen.
Als een geheugenkaart is geplaatst [Opnemen]: De beelden worden opgenomen op de
B
geheugenkaart. [Weergeven]: De beelden op de geheugenkaart worden weergegeven. [Menu, Instellingen, enz.]: Diverse functies kunnen worden uitgevoerd op de beelden op de geheugenkaart.
bediening
Inhoud
Zoeken op
B
Intern geheugen
Als geen geheugenkaart is geplaatst [Opnemen]: De beelden worden in het interne geheugen
opgenomen. [Weergeven]: De beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen worden weergegeven. [Menu, Instellingen, enz.]: Diverse functies kunnen worden toegepast op de beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen.
Over beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen
Wij adviseren u altijd een reservekopie (back-up) te maken van de beeldgegevens met behulp van een van de onderstaande methoden.
Een reservekopie (back-up) maken op de vaste schijf van de computer
Volg de procedure op pagina 72 zonder dat een geheugenkaart in de camera is geplaatst.
Gegevens op de geheugenkaart kopiëren (een reservekopie maken)
Bereid een geheugenkaart voor met voldoende vrije geheugencapaciteit en volg vervolgens de procedure beschreven onder [Kopiëren] (pagina 66).
Opmerkingen
• U kunt beeldgegevens op een geheugenkaart niet overbrengen naar het interne geheugen.
• Door een USB-verbinding tot stand te brengen tussen de camera en een computer met behulp van de specifieke USB-kabel, kunt u de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen overbrengen naar een computer. U kunt beeldgegevens echter niet overbrengen van de computer naar het interne geheugen.
Zoeken in MENU/
Index
15
NL

Zoom

U kunt een beeld vergroten voordat u het opneemt. De optische zoomfunctie van de camera kan beelden tot 3× vergroten.
Inhoud
1 Druk op de W/T-zoomknop.
Druk op de T-kant van de W/T-zoomknop om in te zoomen, en op de W-kant om uit te zoomen.
• Wanneer de zoomvergroting hoger wordt dan 3×, raadpleegt u pagina 53.
Opmerking
• U kunt de zoomvergrotingsfactor niet veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden.
T-kant
W-kant
bediening
Index
Zoeken op
Zoeken in MENU/
16
NL
DISP (schermweergave­instellingen)
1 Druk op DISP (schermweergave-instelingen) op de besturingsknop.
2 Selecteer de gewenste functie met de besturingsknop.
(Helder +
alleen Beeld)
Hiermee kunt u het scherm helderder maken en alleen het beeld weergeven.
bediening
Inhoud
Zoeken op
(Helder + Belichtingsgeg.) (alleen
weergavefunctie)
(Helder) Hiermee kunt u het scherm helderder maken en
(Normaal) Hiermee kunt u het scherm instellen op de
Opmerking
• Als u beelden weergeeft in helder zonlicht buiten, stelt u de helderheid van het scherm hoger in. De batterijlading kan in dat geval echter sneller opraken.
Hiermee kunt u het scherm helderder maken en de informatie weergeven. De Exif-gegevens van het opgenomen beeld worden ook weergegeven.
de informatie weergeven.
standaard helderheid en de informatie weergeven.
Zoeken in MENU/
Index
17
NL

Flitser

1 Druk op (Flitser) op de besturingsknop.
2 Selecteer de gewenste functie met de besturingsknop.
(Autom.) De flitser gaat automatisch af bij opnemen op donkere plaatsen of
met tegenlicht.
(Aan) De flitser gaat altijd af.
(Lgz
synchro)
(Uit) De flitser gaat niet af.
De flitser gaat altijd af. Op donkere plaatsen is de sluitertijd lang om de achtergrond die buiten het bereik van het flitslicht valt toch helder op te nemen.
bediening
Inhoud
Zoeken op
Opmerkingen
• De flitser gaat tweemaal af. De eerste keer is om de lichthoeveelheid in te stellen.
• Tijdens het opladen van de flitser wordt afgebeeld.
• U kunt de flitser niet gebruiken tijdens opnemen in de burstfunctie.
• U kunt alleen [Autom.] of [Uit] selecteren wanneer de camera in de intelligente automatische instelfunctie of de eenvoudig-functie staat.
zWanneer "witte, ronde vlekken" verschijnen in
flitsopnamen
Dit wordt veroorzaakt door deeltjes (stof, pollen, enz.) die dichtbij de lens zweven. Wanneer deze worden belicht door het flitslicht van de camera, worden ze zichtbaar als witte, ronde vlekken.
Camera
Onderwerp
Deeltjes (stof, pollen, enz.) in de lucht
Hoe kunt u de "witte, ronde vlekken" tegengaan?
• Verlicht het vertrek en neem het onderwerp zonder flitser op.
• Selecteer (Hoge gevoeligheid) als de scènekeuzefunctie. ([Uit] wordt automatisch geselecteerd.)
Zoeken in MENU/
Index
18
NL

Lach-sluiter

Wanneer de camera een lachende mond herkent, kunt u hiermee de sluiter automatisch ontspannen.
1 Druk op (lach) op de besturingsknop.
2 Wacht terwijl een lach wordt herkend.
Wanneer het lachniveau hoger wordt dan het b niveau op de indicator, neemt de camera de beelden automatisch op. Als u in de lach-sluiterfunctie op de ontspanknop drukt, neemt de camera het beeld op en keert daarna terug naar de lach­sluiterfunctie.
3 Om met het opnemen te stoppen, drukt u
nogmaals op (lach).
Opmerkingen
• Het opnemen in de lach-sluiterfunctie eindigt automatisch wanneer de geheugenkaart of het interne geheugen vol raakt.
• Het is mogelijk dat een lach niet goed wordt herkend, afhankelijk van de omstandigheden.
• U kunt de digitale-zoomfunctie niet gebruiken.
• Tijdens het opnemen van bewegende beelden kan de lach-sluiterfunctie niet worden gebruikt.
Gezichtsherkenningskader
Lach­herkenningsgevoeligheidindicator
Inhoud
bediening
Index
Zoeken op
Zoeken in MENU/
zTips voor het goed herkennen van een lachende
mond
1 Bedek de ogen niet met uw pony.
Bedek het gezicht niet met een hoed, masker, zonnebril, enz.
2 Probeer het gezicht naar de camera te richten en kijk
recht vooruit. Houd de ogen toegeknepen.
3 Lach duidelijk en met een open mond. De lach is
gemakkelijker te herkennen wanneer de tanden zichtbaar zijn.
• De sluiter wordt ontspannen zodra een persoon waarvan het gezicht is herkend begint te lachen.
• Als geen lach wordt herkend, stelt u [Lach-herkenn.gevoeligheid] in op het instelmenu.
19
NL

Zelfontsp.

1 Druk op (Zelfontsp.) op de besturingsknop.
2 Selecteer de gewenste functie met de besturingsknop.
(Uit) Hiermee kunt u het gebruik van de zelfontspanner uitschakelen.
(10 sec) Hiermee kunt u de zelfontspanner instellen op een vertraging van
10 seconden. Als u op de ontspanknop drukt, knippert het zelfontspannerlampje en klinkt een pieptoon totdat de sluiter wordt ontspannen. Druk nogmaals op om te annuleren.
(2 sec) Hiermee kunt u de zelfontspanner instellen op een vertraging van
2 seconden.
Opmerking
• In de eenvoudig-functie kunt u alleen [10 sec] of [Uit] selecteren.
zDe kans op wazige beelden verkleinen met de
2 seconden zelfontspanner
Gebruik de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden om wazige beelden te voorkomen. 2 seconden nadat u op de ontspanknop hebt gedrukt wordt de sluiter ontspannen, waardoor camerabeweging als gevolg van het drukken op de ontspanknop wordt verminderd.
Inhoud
bediening
Index
Zoeken op
Zoeken in MENU/
20
NL

Stilstaande beelden weergeven

1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
2 Selecteer een beeld met de besturingsknop.
Inhoud
bediening
Zoeken op
Zoeken in MENU/
Index
21
NL

Weergavezoom

U kunt de beelden vergroot weergeven.
1 Druk tijdens het weergeven van stilstaande beelden
op de (weergavezoom-)knop.
Het beeld wordt vergroot tot tweemaal de voorgaande grootte vanuit het midden van het beeld.
2 Selecteer het weergegeven gedeelte van het totale
beeld met behulp van de besturingsknop.
3 Verander de zoomvergroting met behulp van de W/T-
zoomknop.
Druk op de T-kant ( ) van de knop om in te zoomen, en op de W­kant om uit te zoomen. Druk op z om de weergavezoom te annuleren.
zVergrote beelden opslaan
U kunt een vergroot beeld opslaan door de trimfunctie te gebruiken. Druk op MENU t [Bijwerken] t [Trimmen (formaat wijz.)].
Geeft het weergegeven gebied aan binnen het volledige beeld
Inhoud
bediening
Zoeken op
Zoeken in MENU/
Index
22
NL

Beeldindex

U kunt meerdere beelden tegelijkertijd weergeven.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
Inhoud
2 Druk op de (index-)knop om het indexweergavescherm weer te geven.
Druk nogmaals op de knop om een indexscherm met nog meer beelden weer te geven.
3 Om terug te keren naar het enkelbeeldweergavescherm, selecteert u een
beeld met de besturingsknop, en drukt u daarna op z.
Opmerking
• Als tijdens het weergeven van het indexweergavescherm de camera wordt ingesteld op de eenvoudig­functie, verandert het LCD-scherm naar het enkelbeeldweergavescherm. U kunt tijdens het gebruik van de eenvoudig-functie geen beelden bekijken op het indexweergavescherm.
zBeelden in de gewenste map weergeven
Selecteer de linkerzijbalk met behulp van de besturingsknop, en selecteer daarna de map met v/V.
bediening
Index
Zoeken op
Zoeken in MENU/
23
NL

Wissen

U kunt ongewenste beelden selecteren om te wissen. U kunt ook beelden wissen met de MENU­toets (pagina 47).
1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
2 (wis-)toets t gewenste functie t z op de besturingsknop
Alle in deze map Hiermee wist u alle beelden in de geselecteerde map
tegelijkertijd. Druk op [OK] t z na stap 2.
Meerdere beelden Hiermee kunt u meerdere beelden selecteren om te wissen.
Voer de volgende handelingen uit na stap 2. 1Selecteer een beeld en druk daarna op z.
Herhaal de bovenstaande stappen tot u geen beelden meer wilt wissen. Selecteer een beeld met een markering om de markering op te heffen.
2MENU t [OK] t z
Dit beeld Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld in de
enkelbeeldweergavefunctie wissen.
Sluiten Hiermee kunt u het wissen annuleren.
Opmerking
• In de eenvoudig-functie kunt u alleen het huidig weergegeven beeld wissen.
Inhoud
bediening
Index
Zoeken op
Zoeken in MENU/
zU kunt wisselen tussen de indexweergavefunctie en
de enkelbeeldweergavefunctie tijdens het selecteren van beelden.
Druk in de indexweergavefunctie op de T-kant ( , weergavezoom) van de knop om terug te keren naar de enkelbeeldweergavefunctie, en druk op de W-kant ( , index) van de knop om terug te keren naar de indexweergavefunctie.
• U kunt ook wisselen tussen de indexweergavefunctie en de enkelbeeldweergavefunctie bij [Beveiligen], [DPOF] of [Afdrukken].
24
NL

Bewegende beelden weergeven

1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
2 Selecteer bewegende beelden met de besturingsknop.
3 Druk op z.
De weergave van de bewegende beelden begint.
Besturingsknop Weergavefunctie
z Normaal weergeven/pauzeren
B Vooruitspoelen
b Achteruitspoelen
Opmerkingen
• U kunt met deze camera niet naar het geluid luisteren wanneer bewegende beelden worden weergegeven.
• Het kan onmogelijk zijn sommige beelden weer te geven die zijn opgenomen op een andere camera.
zOver het weergavescherm voor bewegende
beelden
Selecteer het beeld dat u wilt weergeven met b/B op de besturingsknop en druk daarna op z.
De weergavebalk wordt afgebeeld, en u kunt een weergavemoment in een filmpje controleren.
Inhoud
bediening
Index
Zoeken op
Zoeken in MENU/
bewegende beelden. Het afgebeelde pictogram kan verschillen afhankelijk van het beeldformaat.
Weergavebalk
of wordt afgebeeld in het weergavescherm voor
25
NL

Opn.functie

U kunt de stilstaand-beeldopnamefunctie instellen.
1 Zet de functieknop in de stand (stilstaand beeld). 2 MENU t (Opn.functie) t gewenste functie
Inhoud
(Slim automatisch instellen)
(Autom.
Programma)
(Scènekeuze) Hiermee kunt u opnemen met vooraf gemaakte instellingen,
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen terwijl de instellingen automatisch worden aangepast (pagina 27).
Hiermee kunt u opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde) (pagina 28). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu.
afhankelijk van de scène (pagina 29).
bediening
Index
Zoeken op
Zoeken in MENU/
26
NL

Slim automatisch instellen

Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen terwijl de instellingen automatisch worden aangepast.
1 Zet de functieknop in de stand (stilstaand beeld). 2 MENU t (Opn.functie) t (Slim automatisch instellen) t z op
de besturingsknop
3 Neem op met de ontspanknop.
Opmerking
• De flitserfunctie is ingesteld op [Autom.] of [Uit].
bediening
Inhoud
Zoeken op
zOver de scèneherkenning
De scèneherkenning werkt in de intelligente automatische instelfunctie. In deze functie herkent de camera automatisch de opnameomstandigheden en neemt het beeld automatisch op.
Pictogram van de scèneherkenning en gids
De camera herkent (Schemer), (Schemer-portret), (Tegenlichtopname),
(Portretopn. met tegenlicht), (Landschap), (Macro) of (Portretopname), en beeldt het betreffende pictogram en de gids af op het LCD-scherm nadat de scène is herkend.
zEen stilstaand beeld opnemen van een onderwerp
waarop moeilijk scherpgesteld kan worden
• De minimale opnameafstand is ongeveer 5 cm (W-kant), 40 cm (T-kant) (vanaf de lens).
• Als de camera niet automatisch op het onderwerp kan scherpstellen, verandert de AE/AF-
vergrendelingsindicator naar langzaam knipperen en klinkt geen pieptoon. Stel de opname opnieuw samen of verander de scherpstellingsinstelling (pagina 39).
In de volgende situaties kan het moeilijk zijn scherp te stellen:
– Als het donker is en het onderwerp ver weg is. – Als het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond slecht is. – Als het onderwerp door glas wordt opgenomen. – Als het onderwerp snel beweegt. – Bij reflecterend licht of glimmende oppervlakken. – Als het onderwerp van achteren wordt belicht of als er een zwaailicht in de buurt is.
Zoeken in MENU/
Index
27
NL

Autom. Programma

Hiermee kunt u opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu.
1 Zet de functieknop in de stand (stilstaand beeld). 2 MENU t (Opn.functie) t (Autom. Programma) t z op de
besturingsknop
3 Neem op met de ontspanknop.
Inhoud
bediening
Zoeken op
Zoeken in MENU/
Index
28
NL

Scènekeuze

Voor opnemen met vooraf gemaakte instellingen, afhankelijk van de scène.
1 Zet de functieknop in de stand (stilstaand beeld). 2 MENU t (Opn.functie) t (Scènekeuze) t z op de
besturingsknop t gewenste functie
(Hoge
gevoeligheid)
Hiermee kunt u beelden opnemen zonder flitser onder zwakke belichting met minder wazigheid.
bediening
Inhoud
Zoeken op
(Soft Snap)
(Landschap)
(Schemer-
portret)
(Schemer)
(Voedsel)
(Strand)
Hiermee kunt u beelden opnemen in een zachtere sfeer voor portretopnamen, bloemen, enz.
Hiermee kunt u ver verwijderde scènes eenvoudig opnemen door scherp te stellen in de verte. U kunt zo een levendig blauwe lucht en prachtige bloemenkleuren opnemen.
Hiermee kunt u scherpe beelden opnemen van mensen met een nachtscène in de achtergrond zonder de atmosfeer geweld aan te doen.
Hiermee kunt u nachtscènes van veraf opnemen met behoud van de donkere atmosfeer van de omgeving.
Hiermee kunt u overschakelen naar de macrofunctie zodat u opnamen van voedsel kunt maken met verrukkelijke en felle kleuren.
Hiermee kunt u de blauwe kleur van het water helder vastleggen bij het opnemen van zee- en waterscènes.
Zoeken in MENU/
Index
(Sneeuw)
Opmerking
• Als u beelden opneemt in de (Schemer-portret) of (Schemer) functie, is de sluitertijd langer en worden de beelden eerder wazig. Om wazige beelden te voorkomen, adviseren wij u een statief te gebruiken.
Hiermee kunt u scherpe beelden opnemen en ingezakte kleuren voorkomen in sneeuwscènes of op ander plaatsen waarbij het hele scherm wit lijkt.
29
NL
Loading...
+ 65 hidden pages