Smeg VR115B1 User Manual [nl]

GEBRUIKSAANWIJZING
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN MILIEUTIPS ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN LEER UW APPARAAT KENNEN ONDERHOUD EN SCHOONMAKEN SERVICE
26
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
Het door u aangeschafte apparaat is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk gebruik
Voor een optimaal gebruik van uw apparaat is het raadzaam de gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen, hierin vindt u een beschrijving van het apparaat en adviezen voor het conserveren van voedingsmiddelen.
Bewaar dit boekje zodat u het naderhand nog eens kunt raadplegen.
MILIEUTIPS
1.Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100% recyclebaar en draagt het recyclingssymbool. Voor de verwerking moeten de plaatselijke voorschriften worden nageleefd. Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, stukken polystyreen enz.) moet buiten het bereik van kinderen worden gehouden, omdat het een bron van gevaar kan vormen.
2.Afdanken van het apparaat
Het product is vervaardigd van materiaal dat kan worden gerecycled. Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake Afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA). Door ervoor te zorgen dat dit product op de juiste manier als afval wordt verwerkt, helpt u mogelijk negatieve consequenties voor het milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen die anders zouden kunnen worden veroorzaakt door onjuiste verwerking van dit product als afval.
Het symbool op het product of op de bijbehorende documentatie geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. In plaats daarvan moet het worden afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling van elektrische en elektronische apparaten. Maak het apparaat op het moment dat het wordt afgedankt, onbruikbaar door de deuren te verwijderen en de voedingskabel door te snijden, zodat kinderen niet gemakkelijk in het apparaat kunnen kruipen. Volg de plaatselijke voorschriften voor afvalverwerking op wanneer u het apparaat afdankt en breng het naar een speciaal verwerkingsbedrijf. Laat het apparaat zelfs niet voor enkele dagen onbewaakt achter, omdat het een bron van gevaar voor kinderen is. Voor nadere informatie over de behandeling, terugwinning en recycling van dit product wordt u verzocht contact op te nemen met het stadskantoor in uw woonplaats, uw afvalophaaldienst of de winkel waar u het product heeft aangeschaft.
Controleer na het uitpakken van het apparaat of
1.
het niet beschadigd is en of de deur goed sluit. Uw leverancier dient binnen 24 uur vanaf de levering van het product van eventuele schade op de hoogte te worden gesteld. Het is raadzaam minstens twee uur te wachten
2.
alvorens het apparaat in werking te stellen, om het koelcircuit perfect te kunnen laten functioneren. Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische
3.
aansluiting door een gekwalificeerd technicus worden verricht overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant en de plaatselijke veiligheidsvoorschriften Reinig de binnenkant van het product alvorens
4.
het in gebruik te nemen.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK (het koelcircuit bevat R134a) of HFC (het koelcircuit bevat R600a). Voor apparaten met isobutaan (R600a): isobutaan is een natuurlijk gas dat geen schadelijke invloed heeft op het milieu, maar wel ontvlambaar is. Het is daarom noodzakelijk om te controleren of de leidingen van het koelcircuit niet beschadigd zijn.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is bestemd voor het conserveren
van voedingsmiddelen en is vervaardigd in overeenstemming met de Europese richtlijnen 90/128/EEG, 02/72/EEG en EG Nr. 1935/2004.
Dit product is ontwikkeld, gefabriceerd en op
de markt gebracht in overeenstemming met:
- de veiligheidsvereisten van de Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG;
- de veiligheidsvereisten van de “EMC”-richtlijn 89/336/EEG gewijzigd door de Richtlijn 93/68/CEE;
De elektrische veiligheid is alleen gewaarborgd
wanneer het op de juiste wijze op een efficiënte werkende installatie is aangesloten, die volgens de wettelijke voorschriften is geaard.
27
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
Gebruik het koelvak uitsluitend voor het
bewaren van verse levensmiddelen en het vriesvak uitsluitend voor het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen van verse levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Zorg ervoor dat het product na de installatie
niet op de voedingskabel staat. Bewaar geen dranken in glas in het vriesvak
want deze kunnen barsten. Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de
vriezer komen, aangezien deze zo koud zijn dat ze brandwonden kunnen veroorzaken.
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of onderhoudswerkzaamheden begint.
Installeer het product niet in de buurt van een
warmtebron. Bewaar of gebruik geen benzine of andere
gassen en licht ontvlambare stoffen in de buurt van de koelkast of andere elektrische huishoudelijke apparatuur. De dampen die hieruit voortkomen kunnen brand of explosies veroorzaken.
Laat voor een goede ventilatie aan beide zijden
en boven het apparaat een ruimte vrij. Houd de ventilatie-openingen in de behuizing
van het apparaat of in de omkasting vrij van enige obstructies.
Alle apparaten met ijsmakers en
waterdispensers moeten op een waterleidingnet aangesloten worden dat uitsluitend drinkwater levert (met een waterleidingdruk van tussen de 1,7 en 8,1 bar (25 en 117 PSI)). De ijsmakers en/of waterdispensers die niet rechtstreeks op het waterleidingnet zijn aangesloten, mogen uitsluitend met drinkwater worden gevuld.
Installeer het product waterpas op een vloer
die het gewicht kan dragen en in een ruimte die geschikt is voor de afmetingen en het gebruik van het product.
Plaats het apparaat in een droge en goed
geventileerde ruimte. Het apparaat is afgesteld om te werken in ruimten waarin de temperatuur binnen de volgende waarden ligt, die op hun beurt weer afhankelijk zijn van de klimaatklasse die op het typeplaatje staat aangegeven: Het is mogelijk dat het apparaat niet goed functioneert als het voor een lange tijd in een ruimte wordt gelaten met een hogere of lagere temperatuur dan het genoemde bereik.
Klimaatklasse Omg. temp.
SN Van 10 tot 32 Van 50 tot 90
N Van 16 tot 32 Van 61 tot 90
ST Van 18 tot 38 Van 64 tot 100
T Van 18 tot 43 Van 64 tot 110
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het
apparaat om te voorkomen dat de vloer beschadigd raakt (b.v. park et).
Gebruik geen mechanische systemen of andere
middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve dan die door de fabrikant zijn aanbevolen.
Beschadig het interne vloeistofcircuit van de
koelkast niet. Gebruik geen elektrische apparaten aan de
binnenkant van de vriesvakken voor diepvriesproducten, als die van een ander type zijn dan aanbevolen door de fabrikant.
Het apparaat is niet bestemd om gebruikt te
worden door jonge kinderen of zieke personen zonder lichamelijke controle.
Om het risico te vermijden dat kinderen in de
koelkast opgesloten raken en stikken, mag hen niet worden toegestaan in het product te spelen of zich erin te verstoppen.
De voedingskabel mag uitsluitend worden
vervangen door een bevoegd technicus. Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige
adapters. Het moet mogelijk zijn het apparaat van het
elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker uit het stopcontact te halen of via een tweepolige netschakelaar die bovenstrooms van het stopcontact is geplaatst.
Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenkomt met de spanning in uw woning Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de
vrieselementen niet in (indien bijgeleverd).
(°C)
Omg. temp.
(°F)
28
LEER UW APPARAAT KENNEN
Het apparaat dat u hebt aangeschaft met het symbool, maakt het mogelijk om op perfecte wijze vers en gekookt voedsel in te vriezen, ijsblokjes te maken en diepvriesprodukten of ingevroren voedsel te bewaren. We raden u aan deze gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen, hierin vindt u de beschrijving van het apparaat en nuttige wenken om de beste prestaties te verkrijgen bij het invriezen en bewaren van voedsel.
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT (Fig. 1)
A)Bedieningspaneel
Controlelampje voor de werking van het apparaat (groen lampje)
1.
Alarmlampje voor de temperatuur met geluidssignaal (rood lampje) - indien aanwezig
2.
Controlelampje voor het snelvriezen (geel lampje)
3.
Schakelaar voor het snelvriezen
4.
Knop voor het regelen van de temperatuur in de vrieskast (thermostaat)
5.
Schakelaar voor geluidssignaal bji open deur - indien aanwezig
6.
Manden voor het invriezen en bewaren van diepvriesprodukten.
B)
Mand om alleen produkten te bewaren.
C)
Enkele modellen beschikken over houders met koelvloeistof(eutectica): Haal hen weg van de achterkant van de korf (C) en plaats hen dicht bij elkaar in de korf zelf.
INSTALLATIE
Controleer of het apparaat niet beschadigd is. Eventuele schade, opgelopen tijdens het transport, moet binnen 24 uur na aflevering van het apparaat aan de leverancier gemeld worden. Het apparaat in een droge en goed geventileerde ruimte installeren, ver weg van warmtebronnen zoals kachels, fornuizen, direct zonlicht, enz. Indien dit soort installatie niet mogelijk is, houdt u zich dan aan de volgende zij - afstanden: a) tussen apparaat en gas: minimum 30 cm. b) of elektrisch fornuis: minimum 3 cm. Een andere mogelijkheid bestaat uit het aanbrengen van isolatiepanelen (te koop in speciaalzaken) tussen het apparaat en het fornuis. Het apparaat moet op een vlakke en stevige vloer geïnstalleerd worden, de aanwijzingen opvolgend die vermeld zijn op de mal die zich binnenin het apparaat bevin dt. Laat de vrieskast een paar uur staan vóór het in gebruik nemen: maak intussen de binnenkant schoon met een vochtige spons gedrenkt in een oplossing van lauw water en azijn en breng eventuele meegeleverde accessoires aan.
Attentie:
om deze indien nodig uit het stopcontact te kunnen nemen. Indien de stekker niet bereikbaar is, het ap pa raa t met het elektrisch net verbinden door een tweepolige schakelaar met een opening van tenminste 3 mm tussen de conctacten, deze schakelaar op een bereikbare plaats aanbrengen.
De stekker voor het elektrisch aansluiten van het apparaat moet ook na de installatie bereikbaar zijn
29
ELEKTRISCHE AANSLUITING EN IN GEBRUIK NEMEN
Controleer of de netspanning op het typeplaatje dat zich in de vriesruimte bevindt, overeenkomt met de netspanning van de woning.
Het is wettelijk verplicht het apparaat te aarden. De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan personen of voorwerpen, welke door het niet opvolgen van dit voorschrift kan ontstaan.
Wanneer het apparaat is aangesloten en de thermostaatknop niet op het symbool ● staat, gaan de groene en rode lampjes (1) en (2) aanwezig. Het groene controlelampje blijft steeds branden en betekent dat het apparaat in werking is. Het rode controlelampje blijft branden tot de goede werkingstemperatuur bereikt is. Did lampje gaat weer branden wanneer de temperatuur in de vrieskast stijgt door het vaak of lang openen van de deur, en wanneer het apparaat geladen wordt met vers, in te vriezen voedsel. In did geval, de snelvriesschakelaar aanzetten tot het rode controlelampje uitgaat. Het geluidssignaal betekent het branden van het rode alarmlampje. Did houdt op wanneer het rode controlelampje uitgaat of wanneer het snelvriezen ingeschakeld wordt (geel controlelampje brandt).
branden en treedt het geluidsalarm van de temperatuur in werking, indien
(Afb. 1)
REGELEN VAN DE TEMPERATUUR
Met de thermostaat onderbroken werking. De ideale temperatuur voor het bewaren op lange termijn van diepvriesprodukten of ingevroren voedsel is -18°C. Bij normale omstandigheden (omgevingstemperatuur tussen +25° C en +25°C), wordt aangeraden de thermostaatknop op een middenstand in te stellen. Indien men een lagere of hogere temperatuur dan -18°C in de vrieskast wenst, de thermostaatknop respectievelijk naar een hoger nummer of naar de stand “●” draaien. We herinneren u eraan, dat het instellen van de thermostaat afhankelijk is van de temperatuurwisselingen buiten de vrieskast, van de hoeveelheid te bewaren voedsel, van de frequentie van het openen van de deur en van de plaats waar het apparaat geïnstalleerd is: na enige ervaring zult u de regeling vin den die aan uw wensen voldoet. Om de temperatuur van de diepvriesprodukten te meten, de thermometer (indien meegeleverd) tussen de voedingswaren leggen; indien bovenop de produkten gelegd zou de thermometer de luchttemperatuur aangeven, die niet overeenkomt met de temperatuur van het produkt.
(zie Fig. 1)
kan de temperatuur geregeld worden. De stand betekent een tijdelijk
GEBRUIK VAN DE VRIESKASTRUIMTE
Dit product kan worden uitgerust met een geluidsalarm dat in werking treed t als de deur ongemerkt open wordt gelaten. Indien de deur lang open moet blijven, moet men om geluidssignaal af te zetten, schakelaar (6)
uittrekken.
(zie Fig. 1)
30
INVRIEZEN (Fig. 6)
De maximum hoeveelheid voedsel, uitgedrukt in kg, die ingevroren kan worden in 24 uur, bij een omgevingstemperatuur van 25°C, is aangegeven op het typeplaatje. Indien u de maximum toegelaten hoeveelheid in te vriezen wenst wordt aangeraden de snelvriesschakelaar 4 te gebruiken (geel lampje brandt) 24 uur vóór het laden van de levensmiddelen die meteen op de roosters gelegd moeten worden zonder gebruik te maken van de manden. Na het invriezen, moet de vrieskast weer op de normale werking ingesteld worden door de snelvriesschakelaar uit te schakelen (geel lampje gaat uit). De invriestijden zijn korter voor lagere hoeveelheden. Heel kleine hoeveelheden kunnen ingevroren worden zonder de snelvriesschakelaar te gebruiken. Nooit warme gerechten of gedeeltelijk ontdooid voedsel in de vrieskast opbergen. De levensmiddelen inpakken in aluminium, plastic folie of daartoe bestemde bakjes. De pakjes voorzien van een etiket met invriesdatum en inhoud. In de vrieskast kan de juiste temperatuur voor het bewaren van levensmiddelen behouden blijven, ook in geval van stroomonderbreking, gedurende ongeveer 15 uur; er wordt wel aangeraden om de vrieskastdeur tijdens deze periode niet te openen.
Door de goede hermetische sluiting van de vrieskastdeur is het niet mogelijk deze meteen na het sluiten
N.B.
weer open te maken; wacht enkele minuten.
MAKEN VAN IJSBLOKJES
De ijsbakjes voor drie-vierde met water vullen en ze in het bovenste vak van de invriesruimte plaatsen. Indien de ijsbakjes vastvriezen aan de bodem, probeer dan niet om ze met scherpe of puntige voorwerpen te verwijderen waardoor u het apparaat zou kunnen beschadigen, gebr uik liever de steel van een lepel.
Attentie:
kunnen deze brandwonden veroorzaken. Geen vloeistoffen in glas in de vrieskast plaatsen.
Geen ijsblokjes of waterijs onmiddellijk nadat het uit de vrieskast komt opeten, door de koude
BEWAREN VAN DIEPVRIESPRODUKTEN
Bij het inkopen van diepvriesprodukten, nakijken of de verpakking niet beschadigd is, niet bol staat of geen vochtvlekken vertoont. De diepvriesprodukten zo vlug mogelijk in de vrieskast opbergen om te voorkomen dat een verhoodge temperatuur tijdens het vervoer de versheid benadeelt. In elk geval moeten deze produkten verbruikt worden vóór de vervaldatum aangegeven op de verpakking.
ONTDOOIEN
Enkele raadgevingen:
Groente om te koken: Vlees in het algemeen (grote stukken):
verwijderen. Het vlees een paar uur bij omgevingstemperatuur laten rusten vóór u het bereidt.
(Kleine stukken):
Ontdooien in de koelkast, zonder de verpakking te verwijderen of bereiden wanneer de vis half ontdooid is.
Vis: Voorgekookte gerechten:
ontdooien in de koelkast.
Fruit:
niet ontdooien maar direct in kokend water brengen en zoals gebruikelijk bereiden.
ontdooien in de koelkast zonder de oorspronkelijke verpakking te
Ontdooien bij omgevingstemperatuur of meteen bereiden.
meteen in de oven bereiden zonder het aluminium bakje te verwijderen.
ONTDOOIEN VAN DE VRIESKAST
De rijp moet minstens twee keer per jaar verwijderd worden of in elk geval wanneer de rijplaag een bepaalde dikte gekregen heeft. Tussen het ontdooien in, wordt angeraden om regelmatig de rijp van de diepvriesplaat te verwijderen met een schepje, geen scherpe of puntige voorwerpen gebruiken. Iedere schade veroorzaakt door het gebruik van deze voorwerpen valt niet onder de garantie. Indien mogelijk de vrieskast ontdooien wanneer er weinig of geen voedingswaren opgeborgen zijn. Indien er nog ingevroren voedsel is, zet dan een tijdje vóór u met ontdooien begint, de snelvriesschakelaar aan zodat het voedsel nog kouder wordt. Het ingevroren voedsel inpakken in krantenpapier (of in een deken) en het zolang in de koelkast of op een koele plaats bewaren. De thermostaatknop op stand ● instellen, de stekker uit het stopcontact nemen en de deur openlaten. Verwijder de uittrekbare manden door ze aan de voorkant op te tillen. Wees voorzichtig met ontdooi- sprays die in speciaalzaken te koop zijn: deze kunnen schadelijke bestanddelen bevatten. Na het ontdooien de vrieskast zorgvuldig schoonmaken en nadrogen. Het apparaat weer aansluiten op het lichtnet en de snelvriesschakelaar aanzetten. De ingevroren produkten weer opbergen. Twee uur na het uitgaan var het rode controlelampje, de snelvriesschakelaar uitzetten.
31
ONDERHOUD EN SCHOONMAKEN
De goede werking en de levensduur van het apparaat zijn afhankelijk van een juist en regelmatig onderhoud. Haal steeds de stekker uit het stopcontact vóór dat u aan de werkzaamheden begint. De binnenkant regelmatig schoonmaken met een oplossing van lauw water en azijn. Spoelen en nadrogen. Nooit schuurmiddelen of afwasmiddelen gebruiken. De pakking van de deur regelmatig met water schoonmaken en zorgvuldig nadrogen. Vermijden dat de pakking bevuild wordt met olie of vet. Na het schoonmaken niet vergeten het apparaat weer aan te sluiten.
RAADGEVINGEN IN GEVAL VAN AFWEZIGHEID
Indien de afwezigheid van lange duur is, het apparaat uitschakelen door de stekker uit het stopcontact te nemen; de vrieskast helemaal leeg maken. Schoonmaken en de deur open laten. Indien de afwezigheid van korte duur is, het apparaat aangesloten laten.
Een foutieve werking van het apparaat is niet altijd te wijten aan een defect, maar wordt vaak veroorzaakt door een verkeerd gebruik of onjuiste installatie. Om onnodige service diensten, met de daaraan verbonden kosten te vermijden, raden wij u aan als volgt te handelen:
1.Indien de temperatuur in het apparaat niet laag genoeg is en het rode alarmlampje flikkert of continu blijft branden.
De deur perfect sluit
De thermostaat op de juiste stand staat (zie hoofdstuk “Regelen van de temperatuur”)
Het apparaat niet te dicht bij warmtebronnen staat
De lucht vrij kan circuleren door de ventilatie - openingen
Er niet te veel rijp op de wanden van de vrieskast is.
Indien het produkt voorzien is van een schuif deze uit te trekken en schoon te maken met een borstel.
2.Indien de compressor continu werkt kan dit door de volgende redenen komen:
De invriesschakelaar is aangezet
De omgevingstemperatuur is te hoog
Het gebruik van de vrieskast is zeer intensief met vaak openmaken van de deur.
3.Het apparaat maakt teveel lawaai.
Het apparaat goed waterpas staat.
4.Het apparaat werkt niet.
• De thermostaatknop niet op stand ● staat
• Er elektrische stroom is
• De stekker goed in het wandcontact is aangebracht
• De eventuele aanwezige automatische zekering van de elektrische installatie van de woning niet
uitgeschakeld is en dat de smeltzekeringen bij de meter niet doorgebrand zijn
• De voedingskabel niet gebroken is (zie ook “Opmerking”).
Opmerking:
nieuwe kabel aanbrengen ervoor zorgend dat deze op de juiste wijze verbonden wordt. Indien, na voorgaande controles te hebben uitgevoerd, het apparaat niet normaal werkt, kunt u zich wenden tot de Service Dienst. De adressen zijn vermeld in het garantieboekje en in de telefoongids; vermeldt het soort storing, het model en het serienummer van het apparaat.
Indien de voedingskabel vervangen moet worden, de stekker uit het stopcontact halen, een
Controleer of:
Controleer of:
(zie Fig. 11)
Controleer of:
geplaatst aan de linker onderkant, wordt aangera den
32
D
GB
F
NL
E
P
GR
S
N
DK
FIN
PL
CZ
SK
H
RUS
BG
RO
UNDER COUNTERS
I
Super SETMO SYSTEM
P 2
min 40 mm
N° 1
P 2
3 mm
N° 5
N° 12 - Ø 3,5 x 14
N° 2
Loading...
+ 18 hidden pages