Smeg PLA447X, PL108EB, PL108X, LS1011X, PL108NE User Manual [nl]

...
GEBRUIKSAANWIJZING
VAATWASSER
Inhoudsopgave
1. Aanwijzingen voor veiligheid en gebruik _____________________ 4
2. Installatie en inbedrijfstelling ______________________________ 7
3. Beschrijving van het bedieningspaneel ______________________ 9
4. Gebruiksinstructies_____________________________________ 16
6. Oplossingen voor storingen in de werking ___________________ 31
Wij bedanken u dat u voor één van onze producten heeft gekozen. Wij raden u aan om alle gebruiksinstructies in deze handleiding aandachtig door te lezen om op de hoogte te zijn van de beste omstandigheden voor een correct en veilig gebruik van uw vaatwasser. De volgorde van de afzonderlijke paragrafen zal u helpen om stap na stap alle functies van het apparaat te leren kennen. de tekst is eenvoudig en verduidelijkt met gedetailleerde afbeeldingen. U zult hier tevens praktische aanbevelingen vinden voor het gebruik van korven, sproeiarmen, bakjes, filters, wasprogramma's en de juiste instelling van de bedieningsorganen. Met de hier verstrekte aanbevelingen voor het reinigen zullen de prestaties van uw vaatwasser ongetwijfeld gegarandeerd blijven. In deze, eenvoudig te raadplegen handleiding, vindt u een antwoord op alle vragen die u mocht hebben betreffende het gebruik van uw nieuwe vaatwasser.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: deze instructies zijn bestemd voor de bevoegde installateur die is belast met de installatie,
inbedrijfstelling en het uitproberen van het apparaat.
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: deze instructies omvatten de gebruiksinstructies, de beschrijving van de bedieningsorganen en de juiste schoonmaak- en onderhoudshandelingen van het apparaat.
3
Aanwijzingen
1. Aanwijzingen voor veiligheid en gebruik
DEZE HANDLEIDING IS EEN WEZENLIJK ONDERDEEL VAN HET APPARAAT: HIJ DIENT ALTIJD IN ZIJN GEHEEL SAMEN BIJ HET APPARAAT TE WORDEN BEWAARD. VÓÓR DE INGEBRUIKNEMING BEVELEN WIJ AAN OM DE IN DEZE HANDLEIDING OPGE NOMEN AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN. DE INSTALLATIE MOET DOOR BEVOEGD PERSONEEL WORDEN UITGEVOERD MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN. DIT APPARAAT IS BESTEMD VOOR EEN HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN BEANTWOORDT AAN DE MOMENTEEL VAN TOEPASSING ZIJNDE
RICHTLIJNEN 72/23 EEG, 89/336 (INCLUSIEF 92/31),
HET VOORKOMEN EN ELIMINEREN VAN RADIOSTORINGEN. HET APPARAAT IS ONTWIKKELD VOOR DE VOLGENDE WERKZAAAMHEDEN:
HET WASSEN EN DROGEN VAN DE VAAT
ALS ONEIGENLIJK TE WORDEN BESCHOUWD.
AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ENIG GEBRUIK DAT AFWIJKT VAN HETGEEN IS VOORZIEN.
HET TYPEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN DE MERKING IS ZICHTBAAR OP DE RAND AAN DE BINNENKANT VAN
DE DEUR.
DEUR MAG NOOIT WORD EN VER WIJDERD.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN DE HUISELIJKE OMGEVING LIGGEN. VERDEEL DE VERSCHILLENDE VAN DE VERPAKKING AFKOMSTIGE AFVALMATERIALEN EN BRENG ZE NAAR HET DICHTSBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALINZAMELING.
HET PLAATJE OP DE RAND AAN DE BINNENKANT VAN DE
; IEDER ANDER GEBRUIK DIENT
MET INBEGRIP VAN
DE FABRIKANT KAN NIET
DE AARDAANSLUITING IS VERPLICHT OP DE DOOR DE VEILIGHEIDSNORMEN VOOR ELEKTRISCHE INSTALLATIES VOORZIENE
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD
WIJZE.
VOOR ENIG LETSEL AAN PERSONEN OF SCHADE AAN ZAKEN ALS GEVOLG VAN EEN ONTBREKENDE OF GEBREKKIGE AARDAANSLU ITING.
BIJ AANSLUITING VAN HET APPARAAT OP HET ELEKTRICITEITSNET ZONDER GEBRUIK VAN EEN STEKKER, MOET EEN MEERPOLIGE SCHEIDINGSINRICHTING WORDEN AANGEBRACHT MET EEN MINIMALE CONTACTOPENING VAN 3 MM.
DE OP DE VOEDINGSKABEL AAN TE BRENGEN STEKER EN HET BIJBEHORENDE STOPCONTACT DIENEN VAN HETZELFDE TYPE TE ZIJN EN TE BEANTWOORDEN AAN DE GELDENDE NORMEN. CONTROLEER OF DE SPANNINGS- EN FREQUENTIEWAARDEN VAN HET NET OVEREENSTEMMEN MET DIE VERMELD OP HET TYPEPLAATJE. VERMIJD HET GEBRUIK VAN ADAPTERS OF AFLEIDINGEN.
KABEL OM DE STEKER UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN.
TREK N OOIT AAN DE
4
Aanwijzingen
NA DE INSTALLATIE MOET DE STEKER TOEGANKELIJK BLIJVEN.
EEN BESCHADIGDE VOEDINGSKABEL MOET DOOR EEN BEVOEGD TECHNICUS WORDEN VERVANGEN.
NA DE VERVANGING VAN DE VOEDINGSKABEL, MOET U ERVOOR ZORGEN DAT DE VERANKERINGSBEUGEL VAN DE KABEL GOED WORDT VASTGEZET.
BIJ PLAATSING VAN HET APPARAAT OP VLOEREN MET VLOERBEDEKKING MOET U CONTROLEREN OF DE OPENINGEN AAN DE ONDERZIJDE NIET WORDEN AFGESLOTEN.
SCHAKEL DE VAATWASSER NA IEDER GEBRUIK UIT OM STROOMVERSPILLING TE VOORKOMEN.
HET AFGEDANKTE APPARAAT MOET ONBRUIKBAAR WORDEN GEMAAKT. SNIJD, NA DE STEKER UIT HET STOPCONTACT TE HEBBEN GETROKKEN, DE VOEDINGSKABEL DOOR. MAAK DE VOOR KINDEREN GEVAARLIJKE DELEN (SLUITINGEN, DEUREN ENZ.) ONGEVAARLIJK. HET APPARAAT MOET NAAR EEN CENTRUM VOOR EEN GESCHEIDEN AFVALVERWERKING WORDEN GEBRACHT.
BIJ STORINGEN MOET U HET APPARAAT VAN HET ELEKRICITEITSNET LOSKOPPELEN EN DE WATERKRAAN SLUITEN. VERVOLGENS MOET U EEN BEVOEGD TECHNICUS RAADPLEGEN.
GEBRUIK GEEN TIJDENS HET TRANSPORT BESCHADIGDE APPARATEN! RAADPLEEG, BIJ TWIJFEL, UW WEDERVERKOPER. HET APPARAAT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD EN AANGESLOTEN OVEREENKOMSTIG DE DOOR DE FABRIKANT VERSTREKTE INSTRUCTIES OF DOOR BEVOEGD PERSONEEL.
HET APPARAAT MOET DOOR VOLWASSENEN WORDEN GEBRU IKT.
ERVOOR DAT KINDEREN UIT DE BUURT BLIJVEN EN ER N IET MEE SPELEN. HOUD KINDEREN UIT DE BUURT VAN AFWASMIDDELEN EN DE GEOPENDE VAATWASSERDEUR. DE VERPAKKINGSMATERIALEN (PLASTIC ZAKKEN, POLYSTYROL, METALEN DELEN ENZ.) MOETEN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN WORDEN GEHOUDEN. HOUD KINDEREN UIT DE BUURT VAN DE GEOPENDE VAATWASSER; IN HET APPARAAT ZOUDEN ZICH NOG RESTEN AFWASMIDDEL KUNNEN BEVINDEN DIE ONHERSTELBARE SCHADE AAN DE OGEN, DE MOND EN KEEL KUNNEN VEROORZAKEN, EN ZELFS TOT DE DOOD DOOR VERSTIKKING KAN LEIDEN.
GEBRUIK GEEN OPLOSMIDDELEN ZOALS ALCOHOL EN TERPENTINE IN HET APPARAAT DIE TOT ONTPLOFFINGEN KUNNEN LEIDEN.
PLAATS GEEN MET AS, WAS OF VERF BEVUILDE VAAT IN HET APPARAAT.
ZORG
5
Aanwijzingen
DE VAATWASSER KAN KANTELEN ALS GEVOLG VAN HET LEUNEN OF ZITTEN OP DE OPEN DEUR, MET ALLE RISICO'S VAN DIEN VOOR DE PERSONEN.
DRINK, NA BEËINDIGING VAN HET WASPROGRAMMA EN VOOR HET DROGEN, NIET VAN HET EVENTUEEL IN DE VAAT OF DE VAATWASSER ACHTERGEBLEVEN WATER.
MESSEN EN ANDER KEUKENGEREI MET SCHERPE PUNTEN MOETEN MET DE PUNT NAAR BENEDEN IN DE CONTAINER WORDEN GEZET OF HORIZONTAAL IN DE BOVENSTE KORF GELEGD, WAARBIJ U ERVOOR MOET OPLETTEN DAT U ZICH NIET VERWONDT EN DAT ZE NIET UIT DE CONTAINER NAAR BUITEN STEKEN.
MET ACQUASTOP UITGEVOERDE MODELLEN
ACQUASTOP IS EEN INRICHTING DIE BIJ LEKKAGES OVERSTROMINGEN VOORKOMT. NA DE INTERVENTIE VAN DE ACQUASTOP MOET EEN BEVOEGD TECHNICUS WORDEN GERAADPLEEGD OM DE OORZAAK VAN DE STORING OP TE SPOREN EN TE VERHELPEN. BIJ DE MET ACQUASTOP UITGEVOERDE MODELLEN BEVAT DE TOEVOERSLANG EEN ELEKTROMAGNETISCHE KLEP.
ELEKTROMAGNETISCHE KLEP NIET IN HET WATER VALLEN.
BESCHADIGING VAN DE TOEVOERSLANG MOET U HET APPARAAT LOSKOPPELEN VAN DE WATERLEIDING EN HET ELEKTRICITEITSNET.
SNIJD DE SLANG NIET DOOR EN LAAT DE
BIJ
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET HET APPARAAT KORT WORDEN UITGEPROBEERD OVEREENKOMSTIG DE HIERNA VERSTREKTE INSTRUCTIES. ALS HET APPARAAT NIET MOCHT FUNCTIONEREN MOET U HET VAN DE ELEKTRICITEITSNET LOSKOPPELEN EN DE DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE DIENST WAARSCHUWEN.
NIET OM HET APPARAAT TE REPAREREN.
DE VAATWASSER BEANTWOORDT AAN ALLE DOOR DE GELDENDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OPGELEGDE EISEN MET BETREKKING TOT ELEKTRISCHE APPARATEN. EVENTUELE TECHNISCHE CONTROLES MOGEN UITSLUITEND DOOR GESPECIALISEERD EN ERKEND PERSONEEL WORDEN UITGEVOERD:
PERSONEEL, ZULLEN DE GARANTIE DOEN VERVALLEN EN KUNNEN EEN BRON VAN GEVAAR VOOR DE GEBRUIKER WORDEN.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
REPARATIES UITGEVOERD DOOR NIET ERKEND
worden gesteld voor letsel aan personen of
PROBEER
schade aan zaken als gevolg van het niet opvolgen van de bovenstaande voorschriften of als gevolg van werkzaamheden op ook een enkel deel van het apparaat of door het gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.
6
Instructies Voor de Installateur
2. Installatie en inbedrijfstelling
Verwijder de polystyrol korfblokkeringen. Plaats het apparaat op de daarvoor bestemde. De vaatwasser kan met de zijkanten of de achterkant tegen meubels of wanden worden geplaatst. Als de vaatwasser naast een warmtebron wordt geplaatst moet een warmteïsolerende wand worden geplaatst om oververhitting en een slechte werking te voorkomen. Voor de stabilteit moeten de inbouwapparaten voor onderbouw of integratie uitsluitend onder ononderbroken werkbladen worden geplaatst en aan de ernaast geplaatste meubels worden vastgeschroefd. Om de inbouw te vergemakkelijken kunnen de toevoer- en afvoerslangen in alle richtingen worden gedraaid; zorg ervoor dat ze niet worden geknikt of afgeklemd en dat ze niet te strak gespannen komen te staan. Voor de passage van de buizen en de voedingskabel is een gat nodig van minimaal Ø 8 cm.
Zet het apparaat waterpas op de grond met behulp van de regelbare voetjes. Dit is vereist voor de correcte werking van de vaatwasser.
Aleen voor de vrijstaande modellen: wanneer het apparaat niet in een nis is geplaatst en dus vanaf een zijkant toegankelijk is, moet u, om veiligheidsredenen, de kant van het deurscharnier bekleden (gevaar voor verwondingen). De bekledingen zijn beschikbaar als accessoire bij de gespecialiseerde wederverkopers of de Technische Servicedienst.
Sommige modellen hebben een centrale regelbare voet achter die met behulp van een schroef onderaan de voorkant van het apparaat kan worden afgesteld.
2.1 Aansluiting op de waterleiding
Voorkom het risico van verstoppingen of beschadigingen: als de
waterleiding nieuw is of langdurig ongebruikt gebleven, moet u, voordat u de aansluiting op de waterleiding uitvoert, controleren of het water helder is en zonder vervuiling om schade aan het apparaat te voorkomen.
Gebruik voor de aansluiting van de vaatwasser op de waterleiding, uitsluitend nieuwe slangen; gebruik nooit oude of reeds gebruikte slangen.
7
Instructies Voor de Installateur
AANSLUITING OP DE WATERKRAAN
Sluit de toevoerslang, na plaatsing van het bij de vaatwasser geleverde filter A, aan op een koudwaterkraan met een schroefdraad van ¾" gas.
hand stevig vast en draai hem nog circa een kwartslag na met een tang.
Bij de met ACQUASTOP uitgeruste modellen is het filter al in de ring met schroefdraad aangebracht.
Draai de slang met de
De vaatwasser kan worden gevuld met water van gebruik van warm water zal de wastijd met circa 20 minuten worden teruggebracht, hoewel de efficiëntie iets minder zal zijn. De aansluiting moet worden uitgevoerd op de warmwaterleiding van het huis en op dezelfde wijze als beschreven voor het koude water.
AANSLUITING OP DE AFVOER
Plaats de afvoerslang in een afvoerpijp met een minimum­diameter van ook in de gootsteen worden gehangen met behulp van de bijgesloten slanghouder, waarbij er echter voor moet worden opgelet dat hij niet wordt geknikt of afgeklemd. Het is belangrijk dat de slang niet kan losraken en vallen. Om deze reden heeft de slanghouder een gat waarmee hij met behulp van een touwtje aan de pijp of kraan kan worden bevestigd. Het vrije eind moet op een hoogte tussen de 30 en aangebracht en mag nooit onder water staan. Horizontaal geplaatste verlengstukken mogen maximaal 3 m lang zijn en in dat geval moet de afvoerslang maximaal 85 cm van de grond af worden aangebracht.
4 cm;
de slang kan
maximaal 60°C.
100 cm
worden
Bij
2.2 Elektrische aansluiting
Steek de steker in een passend stopcontact en in overeenstemming met de instructies van hfst. "1. Aanwijzingen voor veiligheid en gebruik".
8
Instructies Voor de Gebruiker
3. Beschrijving van het bedieningspaneel
3.1 Het bedieningspaneel
Alle bedieningsorganen en controle-instrumenten van de vaatwasser zijn samengebracht op het bedieningspaneel aan de voorzijde.
1
DRUKKNOP
2
DRUKKNOP
3
DRUKKNOP
4
DRUKKNOP
5
DRUKKNOP
6
CONTROLELAMPJE
7
CONTROLELAMPJE’S
8 INFORMATIEDISPLAY
9
WEGGEWERKTE HANDGREEP OPENING DE DEUR
ON/OFF
PROGRAMMAKEUZE (P1...P5)
ECO DROGEN
UITSTEL PROGRAMMA
START/PAUZE
INSCHAKELEN
PROGRAMMA’S
3.2 Het informatiedisplay
De vaatwasser is met een praktische
INSCHAKELEN
Met de controlelampje zal op de van de vaatwasser.
ON/OFF (1)
(6)
DISPLAY (8)
DISPLAY
alle informatie over de geprogrammeerde functies.
drukknop schakelt u de vaatwasser in en gaat het
branden. Ongeveer
een melding verschijnen afhankelijk van de staat
uitgerust voor de weergave van
3 seconden
na deze handeling
9
PROGRAMMATABEL
PROGRAMMA SELECTIE
WEKEN
KORT
ECO
(*)
DAGELIJKS
ZWAAR
DELICAAT
+
BIO
+
NORMAAL
+
DROGEN
EC O
(FACULTA TIEF)
_
_
AARD EN GRAAD VAN
V ERV UILI NG V AN DE VA AT
PANNEN EN COUVERTS
IN AFW ACH TING
VAN VOLTOOI IN BELADIN G
WEINIG VUILE VAAT
MET “VERSE BEVUILING”
ZONDER OPGED ROOGDE R ESTEN
WEINIG VUIL E
PANNEN EN COUVERTS
MAAR MET OPGEDROOGDE RESTEN
NORMAAL VUILE VAAT
MET NORMALE BEVUILING
ZONDER OPGED ROOGDE R ESTEN
BIJZONDER VUILE
PANNEN EN COUVERTS
WEINIG VUIL E COUVER TS
VUILE PANNEN EN COUVERTS MET OPGEDROOGDE RESTEN
VUILE PANNEN EN COUVERTS MET OPGEDROOGDE RESTEN
AFWIKKELI NG PROGRAMM A
VOORWASSEN WASSEN KOUD
KOUD
_
_
_
_
KOUD
KOUD
KOUD
_ _ _ _
38°C JA 58°C
55°C JA 68°C JA
65°C JA 68°C JA
70°C
45°C JA 68°C JA
55°C JA 68°C JA
65°C
SPOELEN
JA
JA
WARM
SPOELEN
68°C
68°C
DROGEN
_
JA
JA
Gebruik het weken uitsluitend bij een gedeeltelijke belading.
(*) Referentieprogramma volgens de EN 50242
norm.
(-) Niet voorzien.
Als het deurtje van de vaatwasser niet, of niet goed gesloten is zal de INFORMATIEDISPLAY (8) melden dat het starten niet mogelijk is.
Voor meer informatie omtrent het gebruik en onderhoud van de vaatwasser moet u het bijgesloten handboek aandachtig lezen.
SUPER
+
In de programma’s waar het symbool wordt aangegeven kunt u de
BIJZONDER VUILE
PANNEN EN COUVERTS
MET OPGEDROOGDE RESTEN
45°C 70°C
ECO droogfunctie
JA
68°C
JA
kiezen. Op deze wijze wordt het ventilatiesysteem geactiveerd dat het mogelijk maakt de vaat met lagere temperaturen te drogen (energiebesparing). Bij gebruik van deze optie zal het programma langer duren.
19 592 0001 03
Instructies Voor de Gebruiker
PROGRAMMERING
Op dit model vaatwasser zijn alle programmeringshandelingen slechts mogelijk bij een gesloten deur. Bij een geopende deur verschijnen de
DISPLAY (8)
de programmering gedoofd.
SELECTIE VAN HET PROGRAMMA
Wanneer u de drukknop die hoort bij het geselecteerde programma indrukt (zie tabel) zal het bijhorende controlelampje gaan branden ter bevestiging van de uitgevoerde handeling en zal op de voorziene tijsduur van het programma verschijnen met een indicatie van de uren en minuten (“
symbolen -- en blijven de
h.mm
”).
CONTROLELAMPJES (7)
Het programma kan worden geselecteerd met behulp van de bijbehorende drukknoppen
DISPLAY (8)
(2)
voor
.
de
10
STARTEN VAN HET PROGRAMMA
Op dit punt kunt u de machine starten met de druktoets. Gedurende enkele seconden, tot de tekst “ te knipperen en u een biep ter bevestiging hoort. Vanaf dat moment zal de duur van de cyclus op de tijsduur, die tijdens de cyclus wordt aangepast, is “indicatief”, want beïnvloed door de wasomstandigheden, zoals de hoevelheid en aard van de vaat, de aanvoertemperatuur van het water enz. Het is daarom normaal wanneer u tijdens de uitvoering van het programma aanpassingen ziet (toename of afname van de minuten) vooral tijdens de overgang van de ene naar de andere fase (bijvoorbeeld van het wassen naar het spoelen).
EIND VAN HET PROGRAMMA
Het eind van het wasprogramma wordt aangekondigd door een kort geluidssignaal en de tekst “ van de toetsen van het programma indrukt zal de tekst “ display en is de vaatwasser klaar om een nieuwe cyclus uit te voeren. Hetzelfde gebeurt wanneer u de deur opent en weer sluit of wanneer u de machine uit-en weer inschakelt.
DISPLAY (8)
End
” op de
afnemen. De hier afgebeelde
DISPLAY (8).
START/PAUZE (5)
Time to end
Wanneer u één
End
“ begint
” van de
Instructies Voor de Gebruiker
ONDERBREKING VAN EEN PROGRAMMA
Om een lopend programma te onderbreken, moet u:
Toets
WIJZIGEN VAN HET PROGRAMMA
Om een lopend programma te wijzigen moet u:
Het lopende programma onderbreken (zie “
Het nieuwe programma selecteren;
Toets
ANNULLERING VAN EEN PROGRAMMA
Om een lopend programma te annuleren moet u hem eerst onderbreken (zie “
START/PAUZE (5)
tot de tekst “
Time to end
enkele seconden lang ingedrukt houden
“ blijft branden op de display (biep ter
bevestiging) nu kunt u de cyclus weer opnieuw laten starten of:
O
NDERBREKING V AN EEN
PROGRAMM A
”);
START/PAUZE (5)
nogmaals indrukken om het nieuwe
programma te laten starten.
O
NDERBREKING VAN EEN PROGRAMMA
”).
Op dit punt moet u tegelijkertijd de totsen P1+
P2
indrukken om de eerste drie programma­controlelampjes te laten branden.
Op de display zal de tekst “P0” verschijnen en zal de vaatwasser automatisch naar het eind van de cyclus gaan en het water uit de kuip pompen (tijdens deze fase zal de tekst “ Wanneer de afvoer is beëindigd verschijnt de tekst “
Time to end
End
” knipperen).
“ van het eind
van de cyclus.
Wanneer tijdens de werking de deur wordt geopend, zal bij het sluiten ervan het programma opnieuw moeten worden gestart zoals beschreven onder punt “S
TARTEN VAN HET PROGRAM MA
”. Het programma zal worden
hervat vanaf het punt waarop het werd onderbroken.
Wanneer de temperatuur in de kuip de 50°C overschrijdt zal het programma na ongeveer 30 seconden worden hervat.
Als het deurtje van de vaatwasser niet, of niet goed gesloten is zal de INFORMATIEDISPLAY (8) melden dat het starten niet mogelijk is.
11
Instructies Voor de Gebruiker
TABEL VOOR CONTROLE-INSTITUTEN
Controlenorm EN 50242
Vergelijkbaar programma BIO Belading 10 couverts Soort afwasmiddel B Dosering afwasmiddel 25 g Regeling glansspoelmiddel Afhankelijk van de modellen 3/4 o 4/6
EN 50242
De bovenste korf moet in de laagste stand worden gezet.
12
3.3 Wasprogramma's
De vaatwasser is uitgerust met een bedieningspaneel en een
INFORMATIEDISPLAY (8)
het inschakelen, uitschakelen en de programmering kunnen worden uitgevoerd.
Alvorens een wasprogramma te starten moet u controleren of:
• de waterkraan geopend is;
• er regeneratiezout in het reservoir aanwezig is;
• er voldoende afwasmiddel in het bakje is gedaan;
• de korven op de juiste wijze zijn beladen;
• de sproeiarmen vrij, onbelemmerd kunnen draaien;
• de deur van de vaatwasser goed is gesloten.
waarmee alla handelingen noodzakelijk voor
Instructies Voor de Gebruiker
UITSTEL VAN HET PROGRAMMA
Met behulp van drukknop van het wasprogramma tot maximaal mogelijk om de vaatwasser op het voor u meest geschikte tijdstip te laten werken. Wanneer u meerdere malen toets
PROGRAMMA (4)
wenst dat het starten van het wasprogramma wordt uitgesteld verschijnen, met een maximum van 12 uur.
Op de display vindt u meer specifiek de volgende informatie.
Wanneer u eenmaal het uitstel heeft gekozen, gaat u over tot het starten van het programma druk de toets lang in tot het symbool van de klok begint te knipperen. De machine zal een voorwasprogramma uitvoeren waarna het eerder ingestelde “uitstel van het programma“ wordt ingeschakeld.
Wanneer u bij een ingeschakeld programma de geprogrammeerde start wenst te annuleren moet u:
toets
toets
drukknop
STAR/PAUZE (5)
het symbool van de klok op de display blijft branden;
UITSTEL PROGRAMMA (4)
annulering van de geprogrammeerde start (het symbool van de klok gaat uit);
starten.
indrukt zal op de display het aantal uren waarmee u
STAR/PAUZE (5)
UITSTEL PROGRAMMA (4)
12 uur
uitstellen. Dit maakt het
START/PAUZE (5)
enkele seconden lang ingedrukt houden tot
meerdere malen indrukken tot de
indrukken om het programma te
kunt u het begin
UITSTEL
enkele seconden
N.B.:
U kunt de geprogrammeerde start niet selecteren indien het
programma reeds is gestart.
13
Instructies Voor de Gebruiker
OM ENERGIE TE BESPAREN! … EN VOOR HET BEHOUD VAN HET MILIEU
• Probeer om de vaatwasser altijd volledig gevuld te gebruiken.
Was de vaat niet onder stromend water.
Gebruik het voor de aard van de vaat meest geschikte programma.
• Spoel niet vooraf eerst af.
• Sluit, indien mogelijk, de vaatwasser aan op een warmwaterleiding
tot 60°C. Sluit, indien mogelijk het drogen uit en laat de deur op het eind
van het wasprogramma halfopen staan, de lucht en de restwarmte zullen de vaat op perfecte wijze drogen.
OM HET AFWASMIDDELVERBRUIK TE BEPERKEN! … EN VOOR HET BEHOUD VAN HET MILIEU
De in de afwasmiddelen voor vaatwassers aanwezige fosfaten vormen een probleem voor het milieu. Om een overmatig afwasmiddel- en stroomverbruik te voorkomen, raden wij aan om:
• de delicate vaat te scheiden van vaat die beter bestand is tegen
agressieve afwasmiddelen en hoge temperaturen;
• het afwasmiddel niet rechtstreeks op de vaat te gieten.
14
VERWIJDEREN VAN DE VAAT
Na beëindiging van het wasprogramma moet u tenminste wachten alvorens de vaat er uit te halen, om hem te laten afkoelen. Om te voorkomen dat eventuele in de bovenste korf achtergebleven waterdruppels op de nog in de onderste korf achtergebleven vaat vallen, wordt het bovenste korf leeg te halen.
EXTRA FUNCTIES
Het elektronische controlesysteem maakt een aanpassing aan de persoonlijke voorkeur mogelijk dankzij een niet-rechtstreeks toegankelijke programmeringsprocedure die het mogelijk maakt om: Het hardheidsniveau van het water te regelen (zie “
ONTHARDER
aangeraden
”).
om eerst de onderste korf en daarna pas de
20 minuten
R
EGELING VAN DE
Instructies Voor de Gebruiker
Om toegang te hebben tot de programmeeromgeving moet de
ingeschakeld
zijn
de drukknop
en deur zijn geopend, op dit punt moet u:
ECO DROGEN (3)
ingedrukt houden tot op de display
machine
het symbool H verschijnt, gevolgd door het nummer 3, > H3;
de drukknop
UITSTEL PROGRAMMA (4)
meerdere malen indrukken om het regelniveau te selecteren, afhankelijk van de hardheid van het water (
de drukknop
START/PAUZE (5)
H0, H1, H2, H3, H4, H5
indrukken om de keuze te
);
bevestigen en terug te keren naar het menu voor de instelling van de programma’s.
N.B.:
Na 2 minuten wordt het menu voor de instelling van de parameters
automatisch afgesloten.
De voor deze parameter ingevoerde waarde zal aan de hand van de volgende tabel bepalen of aan het eind van de wascyclus een
regenratie
moet worden uitgevoerd.
TABEL HARDHEID VAN HET WATER
HARDHEID VAN HET WATER
Duitse graden (°dH) Franse graden (°dF)
< 9° < 15° H0 niet uitgevoerd < 15° < 25° H1 < 23° < 40° H2 < 34° < 60° H3 < 46° < 80° H4 < 58° < 100° H5
REGELING REGENERATIE
6 cycli
om de om de om de om de
na iedere cyclus
5 cycli 3 cycli
2 cycli
uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd
uitgevoerd
Vraag het waterleidingbedrijf om de informatie betreffende de hardheidsgraad van het water.
N.B.:
met
cyclus
wordt een wasprogramma bedoeld.
15
Instructies Voor de Gebruiker
4. Gebruiksinstructies
Na de vaatwasser op correcte wijze te hebben geïnstalleerd zijn de volgende handelingen noodzakelijk om hem te kunnen gebruiken:
Regeling van de ontharder;
Vullen met het regeneratiezout;
Vullen met glansspoelmiddel en afwasmiddel.
4.1 Gebruik van de waterontharder
De hoeveelheid kalk in het water (hardheidsgraad van het water) is verantwoordelijk voor de witte vlekken op de opgedroogde vaat, die, na verloop van tijd mat zullen worden. De vaatwasser is uitgerust met een automatische ontharder die met gebruikmaking van hiervoor specifiek bestemd regeneratiezout, de hardheids-elementen uit het water onttrekt. De vaatwasser is in de fabriek afgesteld op een hardheidsgraad van 3 (gemiddelde hardheid
Bij gebruik van gemiddeld hard water zal het zout na ongeveer
wasbeurten
heeft een capaciteit van ongeveer zijn uitgerust met een venster voor het ontbreken van het zout. In deze modellen bevat de dop van het zoutreservoir een groene drijver die bij het verminderen van de zoutconcentratie in het water zal gaan zakken. Wanneer de groene drijver niet meer zichtbaar is door de doorzichtige dop moet het regeneratiezout worden bijgevuld. Het reservoir bevindt zich onderin de vaatwasser. Na de onderste korf te hebben verwijderd moet u de dop van het reservoir linksom losdraaien en het zout met behulp van de met de vaatwasser geleverde trechter toevoegen. Alvorens de dop weer vast te draaien moet u eventuele zoutresten bij de opening verwijderen.
41-60°dF – 24-31°dH
moeten worden bijgevuld. Het reservoir van de ontharder
).
1,5 Kg
grof zout. Sommige modellen
ZOUT
20
16
• Bij de eerste inwerkingstelling van de vaatwasser dient u, afgezien
van het zout, tevens een liter water in het reservoir te gieten.
• Controleer altijd na het vullen van het reservoir of de dop goed is
afgesloten. Het mengsel van water en afwasmiddel mag het
reservoir niet binnendringen daar dit werking van het regeneratiesysteem zal beïnvloeden. In dat geval is de garantie niet meer geldig.
• Gebruik uitsluitend regeneratiezout voor vaatwassers voor
huishoudelijk gebruik. Vul, bij gebruik van zouttabletten, het reservoir niet volledig af.
Instructies Voor de Gebruiker
• Gebruik geen keukenzout, omdat dit niet-oplosbare substanties
bevat die na verloop van tijd het onthardingssysteem kunnen beschadigen.
Vul, indien noodzakelijk, het zout bij vóór u het wasprogramma
start; op deze wijze zal de overtollige zoutoplossing onmiddellijk door het water worden verwijderd; een langdurige aanwezigheid van zout water in de waskuip kan tot corrosievorming leiden.
Let ervoor op dat u het zout niet met het afwasmiddel verwisselt: de aanwezigheid van afwasmiddel in het zoutreservoir zal de ontharder beschadigen.
REGELING MET KEUZESCHAKELAAR
De vaatwasser is uitgerust met een inrichting die het mogelijk maakt om de regeling van de ontharder aan te passen aan de hardheid van het vulwater.
Aan de binnezijde van de plastic ring op de vaatwasser.
rechterzijkant
in de
17
Instructies Voor de Gebruiker
TABEL HARDHEID VAN HET WATER
HARDHEID VAN HET WATER
Duitse graden (°dH) Franse graden (°dF)
0 - 4 0 - 7 Staand nr. 1 GEEN ZOUT
5 - 9 8 - 15 Staand nr. 1 10 - 17 16 - 30 Staand nr. 2 18 - 26 31 - 45 Staand nr. 3 27 - 35 46 - 60 Staand nr. 4 36 - 47 61 - 80 Staand nr. 5
Vraag het waterleidingbedrijf om de informatie betreffende de hardheidsgraad van het water.
REGELING
18
4.2 Gebruik van de doseerbakjes voor het glansspoelmiddel en het afwasmiddel
De doseerbakjes voor het afwasmiddel en het glansspoelmiddel bevinden zich aan de binnenkant van de deur: links dat van het afwasmiddel en rechts dat van het glansspoelmiddel.
Uitgezonderd het WEEK programma, moet het afwasmiddelbakje vóór iedere wasbeurt met een geschikte dosis afwasmiddel worden gevuld. Het glansspoelmiddel hoeft alleen maar worden bijgevuld indien nodig.
Instructies Voor de Gebruiker
TOEVOEGING VAN HET GLANSSPOELMIDDEL
Het glansspoelmiddel zal het opdrogen van de vaat versnellen en de vorming van vlekken en kalkafzettingen voorkomen; het wordt automatisch tijdens de laatste spoelbeurt aan het water toegevoegd vanuit het doseerbakje aan de binnenkant van de deur.
Om het glansspoelmiddel toe te voegen:
Open de deur.
Draai de dop van het reservoir ¼ slag linksom en verwijder hem.
Vul het glansspoelmiddel bij tot het bakje vol is (circa 140 c.c.). Het
venstertje naast de dop moet helemaal donker worden. Vul weer glansspoelmiddel bij als het venster lichter wordt of het controlelampje voor het ontbreken van het glansspoelmiddel gaat branden.
Plaats de dop weer terug en draai hem rechtsom.
Veeg het gemorste glansspoelmiddel met een doek af omdat dit tot
schuimvorming kan leiden.
REGELING VAN DE DOSERING VAN HET GLANSSPOELMIDDEL
De vaatwasser wordt in de fabriek op een gemiddelde waarde afgesteld. De dosering kan echter worden geregeld met behulp van de regelknop op de doseerder, de dosis zal proportioneel zijn aan de stand van de regelknop. De dosis moet worden verhoogd als de gewassen vaat mat is of ronde vlekken vertoont.
Voor de regeling van de dosering moet de dop van het reservoir ¼
slag linksom worden gedraaid en verwijderd.
Draai vervolgens met een schroevendraaier de regelaar van de
dosering in de gewenste stand.
Plaats de dop weer terug en draai hem rechtsom vast.
• De hoeveelheid glansspoelmiddel moet worden verhoogd als de
gewassen vaat mat is of ronde vlekken vertoont.
• Als de vaat daarentegen plakkerig aanvoelt of witte strepen vertoont
moet de hoeveelheid glansspoelmiddel worden verminderd.
19
Instructies Voor de Gebruiker
VULLEN MET AFWASMIDDEL
Om het deksel van het bakje te openen moet u drukknop P een weinig indrukken. Voeg het afwasmiddel toe en sluit het deksel zorgvuldig af. Tijdens het wassen zal het bakje automatisch worden geopend.
• Als het INTENSIEVE programma wordt geselecteerd, moet naast de
gewone dosis afwasmiddel een extra hoeveelheid in de bakjes G of H worden gedaan.
20
• Gebruik uitsluitend specifieke afwasmiddelen voor vaatwassers.
Het gebruik van afwasmiddelen van goede kwaliteit is van groot belang voor optimale wasresultaten.
• Bewaar het afwasmiddel in een gesloten verpakking op een droge
plek om de vorming van klonten die de wasresultaten nadelig zullen beïnvloeden, te voorkomen. Eenmaal geopend zullen de afwasmiddelen niet al te lang bewaard kunnen blijven omdat het afwasmiddel aan efficiëntie zal inboeten.
• Gebruik geen afwasmiddel voor de handafwas omdat de hoge
schuimproductie ervan de werking van de vaatwasser nadelig kan beïnvloeden.
• Zorg voor een goede dosering van het afwasmiddel. Te weinig
afwasmiddel zal leiden tot een onvolledige verwijdering van het vuil, terwijl een teveel ervan de efficiëntie niet zal verhogen, maar slechts verspilling is.
Instructies Voor de Gebruiker
• Er zijn vloeibare en afwasmiddelen in poedervorm in de handel, die
onderling verschillen voor wat betreft hun chemische samenstelling en die fosfaten kunnen bevatten of niet, die in dat geval zijn vervangen door natuurlijke enzymen.
Fosfaathoudende afwasmiddelen zijn voornamelijk actief tegen
-
vetten en amide bij temperaturen van meer dan 60°C. De enzymen bevattende afwasmiddelen zijn ook al bij lagere
-
temperaturen actief (vanaf 40 tot 55°C) en zijn biologisch beter afbreekbaar. Met dit type afwasmiddel kunnen bij lagere temperaturen dezelfde wasresultaten worden bereikt die anders pas bij programma's van 65°C mogelijk zouden zijn.
Voor het behoud van het milieu bevelen wij het gebruik aan van afwasmiddelen zonder fosfaten of chloor.
• Op de markt vinden we ook afwasmiddelen in de vorm van
tabletten, waarvan wordt verklaard dat ze het gebruik van zouten of glansmiddel overbodig maken. In bepaalde gevallen kunnen dergelijke afwasmiddelen niet doeltreffend blijken, vooral indien gebruikt met korte cycli en/of lage wastemperaturen. Bij problemen met de prestaties (bijv. een witte patina op de kuip of de vaat, slechte resultaten bij het drogen, resten op de vaat na het wassen) raden wij aan om weer terug te vallen op de traditionele producten (zout in korrels, wasmiddel in poedervorm, vloeibaar glansmiddel). Wij wijzen er echter op dat bij het terugkeren naar het gebruik van het traditionele zout een paar cycli nodig zullen zijn voordat de installatie weer volledig efficiënt zal werken; u kunt dus nog sporen van de witte patina op de kuip en de vaat vinden. Mocht het probleem zich herhalen, waarschuw dan de Technische Dienst van de Klantenservice.
• Wanneer u een afwasmiddel in de vorm van tabletten gebruikt (wij
raden het gebruik aan van drie afzonderlijke producten: afwasmiddel, zout en glansmiddel) moet u de tabletten in de bestekcontainer leggen. Het doseerbakje is ontworpen voor het gebruik van vloeibaar afwasmiddel of in poedervorm. Tijdens de wascyclus gaat het deurtje niet volledig open en een tabletje wordt daarom niet in zijn geheel afgegeven (gesmolten); dit zou kunnen leiden tot:
een onvoldoende hoeveelheid tijdens de cyclus afgegeven
-
afwasmiddel, met slechte wasresultaten; het samenpersen van het afwasmiddel in het doseerbakje en de
-
afgifte ervan tijdens het spoelen op het eind.
De aanwezigheid van, ook vloeibaar afwasmiddel, in het glansspoelmiddelreservoir zal de vaatwasser beschadigen.
21
Instructies Voor de Gebruiker
4.3 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen
Vóór de eerste ingebruikneming van de vaatwasser verdient het aanbeveling om eerst de onderstaande aanbevelingen met betrekking tot de aard van de te wassen vaat en de plaatsing ervan te lezen. Over het algemeen bestaan er geen beperkingen voor het wassen van de huishoudelijke vaat, maar in sommige gevallen moet met hun eigenschappen rekening worden gehouden.
Alvorens de vaat in de korven te plaatsen moet u:
• de grootste etensresten, zoals bijvoorbeeld botjes, graten enz. die de
filter zouden kunnen verstoppen en de waspomp beschadigen, verwijderen;
• de pannen of koekenpannen met op de bodem verbrande
etensresten laten weken om het vuil beter te laten loskomen; om ze vervolgens in de ONDERSTE KORF te zetten.
Om niet onnodig water te verspillen moet u de vaat vooraf niet onder stromend water wassen voordat u hem in de korven laadt.
Een correcte plaatsing van de vaat is een garantie voor goede wasresultaten.
LET OP!
• Controleer of de couverts goed stevig staan en niet kunnen omvallen
en de draaiing van de sproeiarmen tijdens de werking niet belemmeren;
• plaats geen hele kleine voorwerpen in de korven die bij het vallen de
sproeiarmen of de waspomp zouden kunnen blokkeren;
• vaat zoals bijv. kopjes, schotels, glazen, bekers en pannen moeten
altijd met de opening naar beneden en met eventuele holle kanten schuin worden gezet om het weglopen van het water te bevorderen;
• de verschillende delen van de vaat niet in elkaar zetten omdat ze
elkaar anders zouden afdekken;
• plaats glazen niet te dicht op elkaar omdat ze met elkaar in
aanraking zouden kunnen komen en breken. Ook kunnen zich vlekken vormen.
CONTROLEER of de vaat met de vaatwasser kan worden gewassen.
22
Instructies Voor de Gebruiker
Ongeschikte vaat voor het wassen in een vaatwasser:
• Houten pannen en couverts: kunnen beschadigd raken als
gevolg van de hoge wastemperaturen;
• handwerkproducten: zijn slechts zelden geschikt om te worden
gewassen in een vaatwasser. De relatief hoge watertemperaturen en het afwasmiddel kunnen ze beschadigen;
• plastic couverts: eventueel hittebestendige plastic couverts
moeten in de bovenste korf worden gewassen;
• couverts en voorwerpen van koper, tin, zink en messing:
hebben de neiging om vlekken te vormen;
• aluminium vaat: vaat van geanodiseerd aluminium kan
verkleuren;
• glas en kristal: over het algemeen kunnen glazen en kristallen
voorwerpen in de vaatwasser worden gewassen. Er bestaan echter glas- en kristalsoorten die na vele wasbeurten mat kunnen worden en hun transparantie verliezen; voor dit soort materiaal raden wij altijd aan om het minst agressieve programma van de programmatabel te kiezen;
• vaat met decoraties: de in de handel verkrijgbare gedecoreerde
voorwerpen zijn over het algemeen goed tegen het wassen in de vaatwasser bestand ook al is het mogelijk dat de kleuren na frequente wasbeurten vervagen, Bij twijfel over de bestendigheid van de kleuren verdient het aanbeveling om ongeveer een maand lang een paar elementen per keer te wassen.
23
Instructies Voor de Gebruiker
4.4 Gebruik van de korven
De vaatwasser heeft een capaciteit van opdienservies.
DE ONDERSTE KORF
De onderste korf ontvangt de maximale intensiteit van de werking van de onderste sproeiarm en is daarom bestemd voor de "moeilijkste" en vuilste vaat.
Alle mogelijke beladingscombinaties zijn toegestaan, op voorwaarde dat er bij de plaatsing van het servies, de pannen en de koekenpannen voor wordt gezorgd dat alle vuile oppervlakken worden blootgesteld aan de van onderen afkomstige waterstralen.
Om bij het laden van vaat van grote afmetingen de ruimte in de korf zo goed mogelijk te benutten zijn sommige modellen uitgerust met verstelbare bordensupporten.
10 couverts
Met vaste supports
inclusief het
24
Met verstelbare supporten
BELADING VAN DE ONDERSTE KORF
Plaats de platte, diepe, dessert- en dienborden zorgvuldig rechtop. De pannen, koekenpannen en bijbehorende deksels moet ondersteboven worden geplaatst. Zorg er bij het plaatsen van de diepe en dessertborden altijd voor dat er vrije ruimte tussen blijft.
Laadvoorbeelden:
Instructies Voor de Gebruiker
BESTEKCONTAINER
Het bestek moet gelijkmatig over de container worden verdeeld, met het handvat naar beneden gericht waarbij u goed moet opletten dat u zich niet bezeert aan de lemmetten van de messen. De container is bestemd voor alle soorten bestek, uitgezonderd bestek waarvan de lengte de bovenste sproeiarm hindert. Spanen, houten lepels en keukenmessen kunnen in de bovenste korf worden gelegd,
opletten dat de punt van de messen niet buiten de korf uitsteekt.
De bestekkorf is uitgerust met een onafhankelijke
verschuifbare flappen
exclusief systeem
combinaties mogelijk maken voor een optimale benutting van de beschikbare ruimte.
waarbij u ervoor moet
van onderling
, die meerdere nuttige
Horizontaal insteekstuk
gesloten
Horizontaal insteekstuk
geopend
Verticale
insteekstukken
Handeling voor het er uit trekken
van de insteekstukken
BOVENSTE KORF
Het wordt aangeraden om de bovenste korf te vullen met klein of middelgroot serviesgoed, zoals bijvoorbeeld glazen, kleine borden, koffie­en theekopjes, platte schotels en lichte, hittebestendige plastic voorwerpen. Bij gebruik van de bovenste korf in de laagste stand kunnen er ook dienborden in worden geplaatst, mits slechts licht bevuild. De bovenste korf beschikt over twee "bestekcontainer" flappen die naar wens kunnen worden geopend of gesloten. Zie de onderstaande afbeeldingen.
25
Instructies Voor de Gebruiker
BELADING VAN DE BOVENSTE KORF
Laad de borden met de holle zijde naar voren; kopjes en holle recipiënten moeten altijd met de opening naar beneden worden gezet. Aan de linkerkant van de mand kunt u op twee niveaus kopjes en glazen laden. In het midden kunt u borden en bordjes rechtop in de speciale supporten zetten.
Laadvoorbeelden:
REGELING VAN DE BOVENSTE KORF
De bovenste korf kan in persoonlijke behoeften en de hoogte van de in de onderste korf geplaatste vaat.
twee standen
worden gezet, afhankelijk van de
26
Ga hiervoor als volgt te werk:
draai de blokkeringen E van beide geleiders, rechts en links,
trek de korf eruit;
til de korf op en steek de laagste wielenparen in de geleiders;
zet de blokkeringen E weer terug in de beginstand.
90°
;
Instructies Voor de Gebruiker
5. Schoonmak en onderhoud
Vóór iedere ingreep moet u de elektrische voeding van het apparaat loskoppelen.
5.1 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen
Vermijd het gebruik van schure nde of bijtende sc hoonm aa kmiddele n.
De buitenoppervlakken en de contradeur van de vaatwasser moeten met regelmatige tussenpozen met een zachte met een normaal schoonmaakmiddel voor geverfde oppervlakken bevochtigde doek worden schoongemaakt. De pakkingen van de deur moeten met een vochtige spons worden schoongemaakt. Periodiek (één of twee keer per jaar) verdient het aanbeveling om al het vuil dat zich op de kuip en de afdichtingen heeft gevormd met een zachte doek en wat water te verwijderen.
SCHOONMAKEN VAN HET WATERTOEVOERFILTER
Het na de kraan geplaatste toevoerfilter voor het water A moet regelmatig worden schoongemaakt. Sluit de waterkraan, draai het uiteinde van de toevoerslang los, verwijder het filter A en maak hem voorzichtig onder een straal water schoon. Plaats het filter A weer in diens houder terug en draai de watertoevoerslang zorgvuldig vast.
SCHOONMAKEN VAN DE SPROEIARMEN
De sproeiarmen kunnen gemakkelijk worden verwijderd om de mondstukken periodiek te reinigen en mogelijke verstoppingen te voorkomen. Was ze onder een straal water en plaats ze weer zorgvuldig in hun houders terug
controleer of hun draaibeweging op geen enkele wijze wijze wordt belemmerd
Om de moet de stelring R worden losgedraaid.
.
bovenste
sproeiarm te verwijderen
en
27
Instructies Voor de Gebruiker
SCHOONMAKEN VAN DE TRANSLATIESPROEIARM
Om de TRANSLATIESPROEIARM te verwijderen moet u hem beetpakken en naar boven trekken, om zowel de sproeiarm als het buisstuk van de kuip los te maken en vervolgens de sproeier van het buisstuk te verwijderen. Was zowel het buisstuk als de sproeiarm onder stromend water. Bevestig de sproeiarm weer op het buisstuk en monteer het geheel weer terug op zijn plek op de kuip.
Na voltooiing van de montage moet u controleren of de arm vrij kan draaien (draai hem met de hand een paar keer rond) en of het buisstuk ongehinderd heen en weer kan bewegen.
het geval is moet u controleren of ze correct zijn gemonteerd.
SCHOONMAKEN VAN DE FILTERGROEP
Het verdient aanbeveling om regelmatig het centrale filter H te
controleren en, indien noodzakelijk, schoon te maken. Om het filter te verwijderen moet u de handgreep beetpakken, linksom draaien en naar boven trekken.
Druk van onderen tegen het centrale filter H om hem uit het microfilter
te verwijderen.
Scheid de twee delen waaruit het plastic filter bestaat door op de door
de pijl aangegeven plaats tegen het lichaam van het filter te drukken.
Verwijder het centrale filter door hem naar boven te trekken.
Wanneer dit niet
28
Instructies Voor de Gebruiker
WAARSCHUWINGEN EN AANBEVELINGEN VOOR EEN GOED ONDERHOUD:
• De filters moeten met een harde borstel onder een waterstraal
worden schoongemaakt. Het is absoluut noodzakelijk dat de filters zorgvuldig worden
schoongemaakt overeenkomstig de bovenstaande aanwijzingen: de vaatwasser kan niet functioneren als de filters verstopt zijn. Plaats de filters weer zorgvuldig terug in hun houders, om
schade aan de waspomp te voorkomen.
ALS DE VAATWASSER LANGDURIG BUITEN GEBRUIK BLIJFT:
• Voer twee keer achter elkaar het weekprogramma uit.
• Trek de steker uit het stopcontact.
• Laat de deur op een kier om te voorkomen dat er zich vieze
luchtjes in de waskuip vormen.
• Vul de doseerder met glansspoelmiddel.
• Sluit de waterkraan.
ALVORENS DE VAATWASSER NA EEN LANGDURIGE PERIODE VAN STILSTAND IN GEBRUIK TE NEMEN:
• controleer of er zich geen bezinksel of roest in de slangen heeft
gevormd, laat in dat geval het water een paar minuten lang uit de kraan stromen.
• Steek de steker weer in het stopcontact.
• Breng de aanvoerslang weer aan en open de kraan.
KLEINE STORINGEN OPLOSSEN
In sommige gevallen is het mogelijk om zelf eventuele kleine storingen met behulp van de onderstaande instructies te verhelpen.
Controleer, als het programma niet start, of:
• de vaatwasser op het elekriciteitsnet is aangesloten;
• de levering van de elektrische stroom niet is onderbroken;
• de waterkraan is geopend;
• de deur van de vaatwasser op correcte wijze is gesloten;
Controleer, als er water in de vaatwasser achterblijft, of:
• er geen knik in de afvoerslang zit;
• de sifon van de afvoer niet verstopt is;
• de filters van de vaatwasser niet verstopt zijn.
29
Instructies Voor de Gebruiker
Controleer, als de vaat niet schoon wordt, of:
er (voldoende) afwasmiddel is ingevoerd;
• er regeneratiezout in het speciale reservoir zit;
• de vaat op de juiste wijze is geplaatst;
• het geselecteerde programma geschikt was voor het type en de
aard van vervuiling van de vaat;
• alle filters schoon zijn en op de juiste wijze in hun houders zijn
geplaatst;
• de wateropeningen van de sproeiarmen niet verstopt zijn;
• de draaiing van de sproeiarmen niet ergens door werd belemmerd.
Controleer, als de vaat niet droog wordt of mat blijft, of:
• er glansspoelmiddel in het daarvoor bestemde reservoir zit;
• de dosering ervan goed is ingesteld;
• de kwaliteit van het gebruikte afwasmiddel goed is en de
eigenschappen er niet van verloren zijn gegaan (bijv. als gevolg van een onjuiste opslag, met geopende verpakking).
Controleer, als de vaat strepen, vlekken … vertoont, of:
• de regeling van het glansspoelmiddel niet overmatig is.
30
Als er roestsporen zichtbaar zijn in de kuip:
• de kuip is van roestvrij staal en eventuele roestsporen moeten
daarom van buitenaf afkomstig zijn (stukjes roest afkomstig van de waterleiding, pannen, bestek enz.). In de handel kunt u speciale producten vinden om deze vlekken te verwijderen;
• controleer of u de juiste hoeveelheid afwasmiddel gebruikt.
Sommige afwasmiddelen kunnen agressiever zijn dan andere;
• controleer of u de dop van het zoutreservoir goed heeft afgesloten
en de waterontharder goed is ingesteld.
Als, nadat u de bovenstaande aanwijzingen heeft opgevolgd, de storingen zich mochten blijven voordoen, zult u de dichtstbijzijnde technische dienst moeten raadplegen.
LET OP: de door niet bevoegd personeel op het apparaat uitgevoerde werkzaamheden vallen niet onder de garantie en zijn voor rekening van de gebruiker.
Instructies Voor de Gebruiker
6. Oplossingen voor storingen in de werking
De vaatwasser is uitgerust met een auto-diagnose systeem dat een vooraf geprogrammeerde reeks van mogelijke storingen van de vaatwasser kan opsporen en signaleren.
TABEL VAN DOOR HET AUTO DIAGNOSE SYSTEEM GECONSTATEERDE STORINGEN
STORING BESCHRIJVING
E1
E2 - E9
E3
E4
E5
E6
E7
E8
De overstromingsbeveiliging (indien aanwezig) is in werking getreden.
Het systeem dat het waterniveau in de vaatwasser beperkt heeft ingegrepen.
De machine verwarmt het water niet.
De temperatuursonde is niet aangesloten.
De vaatwasser vult zich niet met water.
De machine pompt het water niet uit de kuip.
De vaatwasser is niet in staat om de hoeveelheid ingenomen water precies te Meten.
Afwijking in het watterdistributiesysteem van de korven.
De alarmen E1, E2, E3, E4, E8, E9 zullen leiden tot de "forcering"
van het lopende programma op het eind van de cyclus.
Den alarmen E5, E6 zullen het lopende programma onderbreken
en, wanneer de oorzaak eenmaal is verholpen, de uitvoering van het programma hervatten.
Het alarm E7 wordt afgebeeld op het eind van de cyclus die in ieder
geval wordt afgewerkt, omdat de werking van de vaatwasser er niet door wordt geschaad.
Om een alarm te "annuleren" moet u:
de deur openen en sluiten of de machine uit- en weer inschakelen.
Nu kunt u de vaatwasser weer opnieuw programmeren.
Wanneer het probleem niet mocht zijn opgelost moet u zich tot de erkende Technische Servicedienst wenden.
31
Instructies Voor de Gebruiker
TECHNISCHE GEGEVENS
Breedte
Diepte, gemeten vanaf de buitenzijde van het bedieningspaneel
Hoogte
Capaciteit Druk van het toevoerw ater Elektrisch e gegevens
447 ÷ 449 mm Vrijstaand: 600 mm
Geïntegreerd: 590 mm Vrijstaand van 850 mm tot 870 mm
Geïntegreerd van 820 mm tot 870 mm 10 Standaardcouverts Min. 50 – max. 900 Kpa (min. 0.5 – max. 9 bar) Zie het typeplaatje
32
1
2
3
570
- 170
100 - 170100
3
448
90
550
60
130
- 870
min. 570min.
820 - 870820
450
570
1
4
5
m 0,5
min. 0,5 mmin.
m 0,4
min. 0,4 mmin.
m
1,10
max. 1,10 mmax.
820-
820-
870
870
0,3-10 bar0,3-10 bar
820-870
2
1/2”
S N SF
3/4”
1,14 m1,14 m 1,25 m1,25 m 1,23 m1,23 m 1,50 m1,50 m
1,78 m1,78 m 1,66 m1,66 m
6
3x16
0,3-10 bar0,3-10 bar
6
4
m 0,4
min. 0,4 mmin.
m
0,00
min. 0,00 mmin.
5
820-
820-
870
870
7
8
7
8
10
9
9
Superficie interna
Superficie interna
interne
Surface interne
Surface
surface
Inner
Inner surface
Innenfläche
Innenfläche
11
11
Lato superiore
Lato superiore
supérieure
Bord supérieure
Bord
edge
Upper
Upper edge
Oberkante
Oberkante
10
12
1
12
13
13
16
15
15
14
14
14
8
10
Loading...