1
2 WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID _____________________ 152
3 ZORG VOOR HET MILIEU _____________________________________ 155
4 PLAATSING VAN HET BOVENBLAD _____________________________ 156
5 ELEKTRISCHE AANSLUITING __________________________________ 158
6 GASAANSLUITING ___________________________________________ 159
7 AANPASSING AAN DE VERSCHILLENDE GASSOORTEN ___________ 161
8 LAATSTE HANDELINGEN _____________________________________ 166
9 GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT ________________________________ 169
10 REINIGING EN ONDERHOUD __________________________________ 172
DEZE INSTRUCTIES ZIJN ALLEEN GELDIG VOOR DE LANDEN VAN
BESTEMMING WAARVAN DE IDENTIFICATIESYMBOLEN OP DE VOORZIJDE
VAN DEZE HANDLEIDING STAAN.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: zijn bestemd voor de
gekwalificeerde technicus die de gasinstallatie moet controleren en de
installatie, de inbedrijfstelling en de keuring van het apparaat moet
uitvoeren.
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: geven gebruiksadviezen,
beschrijving van de bedieningen en de juiste reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden voor het apparaat.
149
150
1 VEILIGHEIDS-EN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
DE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND DEEL VAN HET TOESTEL.
DEZE MOET INTEGER EN BINNEN HANDBEREIK BEWAARD
WORDEN VOOR DE VOLLEDIGE GEBRUIKSDUUR VAN DE
KOOKPLAAT. ER WORDT AANGERADEN DEZE HANDLEIDING EN
ALLE AANDUIDINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN VOORDAT DE
KOOKPLAAT GEBRUIKT WORDT. BEWAAR EVENEENS DE REEKS
BIJGELEVERDE STRAALPIJPEN. DE INSTALLATIE MOET
UITGEVOERD WORDEN DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL, EN
DOOR DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN TE RESPECTEREN. DIT
TOESTEL IS BESTEMD VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN IS
CONFORM DE EEG-RICHTLIJNEN DIE ACTUEEL VAN KRACHT ZIJN.
HET TOESTEL WERD GEBOUWD VOOR DE VOLGENDE FUNCTIE:
DE BEREIDING EN HET VERWARMEN VAN VOEDSEL; ELK ANDER
GEBRUIK MOET ALS ONEIGENLIJJK BESCHOUWD WORDEN.
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD
VOOR ANDERE DAN DE VERMELDE GEBRUIKSTOEPASSINGEN.
WANNEER HET TOESTEL IN BOTEN OF CARAVANS
GEÏNSTALLEERD WORDT, MAG HET NIET GEBRUIKT WORDEN OM
DE OMGEVINGEN TE VERWARMEN.
GEBRUIK DIT TOESTEL NOOIT VOOR DE VERWARMING VAN DE
WONING.
DIT TOESTEL IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN VOLGENS DE
EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EG IN VERBAND MET ELEKTRISCHE
EN ELEKTRONISCHE TOESTELLEN (WASTE ELECTRICAL AND
ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE).
DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN
RECYCLEREN VAN AFGEDANKTE TOESTELLEN, EN GELDT VOOR
HET VOLLEDIGE GRONDGEBIED VAN DE EUROPESE UNIE.
HET IDENTIFICATIEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS,
HET SERIENUMMER EN DE MARKERING IS ZICHTBAAR
AANGEBRACHT OP HET TOESTEL.
DIT PLAATJE MAG NOOIT VERWIJDERD WORDEN.
VOORDAT U HET TOESTEL IN WERKING STELT, MOET U
VERPLICHT ALLE BESCHERMENDE FOLIES VAN HET TOESTEL
VERWIJDEREN.
Presentatie
ER WORDT AANBEVOLEN OM VOOR ELKE HANDELING SPECIALE
THERMISCHE HANDSCHOENEN TE DRAGEN.
GEBRUIK ABSOLUUT GEEN STALEN SPONZEN OF
SCHERPE KRABBERS ZODAT DE VLAKKEN NIET
WORDEN BESCHADIGD.
GEBRUIK NORMALE EN NIET-SCHURENDE
PRODUCTEN, EN EVENTUEEL HOUTEN OF PLASTIC
KEUKENGEREI.
SPOEL ZORGVULDIG, EN DROOG MET EEN ZACHTE
DOEK OF EEN DOEK IN MICROFIBER.
LAAT HET TOESTEL NIET ONBEWAAKT ACHTER TIJDENS
BEREIDINGEN WAAR VETTEN EN OLIES KUNNEN VRIJKOMEN.
DE VETTEN EN DE OLIES KUNNEN VLAM VATTEN.
CONTROLEER NA ELK GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT STEEDS OF
DE BEDIENINGSKNOPPEN IN POSITIE "
PLAATS NOOIT PANNEN DIE GEEN PERFECT EFFEN EN
REGELMATIGE BODEM HEBBEN OP DE ROOSTERS VAN DE
KOOKPLAAT.
GEBRUIK GEEN RECIPIËNTEN DIE GROTER ZIJN DAN DE
BUITENOMTREK VAN DE KOOKPLAAT.
Presentatie
O" (UIT) STAAN.
151
2 WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID
RAADPLEEG DE AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE VOOR DE
VEILIGHEIDSNORMEN VOOR ELEKTRISCHE TOESTELLEN OF
TOESTELLEN OP GAS, EN VOOR DE VENTILATIEFUNCTIES.
IN HET BELANG VAN UW VEILIGHEID WERD BIJ WET BEPAALD
DAT DE INSTALLATIE EN DE ASSISTENTIE VAN ALLE
ELEKTRISCHE TOESTELLEN MOET UITGEVOERD WORDEN DOOR
BEVOEGD PRSONEEL, MET INACHTNEMING VAN DE VAN KRACHT
ZIJNDE NORMEN.
ONZE ERKENDE INSTALLATEURS GARANDEREN HET BESTE
RESULTAAT.
ELEKTRISCHE OF GASAPPARATEN MOETEN STEEDS DOOR
EXPERTS WORDEN LOSGEKOPPELD.
CONTROLEER VOORDAT HET TOESTEL AANGESLOTEN WORDT
OP HET STROOMNET OF DE GEGEVENS DIE AANGEDUID
WORDEN OP HET PLAATJE OVEREENKOMEN MET DIEGENE VAN
HET STROOMNET ZELF.
DE IDENTIFICATIEPLAAT MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET
SERIENUMMER EN DE MERKING IS ZICHTBAAR ONDER DE
BESCHERMING GEPLAATST.
HET PLAATJE OP DE BEHUIZING MAG NOOIT VERWIJDERD
WORDEN.
VOORDAT DE HANDELINGEN VAN DE INSTALLATIE / ONDERHOUD
UITGEVOERD WORDEN, MOET GECONTROLEERD WORDEN OF
HET TOESTEL NIET VAN STROOM WORDT VOORZIEN.
DE STEKKER DIE AANGESLOTEN MOET WORDEN OP DE
STROOMKABEL EN HET RELATIEVE STOPCONTACT MOETEN VAN
HETZELFDE TYPE EN CONFORM DE VAN KRACHT ZIJNDE
NORMEN ZIJN.
HET STOPCONTACT MOET BEREIKBAAR BLIJVEN NA INBOUW
VAN HET TOESTEL. TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER
UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN.
ALS DE STROOMKABEL BESCHADIGD IS, MOET ONMIDDELLIJK DE
TECHNISCHE ASSISTENTIEDIENST GECONTACTEERD WORDEN
DIE VOOR DE VERVANGING VAN DE KABEL ZAL ZORGEN.
Presentatie
152
DE AARDING MOET VERPLICHT AANGEBRACHT WORDEN
VOLGENS DE VOORZIENE VEILIGHEIDSNORMEN VAN DE
ELEKTRISCHE INSTALLATIE.
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET HET TOESTEL KORT
GETEST WORDEN DOOR DE AANWIJZINGEN TE VOLGEN DIE
VERVOLGENS WORDEN AANGEDUID. BIJ EEN SLECHTE WERKING
MOET HET TOESTEL LOSGEKOPPELD WORDEN VAN HET
ELEKTRICITEITSNET
EN MOET U HET DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE
ASSISTENTICENTRUM INLICHTEN.
TIJDENS HET GEBRUIK WORDT HET TOESTEL ERG HEET. LET OP
DAT U DE WARMTE-ELEMENTEN NIET AANRAAKT.
DIT TOESTEL MAG NIET WORDEN GEBRUIKT DOOR PERSONEN
(KINDEREN INBEGREPEN) MET VERMINDERDE FYSISCHE OF
PSYCHISCHE VERMOGENS, OF DOOR PERSONEN DIE GEEN
ERVARING HEBBEN MET HET GEBRUIK VAN ELEKTRISCHE
APPARATUUR, TENZIJ DIT GEBEURT ONDER TOEZICHT OF
INSTRUCTIE VAN VOLWASSENEN DIE VOOR HUN VEILIGHEID
INSTAAN.
HOUD KINDEREN UIT DE BUURT VAN HET TOESTEL WANNEER
HET AANGESCHAKELD IS, EN LAAT ZE ER NIET MEE SPELEN.
Presentatie
PLAATS GEEN METALEN EN PUNTIGE VOORWERPEN (BESTEK OF
GEREEDSCHAPPEN) IN DE SPLETEN VAN HET TOESTEL.
GEBRUIK GEEN STOOMSTRAAL OM HET TOESTEL TE REINIGEN.
DE STOOM ZOU DE ELEKTRISCHE DELEN KUNNEN BEREIKEN,
ZODAT DEZE BESCHADIGD KUNNEN WORDEN EN KORTSLUITING
KUNNEN VEROORZAKEN.
VOER GEEN WIJZIGINGEN AAN DIT TOESTEL UIT.
GEBRUIK GEEN SPUITBUSSEN NABIJ HET TOESTEL WANNEER
HET IN WERKING IS.
GEBRUIK GEEN SPUITBUSSEN WANNEER HET TOESTEL NOG
WARM IS.
153
De fabrikant wijst iedere aansprakelijkheid voor letsels aan personen of
materiële schade af die wordt veroorzaakt door het niet in acht nemen
van deze voorschriften, of door het onklaar maken van zelfs maar een
enkel onderdeel van het toestel, of door het gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
Presentatie
154
Instructies voor de afvoer
3 ZORG VOOR HET MILIEU
Voor het verpakken van onze producten worden niet-vervuilende
materialen gebruikt die het milieu niet belasten, en die recycleerbaar
zijn. Wij verzoeken om hieraan mee te werken, en om te zorgen voor
een correcte verwerking van de verpakking. Vraag bij uw verkoper of bij
de bevoegde diensten naar de adressen van afvalverwerkings- en
recyclagecentra.
Gooi de verpakking, of delen ervan, niet zomaar weg.
Deze kunnen voor kinderen gevaar op verstikking vormen; vooral plastic
zakken zijn gevaarlijk.
Ook uw oude toestel moet correct verwerkt worden.
Belangrijk: lever het toestel in bij de plaatselijke dienst of zaak die
verantwoordelijk is voor de inzameling van afgedankte
huishoudtoestellen. Met een correcte verwerking kunnen kostbare
materialen gerecupereerd worden.
Voordat u het toestel weggooit, is het belangrijk dat u de deuren
verwijdert en de werkvlakken niet verwijdert; dit om te vermijden dat
kinderen zich al spelend in de oven zouden kunnen opsluiten.
Bovendien moet de stroomkabel doorgesneden worden en samen met
de stekker verwijderd worden.
3.1 Uw zorg voor het milieu
Voor het verpakken van onze producten worden niet-vervuilende
materialen gebruikt die het milieu niet belasten, en die recycleerbaar
zijn. Wij verzoeken om hieraan mee te werken, en om te zorgen voor
een correcte verwerking van de verpakking. Vraag bij uw verkoper of bij
de bevoegde diensten naar de adressen van afvalverwerkings- en
recyclagecentra.
Gooi de verpakking, of delen ervan, niet zomaar weg.
Deze kunnen voor kinderen gevaar op verstikking vormen; vooral plastic
zakken zijn gevaarlijk.
Ook uw oude toestel moet correct verwerkt worden.
Belangrijk: lever het toestel in bij de plaatselijke dienst of zaak die
verantwoordelijk is voor de inzameling van afgedankte
huishoudtoestellen. Met een correcte verwerking kunnen kostbare
materialen gerecupereerd worden.
Voordat u het toestel weggooit, is het belangrijk dat u de deuren
verwijdert en de werkvlakken niet verwijdert; dit om te vermijden dat
kinderen zich al spelend in de oven zouden kunnen opsluiten.
Bovendien moet de stroomkabel doorgesneden worden en samen met
de stekker verwijderd worden.
155
Instructies Voor de Installateur
4.1 Bevestiging aan de steunstructuur
4 PLAATSING VAN HET BOVENBLAD
De volgende ingreep vergt metsel- of timmerwerk en moet derhalve
worden verricht door een technicus die op dit vlak bekwaam is. De
installatie is mogelijk op structuren van verschillende materialen, zoals
metselwerk, metaal, massief hout en met plastic gelamineerd hout, als
het maar hittebestendig is (T 90°C).
Maak een opening in het bovenblad van het meubel met de afmetingen
die op de afbeelding worden vermeld, en houd daarbij een minimum
afstand tot de achterrand van 50 mm. Dit apparaat is geclassificeerd
als “type Y” voor wat betreft brandgevaar, en geplaatst worden tegen
wanden die hoger zijn dan het werkblad op voorwaarde dat de afstand
“X” in acht genomen wordt die op de afbeelding wordt aangeduid, om
beschadigingen door oververhitting te vermijden. Vergewis u ervan dat
de vuren van de fornuizen een minimum afstand tot een eventuele
verticale plank erboven hebben van 750 mm.
156
Plaats zorgvuldig de bijgeleverde isolerende pakking op de externe
omtrek van de opening die gemaakt werd in het bovenblad, zoals
aangeduid wordt in figuur 4 (de aangeduide posities verwijzen van de
opening naar de binnenkant van de pakking), en zorg ervoor dat het
goed op hecht door er op te drukken met uw vingers. Bevestig de
kookplaat op het meubel door middel van de beugels B en de
afstandhouder A zoals aangeuid wordt op de afbeeldingen 1, 2 en 3.
De afstandhouder A helpt om de plaat op de juiste afstand van het
bovenblad te houden zodat een eventuele oververhitting tijdens de
werking wordt vermeden, en mag enkel gebruikt worden in de linker hoek vooraan het toestel. Snij de rand van de pakking C die te veel is
zorgvuldig af (Fig.5).
A+BB
Instructies Voor de Installateur
B
A
20÷40
B
B
B
Fig.1
B
Fig.2
A
Fig.3
B
Fig.4 Fig.5
157
Instructies Voor de Installateur
5 ELEKTRISCHE AANSLUITING
Controleer of het voltage en de dimensionering van de voedingslijn
corresponderen met de eigenschappen op het plaatje onder de kap van
het apparaat. Dit plaatje mag in geen geval worden verwijderd.
De stecker aan het uiteinde van de snoer moet overeenstemmen met
het stopcontact en moet bovendien aan de desbetreffende geldende
voorschriften conform zijn. Controleer of de voedingslijn naar behoren
geaard is.
Breng op de voedingslijn van het apparaat een veelpolig
onderbrekingsmechanisme aan met en afstand tussen de contacten
van minstens 3 mm, op een gemakkelijk toegankelijke plaats en in de
buurt van het apparaat.
Gebruik geen reductoren, adapters of aftakmoffen.
158
In geval van vervanging van de voedingskabel, mag de doorsnede van
de draden van de nieuwe kabel niet minder zijn dan 1.5 mm2 (kabel van
3 x 1.5), en denk eraan dat het uiteinde dat met het apparaat verbonden
moet worden een minstens 20 mm langere aardingsdraad (geel-groen)
moet hebben. Gebruik uitsluitend een snoer van type H05V2V2-F of
gelijkwaardig die bestendig is tegen een temperatuur van 90°C. Het
vervangen van de snoer mag slechts door een gespecialiseerd
technicus worden uitgevoerd die aansluiting op het stroomnet volgens
het hiernavolgende schema zal moeten uitvoeren.
L = bruin
N = blauw
= geel-groen
Voor persoonlijk letsel of materiële schade, veroorzaakt door het
veronachtzamen van bovenstaande voorschriften of door onklaar
maken van een afzonderlijk deel van het apparaat: de fabrikant wijst elke aansprakelijkheid af.
Instructies Voor de Installateur
De aansluiting op het gasnet kan worden verricht met een starre
Aansluiting met starre koperbuis: de
6 GASAANSLUITING
koperbuis of met een flexibele buis met doorgaande wand en in
overeenstemming met de voorschriften van de normen. Om de
aansluiting te vergemakkelijken kan de verbinding A aan de achterkant
van het apparaat zijwaarts worden gericht; draai de zeskantmoer B los,
draai de verbinding A in de gewenste positie en span de zeskantmoer
B opnieuw (de afdichting ervan wordt verzekerd door een biconische
messing ring).
Controleer na de handeling met behulp van een zeepoplossing, en
nooit met een vlam, of de afdichting perfect is. De kookplaat is
goedgekeurd voor methaangas G25 (2L 3B/P)
met een druk van 25 mbar - 20/25 mbar . Voor voeding
met andere types gas zie Hoofdstuk “7. REGELING VAN HET GAS”.
Het verbindingsstuk heeft een externe schroefdraad van ½” gas (ISO 71
/ ISO 228-1 ).
aansluiting op het gasnet moet zodanig
geschieden dat het geen belastingen van
welke aard dan ook op het apparaat
veroorzaakt. De aansluiting kan gebeuren met
een adapter D met biconus.
Aansluiting met flexibele buis: gebruik
uitsluitend flexibele buisen volgens de
geldende voorschriften.
- G20/G25 (2E+)
Aansluiting met flexibele buis: gebruik uitsluitend flexibele
buisen volgens de geldende voorschriften (op de buis moet
het opschrift AGREE AGB/BGV leesbaar zijn) en zet altijd
tussen het verbindingsstuk A en de flexibele buis D een
geschikte adaptor C. De adaptor C moet voorzien zijn van
een interne cilindrische leiddraad (ISO 228-1) aan het
uiteinde zodat deze met het apparaat aangesloten kant
worden en een externe kegelvormige leiddraad (ISO 7-1)
aan het uiteinde om aan de buis te sluiten. Altijd de
geleverde pakking B tussen het verbindingsstuk A en de
adaptor C zetten.
De flexibele buis moet zo worden gelegd dat de lengte van de leidingen
niet meer is dan 1.5 meter in maximale extensie; controleer of de
leidingen niet in aanraking komen met beweegbare delen of bekneld
raken.
159
Instructies Voor de Installateur
6.1 Aansluiting op vloeibaar gas
Gebruik een drukregelaar en sluit de fles aan volgens de
voorschriftenvan de normen. Vergewis u ervan dat de voedingsdruk de
waarden inacht neemt die worden aangegeven in de tabel in paragraaf
7.3 Instelling voor vloeibaar gas”.
“
6.2 Ventilatie van de vertrekken
Het apparaat mag alleen worden geïnstalleerd in ruimten met
permanente ventilatie, zoals voorzien door de normen. In het vertrek
waarin het apparaat geïnstalleerd is moet zoveel lucht kunnen
toestromen als nodig is voor de reguliere verbranding van het gas en
de nodige luchtverversing in het vertrek zelf. De luchtinlaatopeningen,
beschermd door roosters, moeten correct gedimensioneerd zijn
(voorschriften van de normen) en zodanig geplaatst dat ze niet geheel
of gedeeltelijk verstopt kunnen raken.
De ruimte moet naarbehoren geventileerd worden om de warmte en de
vochtigheid, die door het bakken worden veroorzaakt, te verwijderen:
voraal, na langdurig gebruik, wordt aanbevolen een raam te openen of
eventueel de snelheid van de ventilatoren te verhogen.
6.3 Afvoer van verbrandingsproducten
De afvoer van verbrandingsproducten moet worden verzekerd via
wasemkappen die zijn verbonden met een schouw met natuurlijke trek
en de juiste doelmatigheid, door geforceerde afzuiging. Een doelmatig
afzuigsysteem vereist een nauwgezet ontwerp door een specialist die
daartoe bevoegd is, met inachtneming van de posities en afstanden die
door de normen worden opgelegd. Na de werkzaamheden moet de
installateur een conformiteitsverklaring afgeven.
160
Instructies Voor de Installateur
7 AANPASSING AAN DE VERSCHILLENDE
GASSOORTEN
Alvorens reiniging of onderhoud te gaan plegen moet het apparaat
elektrisch uitgeschakeld worden.
De kookplaat is goedgekeurd voor methaangas G20/G25 (2E+)
G25 (2L 3B/P) bij een druk van 20/25 mbar - 25 mbar
In geval van werking met andere types gas moeten de mondstukken
worden vervangen en moet de primaire lucht worden ingesteld.
Om de mondstukken te vervangen en de branders in te stellen, moet de
plaat worden weggehaald zoals beschreven in de volgende paragraaf.
7.1 Verwijdering van de loskoppelbaar bedieningspaneel
(modellen met loskoppelbaar bedieningspaneel)
1. Trek de knoppen en de knoppenbeschermstang ‘A’ naar boven om
ze te verwijderen;
2. Verwijder met een kruiskopschroevendraaier de schroeven en de
twee ronde staafjes ‘B’;
3. Til de linkerkant van het bedieningspaneel iets op en schuif hem
naar rechts om hem volledig te verwijderen;
4. Bij de modellen met een elektrisch kookplaatje moet u eerst het
gedeelte van het controlelampje eruit schuiven;
-
161
Instructies Voor de Installateur
7.2 Verwijdering van de plaat (modellen met geïntegreerd
bedieningspaneel)
1. Verwijder de knoppen, roosters, branderdeksels, vlamverdelers en
de twee doppen aan de achterkant;
2. Verwijder de stelschroeven ‘A’ van de branderhouders;
3. Til de vangschaal op en schuif hem over de ontstekingsstiften en/of
de warmtekoppels en over de staafjes van de kraantjes;
162
Instructies Voor de Installateur
7.3 Instelling voor vloeibaar gas
Controleer of de aansluiting is uitgevoerd zoals beschreven in het
hoofdstuk “Aansluiting op het gas”.
Draai de schroef “D” los en druk de luchtregelaar “C” volledig in.
Verwijder de mondstukken “B” met een steeksleutel en monteer de
geschikte modellen in overeenstemming met de aanwijzingen in de
tabellen voor het vloeibare gas G30/G31 – 28/37 mbar. Het
aanhaalmoment van het mondstuk mag niet hoger dan 3 Nm zijn. U
kunt de luchttoevoer regelen door de venturibuis “C” te verplaatsen tot
de in de tabel in paragraaf “
vermelde afstand “A” is verkregen, waarna hij met schroef “D” moet
worden vastgezet. Als de regelingen zijn uitgevoerd moet u de
oorspronkelijke zegels weer met zegellak of vergelijkbaar materiaal
aanbrengen.
De kookplaat is goedgekeurd voor methaangas G20/G25 (2E+)
G25 (2L 3B/P)
bij een druk van 20/25 mbar - 25 mbar
Om het apparaat in de bedrijfsomstandigheden voor dit type gat te
brengen, moeten dezelfde handelingen worden verricht als beschreven
in paragraaf “
7.3Instelling voor vloeibaar gas” maar nu met de
mondstukken en de primaire lucht voor methaangas, zoals vermeld in
de volgende tabel en in paragraaf “
7.5 Instelling van de primaire
lucht”. Na alle afstellingen uitgevoerd te hebben, de zegels met waslak
Brander
Hulpbrander 1.05 73 400
Halfsnelle 1.8 93 450
Snel 2.55 115 750
Snel groot 3.1 128 750
Vispan 2.9 123 950
of gelijkwaardig materiaal herstellen.
Nominaal
warmtevermogen
(kW)
Diameter mondstuk
Methaangas – G20/G25 20/25 mbar
Beperkt debiet
1/100 mm
(W)
Zeer snel 4.0 142 1400
Nominaal
Brander
warmtevermogen
(kW)
Hulpbrander 1.05 76 400
Halfsnelle 1.5 98 450
Snel 2.55 120 750
Snel groot 3.3 132 750
Vispan 2.9 126 950
Zeer snel 4.1 150 1400
Methaangas – G25 25 mbar
Diameter mondstuk
1/100 mm
Beperkt debiet
(W)
-
164
Instructies Voor de Installateur
60 cm kookplaten met loskoppelbaar bedieningspaneel.
90 cm kookplaten met loskoppelbaar bedieningspaneel.
60 cm kookplaten met geïntegreerd bedieningspaneel.
7.5 Instelling van de primaire lucht
Op grond van de afstand “A” in mm.
Brenner
G20/G25
20/25 mbar
Hulpbrander (1) 3.0 4.0 2.5
Halfsnelle (2) 1.0 2.0 1.0
Halfsnelle (3) 1.0 2.5 1.0
Snel groot (4) 1.0 3.5 0.0
Zeer snel (5) 5.0 1.0 1.0
Brenner
G20/G25
20/25 mbar
Hulpbrander (1) 2.5 3.0 2.0
Halfsnelle (2) 1.0 2.0 0.5
Snel (3) 1.5 1.5 -0.5
Vispan (4) 0.5 8.0 -1.0
Zeer snel (5) 3.0 1.5 1.5
Halfsnelle (3) 1.0 2.0 0.5
Snel (4) 1.5 1.5 0.0
Zeer snel (5) 1.0 3.0 1.0
Om de branders op uw kookplaat te herkennen verwijzen wij naar de tekeningen
in paragraaf “8.3/8.4 Rangschikking van de branders op de kookplaat “
G30/G31
28/37 mbar
G30/G31
28/37 mbar
G30/G31
28/37 mbar
G25
25 mbar
G25
25 mbar
G25
25 mbar
165
Instructies Voor de Installateur
Plaats de onderdelen terug op de brander en
Voor de instelling van het minimum voor vloeibaar gas moet de schroef
8 LAATSTE HANDELINGEN
Na bovenstaande instellingen te hebben uitgevoerd, het apparaat weer
in elkaar zetten door de instructies uit paragraaf “
de loskoppelbaar bedieningspaneel /
omgekeerde volgorde uit te voeren.
7.2 Verwijdering van de plaat” in
8.1 Instelling van het minimum voor methaangas
schuif de bedieningsknoppen op de schachten
van de gaskranen.
Ontsteek de brander en zet hem op de
minimumstand. Haal de bedieningsknop er
opnieuw af en regel de vlam met de
afstelschroef naast de schacht van de gaskraan;
de vlam moet klein en bestendig zijn.
Breng de bedieningsknop terug aan en
controleer de stabiliteit van de vlam door de
knop snel van de maximum- naar de
minimumstand te verdraaien; de vlam mag
hierdoor niet doven.
8.2 Instelling van het minimum voor vloeibaar gas
die in of naast het staafje van de kraan zit (afhankelijk van de modellen)
helemaal met de klok mee worden gedraaid.
De diameters van de by-pass voor elke brander afzonderlijk worden
vermeld in de tabel “
Nach der Einstellung für ein anderes als das geprüfte Gas muß die
Etikette auf dem Gehäuse des Geräts mit der Etikette für das neue Gas
ersetzt werden. Diese Etiketten befinden sich in der Tüte mit den
mitgelieferten Düsen.
7.3 Instelling voor vloeibaar gas”.
7.1 Verwijdering van
166
Instructies Voor de Installateur
60 cm kookplaten.
8.3 Rangschikking van de branders op de kookplaat
(Kookplaat met loskoppelbaar bedieningspaneel)
BRANDER
1. Hulpbrander
2. Halsnelle
3. Halsnelle
4. Snel groot
5. Zeer snel
90 cm kookplaten.
BRENNER
1. Hulpbrander
2. Halsnelle
3. Snel
4. Vispan
5. Zeer snel
167
Instructies Voor de Installateur
8.4 Rangschikking van de branders op de kookplaat
(Kookplaat met geïntegreerd bedieningspaneel)
60 cm kookplaten.
BRENNER
1. Hulpbrander
2. Halfsnelle
3. Halfsnelle
4. Snel groot
5. Zeer snel
Het kan zijn dat de gaskranen in de loop der tijd moeilijker
8.5 Smering van de gaskranen
gaan draaien en blokkeren. Maak hen dan aan de
binnenkant schoon en ververs het smeervet. Dit dient te
worden gedaan door een gespecialiseerd technicus.
168
Instructies Voor de Gebruiker
9 GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT
Alvorens de branders in te schakelen dient te worden gecontroleerd of
de vlamverdelers, de kapjes en de rooster op de juiste manier zijn
gemonteerd. In de snelbrander moet de nis A samenvallen met de pen
B. Het bijgeleverde rooster C moet worden gebruikt voor de wok
(Chinese pan). De reductie D wordt alleen geleverd bij de modellen met
open roosters en moet worden gebruikt voor kleine pannen.
9.1 Ontsteking van de branders
De gaspitten zijn voorzien van elektronische ontsteking. Het is
voldoende om de draaiknop tegen de klok in op het symbool van
minimale vlam te draaien en in te drukken, totdat het gaspit
aangestoken is. Bij de met een veiligheidsklep uitgeruste modellen
moet u de knop eerst op het ontstekingssymbool
te ontsteken en hem vervolgens nog ongeveer 2 seconden lang
ingedrukt houden zodat de vlam blijft branden en de beveiliging wordt
ingeschakeld. Mocht de vlam van een brander uitgaan zodra de knop
losgelaten wordt, dan moet de handeling opnieuw verricht worden en
de knop dient langer ingedrukt gehouden te worden.
In de modellen die van beveiligingskleppen voorzien zijn zal, in het
geval dat de branders per ongeluk uit gaan, na een pause van ca. 20
seconden het automatische beveiligingssysteem het doorlaten van het
gas blokkeren, zelfs als de kraan open staat.
9.2 Praktische wenken voor het gebruik van de branders
Voor een beter rendement van de branders en een
minimaal gasverbruik moeten er pannen met een
vlakke, regelmatige bodem worden gebruikt en met een
deksel, met de juiste afmeting ten opzichte van de
brander (zie paragraaf “
pannen”).
Vermijd tijdens het koken brandwonden of
beschadiging van het werkblad door alle schalen of
(grill)pannen binnen de omtrek van de kookplaat te
houden met een minimum afstand van 3-4 cm tot de
knoppen.
zetten om de vlam
9.3 Diameter van de
169
Instructies Voor de Gebruiker
Snel groot 22-26
Zeer snel 22-26
9.3 Diameter van de pannen
Brenner Ø min. en max. (in cm)
Hulpbrander 12-14
Halfsnelle 16-20
Snel 22-26
Vispan Speciale ovale pannen
9.4 Elektrische platen
9.4.1 Ontsteking elektrische platen
De kookplaten kunnen zijn voorzien van een elektrische
plaat met verschillende diameters. Deze worden
bediend door en schakelaar en de ontsteking vindt
plaats door de knop in de gewenste positie te draaien.
9.4.2 Het gebruik van de elektrische platen
Zuiver als aanwijzingen vermelden wij een instellingstabel.
STAND WARMTE-
MOGELIJKE BEREIDINGEN
INTENSITEIT
0 Uit
Om boter en chocolade enz. te smelten.
1 Minimum
2 Laag
3 Matig
4 Normaal
5 Hoog
6 Maximaal
Om kleine hoeveelheden vloeistof te
verwarmen.
Om grotere hoeveelheden vloeistof te
verwarmen.
Om diepvriesvoedsel te ontdooien en
voor het bereiden van stoofschotels,
voedsel te koken op het kookpunt of net
eronder.
Om voedsel te koken dat tot het
kookpunt moet worden gebracht, voor
zacht braadvlees en vis.
Voor braadvlees, karbonades, biefstuk
en grote stukken kookvlees.
Om grote hoeveelheden water tot het
kookpunt te brengen, om te frituren.
170
Instructies Voor de Gebruiker
Bij gebruik van een grillplaat moet u met het volgende rekening houden:
WAARSCHUWINGEN
Bij de eerste inschakeling of hoe dan ook als de
plaat lange tijd niet gebruikt is moet hij, om
eventuele vochtigheid die is geabsorbeerd door
het isolerende materiaal te elimineren, worden
gedroogd door de plaat 30 minuten in te
schakelen op stand 1 van de schakelaar.
Denk er voor een goed gebruik aan:
• De plaat pas aan te zetten nadat u de pan erop heeft gezet.
• Pannen te gebruiken met een vlakke, dikke bodem.
• Nooit pannen te gebruiken die kleiner zijn dan de plaat.
• De bodem van de pan droog te maken alvorens hem op de plaat te
zetten.
•Tijdens de bereiding van voedsel met olie en vet dat gemakkelijk
kan ontvlammen, mag de gebruiker zich niet van het apparaat
verwijderen.
•Ook na het gebruik blijven de platen nog geruime tijd warm: om
brandwonden te vermijden moet u er niet met uw handen aan
komen of er voorwerpen op leggen.
•Zodra u barsten in het oppervlak van de platen ziet, moet het
apparaat onmiddellijk worden afgekoppeld van de netvoeding en
dient u contact op te nemen met het dichtstbijzijnde erkende
technische assistentiecentrum.
•Leg geen dun aluminiumfolie rechtstreeks op het oppervlak van
het plaatje.
9.5 Gebruik van een grillplaat
•handhaaf een afstand van 160 mm tussen de rand van de grillplaat
en de zijwand;
•indien één van de branders in de buurt van de houten achterwand
een driedubbele kroonbrander is, dan moet u vanaf die wand een
afstand van 160 mm tot aan de rand van de grillplaat handhaven;
•let ervoor op dat de vlammen van de branders niet buiten de rand
van de grillplaat komen;
•laat de branders onder de grillplaat 10 minuten lang op het
maximumvermogen branden waarna u ze in de minimumstand kunt
zetten. Gebruik de plaat nooit langer dan 45 minuten.
171
Instructies Voor de Gebruiker
10 REINIGING EN ONDERHOUD
Gebruik voor het reinigen van het apparaat geen stoomstraal.
10.1.1 Normale tägliche Reinigung der Kochmulde
Om de werkvlakken schoon te maken en in goede staat te houden,
10.1.2 Voedselvlekken of -restanten
Gebruik beslist geen metalen sponsjes of scherpe schrapers,
Vóór elke ingreep, altijd eerst de stroom afsluiten.
10.1 Reiniging
Voor een lange levensduur van het kookvlak is het noodzakelijk het
regelmatig schoon te maken na elk gebruik en nadat het afgekoeld is.
slechts geschikte produkten gebruiken die geen schuurmiddelen of zure
bestandelen op basis van chloor bevatten.
Gebruikswijze: giet het product op een vochtige doek en maak hiermee
het oppervlak schoon, nauwkeurig afnemen en drogen met een zachte
doek of een zeem van damhertenleer.
om de oppervlakken niet te beschadigen.
De normale produkten (geen schuurmiddelen) gebruiken met
een niet krassende spons en eventueel hout of plastiek
0keukengerei.
Nauwkeurig afnemen en drogen met een zachte doek of een
zeem van damhertenleer.
172
Instructies Voor de Gebruiker
10.2.1 De bougies en veiligheidsvoorzieningen
10.2.2 Elektrische plaat
10.2.3 Het deksel
10.2 Reiniging van de onderdelen van de kookplaat
LET OP: De volgende onderdelen mogen niet in de vaatwasser worden
gewassen.
Bij het normale gebruik van de kookplaat zullen de roestvrijstalen
pandragers en branderdeksels iets gebruineerd raken als gevolg van
de hoge temperatuur. U kunt deze componenten schoonmaken met
uiterst fijne schuursponsjes of vergelijkbare, in de handel beschikbare
producten. Gebruik vervolgens specifieke glanspasta's om het staal
opnieuw te laten schitteren. Bij uw plaatselijke erkende technicus vindt
u professionele producten voor het reinigen en behandelen van
huishoudelijke apparaten.
De roosters, hoedjes, kronen en branders kan men
verwijderen, hetgeen de reiniging vergemakkelijkt.
Reinig hen in warm water met een niet schurend
detergens en let er op dat u alle resten verwijdert.
Wacht tot zij volledig droog zijn alvorens hen terug te
plaatsen. Eventueel in de openingen van de brander
achtergebleven vochtresten zouden er de goede
werking namelijk van kunnen beïnvloeden.
Voor een goede werking moeten de ontstekingsbougies en de
veiligheidsvoorzieningen altijd goed schoon gehouden worden.
Controleer hen regelmatig en maak hen indien nodig schoon met een
vochtige doek.
Na het gebruik moet de elektrische plaat, om hem in goede staat te
houden en ervoor te zorgen dat het oppervlak altijd schoon en glanzend
is, worden behandeld met de speciaal hiervoor verkrijgbare middelen.
Dit is nodig om eventuele oxidatie (roest) te voorkomen.
Bij de modellen met glazen of stalen deksel moet de reiniging worden
verricht met lauw water, zonder gebruik te maken van ruwe doeken of
schurende middelen.
Alvorens het deksel te openen moeten eventuele vloeistoffen die erop
gevallen zijn, worden weggenomen.
Sluit het deksel niet als de branders of de elektrische plaat
ingeschakeld of nog warm zijn.
Belangrijk: in geval van oververhitting kan het glazen deksel barsten.
Men moet zich ervan verzekeren dat de brander uitgeschakeld en
afgekoeld zijn alvorens her deksel te sluiten.
173
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.