Smeg SEI5632D User manual [NL]

Gebruik‐
saanwijzing
Manual de
instruções
Manual de
instrucciones
Kookplaat
Placa
cocción
SEI5632D
2

INHOUDSOPGAVE

Veiligheidsinformatie 2 Veiligheidsvoorschriften 4 Beschrijving van het product 6 Dagelijks gebruik 8 Aanwijzingen en tips 11
Onderhoud en reiniging 13 Probleemoplossing 14 Montage 16 Technische gegevens 18 Energiezuinigheid 19
Wijzigingen voorbehouden.

VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.

Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt te worden gehouden, mits ze voortdurend onder toezicht staan.
Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat
als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.

Algemene veiligheid

WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op te passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of een
apart afstandbedieningssysteem.
WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een
kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar schakel
in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam bijv. met een deksel of blusdeken.
LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het
bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet onder constant toezicht staan.
WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookplaten.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met de
bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is,
schakel het apparaat dan uit en trek de stekker uit het stopcontact. In het geval het apparaat direct op de stroom is aangesloten met een aansluitdoos, verwijdert u de zekering om het apparaat van de stroom te halen. Neem in beide gevallen contact op met de erkende servicedienst.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
3
4
WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers
die door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn aangegeven of kookplaatbeschermers die in het apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken.

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Montage

WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Dicht de oppervlakken af met kit om te voorkomen dat ze gaan opzetten door vocht.
• Bescherm de bodem van het apparaat tegen stoom en vocht.
• Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat heet kookgerei van het apparaat valt als de deur of het raam wordt geopend.
• Elk apparaat heeft koelventilatoren op de bodem.
• Als het apparaat gemonteerd wordt boven een lade:
– Leg geen kleine dingen of papier
dewelke kunnen binnengezogen worden, omdat ze de koelventilatoren kunnen
beschadigen of het koelsysteem kunnen belemmeren.
– Houd een minimumafstand van 2
cm tussen de bodem van het apparaat en de zaken die u in de lade bewaart.

Aansluiting aan het elektriciteitsnet

WAARSCHUWING! Gevaar
voor brand en elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Verzeker u ervan dat de stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat u welke werkzaamheden dan ook uitvoert.
• Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom.
• Zorg ervoor dat het apparaat correct is geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroomkabels of stekkers (indien van toepassing) kunnen ervoor zorgen dat de contactklem te heet wordt.
• Gebruik de juiste stroomkabel.
• Voorkom dat de stroomkabels verstrikt raken.
• Zorg ervoor dat er een schokbescherming wordt geïnstalleerd.
• Gebruik het klem om spanning op het snoer te voorkomen.
5
• Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker (indien van toepassing) het hete apparaat of heet kookgerei niet aanraakt als u het apparaat op de nabijgelegen contactdozen aansluit.
• Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker (indien van toepassing) of kabel niet beschadigt. Neem contact op met onze service­afdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te vervangen.
• De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatie­apparaten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm.

Gebruik

WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel, brandwonden of elektrische schokken.
• Verwijder voor gebruik (indien van toepassing) de verpakking, labels en beschermfolie.
• Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
• Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik.
• Vertrouw niet alleen op de pandetector.
• Leg geen bestek of pannendeksels op de kookzones. Deze kunnen heet worden.
• Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
• Sluit het apparaat direct af van de stroomtoevoer als het oppervlak van het apparaat gebroken is. Dit om elektrische schokken te voorkomen.
• Gebruikers met een pacemaker moeten een afstand van minimaal 30 cm bewaren van de inductiekookzones als het apparaat in werking is.
• Als u eten in de hete olie doet, kan het spatten.
WAARSCHUWING! Risico op brand en explosie
• Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
WAARSCHUWING! Risico op schade aan het apparaat.
• Zet geen heet kookgerei op het bedieningspaneel.
• Leg geen hete deksel op het glazen oppervlak van de kookplaat.
1
1 1
2
6
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop.
• Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken in het glas / glaskeramiek. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op de kookplaat.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer.

Onderhoud en reiniging

• Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat.
• Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen voordat u het schoonmaakt.
• Trek voor onderhoudswerkzaamheden de stekker uit het stopcontact.
• Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen.
• Reinig het apparaat met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.

Servicedienst

• Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.

Verwijdering

WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of verstikking.
• Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.

BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

Indeling kookplaat

Inductiekookzone
1
Bedieningspaneel
2

Indeling Bedieningspaneel

1 2 3 4 6
710 89
5
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
Tiptoets Functie Opmerking
1
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
7
Blokkering / Kinderbe‐ veiliging van de oven
Pause De functie in- en uitschakelen.
kookzones
- Om de kookzone te selecteren.
- De tijd verlengen of verkorten.
- Het instellen van de kookstand.
Power-functie Het inschakelen van de functie.
10
2
3
- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
4
- Timerindicatie voor de
5
- Timerdisplay De tijd in minuten weergeven.
6 7
8
9
/
/

Kookstanddisplays

Scherm Beschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
- / -
De kookzone wordt gebruikt. De stip betekent een niveauverandering van half zoveel warmte.
Pause is in werking.
Accelerator is in werking.
Het bedieningspaneel vergrendelen/ontgren‐ delen.
Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
Power-functie werkt.
8
Scherm Beschrijving
+ cijfer
/ /
Er is een storing.
Eco-Heat (3 staps restwarmte-indicatie): doorgaan met koken / warm‐ houdstand / restwarmte.
Blokkering /Kinderbeveiliging van de oven werkt.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de kookzone geplaatst.
Automatisch uitschakelen is in werking.
Eco-Heat (3-staps restwarmte­indicatie)
WAARSCHUWING! / /
Er bestaat verbrandingsgevaar door restwarmte. De aanduidingen tonen het niveau van de restwarmte voor de kookzones die u momenteel gebruikt. De aanduidingen kunnen ook aangaan voor de nabijgelegen kookzones, zelfs als u deze niet gebruikt.

DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

In- of uitschakelen

Raak 1 seconde aan om de kookplaat in– of uit te schakelen.

Automatisch uitschakelen

De functie schakelt de kookplaat automatisch uit als:
• alle kookzones zijn uitgeschakeld.
• u de kookstand niet instelt nadat u de kookplaat hebt ingeschakeld.
• u iets hebt gemorst of iets langer dan 10 seconden op het bedieningspaneel hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er
De inductiekookzones creëren de voor het kookproces benodigde warmte direct in de bodem van de pan. Het glaskeramiek wordt verwarmd door de warmte van de pannen.
klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig het bedieningspaneel.
• De kookplaat te heet wordt (b.v. als een pan droogkookt). De kookzone moet afgekoeld zijn voordat u de kookplaat weer kunt gebruiken.
• u ongeschikte pannen gebruikt. Het symbool gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone automatisch uit.
• u een kookzone niet uitschakelt of de kookstand verandert. Na enige tijd gaat
branden en wordt de kookplaat
uitgeschakeld.
De verhouding tussen kookstand en de tijd waarna de kookplaat uitschakelt:
9
Kookstand De kookplaat
wordt uitgescha‐ keld na
, 1 - 2
3 - 4 5 uur
5 4 uur
6 - 9 1,5 uur
6 uur

De kookstand

aanraken om te verhogen.
aanraken om te verlagen. Raak en tegelijkertijd aan om de kookzone uit te schakelen.

Accelerator

Activeer deze functie om in een kortere tijd een gewenste kookstand te krijgen. Als het aan staat, werkt de zone in het begin op de hoogste kookstand en gaat daarna verder met koken op de gewenste kookstand.
Om de functie in werking te stellen moet de kookzone koud zijn.
Om de functie voor een kookzone in te schakelen: raak aan ( gaat aan).
Raak direct aan ( gaat branden). Raak direct aan tot de correcte
warmte-instelling gaat branden. Na 3 seconden gaat branden.
De functie uitschakelen: raak
aan.

Power-functie

Deze functie maakt meer vermogen beschikbaar voor de inductiekookzones. De functie kan voor een beperkte tijdsduur voor uitsluitend de inductiekookzone worden geactiveerd. Daarna wordt de inductiekookzone automatisch teruggeschakeld naar de hoogste kookstand.
Zie het hoofdstuk 'Technische gegevens'.
Om de functie voor een kookzone in te schakelen: raak aan. gaat branden.
De functie uitschakelen: raak of
aan.

Timer

Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te stellen hoe lang de kookzone moet werken voor een kooksessie.
Stel eerst de warmtestand voor de kookzone in en dan de functie.
Kookzone instellen:raak meerdere malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt.
Om de functie in te schakelen of de tijd te wijzigen: raak of van de timer
aan om de tijd in te stellen (00 - 99 minuten). Als het lampje van de kookzone langzaam gaat knipperen, wordt de tijd afgeteld.
Resterende tijd weergeven:selecteer de kookzone met . Het indicatielampje van de kookzone gaat sneller knipperen. Op het display wordt de resterende tijd weergegeven.
De functie uitschakelen: stel de kookzone in met en raak aan.
De resterende tijd telt af naar 00. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit.
Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00. De kookzone wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: raak
aan.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als kookwekker terwijl de kookplaat is ingeschakeld en de kookzones niet werken. De warmtestand op het display
toont .
10
De functie inschakelen: raak
aan. Raak of van de timer aan om de tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert
00. Het geluidssignaal stopzetten: raak
aan.
De functie uitschakelen: raak aan en daarna . De resterende tijd telt
terug tot 00
De functie heeft geen invloed op de werking van de kookzones.

Pause

Deze functie stelt alle kookzones die in werking zijn in op de laagste kookstand.
Als de functie in werking is, zijn alle andere symbolen op de bedieningspanelen vergrendeld.
De functie stopt de timerfunctie niet. Raak aan om de functie in te
schakelen.
gaat aan.De warmte-instelling wordt verlaagd naar 1. Voor het uitschakelen van de functie raakt u aan. De voorgaande warmte­instelling gaat aan.

Blokkering

U kunt het bedieningspaneel vergrendelen terwijl de kookzones in werking zijn. Hiermee wordt voorkomen dat de kookstand per ongeluk wordt veranderd.
Stel eerst de kookstand in. Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat gedurende 4 seconden aan.De timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: raak aan. De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet, stopt u deze functie ook.

Kinderbeveiliging van de oven

Deze functie voorkomt dat de kookplaat onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: schakel de kookplaat in met . Stel geen
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Schakel de kookplaat uit met .
Om de functie uit te schakelen: schakel de kookplaat in met . Stel geen
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Schakel de kookplaat uit met .
De functie gedurende één kooksessie onderdrukken: zet de kookplaat aan met
. gaat aan. Raak 4 seconden
aan. Stel de kookstand in binnen 10 seconden. U kunt de kookplaat bedienen.
Als u de kookplaat uitschakelt met , treedt de functie weer in werking.

Stroombeperking

Aanvankelijk staat de kookplaat op zijn hoogste vermogensstand.
Verlagen of verhogen van de vermogensstand:
1. Schakel de kookplaat uit.
2. Raak
gaat aan en uit.
3. Raak 3 seconden aan. P 72 gaat
branden.
4. Raak / van de timer aan om de
vermogensstand in te stellen.
Vermogensniveaus
Zie het hoofdstuk 'Technische gegevens'.
• P 72 — 7200 W
• P 15 — 1500 W
• P 20 — 2000 W
• P 25 — 2500 W
• P 30 — 3000 W
• P 35 — 3500 W
• P 40 — 4000 W
• P 45 — 4500 W
• P 50 — 5000 W
3 seconden aan. Het display
11
• P 60 — 6000 W
LET OP! Zorg ervoor dat de gekozen stand past binnen de zekeringenkast van uw thuisinstallatie.

Eco-Logic

• De kookzones zijn gegroepeerd
volgens locatie en aantal fasen van de kookplaat. Zie afbeelding.
• Elke fase heeft een maximale
elektriciteitslading van 3600 W.
• De functie verdeelt het vermogen
tussen de kookzones aangesloten op dezelfde fase.
• De functie wordt geactiveerd als de
totale elektriciteitslading van de kookzones aangesloten op een enkele fase de 3600 W overschrijdt.
• De functie verlaagt het vermogen naar
de andere kookzones aangesloten op dezelfde fase.
• De laatst geselecteerde warmte-
instelling heeft voorrang. Hierdoor kan de warmte-instelling van de andere zones automatisch afnemen. De vorige warmte-instelling en de nieuwe die door de functie is aangepast, wisselen elkaar op het display 60 seconden af.
Als u de Stroombeperking-functie instelt op 6,0 kW of lager, wordt het vermogen
van de kookplaat verdeelt tussen alle kookzones.
Als u de Stroombeperking-functie instelt boven de 6,0 kW, wordt het vermogen van de kookplaat verdeelt tussen twee kookzones als paar.

AANWIJZINGEN EN TIPS

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

Kookgerei

Bij een inductiekookzone zorgt een sterk elektromagnetisch veld ervoor dat het kookgerei erg snel heet wordt.
Gebruik de inductiekookzones met geschikte pannen.
Materiaal van het kookgerei
correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt als geschikt door de fabrikant).
niet correct: aluminium, koper,
messing, glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een inductiekookplaat als:
• water op de hoogste kookstand binnen korte tijd wordt verwarmd.
• een magneet vast blijft zitten aan de bodem van het kookgerei.
12
De bodem van het kookgerei moet zo dik en vlak mogelijk zijn. Zorg ervoor dat bodems schoon en droog zijn voordat ze op de kookplaat worden gezet.
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de afmeting van het kookgerei aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft betrekking op de diameter van het kookgerei. Kookgerei met een diameter die kleiner is dan het minimum, ontvangt slechts een deel van het vermogen dat door de kookzone wordt gegenereerd.
Raadpleeg "Technische gegevens".

Lawaai tijdens gebruik

Als u dit hoort:
• krakend geluid: de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwich­constructie).
• fluitend geluid: bij gebruik van de kookzone met een hoge kookstand en als de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwich­constructie).
• zoemen: als u hoge kookstanden gebruikt.
• klikken: er treedt elektrische schakeling op.
• sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben niets met een defect van de kookplaat te maken.

Voorbeelden van kooktoepassingen

De correlatie tussen de kookstand en het stroomverbruik van de kookzone is niet lineair. Wanneer u de kookstand verhoogt, is dit niet proportioneel met de toename in stroomverbruik van de kookzone. Het betekent dat een kookzone op de medium kookstand minder dan de helft van het vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
Kookstand Gebruik om: Tijd
(min)
- 1
1 - 2. Hollandaisesaus, smelten: bo‐
1 - 2. Stollen: luchtige omeletten, ge‐
2. - 3. Zachtjes aan de kook brengen
3. - 4. Stomen van groenten, vis en
4. - 5. Aardappelen stomen. 20 -
Bereide gerechten warmhou‐ den.
ter, chocolade, gelatine.
bakken eieren.
van rijst en gerechten op melk‐ basis, reeds bereide gerechten opwarmen.
vlees.
zoals nodig
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
10 ­40
25 ­50
20 ­45
60
Tips
Een deksel op het kookgerei doen.
Met deksel bereiden.
Voeg minimaal twee keer zo veel vocht toe als rijst en roer gerechten op melkbasis hal‐ verwege de procedure door.
Voeg een paar eetlepels vocht toe.
Gebruik max. ¼ l water voor 750 g aardappelen.
13
Kookstand Gebruik om: Tijd
(min)
4. - 5. Bereiden van grotere hoeveel‐ heden voedsel, stoofschotels en soepen.
5. - 7 Lichtjes braden: kalfsoester, cordon bleu van kalfsvlees, ko‐ teletten, rissoles, worstjes, le‐ ver, roux, eieren, pannenkoe‐ ken, donuts.
7 - 8 Door-en-door gebraden, opge‐
bakken aardappelen, lenden‐ biefstukken, steaks.
9 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (gou‐
lash, stoofvlees), frituren van friet.
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Power-functie is geac‐ tiveerd.
60 ­150
zoals nodig
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd
Tips
Tot 3 l vloeistof plus ingrediën‐ ten
Halverwege de bereidingstijd omdraaien.
omdraaien.

ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

Algemene informatie

• Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon.
• Gebruik altijd kookgerei met een schone bodem.
• Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte hebben geen invloed op de werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor het oppervlak van de kookplaat.
• Gebruik een speciale schraper voor de glazen plaat.

De kookplaat schoonmaken

Verwijder direct: gesmolten kunststof, plastic folie, suiker en suikerhoudend
voedsel, anders kan dit schade aan de kookplaat veroorzaken. Doe voorzichtig om brandwonden te voorkomen. Gebruik de speciale schraper op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schuiven.
Verwijder nadat de kookplaat voldoende is afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig de kookplaat met een vochtige doek en een beetje niet-schurend reinigingsmiddel. Droog de kookplaat na reiniging af met een zachte doek.
Verkleuring glanzende metalen verwijderen: reinig het glazen oppervlak met een doek en een oplossing van water met azijn.
14

PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

Wat moet ik doen als ...

Storing Mogelijke oorzaak oplossing
U kunt de kookplaat niet in‐ schakelen of bedienen.
De zekering is doorgesla‐
Stel gedurende 10 secon‐
U hebt twee of meer tiptoet‐
Pause-functie werkt. Raadpleeg "Dagelijks ge‐
Er ligt water of er zitten vet‐
Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitge‐ schakeld. Er weerklinkt een geluidssig‐ naal als de kookplaat wordt uitgeschakeld.
De kookplaat schakelt uit.
De restwarmte-indicator gaat niet aan.
De kookplaat is niet aange‐ sloten op een stopcontact of is niet goed geïnstalleerd.
gen.
den geen kookstand in.
sen tegelijk aangeraakt.
spatten op het bedienings‐ paneel.
U hebt een of meer tiptoet‐ sen afgedekt.
U hebt iets op de tiptoets geplaatst.
De zone is niet heet, omdat hij slechts kortstondig is be‐ diend of de sensor bescha‐ digd is.
Controleer of de kookplaat goed is aangesloten op het lichtnet. Raadpleeg het aan‐ sluitdiagram.
Controleer of de zekering de oorzaak van de storing is. Als de zekeringen keer op keer doorslaan, neemt u contact op met een erkende installateur.
Schakel de kookplaat op‐ nieuw in en stel de kook‐ stand binnen 10 seconden in.
Raak slechts één tiptoets te‐ gelijk aan.
bruik".
Reinig het bedieningspa‐ neel.
Verwijder het voorwerp van de tiptoetsen.
Verwijder het object van de tiptoets.
Als de kookzone lang ge‐ noeg in werking is geweest om heet te zijn, neemt u contact op met de klanten‐ service.
Storing Mogelijke oorzaak oplossing
Accelerator werkt niet. De zone is heet. Laat de zone voldoende af‐
koelen.
De hoogste verwarmings‐
stand is ingesteld.
De kookstand schakelt tus‐ sen twee kookstanden.
De sensorvelden worden warm.
gaat branden.
gaat branden.
gaat branden.
Het kookgerei is niet ge‐
De diameter aan de bodem
en een getal gaat bran‐
den.
U kunt een constant piepge‐ luid horen.
Vermogensbeheer is in werking.
Het kookgerei is te groot of staat te dicht bij het bedie‐ ningspaneel.
Automatisch uitschakelen is in werking.
Kinderbeveiliging van de oven of Blokkering werkt.
Er staat geen kookgerei op de zone.
schikt.
van het kookgerei is te klein voor de zone.
Er heeft zich een fout in de kookplaat voorgedaan.
De elektrische aansluiting is onjuist.
De hoogste kookstand heeft hetzelfde vermogen als de functie.
Raadpleeg "Dagelijks ge‐ bruik".
Plaats groter kookgerei op de achterste kookzones in‐ dien nodig.
Schakel de kookplaat uit en weer in.
Raadpleeg "Dagelijks ge‐ bruik".
Zet kookgerei op de zone.
Gebruik geschikt kookgerei. Zie 'Nuttige aanwijzingen en tips'.
Gebruik kookgerei met de juiste afmetingen. Raad‐ pleeg "Technische gege‐ vens".
Schakel de kookplaat uit en na 30 seconden weer in. Als
weer aangaat, trek dan de stekker van de kookplaat uit het stopcontact. Steek de stekker van de kookplaat er na 30 seconden weer in. Als het probleem zich blijft voor‐ doen neem dan contact op met een erkend servicecen‐ trum.
Trek de stekker van de kookplaat uit het stopcon‐ tact. Laat de installatie con‐ troleren door een erkende elektricien.
15
N
L1
N
L
230V~ 400V 2~N
L2
16

Als u het probleem niet kunt oplossen...

Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de serviceafdeling. Zie voor deze gegevens het typeplaatje. Geef ook de driecijferige code voor het glaskeramiek (bevindt zich op de hoek van het glazen oppervlak) en de foutmelding die wordt weergegeven.

MONTAGE

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

Voor montage

Voordat u de kookplaat installeert, dient u de onderstaande informatie van het typeplaatje te noteren. Het typeplaatje bevindt zich onderop de kookplaat.
Serienummer ...........................

Ingebouwde kookplaten

Inbouwkookplaten mogen alleen worden gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in geschikte inbouwunits of werkbladen die aan de normen voldoen.

Aansluitkabel

• De kookplaat is voorzien van een aansluitsnoer.
• Vervang het beschadigde stroomsnoer uitsluitend met een kabel van de reserveonderdelen. Neem contact op met een erkende klantenservice bij u in de buurt.
Verzeker u ervan dat u de kookplaat correct gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik van het apparaat wordt het bezoek van de onderhoudstechnicus van de klantenservice of de vakhandelaar in rekening gebracht, zelfs tijdens de garantieperiode. De instructies over het service center en de garantiebepalingen vindt u in het garantieboekje.
WAARSCHUWING! Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
LET OP! Boor of soldeer de draaduiteinden niet. Dit is ten strengste verboden!
LET OP! Sluit de kabel niet aan zonder de huls voor het kabeluiteinde.
Tweefasige aansluiting
1. Verwijder de huls voor het
kabeluiteinde van de zwarte en bruine draden.
2. Verwijder de isolatie van de bruine en
zwarte kabeluiteinden.
3. Gebruik een nieuwe huls voor het
draaduiteinde van 1,5 mm² op ieder kabeluiteinde. (speciaal gereedschap nodig).
Dwarsdoorsnede van kabel
Eenfasige aansluiting - 230 V~ Tweefasige aansluiting - 400 V 2 ~ N
min. 50mm
min. 500mm
R 5mm
min. 55mm
560+1mm
490+1mm
min. 28 mm
min. 12 mm
Groen - geel Groen - geel
N Blauw en blauw Blauw en blauw N
L Zwart en bruin Zwart L1
Bruin L2

In elkaar zetten

17
min. 60mm
18
Als het apparaat boven een lade wordt gemonteerd, kan de kookplaatventilatie tijdens het kookproces zorgen voor opwarming van items die zich in de lade bevinden. U kunt een afscheidingspaneel installeren, maar dit is niet verplicht.

TECHNISCHE GEGEVENS

Typeplaatje

Model SEI5632D PNC 949 492 321 00 Type 61 B3A 02 AD 220 - 240 V / 400 V 2N 50 - 60 Hz Inductie 7.2 kW Vervaardigd in Roemenië
Ser.Nr. ................. 7.2 kW
SMEG

Specificatie kookzones

Kookzone Nominaal ver‐
mogen (max warmte-in‐ stelling) [W]
Linksvoor 2300 3700 10 180 - 210
Linksachter 1400 2500 4 125 - 145
Rechtsvoor 1800
3500
Het vermogen van de kookzones kan enigszins afwijken van de gegevens in de tabel. Het verandert met het materiaal en de afmetingen van het kookgerei.
Power functi‐ on [W]
2800 3700
Gebruik voor optimale kookresultaten alleen kookgerei met een diameter niet groter dan vermeld in de tabel.
Maximale duur van de Powerfunctie [min]
10 5
Diameter van het kookgerei [mm]
145 - 245 245 - 280

ENERGIEZUINIGHEID

Productinformatie volgens EU 66/2014

Modelidentificatie SEI5632D
Type kooktoestel Ingebouwde
kookplaat
Aantal kookzones 3
Verwarmingstechnologie Inductie
Diameter ronde kookzones (Ø)
Energieverbruik per kook‐ zone (EC electric cooking)
Energieverbruik van de kookplaat (EC electric hob)
Linksvoor Linksachter Rechtsvoor
Linksvoor Linksachter Rechtsvoor
180,5 Wh / kg
21,0 cm 14,5 cm 28,0 cm
179,3 Wh / kg 183,2 Wh / kg 178,9 Wh / kg
19
EN 60350-2 - Huishoudelijke elektrische kookapparaten - deel 2: Kookplaten ­Methodes voor het meten van de prestatie

Energiebesparing

U kunt elke dag energie besparen tijdens het koken door de onderstaande tips te volgen.
• Warm alleen de hoeveelheid water op die u nodig heeft.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten.
• Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan.
• Zet uw kookgerei op de kookzone voordat u deze activeert.
• Zet kleiner kookgerei op kleinere kookzones.
• Plaats het kookgerei precies in het midden van de kookzone.
• Gebruik de restwarmte om het eten warm te houden of te smelten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk
afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
867346998-B-172018
Loading...