AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER: duiden advies voor het gebruik,
de beschrijving van de bedieningen en de correcte reinigings- en
onderhoudshandelingen van het toestel aan.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATEUR: deze zijn bedoeld voor de
bevoegde technicus die de installatie, de indienststelling en de test van
het toestel moet uitvoeren
43
Page 2
Waarschuwingen voor het gebruik
1. AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK
DEZE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND DEEL VAN HET TOESTEL. DEZE
MOET INTEGER EN BINNEN HANDBEREIK BEWAARD WORDEN VOOR DE
VOLLEDIGE GEBRUIKSDUUR VAN HET KOOKVLAK.
WE RADEN AAN DEZE HANDLEIDING EN ALLE AANWIJZINGEN AANDACHTIG
DOOR TE LEZEN ALVORENS HET TOESTEL IN GEBRUIK TE NEMEN.
DE INSTALLATIE MOET UITGEVOERD WORDEN DOOR BEVOEGD
PERSONEEL EN VOLGENS DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN. DIT TOESTEL
IS BEDOELD VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK, EN IS IN
OVEREENSTEMMING MET DE GELDENDE NORMEN DIE ACTUEEL VAN
KRACHT ZIJN. HET TOESTEL WERD GEBOUWD VOOR DE VOLGENDE
FUNCTIE: DE BEREIDING EN VERWARMING VAN VOEDSEL; ELK ANDER
GEBRUIK MOET ALS ONGESCHIKT BESCHOUWD WORDEN.
DE CONSTRUCTEUR WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR ANDER
GEBRUIK DAN HETGENE DAT AANGEDUID WORDT.
GEBRUIK DIT TOESTEL NOOIT VOOR DE VERWARMING VAN DE WONING.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN HUIS
ACHTER. SORTEER DE VERSCHILLENDE VERPAKKINGSAFVALMATERIALEN
EN BEZORG ZE AAN HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR
GESCHEIDEN AFVALVERWERKING.
HET AFGEDANKTE TOESTEL MOET OVERHANDIGD WORDEN AAN EEN
CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALINZAMELING.
44
ZORG ERVOOR DAT DE OPENINGEN EN DE SPLETEN VOOR DE VENTILATIE
EN DE WARMTE-AFVOER NIET VERSTOPT RAKEN.
HET IDENTIFICATIEPLAATJE, DAT DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET
SERIENUMMER EN DE MARKERING BEVAT, WERD AANGEBRACHT ONDER
DE CARTER.
DIT PLAATJE MAG NOOIT VERWIJDERD WORDEN.
Page 3
Waarschuwingen voor de afvalverwerking
2. WAARSCHUWINGEN VOOR DE
AFVALVERWERKING – ONZE ZORG VOOR HET
MILIEU
Voor het verpakken van onze producten worden niet-vervuilende
materialen gebruikt die het milieu niet schaden, en die recycleerbaar zijn.
Wij verzoeken om hieraan mee te werken, en om te zorgen voor een
correcte verwerking van de verpakking. Vraag bij uw verkoper of bij de
bevoegde diensten naar de adressen van afvalverwerkings- en
recyclagecentra.
Gooi de verpakking, of delen ervan, niet zomaar weg. Deze kunnen voor
kinderen gevaar op verstikking vormen; vooral plastic zakken zijn
gevaarlijk.
Ook het oude toestel moet correct verwerkt worden.
Belangrijk: lever het toestel in bij de plaatselijke dienst of zaak die
verantwoordelijk is voor de inzameling van afgedankte huishoudtoestellen.
Met een correcte verwerking kunnen kostbare materialen gerecupereerd
worden.
Bovendien is het nodig dat u de elektriciteitskabel doorsnijdt, en samen
met de stekker verwijdert.
45
Page 4
Waarschuwingen voor de veiligheid
3. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID
RAADPLEEG DE INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE VOOR DE
VEILIGHEIDSNORMEN VOOR ELEKTRISCHE TOESTELLEN OF TOESTELLEN
OP GAS, EN DE VENTILATIEVOORZIENINGEN.
IN HET BELANG VAN UW VEILIGHEID WERD BIJ WET BEPAALD DAT DE
INSTALLATIE EN DE ASSISTENTIE VAN ALLE ELEKTRISCHE TOESTELLEN
MOET UITGEVOERD WORDEN DOOR BEVOEGD PERSONEEL, EN DOOR DE
VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN TE RESPECTEREN.
ONZE ERKENDE INSTALLATEURS GARANDEREN HET BESTE RESULTAAT.
ELEKTRISCHE TOESTELLEN OF TOESTELLEN OP GAS MOETEN STEEDS
DOOR BEKWAME PERSONEN WORDEN WEGGENOMEN.
DE STEKKER DIE AANGESLOTEN MOET WORDEN OP DE STROOMKABEL EN
HET RELATIEVE STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE TYPE EN
CONFORM DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN ZIJN.
HET STOPCONTACT MOET BEREIKBAAR BLIJVEN NA INBOUW VAN HET
TOESTEL.
VERWIJDER DE STEKKER NOOIT DOOR AAN DE KABEL TE TREKKEN.
DE AARDING IS VERPLICHT VOLGENS DE VOORZIENE
VEILIGHEIDSNORMEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE.
VOER ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE EEN KORTE KEURING VAN HET
TOESTEL UIT, VOLGENS DE AANWIJZINGEN DIE VERDER WORDEN
AANGEDUID. BIJ EEN SLECHTE WERKING MOET HET TOESTEL
LOSGEKOPPELD WORDEN VAN HET ELEKTRICITEITSNET, EN MOET U HET
DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE ASSISTENTICENTRUM INLICHTEN.
PROBEER NOOIT OM HET TOESTEL ZELF TE HERSTELLEN.
HET TOESTEL WORDT TIJDENS HET GEBRUIK ZEER HEET. ER WORDT
AANBEVOLEN OM VOOR ELKE HANDELING SPECIALE THERMISCHE
HANDSCHOENEN TE DRAGEN.
46
HET TOESTEL MAG ENKEL GEBRUIKT WORDEN DOOR VOLWASSENEN.
STA NIET TOE DAT KINDEREN IN DE BUURT KOMEN OF ERMEE SPELEN.
CONTROLEER NA ELK GEBRUIK VAN DE TOESTEL STEEDS OF DE
BEDIENINGSKNOPPEN ZICH IN DE POSITIE 0 (UIT) BEVINDEN.
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid voor letsels aan personen of
materiële schade af die wordt veroorzaakt door het niet in acht nemen van
deze voorschriften, of door het onklaar maken van zelfs maar een enkel
onderdeel van het toestel, of door het gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
Page 5
Aanwijzingen voor de gebruiker
4. KEN UW TOESTEL
Hulpbrander (AUX)
Snelbrander (R)
Zeer snelle brander
Dual (URP)
47
Page 6
Aanwijzingen voor de gebruiker
5. VÓÓR DE INSTALLATIE
Laat de resten van het verpakkingsmateriaal niet onbewaakt achter in de
huishoudelijke omgeving. Scheidt de verschillende afvalmaterialen van de
verpakking, en breng ze naar het dichtstbijzijnde centrum voor gescheiden
afvalinzameling.
Nadat u alle fabrikatieresten heeft verwijderd, wordt aangeraden om het
toestel te reinigen. Meer informatie in verband met de reiniging vindt u in
het hoofdstuk "7. REINIGING EN ONDERHOUD".
Wanneer de elektrische platen en de barbecue (indien voorzien) voor het
eerst worden gebruikt, wordt aangeraden om op te warmen tot de
maximum temperatuur, en dit lang genoeg zodat eventuele oliehoudende
productieresten verbrand worden die aan het voedsel een onaangename
geur zouden kunnen verlenen.
48
Page 7
Aanwijzingen voor de gebruiker
6. HET GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT
6.1Kookplaat op gas
Voordat u de branders van de kookplaat ontsteekt moet u controleren of de
vlamverdelers in hun zetels liggen met de bijbehorende deksels, waarbij u ervoor
moet opletten dat de gaten
vonkontstekers en thermokoppels.
Bij de UR2 dual brander moet u de deksels
vallen. Deze laatste moet op zijn beurt weer goed in de zetel
vallen (gebruik pin
gebruik met "woks" (Chinese koekenpan).
De op verzoek beschikbare pandrager
(chinese koekenpan).
C
als referentiepunt). De bijgevoegde pandrager H dient voor
A
van de vlamverdelers overeenstemmen met de
G
en F perfect op de brander D laten
B
, waar hij op rust
H
moet worden gebruikt voor "woks"
Naast elke knop wordt de bijhorende brander aangeduid. Het
toestel is voorzien van een elektronisch
ontstekingsmechanisme. Het is voldoende om op de knop te
drukken en hem in tegenwijzerszin te draaien op het symbool
van de maximum vlam, tot de brander wordt aangeschakeld.
Wanneer de aanschakeling niet binnen 15 seconden gebeurt,
moet de knop op 0 geplaatst worden en moet 60 seconden
gewacht worden.
Bij de modellen met klep moet na de aanschakeling de knop nog enkele seconden
ingedrukt gehouden worden, zodat het thermokoppel warm wordt. Het kan gebeuren
dat de brander uitgaat op het moment dat u de knop loslaat: dit betekent dat het
thermokoppel nog niet voldoende verwarmd is. Wacht enkele ogenblikken, en herhaal
de handeling maar hou de knop langer ingedrukt. Bij de branders zonder thermokoppel
is deze handeling niet nodig. Nadat de brander aangeschakeld is, kan de vlam naar
wens geregeld worden. Na elk gebruik van de kookplaat moet steeds gecontroleerd
worden of de bedieningsknoppen zich in de positie (uit) bevinden.
Wanneer de branders toevallig zouden uitgaan, zal na een tijdsinterval
van ongeveer 20 seconden een veiligheidsmechanisme de gastoevoer
blokkeren, ook wanneer de kraan open staat. In dit geval moet de knop in
de positie uit geplaatst worden, en mag voor minstens 60 seconden niet
weer geprobeerd worden om de brander aan te schakelen.
49
Page 8
Aanwijzingen voor de gebruiker
6.2Praktisch advies voor het gebruik van de branders
Voor een optimaal rendement van de branders en een minimaal
gasverbruik moeten recipiënten gebruikt worden met een platte bodem en
met een deksel, en die geschikt zijn voor de brander, om te voorkomen dat
de vlam langs de zijkanten lekt (raadpleeg de paragraaf "6.3 Diameter van
de recipiënten"). Wanneer de vloeistof begint te koken, moet de vlam
zodanig verminderd worden om te vermijden dat de vloeistof overkookt.
Om brandwonden en schade aan de kookplaat te voorkomen, moeten
tijdens de bereiding alle recipiënten en vleesroosters binnen de omtrek
van de kookplaat blijven.
Wanneer olies of vetten worden gebruikt, moet goed opgelet worden dat
ze bij het heet worden niet gaan branden.
6.3Diameter van de recipiënten
BRANDERS
Ø MIN. EN MAX. (IN CM)
1 Hulpbrander
2 Snelle
brander
3 Zeer snelle
brander
Vervolgens worden de diameters van de pannen aangeduid die gebruikt
kunnen worden met het verhoogde rooster:
BRANDERS
1 Hulpbrander
2 Snelle
brander
Wanneer u over de plaat Tepanyaki (optional, niet bijgeleverd) beschikt,
mag ze niet gebruikt worden op de zeer snelle brander.
Aandacht:
Na bereidingen die uitgevoerd werden met recipiënten met een aluminium
bodem, kunnen witte resten overblijven op de gietijzeren roosters.
Gewoonlijk worden deze resten veroorzaakt door de wrijving van de
bodem van de recipiënten op de roosters, en kunnen moeilijk verwijderd
worden met een normale reiniging. Het gebruik van schurende of te
agressieve producten voor de reiniging van het rooster zou het email van
het rooster zelf kunnen beschadigen.
Ø MIN. EN MAX. (IN CM)
12 - 16
18 - 26
20 - 31
16 - 24
26 - 28
50
Page 9
Aanwijzingen voor de gebruiker
7. REINIGING EN ONDERHOUD
GEBRUIK GEEN STOOMSTRAAL VOOR DE REINIGING VAN HET
TOESTEL.
Vóór elke handeling moet de stroomtoevoer naar het toestel
uitgeschakeld worden.
7.1Reiniging van roestvrij staal
Om het roestvrij staal in goede staat te houden, moet het na elk gebruik
gereinigd worden nadat de toestel afgekoeld is.
7.1.1 Gewone dagelijkse reiniging
Gebruik voor het reinigen en bewaren van de roestvrije stalen oppervlakken
uitsluitend
bevatten.
Gebruiksaanwijzing:
oppervlak, spoel grondig, en droog met een zacht doek of met een zeemvel.
7.1.2 Voedselvlekken of -resten
Gebruik absoluut geen metalen sponzen of scherpe krabbers, zodat de
oppervlakken niet worden beschadigd. Gebruik normale en niet
schurende producten voor staal, en eventueel houten of plastic
materiaal. Spoel goed, en droog met een zachte doek of met een
zeemvel.
specifieke producten, die geen schurende of zure stoffen op chloorbasis
giet het product op een vochtige doek en reinig hiermee het
7.2Reiniging van de gasonderdelen
De roosters, de deksels, de vlamverdelers en de branders
kunnen verwijderd worden om de reiniging te
vergemakkelijken; was ze in warm water en een nietschurend reinigingsmiddel, verwijder de afzettingen en
wacht tot ze
de relatieve kronen, en controleer of de insnijdingen
gecentreerd worden met de pinnen B van de branders.
Voor een goede werking van de vonkontstekers en de
thermokoppels, moeten deze steeds rein gehouden worden.
Controleer ze regelmatig, en reinig ze indien nodig met een
vochtige doek. Eventuele droge resten moeten verwijded
worden met een houten tandenstoker of met een naald.
perfect droog zijn
. Hermonteer de deksels op
A
51
Page 10
Aanwijzingen voor de installateur
8. DE INSTALLATIE VAN HET TOESTEL
8.1De plaatsing van het bovenblad
Dit is een toestel klasse 3.
Voor de volgende handelingen moeten metsel- en/of houtwerken
uitgevoerd worden, waarvoor een bevoegd technicus moet zorgen.
De installatie kan uitgevoerd worden op structuren van verschillende
materialen, zoals metselwerk, metaal, massief hout en met plastic
gelamineerd hout, als het maar hittebestendig is (T 90°C).
8.1.1 Bevestiging van de steunende structuur
Maak een opening in het bovenblad van het meubel, met de afmetingen
die op de figuur worden vermeld.
A (mm)B (mm)C (mm)D (mm)E (mm)L (mm)X (mm)Y (mm)
min 110min 460min 75020÷50min 50900878490
Plaats zorgvuldig de
bijgeleverde isolerende
pakking (E) op de externe
omtrek van het gat dat
gemaakt werd in het
bovenblad, en zorg ervoor dat
het goed op hecht door er op
te drukken met uw vingers. Na
de bevestiging van het blad
moet het teveel aan materiaal
verwijderd worden met een
cutter-mesje.
52
Page 11
2
3
4
Aanwijzingen voor de installateur
Om de kookplaat stevig vast te maken op het bovenblad moeten de 10
bijgeleverde beugels gebruikt worden, door de schroeven vast te draaien
zodat het product in zijn zit geblokkeerd wordt. De onderstaande figuren
tonen hoe deze beugels vastgekoppeld moeten worden aan de onderste
carter van het product.
Dit toestel kan eveneens geïnstalleerd worden in een basis van 90 cm.
Voor de bevestiging moet de kookplaat in de opening geplaatst worden die
in het bovenblad gemaakt werd, en de rand moet op het bovenblad zelf
rusten. Om de kookplaat zijdelings vast te maken, moeten de twee Lvormige winkelhaakjes op de zijkanten van het meubel (A) bevestigd
worden met behulp van de daarvoor bestemde bijgeleverde schroeven (1),
en moet opgelet worden dat het gat (B) in het winkelhaakje uitgelijnd is
met de kinknagel (C) op de onderkant van het product. Bevestig daarna
de kookplaat door de schroef (2) vast te draaien in de relatieve kinknagel
(C).
Vervolledig de bevestiging van de voorkant en de achterkant van de
kookplaat zoals beschreven werd in de vorige paragraaf.
53
Page 12
R 14.5
513
901
900
878
490
600
512
900
480
73
3
A
E
849
A
2)
Aanwijzingen voor de installateur
8.1.2 Bevestiging van de steunende structuur, inbouwmodel
Maak een opening in het bovenblad van het meubel, met de afmetingen
die op de figuur worden vermeld.
A (mm)B (mm)C (mm)D (mm)E (mm)L (mm)X (mm)Y (mm)
min 110min 460min 75020÷40min 50900878490
Voor dit type van toestel moet
een freesbewerking uitgevoerd
worden van 3 mm diep op het
bovenblad, waarvan de
afmetingen aangeduid worden
in figuur 2 (detail A). Voordat
de kookplaat geplaatst wordt,
moet op het volledige
oppervlak van de
freesbewerking met het
bijgeleverde klevende sponsje
“E” gewreven worden (fig. 2).
54
Page 13
2
3
4
Aanwijzingen voor de installateur
Om de kookplaat stevig vast te maken op het bovenblad moeten de 10
bijgeleverde beugels gebruikt worden, en moeten de schroeven
vastgedraaid worden zodat het product in zijn zit geblokkeerd wordt. De
onderstaande figuren tonen hoe deze beugels vastgekoppeld moeten
worden aan de onderste carter van het product.
Dit toestel kan eveneens geïnstalleerd worden in een basis van 90 cm.
Voor de bevestiging moet de kookplaat in de opening geplaatst worden die
in het bovenblad gemaakt werd, en de rand moet op het bovenblad zelf
rusten. Om de kookplaat zijdelings vast te maken, moeten de twee Lvormige winkelhaakjes op de zijkanten van het meubel (A) bevestigd
worden met behulp van de daarvoor bestemde bijgeleverde schroeven (1),
en moet opgelet worden dat het gat (B) in het winkelhaakje uitgelijnd is
met de kinknagel (C) op de onderkant van het product. Bevestig daarna
de kookplaat door de schroef (2) vast te draaien in de relatieve kinknagel
(C).
Vervolledig de bevestiging van de voorkant en de achterkant van de
kookplaat zoals beschreven werd in de vorige paragraaf.
55
Page 14
Aanwijzingen voor de installateur
Belangrijk: andere installatietypes zijn mogelijk onder toezicht van de
constructeur.
Belangrijk: voor de bevestiging van dit product op de steunende structuur
wordt aangeraden om geen mechanische of elektrische
schroevendraaiers te gebruiken, en om niet te krachtig te drukken op de
bevestigingsmechaniek.
Belangrijk: voor de bevestiging van het product moeten op alle
bevestigingspunten de bijgeleverde beugels gebruikt worden.
Wanneer dit product boven een oven wordt geïnstalleerd, moet deze
voorzien worden van een ventilator voor de koeling.
56
Belangrijk : wanneer het toestel op een meubel gemonteerd is, moet u
een scheidend vlak installeren zoals wordt afgebeeld in de figuur.
Wanneer het toestel zich daarentegen boven een onder de plaat
geïnstalleerde oven bevindt, is een dergelijk vlak niet nodig.
Wanneer de kookplaat boven een oven wordt geïnstalleerd, mag dit
uitsluitend boven een oven die met een koelventilator is uitgerust.
8.2Elektrische aansluiting
Controleer of het voltage en de afmetingen van de stroomtoevoerlijn
overeenstemmen met de kenmerken die aangeduid worden op het plaatje
onder de carter van het toestel.
Dit plaatje mag in geen geval worden verwijderd.
De stecker aan het uiteinde van de snoer moet overeenstemmen met het
stopcontact en moet bovendien aan de desbetreffende geldende
voorschriften conform zijn. Controleer of de voedingslijn naar behoren
geaard is.
Page 15
Aanwijzingen voor de installateur
Breng op de voedingslijn van het apparaat een veelpolig onderbrekingsmechanisme aan met en afstand tussen de contacten van minstens 3 mm,
op een gemakkelijk toegankelijke plaats en in de buurt van het apparaat.
Gebruik geen reductoren, adapters of aftakmoffen.
In geval van vervanging van de voedingskabel, mag de doorsnede van de
draden van de nieuwe kabel niet minder zijn dan 0.75 mm2 (kabel van 3 x
0.75), en denk eraan dat het uiteinde dat met het apparaat verbonden
moet worden een minstens 20 mm langere aardingsdraad (geel-groen)
moet hebben. Gebruik uitsluitend een snoer van type H05V2V2-F of
gelijkwaardig die bestendig is tegen een temperatuur van 90°C. Het
vervangen van de snoer mag slechts door een gespecialiseerd technicus
worden uitgevoerd die aansluiting op het stroomnet volgens het
hiernavolgende schema zal moeten uitvoeren.
L = bruin
N = blauw
= geel-groen
Voor persoonlijk letsel of materiële schade, veroorzaakt door het
veronachtzamen van bovenstaande voorschriften of door onklaar maken
van een afzonderlijk deel van het apparaat: de fabrikant wijst elkeaansprakelijkheid af.
57
Page 16
Aanwijzingen voor de installateur
9. GASAANSLUITING
Vóór de installatie moet u controleren of de plaatselijke distributieomstandigheden (aard en druk van het gas) en de wijze waarop het
apparaat is afgesteld, overeenstemmen.
De aansluiting op het gasnet kan worden verricht met een starrekoperbuis of met een flexibele buis met doorgaande wand en in
overeenstemming met de voorschriften van de normen. Controleer na de
handeling met behulp van een zeepoplossing, en nooit met een vlam, of
de afdichting perfect is.
De kookplaat is goedgekeurd voor methaangas G25 (2L) met een druk
van 25 mbar. Voor voeding met andere types gas zie Hoofdstuk "10.
REGELING VAN HET GAS". Het verbindingsstuk heeft een externe
schroefdraad van ½” gas (ISO 7-1).
Aansluiting met starre koperbuis:
de aansluiting op het gasnet moet
zodanig geschieden dat het geen
belastingen van welke aard dan ook
op het apparaat veroorzaakt. De
aansluiting kan gebeuren met een
adapter D met biconus, waarbij altijd
de bijgeleverde pakking C ertussen
moet worden aangebracht.
Aansluiting met flexibele buis:
gebruik uitsluitend flexibele buisen
volgens de geldende voorschriften
en zet altijd tussen het
verbindingsstuk A en de flexibele
buis E de geleverde pakking C.
58
De flexibele buis moet zo worden gelegd dat de lengte van de leidingen
niet meer is dan 1.5 meter in maximale extensie; controleer of de
leidingen niet in aanraking komen met beweegbare delen of bekneld
raken.
9.1Aansluiting op vloeibaar gas
Gebruik een drukregelaar en sluit de fles aan volgens de voorschriften van
de normen. Vergewis u ervan dat de voedingsdruk de waarden in acht
neemt die worden aangegeven in de tabel in paragraaf “10.2 Tabellen met
eigenshappen van branders en sproeiers”.
Page 17
Aanwijzingen voor de installateur
9.2Ventilatie van de ruimten
Het apparaat mag uitsluitend worden geïnstalleerd in permanent
geventileerde ruimten, zoals voorzien door de plaatselijk geldende
normen. In de ruimte waar het apparaat is geplaatst moet voldoende lucht
kunnen toestromen als vervanging van die noodzakelijk voor de normale
verbranding van het gas en als normale verversing van de lucht in de
ruimte zelf. De door roosters beschermde luchtinlaatopeningen moeten
voldoende groot zijn, in overeenstemming met de plaatselijk geldende
normen, en zo zijn geplaatst dat ze, ook niet gedeeltelijk, verstopt kunnen
raken. De ruimte moet altijd voldoende worden geventileerd om de door
het koken veroorzaakte hitte en vocht af te voeren: vooral na langdurig
gebruik verdient het aanbeveling om een venster te openen of de snelheid
van de eventuele ventilatoren te verhogen.
9.3Afvoer van de verbrandingsproducten
De afvoer van de verbrandingsproducten moet verzekerd worden met
behulp van afvoerkappen aangesloten op een schoorsteen met voldoende
trek, of met een geforceerde afvoer. Een efficiënt afzuigsysteem vereist
een zorgvuldige planning door een voor deze werkzaamheden bevoegde
specialist, die zich zal moeten houden aan de door de normen
voorgeschreven posities en afstanden. Na voltooiing van de
werkzaamheden zal de installateur een verklaring van overeenstemming
moeten afgeven.
59
Page 18
Aanwijzingen voor de installateur
10. REGELING VAN HET GAS
Voor de werkzaamheden moet altijd de elektrische voeding naar
hetapparaat worden uitgeschakeld.
De kookplaat is goedgekeurd voor methaangas G25 (2L) met een druk
van 25 mbar. Voor voeding met andere types gas zie Hoofdstuk “10.
REGELING VAN HET GAS”. Het verbindingsstuk heeft een externe
schroefdraadvan ½” gas (ISO 7-1).
10.1 Vervanging van de straalpijpen van de kookplaat
1 Verwijder de pandragers, de branderdeksels en vlamverdelers;
2 Schroef de spuitstukken van de branders los met een pijpsleutel van 7 mm;
3 Vervang de spuitstukken van de branders op grond van het te
gebruiken type gas (zie paragraaf “10.2 Tabellen met eigenshappen
van branders en sproeiers”).
4 Plaats de branders weer terug in hun zetels.
60
Page 19
Aanwijzingen voor de installateur
10.2 Tabellen met eigenshappen van branders en sproeiers
Brander
Hulpbrander (1)1.0550304007675
Snel (2)2.57942800182179
Ultrasnel int (3)0.946304006564
Ultrasnel ext (3)3.668+68631600262257
Brander
Hulpbrander (1)1.0572400
Snel (2)2.5115800
Ultrasnel int (3)1.077 (8) *400
Ultrasnel ext (3)3.7105+1051600
* Monteer de straalpijp met diameter 0.77 mm die gemerkt is met het nummer 8
Om de branders van uw kookplaat de identificeren, moeten de tekeningen
in paragraaf "4. KEN UW TOESTEL" geraadpleegd worden.
NOMINAAL
WARMTEVERMOGEN
(
KW)
NOMINAAL
WARMTEVERMOGEN
(
KW)
VLOEIBAAR GAS - G30/G31 30/37mbar
Diameter
mondstuk
1/100 mm
By-pass
mm
1/100
METHAANGAS - G25 25mbar
Diameter mondstuk
1/100 mm
Beperkt
debiet
(W)
g/h G30
Beperkt debiet
Debiet
Debiet
g/h G31
(W)
61
Page 20
914773462/G
Aanwijzingen voor de installateur
11. UITEINDELIJKE HANDELINGEN VOOR DE
GASTOESTELLEN
Na de regelingen moet het toestel weer gemonteerd worden door de
omgekeerde zin te volgen van de aanwijzingen die aangeduid worden in
paragraaf "10.2 Tabellen met eigenshappen van branders en sproeiers".
Na de regeling met een ander gas dan dat van de keuring moet het etiket
voor de regeling van het gas, dat werd aangebracht op de carter van het
toestel, vervangen worden met dat voor het nieuwe gas. Het etiket is
verkrijgbaar bij het dichtst bijzijnde Erkend Assistentiecentrum.
11.1 Regeling van het minimum voor stadsgas en voor
methaan
Schakel de brander aan, en plaats hem op de
minimumstand. Verwijder de knop van de gaskraan
en handel op de regelschroef die zich intern of
naast het staafje van de kraan bevindt (afhankelijk
van het model), tot een regelmatige minimum vlam
wordt verkregen. Monteer de knop weer en
controleer de stabiliteit van de vlam van de brander
(wanneer de knop snel van de maximum positie
naar de minimum positie wordt gedraaid, mag de
vlam niet doven). Herhaal deze handeling voor alle
gaskranen.
11.2 Regeling van het minimum voor vloeibaar gas
Voor de regeling van het minimum met vloeibaar gas moet de schroef die
zich intern of naast het staafje van de kraan bevindt volledig in wijzerszin
gedraaid worden (afhankelijk van het model). De diameters van de bypass voor elke brander kan u vinden in de tabel "10.2 Tabellen met
eigenshappen van branders en sproeiers".
11.3 Smering van de gaskranen
Het kan zijn dat de gaskranen mettertijd moeilijk draaien en geblokkeerd
raken. Reinig ze intern, en vervang het smeervet. Deze handeling moet
uitgevoerd worden door een gespecialiseerd technicus.
62
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.