5. REGELING VAN HET GAS ________________________________ 46
6. LAATSTE HANDELINGEN_________________________________ 50
7. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT ___________________________ 52
8. REINIGING EN ONDERHOUD _____________________________ 54
DEZE INSTRUCTIES ZIJN ALLEEN GELDIG VOOR DE LANDEN VAN BESTEMMING
WAARVAN DE IDENTIFICATIESYMBOLEN OP DE VOORZIJDE VAN DEZE HANDLEIDING
STAAN.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: zijn bestemd voor de
gekwalificeerde technicus die de gasinstallatie moet controleren en de
installatie, de inbedrijfstelling en de keuring van het apparaat moet
uitvoeren.
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: geven gebruiksadviezen,
beschrijving van de bedieningen en de juiste reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden voor het apparaat.
38
Presentatie
1. VEILIGHEIDS- EN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
DEZE HANDLEIDING MAAKT DEEL UIT VAN HET APPARAAT EN MOET
DERHALVE IN ZIJN GEHEEL BINNEN HANDBEREIK ERVAN BEWAARD
WORDEN GEDURENDE DE HELE LEVENSDUUR VAN DE KOOKPLAAT.
WIJ ADVISEREN DEZE HANDLEIDING EN ALLE AANWIJZINGEN ERIN
AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS DE KOOKPLAAT TE
GEBRUIKEN. BEWAAR OOK DE SERIE BIJGELEVERDE MONDSTUKKEN.
HET APPARAAT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD DOOR
GEKWALIFICEERD PERSONEEL MET INACHTNEMING VAN DE
GELDENDE NORMEN. DIT APPARAAT IS BEDOELD VOOR
HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN VOLDOET AAN DE GELDENDE NORMEN
DIE OP DIT MOMENT VAN KRACHT ZIJN. HET APPARAAT IS GEBOUWD
OM DE VOLGENDE FUNCTIE TE VERVULLEN: BEREIDING EN OPWARMEN VAN VOEDSEL; IEDER ANDERSOORTIGE GEBRUIK DIENT
ALS ONEIGENLIJK GEBRUIK TE WORDEN BESCHOUWD.
DE FABRIKANT WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID VOOR ANDER
GEBRUIK DAN IS AANGEGEVEN, AF.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN HUIS
ACHTER. SCHEID DE VERSCHILLENDE AFVALMATERIALEN VAN DE
VERPAKKING EN OVERHANDIG HEN AAN HET DICHTSTBIJZIJNDE
CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALVERWERKING.
VERBINDING MET DE AARDE IS VERPLICHT VOLGENS DE
TOEPASSELIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN DE ELEKTRISCHE
INSTALLATIE.
DE STEKKER DIE AAN DE VOEDINGSKABEL EN HET BIJBEHORENDE
STOPCONTACT MOETEN WORDEN BEVESTIGD, MOETEN VAN HETZELFDE
TYPE ZIJN, EN AAN DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN VOLDOEN.
TREK DE STEKKER NOOIT AAN DE KABEL UIT HET STOPCONTACT.
KEUR DE KOOKPLAAT ONMIDDELLIJK NA INSTALLATIE AAN DE HAND
VAN DE INSTRUCTIES DIE VERDEROP GEGEVEN WORDEN. IN GEVAL
VAN SLECHTE WERKING MOET HET APPARAAT WORDEN
AFGEKOPPELD VAN HET ELEKTRICITEITSNET EN MOET HET
DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE SERVICECENTRUM WORDEN
GECONTACTEERD. PROBEER NOOIT HET APPARAAT TE REPAREREN.
CONTROLEER TELKENS NA HET GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT OF DE
BEDIENINGSKNOPPEN IN DE STAND «NUL» (UIT) STAAN.
39
Presentatie
DE IDENTIFICATIEPLAAT MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET
SERIENUMMER EN DE MARKERING IS ZICHTBAAR GEPLAATST ONDER DE
KAP. DE PLAAT OP DE KAP MAG IN GEEN GEVAL WORDEN VERWIJDERD.
VÒÒR HET AANSLUITEN VAN HET APPARAAT, ZICH ALTIJD ERVAN
VERZEKEREN DAT HET OP HETZELFDE SOORT GAS AFGESTEMD IS
DAT HET ZAL VOEDEN. KONTROLEER DAAROM HET PLAATJE ONDER
AAN HET KAP.
ZET GEEN PANNEN OP DE ROOSTERS VAN DE KOOKPLAAT DIE NIET
VOLKOMEN GLAD EN REGELMATIG ZIJN.
GEBRUIK GEEN SCHALEN OF (GRILL) PANNEN DIE DE OMTREK VAN
DE KOOKPLAAT TE BUITEN GAAN.
HET APPARAAT IS BESTEMD VOOR GEBRUIK DOOR VOLWASSENEN.
STA HET NIET TOE DAT DE KOOKPLAAT GEBRUIKT WORDT ALS
SPEELGOED DOOR KINDEREN, ZONDER VOLDOEND TOEZICHT.
DIT APPARAAT IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN IN DE ZIN VAN DE
EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EG BETREFFENDE AFGEDANKTE
ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR – AEEA (WASTE
ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE).•DEZE RICHTLIJN
BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEN VAN DE
AFGEDANKTE APPARATUUR WELKE GELDEN VOOR HET VOLLEDIGE
TERRITORIUM VAN DE EUROPESE UNIE.
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid voor persoonlijk letsel of
materiële schade of die veroorzaakt worden door het
veronachtzamen van bovenstaande voorschriften of door het onklaar
maken van afzonderlijke onderdelen van het apparaat, of door
gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.
40
Instructies Voor de Installateur
2. PLAATSING VAN HET BOVENBLAD
De volgende ingreep vergt metsel- of timmerwerk en moet derhalve
worden verricht door een technicus die op dit vlak bekwaam is.
De installatie is mogelijk op structuren van verschillende materialen,
zoals metselwerk, metaal, massief hout en met plastic gelamineerd hout,
als het maar hittebestendig is (T 90°C).
Gebruik voor de installatie van het apparaat geen siliconen of ander
isolatiemateriaal maar uitsluitend de geleverde kneedgum.
2.1.1 Bevestiging aan de steunstructuur
Maak een opening in het bovenblad
van het meubel met de afmetingen
die op de afbeelding worden
vermeld, en houd daarbij een
minimum afstand tot de achterrand
van 50 mm. Deze machine is
geclassificeerd onder “type Y” v.w.b.
brandrisico’s en mag dichtbij wanden
gezet worden die hoger als de
werktafel zijn, mits een afstand van
145 mm word aangehouden, zoals in
de tekening is afgebeeld. Dit om
schade veroorzaakt door
oververhitting te vermijden.
Vergewis u ervan dat de vuren van de fornuizen een minimum afstand tot
een eventuele verticale plank erboven hebben van 750 mm.
Plaats de bijgeleverde isolerende pakking nauwkeurig op de omtrek van
de opening in het bovenblad, zoals op onderstaande afbeeldingen, en
laat hem over de hele omtrek aansluiten door er met de handen tegen te
duwen. Zich refereren aan de in de tekening afgebeelde maten, erop
lettend dat de zijden A nabij het gat moeten zijn. Bevestig de kookplaat
aan het meubel met behulp van de bijgeleverde beugeltjes B Snijd op
rand C het teveel aan pakking af. De maten van de volgende tekening
zijn genomen op de opening vanaf de binnenkant van de pakking.
41
Instructies Voor de Installateur
In geval van installatie op een neutrale ruimte met deurtjes moet er een
scheidingspaneel worden geplaatst onder de kookplaat. Houd een
minimum afstand van 10 mm tussen de onderkant van het apparaat en
de bovenkant van het paneel aan, dat bovendien gemakkelijk moet
kunnen worden weggenomen om gemakkelijk bij de kookplaat te
kunnen komen in geval van eventuele technische ingrepen.
42
Instructies Voor de Installateur
3. ELEKTRISCHE AANSLUITING
Controleer of het voltage en de dimensionering van de voedingslijn
corresponderen met de eigenschappen op het plaatje onder de kap van
het apparaat. Dit plaatje mag in geen geval worden verwijderd.
De stecker aan het uiteinde van de snoer moet overeenstemmen met
het stopcontact en moet bovendien aan de desbetreffende geldende
voorschriften conform zijn. Controleer of de voedingslijn naar behoren
geaard is.
Breng op de voedingslijn van het apparaat een veelpolig
onderbrekingsmechanisme aan met en afstand tussen de contacten van
minstens 3 mm, op een gemakkelijk toegankelijke plaats en in de buurt
van het apparaat.
Gebruik geen reductoren, adapters of aftakmoffen.
In geval van vervanging van de voedingskabel, mag de doorsnede van
de draden van de nieuwe kabel niet minder zijn dan 0.75 mm (kabel van
3 x 0.75), en denk eraan dat het uiteinde dat met het apparaat
verbonden moet worden een minstens 20 mm langere aardingsdraad
2
(geel-groen) moet hebben. Gebruik uitsluitend een snoer van type
H05V2V2-F of gelijkwaardig die bestendig is tegen een temperatuur van
90°C. Het vervangen van de snoer mag slechts door een gespecialiseerd
technicus worden uitgevoerd die aansluiting op het stroomnet volgens het
hiernavolgende schema zal moeten uitvoeren.
L = bruin
N = blauw
= geel-groen
Voor persoonlijk letsel of materiële schade, veroorzaakt door het
veronachtzamen van bovenstaande voorschriften of door onklaar maken
van een afzonderlijk deel van het apparaat: de fabrikant wijst elke aansprakelijkheid af.
43
Instructies Voor de Installateur
4. GASAANSLUITING
De aansluiting op het gasnet kan worden verricht met een starre koperbuis
of met een flexibele buis met doorgaande wand en in overeenstemming
met de voorschriften van de normen. Om de aansluiting te
vergemakkelijken kan de verbinding A aan de achterkant van het apparaat
zijwaarts worden gericht; draai de zeskantmoer B los, draai de verbinding
A in de gewenste positie en span de zeskantmoer B opnieuw (de
afdichting ervan wordt verzekerd door een biconische messing ring).
Controleer na de handeling met behulp van een zeepoplossing, en nooit
met een vlam, of de afdichting perfect is. De kookplaat is goedgekeurd
voor methaangas G25 (2L 3B/P)
druk van 25 mbar - 20/25 mbar . Voor voeding met andere
types gas zie Hoofdstuk “5 REGELING VAN HET GAS ”. Het
verbindingsstuk heeft een externe schroefdraad van ½” gas (ISO 7-1).
Plaats altijd een geschikte afdichting tussen het verbindingsstuk A en
buis C (bijvoorbeeld teflon pakkingtape).
Aansluiting met flexibele buis: gebruik
uitsluitend flexibele buisen volgens de geldende
voorschriften.
Aansluiting met flexibele buis: gebruik
uitsluitend flexibele buisen volgens de geldende
voorschriften (op de buis moet het opschrift
AGREE AGB/BGV leesbaar zijn).
- G20/G25 (2E+) met een
44
De flexibele buis moet zo worden gelegd dat de lengte van de leidingen
niet meer is dan 1.5 meter in maximale extensie; controleer of de
leidingen niet in aanraking komen met beweegbare delen of bekneld
raken.
Voor de aansluiting van het apparaat op het gasnet moet u een flexibele
metalen buis gebruiken.
Loading...
+ 14 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.