Smeg WNL1400, WNL1600 Instructions Manual

WASAUTOMAAT
GEBRUIKSAANWIJZING NL
1
NL
Inhoudsopgave
1. Het nieuwe wassysteem 3
2. Aanwijzingen voor de veiligheid en het gebruik 4
3. Aanwijzingen voor de installatie 7
4. Beschrijving van de bediening 10
5. Gebruik van de machine om te wassen 15
6. Schoonmaak en onderhoud 21
7. Aanwijzingen bij storingen 24
8. Bedieningspaneel symbolen 26
Dit apparaat is voorzien van een merkteken in de zin van de Europese richtlijn 2002/96/EG betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). In deze richtlijn worden de voor het gehele territorium van de Europese unie geldende normen vastgelegd voor het inzamelen en recyclen van afgedankte apparaten.
Het symbool met de doorgestreepte vuilnisbak op het apparaat of op de verpakking geeft aan dat het product op het einde van zijn levenscyclus afzonderlijk van het gewoon huishoudelijk afval moet worden afgedankt en hiervoor naar een centrum voor gescheiden afvalophaling voor de recyclage van elektrische en elektronische apparatuur wordt gebracht of wordt terugbezorgd aan de verkoper op het moment waarop een nieuw gelijkwaardig apparaat wordt aangekocht, in een verhouding van één op één. De correcte gescheiden afvalophaling met het oog op de daaropvolgende recyclage, verwerking en milieuvriendelijke afdanking van het apparaat draagt bij tot het voorkomen van mogelijke negatieve invloeden op het milieu en de gezondheid, en bevordert de recyclage van de materialen waaruit het product is samengesteld. Illegaal afdanken van het product door de gebruiker brengt volgens de wet administratieve sancties met zich mee.
2
NL
1. HET NIEUWE WASSYSTEEM
Deze nieuwe wasautomaat is het resultaat van een jarenlang research. Hoge kwaliteitsvereisten, zowel bij het ontwerp, als bij de productie garanderen een lange levensduur ervan. Het ontwerp voldoet aan alle actuele en toekomstige vereisten van een moderne behandeling van de was.
Het gematigde gebruik van water, energie en wasmiddel werkt mee aan de bescherming van het milieu en verzekert een maximale zuinigheid tijdens de werking van de wasautomaat.
Het verbruik van water en energie is bij alle programma’s verminderd.
Om dit te bereiken, maakt de wasautomaat gebruik van een speciaal wassysteem, dat efficiënt is bij alle programma’s en voor alle weefsels. De trommel is gemaakt met drie externe bladen, die het water continu laten circuleren en het op die manier mogelijk maken met minder water intensief en gelijkmatig te wassen. Dankzij dit systeem wordt de was voorzichtig gewassen en behandeld.
Het nieuwe wassysteem is zo efficiënt, dat de normaal vuile was altijd gewassen kan worden met een programma zonder voorwas.
Op die manier worden ook de wastijden verkort. De voorwas is alleen raadzaam bij erg vuile was.
Aangeraden wordt de gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen om volledig van alle mogelijkheden en voordelen gebruik te kunnen maken, die deze wasautomaat biedt.
Waarschuwing!
Wij raden u aan alle aanwijzingen in deze handleiding aandachtig door te lezen, om de meest geschikte omstandigheden te leren kennen voor een correct en veilig gebruik van het apparaat. De afzonderlijke paragrafen zijn zodanig opgesteld dat u alle functies van het apparaat stap voor stap leert kennen. De teksten zijn eenvoudig te begrijpen en voorzien van gedetailleerde afbeeldingen. Met deze handleiding, die eenvoudig te raadplegen is, kunt u alle vragen beantwoorden die kunnen ontstaan met betrekking tot het gebruik van uw nieuwe wasmachine. Het is erg belangrijk dat deze gebruiksaanwijzing bij de apparatuur bewaard wordt, om deze in de toekomst te kunnen raadplegen. Als de machine verkocht of verplaatst wordt, dient men zich ervan te verzekeren dat de gebruiksaanwijzing deze altijd begeleidt, zodat men zich over de werking kan informeren.
3
NL
2. AANWIJZINGEN VOOR DE VEILIGHEID EN HET GEBRUIK
Waarschuwing!
Deze aanwijzingen worden verschaft om veiligheidsredenen. Deze dienen voorafgaande aan de installatie en het gebruik aandachtig te worden doorgelezen.
Deze gebruiksaanwijzing maakt integrerend deel uit van het apparaat: deze dient altijd onbeschadigd samen met het apparaat bewaard te worden. Vooraleer het apparaat te gebruiken, raden we aan alle aanwijzingen in deze handleiding aandachtig te lezen. De installatie dient te worden verricht door gekwalificeerd personeel met inachtneming van de geldende voorschriften. Dit apparaat is gemaakt voor huishoudelijk gebruik. Het is overeenkomstig de richt-lijnen 72/23 EG, 89/336 EG (inclusief de richtlijnen 92/31 EG en 93/68 EG), die op dit moment van kracht zijn. Het apparaat is gemaakt voor de volgende functies: het wassen van was of weefsels, waarvan de fabrikant op het wasetiket verklaart dat deze geschikt zijn voor behandeling in de machine. Elk ander gebruik dient als oneigenlijk beschouwd te worden. De fabrikant wijst elke vorm van aansprakelijkheid af voor ander gebruik dan beschreven wordt.
Het identificatieplaatje met de technische gegevens, het serienummer en de markering is zichtbaar aangebracht op het gedeelte dan men ziet, nadat het wasmachinedeurtje geopend is. Het
identificatieplaatje mag nooit verwijderd worden.
Laat de verpakkingsresten niet onbewaakt in huis achter. Scheid de verschillende afvalmaterialen die van de verpakking afkomstig zijn en breng deze naar de dichtstbijzijnde vuilstortplaats voor gescheiden afvalverwerking.
De elektrische en hydraulische werkzaamheden die nodig zijn voor de installatie van de apparaten dienen te worden verricht door gekwalificeerd personeel.
De aardaansluiting volgens de voorschriften, waar de veiligheidsnormen van de elektrische installaties in voorzien, is verplicht. De fabrikant wijst elke vorm van aansprakelijkheid af voor eventuele
schade aan personen of voorwerpen die voortkomen uit het ontbreken van de aansluiting of een ondeugdelijke aansluiting van de aardleiding.
Indien het apparaat niet via een stekker aangesloten wordt, dient gezorgd te worden voor een omnipolair scheidingsmechanisme met een contactopening van minstens 3 mm.
De stekker die op het stroomsnoer aangesloten dient te worden en het bijbehorende stopcontact dienen van hetzelfde type te zijn en overeenkomstig de geldende voorschriften. Controleer dat de waarden betreffende de netspanning en –frequentie overeenkomen met de op het identificatieplaatje weergegeven waarden. Gebruik geen verloopstekkers of shunts. Haal de stekker nooit uit het stopcontact door aan het stroomsnoer te trekken.
De machine is alleen dan van het elektriciteitsnet losgekoppeld, als de stekker uit het stopcontact genomen is, of als de hoofdschakelaar van de elektrische installatie uitgeschakeld is. De stekker dient na de installatie toegankelijk te zijn.
Het apparaat dient te worden geïnstalleerd door nieuwe groepen flexibele slangen (die deel uitmaken van de uitrusting van de machine) te gebruiken. De oude groepen flexibele slangen dienen niet opnieuw te worden gebruikt.
Let op dat het apparaat niet op het stroomsnoer staat. Voor het gebruik dient men zich ervan te verzekering dat de spoelruimte-eenheid gedeblokkeerd is (zie
instructies). Indien de spoelruimte-eenheid niet gedeblokkeerd is, kan deze de wasautomaat en de meubels of zich in de buurt bevindende apparatuur tijdens het centrifugeren beschadigen.
De wasautomaat mag absoluut niet gebruikt worden op voertuigen, aan boord van schepen of vliegtuigen of in omgevingen met bijzondere omstandigheden, zoals bijvoorbeeld, omgevingen met explosie- of corrosiegevaar (stoffen, dampen of gassen) of explosieve en/of bijtende vloeistoffen.
Zet de wasautomaat niet in een omgeving die aan vrieskou blootstaat. Bevroren leidingen kunnen onder druk barsten.
4
NL
5
Verzeker u ervan dat de afvoerslang, die op de wasbak aangesloten is, stevig vastzit en zich niet kan bewegen.
Als deze niet geblokkeerd is, kan de afstotende kracht van het water deze van de wasbak verplaatsen met gevaar voor overstroming.
Controleer bij het bevestigen van de slang op een wasbak bovendien dat het water snel wegstroomt, om het gevaar dat de wasbak overloopt te voorkomen.
Overbelast de machine niet. Gebruik bij het wassen in geen geval wasmiddelen voor de wasautomaat die oplosmiddelen of
chemische producten bevatten.
Deze zouden de machine kunnen beschadigen en giftige dampen kunnen vormen. Deze kunnen bovendien in brand vliegen en ontploffen.
Kleding vol met olieproducten mag niet in de machine gewassen worden. Controleer voor het wassen dat er zich in de kleding geen brandbare voorwerpen bevinden (bij v.: aanstekers, lucifers, enz.). Indien vluchtige vloeistoffen gebruikt worden bij de reiniging, dient men zich ervan te verzekeren dat de stoffen van de kleding gehaald zijn, alvorens deze in de machine te doen.
Alvorens de kleding erin te doen om deze te wassen, dient men zich ervan te verzekeren dat de zakken leeg zijn, de knopen goed dichtgeknoopt zijn en de ritssluitingen dicht zitt en. Was geen rafelige of gescheurde kleding.
Als u met hoge temperaturen wast, wordt het wasmachinedeurtje erg warm.
Alvorens het wasmachinedeurtje te openen, dient men te controleren dat het water volledig afgevoerd is.
Als er nog water is, open het deurtje dan alleen na het te hebben weggepompt. Lees de handleiding in geval van twijfel.
Het water in de machine is geen drinkwater!
Het inslikken van wasmiddelen voor wasmachines kan letsel in mond en keel ve roorzaken. Alvorens de was uit de wasautomaat te nemen, dient men zich ervan te verzekeren dat de trommel
stilstaat.
Schakel de machine na elk gebruik uit, om verlies van elektrische energie te voorkomen. Laat het wasmachinedeurtje als u de machine niet gebruikt op een kier staan om de dichting in goede
staat te houden.
Lange rustperiode.
Indien de machine gedurende lange tijd niet gebruikt wordt, is het raadzaam: de elektrische en wateraansluitingen los te koppelen en het wasmachinedeurtje op een kier te laten om te voorkomen dat zich onaangename luchtjes vormen.
Probeer de machine niet zelf te repareren in geval van storing. Koppel de machine van het elektriciteitsnet los en draai de waterkraan dicht. Neem vervolgens contact op met een erkende monteur. De reparaties dienen uitsluitend door erkende monteurs verricht te worden. Reparaties die niet door erkende monteurs verricht zijn, kunnen gevaren voor de gebruiker veroorzaken.
Het afgedankte apparaat dient onbruikbaar te worden gemaakt: zorg ervoor dat het oude wasmachinedeurtje onbruikbaar wordt (zo wordt vermeden dat kinderen zich al spelend op kunnen sluiten en zich in een levensgevaarlijke situatie bevinden) en snijd de stroomkabel door, na de stekker uit het stopcontact te hebben gehaald. Het apparaat dient vervolgens naar een vuilstortplaats voor gescheiden afvalverwerking te worden gebracht.
Het apparaat mag alleen door volwassenen gebruikt worden.
Sta kinderen niet toe aan de knoppen te komen of met de wasautomaat te spelen.
Laat kinderen niet in de buurt komen als het programma loopt. Houd kinderen dus uit de buurt van de wasautomaat. Jonge dieren en kleine kinderen kunnen in de wa sautomaat gaat zitten.
NL
6
Controleer daarom voor gebruik altijd eerst de binnenkant van de trommel en voorkom dat kinderen met het apparaat spelen.
De materialen waar de verpakking uit bestaat (plastic zakken, piepschuim, metalen profielen, enz.) dienen buiten het bereik van kinderen gehouden te worden. Houd kinderen uit de buurt van de machine met open wasmachinedeurtje, of met open waspoederbakje. In het apparaat kunnen zich resten wasmiddel bevinden, die onherstelbare schade aan de ogen, mond en keel kunnen aanrichten en ook verstikkingsdood kunn en veroorzaken.
Belangrijk!
Deze apparatuur is gebruikersvriendelijk. Om de beste resultaten te bereiken is het echter belangrijk deze handleiding aandachtig door te lezen en alle aanwijzingen te verrichten, alvorens deze in werking te stellen. De handleiding verschaft behalve aanwijzingen betreffende een correcte installatie, het gebruik en onderhoud, ook nuttig advies.
De fabrikant wijst elke vorm van aansprakelijkheid af voor schade geleden door personen of voorwerpen, veroorzaakt door de niet-inachtneming van de bovenbeschreven voorschriften of die voortkomen uit het knoeien met ook slechts één enkel onderdeel van het apparaat en door het gebruik van niet originele reserveonderdelen.
NL
7
3. AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
Belangrijk!
Het apparaat dient volgens de geldende voorschriften door een erkende monteu r te worden geïnstalleerd. De wasautomaat is behoorlijk zwaar. Kijk uit bij het optillen.
3.1 UITPAKKEN
De binnenkant van de machine bestaat uit een oscillere nde groep, die voor het transport geblokkeerd wordt door de schroeven (A) aan de achterkant van de wasa utomaat.
1. Deblokkeer de groep door bovengenoemde schroeven met een sleutel van 13 mm los te draaien.
2. Verwijder de schroeven (A) en de bijb ehorende afstandsstukken (B) van de achterkant van de wasautomaat.
3. Om te voorkomen dat waterspetters in de machine kunnen komen of dat men met de vingers aan onder spanning staande delen komt, dienen de vier door de verwijderde schroeven ontstane open gaten
absoluut met de bijgeleverde kunststof doppen (C) dichtgemaakt te worden.
Let op!
Zet de machine niet op zijn kop en leg deze ook niet op de zijkanten.
Het is raadzaam alle transportveiligheidssystemen te bewaren, die opnieuw dienen te worden aangebracht
indien het apparaat verplaatst wordt.
3.2 HET PLAATSEN EN NIVELLEREN
1. Zet de machi ne op de gekozen plaats.
2. Nivelleer de machine met behulp van een waterpas zorgvuldig in alle richtingen. Stel indien nodig de hoogte van de pootjes af. Blokkeer de pootjes als u hiermee klaar bent met de hiervoor bestemde contramoeren.
De slangen voor de water toe- en afvoer kunnen voor een goede installatie naar rechts of naar links gedraaid worden.
Let op!
Aangeraden wordt deze operatie zorgvuldig uit te voeren om tijdens het gebruik trillingen, geluiden of het verplaatsen van de wasautomaat te voorkomen.
Indien de machine op een vloer geïnstalleerd wordt die bedekt is met vaste vloerbedekking, dient men er zorg voor te dragen dat de openingen aan de onderkant niet versperd worden.
Verzeker u er bovendien van dat de wasautomaat tijdens de werking niet tegen muren, wanden, meubels, enz. staat.
De machine mag niet achter een blokkeerbare deur, een schuifdeur, of een deur met de scharnier aan de tegenovergestelde kant worden geïnstalleerd.
NL
8
3.3 AANSLUITING OP DE WATERTOEVOER
1. Controleer dat de toevoerdruk zich binnen de volgende waarden bevindt: 50-900kPa. Installeer een drukregelaar bij een hogere druk.
2. Sluit de koudwaterslang (blauwe ring) aan op de koudwaterkraan met ¾ gas opening met schroefdraad. Let er hierbij op deze stevig vast te draaien om lekken te voorkomen. De watertoevoerslang mag niet dubbelgevou wen of platgedr uk t worden en mag niet verwisseld of kapotgesneden worden.
3. Indien er een warmwatertoevoer is, mag de temperatuur van het water dat geleverd worden niet hoger zijn dan 60°C en dient de slang met rode ring aangesloten te worden op de warmwaterkraan
Let op!
Indien de aansluiting wordt verricht op nieuwe leidingen of die lange tijd niet gebruikt zijn, dient men een bepaalde hoeveelheid water weg te laten stromen, alvore ns de toevoerslang aan te br engen. Op die manier wordt voorkomen dat eventuele zandafzettingen en andere onzuiverheden de speciale bij de machine geleverde filters verstoppen, die dienen om de watervulkleppen te beschermen.
De nieu we toevoerslang die bij de machine wordt geleverd moet worden gebruikt, en de oude toevoerslang mag niet meer worden gebruikt.
3.4 AANSLUITING OP DE AFVOER
1. Doe het uiteinde van de afvoerslang in een afvoerleiding met een minimum interne doorsnede van 4 cm, op een hoogte tussen de 50 en 90 cm, of goed vastgehaakt (door de kunststof steun op de bocht van de sl ang te gebruiken) op een wasbak of een badkuip.
2. Controleer in ieder geval dat het uiteinde van de afvoersla ng altijd goed bevestigd is, om te voorkomen dat de repulsieve kracht van het water deze kan verplaatsen.
Let op!
Voorkom vouwen of vernauwingen, om het wegstromen van het water te bevorderen.
Een eventuele verlenging van de afvoerslang mag niet langer zijn dan 1 meter, dient dezelfde interne
doorsnede te hebben en mag geen vernauwingen hebbe n.
In geen geval mag het uiteinde van de afvoerslang in het water ondergedompeld zijn.
3.5 AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
Alvorens de stekker in het stopcontact te doen, dient men zich ervan te verzekeren dat:
1. De waarde van de toevoerspanning van de elektrisch e installatie overeenk omt met de waarde die op het
kenmerkenplaatje weergegeven wordt, dat aan de voorkant aangebr acht is, in het gebied dat zichtb aar is bij open wasmachinedeurtje.
2. De meter, de restrictiekleppen, de voedingslijn en het stopcontact gedimensioneer d zij n om de ma ximale
vereiste belasting te verdragen, die op het kenmerkenplaatje weergegeven wordt.
3. Het stopcontact en de bij machine geleverde stekker onderling compatibel zijn zonder tussenschakeling
van verloopstekkers, meervoudige contactdozen, verschillende adaptors, en verlengkabels die verwarming of verbrandingen kunnen veroorzaken. Indien het stopcontact niet overeenkomt met de bijgeleverde stekker, dient men het stopcontact van de installatie met een geschikt type te vervangen.
Loading...
+ 18 hidden pages