Inhoudsopgave
1. HET MILIEU - INSTRUCTIES VOOR DE AFVALVERWERKING ......................................... 92
2. WAARSCHUWINGEN VOOR HET GEBRUIK ...................................................................... 93
3. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID .................................................................... 94
4. ENKELE SUGGESTIES ........................................................................................................ 95
5. INSTALLATIE EN AANSLUITING ......................................................................................... 96
5.1 Buitenafmetingen .......................................................................................................................................... 96
5.2 Plaatsing en waterpas zetten van het apparaat ............................................................................................ 97
5.3 De Kas klaarmaken voor het gebruik ............................................................................................................ 98
5.4 Elektrische aansluiting .................................................................................................................................. 98
5.5 Eerste vulling van het reservoir ..................................................................................................................... 99
6. EERSTE INWERKINGSTELLING ....................................................................................... 100
7. LEER UW APPARAAT KENNEN ........................................................................................ 101
8. HET BEDIENINGSPANEEL ................................................................................................ 102
8.1 Sensor externe lichtsterkte .......................................................................................................................... 102
8.2 Symbool weergave/regeling van de interne klok ......................................................................................... 102
8.3 Symbool stoomlevering/ontbreken water in reservoir ................................................................................. 102
8.4 Display voor de weergave van de binnentemperatuur en de juiste tijd ....................................................... 103
8.5 Stand-by symbool ....................................................................................................................................... 103
8.6 Display voor de weergave van de vochtigheidsgraad van de lucht binnen en van de minuten .................. 103
8.7 Symbool blokkering/vrijgave toetsen ........................................................................................................... 103
8.8 Symbool ontsteking interne lampen ............................................................................................................ 103
8.9 Symbool inschakeling “stekjesfunctie” ........................................................................................................ 103
8.10 Sensor voor de impulsen afkomstig van de afstandsbediening ................................................................103
9. DE AFSTANDSBEDIENING ................................................................................................ 104
9.1 Rode led ...................................................................................................................................................... 104
9.2 Stand-By toets ............................................................................................................................................. 104
9.3 Toets inschakeling "Stekjes" functie ........................................................................................................... 105
9.4 Toets stoomlevering .................................................................................................................................... 105
9.5 Toets inschakeling binnenverlichting .......................................................................................................... 105
9.6 Toets visualisatie/instelling klok .................................................................................................................. 106
9.7 Toets toename/afname waarde .................................................................................................................. 106
9.8 Vervanging van de batterijen van de afstandsbediening ............................................................................ 106
10. GEBRUIK VAN DE KAS .................................................................................................... 107
10.1 Verwijdering en plaatsing van de potten in de House Garden .................................................................. 107
10.2 Automatische besturing van het microklimaat in de kas ........................................................................... 107
10.3 Keuze van de vooraf ingestelde programma's .......................................................................................... 108
11. ONDERHOUD EN REINIGEN ........................................................................................... 109
11.1 Het vullen van het reservoir ...................................................................................................................... 109
11.2 Reiniging van de stoombuis ...................................................................................................................... 110
11.3 Reiniging van de ultrasoonverstuiver ........................................................................................................ 110
11.4 Reiniging van het onderstel ....................................................................................................................... 110
11.5 Reiniging van de potten ............................................................................................................................ 110
11.6 Reiniging van de ruiten ............................................................................................................................. 110
11.7 Vervanging van de lampen ........................................................................................................................ 110
12. IS ER EEN DEFECT? ........................................................................................................ 111
91
Het milieu - Instructies voor de afvalverwerking
1. HET MILIEU - INSTRUCTIES VOOR DE AFVALVERWERKING
WIJ GEBRUIKEN VOOR DE VERPAKKING VAN ONZE KASSEN NIET-VERVUILENDE, EN DUS
MILIEUVRIENDELIJKE EN RECYCLEBARE MATERIALEN. WIJ VRAGEN OM UW MEDEWERKING
DOOR TE ZORGEN VOOR EEN JUISTE VERWERKING VAN HET VERPAKKINGSMATERIAAL. DE
ADRESSEN VAN DE CENTRA VOOR HET VERZAMELEN, DE RECYCLAGE OF DE VERWERKING
ZIJN BESCHIKBAAR BIJ UW WEDERVERKOPER OF BIJ DE PLAATSELIJKE BETROKKEN
INSTANTIES.
LAAT DE VERPAKKING OF DELEN ERVAN NIET ZOMAAR ERGENS ACHTER: DIT KAN GEVAAR
VAN VERSTIKKING OPLEVEREN VOOR KINDEREN, VOORAL DE PLASTIC ZAKJES.
BELANGRIJK: U MOET OOK ZORGEN VOOR EEN CORRECTE VERWERKING VAN HET OUDE
APPARAAT.
BEZORG HET APPARAAT BIJ HET PLAATSELIJK ERKENDE BEDRIJF VOOR DE VERZAMELING
VAN NIET MEER GEBRUIKTE HUISHOUDELIJKE APPARATEN. MET EEN CORRECTE
VERWERKING KUNNEN WAARDEVOLLE MATERIALEN OP INTELLIGENTE WIJZE WORDEN
GERECYCLED.
DE WET VERBIEDT HET VERWERKEN VAN HET APPARAAT IN HIERVOOR NIET BESTEMDE
ZONES.
92
Waarschuwingen voor het gebruik
2. WAARSCHUWINGEN VOOR HET GEBRUIK
ELEKTRISCHE AANSLUITING: RAADPLEEG DE INSTALLATIE-INSTRUCTIES VOOR DE
VEILIGHEIDSNORMEN VOOR ELEKTRISCHE APPARATEN.
IN UW BELANG EN VOOR UW VEILIGHEID IS WETTELIJK BESLOTEN DAT DE INSTALLATIE EN DE
ASSISTENTIE VAN ALLE ELEKTRISCHE APPARATEN MOET WORDEN UITGEVOERD DOOR
GEKWALIFICEERD PERSONEEL MET INACHTNEMING VAN DE VAN TOEPASSING ZIJNDE
NORMEN.
ELEKTRISCHE APPARATEN MOETEN ALTIJD WORDEN UITGESCHAKELD DOOR DESKUNDIGE
PERSONEN.
DEZE HANDLEIDING IS EEN GEÏNTEGREERD ONDERDEEL VAN HET APPARAAT EN MOET
GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN DE MACHINE INTACT EN OP EEN
GEMAKKELIJK BEREIKBARE PLAATS WORDEN BEWAARD. WIJ BEVELEN AAN OM DEZE
HANDLEIDING EN ALLE ERIN OPGENOMEN AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN
ALVORENS HET APPARAAT IN GEBRUIK TE NEMEN. DE INSTALLATIE ZAL MOETEN WORDEN
UITGEVOERD IN OVEREENSTEMMING MET DE VAN TOEPASSING ZIJNDE NORMEN. DIT
APPARAAT IS BESTEMD VOOR EEN HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN BEANTWOORDT AAN DE
EEG RICHTLIJNEN DIE MOMENTEEL VAN TOEPASSING ZIJN. HET APPARAAT IS
GEFABRICEERD VOOR HET UITOEFENEN VAN DE VOLGENDE FUNCTIE: HET KWEKEN EN
ONDERHOUDEN VAN PLANTEN IN EEN GECONTROLEERDE OMGEVING; IEDER ANDER
GEBRUIK MOET ALS ONEIGENLIJK WORDEN BESCHOUWD.
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ANDERE DAN DE
VERMELDE GEBRUIKSTOEPASSINGEN.
DIT APPARAAT IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN IN DE ZIN VAN DE EUROPESE RICHTLIJN
2002/96/EG BETREFFENDE AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR –
AEEA (WASTE ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE).
DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEN VAN DE
AFGEDANKTE APPARATUUR WELKE GELDEN VOOR HET VOLLEDIGE TERRITORIUM VAN DE
EUROPESE UNIE.
LAAT DE RESTEN VAN HET VERPAKKINGSMATERIAAL NIET ONBEHEERD ACHTER IN DE
HUISELIJKE OMGEVING. SCHEID DE VERSCHILLENDE VAN DE VERPAKKING AFKOMSTIGE
AFVALMATERIALEN EN LEVER ZE AF BIJ HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR DE
GEDIFFERENTIEERDE VERZAMELING VAN HET AFVAL.
BLOKKEER DE OPENINGEN EN DE SPLETEN VOOR DE VENTILATIE EN HET AFVOEREN VAN DE
WARMTE NIET.
DE HOUSE GARDEN IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK IN AFGESLOTEN RUIMTEN EN BESCHUT
TEGEN HET DIRECTE ZONLICHT.
PLAATS HEM NIET IN DE BUURT VAN WARMTEBRONNEN.
HET TYPEPLAATJE MET DE TECHNISCHE SPECIFICATIES, HET SERIENUMMER EN DE
MERKING IS ZICHTBAAR GEPLAATST ACHTERIN DE HOUSE GARDEN, ACHTERIN DEZE
HANDLEIDING EN OP HET KWALITEITSCERTIFICAAT.
DIT PLAATJE MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
WIJ RADEN AAN OM DE HOUSE GARDEN DAGELIJKS ENKELE MINUTEN LANG TE OPENEN: DE
VERVERSING VAN DE LUCHT ZAL HET GROEIEN EN HET BEHOUD VAN DE PLANTEN
BEVORDEREN.
VERMIJD LANGDURIGE EN FREQUENTE OPENINGEN DIE HET MICROKLIMAAT IN DE KAS
ZOUDEN KUNNEN BEÏNVLOEDEN, DAT ZICH PAS NA VERLOOP VAN TIJD WEER ZAL
HERSTELLEN.
De fabrikant onthoudt zich van iedere aansprakelijkheid voor schade aan personen of zaken als gevolg
van het niet inachtnemen van de bovenstaande voorschriften of als gevolg van wijzigingen aangebracht
aan ook slechts één enkel onderdeel van het apparaat en van het gebruik van niet-originele
vervangingsonderdelen.
93
Waarschuwingen voor de veiligheid
3. WA ARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID
HET APPARAAT MAG NOOIT WORDEN VERPLAATST DOOR TE TREKKEN AAN DE HANDVATTEN
VAN DE SCHUIFDEUREN OF AAN DE VERSCHUIFBARE SUPPORTEN VAN DE BLADEN.
WANNEER U OP HET MOMENT VAN INSTALLATIE DEFECTEN CONSTATEERT ALS GEVOLG VAN
HET TRANSPORT OF DE FABRICAGE MOET U ONMIDDELLIJK HET DICHTSTBIJZIJNDE
SERVICECENTRUM BELLEN.
VOOR DE INSTALLATIE EN DE AANSLUITING MOET U ZICH UITSLUITEND AAN DE IN DEZE
HANDLEIDING VERSTREKTE INSTRUCTIES HOUDEN.
BIJ STORINGEN MOET U HET APPARAAT LOSKOPPELEN VAN HET VOEDINGSNET DOOR DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN. TREK HIERBIJ ECHTER NIET AAN DE
VOEDINGSKABEL.
ALLE, NIET IN DEZE HANDLEIDING VOORZIENE REPARATIES OF WERKZAAMHEDEN, MOGEN
UITSLUITEND WORDEN UITGEVOERD DOOR EEN GEKWALIFICEERD MONTEUR VAN DE
ERKENDE SERVICECENTRA.
PROBEER NOOIT OM HET APPARAAT TE REPAREREN.
BEWAAR NOOIT SPUITBUSSEN MET ONTVLAMBAAR GAS IN HET APPARAAT. EVENTUELE
LEKKAGES KUNNEN DE GEZONDHEID VAN DE GEBRUIKERS ERNSTIG IN GEVAAR BRENGEN.
GEBRUIK ALTIJD EN ALLEEN DE DAARVOOR BESTEMDE HANDGREPEN OM DE ZIJWANDEN TE
OMHOOG EN OMLAAG TE SCHUIVEN EN LET ERVOOR OP DAT U DE VINGERS NIET OP HET
STALEN FRAME VAN DE HOUSE GARDEN ZET.
HET APPARAAT IS BESTEMD OM TE WORDEN GEBRUIKT DOOR VOLWASSENEN.
HOUD HEM UIT DE BUURT VAN KINDEREN.
LET OP:
LED LAMP KLASSE 1M (EN 60825-1:2003 - IEC 60825-1:1991 + A1:1997 + A2:2001 CONSOLIDATED
EDITION 1.2) - KIJK NIET RECHTSTREEKS MET OPTISCHE INSTRUMENTEN IN DE LICHTSTRAAL
(VERGROOTGLAS, BRIL, ENZ.) OF OP EEN AFSTAND VAN MINDER DAN 10 CM. DIT KAN
GEVAARLIJK ZIJN VOOR DE OGEN.
Golflengte van de pieken LED tekening
Golflengte (nm)
van de stralingsenergie
Relatieve spectrale verdeling
VANWEGE DE AFMETINGEN VAN HET GLASOPPERVLAK MOET DE HOUSE GARDEN UIT DE
BUURT VAN DEUREN EN OPENSLAANDE RAMEN WORDEN GEÏNSTALLEERD, OM TE
VOORKOMEN DAT ER PER ONGELUK TEGENAAN WORDT GESTOTEN.
HIJ MOET OP EEN HIERVOOR GESCHIKTE EN STABIELE ON DERGROND WORDEN GEZET, OM
TE VOORKOMEN DAT HIJ OM KAN VALLEN.
94
Tips
4. ENKELE SUGGESTIES
HOUD ER ALTIJD REKENING MEE DAT PLANTEN LEVENDE ORGANISMES ZIJN; ZIJ HEBBEN
ZORG EN AANDACHT NODIG EN INDIEN VERWAARLOOSD, KUNNEN ZE ZIEK WORDEN EN
STERVEN.
INDIEN OP DE JUISTE WIJZE GEBRUIKT, KUNNEN UW PLANTEN MET ONZE HOUSE GARDEN
ONDER VERGELIJKBARE OMSTANDIGHEDEN LEVEN ALS IN HUN NATUURLIJKE
LEEFOMGEVING.
PLANTEN UITBUNDIG ZULLEN GROEIEN ZONDER ZIEK TE WORDEN.
TEN EERSTE MOET U CONTROLEREN OF DE DOOR U GEKOZEN PLANTEN BIJ DE AANSCHAF
VAN GOEDE KWALITEIT EN GOED GEZOND ZIJN .
VERDER MOET U, OP AANWIJZING VAN DE KWEKER OF BLOEMIST, ZORGVULDIG DE JUISTE
AARDE KIEZEN, EN ERVOOR ZORGEN DAT U REGELMATIG SPROEIT, BEMEST, SNOEIT EN DE
BLADEREN VERWIJDERT EN AL HET ANDERE DOET WAT VOOR HET ONDERHOUD VAN DE
PLANTEN NOODZAKELIJK IS.
HET GEBRUIK VAN ONS PRODUCT ZAL DEZE BEZIGHEDEN NIET VERVANGEN, DIE
DAARENTEGEN ONONTBEERLIJK BLIJVEN OM UW PLANTEN GEZOND TE HOUDEN EN IN DE
HUISELIJKE OMGEVING TE KUNNEN LATEN ONTWIKKELEN.
DIT IS ECHTER NIET VOLDOENDE OM ER VERZEKERD VAN TE ZIJN DAT UW
VANWEGE DE GERINGE AFMETINGEN VAN DE KAS MOET HET MICROKLIMAAT ALS
"DYNAMISCH" WORDEN BESCHOUWD OMGEVINGSPARAMERS ALS TEMPERATUUR,
VOCHTIGHEID EN LICHTSTERKTE WORDEN BINNEN OPTIMALE WAARDEN GEHOUDEN EN
KLEINE STORINGEN KUNNEN WORDEN VEROORZAAKT DOOR ZOWEL DE GEBRUIKER ALS DE
BUITENOMGEVING, WAARMEE DE KAS HOE DAN OOK IN CONTACT STAAT.
WIJZIGINGEN VAN DE GENOEMDE PARAMETERS, DIE KUNNEN WORDEN GECONSTATEERD NA
PLAATSING VAN DE KAS IN VERSCHILLENDE OMGEVINGEN, MOETEN DAN OOK ALS NORMAAL
WORDEN BESCHOUWD.
95
Installatie en aansluiting
5.2 Plaatsing en waterpas zetten van het apparaat
Zet de House Garden op een stabiel en stevig oppervlak.
Om eventuele oneffenheden te compenseren is de House Garden uitgerust met 4 regelbare pootjes waarmee u
hem perfect waterpas kunt zetten. Om de pootjes af te stellen volstaat het ze te draaien zoals afgebeeld in figuur 3.
(Fig. 3)
LET OP: ZORG ERVOOR DAT ER RUIMTE VRIJ BLIJFT TUSSEN DE HOUSE GARDEN EN DE
VLOER OM DE LUCHTGATEN ONDER DE KAS NIET TE VERSTOPPEN.
U kunt de House Garden op een voetstuk zetten (optioneel en beschikbaar bij de servicecentra). Draai
de pootjes helemaal los en steek de pinnen in de gaten in het voetstuk. Bevestig vervolgens het voetstuk
aan de Kas met de 4 bijgesloten moeren “A”. (Fig. 4)
(Fig. 4)
PLAATS DE HOUSE GARDEN ALTIJD IN EEN DROGE OMGEVING EN MET VOLDOENDE
LUCHTVERVERSING.
STEL HEM NIET BLOOT AAN DIRECT ZONLICHT EN PLAATS HEM NIET BUITEN.
ZET HEM NIET IN DE BUURT VAN WARMTEBRONNEN OF ONDER DE LUCHTSTROOM VAN DE
AIRCONDITIONING.
97