5. VÓÓR DE INSTALLATIE .................................................................................................................................... 74
6. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSORGANEN .......................................................................................... 75
6.1 Het bedieningspaneel ........................................................................................................................................................75
8. GEBRUIK VAN DE OVEN ................................................................................................................................... 78
8.1 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen .................................................................................................................78
8.2 Koken met stoom ...............................................................................................................................................................78
8.3 Tabellen voor het koken met stoom ...................................................................................................................................80
9. SCHOONMAKEN EN ONDERHOUD .................................................................................................................. 83
9.1 Het reinigen van roestvrij staal ..........................................................................................................................................83
9.3 Voedselvlekken of -resten ..................................................................................................................................................83
9.4 De oven reinigen ................................................................................................................................................................83
9.5 Reiniging van de ruiten van de deur ..................................................................................................................................84
10.1 Vervanging van het lampje voor de verlichting .................................................................................................................85
10.2 Demontage van de deuren ..............................................................................................................................................85
10.3 Verwijdering van de pakking ............................................................................................................................................85
11. INSTALLATIE VAN HET APPARAAT .............................................................................................................. 86
11.2 Plaatsing van de oven ......................................................................................................................................................87
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: hier vindt u de aanwijzingen voor het gebruik, de beschrijving
van de bedieningsorganen en de correcte handelingen voor het reinigen en onderhouden van het
apparaat
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: zijn bestemd voor de gekwalificeerde technicus die moet
zorgen voor de installatie, de inwerkingstelling en het uittesten van het apparaat
71
Waarschuwingen voor het gebruik
1. WAARSCHUWINGEN VOOR HET GEBRUIK
DEZE HANDLEIDING IS EEN GEÏNTEGREERD ONDERDEEL VAN HET APPARAAT EN MOET
GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN DE OVEN INTACT EN OP EEN GEMAKKELIJK
BEREIKBARE PLAATS WORDEN BEWAARD. WIJ BEVELEN AAN OM DEZE HANDLEIDING EN
ALLE ERIN OPGENOMEN AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS HET
APPARAAT IN GEBRUIK TE NEMEN. DE INSTALLATIE ZAL MOETEN WORDEN UITGEVOERD
DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL EN IN OVEREENSTEMMING MET DE GELDENDE
NORMEN. DIT APPARAAT IS BESTEMD VOOR EEN HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN
BEANTWOORDT AAN DE EEG RICHTLIJNEN DIE MOMENTEEL VAN TOEPASSING ZIJN. HET
APPARAAT IS GEFABRICEERD VOOR HET UITOEFENEN VAN DE VOLGENDE FUNCTIE: HET
KOKEN EN OPWARMEN VAN VOEDSEL; IEDER ANDER GEBRUIK MOET ALS ONEIGENLIJK
WORDEN BESCHOUWD. DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR
ANDERE DAN DE VERMELDE GEBRUIKSTOEPASSINGEN.
GEBRUIK DIT APPARAAT NOOIT VOOR HET VERWARMEN VAN RUIMTEN.
LAAT DE VERPAKKINGSRESTEN NOOIT ONBEHEERD IN HET HUIS. SCHEID DE
VERSCHILLENDE VAN DE VERPAKKING AFKOMSTIGE AFVALMATERIALEN EN LEVER ZE AF BIJ
HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR DE GEDIFFERENTIEERDE VERZAMELING VAN AFVAL.
DIT APPARAAT IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN IN DE ZIN VAN DE EUROPESE RICHTLIJN
2002/96/EG BETREFFENDE AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR –
AEEA (WASTE ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE).
DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEN VAN DE
AFGEDANKTE APPARATUUR WELKE GELDEN VOOR HET VOLLEDIGE TERRITORIUM VAN DE
EUROPESE UNIE.
BLOKKEER DE OPENINGEN EN DE GLEUVEN VOOR DE VENTILATIE EN HET AFVOEREN VAN
DE WARMTE NIET.
HET TYPEPLAATJE MET DE TECHNISCHE SPECIFICATIES, HET SERIENUMMER EN HET
MERKTEKEN IS ZICHTBAAR AANGEBRACHT OP DE LIJST VAN DE OVENDEUR.
HET PLAATJE MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
HET GEBRUIK VAN METALEN SCHUURSPONSJES EN SCHERPE SPATELS MOET
WORDEN VERMEDEN OM DE OPPERVLAKKEN NIET TE BESCHADIGEN.
GEBRUIK NORMALE, NIET SCHURENDE PRODUCTEN, EN EVENTUEEL HOUTEN OF
PLASTIC GEREI. SPOEL HEM GOED AF EN DROOG HEM AF MET EEN ZACHTE
DOEK OF EEN ZEEM. ZORG ERVOOR DAT IN DE OVEN GEEN SUIKERHOUDENDE
VOEDSELRESTEN OPDROGEN (BIJV. JAM). WANNEER DIE TE LANG UITDROGEN
KUNNEN ZE HET EMAIL AAN DE BINNENKANT VAN DE OVEN BESCHADIGEN.
De fabrikant onthoudt zich van iedere aansprakelijkheid voor schade aan personen of zaken als gevolg
van het niet inachtnemen van de bovenstaande voorschriften of als gevolg van wijzigingen aangebracht
aan ook slechts één enkel onderdeel van het apparaat, en door het gebruik van niet-originele
vervangingsonderdelen.
Instructies voor de afvalverwerking - Onze zorg voor het milieu
Wij gebruiken voor de verpakking van onze producten niet-vervuilende en dus milieuvriendelijke en recyclebare
materialen. Wij vragen om uw medewerking door te zorgen voor een juiste verwerking van het
verpakkingsmateriaal. De adressen van de centra voor het verzamelen, de recyclage of de verwerking zijn
beschikbaar bij uw wederverkoper of bij de plaatselijke betrokken instanties.
Laat de verpakking of delen ervan niet zomaar ergens achter. Dit kan gevaar van verstikking opleveren voor
kinderen, vooral de plastic zakjes.
Ook voor het afgedankte apparaat moet u zorgen voor een correcte verwerking.
Belangrijk: bezorg het apparaat bij het plaatselijk bevoegde bedrijf voor het inzamelen van afgedankte huishoudelijke
apparaten. Met een correcte verwerking kunnen waardevolle materialen op intelligente wijze worden gerecycled.
Voordat u uw apparaat wegdoet is het belangrijk dat u de deuren verwijdert en de rekken in de gebruiksstand laat
om te voorkomen dat spelende kinderen opgesloten raken in de ovenruimte. Verder moet u de elektrische
voedingskabel afsnijden en hem samen met de stekker verwijderen.
72
Waarschuwingen voor de veiligheid
2. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID
RAADPLEEG DE INSTALLATIE-INSTRUCTIES VOOR DE VEILIGHEIDSNORMEN VOOR
ELEKTRISCHE OF GASAPPARATEN EN VOOR DE VENTILATIEFUNCTIES.
IN UW BELANG EN VOOR UW VEILIGHEID IS WETTELIJK BESLOTEN DAT DE INSTALLATIE EN DE
ASSISTENTIE VAN ALLE ELEKTRISCHE APPARATEN MOET WORDEN UITGEVOERD DOOR
GEKWALIFICEERD PERSONEEL MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN.
ONZE ERKENDE INSTALLATEURS GARANDEREN DAT HET WERK NAAR TEVREDENHEID
WORDT UITGEVOERD.
GAS- OF ELEKTRISCHE APPARATEN MOETEN ALTIJD DOOR DESKUNDIGE PERSONEN
WORDEN LOSGEKOPPELD.
DE STEKKER DIE OP DE VOEDINGSKABEL WORDT AANGESLOTEN EN HET BIJBEHORENDE
STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE TYPE ZIJN IN OVEREENSTEMMING MET DE
GELDENDE VOORSCHRIFTEN.
HET STOPCONTACT MOET TOEGANKELIJK ZIJN WANNEER HET APPARAAT IS INGEBOUWD.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN.
EEN AARDAANSLUITING IN OVEREENSTEMMING MET DE WIJZEN VOORZIEN DOOR DE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE IS VERPLICHT.
VOORDAT U HET APPARAAT IN WERKING STELT MOET U VERPLICHT ALLE OP EN IN HET
APPARAAT AANGEBRACHTE ETIKETTEN EN BESCHERMENDE FOLIES VERWIJDEREN
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET U HET APPARAAT KORT TESTEN IN
OVEREENSTEMMING MET DE HIERNA VERSTREKTE INSTRUCTIES. WANNEER HET APPARAAT
NIET FUNCTIONEERT MOET U HET LOSKOPPELEN VAN HET ELEKTRICITEITSNET EN HET
DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE SERVICECENTRUM RAADPLEGEN.
PROBEER NOOIT OM HET APPARAAT ZELF TE REPAREREN.
ZET NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN DE OVEN: EEN ONVERWACHTE ONTSTEKING
ERVAN ZOU TOT BRAND KUNNEN LEIDEN.
TIJDENS HET GEBRUIK WORDT HET APPARAAT ZEER HEET. LET ERVOOR OP DAT U DE
WARMTE-ELEMENTEN IN DE OVEN NIET AANRAAKT.
HET APPARAAT IS BESTEMD OM TE WORDEN GEBRUIKT DOOR VOLWASSENEN. STA NIET TOE
DAT KINDEREN ERBIJ IN DE BUURT KOMEN OF ERMEE SPELEN.
BIJ EEN FUNCTIONERENDE GRILL KUNNEN DE TOEGANKELIJKE DELEN ZEER HEET WORDEN:
HOUD KINDEREN UIT DE BUURT.
NA IEDER GEBRUIK MOET U ALTIJD CONTROLEREN OF DE BEDIENINGSKNOPPEN IN DE
STAND 0 (UIT) STAAN.
DEZE INSTRUCTIES ZIJN UITSLUITEND VAN TOEPASSING VOOR DE LANDEN VAN
BESTEMMING WAARVAN DE IDENTIFICATIESYMBOLEN OP DE OMSLAG VAN DEZE
HANDLEIDING STAAN AFGEBEELD.
De fabrikant onthoudt zich van iedere aansprakelijkheid voor schade aan personen of zaken als gevolg
van het niet inachtnemen van de bovenstaande voorschriften of als gevolg van wijzigingen aangebracht
aan ook slechts één enkel onderdeel van het apparaat, en door het gebruik van niet-originele
vervangingsonderdelen.
3. GEBRUIK WAARVOOR HET APPARAAT IS BESTEMD
Het apparaat is specifiek ontwikkeld voor een huishoudelijk gebruik en is daarom geschikt voor het
koken en opwarmen van voedsel. Het apparaat is niet ontworpen en gefabriceerd voor een
professioneel gebruik en stemt overeen met de toepasselijke geldende EEG richtlijnen. De fabrikant kan
niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van een niet correct gebruik van het apparaat.
Let op:
de fabrikant onthoudt zich van iedere aansprakelijkheid voor schade aan personen of zaken als
gevolg van het niet inachtnemen van de bovenstaande voorschriften of als gevolg van
wijzigingen aangebracht aan ook slechts één enkel onderdeel van het apparaat, en door het
gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.
73
Instructies voor de gebruiker
4. LEER UW APPARAAT KENNEN
BEDIENINGSPANEEL
VULLADE
VERPLAATSBARE EN UITNEEMBARE
HEMEL
OVENLAMPJE
GELEIDERAILS VOOR ROOSTERS EN
OVENSCHALEN
KETEL VOOR STOOMPRODUCTIE
DEKSEL KETEL
DEFLECTOR ACHTER
OVENBODEM
5. VÓÓR DE INSTALLATIE
Laat de resten van het verpakkingsmateriaal niet onbeheerd achter in de huiselijke omgeving. Scheid de
verschillende van de verpakking afkomstige afvalmaterialen en lever ze af bij het dichtstbijzijnde centrum
voor de gedifferentieerde verzameling van het afval.
Voor het verwijderen van alle fabricageresten wordt het aanbevolen om de binnenkant van het apparaat
schoon te maken. Voor meer informatie over het reinigen verwijzen wij naar hoofdstuk "9.
SCHOONMAKEN EN ONDERHOUD".
Bij de eerste ingebruikneming van de oven en de grill moet u ze net zolang op de maximumtemperatuur
verhitten tot de eventuele olieachtige resten van het fabricageproces, die kwalijke luchten op het voedsel
zouden kunnen overbrengen, zijn verbrand.
74
Instructies voor de gebruiker
6. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSORGANEN
6.1Het bedieningspaneel
Alle bedieningsorganen en controle-eenheden van de oven bevinden zich op het frontpaneel.
KNOP REGELING STOOM
Met deze knop kunt u de hoeveelheid stoom instellen die u voor het koken
wenst te gebruiken. De waarden lopen van MIN naar MAX en alle
tussenliggende waarden kunnen worden gebruikt.
KNOP KOOKWEKKER
Om te kiezen uit manueel koken of koken met de kookwekker met automatische
uitschakeling van de oven aan het eind van de kooktijd.
Wanneer u geen duur van de kooktijd instelt, zult u de knop van de timer op het
symbool moeten zetten.
Om de duur van de kooktijd in te stellen moet u de knop rechtsom draaien tot
aan de stand “90” om daarna de gewenste duur van de kooktijd in te stellen. De
nummers van 5 t/m 90 stemmen overeen met het aantal minuten. De regeling is
progressief toenemend en u kunt standen tussen de aangegeven cijfers
gebruiken. Op het eind van de geprogrammeerde kooktijd zal een
geluidssignaal afgaan dat na 4-5 seconden automatisch zal ophouden.
DRUKKNOP AFVOER WATER
Wanneer u deze knop indrukt zal het water in het reservoir naar de ketel van de oven
vloeien. Deze handeling moet worden uitgevoerd bij een koude oven en na ieder gebruik van
het stoom. Het niet gebruikte water moet niet in het reservoir worden gelaten, maar
moet iedere keer worden vervangen.
Om het overtollige water af te voeren moet u paragraaf "8.2.3 Het reservoir
leegmaken"raadplegen.
CONTROLELAMPJE LEEG RESERVOIR (GROEN)
Het blijven branden van dit controlelampje wijst erop dat het voor het koken beschikbare
water in het reservoir op het minimumniveau staat (MIN)
Wanneer het lampje daarentegen knippert betekent het dat het water op is. Het is normaal
dat het lampje ononderbroken knippert wanneer het reservoir leeg is, óók wanneer u niet
met stoom kookt.
CONTROLELAMPJE RESERVOIR HALF (GROEN)
Het branden van dit controlelampje wijst erop dat het niveau van het water in het reservoir
tussen het minimumniveau (MIN) en het maximum (MAX) staat.
Wanneer dit controlelampje brandt blijft ook het controlelampje branden.
CONTROLELAMPJE RESERVOIR VOL (GROEN)
Het branden van dit controlelampje wijst erop dat het niveau van het water in het reservoir
maximaal (MAX) is. Het reservoir kan maximaal 1,5 liter water bevatten.
U MOET HET RESERVOIR IEDERE KEER LEEGMAKEN NADAT U MET STOOM HEEFT
GEKOOKT.
CONTROLELAMPJE WERKING STOOM(GROEN)
Het branden van dit controlelampje wijst erop dat er in de oven stoom wordt afgegeven en
het zal blijven branden zolang er stoom wordt geproduceerd. Met het openen van de deur zal
het lampje uitgaan omdat de stoomproductie wordt onderbroken.
Wanneer dit controlempje brandt zullen ook de controlelampjes en blijven branden.
75
Instructies voor de gebruiker
CONTROLELAMPGE VERZOEK OM WATER VOOR STOOMPRODUCTIE (ROOD)
Het branden van dit controlelampje wijst erop dat water in het reservoir naar de ketel onderin
de oven vloeit. Het kan in twee gevallen gaan branden:
1 tijdens het koken met stoom (automatische fase);
2 tijdens het manuele afvoeren van het water. Wij verwijzen hiervoor naar paragraaf "8.2.3
Het reservoir leegmaken"
CONTROLELAMPJE WERKING OVEN (ROOD)
Het branden van dit controlelampje wijst erop dat de oven is ingeschakeld. De signaallamp
blijft branden zolang de oven is ingeschakeld. Hij zal ook gaan branden bij een
uitgeschakelde oven, wanneer de deur wordt geopend.
CONTROLELAMPJE THERMOSTAAT (ORANJE)
Het branden ervan wijst erop dat de oven wordt opgewarmd. Wanneer het uitgaat is de
vooraf ingestelde temperatuur bereikt. Het regelmatig knipperen wijst erop dat de
temperatuur in de oven continu op het ingestelde niveau wordt gehouden.
THERMOSTAATKNOP
U kunt de kooktemperatuur instellen door de knop rechtsom te draaien op de
gewenste stand, tussen 50°C en 250°C. Om de stoomproductie te activeren
moet u de knop op een waarde tussen de 160°C e 250°C zetten. Om de
vorming van condens en druppels te vermijden wordt er bij temperaturen van
minder dan 160°C geen stoom geproduceerd.
FUNCTIEKEUZEKNOP
De verschillende functies van de elektrische oven zijn aangepast aan de
verschillende kookwijzen. Na de gewenste functie te hebben geselecteerd moet
u de kooktemperatuur instellen met de thermostaatknop.
De oven heeft 4 geleiderails om de ovenschalen en roosters op verschillende
hoogten op te kunnen plaatsen.
Niet alle accessoires worden geleverd met alle modellen.
Rooster: handig om recipiënten met te koken voedsel op te zetten.
Ovenschaal: handig voor het opvangen van het vet dat van het voedsel op het
erboven geplaatste rooster druipt.
Ovenschaal: om afzonderlijk te gebruiken (zie paragraaf "8.2.5 Koken met
directe stoom") of samen met het glazen deksel (zie paragraaf "8.2.4 Koken met
stoom in ovenschaal").
Deksel/ovenschaal: Om afzonderlijk te gebruiken als ovenschaal of als deksel
voor de ovenschaal (zie paragraaf "8.2.4 Koken met stoom in ovenschaal").
Rooster voor ovenschaal: handig om voedsel op te zetten bij bepaalde
kookwijzen met stoom (zie paragraaf "8.2.4 Koken met stoom in ovenschaal").
Stoomspuit: om in het gat op de ketel te steken zodat de stoom rechtstreeks
het midden van de oven of het te koken voedsel bereikt (zie paragraaf "8.2.4
Koken met stoom in ovenschaal").
Bovenste bescherming: wanneer u die eruit trekt kunt u de oven van binnen
makkelijker schoonmaken.
Op bestelling beschikbare accessoires
Via de Bevoegde Servicecentra kunt u de originele accessoires bestellen.
77
Instructies voor de gebruiker
8. GEBRUIK VAN DE OVEN
8.1Waarschuwingen en algemene aanbevelingen
Bij de eerste ingebruikneming van de oven en de grill moet u ze net zolang op de maximumtemperatuur
verhitten tot de eventuele olieachtige resten van het fabricageproces, die kwalijke luchten op het voedsel
zouden kunnen overbrengen, zijn verbrand.
De accessoires van de oven die met het voedsel in aanraking zouden kunnen komen, zijn vervaardigd
van materialen die beantwoorden aan de voorschriften van richtlijn 89/109/EEG van 21/12/88 en de
vordering van overheidswege.
Om te voorkomen dat eventueel in de oven aanwezige stoom last veroorzaakt
moet u de oven in twee stappen openen: houd hem eerst 4-5 seconden lang
halfopen (ca. 5 cm), en open hem daarna pas helemaal. Wanneer u tijdens het
koken bij het voedsel moet komen dan moet u de ovendeur zo kort mogelijk
open laten staan om te voorkomen dat de temperatuur in de oven zover daalt
dat het goede kookresultaat er door wordt geschaad.
Wanneer tijdens het koken de ovendeur wordt geopend zullen de stoomproductie en alle
verwarmingselementen automatisch worden uitgeschakeld, verder zal de ovenlamp gaan branden,
evenals de controlelampjes voor het waterniveau en die van de oven.
8.2Koken met stoom
8.2.1 Het vullen van het reservoir
Om het reservoir te vullen met water moet de ovendeur openen en het water
(MAX 1,5 liter), in de speciale vullade gieten zoals afgebeeld in de figuur.
Tijdens het vullen zullen de controlelampjes voor het waterniveau, naarmate
het water erin wordt gegoten, gaan branden. Wanneer het controlelampje
gaat branden is het reservoir vol. Indien het water niet meer uit de vullade A
mocht weglopen dan hoeft u er alleen maar met behulp van toets een beetje
van in de ketel te laten lopen.
Het voor het koken met stoom te gebruiken water mag niet harder zijn dan 10-11° F. U bent verplicht om
uitsluitend natuurlijk mineraalwater of kraanwater te gebruiken, mits behandeld met een zuiverings-/
onthardingsinstallatie. De hoeveelheid water in het volle reservoir is 1,5 liter.
8.2.2 Algemene aanbevelingen
Het koken met stoom kan samen worden gebruikt met iedere, met de
functiekeuzeknop geselecteerde functie met uitzondering van de functies
en . De beste resultaten verkrijgt u door de stoom te combineren met de
functies of . Om tijdens de normale werking stoom te produceren hoeft u
alleen maar de knop voor de regeling van de stoom op een waarde tussen
MIN en MAX te zetten.
Indien tijdens het koken met stoom het water in het reservoir opraakt, zal de signaallamp gaan
knipperen. Verder is een inrichting voorzien die bij het ontbreken van water de oververhitting van de ketel
onderin de oven zal voorkomen. Het toevoegen van water tijdens het koken is gevaarlijk en wordt
afgeraden: controleer of het reservoir vol is voordat u met het koken begint.
78
Instructies voor de gebruiker
8.2.3 Het reservoir leegmaken
Na het koken, indien het water niet volledig is opgebruikt, moet u het reservoir
leegmaken. Hiertoe moet u de knop voor de regeling van de stoom op de
waarde MAX zetten, het deksel van de ketel verwijderen “A”, op knop
drukken en het overtollige water “C” afdrogen met een spons. Bij lekkages van
water uit de ketel moet u de aanwijzingen opvolgen van paragraaf "9.4.1
Reinigen van de ketel"
8.2.4 Koken met stoom in ovenschaal
Na het niveau van het reservoir te hebben gecontroleerd, moet u in de
ovenschaal “A” het rooster voor de ovenschaal “B” zetten en de stoombuis
onderin de schaal in het gat van het rooster steken.
Let er bij het plaatsen van het voedsel op het rooster voor op dat u de
stoombuis niet verstopt
Sluit de ovenschaal af met zijn deksel en zet alles in de oven en zorg ervoor
dat u hem op correcte wijze in de uitsparing “C” onderin de oven zet.
Sluit de ovendeur.
Selecteer de gewenste functie met de functieknop en stel de kooktemperatuur
in met de thermostaatknop.
Met de knop voor het regelen van de stoom moet u de voor het koken
gewenste hoeveelheid stoom instellen.
Stel de duur van de kooktijd in met de knop van de kookwekker of zet hem op
symbool indien u manueel wenst te koken.
8.2.5 Koken met directe stoom
Na het niveau van het reservoir te hebben gecontroleerd, moet u de
stoomspuit “B” in de stoombuis onderin de ovenschaal “A” steken. Steek de
stoomspuit direct in het te braden vlees. Zorg ervoor dat u de uitgangsopening
voor de stoom, die altijd in het holle gedeelte in het vlees moet worden
gestoken, (kip, eend, kalkoen, grote vis e.d.), niet verstopt. Bij deze kookwijze
moet u geen deksel gebruiken.
Plaats de ovenschaal in de oven en zet hem in de uitsparing “C” onderin de
oven.
Sluit de ovendeur.
Selecteer de gewenste functie met de functieknop en stel de kooktemperatuur
in met de thermostaatknop.
Met de knop voor het regelen van de stoom moet u de voor het koken
gewenste hoeveelheid stoom instellen.
Stel de duur van de kooktijd in met de knop van de kookwekker of zet hem op
symbool indien u manueel wenst te koken.
79
8.2.6 Koken met verspreide stoom
Na de controle van het niveau van het reservoir, moet u het voedsel in de
meegeleverde ovenschaal of in een ander recipiënt voor ovens leggen. Zet het
recipiënt op het rooster “A” dat op de gewenste hoogte op de geleiderail moet
worden gezet.
U kunt het voedsel ook rechtstreeks op het rooster leggen, op voorwaarde dat
u er een druipschaal “B” onder zet met een beetje water om het kookvet in op
te vangen.
Sluit de ovendeur.
Selecteer de gewenste functie met de functieknop en stel de kooktemperatuur
in met de thermostaatknop.
Met de knop voor het regelen van de stoom moet u de voor het koken
gewenste hoeveelheid stoom instellen.
Stel de duur van de kooktijd in met de knop van de kookwekker of zet hem op
Voor alle kookwijzen wordt het voorverwarmen van de oven (8’ ÷ 10’) aanbevolen.
2
2
2
2
2
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
4
4
4
6
Max
6
Max
Max
Max
4
Max
Max
Max
Max
Max
4
4
10’
10’
10’
10’
10’
10’
10’
10’
10’
10’
10’
180° C
180° C
180° C
160° C
180° C
180° C
150° C
150° C
160° C
175° C
150° C
150° C
150° C
160° C
175° C
175° C
25’
60’
20’
46’
80’
60’
70’
30’
35’
35’
35’
35’
35’
20’
40’
30’
30’
80
Instructies voor de gebruiker
8.4Aanbevolen kooktabellen
De kooktijden, en speciaal die van het vlees, zullen variëren afhankelijk van de dikte en de kwaliteit van
het voedsel en de persoonlijke smaak, en verwijzen naar een voorverwarmde oven.
Tijdens het koken met de grill en met de geventileerde grill is er geen afgifte van STOOM.
Houd tijdens het koken met de grill de ovendeur gesloten. Het grilleren met een open deur kan de
oven permanent beschadigen en er de veiligheid tijdens de werking van in gevaar brengen.
Maak de binnenkant van de oven niet schoon met een straal stoom.
Voor een goed behoud van het roestvrij staal moet u het na ieder gebruik en nadat het is afgekoeld
schoonmaken.
9.2Gewone dagelijkse reiniging
Om de roestvrijstalen oppervlakken schoon te maken en intact te houden moet u altijd en uitsluitend de
speciaal hiervoor bestemde producten gebruiken, zonder schuurmiddelen of zuren op chloorbasis.
Gebruikswijze: giet het product op een vochtige doek en breng het aan op het oppervlak, spoel het
zorgvuldig af en droog het op met een zachte doek of een zeem.
9.3Voedselvlekken of -resten
Het gebruik van metalen schuursponsjes en scherpe spatels moet worden vermeden om de
oppervlakken niet te beschadigen.
Gebruik normale, niet schurende producten, en eventueel houten of plastic gerei. Spoel hem
goed af en droog hem af met een zachte doek of een zeem.
Zorg ervoor dat in de oven geen suikerhoudende voedselresten opdrogen (bijv. jam). Wanneer
die te lang uitdrogen kunnen ze het email aan de binnenkant van de oven beschadigen.
9.4De oven reinigen
Voor een goed behoud van de oven moet u hem regelmatig en nadat u hem heeft laten afkoelen,
schoonmaken.
Verwijder alle losse onderdelen.
Maak de ovenroosters schoon met warm water en niet-schurende detergenten, daarna afspoelen en
afdrogen.
U moet het reservoir, iedere keer dat u heeft gekookt leegmaken en de ketel schoonmaken.
Voor de uitvoering verwijzen wij naar paragraaf "8.2.3 Het reservoir leegmaken".
83
Instructies voor de gebruiker
9.4.1 Reinigen van de ketel
Bij aanwezigheid van kalkaanslag kunt u de ketel schoonmaken zoals
onderstaand wordt beschreven.
Giet een half glas azijn in de ketel, wacht een paar minuten, behandel de ketel
met een staalsponsje en verzamel de vloeistof met een spons.
Bij lekkage van water uit de ketel moet u het apparaat loskoppelen van het
elektriciteitsnet en moet u de ovenplaat demonteren om het water volledig op
te drogen.
Om de deflector “D” te demonteren moet u:
- de zijframes demonteren zoals hiervoor is beschreven;
- draai de ring “F” los en schuif de deflector naar boven om de basis van de
ovenplaat “E” vrij te maken.
Om die laatste te verwijderen moet u de ringen “F” onderin de oven
losdraaien. Nu is de ketel “C” toegankelijk en kunt u hem met een spons
schoonmaken en afdrogen.
9.4.2 Reinigen van het reservoir
Het verdient aanbeveling om van tijd tot tijd ook het reservoir van de oven en de leiding die hem met de
ketel verbindt, schoon te maken. Hiertoe moet u de volgende handelingen uitvoeren.
Giet een oplossing van in water verdund azijn (60%-70% azijn en 30%-40% water) of een oplossing van
citroenzuur (1 lepel op circa 400 cc water) in de vullade en wacht een paar minuten. laat het water naar
de ketel stromen (zoals beschreven in paragraaf "8.2.3 Het reservoir leegmaken" en maak de ketel
schoon.
9.5Reiniging van de ruiten van de deur
Wij raden aan om ze altijd goed schoon te houden. Gebruik absorberend papier; bij hardnekkig vuil
moet u ze met een vochtige spons en een gewoon schoonmaakmiddel reinigen.
84
Instructies voor de gebruiker
10.BUITENGEWOON ONDERHOUD
Van tijd tot tijd moeten er kleine onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd op de oven of moeten
aan slijtage onderhavige onderdelen zoals pakkingen, lampen, enz. worden vervangen. Onderstaand
vindt u de specifieke instructies voor alle werkzaamheden van dit type.
Vóór alle werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd op onder spanning staande onderdelen moet
u de elektrische voeding van het apparaat loskoppelen.
10.1 Vervanging van het lampje voor de verlichting
Verwijder het beschermkapje A door hem linksom los te draaien, vervang het lampje B met een
vergelijkbaar exemplaar (25 W). Plaats het beschermkapje A weer terug.
Gebruik uitsluitend lampen voor ovens (T 300°C).
10.2 Demontage van de deuren
Trek de lipjes B omhoog en pak de deur met twee
handen aan beide zijden vast in de buurt van de
scharnieren A.
Til de deur op en creëer een hoek van ongeveer 45° en
trek hem eruit. Om hem weer terug te plaatsen moet u
de scharnieren A in de daarvoor bestemde gleuven
steken en de deur laten zakken en de lipjes B loshaken.
10.3 Verwijdering van de pakking
Om de oven goed te kunnen schoonmaken kan de deurpakking worden
verwijderd.
Voordat u begint met het verwijderen van de pakking moet u de ovendeur
verwijderen zoals hierboven is beschreven. Nadat u de deur heeft verwijderd
moet u de lipjes in de hoeken opheffen zoals afgebeeld in de figuur.
85
Instructies voor de installateur
11.INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
11.1 Elektrische aansluiting
Controleer of de spanning en de capaciteit van de stroomvoorziening overeenstemmen met de
karakteristieken vermeld op het typeplaatje op de lijst van de ovendeur.
Dit plaatje mag nooit worden verwijderd.
Een aardaansluiting in overeenstemming met de wijzen voorzien door de veiligheidsvoorschriften van de
elektrische installatie is verplicht.
Bij een aansluiting met een stekker moet u controleren of de stekker en het stopcontact van hetzelfde
type zijn. Vermijd het gebruik van reductiestukken, adapters of afleidingen die tot oververhitting of brand
zouden kunnen leiden.
Bij gebruik van een vaste aansluiting moet u op een gemakkelijk bereikbare plaats in de nabijheid van
het apparaat op de voedingslijn ervan een meerpolige scheidingsinrichting aanbrengen met een
minimale contactopening van 3 mm.
Werking op 220-240V~: gebruik een driepolige kabel van het type
H05RR-F / H05RN-F (kabel van 3 x 1,5 mm
Bij het uiteinde dat op het apparaat moet worden aangesloten moet
de aardleiding (geel-groen) tenminste 20 mm langer zijn dan de
andere leidingen.
De fabrikant onthoudt zich van iedere aansprakelijkheid voor schade aan personen of zaken als gevolg
van het niet inachtnemen van de bovenstaande voorschriften of als gevolg van wijzigingen aangebracht
aan ook slechts één enkel onderdeel van het apparaat.
2
).
86
Instructies voor de installateur
11.2 Plaatsing van de oven
Het apparaat is bestemd voor inbouw in meubelen van elk materiaal mits bestendig tegen hitte. Houdt u
zich aan de in figuren 1, 2, 3 aangegeven afmetingen. Voor plaatsing onder werkbladen moet u zich
houden aan de afmetingen aangegeven in figuur 1-3. Bij plaatsing onder werkbladen met
kookplaatcombinaties moet u een minimumafstand ten opzichte van de eventuele zijwand aanhouden
van 110 mm zoals aangegeven in figuur 1. Bij montage in een kolom moet u zich houden aan de
afmetingen van figuur 1-2, waarbij u er rekening mee moet houden dat de bovenkant/achterkant van het
meubel een opening van 80-90 mm diep moet hebben. Schroef de 4 schroeven in de lijst vast (fig. 1). Bij
een installatie onder een "top" blad moet u zich ervan verzekeren dat de achterkant/onderkant van het
meubel een opening heeft vergelijkbaar met die van figuur 1 (ref. B). Voor de positie en de bevestiging
van de kookplaat met u de instructies opvolgen die bij dergelijke apparaten worden geleverd.
Gebruik de deur niet als hefboom om de oven mee in het meubel te plaatsen.
Oefen geen overmatige druk uit op de geopende deur.
87
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.