Smeg SC45MC1, SC45MCNE2, SC45MC2, S45MCX1 User Manual [nl]

Notice d'utilisation
Four à micro-ondes
Gebruiksaanwijzing
Magnetron
jzingen voor het gebruik,
de beschrijving van het bedieningspaneel en de correcte wijze van
: deze zijn bestemd voor de
e
NL-BE
WAARSCHUWINGEN VOOR HET GEBRUIK ............................................... 35
1
2 INSTRUCTIES VOOR AFWELVERWERKING - ONS MILIEUBELEID ......... 36
3 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ......................................................................... 37
4 LEER UW OVEN KENNEN ............................................................................ 40
5 VÓÓR DE INSTALLATIE ............................................................................... 40
6 BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSORGANEN VAN HET
FRONTPANEEL ............................................................................................. 41
7 GEBRUIK VAN DE OVEN ............................................................................. 43
8 BESCHIKBARE ACCESSOIRES ................................................................... 50
9 AANBEVOLEN KOOKTABELLEN ................................................................. 51
10 REINIGING EN ONDERHOUD ...................................................................... 63
11 BUITENGEWOON ONDERHOUD ................................................................. 65
12 INSTALLATIE VAN HET APPARAAT ............................................................ 67
Inhoudsopgave
GEBRUIKSINSTRUCTIES: hier vindt u de aanwi
reiniging en onderhoud van het apparaat
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR gekwalificeerde technicus die zal zorgen voor de installatie, d
inwerkingstelling en het uittesten van het appartaat
34
Waarschuwingen vóór het gebruik
NL-BE
1 WAARSCHUWINGEN VOOR HET GEBRUIK
DEZE HANDLEIDING MAAKT DEEL UIT VAN HET APPARAAT EN DIENT GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN DE MAGNETRONOVEN INTACT EN BINNEN BEREIK TE WORDEN BEWAARD. HET IS AANBEVOLEN DEZE HANDLEIDING EN ALLE ERIN OPGENOMEN INFORMATIE AANDACHTIG TE LEZEN ALVORENS HET APPARAAT IN GEBRUIK TE NEMEN. DE INSTALLATIE MOET WORDEN UITGEVOERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL EN OVEREENKOMSTIG DE GELDENDE NORMEN. DIT APPARAAT IS BESTEMD VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN BEANTWOORDT AAN DE EUROPESE RICHTLIJNEN DIE MOMENTEEL VAN KRACHT ZIJN. HET APPARAAT IS GEFABRICEERD VOOR HET UITOEFENEN VAN DE VOLGENDE FUNCTIE: HET KOKEN EN OPWARMEN VAN VOEDSEL; IEDER ANDER GEBRUIK MOET ALS ONEIGENLIJK WORDEN BESCHOUWD. DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ANDERE DAN DE VERMELDE GEBRUIKSTOEPASSINGEN.
GEBRUIK DIT APPARAAT NOOIT VOOR HET VERWARMEN VAN RUIMTEN.
LAAT VERPAKKINGSMATERIAAL NOOIT ONBEHEERD ACHTER IN HUIS. SCHEID HET VERPAKKINGSMATERIAAL VOLGENS TYPE EN LEVER HET IN BIJ HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GEDIFFERENTIEERDE INZAMELING VAN AFVAL.
DIT APPARAAT DRAAGT HET MERKTEKEN VOLGENS DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EC BETREFFENDE AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN ELELKTRONISCHE APPARATUUR (AEEA). IN DEZE RICHTLIJN WORDEN DE VOOR DE HELE EUROPESE UNIE GELDENDEN NORMEN VASTGELEGD VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLERENN VAN AFGEDANKTE APPARATEN.
BLOKKEER DE OPENINGEN, VENTILATIE- EN WARMTEAFVOERGLEUVEN NIET.
HET TYPEPLAATJE MET DE TECHNISCHE SPECIFICATIES, HET SERIENUMMER EN HET MERKTKEN IS ZICHTBAAR AANGEBRACHT OP DE LIJST VAN DE OVENDEUR. HET PLAATJE MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
GEBRUIK GEEN SCHUURSPONZEN OF SCHERPE VOORWERPEN, AANGEZIEN DIE HET OPPERVLAK KUNNEN BESCHADIGEN
GEBRUIK GEWONE NIET BIJTENDE PRODUCTEN EN EVENTUEEL HOUTEN OF PLASTIC GEREI. SPOEL GOED AF EN DROOG MET EEN ZACHTE DOEK OF ZEEMLAP. LAAT GEEN VOEDSELRESTEN OPDROGEN MET EEN HOOG SUIKERGEHALTE (BIJV. JAM). DEZE KUNNEN HET EMAIL AAN DE BINNENKANT VAN DE OVEN AANTASTEN.
.
35
NL-BE
Instructies voor afvalverwerking
2 INSTRUCTIES VOOR AFWELVERWERKING -
ONS MILIEUBELEID
Wij gebruiken voor de verpakking van onze producten niet-vervuilende en dus milieuvriendelijke en recyclebare materialen. Wij vragen om uw medewerking door te zorgen voor een juiste verwerking van het verpakkingsmateriaal. Neem contact op met uw handelaar of de plaatselijke betrokken instanties voor de adressen van de centra voor de inzameling, recycling en verwerking. Laat de verpakking of delen ervan niet zomaar ergens achter. Dit kan gevaar van verstikking opleveren voor kinderen, vooral bij de plastic zakjes.
U moet ook zorgen voor een correcte verwerking van het oude apparaat. Belangrijk: overhandig het apparaat aan het plaatselijk bevoegd bedrijf voor het inzamelen van afgedankte huishoudelijke apparaten. Met een correcte verwerking kunnen waardevolle materialen op intelligente wijze worden gerecycled.
Voordat u uw apparaat afdankt is het belangrijk dat u de deuren verwijdert en de rekken in de gebruiksstand laat om te voorkomen dat spelende kinderen opgesloten zouden raken in de ovenruimte. Verder dient u de elektrische voedingskabel af te snijden en die samen met de stekker te verwijderen.
36
Veiligheidsinstructies
NL-BE
3 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
RAADPLEEG DE INSTALLATIE-INSTRUCTIES VOOR DE VEILIGHEIDSNORMEN VOOR ELEKTRISCHE OF GASAPPARATEN EN VOOR DE VENTILATIEFUNCTIES. IN UW BELANG EN VOOR UW VEILIGHEID IS WETTELIJK BESLOTEN DAT DE INSTALLATIE VAN EN DE ASSISTENTIE VOOR ALLE ELEKTRISCHE APPARATEN DIENT TE WORDEN UITGEVOERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN. ONZE ERKENDE INSTALLATEURS GARANDEREN DAT HET WERK GOED WORDT UITEVOERD. GAS- OF ELEKTRISCHE APPARATEN MOETEN ALTIJD DOOR DESKUNDIGE PERSONEN WORDEN LOSGEKOPPELD.
DE STEKKER DIE OP DE VOEDINGSKABEL WORDT AANGESLOTEN EN HET BIJBEHORENDE STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE TYPE ZIJN EN IN OVEREENSTEMMING MET DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN. HET STOPCONTACT MOET TOEGANKELIJK ZIJN WANNEER HET APPARAAT IS INGEBOUWD. TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN.
HET APPARAAT MOET GEAARD ZIJN OVEREENKOMSTIG DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR ELEKTRISCHE INSTALLATIES.
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE DIENT U HET APPARAAT KORT TE TESTEN VOLGENS DE IN DEZE HANDLEIDING AANGEGEVEN INSTRUCTIES. PLAATS TIJDENS DE TEST EEN GLAS WATER IN DE OVEN, AANGEZIEN DIT DE MICROGOLVEN ZAL ABSORBEREN EN DE OVEN ZO NIET WORDT BESCHADIGD. ALS HET APPARAAT NIET FUNCTIONEERT, DIENT U HET LOS TE KOPPELEN VAN HET ELEKTRICITEITSNET EN CONTACT OP TE NEMEN MET HET DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE SERVICECENTRUM. PROBEER NOOIT ZELF HET APPARAAT TE REPAREREN.
OPGELET! LAAT DE OVEN NOOIT ONBEHEERD ACHTER, IN HET BIJZONDER ALS U PAPIER, PLASTIC OF ANDER ONTVLAMBAAR MATERIAAL GEBRUIKT. DEZE MATERIALEN KUNNEN VERKOLEN EN VLAM VATTEN. BRANDGEVAAR! OPGELET! ALS U ROOK OF VLAMMEN GEWAARWORDT, HOUD DE DEUR GESLOTEN OM DE VLAMMEN TE DOVEN. ZET DE OVEN UIT EN TREK DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT OF VERBREEK DE STROOMTOEVOER NAAR DE OVEN. OPGELET! VERWARM GEEN ALCOLHOL OF ALCOHOLHOUDENDE DRANKEN IN DE MAGNETRONOVEN. BRANDGEVAAR! OPGELET! VERWARM VLOEISTOFFEN OF ANDERE VOEDINGSMIDDELEN NOOIT IN GESLOTEN SCHALEN OF BAKJES, AANGEZIEN DEZE GEMAKKELIJK ZOUDEN KUNNEN ONTPLOFFEN.
OPGELET! DIT APPARAAT IS NIET GESCHIKT OM GEBRUIKT TE WORDEN DOOR PERSONEN (EN KINDEREN) MET BEPERKTE FYSIEKE, SENSORISCHE EN MENTALE CAPACITEITEN. DE GEBRUIKERS VAN HET APPARAAT DIE NIET OVER DE NODIGE ERVARING OF KENNIS BESCHIKKEN OVER HET
37
NL-BE
Veiligheidsinstructies
APPARAAT OF DIE DE GEBRUIKSHANDLEIDING NIET HEBBEN GELEZEN MOETEN ALTIJD GECONTROLEERD WORDEN DOOR EEN PERSOON DIE VERANTWOORDELIJK IS VOOR HUN VEILIGHEID. U MOET OPPASSEN DAT KINDEREN NIET MET HET APPARAAT GAAN SPELEN.
OPGELET: DE TOEGANKELIJKE DELEN KUNNEN TIJDENS GEBRUIK HEET WORDEN. HOUD KINDEREN BUITEN BEREIK. OPGELET: DE OVEN KAN TIJDENS GEBRUIK HEET WORDEN. GELIEVE ELK CONTACT MET DE VERWARMINGSELEMENTEN BINNENIN TE VERMIJDEN. OPGELET! DE OVEN NIET GEBRUIKEN INDIEN:
DE DEUR NIET GOED SLUIT; DE DEURSCHARNIEREN BESCHADIGD ZIJN; HET AANRAKINGSOPPERVLAK TUSSEN DE DEUR EN DE VOORKANT
BESCHADIGD IS;
HET DEURGLAS BESCHADIGD IS; ER BINNENIN REGELMATIG BOOGONTLADING ONTSTAAT ZONDER DE
AANWEZIGHEID VAN ENIG METALEN VOORWERP. DE OVEN KAN PAS HERGEBRUIKT WORDEN NA REPARATIE DOOR EEN VAKMAN VAN DE TECHNISCHE DIENST.
BELANGRIJK! VERWARM BABYVOEDING ALTIJD IN FLESSEN OF POTJES ZONDER DEKSEL OF SPEEN. ROER OF SCHUD GOED NA HET TE HEBBEN OPGEWARMD ZODAT DE WARMTE ZICH GELIJKMATIG VERDEELT. CONTROLEER DE TEMPERATUUR VOOR U DE VOEDING AAN HET KIND GEEFT. VERBRANDINGSGEVAAR!
VOORZICHTIGHEID GEBODEN BIJ HET OPWARMEN VAN VLOEISTOFFEN! WANNEER VLOEISTOFFEN (WATER, KOFFIE, THEE, MELK, ENZ.) BIJNA OP HET PUNT STAAN TE KOKEN EN PLOTS UIT DE OVEN WORDEN VERWIJDERD, ZOUDEN DEZE ERUIT KUNNEN SPUITEN. GEVAAR VOOR LETSELS EN BRANDWONDEN! OM DIT SOORT TOESTANDEN TE VOORKOMEN BIJ HET OPWARMEN VAN VLOEISTOFFEN, PLAATS EEN PLASTIC LEPEL OF EEN GLAZEN STAAFJE IN DE KOM OF HET BAKJE.
OM BIJ HET OPWARMEN VAN KLEINE HOEVEELHEDEN VOEDSEL TE VOORKOMEN DAT VOEDINGSMIDDELEN TEVEEL ZOUDEN OPWARMEN OF VLAM VATTEN, IS HET VAN UITERST BELANG GEEN TE LANGE TIJDEN IN TE STELLEN, NOCH TE HOGE VERMOGENSSTANDEN TE KIEZEN. EEN BROODJE KAN BIJVOORBEELD NA 3 MINUTEN VLAM VATTEN ALS ER EEN TE HOGE VERMOGENSSTAND WERD GEKOZEN. GEBRUIK OM TE ROOSTEREN ALLEEN DE GRILL-FUNCTIE EN HOUD DE OVEN STEEDS IN HET OOG. ALS U EEN COMBINATIEFUNCTIE GEBRUIKT OM TE ROOSTEREN, ZAL HET BROOD IN ZEER KORTE TIJD VLAM VATTEN.
DEZE OVEN IS UITSLUITEND VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK BESTEMD! GEBRUIK DE OVEN UITSLUITEND VOOR DE BEREIDING VAN VOEDINGSMIDDELEN.
INDIEN U DE VOLGENDE AANWIJZINGEN OPVOLGT, VOORKOMT U SCHADE AAN DE OVEN EN ANDERE GEVAARLIJKE TOESTANDEN:
38
Zet de oven niet in werking zonder het verbindingsstuk, de ring en het
Zet de magnetronoven nooit aan als die leeg is. Dit zou de oven kunnen
Bedek of sluit de ventilatieopeningen niet af. Gebruik uitsluitend serviesgoed uit materiaal dat geschikt is voor de
Verwijder het mica plaatje bovenin de binnenruimte niet! Dit plaatje
Bewaar geen ontvlambare voorwerpen in de oven, aangezien deze zouden
Gebruik de oven niet als voorraadkast. Hardgekookte en verse eieren met schaal mogen niet in de magnetronoven
Gebruik de oven niet om te frituren, want het is onmogelijk de temperatuur van
Gebruik om brandwonden te voorkomen steeds ovenwanten om de schalen
Leun of zit niet op de open deur van de oven. Dit kan de oven beschadigen,
Het draaiplateau en het rooster kunnen een maximaal gewicht van 8 kg
REINIGING:
Opgelet! De magnetronoven dient regelmatig te worden gereinigd en alle
De aanrakingsoppervlakken van de deur (het gedeelte voorin de oven en de
GEBRUIK GEEN BIJTENDE REINIGINGSMIDDELEN OF SCHERPE
Gelieve de aanwijzingen over de reiniging in “Reiniging en onderhoud” in acht
REPARATIES:
Opgelet – Microgolven! De ommanteling mag niet worden verwijderd. Alle
Als het snoer beschadigd is, dient dit te worden vervangen door de fabrikant
Alle reparaties of onderhoud, in het bijzonder van onderdelen onder stroom,
Veiligheidsinstructies
draaiplateau.
overbelasten en beschadigen als er geen voedsel in zit. GEVAAR VOOR
SCHADE!
magnetron. Alvorens schalen en bakjes te gebruiken, controleer of deze
geschikt zijn (zie hoofdstuk over het soort serviesgoed).
voorkomt dat vet en voedsel de microgolfgenerator zouden beschadigen.
kunnen vlam vatten bij het aanzetten.
worden opgewarmd, want die kunnen uit elkaar spatten.
het vet te controleren onder invloed van de microgolven.
te grijpen of de oven aan te raken.
vooral bij de scharnieren. De deur kan een maximaal gewicht van 8 kg dragen.
dragen. Overschrijd dit gewicht niet om schade te voorkomen.
etensresten dienen te worden verwijderd (zie hoofdstuk over reiniging van de
oven). Indien de magnetronoven niet naar behoren wordt schoongemaakt, kan
het oppervlak ervan worden beschadigd, wat de levensduur van de oven kan
inkorten en eventueel tot gevaarlijke toestanden leiden.
binnenkant van de deur) dienen zeer schoon te worden gehouden, zodat een
correcte werking kan gegarandeerd worden.
VOORWERPEN OM HET DEURGLAS TE REINIGEN, AANGEZIEN DEZE
HET OPPERVLAK KUNNEN KRASSEN, WAARDOOR HET GLAS ZOU
KUNNEN BARSTEN EN BREKEN.
te nemen.
reparaties of onderhoud uitgevoerd door personen die niet door de fabrikant
worden erkend kan gevaarlijk zijn.
erkende vakmensen of specialisten, zodat gevaarlijke toestanden worden
vermeden. Bovendien vereist dit speciaal gereedschap.
mogen alleen door de fabrikant erkende vakmensen worden uitgevoerd.
NL-BE
De fabrikant stelt zich niet verantwoordelijk voor schade aan personen of zaken als gevolg van het niet inachtnemen van de bovenstaande voorschriften, van wijzigingen aangebracht aan ook slechts één enkel onderdeel van het apparaat en het gebruik van niet originele vervangingsonderdelen.
39
1.
8.
2.
9.
3.
10.
4.
11.
5.
12.
6.
13.
7.
NL-BE
Gebruiksinstructies
4 LEER UW OVEN KENNEN
–Deurglas – Haak – Verbindingsstuk – Ring – Draaiplateau – Grillelement – Mica plaatje
– Lampje – Bedieningspaneel
– Glazen plateau – Rooster
– Bakplaat – Insteelkniveaus
5 VÓÓR DE INSTALLATIE
Laat verpakkingsmateriaal nooit onbeheerd achter in huis. scheid het verpakkingsmateriaal volgens type en lever het in bij het dichtstbijzijnde centrum voor gedifferentieerde inzameling van afval.
Voor het verwijderen van alle fabricageresten wordt het aanbevolen om de binnenkant van het apparaat schoon te maken. Voor meer informatie over het reinigen, zie hoofdstuk "10. REINIGING EN ONDERHOUD".
40
Gebruiksinstructies
NL-BE
6 BESCHRIJVING VAN DE
BEDIENINGSORGANEN VAN HET FRONTPANEEL
Alle bedieningsorganen en controle-eenheden van het apparaat bevinden zich op het frontpaneel. In onderstaande tabel vindt u een beschrijving van de gebruikte symbolen.
THERMOSTAATKNOP / TIJDSCHAKELAAR
Met deze knop kunt u de juiste tijd instellen, de bereidingstemperatuur en –tijd instellen en het begin en het eind van de bereidingstijd programmeren. Wij zullen hem verder gemakshalve PT1 noemen. Voor de correcte werking ervan verzwijzen wij naar de volgende hoofdstukken.
DISPLAY UUR / BEREIDINGSTIJD
Op dit display wordt het uur of de bereidingstijd weergegeven. Verder wordt het controlelampje voor de blokkering van functies weergegeven (zie paragraaf “7.6.3 Veiligheidsblokkering”)
Wij zullen hem verder gemakshalve DSP1 noemen.
DISPLAY TEMPERATUUR / VERMOGEN / GEWICHT
Op dit display worden de waarden weergegeven voor de ingestelde functie of de door de gebruiker ingestelde waarden.
Wij zullen hem verder gemakshalve DSP2 noemen.
FUNCTIEDISPLAY
Op dit display worden alle voor het koken selecteerbare functies (verlicht) weergegeven. Voor het selecteren van een kookfunctie verwijzen wij naar paragraaf “7.2 Werkstanden”.
Wij zullen hem verder gemakshalve DSP3 noemen.
41
NL-BE
Gebruiksinstructies
FUNCTIEKEUZE / START-KNOP
Deze knop biedt toegang tot de drie werkwijzen van de oven en wordt ook gebruikt om een kookfunctie te selecteren (zie paragraaf “7.2 Werkstanden”).
Wij zullen hem verder gemakshalve PT2 noemen.
Onderstaande tabel geeft een korte beschrijving van de beschikbare functies.
MAGNETRON
MAGNETRON + GRILLELEMENT
MAGNETRON + VERWARMINGSELEMENT + VENTILATOR
VERWARMINGSELEMENT + VENTILATOR
GRILLELEMENT + VERWARMINGSELEMENT + VENTILATOR
ONTDOOI PER TIJD
42
GRILLELEMENT
GRILLELEMENT + VENTILATOR
ONTDOOI PER GEWICHT
PIZZA-FUNCTIE
Gebruiksinstructies
NL-BE
7 GEBRUIK VAN DE OVEN
7.1 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen
De oven en grill dienen vóór de eerste ingebruikname net zolang op de maximumtemperatuur te worden verhit totdat de eventuele olieachtige resten van het fabricageproces, die kwalijke luchten zouden kunnen overbrengen op het voedsel, zijn verbrand.
De accessoires van de oven die met het voedsel in aanraking zouden kunnen komen zijn vervaardigd van materialen die beantwoorden aan de voorschriften van richtlijn 89/109/EEC of 21/12/88 en voorschriften van overheidswege.
Om te voorkomen dat er teveel condensatie zou worden gevormd aan de binnenkant van het glas, dient u na de bereiding het voedsel niet te lang in de oven te laten staan.
7.2 Werkstanden
Dit apparaat is geprogrammeerd voor 3 verschillende werkstanden, die met de PT2-toets kunnen worden gewijzigd. Stand-by stand: deze wordt verkregen zodra de juiste tijd is bevestigd met een verlicht DSP1 die het uur aangeeft. ON stand: vanuit de stand-bystand dient u eenmaal op PT2 te drukken. Alle displays en toetsen lichten op. OFF stand: vanuit de ON-stand dient u eenmaal op PT2 te drukken.
Uitsluitend het symbool op DSP1 blijft verlicht.
In geen van deze standen wordt het verwarmingssysteem rechtstreeks geactiveerd voor meer veiligheid voor de gebruiker.
7.3 Eerste ingebruikname
Bij de eerste ingebruikname of na een stroomonderbreking verschijnt op het linker display van de oven DSP1 het knipperende symbool . Om
te kunnen beginnen koken dient u eerst de klok in te stellen.
7.3.1 De klok instellen
Om het uur in te stellen dient u PT1 naar rechts of links te draaien om de tijd vooruit of achteruit te zetten. Druk hem éénmaal in om over te gaan tot het instellen van de minuten. Draai naar rechts of links om de minuten te vermeerderen of verminderen en druk nogmaals om de juiste tijd te
bevestigen. Het symbool verschijnt op het display, dat stopt met knipperen.
7.3.2 De juiste tijd wijzigen
Het kan voorkomen dat u de juiste tijd moet wijzigen, bijvoorbeeld bij de overgang naar de zomertijd. Hiervoor dient u vanuit de stand-bystand (zie paragraaf “7.2 Werkstanden”) PT1 enkele seconden ingedrukt te houden tot de cijfers op DSP1 beginnen te knipperen. Herhaal nu de handelingen beschreven in paragraaf “7.3.1 De klok instellen”.
43
NL-BE
Gebruiksinstructies
7.4 Selectie kookfunctie
U kunt alleen in de ON-stand een kookfunctie selecteren door eenvoudigweg PT2 naar rechts of links te draaien. De geselecteerde functie zal oranje oplichten op DSP3. De vooraf ingestelde kooktijd verschijnt op DSP1 en de vooraf ingestelde waarden (temperatuur, vermogen, gewicht) verschijnen op DSP2.
7.4.1 Magnetron-functie
Na deze functie te hebben ingesteld, dient u PT1 naar rechts of links te draaien om de vooraf ingestelde kooktijd te wijzigen.
Druk op PT1 om te bevestigen waarna het symbool van het vermogen begint te knipperen. Draai PT1 naar rechts of links om het vooraf ingestelde vermogen te wijzigen. Druk op PT2 om onmiddellijk met het kookproces te beginnen of druk op PT1 om een andere tijd in te stellen voor de aanvang van het kookproces (zie paragraaf “0 Begintijdstip instellen (Automatisch koken)”).
7.4.2 Magnetron + Grill-functie
Na deze functie te hebben ingesteld, dient u PT1 naar rechts of links te draaien om de vooraf ingestelde kooktijd te wijzigen.
Druk op PT1 om te bevestigen waarna het symbool begint te knipperen Draai PT1 naar rechts of links om het vooraf ingestelde vermogen te wijzigen. Druk op PT2 om onmiddellijk met het kookproces te beginnen of druk op PT1 om een andere tijd in te stellen voor de aanvang van het kookproces (zie paragraaf “0 Begintijdstip instellen (Automatisch koken)”).
7.4.3 Magnetron + Verwarmingselement + Ventilator-functie
Na deze functie te hebben ingesteld, dient u PT1 naar rechts of links te draaien om de vooraf ingestelde kooktijd te wijzigen.
Druk op PT1 om te bevestigen waarna het symbool begint te knipperen. Draai PT1 naar rechts of links om het vooraf ingestelde vermogen te wijzigen.
Druk op PT1 om te bevestigen waarna het symbool voor temperatuur begint te knipperen. Draai PT1 naar rechts of links om de vooraf ingestelde temperatuur te wijzigen. Druk op PT2 om onmiddellijk met het kookproces te beginnen of druk op PT1 om een andere tijd in te stellen voor de aanvang van het kookproces (zie paragraaf “0 Begintijdstip instellen (Automatisch koken)”).
Het symbool temperatuur is bereikt.
44
voor temperatuur zal blijven knipperen tot de gewenste
Gebruiksinstructies
7.4.4 Grill-functie
Na deze functie te hebben ingesteld, dient u PT1 naar rechts of links te draaien om de vooraf ingestelde kooktijd te wijzigen. Druk op PT1 om te bevestigen. Druk op PT2 om onmiddellijk met het kookproces te beginnen of druk op PT1 om een andere tijd in te stellen voor de aanvang van het kookproces (zie paragraaf “0 Begintijdstip instellen (Automatisch koken)”).
7.4.5 Grill + Ventilator-functie
Na deze functie te hebben ingesteld, dient u PT1 naar rechts of links te draaien om de vooraf ingestelde kooktijd te wijzigen. Druk op PT1 om te bevestigen. Druk op PT2 om onmiddellijk met het kookproces te beginnen of druk op PT1 om een andere tijd in te stellen voor de aanvang van het kookproces (zie paragraaf “0 Begintijdstip instellen (Automatisch koken)”).
Het symbool voor temperatuur zal blijven knipperen tot de gewenste temperatuur is bereikt.
7.4.6 Verwarmingselement + Ventilator-functie
Na deze functie te hebben ingesteld, dient u PT1 naar rechts of links te draaien om de vooraf ingestelde kooktijd te wijzigen.
Druk op PT1 om te bevestigen waarna het symbool voor temperatuur begint te knipperen. Draai PT1 naar rechts of links om de vooraf ingestelde temperatuur te wijzigen. Druk op PT2 om onmiddellijk met het kookproces te beginnen of druk op PT1 om een andere tijd in te stellen voor de aanvang van het kookproces (zie paragraaf “0 Begintijdstip instellen (Automatisch koken)”).
Het symbool voor temperatuur zal blijven knipperen tot de gewenste temperatuur is bereikt.
NL-BE
7.4.7 Grill + Verwarmingselement + Ventilator-functie
Na deze functie te hebben ingesteld, dient u PT1 naar rechts of links te draaien om de vooraf ingestelde kooktijd te wijzigen.
Druk op PT1 om te bevestigen waarna het symbool voor temperatuur begint te knipperen. Draai PT1 naar rechts of links om de vooraf ingestelde temperatuur te wijzigen. Druk op PT2 om onmiddellijk met het kookproces te beginnen of druk op PT1 om een andere tijd in te stellen voor de aanvang van het kookproces (zie paragraaf “0 Begintijdstip instellen (Automatisch koken)”).
Het symbool temperatuur is bereikt.
7.4.8 Ontdooien per tijd
Na deze functie te hebben ingesteld, dient u PT1 naar rechts of links te draaien om de vooraf ingestelde ontdooitijd te wijzigen.
voor temperatuur zal blijven knipperen tot de gewenste
45
NL-BE
Gebruiksinstructies
Druk op PT2 om met het ontdooiproces te beginnen. Het vermogen zal automatisch variëren om de beste resultaten te bekomen.
7.4.9 Ontdooien per gewicht
Na deze functie te hebben ingesteld, dient u PT1 naar rechts of links te draaien om het vooraf ingestelde type voedsel aangeduid op DSP1 te wijzigen.
Druk op PT1 om te bevestigen waarna het symbool voor gewicht begint te knipperen. Draai PT1 naar rechts of links om het vooraf ingestelde gewicht van het voedsel te wijzigen. Druk op PT2 om met het ontdooiproces te beginnen. De ontdooitijd wordt berekend op basis van het type voedsel en gewicht en het vermogen zal automatisch variëren om de beste resultaten te bekomen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de programma’s van de ontdooi per gewicht-functie, met aanduiding van gewicht en de ontdooi- en doorwarmtijden (zodat het voedsel een gelijkmatige temperatuur krijgt).
PROGRAMMA VOEDSEL GEWICHT (G) TIJD (MIN)
PR 01 VLEES 100 – 2000 2 – 43 20 – 30 PR 02 GEVOGELTE 100 – 2500 2 – 58 20 – 30 PR 03 VIS 100 – 2000 2 – 40 20 – 30 PR 04 FRUIT 100 – 500 2 – 13 10 – 20 PR 05 BROOD 100 – 800 2 – 19 10 – 20
DOORWARM-
TIJD (MIN)
7.4.10 Pizza-functie
Na deze functie te hebben ingesteld, begint het symbool voor gewicht te knipperen. Draai PT1 naar rechts of links om het vooraf ingestelde pizzagewicht te wijzigen. Druk op PT2 om met het kookproces te beginnen.
7.4.11 Begintijdstip instellen (Automatisch koken)
Als u op PT1 drukt om een later begintijdstip in te stellen, zal het overeenkomstige symbool beginnen te knipperen, op DSP1 verschijnt
het uur en op DSP 2 verschijnt “Auto”. Draai PT1 naar rechts of links om het ingestelde begintijdstip te wijzigen. Druk op PT2 om het begintijdstip te bevestigen. De oven treedt pas in werking op het vooraf ingestelde begintijdstip. Op DSP3 verschijnt de ingestelde functie en op DSP1 en DSP2 verschijnen afwisselend alle ingestelde waarden bij die functie. Als u de functie wil starten vóór het ingestelde begintijdstip, druk dan op PT2. Als u het programma wil annuleren, houd PT2 dan 3 seconden ingedrukt.
46
Gebruiksinstructies
NL-BE
7.5 Tijdens de bereiding…
7.5.1 Een bereiding onderbreken
U kan een bereiding op elk moment onderbreken door eenmaal op de Start/Stop-toets te drukken of door de ovendeur te openen. In beide gevallen:
Wordt de uitzending van microgolven onmiddellijk stopgezet. Wordt de grill uitgeschakeld. Deze blijft echter nog enige tijd heel heet.
Gevaar voor brandwonden!
De tijdschakelaar stopt automatisch en het display duidt de resterende
tijd aan. Indien gewenst kan u: Het voedsel omdraaien of roeren om een gelijkvormige opwarming te
bekomen.
De instellingen wijzigen. Het bereidingsproces stopzetten door PT2 3 seconden ingedrukt te
houden. Om een bereiding voort te zetten, sluit de deur en druk op PT2.
7.5.2 Instellingen wijzigen
De instellingen voor een bereiding (tijd, gewicht, vermogen, enz.) kunnen uitsluitend worden gewijzigd als de bereiding wordt onderbroken. Ga als volgt te werk:
Draai PT2 naar rechts of links om van functie te veranderen. Druk op PT1 om de instellingen te wijzigen. Het symbool begint te
knipperen. Draai PT1 naar rechts of links om de resterende
bereidingstijd te wijzigen. Druk op PT1 om te bevestigen, waarna het symbool van de volgende
instelling begint te knipperen. Volg de instructies zoals beschreven in
het hoofdstuk over de desbetreffende functie om de resterende
instellingen te wijzigen. Druk op PT2 om verder te gaan met de bereiding.
7.5.3 Een bereiding stopzetten
Als u een bereiding wil stopzetten, houd dan PT2 3 seconden ingedrukt. U hoort vervolgens een geluidssignaal en de oven komt in OFF te staan.
7.5.4 Einde van een bereidingsproces
Op het einde van een bereidingsproces hoort u drie geluidssignalen en verschijnt er “End” op het display. De geluidssignalen worden om de 30 seconden herhaald totdat de deur wordt geopend of tot er op PT2 wordt gedrukt. De oven komt terug in de OFF-stand te staan.
47
NL-BE
Gebruiksinstructies
7.6 Secundair menu
Dit apparaat is tevens uitgerust met een verborgen "secundair menu" waarmee de gebruiker:
4. De Show Room-functie kan activeren of desactiveren (die alle
verwarmingselementen desactiveert en alleen het bedieningspaneel laat functioneren);
5. De functie kan activeren of desactiveren zodat het maximaal
vermogen wordt beperkt tot 2000 W;
6. De veiligheidsblokkering kan activeren of desactiveren ( );
7.6.1 Show Room-functie
Houd, terwijl de oven in de OFF-stand staat (zie paragraaf “7.2 Werkstanden”) PT1 ingedrukt tot er op DSP1 de tekst OFF SHO verschijnt. Dit betekent dat de SHOW ROOM-functie (die alle verwarmingselementen desactiveert en alleen het bedieningspaneel laat functioneren) gedesactiveerd is. Draai PT1 naar rechts of links om deze functie te activeren (ON SHO) of te desactiveren (OFF SHO). Voor een normaal gebruik van de oven dient u OFF SHO in te stellen. Na de gewenste parameter te hebben ingesteld, dient u PT2 in te drukken om de oven in de oorspronkelijke stand-bystand te zetten.
7.6.2 Vermogenstand-functie
Deze functie maakt dat de oven kan functioneren als er beperkingen zijn in de stroomnet (bijv. 3 kW op de Italiaanse markt). De kookresultaten worden daar niet door beïnvloed maar de bereidingstijd zal worden verlengd bij sommige functies die meer dan één verwarmingselement activeren. Houd, terwijl de oven in de OFF-stand staat (zie paragraaf “7.2 Werkstanden”) PT1 ingedrukt tot er op DSP1 de tekst OFF SHO verschijnt. Druk nogmaals op PT1 waarna er op DPS1 de tekst “OFF 2000” verschijnt. Draai PT1 naar rechts of links om deze functie te activeren (ON 2000) of te desactiveren (OFF 2000), zodat het maximaal vermogen van de oven in alle functies tot 2000 W wordt beperkt. Na de gewenste parameter te hebben ingesteld, dient u PT2 in te drukken om de oven in de oorspronkelijke stand-bystand te zetten.
7.6.3 Veiligheidsblokkering
Houd, terwijl de oven in de OFF-stand staat (zie paragraaf “7.2 Werkstanden”) PT1 ingedrukt tot er op DSP1 de tekst OFF SHO verschijnt. Druk vervolgens opnieuw op PT1 tot er op DSP1 de tekst “OFF BLOC” verschijnt. Draai PT1 naar rechts of links om deze functie te activeren (ON BLOC) of te desactiveren (OFF BLOC), die alle functies en knoppen desactiveert na 3 minuten werking zonder enige tussenkomst van de gebruiker (als deze
functie geactiveerd is, verschijnt het symbool
op DPS2).
48
Gebruiksinstructies
Na de gewenste parameter te hebben ingesteld, dient u PT2 in te drukken om de oven in de oorspronkelijke stand-bystand te zetten. Om deze blokkering tijdelijk te verlaten om een bereidingsprogramma te wijzigen of een andere functie te selecteren, dient u PT1 ingedrukt te
houden tot op DSP2 het symbool verdwijnt. Nu kunt u de gewenste wijzigingen invoeren, en 2 minuten na de laatste wijziging zal de blokkering weer geactiveerd worden. Om de blokkering definitief op te heffen, dient u terug te keren naar het secundair menu om deze functie te desactiveren zoals beschreven in deze paragraaf.
NL-BE
7.7 Koelventilatie
Dit apparaat is uitgerust met een koelsysteem dat bij het starten van een bereiding in werking treedt. De ventilatoren zullen een gewone luchtstroom veroorzaken die boven de deur uitkomt en die ook na het uitschakelen van de oven nog enige tijd kan voortduren.
7.8 Ovenlampje
Het ovenlampje gaat branden: Als de ovendeur wordt geopend in de stand-bystand (paragraaf “7.2
Werkstanden”) of; Als de functieknop in een willekeurige functie wordt gedraaid.
Als de ovendeur open blijft, zal het lampje na enige minuten
automatisch uitgaan.
49
NL-BE
Gebruiksinstructies
8 BESCHIKBARE ACCESSOIRES
Rooster: handig om het serviesgoed met het te bereiden voedsel op te zetten.
Glazen schotel: handig voor het bereiden van taarten, pizza en gebak en om vet op te vangen van het voedsel dat op de rooster is geplaatst. De glazen schotel kan alleen op de rooster worden geplaatst of rechtstreeks op de bodem van de oven.
Bakplaat: handig om voedsel met de magnetron te bereiden dat ook aan de onderkant dient te worden opgewarmd. Kan ook worden gebruikt voor het bakken van spek, eieren, worstjes, enz
50
Gebruiksinstructies
NL-BE
9 AANBEVOLEN KOOKTABELLEN
9.1 Koken met de magnetron
Opgelet! Lees eerst de “Veiligheidsinstructies” voor u begint te koken met de magnetron.
Volg de volgende aanwijzingen bij het koken met de magnetron: Vóór het opwarmen of bereiden van voedsel met schil of vel
(bijvoorbeeld appels, tomaten, aardappelen, worsten) prik de schil of
het vel door zodat het niet uit elkaar kan spatten. Maak een inkeping in
het voedsel alvorens met de bereiding te beginnen. Alvorens een schaal of pot te gebruiken, controleer of die geschikt is
voor de magnetron (zie hoofdstuk over het soort serviesgoed). Bij het bereiden van voedsel met weinig vocht (bijv. brood ontdooien,
popcorn maken, enz.) treedt er een snelle verdamping op. Op die
manier werkt de oven alsof hij leeg is en kan het voedsel verkolen. Dit
kan de oven en het serviesgoed beschadigen. Stel daarom alleen de
nodige tijd in en blijf in de buurt. Het is niet mogelijk grote hoeveelheden olie (frituren) in de
magnetronoven op te warmen. Haal kant-en-klare maaltijden uit hun verpakking, aangezien die niet
altijd hittebestendig zijn. Volg de door de fabrikant opgegeven
instructies. Als er meerdere stukken serviesgoed zijn, zoals bijvoorbeeld kopjes
thee, verdeel die dan gelijkmatig over het hele draaiplateau. Sluit plastic zakken niet met metalen knijpers maar met plastic
knijpers. Prik de zak verschillende keren door zodat stoom makkelijk
kan ontsnappen. Als u voedsel kookt of opwarmt, controleer of het een
minimumtemperatuur van 70°C bereikt. Tijdens het kookproces kan er waterdamp ontstaan op het glas van de
deur dat eventueel kan beginnen druppen. Dit is een normaal
verschijnsel dat zich zeker zal voordoen als de omgevingstemperatuur
laag is. De veiligheid van de oven wordt daardoor niet beïnvloed. Veeg
na de bereiding het condensatiewater weg. Als u vloeistoffen opwarmt gebruik dan serviesgoed met een wijde
opening, zodat stoom makkelijk kan ontsnappen. Bereid het voedsel volgens de aanwijzingen en neem de in de tabellen aangegeven kooktijden en vermogensstanden in acht. Denk eraan dat de opgegeven waarden slechts een aanwijzing zijn en dus kunnen variëren naargelang van de begintoestand, de temperatuur, de vochtigheid en het soort voedsel. Het is aangeraden de tijden en vermogensstanden aan elke situatie aan te passen. Naargelang van het voedsel kan het nodig zijn de kooktijd te verlengen of in te korten of de vermogensstand te verhogen of verlagen.
51
NL-BE
Gebruiksinstructies
Koken met de magnetron...
1. Hoe groter de hoeveelheid voedsel, hoe langer de kooktijd. Denk eraan dat:
Dubbele hoeveelheid » dubbele tijd
Half de hoeveelheid » halve tijd
2. Hoe lager de temperatuur, hoe langer de kooktijd.
3. Vloeibaar voedsel warmt sneller op.
4. Het gelijkmatig verdelen van het voedsel op het draaiplateau vergemakkelijkt het gelijkvormig kookproces. Als u de dikkere stukken voedsel aan de buitenkant van het plateau legt en de dunnere in het midden, zal u verschillende soorten voedsel tegelijk kunnen opwarmen.
5. De deur van de oven kan op elk moment worden geopend. De oven stopt automatisch met werken. De magnetron gaat pas verderwerken als u de deur sluit en op de start-toets drukt.
6. Afgedekt voedsel heeft minder kooktijd nodig en behoudt bovendien beter zijn oorspronkelijke smaak en kleur. Het deksel dient wel de microgolven door te laten en moet van kleine openingen voorzien zijn om stoom te laten ontsnappen.
9.1.1 Groente koken
VOEDSEL HOEVEEL-
BLOEMKOOL BROCCOLI CHAMPIGNON S
ERWTEN EN WORTELS
DIEPGEVROR EN WORTELS
AAR­DAPPELEN
PAPRIKA PREI
SPRUITJES, DIEPGEVROR EN
9.1.2 Vis bereiden
VOEDSEL
VISFILETS 500 600 10-12 3 AFGEDEKT BEREIDEN. OMKEREN
HELE VIS 800 800
HEID (G)
500 300 250
300
250
250 25 ML 800 5-7 2-3 SCHILLEN EN IN
250 250
300 50 ML 800 6-8 2-3 AFDEKKEN.
HOEVEEL-
HEID (G)
VER-
MOGEN
(W)
400
VOCHT
TOEVOEGEN
100 ML
50 ML 25 ML
100 ML
25 ML
25 ML 50 ML
TIJD
(MIN.)
2-3 7-9
VERMO-
GEN
DOOR-
WARMTIJD
TIJD
(MIN.)
(W) 800
800 800
800
800
800 800
9-11
6-8 6-8
7-9
8-10
5-7 5-7
(MIN.)
2-3 AFGEDEKT BEREIDEN. OMKEREN
DOOR-
WARMTIJD
(MIN.)
2-3 2-3 2-3
ALS DE HELFT VAN DE TIJD IS VERLOPEN.
ALS DE HELFT VAN DE TIJD IS VERLOPEN. EVENTUEEL DE FIJNE UITEINDEN VAN DE VIS AFDEKKEN.
2-3
2-3
2-3 2-3
AANWIJZINGEN
AAN-
WIJZINGEN
IN SCHIJFJES SNIJDEN.
AFDEKKEN.. IN BLOKJES OF
SCHIJFJES SNIJDEN. AFDEKKEN.
GELIJKE STUKKEN SNIJDEN. AFDEKKEN.
IN BLOKJES OF SCHIJFJES SNIJDEN. AFDEKKEN.
52
Gebruiksinstructies
NL-BE
9.2 Ondooien met de magnetron
Algemene aanwijzingen om te ontdooien
1. Gebruik om te ondooien alleen serviesgoed dat geschikt is voor gebruik in de magnetron (porselein, glas, geschikt plastic).
2. De ontdooi per gewicht-functie en de tabellen hebben betrekking op rauw voedsel.
3. De ontdooitijd hangt af van de hoeveelheid en de dikte van het voedsel. Houd bij het ontdooien van voedsel rekening met het ontdooiproces. Verdeel het voedsel gelijkmatig over de schaal.
4. Verdeel het voedsel zo gelijkmatig mogelijk in de oven. Dikkere stukken vis of kippenbouten dienen aan de buitenkant te liggen. U kan de delicatere delen met een stukje aluminiumfolie afschermen. Belangrijk: de aluminiumfolie mag niet in contact komen met de wanden, aangezien dit boogontlading zou kunnen veroorzaken.
5. De dikste stukken dienen verschillende malen omgedraaid te worden.
6. Verdeel het diepgevroren voedsel zo gelijkmatig mogelijk, aangezien de smallere en dunnere delen sneller ontdooien dan de grotere en dikkere delen.
7. Vetrijk voedsel zoals boter, kwark en room mag niet helemaal ontdooien. Als het op kamertemperatuur staat, is het binnen enkele minuten klaar om opgediend te worden. Als er in het geval van diepgevroren room stukjes ijs in zitten, dient de room voor gebruik opgeklopt te worden.
8. Leg gevogelte op een omgekeerd bord zodat het vocht kan weglopen.
9. Wikkel brood in een papieren servet, zodat het niet teveel uitdroogt.
10. Draai het voedsel om als de oven een geluidssignaal geeft en er op DSP1 het woord verschijnt .
11. Haal het diepgevroren voedsel uit de verpakking en vergeet hierbij niet eventuele metalen haakjes te verwijderen. Als de verpakking om voedsel in de diepvriezer te bewaren ook voor opwarmen en bereiden kan dienen, verwijder dan alleen het deksel. Leg in de overige gevallen het voedsel in schalen die geschikt zijn voor magnetronovens.
12. Gooi het vocht, voornamelijk dat van gevogelte, na het ontdooien weg en laat het in geen geval in aanraking komen met het overige voedsel.
13. Let erop dat bij het automatische ontdooien er een doorwarmtijd nodig is tot het voedsel volledig is ontdooid.
53
NL-BE
Gebruiksinstructies
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verschillende ontdooi- en doorwarmtijden (zodat het voedsel een gelijkmatige temperatuur krijgt).naargelang van het soort voedsel, het gewicht en bijbehorende aanbevelingen.
VOEDSEL GEWICHT (G)
STUKKEN VLEES, KALFS-, RUNDS- EN VARKENSVLEES
STOOFVLEES 500 8 -10 10-15 2 X OMKEREN
GEHAKT VLEES 100 2-4 10-15 2 X OMKEREN
WORST 200 4-6 10-15 1 X OMKEREN
GEVOGELTE (STUKKEN) KIP HOEN VISFILETS FOREL GARNALEN
FRUIT 200 4-5 5-10 1 X OMKEREN 300 8-9 5-10 1 X OMKEREN 500 11-14 10-20 2 X OMKEREN BROOD 200 4-5 5-10 1 X OMKEREN
BOTER 250 8-10 10-15 KWARK 250 6-8 10-15 ROOM 250 7-8 10-15
100 2-3 5-10 1 X OMKEREN 200 4-5 5-10 1 X OMKEREN
500 10-12 10-15 2 X OMKEREN 1000 21-23 20-30 2 X OMKEREN 1500 32-34 20-30 2 X OMKEREN 2000 43-45 25-35 3 X OMKEREN
1000 17-19 20-30 3 X OMKEREN
500 10-14 20-30 3 X OMKEREN
500 9-12 15-20 2 X OMKEREN
250 5-6 5-10 1 X OMKEREN 1000 20-24 20-30 2 X OMKEREN 2500 38-42 25-35 3 X OMKEREN
200 4-5 5-10 1 X OMKEREN
250 5-6 5-10 1 X OMKEREN
100 2-3 5-10 1 X OMKEREN
500 8-11 15-20 2 X OMKEREN
500 10-12 10-15 1 X OMKEREN
800 15-17 10-20 2 X OMKEREN
ONTDOOITIJD
(MIN)
DOORWARMTIJD
(MIN)
AANWIJZINGEN
54
Gebruiksinstructies
NL-BE
9.3 Gebruik van de bakplaat
Als men voedsel als pizza’s of taarten/pasteitjes met de grill of magnetron bereidt, wordt het deeg over het algemeen week. Dit kan worden vermeden door de bakplaat te gebruiken. Aangezien de onderkant van de bakplaat snel hoge temperaturen bereikt, krijgt de buitenkant van het voedsel een bruin korstje. De bakplaat kan ook gebruikt worden om spek, eieren, worstjes, enz. te bereiden. ZEER BELANGRIJKE OPMERKINGEN: Gebruik steeds speciale ovenwanten aangezien de bakplaat heel heet
wordt.
Plaats de bakplaat nooit in de magnetron zonder het glazen plateau. Plaats geen servies op de bakplaat dat niet hittebestendig is
(bijvoorbeeld: plastic servies).
Koken met de bakplaat:
1. Verwarm de bakplaat 3 à 5 minuten voor door de functie Magnetron + Grill in te stellen op een vermogen van 600W.
2. Smeer de bakplaat in met (olijf)olie om een mooi bruin korstje te krijgen.
3. Plaats het voedsel rechtstreeks op de bakplaat.
4. Plaats de bakplaat op het glazen draaiplateau in de magnetronoven.
5. Stel de functie Magnetron + Grill en de bereidingstijd in. De aanbevolen bereidings- en doorwarmtijden staan in onderstaande tabel aangeduid.
VOEDSEL
PIZZA 200 4 - 5 --- ALS DE PIZZA’S DUN DEEG
QUICHES EN TAARTEN
HAMBURGERS 150 - 200 8 - 10 5 – 8 OVENGEBAKKEN
AARDAPPELCHIP S
GEWICHT
(G)
300 5 - 6 --­400 7 – 8 ---
200 3 – 4 2 – 3 300 5 - 6 2 – 3
400 6 -8 --- 2 X OMKEREN
ZEER BELANGRIJKE OPMERKINGEN: Aangezien de bakplaat een antiaanbaklaag heeft, zou deze bij verkeerd gebruik beschadigd kunnen worden. Snijd nooit voedsel op de bakplaat. Verwijder het voedsel van de plaat alvorens het te snijden. Reiniging van de bakplaat: De beste manier om de bakplaat te reinigen is met warm water en afwasmiddel wassen en met schoon water spoelen. Gebruik geen borstels, bijtende of schuurmiddelen, aangezien deze het oppervlak zouden kunnen beschadigen.
BEREIDING STIJD (MIN)
DOORWARMTIJD
(MIN)
AANWIJZINGEN
HEBBEN. VERLENG VOOR PIZZA’S MET DIK DEEG MET 1 À 2 MINUTEN
55
NL-BE
Gebruiksinstructies
9.4 Koken met de grill
Gebruik om een goed resultaat te bekomen met de grill het bijgeleverde rooster samen met de oven. Plaats het rooster zo dat het niet in contact komt met de metalen oppervlakken van de binnenruimte, aangezien er gevaar voor boogontlading bestaat, wat de oven kan beschadigen. BELANGRIJKE INSTRUCTIES:
1. Als de grill voor het eerst wordt gebruikt, ontstaat er enige rook en geur, die het gevolg zijn van de oliën die tijdens de fabricage werden gebruikt.
2. Het deurglas bereikt hoge temperaturen wanneer de grill wordt gebruikt. Houd kinderen buiten bereik.
3. Als de grill in werking is, bereiken de ovenwanden en het rooster hoge temperaturen. Het is daarom aangeraden ovenwanten te gebruiken.
4. Bij langer gebruik van de grill is het normaal dat de weerstanden tijdelijk worden uitgeschakeld. Dit komt door de veiligheidsthermostaat.
5. Belangrijk! Als u voedsel grilleert of kookt in schalen, controleer of het serviesgoed geschikt is. Zie hoofdstuk over het gebruik van serviesgoed!
6. Bij het gebruik van de grill kan het gebeuren dat vetspatjes op de weerstand terechtkomen en aanbranden. Dit is normaal en wijst niet op het slecht functioneren van de oven.
7. Reinig na elke bereiding de binnenkant en de accessoires, zodat er geen vuil aankoekt.
9.4.1 Grill
VIS
VIS ZEEBRASEM
SARDINES/POON
VLEES WORST 6-8 STUKS 22-26 DOORPRIKKEN ALS DE HELFT VAN DE
DIEPGEVROREN HAMBURGERS
SPARE RIB (CA. 3 CM DIK) 400 25-30 BEBOTEREN EN OMDRAAIEN ALS DE
OVERIGE TOAST 4 STUKS 1½-3 IN HET OOG HOUDEN. BROODJES/SANDWICHES
ROOSTEREN
HOEVEELHEID
(G)
800
6-8 STUKS.
3 STUKS 18-20
2 STUKS 5-10 IN HET OOG HOUDEN.
U dient de grill 2 minuten voor te verwarmen. Gebruik het rooster, tenzij anders staat aangeduid. Plaats het plateau onder het rooster om water en vet op te vangen. De opgegeven tijden zijn slechts een aanwijzing en kunnen variëren naargelang van de samenstelling en de hoeveelheid voedsel, alsook het gewenste resultaat. Vis en vlees krijgen een heerlijke smaak als ze voor het grilleren worden besprenkeld met plantaardige olie,
TIJD
(MIN.)
18-24
EEN DUN LAAGJE BOTER
15-20
AANBRENGEN. OMKEREN ALS DE HELFT VAN DE TIJD IS VERLOPEN EN ZOUT OF KRUIDEN AANBRENGEN.
BEREIDINGSTIJD IS VERLOPEN EN OMDRAAIEN.
HELFT VAN DE TIJD IS VERLOPEN.
AANWIJZINGEN
56
Gebruiksinstructies
kruiden en specerijen en enkele uren blijven marineren. Voeg het zout pas na het grilleren toe. Worsten spatten niet uiteen als ze vooraf met een vork worden doorprikt. Als de helft van de tijd is verlopen, houd de bereiding in het oog en keer eventueel om of besprenkel met olie. De grill is uitermate geschikt voor het bereiden van dunne stukken vlees en vis. Dunne stukken vlees hoeven maar één keer te worden omgedraaid, dikkere stukken verscheidene keren. Warm de grill 2 minuten voor.
9.4.2 Grill + Ventilator
De ventilator verzacht de grote hitte van de grill en is een uitstekende manier om verschillende types voedsel te grilleren, koteletten, biefstuk, worsten, enz. zonder ze te hoeven omdraaien tijdens de bereiding. Dit levert goede resultaten, voorkomt het uitdrogen van voedsel en geeft een egaal bruin korstje door de hitte gelijkmatig te verdelen.
9.4.3 Magnetron + Grill
De magnetron + grill-functie is ideaal om snel voedsel te koken en het tegelijkertijd een bruin korstje te geven. Bovendien kan u er ook voedsel mee gratineren. De magnetron en de grill functioneren gelijktijdig. De microgolven koken en de grill braadt.
VOEDSEL
GEGRATINEERDE PASTA
GEGRATINEERDE AARDAPPELEN
LASAGNE CA. 800 LAGE VORM 600 15-20 3-5 GEGRATINEERDE
KWARK 2 VERSE
KIPPENBOUTEN (GEBRADEN)
KIP CA. 1000 LAGE EN WIJDE
GEGRATINEERDE UIENSOEPP
Controleer of het serviesgoed geschikt is voor de magnetron alvorens het te gebruiken. Gebruik alleen serviesgoed dat geschikt is voor de magnetron. Het serviesgoed dat voor de combinatiefunctie wordt gebruikt dient zowel voor de magnetron als voor de grill geschikt te zijn. Zie hoofdstuk over het soort serviesgoed! Denk eraan dat de opgegeven waarden slechts aanwijzingen zijn en kunnen variëren naargelang van de begintemperatuur, de vochtigheid en het soort voedsel. Als de tijd niet genoeg is om een bruin korstje te krijgen, laat het voedsel dan nog 5 of 10 min. onder de grill staan. Gelieve de doorwarmtijden in acht te nemen en vergeet niet de stukken vlees om te draaien. Gebruik het draaiplateau bij de bereiding tenzij anders staat aangegeven. De opgegeven waarden houden in dat de binnenruimte koel is (het is niet nodig voor te verwarmen).
HOEVEELHEID
(G)
500 LAGE VORM 400 12-17 3-5
800 LAGE VORM 600 20-22 3-5
CA. 500 LAGE VORM 400 18-20 3-5
200 ELK LAGE VORM 400 10-15 3-5
2 KOPJES VAN
200 G
SERVIESGOED
VORM
SOEPKOMMEN 400 2-4 3-5
VERMOGEN
(W)
400 35-40 3-5
TIJD
(MIN.)
DOORWARM
TIJD (MIN.)
NL-BE
57
NL-BE
Gebruiksinstructies
9.5 Koken met het verwarmingselement
9.5.1 Verwarmingselement + Ventilator
De combinatie van de ventilator met het verwarmingselement zorgen voor een gelijkatige verdeling van de hitte zonder koude plekken. Het biedt vele voordelen – geen smaakoverdracht tijdens gelijktijdige bereiding van verschillend voedsel, minder energie vereist, en 10% snellere bereiding dan bij een normale oven. Alle voedsel kan met deze functie worden bereid. BELANGRIJKE INSTRUCTIES:
1. Als het verwarmingselement voor het eerst wordt gebruikt, ontstaat er enige rook en geur, die het gevolg zijn van de oliën die tijdens de fabricage werden gebruikt.
2. Het deurglas bereikt hoge temperaturen wanneer de oven in werking is. Houd kinderen buiten bereik.
3. Als de oven in werking is, bereiken de ovenwanden en het rooster hoge temperaturen. Het is daarom aangeraden ovenwanten te gebruiken.
4. Belangrijk! Als u voedsel bereidt in schalen of potten, controleer of het serviesgoed geschikt is. Zie hoofdstuk over het gebruik van serviesgoed!
5. Reinig na elke bereiding de binnenkant en de accessoires, zodat er geen vuil aankoekt.
Braden
VOEDSEL HOEVEEL
GESTOOF D RUNDSVLE ES
VARKENSH AAS
HELE KIP 100/1200 400 200 35/45 10
STUKKEN KIP
EEND 1500/1700 200 200 80/90 10
HEID
(G)
1000 200 160/170 80/90 10
500/600 200 180/190 35/40 10
800 400 200 30/40 10
Tips om te braden
Draai de stukken vlees om als de helft van de bereidingstijd is verlopen. Laat als het gebraad klaar is nog 10 minuten rusten in de uitgeschakelde en gesloten oven. Zo wordt het vleessap beter verdeeld. Voeg bij mager vlees 2 à 3 eetlepels vocht toe, bij gestoofd vlees 8 à 10 eetlepels, al naargelang de hoeveelheid. De temperatuur en de bereidingstijd hangen af van het soort vlees en de hoeveelheid.
VERMO
GEN
(W)
TEMP.
(ºC)
TIJD
(MIN.)
DOORWAR
MTIJD
(MIN.)
AANWIJZINGEN
SCHAAL OF POT ZONDER DEKSEL
SCHAAL OF POT ZONDER DEKSEL
SCHAAL OF POT MET DEKSEL. BORSTKANT NAAR BOVEN PLAATSEN. NIET OMKEREN.
SCHAAL OF POT ZONDER DEKSEL. STUKKEN MET VEL NAAR BOVEN PLAATSEN. NIET OMKEREN.
SCHAAL OF POT MET DEKSEL. NIET OMKEREN.
58
Gebruiksinstructies
Als het gewicht van het te braden vlees niet in de tabel staat aangeduid, kies dan het aangeduide gewicht dat er net onder ligt en verleng de tijd.
Tips over het serviesgoed
Controleer of het serviesgoed in de oven past. Warm serviesgoed van glas dient op een droge keukendoek te worden geplaatst. Als zulk serviesgoed op een koud of nat oppervlak wordt geplaatst, kan het glas barsten en breken. Gebruik pannenlappen of ovenwanten om het serviesgoed uit de oven te halen.
Bakken
VOEDSEL SERVIESGOED STAND
NOTENCAKE BAKVORM 1 170/180 30/35 FRUITTAART BAKVORM 2 150/160 35/45
FRUITCAKE BAKVORM MET
OPENING IN HET
MIDDEN
ZOUTE TAARTEN SPRINGVORM 2 160/180 50/70
BISCUITDEEG SPRINGVORM 1 160/170 40/45
AMANDELGEBAKJES BAKPLAAT 2 110 35/45
BLADERDEEG BAKPLAAT 2 170/180 35/45
1 170/190 30/45
Tips over de bakvormen De meest gebruikte bakvormen zijn de zwarte metalen vormen. Als u ook de magnetron gebruikt, gebruik dan bakvormen van glas, aardewerk of kunststof. Deze dienen bestand te zijn tegen temperaturen tot 250ºC. Als u dit soort vormen gebruikt, wordt het gebak minder bruin gebakken. Tips over het bereiden van gebak De temperatuur en bereiding van het gebak hangen af van de hoeveelheid en de kwaliteit van het deeg. Probeer eerst een lagere temperatuur uit en stel de volgende keer eventueel een hogere temperatuur in. Een lagere temperatuur laat toe gelijkmatiger te bakken. Plaats de bakvorm steeds in het midden van het plateau.
Bereidingssuggesties
Hoe te controleren of het gebak gaar is Steek een tandenstoker in het dikste gedeelte van het gebak, 10 minuten voor het einde van de bereidingstijd. Als het deeg niet aan de tandenstoker blijft plakken, is het gebak klaar. Het gebak is heel donker Stel de volgende keer een lagere temperatuur in en laat het gebak langere tijd gaar worden. Het gebak is uitgedroogd Maak met een tandenstoker kleine gaatjes in het reeds gare gebak. Giet er daarna wat sap of sterke drank over. Verhoog de volgende keer de temperatuur met ongeveer 10º en verkort de bereidingstijd. Het gebak komt niet los als het wordt omgedraaid Laat het gebak na de bereiding 5 à 10 minuten afkoelen, waardoor het makkelijker uit de vorm loskomt. Als het gebak dan nog niet loskomt, maak de randen dan voorzichtig los met een mes. Vet de bakvorm de volgende keer beter in.
TEMP.
(ºC)
NL-BE
TIJD
(MIN)
59
NL-BE
Gebruiksinstructies
Tips om energie te besparen Als u meer dan één gebak klaarmaakt, is het aangeraden ze na elkaar te bereiden. De oven is dan nog warm, wat de bereidingstijd van het tweede gebak inkort. Gebruik bij voorkeur donkere, geverfde of emaillen bakvormen, want deze absorberen beter de warmte. In het geval van langere bereidingstijden, kan u de oven 10 minuten voor het einde uitzetten en zo van de resterende warmte gebruik maken om de bereiding te voltooien.
9.5.2 Magnetron + Verwarmingselement + Ventilator
Het gebruik van de magnetron samen met het verwarmingselement en de ventilator laat het voedsel sneller en efficiënter gaar worden. Ideaal om grote stukken vlees te braden. Er is geen overdracht van geur of smaak bij deze functie.
9.5.3 Grill + Verwarmingselement + Ventilator
Het gebruik van de ventilator met beide elementen laat het voedsel snel en efficiënt gaar worden. Ideaal voor gebraad en grote stukken vlees die een langere bereiding vereisen. Er is geen overdracht van geur of smaak bij deze functie. Deze functie geeft een gelijkaardig resultaat als bij een braadspit, het beweegt de hitte om het voedsel heen in plaats van het voedsel zelf te roteren, waarbij alle vormen of hoeveelheden voedsel kunnen worden bereid en niet alleen de stukken die op het braadspit passen.
9.6 Pizza-functie
Opgelet! Lees aandachtig de paragraaf “Gebruik van de bakplaat” alvorens de pizza-functie te gebruiken.
Het is niet nodig de bakplaat voor te verwarmen om pizza’s te bereiden. Plaats de pizza rechtstreeks op de bakplaat. Plaats de bakplaat in het midden van het glazen draaiplateau in de magnetronoven. Opgelet: de ovenwanden en de bakplaat worden zeer heet. Voorzichtigheid geboden bij het aanraken van de verwarmingselementen, de ovenwanden of de bakplaat. Het is daarom aangeraden ovenwanten te gebruiken om brandwonden te vermijden.
60
Gebruiksinstructies
NL-BE
9.7 Wat voor soort serviesgoed kan men gebruiken?
9.7.1 Magnetron-functie
Houd er bij de magnetron-functie rekening mee dat de microgolven door metalen oppervlakken worden weerkaatst. Glas, porselein, aardewerk en plastic laten microgolven door. Daarom mag geen serviesgoed van metaal of met metalen delen of versieringen in de magnetron gebruikt worden. Glas en aardewerk met metalen delen of versieringen (bijv. loodkristal) mogen niet gebruikt worden. Ideaal om in de magnetron te koken is resistent glas, porselein of aardewerk en hittebestendig plastic. Fijn en breekbaar glas of porselein dienen korte tijd gebruikt te worden om vooraf bereid voedsel te ontdooien of op te warmen. Warm voedsel geeft warmte af aan de schalen, die zeer heet kunnen worden. Gebruik daarom altijd een ovenwanten! Om serviesgoed te testen, plaats het servies in de oven gedurende 20 seconden op de hoogste vermogensstand van de magnetron. Als dit hierna nog steeds koud is of nauwelijks is opgewarmd, is het geschikt. Warmt het echter op of ontstaat er boogontlading, dan is het niet geschikt.
9.7.2 Grill en Verwarmingselement-functie
Bij de grill-functie dient het serviesgoed tegen een temperatuur van minstens 300°C bestand te zijn. Plastic serviesgoed is niet geschikt. Het is mogelijk om de glazen draaischijf te gebruiken met deze functies maar de schijf moet na het kookprogramma in de oven blijven om langzaam te kunnen afkoelen.
9.7.3 Combinatiefuncties
Bij de combinatiefuncties (magnetron + conventionele verwarmingselementen) dient het serviesgoed zowel voor de magnetron als voor de grill geschikt te zijn.
9.7.4 Aluminium bakjes en aluminiumfolie
Kant-en-klare gerechten in aluminium bakjes of aluminiumfolie mogen in de oven worden geplaatst indien het volgende in acht wordt genomen: Houd rekening met de aanbevelingen van de fabrikant op de
verpakking.
Aluminium bakjes mogen niet hoger zijn dan 3 cm of in contact komen
met de wanden van de binnenruimte (minstens 3 cm afstand). Het aluminium deksel dient te worden verwijderd.
Plaats het aluminium bakje rechtstreeks op het draaiplateau. Als u het
rooster gebruikt, plaats het bakje dan op een porseleinen schotel. Plaats het bakje nooit rechtstreeks op het rooster!
De bereidingstijd is langer aangezien de microgolven het voedsel
alleen van bovenaf binnendringen. In geval van twijfel, gebruik alleen serviesgoed dat geschikt is voor de magnetron.
Aluminiumfolie kan gebruikt worden om microgolven te weerkaatsen
tijdens het ontdooiproces. Delicaat voedsel zoals gevogelte of gehakt vlees kan tegen oververhitting worden beschermd door de respectieve uiteinden af te dekken.
61
NL-BE
Gebruiksinstructies
Belangrijk: de aluminiumfolie mag niet rechtstreeks in contact komen met de
wanden van de binnenruimte, aangezien er boogontlading zou kunnen ontstaan.
9.7.5 Deksels
Het is aangeraden glazen of plastic deksels te gebruiken of plastic folie, aangezien op deze manier:
1. Overvloedige verdamping wordt tegengegaan (voornamelijk bij lange bereidingstijden);
2. Het bereidingsproces sneller is;
3. Het voedsel niet uitdroogt;
4. Het aroma behouden blijft. Het deksel moet voorzien zijn van openingen zodat er geen druk ontstaat. Plastic zakken dienen eveneens openingen te hebben. Zowel flessen als potjes met babyvoeding en andere gelijkaardige potjes mogen alleen zonder deksel worden opgewarmd, aangezien ze anders uit elkaar zouden kunnen spatten. Onderstaande tabel geeft een overzicht van welk serviesgoed geschikt is voor elke situatie.
INGESTELDE FUNCTIE
SERVIESGOED GLAS EN PORSELEIN 1)
HUISHOUDELIJK, NIET VUURVAST, MAG IN DE VAATWASSER
GEGLAZUURD AARDEWERK VUURVAST GLAS EN PORSELEIN
GRES SERVIESGOED 2) GEGLAZUURD OF NIET, ZONDER METALEN VERSIERINGEN
TERRACOTTA 2) GEGLAZUURD ONGEGLAZUURD
PLASTIC 2) HITTEBESTENDIG TOT 100°C HITTEBESTENDIG TOT 250°C
PLASTIC FOLIE 3) PLASTIC FILM VOOR VOEDINSMIDDELEN CELLOFAAN
PAPIER, KARTON, PERKAMENT 4) METAAL
ALUMINIUMFOLIE ALUMINIUM VERPAKKINGEN 5) ACCESSOIRES
1. Zonder gouden of zilveren rand en zonder loodkristal.
2. Neem de aanwijzingen van de fabrikant in acht!
3. Gebruik geen metalen knijpers om de zakken te sluiten. Doorprik de zakken. Gebruik de folies alleen om af te dekken.
4. Gebruik geen papieren bordjes.
5. Alleen lage aluminium verpakkingen en zonder deksel. Het aluminium mag niet in contact komen met de wanden van de binnenruimte.
MAGNETRON
ONTDOOIEN/
OPWARMEN
JA JA NEE NEE
JA JA JA JA
JA JA NEE NEE
JA
NEE
JA JA
NEE
JA
JA NEE NEE NEE
JA
NEE
JA
KOKEN
JA
NEE
NEE
JA
NEE
JA
NEE
JA JA
GRILL EN
VERWARMINGS
ELEMENT-
FUNCTIE
NEE NEE
NEE NEE
NEE NEE
JA JA JA
COMBINATIE
FUNCTIES
NEE NEE
NEE NEE
NEE NEE
NEE
JA JA
62
itsnet is
losgekoppeld. Trek de stekker uit het stopcontact of schakel het
De magnetronoven dient regelmatig te worden gereinigd en alle
en dienen te worden verwijderd. Indien de magnetronoven niet
naar behoren wordt schoongemaakt, kan het oppervlak ervan worden
wat de levensduur van de oven kan inkorten en eventueel tot
Maak roestvrij staal regelmatig schoon na het gebruik van de oven, nadat
Gebruiksinstructies
NL-BE
10 REINIGING EN ONDERHOUD
Het reinigen dient te gebeuren als de oven van het elektricite
elektriciteitscircuit van de oven uit.
Waarschuwing! Gebruik geen hogedruk- of stoomreinigers.
Opgelet!
etensrest
beschadigd, gevaarlijke toestanden leiden.
10.1 Reiniging van roestvrij staal
deze is afgekoeld.
10.2 Dagelijks reinigen
Gebruik bij roestvrij stalen oppervlakken uitsluitend speciale, niet bijtende producten die geen chloorzuur bevatten. Instructies: giet een weinig product op een vochtige doek en wrijf over het oppervlak. Spoel af en wrijf daarna droog met een droge doek of zeemlap.
10.3 Voedselvlekken of -resten
Gebruik geen schuursponzen of scherpe voorwerpen, aangezien die het oppervlak kunnen beschadigen. Gebruik gewone niet bijtende producten en eventueel houten of plastic gerei. Spoel goed af en droog met een zachte doek of zeemlap. Laat geen voedselresten opdrogen met een hoog suikergehalte (bijv. jam). Deze kunnen het email aan de binnenkant van de oven aantasten.
Gebruik geen bijtende of schuurmiddelen, schuursponzen of scherpe voorwerpen om het deurglas te reinigen, aangezien die het oppervlak kunnen krassen, waardoor het glas zou kunnen barsten en breken.
10.4 Binnenkant
Reiniging is in principe het enige nodige onderhoud. Reinig na elk gebruik de binnenwanden met een vochtige doek, aangezien het dan gemakkelijker is spatjes en aangekoekt voedsel te verwijderen.
63
NL-BE
Gebruiksinstructies
Gebruik om hardnekkig vuil te verwijderen een niet bijtend middel. Gebruik geen ovensprays of andere bijtende of schuurmiddelen. Houd de deur en de voorkant van de oven altijd schoon zodat een correcte werking kan gegarandeerd worden. Laat geen water in de ventilatieopeningen komen. Verwijder regelmatig het draaiplateau en respectieve houder en reinig de bodem van de binnenruimte, vooral als er vocht is gemorst. Schakel de oven niet aan
zonder het draaiplateau en de respectieve houder.
Als de binnenkant zeer vuil is, plaats een glas water op het draaiplateau en zet de magnetron gedurende 2 of 3 minuten in de hoogste vermogensstand. De vrijgekomen waterdamp zal het vuil losweken, dat nadien makkelijk met een zachte doek kan worden verwijderd. Onaangename geuren (bijv. na het bereiden van vis) kunnen makkelijk geneutraliseerd worden door een kop water met enkele druppels citroensap, en een theelepel om een laattijdig kookproces te voorkomen, 2 à 3 minuten in de hoogste vermogensstand van de magnetron te verwarmen.
10.5 Bovenwand van de oven
Als de bovenwand van de oven erg vuil is, kan het grillelement naar beneden worden geklapt om het reinigen te vergemakkelijken. Wacht tot het grillelement is afgekoeld alvorens het naar beneden te klappen om brandwonden te voorkomen. Ga als volgt te werk:
1. Draai de steunhaak van de grill 180º (1).
2. Klap het grillelement voorzichtig naar beneden
(2). Forceer niets, want dat zou schade kunnen veroorzaken.
3. Nadat u de bovenwand hebt schoongemaakt, plaats het grillelement weer op zijn plaats (2) en draai de haak weer terug. BELANGRIJKE WAARSCHUWING: De grillsteun (1) kan bij draaien vallen. Als dit gebeurt, steek de grillsteun (1) dan in de opening boven in de magnetron en draai hem 90º tot aan de steunstand van de grill (2).
Het mica plaatje (3) in de bovenwand dient altijd goed schoongehouden te worden. Opgehoopte etensresten op het plaatje kunnen schade of vonken
veroorzaken.
Gebruik geen bijtende reinigingsmiddelen of scherpe voorwerpen. Verwijder het mica plaatje niet om alle risico’s te vermijden.
Het glazen omhulsel van het lampje (4) bevindt zich in de bovenwand van de oven en kan makkelijk worden verwijderd voor reiniging. Schroef het los en reinig het met water en afwasmiddel.
10.6 Accessoires
Reinig de accessoires na elk gebruik. Als deze erg vuil zijn, laat ze eerst weken en gebruik vervolgens een borstel en een spons. De accessoires kunnen in de vaatwasser worden gewassen. Controleer of het draaiplateau en respectieve houder altijd schoon zijn. Schakel de oven niet aan zonder het draaiplateau en de respectieve houder.
64
net af vooraleer u handelingen
Gebruiksinstructies
NL-BE
11 BUITENGEWOON ONDERHOUD
Het kan voorkomen dat de oven af en toe aan een kleine onderhoudsbeurt moet worden onderworpen of dat er versleten onderdelen moeten worden vervangen, zoals pakking, lampjes, enz. Hieronder staat beschreven hoe u hierbij te werk kunt gaan.
Sluit het apparaat van het elektricitreits uitvoert waarbij u in aanraking komt met onderdelen onder stroom.
11.1 Het lampje vervangen
Ga om het lampje te vervangen als volgt te werk: Schroef het glazen omhulsel (1) van het
lampje los.
Verwijder het halogeen lampje (2). Opgelet!
Het lampje kan zeer heet zijn.
Plaats een nieuw halogeen lampje van G4/12V
/10-20W. Opgelet! Raak het oppervlak van het lampje niet rechtstreeks met de vingers aan want dat zou het lampje kunnen beschadigen. Volg de instructies van de fabrikant van het lampje op.
Schroef het glazen omhulsel vast (1). Sluit de oven weer op het elektriciteitsnet aan.
11.2 Wat te doen bij storingen?
OPGELET! Alle reparaties dienen door vakmensen te worden uitgevoerd. Alle reparaties uitgevoerd door personen die niet door de fabrikant worden erkend kunnen gevaarlijk zijn.
De volgende storingen kunnen worden verholpen zonder contact op te nemen met de Technische Dienst.
Het display staat uit! Controleer of: De uuraanduiding werd uitgeschakeld (zie hoofdstuk over
basisregelingen).
Er gebeurt niets als men op de toetsen drukt! Controleer of: De veiligheidsblokkering ingeschakeld is (zie hoofdstuk over
basisregelingen).
De oven werkt niet! Controleer of:
De stekker goed in het stopcontact zit. Het voedingscircuit van de oven aan staat. De deur goed dicht is. De deur moet met een klik dichtgaan. Er een voorwerp tussen de deur en de voorkant van de binnenruimte
zit.
65
NL-BE
Gebruiksinstructies
Er klinken vreemde geluiden als de oven aan staat! Controleer of:
Er boogontlading ontstaat in de oven door metalen voorwerpen (zie
hoofdstuk over het soort serviesgoed).
Het servies in contact komt met de ovenwanden. Er losse voorwerpen of bestek in de oven liggen.
Het voedsel warmt niet of heel traag op! Controleer of:
U misschien per ongeluk metalen serviesgoed hebt gebruikt. De juiste bereidingstijd en vermogensstand hebt gekozen. U een grotere hoeveelheid voedsel of voedsel dat kouder is dan
normaal in de oven hebt geplaatst.
Het voedsel is te warm, uitgedroogd of aangebrand! Controleer of: U de juiste bereidingstijd en vermogensstand hebt gekozen.
Er is een geluid hoorbaar als het bereidingsproces is geëindigd!
Dat is geen probleem. De koelventilator werkt gedurende enige tijd
voort. Als de temperatuur voldoende is gedaald, zal de ventilator uitschakelen.
De oven werkt maar het lampje binnenin niet!
Als alle functies normaal werken is het lampje mogelijk gesprongen. U
kan het apparaat gewoon verdergebruiken.
66
Instructies voor de installateur
NL-BE
12 INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
12.1 Elektrische aansluiting
Het typeplaatje met de technische specificaties, het serienummer en het merkteken is zichtbaar aangebracht op de lijst van de ovendeur. Het plaatje mag nooit worden verwijderd.
Het apparaat moet geaard zijn overeenkomstig de veiligheidsvoorschriften voor elektrische installaties.
In geval van permanente aansluiting dient de aansluiting te gebeuren op een circuit met alle polen, met minimum 3 mm tussen de contacten, die zich op een makkelijk bereikbare plaats bij het apparaat bevinden.
Bij een aansluiting met stekker en stopcontact moet u controleren of ze allebei van hetzelfde type zijn. Vermijd het gebruik van reductiestukken, adapters of afleidingen aangezien deze tot oververhitting of brand zouden kunnen leiden.
12.2 Plaatsing van de oven
Het apparaat is bestemd voor inbouw in meubelen van elk materiaal mits bestendig tegen hitte. Houd u aan de afmetingen van onderstaande figuren. Bij montage in een kolom dient u er rekening mee te houden dat de bovenkant/acherkant van het meubel een opening van 100 mm diep moet hebben.
Schroef de 4 schroeven vast in de lijst.
67
Cód: 163200-e
Loading...