VERTALING VAN DE OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
Deze aanwijzingen zijn uitsluitend geldig in de landen die op het plaatje van het apparaat
zijn aangeduid.
Deze inbouw kookplaat behoort tot klasse 3.
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen
bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
3
Waarschuwingen
1 Waarschuwingen
1.1 Algemene
veiligheidswaarschuwingen
Persoonlijk letsel
• Het apparaat en de bereikbare
delen ervan worden heel warm
tijdens het gebruik. Raak geen
verwarmingselementen aan
tijdens gebruik van het apparaat.
• Bescherm de handen met
ovenwanten bij het hanteren van
voedsel in de ovenruimte.
• Probeer geen vlammen/brand te
doven met water: schakel het
apparaat uit en bedek het vuur
met een deksel of een
brandwerende deken.
• Gebruik van dit apparaat door
kinderen vanaf 8 jaar, personen
met beperkte fysieke, zintuiglijke
of mentale capaciteiten of met
een gebrek aan ervaring of
kennis is alleen toegestaan onder
toezicht en begeleiding van
volwassenen die verantwoordelijk
zijn voor hun veiligheid.
• Laat kinderen niet spelen met het
apparaat.
• Houd kinderen jonger dan 8 jaar
die niet onder toezicht staan
verwijderd van het apparaat.
• Kinderen jonger dan 8 jaar
mogen het apparaat tijdens zijn
werking niet benaderen.
• Werkzaamheden voor
schoonmaak en onderhoud van
het apparaat mogen niet worden
uitgevoerd door kinderen die niet
onder toezicht staan.
• Controleer of de vlamverdelers
met de respectievelijke deksels
correct in de zittingen
gepositioneerd zijn.
• Let op voor de snelle verwarming
van de kookzones. Plaats geen
lege potten of pannen op de
ingeschakelde plaat. Gevaar op
oververhitting.
• Vetten en oliën kunnen vlam vatten
als ze oververhit raken. Het is
aanbevolen bij het apparaat te
blijven tijdens de voorbereiding
van voedsel dat olie of vet bevat.
Als de oliën of vetten vlam
zouden vatten, mag geen water
gebruikt worden om te blussen.
Plaats het deksel op de pan en
schakel de kookzone uit.
4
Waarschuwingen
NL
• Het kookproces moet altijd
bewaakt worden. Een kort
kookproces moet voortdurend
bewaakt worden.
• Tijdens het gebruik geen metalen
voorwerpen zoals vaatwerk of
bestek op het oppervlak van de
kookplaat plaatsen omdat deze
oververhit zouden kunnen raken.
• Plaats geen metalen en puntige
voorwerpen (bestek of
gereedschappen) in de spleten
van het apparaat.
• Giet geen water rechtstreeks op
hete ovenschalen.
• Gebruik geen spuitbussen in de
buurt van het apparaat terwijl het
werkt.
• Na gebruik het apparaat
uitschakelen.
• Voer geen wijzigingen uit op het
apparaat.
• Probeer nooit om zelf het
apparaat te repareren, zonder
tussenkomst van een
gekwalificeerde technicus.
• Trek nooit aan de kabel om de
stekker uit het stopcontact te
halen.
• Als de stroomkabel beschadigd
is, moet men onmiddellijk contact
opnemen met de technische
dienst die voor de vervanging van
de kabel zal zorgen.
Beschadiging van het apparaat
• Gebruik geen schurende of
bijtende middelen op de glazen
onderdelen (bijv. poeders,
ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Gebruik eventueel houten of
plastic gereedschappen.
• Ga niet op het apparaat zitten.
• Reinig het apparaat niet met een
stoomreiniger.
• Zorg er voor dat de openingen
en de spleten voor de ventilatie
en de warmte-afvoer niet verstopt
raken.
• Laat het apparaat niet onbeheerd
tijdens bereidingen waarbij vetten
en oliën vrijkomen die heet
worden en vlam kunnen vatten.
Besteed de grootst mogelijke
aandacht.
• Laat geen voorwerpen achter op
de kookoppervlakken.
• Gebruik het apparaat nooit om
de ruimte te verwarmen.
• Sproei geen spuitbussen in de
nabijheid van de oven.
• Gebruik geen plastic vaatwerk of
recipiënten om voedsel te
bereiden.
• De recipiënten of de vleesroosters
moeten binnen de omtrek van de
kookplaat geplaatst worden.
5
Waarschuwingen
• Alle recipiënten moeten een
vlakke en regelmatige bodem
hebben.
• In geval van overstroming of
overkoken moet de vloeistof
onmiddellijk van de kookplaat
verwijderd worden.
• Geen zure stoffen zoals
citroensap of azijn op de
kookplaat morsen.
• Plaats geen lege potten of
pannen op ingeschakelde
kookzones.
• Reinig het apparaat niet met een
stoomreiniger.
• Gebruik geen ruw, schurend of
scherp materiaal.
• Gebruik op de stalen delen of de
delen waarvan het oppervlak met
metalen afwerkingen werd
behandeld (bijv. elektrolytische
oxidatie, vernikkeling,
verchroming) geen producten die
chloor, ammoniak of bleekmiddel
bevatten.
• Gebruik geen schurende of
bijtende middelen op de glazen
onderdelen (bijv. poeders,
ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Stop de verwijderbare
onderdelen, zoals de roosters
van de kookplaat, de
vlamverdelers en de deksels niet
in de vaatwasser.
Installatie
• Dit apparaat mag niet
geïnstalleerd worden in boten of
caravans.
• Het apparaat mag niet
geïnstalleerd worden op een
voetstuk.
• Plaats het apparaat met behulp
van een tweede persoon in het
meubel.
• Om de mogelijke oververhitting
van het apparaat te vermijden
moet het niet achter een
decoratieve deur of een paneel
geïnstalleerd worden.
• Voorafgaand op iedere ingreep
op het apparaat (installatie,
onderhoud, plaatsing of
verplaatsing) moet u altijd zorgen
voor persoonlijke
beschermingsmiddelen.
• Voorafgaand op iedere ingreep
op het apparaat moet de
algemene elektrische voeding
gedeactiveerd worden.
• Laat de installatie en technische
interventies uitvoeren door
gekwalificeerd personeel
overeenkomstig de geldende
normen.
• Laat de gasaansluiting uitvoeren
door bevoegd technische
personeel.
6
Waarschuwingen
NL
• Het aansluiten met een flexibele
buis moet zodanig uitgevoerd
worden dat de lengte van de buis
niet langer is dan 2 meter bij
maximale uitschuiving voor
flexibele stalen buizen en 1,5
meter voor rubberen buizen.
• De buizen mogen niet in
aanraking komen met
beweegbare delen, en mogen
niet geplet worden.
• Gebruik, daar waar nodig, een
drukregelaar in overeenstemming
met de van kracht zijnde norm.
• Controleer na elke ingreep of het
aandraaimoment van de
gasaansluitingen zich tussen
10 Nm en 15 Nm bevindt.
• Na de installatie moet u eventuele
lekken opsporen met een
zeepoplossing, maar nooit met
een vlam.
• Laat het apparaat aansluiten door
gekwalificeerd technisch
personeel.
• De aardverbinding van het
elektrische systeem is verplicht en
moet in overeenstemming met de
geldende veiligheidsnormen
worden uitgevoerd.
• Gebruik kabels die bestand zijn
tegen temperaturen van minstens
90 °C.
• Het aandraaimoment van de
schroeven van de
stroomgeleiders van het
klemmenbord moet 1,5-2 Nm
bedragen.
• Laat de voedingskabel uitsluitend
door ervaren technisch personeel
vervangen.
Voor dit apparaat
• Schakel de platen na het gebruik
uit. Vertrouw nooit alleen op de
panherkenningsindicatie.
• Waak over kinderen, ze kunnen
de brandende controlelamp voor
de restwarmte moeilijk zien. De
bereidingszones blijven ook na
gebruik voor een bepaalde
periode nog zeer warm, ook al
zijn ze uitgeschakeld. Houd
kinderen uit de buurt zodat ze niet
kunnen aanraken.
• Het glaskeramische oppervlak is
schokbestendig, maar u dient te
voorkomen dat er zware en
harde voorwerpen vallen op de
kookplaat: die zou kunnen breken
als het om puntige voorwerpen
gaat.
• Het glaskeramische
kookoppervlak mag niet als
steunvlak gebruikt worden.
7
Waarschuwingen
• Als barsten of scheuren
opgemerkt worden, of als het
oppervlak van de glaskeramische
plaat zou breken, moet het
apparaat onmiddellijk
uitgeschakeld worden. Schakel
de stroom uit en neem contact op
met de Technische Dienst.
• Personen met een pacemaker of
een gelijkaardig apparaat
moeten zich ervan vergewissen
dat de werking van deze
apparaten niet wordt beïnvloed
door het inductieveld, waarvan
het frequentiebereik tussen 20 en
50 kHz ligt.
• Overeenkomstig de bepalingen
van de elektromagnetische
compatibiliteit behoort de
elektromagnetische inductieplaat
tot Groep 2 en Klasse B (EN
55011).
1.2 Beoogd gebruik
• Dit apparaat is bedoeld om thuis
voedsel te bereiden. Elk ander
gebruik is oneigenlijk.
• Het apparaat is niet ontworpen
om te functioneren met externe
kookwekkers of
afstandsbedieningssystemen.
1.3 Aansprakelijkheid van de
fabrikant
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade aan
personen en voorwerpen ten
gevolge van:
• een ander gebruik van het
apparaat dan wordt voorzien;
• het niet in acht nemen van de
voorschriften van de
gebruiksaanwijzing;
• het forceren van ook slechts één
deel van het apparaat;
• het gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
1.4 Deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is een belangrijk
onderdeel van het apparaat en moet
gedurende de volledige levensduur intact
en op een eenvoudig te bereiken plaats
worden bewaard.
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig
vóór installatie.
1.5 Identificatieplaatje
Het identificatieplaatje bevat de technische
gegevens, het serienummer en de
markering. Het plaatje mag in geen geval
worden verwijderd.
8
Waarschuwingen
NL
1.6 Verwerking
Het apparaat moet gescheiden
ingezameld worden (richtlijnen
2002/95/EG, 2002/96/EG,
2003/108/EG). Het product bevat geen
delen die als gevaarlijk voor de
gezondheid en het milieu worden
beschouwd, conform de actuele Europese
Richtlijnen.
Verwijdering van het apparaat:
• Snijd de voedingskabel af en verwijder
de elektrische kabel en de stekker.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Schakel de algemene stroomtoevoer uit.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Oude of gebruikte apparaten aan het
einde van hun levensduur moeten door
de gebruiker worden ingeleverd bij
geschikte centra voor de gescheiden
inzameling van elektrisch en elektronisch
afval, of overhandigd worden aan de
verkoper wanneer een nieuw
gelijkaardig apparaat wordt gekocht.
Het apparaat is verpakt in milieuvriendelijke
en recyclebare materialen.
• Breng het verpakkingsmateriaal naar de
betreffende centra voor afvalverwerking.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
• Laat de verpakking, of delen ervan, niet
onbewaakt achter.
• Laat kinderen niet spelen met de plastic
zakken van de verpakking.
9
Waarschuwingen
1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de
volgende begrippen voor:
Waarschuwingen
Algemene waarschuwingen in
verband met de
gebruiksaanwijzing, veiligheid en
verwerking van afgedankte
producten.
Beschrijving
Beschrijving van het apparaat en de
accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het
apparaat en de accessoires,
kooktips.
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte
schoonmaak en onderhoud van het
apparaat.
Installatie
Informatie voor gekwalificeerde
technici: installatie, inbedrijfstelling
en keuring.
Veiligheidswaarschuwingen
Informatie
Suggestie
1. Volgorde van de gebruiksaanwijzingen.
• Enkele gebruiksaanwijzing.
10
NL
2 Beschrijving
2.1 Algemene beschrijving
Beschrijving
65 cm
AUX = Hulpbrander
R = Snelle brander
UR = Ultrasnelle brander
75 cm
F = Bedieningen plaat voor
R = Bedieningen plaat achter
C = Zone algemene bedieningen
11
Beschrijving
90 cm
UR* = Ultrasnelle brander
SX = Bereidingszone met inductie links
DX = Bereidingszone met inductie rechts
F = Bedieningen plaat voor
R = Bedieningen plaat achter
C = Zone algemene bedieningen
12
NL
2.2 Symbolen
Beschrijving
Bereidingszones op gas
Zone achteraan
Zone vooraan
Knoppen branders
Nuttig voor de inschakeling en de regeling
van de branders van de kookplaat. Druk op
de knoppen, en draai deze linksom op de
waarde om de overeenkomstige
branders te ontsteken. Om de vlam te
regelen, moet de knop in de zone tussen
het maximum en het minimum
gedraaid worden. Om de branders uit te
schakelen, moeten de knoppen op
geplaatst worden.
Bereidingszones met inductie
On/Off-toets: voor de in- of
uitschakeling van de kookplaat.
Pauzetoets: onderbreekt de bereiding.
Toets toetsblokkering: voorkomt dat de
bedieningen ongewenst kunnen worden
aangeraakt.
Toets hoger: verhoogt de
bereidingstijd of de timer.
Toets lager: verlaagt de bereidingstijd
of de timer.
Schuifbalk: verhoogt of verlaagt het
vermogen.
Toets speciale functies: activeert de
speciale functies van het apparaat.
Tabel opgenomen vermogens
Grote
F - R
* de vermogens zijn bij benadering en afhankelijk van het gebruikte recipiënt of de ingestelde
waarden.
Afmetingen plaat
(mm)
230 x 18021003700
Max. geabsorbeerde
vermogen (W)*
Opgenomen vermogen in
powerfunctie (W)*
13
Beschrijving
Voordelen van inductiekoken
Het apparaat is voorzien van een
inductiegenerator voor elke
bereidingszone. Elke generator
onder het glaskeramische
oppervlak heeft een
elektromagnetisch veld dat een
thermische stroom op de
onderkant van de pan
veroorzaakt. De warmte wordt niet
aan de bereidingszone
overgedragen, maar wordt direct
door de inductieve stromen in het
recipiënt gecreëerd.
• Energiebesparing, dankzij de
rechtstreekse overdracht van energie
naar de pan (u moet daarvoor bestemde
pannen van magnetiseerbaar materiaal
gebruiken) in vergelijking met het
traditioneel elektrisch koken.
• Grotere veiligheid dankzij de overdracht
van energie naar alleen het recipiënt dat
op de kookplaat geplaatst is.
• Hoog rendement bij de overdracht van
energie van de bereidingszone met
inductie naar de basis van de pan.
• Snelle verwarming.
• Kleinere kans op brandwonden, omdat
het kookoppervlak enkel wordt
verwarmd door de onderkant van de
pan; overgekookt voedsel bakt niet aan.
2.3 Beschikbare accessoires
Reductierooster Wok
Nuttig voor het gebruik van een Wok.
De accessoires die in contact
kunnen komen met het voedsel zijn
gemaakt van materialen conform
de van kracht zijnde
wetsbepalingen.
De originele bijgeleverde of
optionele accessoires kunnen
worden aangevraagd bij erkende
servicecentra. Gebruik enkel de
originele accessoires van de
fabrikant.
14
Gebruik
NL
3 Gebruik
3.1 Waarschuwingen
Incorrect gebruik
Gevaar op verbranding
• Controleer of de vlamverdelers met de
respectievelijke deksels correct in de
zittingen gepositioneerd zijn.
• Laat het apparaat niet onbewaakt
achter tijdens bereidingen waarbij
vetten en oliën kunnen vrijkomen.
• Vetten en oliën kunnen vlam vatten bij
oververhitting. Wees heel voorzichtig.
• Draag hittebestendige handschoenen
tijdens het gebruik.
• Raak het oppervlak van de kookplaat
niet aan, of reinig het niet, tijdens de
functionering of wanneer de
controlelampen van de restwarmte
oplichten.
• Plaats geen lege potten of pannen op
de bereidingszones wanneer ze zijn
ingeschakeld.
• Raak de warmte-elementen niet aan als
het apparaat werkt. Laat ze afkoelen
vóór u het apparaat eventueel reinigt.
• Activeer de toetsblokkering indien u
kinderen of huisdieren heeft die de
kookplaat kunnen bereiken.
• De bereidingszones blijven ook na
gebruik gedurende een bepaalde
periode nog zeer warm, ook al zijn
deze uitgeschakeld. Raak de
oppervlakken van de kookplaat niet aan.
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van
de oppervlakken
• Dek de branders of de kookplaat niet af
met zilverfolie.
• De recipiënten of de vleesroosters
moeten binnen de omtrek van de
kookplaat geplaatst worden.
• Alle recipiënten moeten een vlakke en
regelmatige bodem hebben.
• In geval van overstroming of overkoken
moet de vloeistof onmiddellijk van de
kookplaat verwijderd worden.
• Er wordt afgeraden om potten in
aardewerk of speksteen te gebruiken
om voedsel te bereiden of te verwarmen
• Gebruik de kookplaat niet als in de
oven het proces van de pyrolyse bezig is.
• Vermijd dat harde en zware
voorwerpen op de kookplaat kunnen
vallen zodat deze niet kan beschadigd
worden.
• Gebruik de kookplaat niet als werken/of snijvlak.
15
Gebruik
Hoge temperatuur
Brand- en ontploffingsgevaar
• Ontvlambare materialen niet in de buurt
van het apparaat of direct onder de
kookplaat gebruiken of bewaren.
• Gebruik geen dozen, gesloten bakjes,
keukengerei en plastic potjes voor de
bereiding.
• In geval van barsten of scheuren, en
indien het apparaat niet kan
uitgeschakeld worden, moet de
stroomtoevoer uitgeschakeld worden en
moet contact met de assistentie worden
opgenomen.
3.2 Voorzorgsmaatregelen
Lekkend gas kan een explosie
veroorzaken.
Wanneer u gas ruikt of als de gasinstallatie
lekt:
• De gastoevoer onmiddellijk sluiten of het
ventiel van de gasfles onmiddellijk
dichtdraaien.
• Open vuur en sigaretten onmiddellijk
uitdoven.
• Geen schakelaars of apparaten
inschakelen en geen enkele stekker uit
het stopcontact verwijderen. Binnen het
gebouw geen (mobiele) telefoons
gebruiken.
• Ramen openen en het vertrek luchten.
• Contact opnemen met het
servicecentrum of uw gasbedrijf.
Onregelmatige werking
Elke van de volgende omstandigheden
moet als een onregelmatige werking
worden beschouwd en vereist een ingreep:
• Beschadiging van het keukengerei.
• Verkeerde ontsteking van de branders.
• Branders blijven met moeite branden.
• Uitschakeling van de branders tijdens de
werking.
• De gaskranen kunnen moeilijk open of
dicht worden gedraaid.
Neem contact op met het erkende
servicecentrum bij u in de buurt als het
apparaat niet correct werkt.
3.3 Eerste gebruik
1. Verwijder eventuele beschermfolie aan
de binnen- en buitenzijde van het
apparaat en de accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (behalve
het plaatje met de technische gegevens)
van de accessoires.
3. Verwijder en was alle accessoires van
het apparaat (zie 4 Reiniging en
onderhoud).
16
Gebruik
NL
3.4 Het gebruik van de gasbranders
Alle bedieningen en schakelaars bevinden
zich op het frontpaneel. Naast elke knop
wordt de bijhorende brander aangeduid.
Het apparaat is voorzien van een
elektronisch ontstekingsmechanisme. Het is
voldoende om op de knop te drukken en
hem linksom te draaien op het symbool van
de maximale vlam, tot de brander wordt
ingeschakeld. Draai de knop op als de
brander niet binnen 15 seconden wordt
ontstoken. Wacht vervolgens 60 seconden,
alvorens de volgende poging te verrichten.
Na de ontsteking moet de knop enkele
seconden ingedrukt gehouden worden,
zodat het thermokoppel kan opwarmen.
Het kan voorvallen dat de brander uitgaat
wanneer de knop wordt losgelaten: dit
betekent dat het thermokoppel
onvoldoende is opgewarmd. Wacht enkele
ogenblikken en herhaal de handeling.
Houd de knop langer ingedrukt.
In geval van een toevallige
uitschakeling zorgt een
veiligheidssysteem voor de
blokkering van de gastoevoer,
ook wanneer de kraan open staat.
Draai de knop op . Wacht
minstens 60 seconden, alvorens
de brander opnieuw te ontsteken.
Correcte positie van de vlamverdelers en
van de deksels
Voordat de branders van de kookplaat
ingeschakeld worden, moet gecontroleerd
worden of de vlamverdelers correct met de
respectievelijke deksels gepositioneerd zijn.
Let op dat de openingen van de brander
overeenstemmen met de vonkontstekers en
de thermokoppels. Controleer bovendien
of de pinnen van de vlamverdelers perfect
in de openingen van de brander zijn
aangebracht.
17
Loading...
+ 33 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.