SMEG SE364ETD User Manual [nl]

Page 1
Inhoudsopgave
NL
1 Waarschuwingen140
1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen140
1.2 Beoogd gebruik144
1.3 Aansprakelijkheid van de fabrikant144
1.5 Identificatieplaatje145
1.6 Deze gebruiksaanwijzing145
1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing145
2 Beschrijving146
2.1 Algemene beschrijving146
2.2 Kookzones146
2.3 Symbolen150
3 Gebruik 151
3.1 Voorbereiding152
3.2 Gebruik van de kookplaat152
4 Reiniging en onderhoud161
4.1 Reiniging van de oppervlakken161
4.2 Wekelijkse gewone reiniging161
4.3 Voedselresten of -vlekken161
4.4 Oplossingen voor problemen…162
5 Installatie163
5.1 Veiligheidswaarschuwingen163
5.2 Insnijding van het werkblad163
5.3 Inbouw167
5.4 Elektrische aansluiting168
5.5 Voor de installateur172
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
139
Page 2
Waarschuwingen
1 Waarschuwingen
1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen
Persoonlijk letsel
• Het apparaat en de bereikbare
delen ervan worden heel warm tijdens het gebruik. Raak geen verwarmingselementen aan tijdens gebruik van het apparaat.
• Draag hittebestendige
handschoenen tijdens het gebruik.
• Probeer geen vlammen/brand te
doven met water: schakel het apparaat uit en bedek het vuur met een deksel of een brandwerende deken.
• Gebruik van dit apparaat door
kinderen vanaf 8 jaar, personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten of met een gebrek aan ervaring of kennis is alleen toegestaan onder toezicht en begeleiding van volwassenen die verantwoordelijk zijn voor hun veiligheid.
• Laat kinderen niet spelen met het
apparaat.
• Houd kinderen jonger dan 8 jaar die niet onder toezicht staan verwijderd van het apparaat.
• Kinderen jonger dan 8 jaar mogen het apparaat tijdens zijn werking niet benaderen.
• Werkzaamheden voor schoonmaak en onderhoud van het apparaat mogen niet worden uitgevoerd door kinderen die niet onder toezicht staan.
• Let op voor de snelle verwarming
van de kookzones. Plaats geen lege potten of pannen op de ingeschakelde plaat: gevaar voor oververhitting.
• Vetten en oliën kunnen vlam vatten
als ze oververhit raken. Het is aanbevolen bij het apparaat te blijven tijdens de voorbereiding van voedsel dat olie of vet bevat. Als de oliën of vetten vlam zouden vatten, mag geen water gebruikt worden om te blussen. Plaats het deksel op de pan en schakel de kookzone uit.
• Het kookproces moet altijd
bewaakt worden. Een kort kookproces moet voortdurend bewaakt worden.
140
Page 3
Waarschuwingen
NL
• Tijdens het gebruik geen metalen voorwerpen zoals vaatwerk of bestek op het oppervlak van de kookplaat plaatsen omdat deze oververhit zouden kunnen raken.
• Plaats geen metalen en puntige voorwerpen (bestek of gereedschappen) in de spleten van het apparaat.
• Giet geen water rechtstreeks op
hete ovenschalen.
• Ontvlambare materialen niet in de
buurt van het apparaat of direct onder de kookplaat gebruiken of bewaren.
• Gebruik geen spuitbussen in de
buurt van het apparaat terwijl het werkt.
• Na gebruik het apparaat
uitschakelen.
• Voer geen wijzigingen uit op het
apparaat.
• Voorafgaand op iedere ingreep op het apparaat (installatie, onderhoud, plaatsing of verplaatsing) moet u altijd zorgen voor persoonlijke beschermingsmiddelen.
• Voorafgaand op iedere ingreep op het apparaat moet de algemene elektrische voeding gedeactiveerd worden.
• Laat de installatie en technische interventies uitvoeren door gekwalificeerd personeel overeenkomstig de geldende normen.
• Probeer nooit om zelf het apparaat te repareren, zonder tussenkomst van een gekwalificeerde technicus.
• Als de stroomkabel beschadigd is, moet men onmiddellijk contact opnemen met de technische dienst die voor de vervanging van de kabel zal zorgen.
Beschadiging van het apparaat
• Gebruik geen schurende of
bijtende middelen op de glazen onderdelen (bijv. poeders, ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Gebruik eventueel houten of
plastic gereedschappen.
• Ga niet op het apparaat zitten.
• Gebruik de kookplaat niet als
werk- en/of snijvlak.
• Zorg er voor dat de openingen
en de spleten voor de ventilatie en de warmte-afvoer niet verstopt raken.
• Reinig het apparaat niet met een stoomreiniger.
141
Page 4
Waarschuwingen
• Laat het apparaat niet onbeheerd tijdens bereidingen waarbij vetten en oliën vrijkomen die heet worden en vlam kunnen vatten. Wees heel voorzichtig.
• Brandgevaar: laat geen voorwerpen achter op de kookoppervlakken.
• Gebruik het apparaat nooit om de ruimte te verwarmen.
• De recipiënten of de vleesroosters moeten binnen de omtrek van de kookplaat geplaatst worden.
• Alle recipiënten moeten een vlakke en regelmatige bodem hebben.
• In geval van overstroming of overkoken moet de vloeistof onmiddellijk van de kookplaat verwijderd worden.
• Geen zure stoffen zoals citroensap of azijn op de kookplaat morsen.
• Mors tijdens de bereiding geen suiker of zoete mengsels op de kookplaat.
• Plaats geen materialen of stoffen die zouden kunnen smelten (plastic of aluminium).
• Plaats geen lege potten of pannen
op ingeschakelde kookzones.
• Gebruik geen ruw, schurend of
scherp materiaal.
• Gebruik op de stalen delen of de
delen waarvan het oppervlak met metalen afwerkingen werd behandeld (bijv. elektrolytische oxidatie, vernikkeling, verchroming) geen producten die chloor, ammoniak of bleekmiddel bevatten.
Installatie
• Dit apparaat mag niet
geïnstalleerd worden in boten of
caravans.
• Plaats het apparaat met behulp
van een tweede persoon in het meubel.
• Controleer of het materiaal van
het meubel brandbestendig is.
• Controleer of het meubel voorzien
is van de vereiste openingen.
142
Page 5
Waarschuwingen
NL
• Om de mogelijke oververhitting van het apparaat te vermijden moet het niet achter een decoratieve deur of een paneel geïnstalleerd worden.
• Laat het apparaat aansluiten door gekwalificeerd technisch personeel.
• De aardverbinding van het elektrische systeem is verplicht en moet in overeenstemming met de geldende veiligheidsnormen worden uitgevoerd.
• Gebruik kabels die bestand zijn tegen temperaturen van minstens 90 °C.
• Het aandraaimoment van de schroeven van de stroomgeleiders van het klemmenbord moet 1,5­2 Nm bedragen.
• Laat de voedingskabel uitsluitend door ervaren technisch personeel installeren en eventueel vervangen.
Voor dit apparaat
• Vermijd dat harde en zware voorwerpen op de kookplaat kunnen vallen zodat deze niet kan beschadigd worden.
• Gebruik de kookplaat niet als in
de oven het proces van de pyrolyse bezig is.
• Raak het oppervlak van de
kookplaat niet aan, of reinig het niet, tijdens de functionering of wanneer de controlelampen van de restwarmte oplichten.
• Activeer de toetsblokkering indien
u kinderen of huisdieren heeft die de kookplaat kunnen bereiken.
• De bereidingszones blijven ook
na gebruik gedurende een bepaalde periode nog zeer warm, ook al zijn deze uitgeschakeld. Raak de oppervlakken van de kookplaat niet aan.
• Houd de kookplaat altijd schoon, en plaats geen enkel voorwerp op de sensortoetsen.
• Als barsten of scheuren opgemerkt worden, of als het oppervlak van de glaskeramische plaat zou breken, moet het apparaat onmiddellijk uitgeschakeld worden. Schakel de stroom uit en neem contact op met de Technische Dienst.
143
Page 6
Waarschuwingen
1.2 Beoogd gebruik
• Dit apparaat is bedoeld om thuis voedsel te bereiden. Elk ander gebruik is oneigenlijk.
• Het apparaat is niet ontworpen om te functioneren met externe kookwekkers of afstandsbedieningssystemen.
1.3 Aansprakelijkheid van de
fabrikant
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan personen en voorwerpen ten gevolge van:
• een ander gebruik van het apparaat dan wordt voorzien;
• het niet in acht nemen van de voorschriften van de gebruiksaanwijzing;
• het forceren van ook slechts één deel van het apparaat;
1.4 Verwerking
Het apparaat moet gescheiden ingezameld worden (richtlijnen
2002/95/EG, 2002/96/EG, 2003/108/EG). Het product bevat geen delen die als gevaarlijk voor de gezondheid en het milieu worden beschouwd, conform de actuele Europese Richtlijnen.
Verwijdering van het apparaat:
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Schakel de algemene stroomtoevoer uit.
• Oude of gebruikte apparaten aan het
einde van hun levensduur moeten door de gebruiker worden ingeleverd bij geschikte centra voor de gescheiden inzameling van elektrisch en elektronisch afval, of overhandigd worden aan de verkoper wanneer een nieuw gelijkaardig apparaat wordt gekocht.
• het gebruik van niet-originele reserveonderdelen.
144
Page 7
Waarschuwingen
NL
Het apparaat is verpakt in milieuvriendelijke en recyclebare materialen.
• Breng het verpakkingsmateriaal naar de betreffende centra voor afvalverwerking.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
• Laat de verpakking, of delen ervan, niet onbewaakt achter.
• Laat kinderen niet spelen met de plastic zakken van de verpakking.
1.5 Identificatieplaatje
Het identificatieplaatje bevat de technische gegevens, het serienummer en de markering. Het plaatje mag in geen geval worden verwijderd.
1.6 Deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is een belangrijk onderdeel van het apparaat en moet gedurende de volledige levensduur intact en op een eenvoudig te bereiken plaats worden bewaard.
Deze gebruiksaanwijzing aandachtig voor het gebruik van het apparaat doorlezen.
1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de volgende begrippen voor:
Waarschuwingen
Algemene waarschuwingen in verband met de gebruiksaanwijzing, veiligheid en verwerking van afgedankte producten.
Beschrijving
Beschrijving van het apparaat en de accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het apparaat en de accessoires, kooktips.
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte schoonmaak en onderhoud van het apparaat.
Installatie
Informatie voor gekwalificeerde technici: installatie, inbedrijfstelling en keuring.
Veiligheidswaarschuwingen
Informatie
Suggestie
1. Volgorde van de gebruiksaanwijzingen.
• Enkele gebruiksaanwijzing.
145
Page 8
Beschrijving
2 Beschrijving
2.1 Algemene beschrijving
Het apparaat heeft kookzones met verschillende diameters en vermogens, afhankelijk van het model. De positie en de warmte van de bereidingszones worden afgebakend binnen de diameters van de cirkels die zijn aangeduid op het glas.
De kookzones zijn van het type HIGH- LIGHT, ze lichten op na enkele seconden en de verwarming kan geregeld worden door middel van de bedieningen op het frontpaneel.
De bereidingszones met twee of drie concentrische cirkels hebben een dubbele of driedubbele verwarming: de bereiding kan plaatsvinden binnen de kleine diameter of binnen beide diameters.
2.2 Kookzones
Met omlijsting
146
60 cm
Page 9
NL
Met rechte rand
Beschrijving
60 cm
77 cm
90 cm
147
Page 10
Met afgeschuinde rand
Beschrijving
30 cm
148
60 cm
Page 11
Beschrijving
NL
77 cm
90 cm
Externe
Zone
* de vermogens zijn slechts indicatief, en kunnen variëren afhankelijk van de geselecteerde instellingen en de netspanning.
diameter
(mm)
1148 2184 3184 4288 5214 6ovale plaat 7199 8184 9ovale plaat
Max.
geabsorbeerd
vermogen (W)*
1200 2000 1800 2700 2200 2200 2000 1700 2000
Interne
diameter
(mm)
-
124
­150 148 170
­124 148
Max.
geabsorbeerd
vermogen (W)*
-
800
­1950 1000 1400
-
700
1100
Tussen-
diameter
(mm)
-
-
-
216
-
-
-
-
-
geabsorbeerd
vermogen
Max.
(W)*
-
-
-
1050
-
-
-
-
-
149
Page 12
Beschrijving
2.3 Symbolen
Toets ON/OFF
Voor de inschakeling of uitschakeling van de kookplaat.
Toets toetsblokkering
Als deze toets 3 seconden lang ingedrukt wordt gehouden, wordt de toetsblokkering geactiveerd of gedeactiveerd.
Toets hoger
verhoogt het vermogensniveau of verlengt de bereidingsduur.
Toets lager
Verlaagt het vermogensniveau of verkort de bereidingsduur.
Toets timer (alleen op bepaalde modellen)
Activeert de kookwekker of de timer voor de automatische uitschakeling.
Kookzones
Links vooraan
Links achteraan
Centraal
Rechts achteraan
Rechts vooraan
Centraal rechts
Vooraan (enkel versie 30 cm)
Achteraan (enkel versie 30 cm)
150
Page 13
NL
3 Gebruik
Gebruik
Hoge temperatuur
Gevaar op verbranding
• Draag hittebestendige handschoenen tijdens het gebruik.
• Raak het oppervlak van de kookplaat niet aan, of reinig het niet, tijdens de
functionering of wanneer de op een of meer displays wordt
weergegeven.
• Plaats geen lege potten of pannen op de bereidingszones wanneer ze zijn ingeschakeld.
• Kinderen jonger dan 8 jaar mogen het apparaat tijdens zijn werking niet benaderen.
• Activeer de toetsblokkering indien u kinderen of huisdieren heeft die de kookplaat kunnen bereiken.
• De bereidingszones blijven ook na gebruik gedurende een bepaalde periode nog zeer warm, ook al zijn deze uitgeschakeld. Raak de oppervlakken van de kookplaat niet aan.
Hoge temperatuur
Brand- en ontploffingsgevaar
• Ontvlambare materialen niet in de buurt van het apparaat of direct onder de kookplaat gebruiken of bewaren.
• Gebruik geen dozen, gesloten bakjes, keukengerei en plastic potjes voor de bereiding.
• Laat het apparaat niet onbewaakt achter tijdens bereidingen waar vetten en olies kunnen vrijkomen.
• In geval van barsten of scheuren, en indien het apparaat niet kan uitgeschakeld worden, moet de stroomtoevoer uitgeschakeld worden en moet contact met de assistentie worden opgenomen.
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van de oppervlakken
• Gebruik de kookplaat niet als in de oven het proces van de pyrolyse bezig is.
• Plaats nooit pannen op de kookplaat die geen perfect gladde en regelmatige bodem hebben.
• Vermijd dat harde en zware voorwerpen op de kookplaat kunnen vallen zodat deze niet kan beschadigd worden.
• In geval van barsten of scheuren, moet het apparaat onmiddellijk uitgeschakeld worden, moet de stroomtoevoer uitgeschakeld worden en moet contact met de assistentie worden opgenomen.
• Gebruik de kookplaat niet als werk- en/ of snijvlak.
151
Page 14
Gebruik
3.1 Voorbereiding
Om de eventuele vochtigheid te verwijderen die wordt opgehoopt tijdens de bewerkingen in de fabriek, voor een correcte functionering van de elektronische circuits en van de bedieningen:
1. Verwijder de beschermfolie van de externe oppervlakken van het apparaat en van de accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (behalve het plaatje met de technische gegevens).
Gedurende de eerste aansluiting op het stroomnet wordt een automatische controle uitgevoerd die alle controlelampen enkele seconden doet oplichten. Het kan zijn dat op de displays het
opschrift verschijnt, die aanduidt dat de kookplaat
gedurende de testfase in de fabriek werd uitgeschakeld terwijl de restwarmte actief was. Deze signalering wordt na 6 minuten automatisch gedeactiveerd.
3.2 Gebruik van de kookplaat
Alle bedieningen en schakelaars bevinden zich op het frontpaneel. Het gebruik van de kookplaat gebeurt door middel van sensortoetsen Touch-Control.
Het vermogen van de bereidingszone kan op verschillende niveaus geregeld worden.
Raak het symbool op het oppervlak van glaskeramiek lichtjes aan. Elke aanraking wordt bevestigd door een geluidssignaal.
De pannen en potten mogen de sensortoetsen niet bedekken omdat anders het apparaat toevallig kan gedeactiveerd worden.
Inschakeling van de kookplaat
Om de kookplaat in te schakelen, moet de toets ON/OFF 3 seconden lang
ingedrukt gehouden worden. Indien binnen 30 seconden na de
inschakeling geen enkele plaat wordt geactiveerd, zal de kookplaat automatisch uitgeschakeld worden.
152
Page 15
Gebruik
NL
Inschakeling van de enkele bereidingszone
1. Handel op de toetsen Hoger om de gewenste bereidingszone te
activeren nadat de kookplaat is ingeschakeld. Het display geeft het
symbool weer.
2. Druk nogmaals op de toets Hoger .
Het display geeft het symbool of weer om aan te geven dat het
maximum vermogen van de bereidingszone is ingeschakeld.
3. Druk op de toetsen Hoger en
Lager om het gewenste vermogen te verhogen of te verlagen.
Indien de toets Hoger wordt ingedrukt wanneer het maximum
vermogen of van de bereidingszone is ingesteld, zal de
bereidingszone gedeactiveerd worden ( ).
Inschakeling van de dubbele bereidingszone
1. Nadat het maximum vermogen of
is ingeschakeld (afhankelijk van
het model), moet op de toetsen Hoger gedrukt worden. Op het
display licht naast het vermogen een lichtpuntje op dat aanduidt dat de
dubbele bereidingszone of is ingeschakeld.
2. Druk op de toetsen Hoger en
Lager om het gewenste vermogen te verhogen of te verlagen.
Indien de toets Hoger wordt ingedrukt wanneer het maximum
vermogen of van de bereidingszone is ingesteld, zal de
bereidingszone gedeactiveerd worden ( ).
Wanneer de bereidingszone is uitgeschakeld ( ), kan deze niet
geactiveerd worden door op de toets Lager te drukken.
153
Page 16
Gebruik
Inschakeling van de driedubbele bereidingszone
1. Nadat het maximum vermogen of
is ingeschakeld (afhankelijk van
het model), moet op de toetsen Hoger gedrukt worden. Op het
display licht naast het vermogen een lichtpuntje op dat aanduidt dat de
interne bereidingszone of is ingeschakeld.
2. Druk nogmaals op de toets Hoger om de bereidingszone helemaal te
activeren. Op het display licht naast het vermogen een lichtpuntje op dat aanduidt dat de complete
bereidingszone of is ingeschakeld.
3. Druk op de toetsen Hoger en
Lager om het gewenste vermogen te verhogen of te verlagen.
Melting-functie
Met deze functie kunt u producten smelten, zoals boter, chocolade...
De Melting-functie activeren nadat de kookplaat is geactiveerd:
1. Stel het vermogen in op (of voor meervoudige bereidingszones) en
druk op de toets Hoger . Op het
display wordt weergegeven.
2. Druk nogmaals op de toets Hoger .
Op het display wordt weergegeven.
Restwarmte
Als de bereidingszone na de uitschakeling nog warm is, wordt het opschrift weergegeven op het display.
Hoge temperatuur
Gevaar op verbranding
154
Indien de toets Hoger wordt ingedrukt wanneer het maximum
vermogen of van de bereidingszone is ingesteld, zal de
bereidingszone gedeactiveerd worden ( ).
• Kinderen kunnen de aanduiding van de
restwarmte moeilijk zien. De bereidingszones blijven na gebruik voor een bepaalde periode zeer warm, ook al zijn ze uitgeschakeld. Houd kinderen dus uit de buurt, zodat ze hun handen niet verbranden.
Page 17
Gebruik
NL
Versneller
Met deze functie kan het geselecteerde verwarmingsniveau sneller bereikt worden.
De bereidingszones zullen ingeschakeld worden aan het maximum vermogen; het vermogen zal afnemen wanneer het geselecteerde vermogensniveau wordt bereikt.
1. Selecteer met de toetsen Hoger
en Lager een vermogensniveau tussen 1 en 9 (ook in de dubbele of de
driedubbele modaliteit).
2. Druk gelijktijdig op de toetsen Hoger
en Lager van de bereidingszone waar de functie van de versneller moet
geactiveerd worden. Het display zal
afwisselend het opschrift en het net geselecteerde vermogen weergeven.
Vermogens-
niveau
12 23 34 45 56 67 78 810 912
Verw ar mingstijd
met geactiveerde functie
(minuten)
Toetsblokkering
De toetsblokkering is een mechanisme waarmee het apparaat kan worden beschermd tegen onbedoeld of onjuist gebruik. De blokkering kan worden geactiveerd wanneer de kookplaat is in- of uitgeschakeld, en kan handig zijn om het toevallig wijzigen van de instellingen te voorkomen.
1. Nadat de bereidingszone is ingeschakeld, moet minstens 2 minuten
lang op de toets Toetsblokkering gedrukt worden. Op de toets verschijnt
een lichtpuntje dat aanduidt dat de bedieningen zijn geblokkeerd, en bij elke druk op eender welke toets wordt
of weergegeven
(afhankelijk van het model).
2. Houd de toets Toetsblokkering minstens 2 seconden ingedrukt. Het
lichtpuntje boven het symbool gaat uit, wat aanduidt dat de bedieningen gedeblokkeerd zijn en dus alle toetsen kunnen gebruikt worden.
Voor veiligheidsredenen blijft de toets ON/OFF actief
wanneer minstens één bereidingszone is ingeschakeld. De volledige plaat kan op elk moment uitgeschakeld worden, ook al is de toetsblokkering ingeschakeld.
155
Page 18
Gebruik
Timer kookwekker (enkel op sommige modellen)
Met deze functie kan een kookwekker geprogrammeerd worden, die na afloop van de ingestelde tijdsduur (van 1 tot 99 minuten) een geluidssignaal zal produceren.
1. Druk bij uitgeschakeld apparaat op de toets Timer . Het display zal het
opschrift weergeven wat aanduidt dat de timer kan gewijzigd
worden.
2. Druk op de toets Hoger of
Lager om de gewenste tijd van de kookwekker in te stellen (houd de
toetsen ingedrukt om sneller vooruit te gaan).
3. Na de ingestelde tijdsduur zal de gebruiker gewaarschuwd worden met een reeks geluidssignalen. Om deze signalering te onderbreken, moet op
de toets Timer gedrukt worden.
4. Om de timer kookwekker te deactiveren tijdens de werking, moet de waarde op nul gesteld worden met
behulp van de toets Lager . De timer zal gedeactiveerd worden
wanneer op het display het opschrift
verschijnt.
Automatische uitschakeling timer (enkel op sommige modellen)
Met deze functie kan de automatische uitschakeling van elke bereidingszone na afloop van een bepaalde tijdsduur (van 1 tot 99 minuten) geprogrammeerd worden.
1. Druk op de toets Timer . Het
display zal het opschrift weergeven wat aanduidt dat de timer
kan gewijzigd worden.
2. Druk nogmaals op de toets Timer . Als minstens één bereidingszone is
geactiveerd, verschijnt een lichtpuntje onder de bedieningen van de eerste actieve zone (van links naar rechts).
3. Nu kan de tijd voor de automatische uitschakeling ingesteld worden met
behulp van de toets Hoger of
Lager (houd de toetsen ingedrukt om sneller vooruit te gaan), of kan nog
een bereidingszone geselecteerd
worden met de toets Timer .
4. Druk op de toets Timer , om de ingestelde tijdsduur te wijzigen, tot een
lichtpuntje verschijnt onder de bedieningen van de bereidingszone die gewijzigd moet worden.
5. Na de eerder ingestelde tijdsduur zal de kookzone uitgeschakeld worden en zal de gebruiker gewaarschuwd worden met een reeks geluidssignalen. Om deze signalering te onderbreken, moet op eender welke toets gedrukt worden.
156
Page 19
Gebruik
NL
Als de timer van de automatische uitschakeling wordt geactiveerd zonder dat een bereidingszone actief is, gedraagt de timer zich als een gewone kookwekker.
Secundair menu
De kookplaat beschikt over een secundair menu waarmee bepaalde parameters kunnen geactiveerd of gedeactiveerd worden:
1 = Automatische toetsblokkering: met deze modaliteit zal de blokkering van de bedieningen één minuut na de laatste handeling van de gebruiker automatisch geactiveerd worden.
2 = Showroom: met deze modaliteit schakelt het apparaat alle verwarmingselementen uit, maar blijft het bedieningspaneel actief (handig voor demonstraties in de winkel). Elke minuut
verschijnt het opschrift één seconde lang. Om de kookplaat normaal
te gebruiken, moet deze modaliteit ingesteld worden op .
3 = ECO-logic (enkel op sommige modellen): met deze modaliteit regelt de
elektronica van de plaat automatisch de vermogens om het ingestelde maximum verbruik te respecteren: 3 of 4 kW. Om de plaat aan het maximum vermogen te gebruiken, moet deze modaliteit ingesteld
worden op .
Bij de eerste installatie moeten, binnen 2 minuten nadat de stroomtoevoer naar de kookplaat werd ingeschakeld, de toetsen
Hoger en Lager van de eerste bereidingszone ingedrukt gehouden
worden (diegene nabij het symbool ).
Het display van de bereidingszone zal het nummer van de instelling die gewijzigd wordt (1: Automatische toetsblokkering, 2: Showroom, 3: ECO-logic) en
daarnaast de waarde weergeven ( :
geactiveerd, : gedeactiveerd).
Bijvoorbeeld duidt aan dat de Automatische toetsblokkering
gedeactiveerd is.
Druk op de toets Hoger of Lager
om de instelling op de waarde of te wijzigen. Indien de parameter ECO-logic wordt
gewijzigd, kunnen de volgende waarden
(3 kW), (4 kW), (maximum
verbruik) geselecteerd worden. Om verder te gaan en de volgende instellingen te wijzigen, moet op de toets
Toetsblokkering gedrukt worden.
Als de kookplaat reeds geïnstalleerd is en gebruikt wordt, moet de stroomtoevoer van de kookplaat uitgeschakeld worden. Schakel de stroom weer in binnen 2 minuten, en handel zoals hierboven werd beschreven.
157
Page 20
Gebruik
Advies om energie te besparen
• De diameter van de basis van de pan moet overeenkomen met de diameter van de bereidingszone.
• Tijdens de aankoop van een pan moet u controleren of de aangeduide diameter de bodem of de bovenkant van het recipiënt betreft, omdat deze laatste bijna altijd groter is dan de bodem.
• De bodem van de recipiënten moet dik en perfect vlak zijn. Bovendien moet deze schoon en droog zijn (dit geldt ook voor de kookplaat).
• Wanneer u gerechten maakt waarvoor lange bereidingstijden noodzakelijk zijn, kunt u tijd en energie besparen door gebruik te maken van een snelkookpan waardoor bovendien de vitamines bewaard blijven die het voedsel bevat.
• Controleer of de snelkookpan voldoende vloeistof bevat, omdat een oververhitting, die veroorzaakt wordt door gebrek aan vloeistof, de pan en de bereidingszone zou kunnen beschadigen.
• Bedek indien mogelijk de pannen steeds met een gepast deksel.
• Kies een pan die geschikt is voor de hoeveelheid voedsel die klaargemaakt moet worden. Wanneer u een grote pan gebruikt die half leeg is, wordt energie verspild.
• Gebruik geen recipiënten van gietijzer of met een ruwe bodem.
Indien de kookplaat en de oven gelijktijdig gebruikt worden, kan in bepaalde omstandigheden het maximale nuttige vermogen van uw elektrische installatie worden overschreden.
158
Page 21
NL
Indicatieve tabel bereidingen
Gebruik
Vermogens-
niveau
0
U
1
2
3 - 4
5
Type bereiding Geschikt voor...
Positie OFF Uit
Rechaud Het opwarmen van gerechten
Voortzetting van de bereiding van beperkte hoeveelheden voedsel (minimum vermogen)
Voortzetting van de bereiding van beperkte hoeveelheden voedsel
Voortzetting van de bereiding
Het bereiden van grote hoeveelheden voedsel
Om boter, chocolade en dergelijke te smelten.
Om voedsel te verwarmen, kleine hoeveelheden water aan de kook te houden, om sauzen met eidooiers of boter te kloppen.
Om vaste en vloeibare voedingsmiddelen te verwarmen, water aan de kook te houden, diepvriesproducten te ontdooien, voor omeletten van 2-3 eieren, om fruit- en groentegerechten te bereiden, verschillende bereidingen.
Water aan de kook houden, omeletten van 4-6 eieren, gerechten van fruit en groenten, verschillende bereidingen
6
7 - 8
9 - P *
* enkel op sommige modellen
Het bereiden van grote hoeveelheden voedsel, braden
Het braden van grote stukken, het fruiten met meel
Braden, Bruin braden, bereiden (maximum vermogen)
Het stoven van vlees, vis, groenten, gerechten met meer of minder water, bereiding van jam enz.
Gebraden vlees of vis, biefstuk, lever, gestoofd vlees en vis, eieren, enz.
Bakken van aardappelen in olie enz., het snel aan de kook brengen van water.
159
Page 22
Gebruik
Beperking van de bereidingsduur
De kookplaat is voorzien van een automatisch systeem dat de werkingsduur beperkt.
Indien de instellingen van de bereidingszone niet gewijzigd worden, is de maximale werkingsduur van elke afzonderlijke zone afhankelijk van het geselecteerde vermogensniveau.
Wanneer het mechanisme voor de beperking van de werkingsduur wordt geactiveerd, wordt de bereidingszone uitgeschakeld, hoort u een kort geluidssignaal en wordt, indien de zone
heet is, het symbool weergegeven op het display.
Vermogensniveau
U600 1600 2360 3300 4240 5180 6120 7120 8120 970
P70
Maximum
bereidingsduur (min)
Bescherming tegen oververhitting
Wanneer de kookplaat gedurende een lange periode op het maximum vermogen wordt gebruikt, kan de elektronica moeite hebben om af te koelen als de omgevingstemperatuur hoog is.
In dit geval grijpt een systeem in dat de stroomtoevoer naar de bereidingszones vooraan onderbreekt, en verschijnen op het
display de knipperende opschriften en
.
Als de temperatuur van de elektronische kaart niet wordt verlaagd, zal het mechanisme de stroomtoevoer naar alle kookzones onderbreken en zal het opschrift
worden weergegeven (enkel op sommige modellen). Wanneer de temperatuur onder het
waarschuwingsniveau daalt, kan de bereiding hervat worden.
Andere functies
In geval van de gelijktijdige of lange activering van drie of meer bedieningen (bijvoorbeeld: als gevolg van een pan die onvrijwillig werd geplaatst of het morsen van water) deactiveert een automatisch systeem alle bereidingszones (indien ingeschakeld) en geeft het display het
foutbericht weer.
Los de oorzaak van de fout van de toetsen op.
160
Page 23
Reiniging en onderhoud
NL
4 Reiniging en onderhoud
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van de oppervlakken
• Reinig het apparaat niet met een stoomreiniger.
• Mors tijdens de bereiding geen suiker of zoete mengsels op de kookplaat.
• Plaats geen materialen of stoffen die zouden kunnen smelten (plastic of aluminium).
• Houd de kookplaat altijd schoon, en plaats geen enkel voorwerp op de sensortoetsen.
• Gebruik op de stalen delen of de delen waarvan het oppervlak met metalen afwerkingen werd behandeld (bijv. elektrolytische oxidatie, vernikkeling, verchroming) geen producten die chloor, ammoniak of bleekmiddel bevatten.
• Gebruik geen schurende of bijtende middelen op de glazen onderdelen (bijv. poeders, ontvlekkers of metaalsponsjes). Gebruik eventueel houten of plastic gereedschappen.
4.1 Reiniging van de oppervlakken
Om de oppervlakken in goede staat te houden, moeten ze na elk gebruik gereinigd worden nadat ze afgekoeld zijn.
4.2 Wekelijkse gewone reiniging
Reinig en verzorg de kookplaat wekelijks met behulp van een gewoon product voor de reiniging van het glas. Neem de aanwijzingen van de producent altijd in acht. Het silicone dat aanwezig is in deze producten produceert een beschermend waterafstotend en vuilbestendig laagje. Alle vlekken blijven achter op dat laagje en kunnen dus makkelijk verwijderd worden. Droog daarna het oppervlak met een schone doek. Let op dat er geen resten reinigingsmiddel achterblijven op de kookplaat, omdat ze een bijtende reactie zouden kunnen hebben wanneer de plaat verwarmd wordt en de structuur ervan zouden kunnen wijzigen.
4.3 Voedselresten of -vlekken
Eventuele lichtgekleurde sporen, veroorzaakt door pannen met een aluminium bodem, kunnen worden verwijderd met een met azijn bevochtigde doek.
Als er na het gebruik van de kookplaat verbrande resten achterblijven, moeten deze worden verwijderd. Spoel met water en droog goed met een schone doek.
Zandkorrels die eventueel op de kookplaat gevallen zijn tijdens het wassen van sla of aardappelen zouden de plaat kunnen krassen wanneer de pannen verschoven worden.
Verwijder eventuele zandkorrels dus onmiddellijk van het oppervlak van de kookplaat.
Kleurwijzigingen zijn niet van invloed op de werking en de stabiliteit van het glas. Het betreft geen wijzigingen van het materiaal van de kookplaat, maar eenvoudige resten die niet verwijderd werden en die dus verbrandden.
161
Page 24
Reiniging en onderhoud
Er kunnen glanzende oppervlakken gevormd worden als het gevolg van het verschuiven van de bodems van de pannen, vooral indien ze van aluminium zijn, en indien niet geschikte reinigingsmiddelen gebruikt worden. Het is moeilijk om deze te verwijderen met behulp van gewone reinigingsproducten. Het kan zijn dat de reiniging meerdere keren herhaald moet worden. Het gebruik van bijtende reinigingsmiddelen, of de wrijving met de bodem van de pannen, kan de decoratie van de kookplaat mettertijd polijsten en zou de vorming van vlekken kunnen bevorderen.
4.4 Oplossingen voor problemen…
De kookplaat werkt niet:
• Controleer of de kookplaat is aangesloten en de hoofdschakelaar is ingeschakeld.
• Controleer of zich geen stroomonderbrekingen kunnen voordoen.
• Controleer of de zekering niet is afgesprongen. In dit geval moet de zekering worden vervangen.
• Controleer of de aardlekschakelaar van de huiselijke installatie niet is geschakeld. In dit geval moet de schakelaar weer geactiveerd worden.
• Controleer of de sensortoetsen niet geblokkeerd zijn met de Toetsblokkering.
• Controleer of de toetsen niet gedeeltelijk bedekt zijn met een vochtige doek, een vloeistof of een metalen voorwerp.
De resultaten van de bereiding zijn niet bevredigend:
• Controleer of de temperatuur van de bereiding niet te hoog of te laag is.
De kookplaat produceert rook:
• Laat de kookplaat afkoelen, en reinig deze, nadat de bereiding klaar is.
• Controleer of het voedsel niet uit het recipiënt komt, en gebruik eventueel een groter recipiënt.
De display zal het opschrift “E2” weergeven:
• Controleer of toevallig geen voedsel op de sensortoetsen terecht kwam.
• Verwijder eventuele pannen of andere voorwerpen die de sensortoetsen gedeeltelijk bedekken.
Op het display wordt “E” weergegeven:
• Een van de toetsen werd lang ingedrukt gehouden of er is sprake van een technisch probleem. Neem in het laatste geval contact op met het servicecentrum.
De zekeringen of de magnetothermische schakelaar van de huiselijke installatie springen regelmatig:
• Neem contact op met het servicecentrum of met een elektricien.
Scheuren of barsten in de kookplaat:
• moet het apparaat onmiddellijk uitgeschakeld worden, moet de stroomtoevoer uitgeschakeld worden en moet contact met de assistentie worden opgenomen.
162
Page 25
Installatie
NL
5 Installatie
5.1 Veiligheidswaarschuwingen
Warmteontwikkeling tijdens werking van het apparaat
Brandgevaar
• Controleer of het materiaal van het meubel brandbestendig is.
• Controleer of het meubel voorzien is van de vereiste openingen.
LET OP: De temperatuur van het
oppervlak is hoger dan 95°C. Om gevaarlijke situaties te vermijden moet de toegang tot het onderste gedeelte van de kookplaat worden beperkt.
Fineerbewerkingen, kleefstoffen of kunststof bekledingen van aangrenzende meubels moeten warmtebestendig zijn (>90°C), anders kunnen deze mettertijd vervormen.
De minimumafstand die gerespecteerd moet worden tussen afzuigkappen en de kookvlakken moet minstens overeenkomen met diegene die aangeduid wordt in de aanwijzingen voor de montage van de afzuigkap.
Ook de minimumafstanden van de vrije delen van het vlak op de achterzijde moeten gerespecteerd worden, zoals wordt aangeduid op de afbeelding van de montage.
5.2 Insnijding van het werkblad
De volgende ingreep vergt metsel­en/of timmerwerk, en moet dus uitgevoerd worden door een bevoegd technicus.
De installatie kan uitgevoerd worden op structuren van verschillende materialen, zoals metselwerk, metaal, massief hout en met kunststof gelamineerd hout, mits het hittebestendig is (>90°C).
Maak een opening met de aangeduide afmetingen in het werkblad van het meubel (mm).
Kookplaten met omlijsting
L X Y
570 560 500 760 750 500
A B C D E
min.
50
min.
460
min.
750
20÷60
min.
50
163
Page 26
Installatie
Kookplaten met afgeschuinde rand Pakking van de kookplaat
Voordat de montage wordt uitgevoerd, moet de bijgeleverde pakking langs de omtrek van de kookplaat worden aangebracht om te voorkomen dat vloeistoffen tussen de omlijsting van de
L X Y
300 270 490 600 565 490 770 745 490 900 850 490
A B C D E
min.
50
min. 460
min.
750
20÷60
min.
50
kookplaat en het werkblad kunnen komen.
Bevestig de kookplaat niet met behulp van silicone. Indien dit toch wordt gedaan, kan de kookplaat niet verwijderd worden zonder deze te beschadigen.
164
Page 27
NL
Kookplaten met rechte rand
Voor dit type van kookplaten moet de opening gefreesd worden indien de kookplaat gelijk met de rand van het werkblad moet geïnstalleerd worden.
L X Y G H
600 565 490 604 514 770 745 490 774 514 900 865 490 904 514
Installatie
A B C D E
min.
50
Nadat de zelfklevende pakking (A) is aangebracht en de kookplaat is voorzien van de beugels en geplaatst is, moeten de randen met isolerende silicone (B) worden gevuld; verwijder het eventuele teveel aan product.
Als de kookplaat moet worden verwijderd, moet het silicone met behulp van een mesje worden weggesneden voordat wordt geprobeerd om de plaat te verwijderen (C).
min.
460
min.
750
20÷60
min.
50
165
Page 28
Installatie
Bevestigingsklemmen
Om de bevestiging en een optimale centrering te garanderen, moeten de bijgeleverde klemmen geplaatst worden:
1. Plaats de klemmen horizontaal en met een lichte druk in de daarvoor bestemde gleuf.
2. Draai ze vervolgens naar boven zodat ze definitief geklemd worden.
Bevestigingsbeugels
• Draai de bevestigingsbeugels vast in de daarvoor bestemde openingen in de zijkanten van de bekleding onderaan om de kookplaat correct op de structuur te bevestigen.
Draai niet te vast aan omdat anders het glas te hard kan gespannen worden en dus zou kunnen breken.
166
Page 29
Installatie
NL
5.3 Inbouw
Op inbouwruimte voor oven
De afstand tussen de kookplaat en de keukenmeubels of de inbouwapparaten moet zodanig zijn dat een voldoende ventilatie en een voldoende luchtafvoer gegarandeerd wordt.
Bij installatie boven een oven moet een tussenruimte worden gelaten tussen de onderkant van de kookplaat en de bovenzijde van het onderaan geplaatste apparaat.
Op neutrale ruimte of laden
Wanneer andere meubelen (zijwanden, laden, enz.), afwasautomaten of koelkasten aanwezig zijn onder de kookplaat, moet een dubbele houten bodem worden geïnstalleerd op een minimum afstand van 20 mm van de onderkant van de kookplaat, zodat toevallig contact wordt vermeden. De dubbele bodem mag alleen met geschikt gereedschap worden verwijderd.
Wanneer de kookplaat boven een oven wordt geïnstalleerd, moet deze voorzien worden van een ventilator voor de koeling.
met opening onderaan
met opening achteraan
Als geen dubbele houten bodem wordt geïnstalleerd, kan de gebruiker ongewenst hete of scherpe onderdelen raken.
167
Page 30
Installatie
5.4 Elektrische aansluiting
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Laat het apparaat aansluiten door gekwalificeerd technisch personeel.
• Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen.
• De aardverbinding van het elektrische systeem is verplicht en moet in overeenstemming met de geldende veiligheidsnormen worden uitgevoerd.
• Schakel de algemene stroomtoevoer uit
• Gebruik kabels die bestand zijn tegen temperaturen van minstens 90 °C.
• Het aandraaimoment van de schroeven van de stroomgeleiders van het klemmenbord moet 1,5-2 Nm bedragen.
• Laat de voedingskabel uitsluitend door ervaren technisch personeel installeren en eventueel vervangen.
• Gebruik de geleverde kabel (afhankelijk van het model) en raadpleeg de volgende aanwijzingen.
Algemene informatie
Controleer of de kenmerken van het stroomnet overeenstemmen met de gegevens op het identificatieplaatje.
Het identificatieplaatje bevat de technische gegevens, het serienummer en de merknaam van het apparaat en is zichtbaar op het apparaat aangebracht.
Dit plaatje mag nooit verwijderd worden. Zorg voor de aardverbinding met een
kabel die ten minste 20 mm langer is dan de andere kabels.
Het apparaat kan op de volgende manieren functioneren:
Modellen van 30 cm:
220-240 V 1N~
168
Gebruik de gemonteerde driepolige kabel
3 x 1,5 mm².
Aansluiting met stekker en stopcontact
Controleer of de stekker en het stopcontact van hetzelfde type zijn.
Gebruik geen verloopstekkers, adapters of aftakkingen, omdat ze oververhitting of brand zouden kunnen veroorzaken.
Page 31
Installatie
NL
Modellen van 60 cm:
220-240 V 1N~
380-415 V 2N~
220-240 V 2~
220-240 V 3~
Het schema hieronder toont het klemmenbord van de stroomtoevoer, onderaanzicht, zonder aangesloten kabels. De aansluiting tussen de klemmen 2 en 3 en de klemmen 4 en 5 moet altijd aanwezig zijn.
Gebruik de geleverde vijfpolige kabel 5 x 2,5 mm².
169
Page 32
Installatie
Modellen van 77 - 90 cm: Het schema hieronder toont het
klemmenbord van de stroomtoevoer, onderaanzicht, zonder aangesloten kabels. De aansluiting tussen de klemmen 4 en 5 moet altijd aanwezig zijn.
220-240 V 1N~
Gebruik de geleverde driepolige kabel 3 x 6 mm².
170
220-240 V 2~
Gebruik de geleverde driepolige kabel
3 x 6 mm².
Page 33
Installatie
NL
Het apparaat kan ook op de volgende manieren functioneren als de voedingskabel wordt vervangen:
380-415 V 2N~
Vierpolige kabel 4 x 4 mm².
220-240 V 3~
Vierpolige kabel 4 x 4 mm².
380-415 V 3N~
Vijfpolige kabel 5 x 2,5 mm².
Modellen van 60 - 90 cm (maximaal 3 kW):
Het schema hieronder toont het klemmenbord van de stroomtoevoer, onderaanzicht, zonder aangesloten kabels. De aansluiting tussen de klemmen 1, 2 en 3 en de klemmen 4 en 5 moet altijd aanwezig zijn.
220-240 V 1N~
Geleverde driepolige kabel 3 x 1,5 mm².
171
Page 34
Installatie
Vaste aansluiting
Rust de voedingslijn uit met een meerpolige onderbrekingsinrichting, overeenkomstig de installatienormen.
De onderbrekingsinrichting dient op een eenvoudig te bereiken plaats en in de nabijheid van het apparaat te zijn aangebracht.
Doe de kabel achter het meubel passeren. Let op dat deze niet tegen de onderkant van de kookplaat of een eventuele daaronder ingebouwde oven komt.
Let op wanneer bijkomende elektrische apparaten aangesloten worden. De kabels voor de aansluiting mogen niet in contact komen met de warme bereidingszones.
Test
Voer na de installatie een korte test uit. Bij een slechte werking van het apparaat, als u heeft geconstateerd dat u de instructies correct heeft uitgevoerd, moet u het dichtstbijzijnde servicecentrum informeren.
5.5 Voor de installateur
• De kabel voor de verbinding met het stroomnet mag niet verbogen of vastgeklemd worden.
• Het apparaat moet volgens de installatieschema’s worden geïnstalleerd.
• In geval het apparaat, na het verrichten van alle controles, niet correct werkt, neem dan contact op met het plaatselijke erkende servicecentrum.
•Na de correcte installatie van het apparaat wordt u verzocht de gebruiker te informeren over de correcte functioneringswijze.
172
Loading...