Smeg Q12G6JXCB User Manual [nl]

Inhoudsopgave
2. WAARSCHUWINGEN VOOR DE AFVALVERWERKING – ONZE
ZORG VOOR HET MILIEU.......................................................140
3. WAARSCHUWING VOOR DE VEILIGHEID.............................141
4. KEN UW TOESTEL ..................................................................143
5. VÓÓR DE INSTALLATIE..........................................................144
6. HET GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT.....................................145
7. REINIGING EN ONDERHOUD.................................................159
8. DE INSTALLATIE VAN HET TOESTEL....................................162
9. GASAANSLUITING...................................................................166
10. AANPASSING AAN VERSCHILLENDE GASTYPES ...............168
11. UITEINDELIJKE HANDELINGEN VOOR DE GASTOESTELLEN ..... 170
AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER: duiden advies voor het gebruik, de beschrijving van de bedieningen en de correcte reinigings- en onderhoudshandelingen van het toestel aan
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATEUR: deze zijn bedoeld voor de bevoegde technicus die de installatie, de indienststelling en de test van
het toestel moet uitvoeren
137
Waarschuwingen voor het gebruik

1. WAARSCHUWINGEN VOOR HET GEBRUIK

DEZE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND DEEL VAN HET TOESTEL. ZE MOET INTEGER EN BINNEN HANDBEREIK BEWAARD WORDEN VOOR DE VOLLEDIGE GEBRUIKSDUUR VAN HET KOOKVLAK. WE RADEN AAN DEZE HANDLEIDING EN ALLE AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS HET TOESTEL IN GEBRUIK TE NEMEN. DE INSTALLATIE MOET UITGEVOERD WORDEN DOOR BEVOEGD PERSONEEL EN VOLGENS DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN. DIT TOESTEL IS BEDOELD VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK, EN IS CONFORM DE VAN KRACHT ZIJN. HET TOESTEL WERD GEBOUWD VOOR DE VOLGENDE FUNCTIE:
DE BEREIDING EN VERWARMING VAN VOEDSEL
ONEIGENLIJK BESCHOUWD WORDEN. DE CONSTRUCTEUR WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR ANDER GEBRUIK DAN HETGENE DAT AANGEDUID WORDT.
GEBRUIK DIT TOESTEL NOOIT VOOR DE VERWARMING VAN DE WONING.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN HUIS ACHTER. SORTEER HET VERSCHILLENDE VERPAKKINGSAFVAL, EN BEZORG HET AAN HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALVERWERKING.
DIT TOESTEL IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN VOLGENS DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EG IN VERBAND MET ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE TOESTELLEN (WASTE ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE). DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEREN VAN AFGEDANKTE TOESTELLEN, EN GELDT VOOR HET VOLLEDIGE GRONDGEBIED VAN DE EUROPESE UNIE.
ZORG ERVOOR DAT DE OPENINGEN EN DE SPLETEN VOOR DE VENTILATIE EN DE WARMTE-AFVOER NIET VERSTOPT RAKEN.
EEG-RICHTLIJNEN
; ELK ANDER GEBRUIK MOET ALS
DIE ACTUEEL
138
HET IDENTIFICATIEPLAATJE, DAT DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN DE MARKERING BEVAT, WERD AANGEBRACHT ONDER DE CARTER.
DIT PLAATJE MAG NOOIT VERWIJDERD WORDEN.
(ENKEL VOOR DE MODELLEN MET INDUCTIE) LET ERVOOR OP DAT U TIJDENS DE BEREIDING GEEN SUIKER OF ZOETE MENGSELS OP DE KOOKPLAAT MORST, OF ER MATERIALEN OP PLAATST DIE ZOUDEN KUNNEN SMELTEN (PLASTIC OF ALUMINIUMFOLIE); INDIEN DIT MOCHT GEBEUREN, DAN MOET U, OM DE STAAT VAN HET OPPERVLAK NIET TE BESCHADIGEN, DE VERWARMING UITSCHAKELEN EN DE PLAAT MET DE BIJGEVOEGDE SCHRAPER REINIGEN ZOLANG DE PLAAT NOG LAUWWARM IS.
NIET ONMIDDELLIJK GEREINIGD WORDT, BESTAAT HET RISICO DAT KORSTEN GEVORMD WORDEN DIE NIET MEER VERWIJDERD KUNNEN WORDEN EENS DE PLAAT AFGEKOELD IS.
WANNEER DE GLASKERAMISCHE PLAAT
Waarschuwingen voor de afvalverwerking

2. WAARSCHUWINGEN VOOR DE AFVALVERWERKING – ONZE ZORG VOOR HET MILIEU

Voor het verpakken van onze producten worden niet-vervuilende materialen gebruikt die het milieu niet schaden, en die recycleerbaar zijn. We verzoeken om hieraan mee te werken, en om te zorgen voor een correcte verwerking van de verpakking. Vraag bij uw verkoper of bij de bevoegde diensten naar de adressen van inzamel-, afvalverwerkings- en recyclagecentra. Gooi de verpakking, of delen ervan, niet zomaar weg. Deze kunnen voor kinderen gevaar op verstikking vormen; vooral plastic zakken zijn gevaarlijk.
Ook uw oude toestel moet correct verwerkt worden Belangrijk: lever het toestel in bij de plaatselijke dienst of zaak die verantwoordelijk is voor de inzameling van afgedankte huishoudtoestellen. Met een correcte verwerking kunnen kostbare materialen gerecupereerd worden.
Bovendien is het nodig dat u de elektriciteitskabel doorsnijdt, en samen met de stekker verwijdert.
139
Waarschuwingen voor de veiligheid

3. WAARSCHUWING VOOR DE VEILIGHEID

RAADPLEEG DE AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE VOOR DE VEILIGHEIDSNORMEN VOOR ELEKTRISCHE TOETSELLEN OF TOESTELLEN OP GAS, EN VOOR DE VENTILATIEFUNCTIES. IN HET BELANG VAN UW VEILIGHEID WERD BIJ WET BEPAALD DAT DE INSTALLATIE EN DE ASSISTENTIE VAN ALLE ELEKTRISCHE TOESTELLEN MOET UITGEVOERD WORDEN DOOR BEVOEGD PERSONEEL, MET INACHTNEMING VAN DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN. ONZE ERKENDE INSTALLATEURS GARANDEREN HET BESTE RESULTAAT. ELEKTRISCHE OF GASAPPARATEN MOETEN STEEDS DOOR EXPERTS WORDEN LOSGEKOPPELD.
DE STEKKER DIE AANGESLOTEN MOET WORDEN OP DE STROOMKABEL EN HET RELATIEVE STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE TYPE EN CONFORM DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN ZIJN. HET STOPCONTACT MOET BEREIKBAAR BLIJVEN NA INBOUW VAN HET TOESTEL. VERWIJDER DE STEKKER NOOIT DOOR AAN DE KABEL TE TREKKEN.
DE AARDING IS VERPLICHT VOLGENS DE VOORZIENE VEILIGHEIDSNORMEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE.
VOER ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE EEN KORTE KEURING VAN HET TOESTEL UIT, VOLGENS DE AANWIJZINGEN DIE VERDER WORDEN AANGEDUID. BIJ EEN SLECHTE WERKING MOET HET TOESTEL LOSGEKOPPELD WORDEN VAN HET ELEKTRICITEITSNET, EN MOET U HET DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE ASSISTENTICENTRUM CONTACTEREN. PROBEER NOOIT OM HET TOESTEL ZELF TE HERSTELLEN.
HET TOESTEL WORDT TIJDENS HET GEBRUIK ZEER HEET. ER WORDT AANBEVOLEN OM VOOR ELKE HANDELING SPECIALE THERMISCHE HANDSCHOENEN TE DRAGEN.
140
HET TOESTEL MAG ENKEL GEBRUIKT WORDEN DOOR VOLWASSENEN. STA NIET TOE DAT KINDEREN IN DE BUURT KOMEN OF ERMEE SPELEN.
CONTROLEER NA ELK GEBRUIK STEEDS OF DE BEDIENINGSKNOPPEN ZICH IN DE POSITIE 0 (UIT) BEVINDEN.
ALS U EEN BARST OF EEN SCHEUR OPMERKT IN HET OPPERVLAK VAN DE INDUCTIEPLAAT, MOET U HET TOESTEL ONMIDDELLIJK UITSCHAKELEN EN MOET U ZICH WENDEN TOT EEN ERKEND SERVICECENTRUM.
Waarschuwingen voor de veiligheid
MENSEN MET EEN PACEMAKER OF EEN GELIJKSOORTIG TOESTEL MOETEN CONTROLEREN OF DE WERKING VAN DEZE TOESTELLEN NIET WORDT BEÏNVLOED DOOR HET INDUCTIEVELD, WAARVAN HET FREQUENTIEBEREIK TUSSEN 20 EN 50 KHZ LIGT.
DE ELEKTROMAGNETISCHE INDUCTIEKOOKPLAAT BEHOORT OVEREENKOMSTIG DE BEPALINGEN BETREFFENDE DE ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT TOT GROEP 2 EN KLASSE B (EN
55011)
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor letsels aan personen of materiële schade als gevolg van het niet in acht nemen van deze voorschriften, of door het onklaar maken van zelfs maar een enkel onderdeel van het toestel of door het gebruik van niet-originele reserveonderdelen.
141
Aanwijzingen voor de gebruiker

4. KEN UW TOESTEL

142
Hulpbrander (AUX) Kleine
glaskeramische plaat
Halfsnelle brander (SR)
Snelbrander (R) Weerstand
Zeer snelle brander (ER3)
Zeer snelle brander (UR3) Roosters met verhoogde spaken
Brander visplaat Verwijderbaar
Grote glaskeramische plaat
barbecue
Veiligheid weerstand
Weerstand Kleine
mandje
Controlelampen van de restwarmte
Controlelamp thermostaat weerstand barbecue
Groene controlelamp aanwezigheid spanning
Rode controlelamp thermostaat friteuse
inductie plaat
Grote inductie plaat
Aanwijzingen voor de gebruiker

5. VÓÓR DE INSTALLATIE

Laat de resten van het verpakkingsmateriaal niet onbewaakt achter in de huishoudelijke omgeving. Sorteer de verschillende afvalmaterialen van de verpakking, en breng ze naar het dichtstbijzijnde centrum voor gescheiden afvalinzameling.
Nadat u alle fabrikatieresten heeft verwijderd, wordt aangeraden om het toestel te reinigen. Meer informatie in verband met de reiniging vindt u in het hoofdstuk "7. REINIGING EN ONDERHOUD".
Wanneer de elektrische platen of de barbecue (indien voorzien) voor het eerst worden gebruikt, wordt aangeraden om op te warmen tot de maximum temperatuur, en dit lang genoeg zodat eventuele oliehoudende productieresten verbrand worden die aan het voedsel een onaangename geur zouden kunnen verlenen.
143
Aanwijzingen voor de gebruiker

6. HET GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT

6.1 Gaskookplaat

Voordat de branders van de kookplaat aangeschakeld worden, moet gecontroleerd worden of de vlamverdelers in hun zitten met de bijbehorende deksels geplaatst zijn, door op te letten dat de gaten A van de vlamverdelers overeenkomen met de vonkontstekers en de thermokoppels.
Het rooster B moet gebruikt worden om te "wokken" (chinese kookpan). Om slijtage van de kookplaat te vermijden, werd het product uitgerust met een verhoogd rooster C. Deze moet onder de pannen geplaatst worden die een grotere diameter hebben dan wordt aangeduid in de paragraaf "6.3 Diameter van de recipiënten". In elk geval mag het rooster C niet gebruikt worden op de branders UR-3 en op de visplaat.
Naast elke knop wordt de bijhorende brander aangeduid. Het toestel is voorzien van een elektronisch ontstekingsmechanisme. Het is voldoende om op de knop te drukken en hem in tegenwijzerszin te draaien op het symbool van de maximum vlam, tot de brander wordt aangeschakeld. Wanneer de aanschakeling niet binnen 15 seconden gebeurt, moet de knop op 0 geplaatst worden en moet 60 seconden gewacht worden.
Bij de modellen met klep moet na de aanschakeling de knop nog enkele seconden ingedrukt gehouden worden, zodat het thermokoppel warm wordt. Het kan zijn dat de brander uitgaat wanneer de knop losgelaten wordt: dit wil zeggen dat het thermokoppel nog niet voldoende opgewarmd is. Wacht enkele ogenblikken, en herhaal de handeling door de knop langer ingedrukt te houden. Deze handeling moet niet uitgevoerd worden voor branders zonder thermokoppel. Eens de brander aangeschakeld is, kan de vlam naar wens geregeld worden. Na het gebruik van de kookplaat moet steeds gecontroleerd worden of de bedieningsknoppen zich in de positie (uit) bevinden.
Als de branders toevallig uitgaan, grijpt na ongeveer 20 seconden een veiligheidsmechanisme in dat de levering van het gas blokkeert, ook al staat de kraan open. In dit geval moet de knop in de positie OFF geplaatst worden, en mag voor minstens 60 seconden niet geprobeerd worden de brander weer aan te schakelen.
144
Aanwijzingen voor de gebruiker

6.2 Praktisch advies voor het gebruik van de branders

Voor een optimaal rendement van de branders en een minimaal gasverbruik moeten recipiënten gebruikt worden met een platte bodem en met een deksel, en die geschikt zijn voor de brander, om te voorkomen dat de vlam langs de zijkanten lekt (raadpleeg de paragraaf "6.3 Diameter van de recipiënten"). Wanneer de vloeistof begint te koken, moet de vlam zodanig verminderd worden om te vermijden dat de vloeistof overkookt. Om brandwonden te vermijden en schade aan de kookplaat te voorkomen, moeten tijdens de bereiding alle recipiënten en vleesroosters binnen de omtrek van de kookplaat blijven. Wanneer olies of vetten worden gebruikt, moet goed opgelet worden dat ze bij het heet worden niet gaan branden.

6.3 Diameter van de recipiënten

BRANDERS
MIN. EN MAX. Ø (IN CM)

1 Hulpbrander 2 Halfsnelle brander 3 Snelle brander 4 Zeer snelle brander 5 Zeer snelle brander

12 - 16 16 - 24 18 - 26 20 - 26 20 - 30
met verhoogde spaken

6 Visplaat

SPECIALE
OVALE
RECIPIËNTEN
Vervolgens worden de diameters van de pannen aangeduid die gebruikt
kunnen worden met het verhoogde rooster:
BRANDERS

1 Hulpbrander 2 Halfsnelle brander 3 Snelle brander

MIN. EN MAX. Ø (IN CM)
16 - 24 24 - 28 26 - 28
145
Aanwijzingen voor de gebruiker

6.4 Glaskeramische plaat

Het toestel heeft twee kookzones met verschillende diameters en vermogens. De posities zijn duidelijk aangeduid door cirkels, en de verwarming gebeurt enkel binnen de diameters die aangeduid worden op de plaat. De stralingszones worden na enkele seconden ingeschakeld, en de verwarming wordt geregeld door middel van de knop die op de gewenste positie tussen 1 en 9 kan geplaatst worden.
De regeling is progressief, dus alle waarden tussen de aangeduide cijfers kunnen gebruikt worden. De controlelampen naast de draaiknoppen duiden de restwarmte aan: ze lichten op wanneer de elektrische platen 50°C overschrijden, en worden uitgeschakeld wanneer ze onder die waarde dalen. Voor de reiniging moet de paragraaf "7.3 Reiniging van de glaskeramische plaat" geraadpleegd worden.

6.4.1 Tabel voor de bereidingen

In de onderstaande tabel staan de in te stellen vermogenswaarden weergegeven, en bij iedere waarde wordt het type te bereiden voedsel vermeld. De waarden kunnen variëren afhankelijk van de hoeveelheid voedsel en de smaak van de consument.
Positie van de
draaiknop
1
2 - 3
4 - 5
6
7 - 8
9
Geschikt type van bereiding
Om boter, chocolade en dergelijke te smelten. Om voedsel te verwarmen, kleine hoeveelheden water
aan de kook te houden, om sauzen met eidooiers of boter te kloppen.
Om vaste en vloeibare voedingsmiddelen te verwarmen, water aan de kook te houden, diepvriesproducten te ontdooien, voor omeletten van 2-3 eieren, om fruit- en groentegerechten te bereiden, verschillende bereidingen.
Het stoven van vlees, vis, groenten, gerechten met meer of minder water, bereiding van jam enz.
Gebraden vlees of vis, biefstuk, lever, gestoofd vlees en vis, eieren, enz.
Bakken van aardappelen enz., het snel aan de kook brengen van water.
146
Aanwijzingen voor de gebruiker
Voor een goed rendement en een juist energieverbruik mogen alleen pannen worden gebruikt die geschikt zijn voor gebruik op elektrische kookzones:
• De bodem van de pannen moet erg dik en perfect vlak zijn en moet bovendien rein en droog zijn, zoals ook de kookplaat zelf.
• Gebruik geen gietijzeren pannen of pannen met een ruwe bodem omdat deze het oppervlak van de kookplaat zouden kunnen krassen.
• De diameter van de bodem van de pannen moet gelijk zijn aan de diameter van de getekende cirkel op de kookzones; als deze niet overeenkomen, wordt energie verspild.

6.5 Barbecueplaat

U kan de roosters gebruiken om te grillen, te gratineren , of als barbecue.
In de kuip onder de weerstand kan het volgende geplaatst worden:
• water (Fig. 1) om de vetten afkomstig van de bereiding op te vangen (giet maximum 1,5 liter water in het kuipje), of;
• een laag lavastenen zodat de warmte langer behouden wordt, waardoor de bereidingstijden korter worden en de kwaliteit van de bereiding verbeterd wordt.
In beide gevallen moet opgelet worden dat de rand van het bakje niet overschreden wordt. Voordat het water ingegoten wordt of de lavastenen geplaatst worden, moet de weerstand geblokkeerd worden zoals aangeduid wordt in fig. 2.
AANDACHT: de kantelende weerstand moet, als deze omhoog staat, steeds geblokkeerd worden met het daarvoor bestemde mechanisme.
1)
2)
AANDACHT: voordat de weerstand omhoog wordt geplaatst, moet gecontroleerd worden of hij koud is. Gevaar op verbranding!
AANDACHT: wanneer de weerstand omhoog staat, mag het bedieningsmechanisme niet in werking gesteld worden. Gevaar op verbranding!
147
Loading...
+ 23 hidden pages