Smeg SE2951ID User Manual [nl]

Gebrauchs- und Montageanweisung Induktions-Glaskeramik-Kochfeld
Instructions for fitting and use Glass ceramic induction hob
Instructions de montage et d’utilisation Table de cuisson vitrocéramique à induction
Gebruiks- en montage-instructies Keramische inductiekookplaat
Istruzioni per uso e montaggio Piano di cottura ad induzione in vetroceramica
Instrucciones para el uso y montaje Encimera vitrocerámica per inducción
Manual de instruções de uso e de montagem Placa de cozinhar de indução em vitrocerâmica
225678 N71
NL
Verwijderen van de verpakking
Verwijder de transportverpakking op een zo milieubewust moge­lijke manier. De recyclage van het verpakkingsmateriaal bespaart grondstoffen en vermindert de afvalberg.
Verwijderen van oude apparaten
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled.
Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte
manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Reglementair gebruik
De kookplaat mag alleen voor de bereiding van levensmiddelen in het huishouden worden gebruikt. Ze mag niet voor een ander doel worden gebruikt.
Hier vindt u...
Lees eerst zorgvuldig de informatie in dit boekje door vooraleer u uw kookplaat in gebruik neemt. Hier vindt u belangrijke richtlijnen voor uw veiligheid, het gebruik, het schoonmaken en het onder­houd van het apparaat, zodat u er lang plezier aan beleeft.
Als er een storing optreedt, kijk dan eerst na in het hoofdstuk „Wat te doen bij problemen?”. Kleinere storingen kunt u vaak zelf verhelpen en u spaart op die manier onnodige servicekosten.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig. Geef deze gebruiks- en montagehandleiding ter informatie en veiligheid aan een nieuwe eigenaar door.
Veiligheidsinstructies............................................................ 42
Voor aansluiting en werking.................................................. 42
Voor de kookplaat................................................................. 42
Voor personen ...................................................................... 42
Beschrijving van het apparaat.............................................. 43
Bediening door sensoren...................................................... 43
Bediening................................................................................ 44
De kookplaat......................................................................... 44
Panherkenning...................................................................... 44
Gebruiksduurbeperking ........................................................ 44
Andere functies..................................................................... 44
Oververhittingsbeveiliging..................................................... 44
Servies voor inductiekookplaat............................................. 45
Tips om energie te besparen ................................................ 45
Kookstanden......................................................................... 45
Restwarmteweergave........................................................... 45
Kookzone inschakelen.......................................................... 46
Kookzone uitschakelen......................................................... 46
Automatische uitschakeling (timer) ....................................... 46
Vergrendeling/ kinderbeveiliging........................................... 47
Powerstand (P)..................................................................... 47
Powermanagement............................................................... 47
Reiniging en onderhoud........................................................ 48
De keramische kookplaat ..................................................... 48
Speciale verontreinigingen ................................................... 48
Wat te doen bij problemen?.................................................. 49
Montagehandleiding.............................................................. 50
Veiligheidsinstructies voor de keukenmeubelmonteur.......... 50
Montage................................................................................ 50
Beluchting............................................................................. 50
Elektrische aansluiting.......................................................... 52
Technische gegevens........................................................... 53
Inbedrijfstelling...................................................................... 53
41
Veiligheidsinstructies
NL
Veiligheidsinstructies
Voor aansluiting en werking
• De apparaten worden volgens de geldende veiligheidsvoor­schriften gebouwd.
• Aansluiting op het net, onderhoud en reparatie van het appa­raat mogen alleen door een erkend vakman volgens de geldende veiligheidsvoorschriften worden uitgevoerd. Ondes­kundig uitgevoerde werkzaamheden vormen een risico voor uw veiligheid.
Voor de kookplaat
• Wegens de zeer snelle reactie bij een hoog ingestelde kookstand (powerstand) de inductiekookplaat niet zonder toezicht gebruiken!
• Houd bij het koken rekening met de hoge opwarmsnelheid van de kookzones. Vermijd het leegkoken van pannen omdat daar­bij het gevaar bestaat dat de pannen oververhit raken!
• Plaats geen lege potten en pannen op de ingeschakelde kook­zones.
• Wees voorzichtig bij het gebruik van bain-marie pannen. Bain­marie pannen kunnen onbemerkt leegkoken! Dat veroorzaakt beschadigingen aan de pan en aan de kookplaat. De fabrikant kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld!
• Schakel een kookzone na gebruik altijd met de aan/uit-toets uit en niet alleen met de panherkenning.
• Oververhitte vetstoffen en olie kunnen spontaan ontbranden. Bij het bereiden van gerechten met vet en olie steeds in de buurt blijven. Brandend vet of olie nooit met water blussen! Een deksel op de pan leggen, kookzone uitschakelen.
• De keramische plaat is zeer resistent. Zorg er niettemin voor dat er geen harde voorwerpen op de keramische plaat vallen. Puntvormige slagbelastingen kunnen de kookplaat doen bre­ken.
• Bij scheuren, barsten of een breuk in de keramische kookplaat het apparaat onmiddellijk buiten bedrijf stellen. Onmiddellijk de huishoudzekering uitschakelen en contact opnemen met de klantenservice.
• Als de kookplaat door een defect in de sensorregeling niet meer kan worden uitgeschakeld, onmiddellijk de huishoud­zekering uitschakelen en contact opnemen met de klanten­service.
• Voorzichtig bij het werken met huishoudelijke apparaten! Net­snoeren mogen niet met de hete kookzones in contact komen.
• De keramische kookplaat mag niet worden gebruikt om er voorwerpen op neer te leggen!
• Geen aluminiumfolie of kunststof op de kookzones leggen. Alles wat kan smelten uit de buurt van de hete kookzone hou­den, bijv. kunststof, folie, in het bijzonder suiker en gerechten met een hoog suikergehalte. Suiker onmiddellijk met een spe­ciale glasschraper volledig van de keramische kookplaat ver­wijderen zolang deze nog warm is, om beschadigingen te vermijden.
• Metalen voorwerpen (zoals keukengerei, bestek ...) mogen niet op de inductiekookplaat worden gelegd omdat ze heet kunnen worden. Gevaar voor verbranding!
• Geen brandgevaarlijke, licht ontvlambare of vervormbare voor­werpen direct onder de kookplaat leggen.
• Metalen voorwerpen die op het lichaam worden gedragen, kunnen in de onmiddellijke nabijheid van de inductiekookplaat heet worden. Opgelet, kans op verbranding. Voor niet-magnetiseerbare voorwerpen (bijv. gouden of zilve­ren ringen) geldt dit niet.
• Nooit gesloten conservenblikken en compoundverpakkingen op kookzones verwarmen. Door de energietoevoer kunnen deze uiteenbarsten!
• De sensoren schoonhouden omdat verontreinigingen door het apparaat als vingercontact kunnen worden herkend. Nooit voorwerpen (pannen, vaatdoeken, enz.) op de sensoren plaat­sen! Als pannen tot over de sensoren overkoken, is het aanbevolen op de UIT-toets te drukken.
• Hete potten en pannen mogen de sensoren niet afdekken. In dat geval wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld.
• Als er zich in de woning huisdieren bevinden die aan de kook­plaat kunnen, moet de kinderbeveiliging worden geactiveerd.
• Als bij inbouwfornuizen de pyrolysefunctie wordt gebruikt, mag de inductiekookplaat niet worden gebruikt.
Voor personen
• Voorzichtig!
Personen die niet vertrouwd zijn met de inbouwkookplaat mogen er alleen onder toezicht mee werken. Kleine kinderen steeds uit de buurt houden en ervoor zorgen dat ze niet met het apparaat spelen.
•Let op!
De oppervlakken van verwarmings- en kookzones worden bij het werken heet. Daarom moeten kleine kinderen principieel uit de buurt worden gehouden.
• Personen met pacemakers of geïmplanteerde insulinepompen moeten zich ervan verzekeren dat hun implantaten niet door de inductiekookplaat worden beïnvloed (het frequentiebereik van de inductiekookplaat bedraagt 20-50 kHz).
42
Beschrijving van het apparaat
NL
B e s c h r ij v i n g v a n h e t a p p a r a a t
Het decor kan van de afbeeldingen afwijken.
1. Inductiekookzone links voor
2. Inductiekookzone links achter
3. Inductiekookzone rechts achter
4. Inductiekookzone rechts voor
5. Touch-Control-bedieningsveld
6. De keramische kookplaat
7. Inductiekookzone midden
8. Aan/Uit-toets
9. Min-toets (verlagen) / Plus-toets (verhogen)
10. Kookstand-keuzetoetsen
11. Kookstandweergave
12. Power-toets
13. Min-toets / Plus-toets van de automatische uitschakeling
14. Aanwijzing automatische uitschakeling
15. Symbool voor vergrendeling
16. Symbool voor het aanwijzen van de kookzonepositie op de keramische kookplaat
Bediening door sensoren
De bediening van de keramische kookplaat gebeurt door touch­control-sensoren. De sensoren functioneren als volgt: met de vingertop een symbool op het keramische oppervlak even aan­raken. In de rest van de tekst wordt voor de touch-control-senso­ren het woord „toets” gebruikt.
Aan/Uit-toets (8)
Met deze toets wordt de desbetreffende kookzone in- en uitge­schakeld.
Min-toets / Plus-toets (9)
Met deze toetsen worden de kookstanden ingesteld. Met de min­toets wordt de aangetoonde waarde verlaagd, met de plus-toets verhoogd.
Belangrijk:
bool wordt gedrukt, wordt de kinderbeveiliging ingescha­keld.
Kookstand-keuzetoets / / (10)
Door op een van de drie toetsen te drukken, wordt een kook­stand direct gekozen.
Toets ...............kookstand 7
Toets ...............kookstand 11
Toets ...............kookstand 15
Wanneer gelijktijdig op beide toetsen met het sym-
Kookstandweergave (11)
De kookstandweergave toont de gekozen kookstand, of:
............ Restwarmte
............ Powerstand
............ Kinderbeveiliging
............ Gebruiksduurbeperking
Power-toets (12)
De powerstand stelt extra vermogen voor de inductiekook­zones ter beschikking.
Min-toets / Plus-toets van de automatische uitschakeling (timer) (13)
Om de automatische uitschakeling van een kookzone in te stellen.
43
Bediening
Bediening
De kookplaat
De kookplaat is met een inductiekookveld uitgerust. Een inductie­spoel onder de keramische kookplaat wekt een elektromagne­tisch wisselveld op, dat de vitrokeramiek doordringt en in de bodem van de pan een warmtevormende stroom induceert.
Bij een inductiekookzone wordt de warmte niet meer door een verwarmingselement via de pan op de te koken gerechten over­gedragen; de nodige warmte wordt m.b.v. inductiestromen direct in de pan gevormd.
Voordelen van het inductiekookveld
– Energiebesparend koken door rechtstreekse energieover-
dracht op de pan (aangepaste pannen van magnetiseerbaar materiaal zijn noodzakelijk),
– meer veiligheid, omdat de energie alleen wordt doorgegeven
als er een pan op de kookzone staat,
– energieoverdracht tussen inductiekookzone en panbodem met
een hoog rendement, – hoge opwarmsnelheid, – weinig risico op verbrandingen omdat de kookplaat alleen door
de panbodem wordt verwarmd, overkokende gerechten bran-
den niet vast, – snelle, nauwkeurige regeling van de energietoevoer.
NL
Gebruiksduurbeperking
De inductiekookplaat bezit een automatische gebruiksduurbeper­king.
De ononderbroken gebruiksduur voor elke kookzone is afhanke­lijk van de gekozen kookstand (zie tabel).
De voorwaarde is dat tijdens de gebruiksduur de instellingen van de kookzone niet worden veranderd.
Als de gebruiksduurbeperking gereageerd heeft, wordt de kook­zone uitgeschakeld; er is een tijd lang een signaal te horen en in de aanwijzing verschijnt (Automatic Stop).
Belangrijk!
verschijnt (Automatic Stop) in de aanwijzing. Om te bevesti­gen op een willekeurige toets van de overeenkomstige kookzone drukken. Dat wordt met een dubbele signaaltoon bevestigd.
Na het uitschakelen door de gebruiksduurbeperking
Ingestelde kookstand
1 - 9
10 - 14
15,
Gebruiksduurbeperking
in uren
8 2
1
Panherkenning
Als er geen of een te kleine pan op de kookzone staat, als de kookzone is ingeschakeld, dan wordt deze niet met energie ver­zorgd, de kookstandweergave knippert.
Als er een geschikte pan op de kookzone wordt geplaatst, wordt de ingestelde stand ingeschakeld en de kookstandweergave brandt. De energietoevoer wordt onderbroken als de pan wordt verwijderd, de kookstandweergave knippert.
Indien kleinere pannen worden opgezet, waarbij de panherken­ning toch in werking treedt, wordt slechts zoveel energie toege­voerd als nodig is.
De panherkenningsgrens (minimum diameter van de panbodem) waarbij de kookzone nog inschakelt, bedraagt 100 mm en is bij een aantal modellen als binnenste kring op de kookzone afge­beeld.
Andere functies
Als één of meer sensoren langer of tegelijk worden bediend (bijv. door een per ongeluk op de sensoren geplaatste pan) wordt er niet geschakeld. Na 10 seconden wordt de elektronica uitgescha­keld en er worden streepjes aangetoond. Uitzondering: ver­grendeling/ kinderbeveiliging
Als een tiptoets na het bereiken van de hoogste stand nog altijd wordt bediend, wordt de elektronica na 10 seconden uitgescha­keld.
Na een stroomstoring wordt het apparaat niet automatisch weer in gebruik genomen.
Bij oververhitting van de elektronica wordt de kookplaat uitge­schakeld. Een reeks streepjes of F7 wordt aangetoond.
Oververhittingsbeveiliging
Als de kookplaat langdurig op vol vermogen wordt gebruikt, kan bij een hoge kamertemperatuur de vermogenselektronica niet meer voldoende worden gekoeld.
Om te vermijden dat te hoge temperaturen in de elektronica optreden, wordt ev. het vermogen van de kookzone automatisch gereduceerd.
Indien bij normaal gebruik van de kookplaat en normale kamer­temperatuur in de kookstandweergave regelmatig een reeks streepjes of F7 verschijnen, is de koeling waarschijnlijk onvol­doende. Ontbrekende koelopeningen in het meubel of een ont­brekende afscherming kunnen de oorzaak zijn. Ev. moet de inbouw worden gecontroleerd.
44
Loading...
+ 9 hidden pages