Gebruik van de waterontharder ___________________________________________________ 110
4.2 Gebruik van de doseerbakjes voor het glansspoelmiddel en het afwasmiddel ___________ 112
4.3 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen ___________________________________ 114
4.4 Gebruik van de korven ______________________________________________________ 115
5. Schoonmak en onderhoud _______________________________ 118
5.1 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen ___________________________________ 118
6. Oplossingen voor storingen in de werking ___________________ 121
Wij bedanken u dat u voor één van onze producten heeft gekozen.
Wij raden u aan om alle gebruiksinstructies in deze handleiding aandachtig door te lezen om op de
hoogte te zijn van de beste omstandigheden voor een correct en veilig gebruik van uw vaatwasser.
De volgorde van de afzonderlijke paragrafen zal u helpen om stap na stap alle functies van het
apparaat te leren kennen. de tekst is eenvoudig en verduidelijkt met gedetailleerde afbeeldingen.
U zult hier tevens praktische aanbevelingen vinden voor het gebruik van korven, sproeiarmen,
bakjes, filters, wasprogramma's en de juiste instelling van de bedieningsorganen.
Met de hier verstrekte aanbevelingen voor het reinigen zullen de prestaties van uw vaatwasser
ongetwijfeld gegarandeerd blijven.
In deze, eenvoudig te raadplegen handleiding, vindt u een antwoord op alle vragen die u mocht
hebben betreffende het gebruik van uw nieuwe vaatwasser.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: deze instructies zijn bestemd voor de
installateur
die is belast met de installatie, inbedrijfstelling en het uitproberen van het apparaat.
bevoegde
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: deze instructies omvatten de gebruiksinstructies, de
beschrijving van de bedieningsorganen en de juiste schoonmaak- en onderhoudshandelingen van
het apparaat.
99
Page 3
Aanwijzingen
1. Aanwijzingen voor veiligheid en gebruik
DEZE HANDLEIDING IS EEN WEZENLIJK ONDERDEEL VAN HET APPARAAT: HIJ DIENT ALTIJD IN ZIJN GEHEEL
SAMEN BIJ HET APPARAAT TE WORDEN BEWAARD. VÓÓR DE INGEBRUIKNEMING BEVELEN WIJ AAN OM DE IN
DEZE HANDLEIDING OPGENOMEN AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN. DE INSTALLATIE MOET DOOR
BEVOEGD PERSONEEL WORDEN UITGEVOERD MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN. DIT
APPARAAT IS BESTEMD VOOR EEN HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN BEANTWOORDT AAN DE MOMENTEEL VAN
TOEPASSING ZIJNDE
EN ELIMINEREN VAN RADIOSTORINGEN. HET APPARAAT IS ONTWIKKELD VOOR DE VOLGENDE
WERKZAAAMHEDEN:
ONEIGENLIJK TE WORDEN BESCHOUWD.
VOOR ENIG GEBRUIK DAT AFWIJKT VAN HETGEEN IS VOORZIEN.
HET TYPEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN DE MERKING IS ZICHTBAAR OP
DE RAND AAN DE BINNENKANT VAN DE DEUR.
MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN DE HUISELIJKE OMGEVING LIGGEN. VERDEEL DE
VERSCHILLENDE VAN DE VERPAKKING AFKOMSTIGE AFVALMATERIALEN EN BRENG ZE NAAR HET
DICHTSBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALINZAMELING.
RICHTLIJNEN 72/23 EEG, 897336 (INCLUSIEF 92/31),
HET WASSEN EN DROGEN VAN DE VAAT
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD
HET PLAATJE OP DE RAND AAN DE BINNENKANT VAN DE DEUR
MET INBEGRIP VAN HET VOORKOMEN
; IEDER ANDER GEBRUIK DIENT ALS
DE AARDAANSLUITING IS VERPLICHT OP DE DOOR DE VEILIGHEIDSNORMEN VOOR ELEKTRISCHE
INSTALLATIES VOORZIENE WIJZE.
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ENIG LETSEL AAN PERSONEN OF
SCHADE AAN ZAKEN ALS GEVOLG VAN EEN ONTBREKENDE OF GEBREKKIGE AARDAANSLUITING.
BIJ AANSLUITING VAN HET APPARAAT OP HET ELEKTRICITEITSNET ZONDER GEBRUIK VAN EEN STEKKER,
MOET EEN MEERPOLIGE SCHEIDINGSINRICHTING WORDEN AANGEBRACHT MET EEN MINIMALE
CONTACTOPENING VAN 3 MM.
DE OP DE VOEDINGSKABEL AAN TE BRENGEN STEKER EN HET BIJBEHORENDE STOPCONTACT DIENEN VAN
HETZELFDE TYPE TE ZIJN EN TE BEANTWOORDEN AAN DE GELDENDE NORMEN. CONTROLEER OF DE
SPANNINGS- EN FREQUENTIEWAARDEN VAN HET NET OVEREENSTEMMEN MET DIE VERMELD OP HET
TYPEPLAATJE. VERMIJD HET GEBRUIK VAN ADAPTERS OF AFLEIDINGEN.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKER UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN.
•NA DE INSTALLATIE MOET DE STEKER TOEGANKELIJK BLIJVEN.
•EEN BESCHADIGDE VOEDINGSKABEL MOET DOOR EEN BEVOEGD TECHNICUS WORDEN VERVANGEN.
BIJ PLAATSING VAN HET APPARAAT OP VLOEREN MET VLOERBEDEKKING MOET U CONTROLEREN OF DE
OPENINGEN AAN DE ONDERZIJDE NIET WORDEN AFGESLOTEN.
100
SCHAKEL DE VAATWASSER NA IEDER GEBRUIK UIT OM STROOMVERSPILLING TE VOORKOMEN.
HET AFGEDANKTE APPARAAT MOET ONBRUIKBAAR WORDEN GEMAAKT. SNIJD, NA DE STEKER UIT HET
STOPCONTACT TE HEBBEN GETROKKEN, DE VOEDINGSKABEL DOOR. MAAK DE VOOR KINDEREN GEVAARLIJKE
DELEN (SLUITINGEN, DEUREN ENZ.) ONGEVAARLIJK. HET APPARAAT MOET NAAR EEN CENTRUM VOOR EEN
GESCHEIDEN AFVALVERWERKING WORDEN GEBRACHT.
BIJ STORINGEN MOET U HET APPARAAT VAN HET ELEKRICITEITSNET LOSKOPPELEN EN DE WATERKRAAN
SLUITEN. VERVOLGENS MOET U EEN BEVOEGD TECHNICUS RAADPLEGEN.
Page 4
Aanwijzingen
GEBRUIK GEEN TIJDENS HET TRANSPORT BESCHADIGDE APPARATEN! RAADPLEEG, BIJ TWIJFEL, UW
WEDERVERKOPER.
HET APPARAAT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD EN AANGESLOTEN OVEREENKOMSTIG DE DOOR DE
FABRIKANT VERSTREKTE INSTRUCTIES OF DOOR BEVOEGD PERSONEEL..
HET APPARAAT MOET DOOR VOLWASSENEN WORDEN GEBRUIKT.
BUURT BLIJVEN EN ER NIET MEE SPELEN. HOUD KINDEREN UIT DE BUURT VAN AFWASMIDDELEN EN DE
GEOPENDE VAATWASSERDEUR. DE VERPAKKINGSMATERIALEN (PLASTIC ZAKKEN, POLYSTYROL, METALEN
DELEN ENZ.) MOETEN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN WORDEN GEHOUDEN.
HOUD KINDEREN UIT DE BUURT VAN DE GEOPENDE VAATWASSER; IN HET APPARAAT ZOUDEN ZICH NOG
RESTEN AFWASMIDDEL KUNNEN BEVINDEN DIE ONHERSTELBARE SCHADE AAN DE OGEN, DE MOND EN KEEL
KUNNEN VEROORZAKEN, EN ZELFS TOT DE DOOD DOOR VERSTIKKING KAN LEIDEN.
GEBRUIK GEEN OPLOSMIDDELEN ZOALS ALCOHOL EN TERPENTINE IN HET APPARAAT DIE TOT
ONTPLOFFINGEN KUNNEN LEIDEN.
PLAATS GEEN MET AS, WAS OF VERF BEVUILDE VAAT IN HET APPARAAT.
DE VAATWASSER KAN KANTELEN ALS GEVOLG VAN HET LEUNEN OF ZITTEN OP DE OPEN DEUR, MET ALLE
RISICO'S VAN DIEN VOOR DE PERSONEN.
VERMIJD HET CONTACT MET HET VERWARMINGSELEMENT VLAK NA DE BEËINDIGING VAN EEN
WASPROGRAMMA.
TIJDENS HET GEBRUIK VAN DE VAATWASSERS KAN HET VERWARMINGSELEMENT, OOK PLAATSELIJK, IETS
BRUIN WORDEN. DIT IS EEN NORMAAL, MET DE WERKINGSWIJZE SAMENHANGEND VERSCHIJNSEL, DAT DE
GOEDE WERKING VAN HET APPARAAT OP GEEN ENKELE WIJZE ZAL BEÏNVLOEDEN.
ZORG ERVOOR DAT KINDEREN UIT DE
DRINK, NA BEËINDIGING VAN HET WASPROGRAMMA EN VOOR HET DROGEN, NIET VAN HET EVENTUEEL IN DE
VAAT OF DE VAATWASSER ACHTERGEBLEVEN WATER.
MET ACQUASTOP UITGEVOERDE MODELLEN
ACQUASTOP IS EEN INRICHTING DIE BIJ LEKKAGES OVERSTROMINGEN VOORKOMT. NA DE INTERVENTIE VAN
DE ACQUASTOP MOET EEN BEVOEGD TECHNICUS WORDEN GERAADPLEEGD OM DE OORZAAK VAN DE
STORING OP TE SPOREN EN TE VERHELPEN.
BIJ DE MET ACQUASTOP UITGEVOERDE MODELLEN BEVAT DE TOEVOERSLANG EEN ELEKTROMAGNETISCHE
KLEP.
SNIJD DE SLANG NIET DOOR EN LAAT DE ELEKTROMAGNETISCHE KLEP NIET IN HET WATER VALLEN.
BIJ BESCHADIGING VAN DE TOEVOERSLANG MOET U HET APPARAAT LOSKOPPELEN VAN DE WATERLEIDING
EN HET ELEKTRICITEITSNET.
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET HET APPARAAT KORT WORDEN UITGEPROBEERD OVEREENKOMSTIG
DE HIERNA VERSTREKTE INSTRUCTIES. ALS HET APPARAAT NIET MOCHT FUNCTIONEREN MOET U HET VAN DE
ELEKTRICITEITSNET LOSKOPPELEN EN DE DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE DIENST WAARSCHUWEN.
PROBEER NIET OM HET APPARAAT TE REPAREREN.
DE VAATWASSER BEANTWOORDT AAN ALLE DOOR DE GELDENDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OPGELEGDE
EISEN MET BETREKKING TOT ELEKTRISCHE APPARATEN. EVENTUELE TECHNISCHE CONTROLES MOGEN
UITSLUITEND DOOR GESPECIALISEERD EN ERKEND PERSONEEL WORDEN UITGEVOERD:
UITGEVOERD DOOR NIET ERKEND PERSONEEL, ZULLEN DE GARANTIE DOEN VERVALLEN EN KUNNEN EEN
BRON VAN GEVAAR VOOR DE GEBRUIKER WORDEN.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor letsel aan personen of schade aan zaken als gevolg
REPARATIES
van het niet opvolgen van de bovenstaande voorschriften of als gevolg van werkzaamheden op ook een enkel
deel van het apparaat of door het gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.
101
Page 5
Instructies Voor de Installateur
2. Installatie en inbedrijfstelling
Verwijder de polystyrol korfblokkeringen.
Plaats het apparaat op de daarvoor bestemde. De vaatwasser kan met de zijkanten of de
achterkant tegen meubels of wanden worden geplaatst.
Als de vaatwasser naast een warmtebron wordt geplaatst moet een warmteïsolerende wand
worden geplaatst om oververhitting en een slechte werking te voorkomen.
Voor de stabilteit moeten de inbouwapparaten voor onderbouw of integratie uitsluitend onder
ononderbroken werkbladen worden geplaatst en aan de ernaast geplaatste meubels worden
vastgeschroefd.
Om de inbouw te vergemakkelijken kunnen de toevoer- en afvoerslangen in alle richtingen worden
gedraaid; zorg ervoor dat ze niet worden geknikt of afgeklemd en dat ze niet te strak gespannen
komen te staan.
Zet het apparaat waterpas op de grond met behulp van de regelbare voetjes. Dit is vereist voor de
correcte werking van de vaatwasser.
Sommige modellen hebben een centrale regelbare voet achter die met behulp van een schroef
onderaan de voorkant van het apparaat kan worden afgesteld.
2.1 Aansluiting op de waterleiding
Voorkom het risico van verstoppingen of beschadigingen:
langdurig ongebruikt gebleven, moet u, voordat u de aansluiting op de waterleiding uitvoert,
controleren of het water helder is en zonder vervuiling om schade aan het apparaat te voorkomen.
Gebruik voor de aansluiting van de vaatwasser op de waterleiding, uitsluitend nieuwe slangen;
gebruik nooit oude of reeds gebruikte slangen.
AANSLUITING OP DE WATERKRAAN
Sluit de toevoerslang, na plaatsing van het bij de vaatwasser geleverde filter A, aan op een
koudwaterkraan met een schroefdraad van 3/4" gas.
draai hem nog circa een kwartslag na met een tang. Bij de met ACQUASTOP uitgeruste
modellen is het filter al in de ring met schroefdraad aangebracht.
Draai de slang met de hand stevig vast en
als de waterleiding nieuw is of
102
De vaatwasser kan worden gevuld met water van
de wastijd met circa 20 minuten worden teruggebracht, hoewel de efficiëntie iets minder zal zijn.
De aansluiting moet worden uitgevoerd op de warmwaterleiding van het huis en op dezelfde wijze
als beschreven voor het koude water.
maximaal 60°C.
Bij gebruik van warm water zal
Page 6
Instructies Voor de Installateur
AANSLUITING OP DE AFVOER
Plaats de afvoerslang in een afvoerpijp met een
minimumdiameter van
gootsteen worden gehangen met behulp van de
bijgesloten slanghouder, waarbij er echter voor moet
worden opgelet dat hij niet wordt geknikt of afgeklemd.
Het is belangrijk dat de slang niet kan losraken en
vallen. Om deze reden heeft de slanghouder een gat
waarmee hij met behulp van een touwtje aan de pijp of
kraan kan worden bevestigd.
Het vrije eind moet op een hoogte tussen de 30 en
cm
worden aangebracht en mag nooit onder water
staan.
Horizontaal geplaatste verlengstukken mogen
maximaal 3 m lang zijn en in dat geval moet de
afvoerslang maximaal
aangebracht.
4 cm;
85 cm
de slang kan ook in de
van de grond af worden
100
2.2 Elektrische aansluiting
Steek de steker in een passend stopcontact en in overeenstemming met de instructies van hfst. "1.
Aanwijzingen voor veiligheid en gebruik".
103
Page 7
Instructies Voor de Gebruiker
3. Beschrijving van het bedieningspaneel
3.1 Het bedieningspaneel
Alle bedieningsorganen en controlevoorzieningen van de vaatwasser zijn samengebracht op het
bedieningspaneel aan de voorzijde, met een opstelling die wisselt afhankelijk van het model.
Controleer of uw paneel van het Type "A" of "B" is, om er in de onderstaande tabel de functies en
bedieningsorganen van te identificeren.
YPE
T
"A"T
1
KEUZESCHAKELAAR
2
KEUZESCHAKELAAR
3AAN/UIT
4
CONTROLELAMPJE
5START/PAUZE
6WASSEN MET ½ BELADING
7ECO DROGEN
8INFORMATIEDISPLAY
9
De vaatwasser is met een praktische
informatie over de geprogrammeerde functies.
INSTELLING VAN HET WASPROGRAMMA
Om het voor de te wassen vaat meest geschikte programma te selecteren verwijzen wij naar de
onderstaande tabel, waar u het meest geschikte wasprogramma kunt vinden afhankelijk van de
aard en de mate van bevuiling van de vaat.
Als, met behulp van de verstrekte tabel, het meest geschikte wasprogramma is bepaald, moet u
om het gewenste programma "in te stellen", de
draaien door het te laten overeenstemmen met het betreffende symbool of referentienummer.
DISPLAY
uitgerust voor de weergave van alle
KEUZESCHAKELAAR WASPROGRAMMA'S (1)
Page 8
Instructies Voor de Gebruiker
PROGRAMMA
SUPER
ECO
(*) BIO
EN 50242
(3)
DAGELIJKS
NORMAAL
SCHAKELAAR
WAS-
PROGRAMMA
DROGEN
ECO
(FACULTAT IEF)
INFORMATIE-
DISPLAY
P8
P7
P6
P5
P4
AARD EN
GRAAD VAN
VERVUILING
VAN DE V AAT
EXTRA VUILE
PANNEN EN
COUVERTS MET
OPGEDROOGDE
RESTEN
VUILE PANNEN EN
COUVERTS MET
OPGEDROOGDE
RESTEN
WEINIG VUILE
PANNEN EN
COUVERTS
MAAR MET
OPGEDROOGDE
RESTEN
NORMAAL VUILE
PANNEN EN
COUVERTS
ZONDER
OPGEDROOGDE
RESTEN
NORMAAL
VUILE PANNEN
EN COUVERTS
HOEVEELHEID
AFWASMIDDEL
10 - 25
30
30
30
30
AFWIKKE LING P ROGRAMMADUUR
VOORWASEN WASSENKOUD
WARM
KOUD
KOUD
70°C2JAJA135'171,45
_
55°C1JAJA118'111,15
55°C1JAJA160'
_
65°C1JAJA100'111,20
65°C1JAJA104'141,25
SPOELEN
WARM
SPOELEN
DROGEN MINUUT
(2)
(3)
VERBRUIK
WATER
ENERGIE
LITER (1)
141,05
Kwh (2)
(3)
SNEL
(4)
DELICAAT
WEKEN
(4)
_
P3
P2
_
P1
WEINIG VUILE
EN DELICATE VAAT
WEINIG
VUILE
COUVERTS
PANNEN EN
COUVERTS IN
AFWACHTING VAN
VOLLEDIGE
BELADING
25
25
_
45°C2
_
45°C1JAJA78'100,9
_
KOUD
_
1
_
NEE32'100,4
_
NEE18'4
Gebruik het weken uitsluitend bij een gedeeltelijke belading.
HALVE BELADING (6)
De
is optioneel voor alle programma's,
uitgezonderd het weken.
(*) Referentieprogramma volgens de EN 50242 norm.
(-) Niet voorzien.
(1) Gemiddeld verbruik bij een regeling van de ontharder op
niveau 2
.
(2) De duur van de cyclus en het energieverbruik kunnen variëren afhankelijk van de temperatuur
van het water en de omgeving en van het type en de hoeveelheid vaat.
(3) Met de
(4) Bij deze programma's werkt de functie
ECO DROGEN
functie ingeschakeld.
ECO DROGEN
niet.
_
In de programma’s waar het symbool
wordt aangegeven kunt u
de ECO droogfunctie
kiezen. Op deze wijze wordt het ventilatiesysteem geactiveerd dat het mogelijk maakt de vaat met
lagere temperaturen te drogen (energiebesparing). Bij gebruik van deze optie zal het programma
langer duren (ongeveer
50'
voor het programma
Als de deur van de vaatwasser niet, of niet goed gesloten is zal de
BIO P6
; ongeveer
20'
voor alle andere cycli).
INFORMATIEDISPLAY (8)
melden dat het starten niet mogelijk is.
105
Page 9
Instructies Voor de Gebruiker
INSCHAKELEN (T
YPE
"A")
Om de vaatwasser te starten verdraait men cenvoudigweg de knop
met de letter I.
INSCHAKELEN (T
Om de vaatwasser in te schakelen moet u de
starten. Het controlelampje voor het
"B")
YPE
AAN/UIT
INSCHAKELEN (4)
YPE
"A"T
T
(3)
toets
indrukken die het programma zal
zal gaan branden.
AAN/UIT (2)
YPE
"B"
tot hij samenvalt
TABEL VOOR CONTROLE-INSTITUTEN
ControlenormEN 50242
Vergelijkbaar programma
(*) Keuzeschakelaar op P6 +
ECO DROGEN
Belading12 couverts
Soort afwasmiddelB
Dosering afwasmiddel30 g
Regeling glansspoelmiddelAfhankelijk van de modellen 3/4 o 4/6
EN 50242
UITSLUITING VAN HET AKOESTISCHE SIGNAAL VOOR HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
Het akoestische signaal ter aanduiding van het programma einde kan worden uitgeschakeld.
Ga hiervoor als volgt te werk:
•Houd de
HALVE BELADING
INFORMATIEDISPLAY (8)
•
Als de toets
HALVE BELADING (6)
toets
het symbool bS verschijnt;
(6)
enkele seconden lang ingedrukt tot op de
nogmaals wordt ingedrukt zal het akoestische signaal
worden uitgeschakeld (op de display verschijnt bN);
•
druk de toets
START/PAUZE (5)
tweemaal in om de programmering te verlaten.
106
Page 10
Instructies Voor de Gebruiker
Om het akoestisch signaal opnieuw te activeren moet u de procedure herhalen:
•houd de
INFORMATIEDISPLAY (8)
•als u nu de
ingeschakeld (op de display verschijnt bS);
•druk de toets
HALVE BELADING
het symbool
HALVE BELADING
START/PAUZE (5)
tweemaal in om de programmering te verlaten.
3.3 Wasprogramma's
toets
toets
(6)
enkele seconden lang ingedrukt tot op de
bN
verschijnt;
(6)
nogmaals indrukt zal het akoestisch signaal worden
De vaatwasser is uitgerust met een bedieningspaneel en een
beschreven in hoofdstuk "3. Beschrijving van het bedienings", waarmee alle handelingen
noodzakelijk voor het inschakelen, uitschakelen en de programmering kunnen worden uitgevoerd.
Alvorens een wasprogramma te starten moet u controleren of:
•
de waterkraan
•
regeneratiezout
er
•
voldoende afwasmiddel
er
•
de korven op de
•
de sproeiarmen
•
de deur van de vaatwasser
SELECTIE HALVE BELADING WASPROGRAMMA
Deze functie is vooral geschikt voor beladingen tot en met
stroombesparing mogelijk. De functie wordt gestuurd door de
drie verschillende keuzemogelijkheden.
1) als u de toets éénmaal indrukt selecteert u de bovenste korf;
2) als u de toets nogmaals indrukt selecteert u de onderste korf;
3) als u de toets een derde maal indrukt keert u terug naar de stand voor de volledige belading.
Na gewoon het gewenste wasprogramma te hebben geselecteerd, moet u uit de drie hierboven
vermelde standen de laadtoestand kiezen: op de
dat hoort bij de geselecteerde korf gaan branden. Het lampje zal 5 seconden lang blijven branden,
waarna op de
nogmaals wilt zien welke korf is geselecteerd, zal het volstaan om, alvorens het programma te
starten, éénmaal de toets
geopend
juiste
vrij
INFORMATIEDISPLAY (8)
is;
reservoir
in het
in het
wijze zijn
, onbelemmerd kunnen draaien;
goed is gesloten.
HALVE BELADING (6)
aanwezig is;
bakje
beladen
is gedaan;
;
INFORMATIEDISPLAY (8)
het ingestelde programma terugkeert. Als u echter
in te drukken.
INFORMATIEDISPLAY,
6 couverts
HALVE BELADING
en maakt een water- en
zal het controlelampje
toets
(6)
zoals
met
In de voor de
terwijl de niet geselecteerde korf
LET OP: het heeft geen zin om de niet-geselecteerde korf te laden omdat de waterstraal
uitsluitend de ingestelde korf zal bereiken.
ANNULERING VAN HET LOPENDE PROGRAMMA
Om het lopende programma te annuleren moet u de
lang ingedrukt houden tot op de
Op dit punt moet u, als u het lopende programma wenst te onderbreken, de
(6)
toets indrukken en tegelijkertijd de
zal de letter P verschijnen, gevolgd door een streepje
de einde programma stand gaan.
HALVE BELADING
leeg moet blijven
INFORMATIEDISPLAY (8)
bestemde korf kan een bestekcontainer worden geplaatst,
.
START/PAUZE (5)
START/PAUZE (5)
(P-)
het ingestelde programma verschijnt.
toets. Op de
en de vaatwasser zal automatisch naar
toets enkele seconden
HALVE BELADING
INFORMATIEDISPLAY (8)
107
Page 11
Instructies Voor de Gebruiker
WIJZIGING VAN HET PROGRAMMA
Om het programma te wijzigen moet u de toets
lang ingedrukt houden, om vervolgens het nieuwe programma te selecteren zoals beschreven in
de voorgaande instructies. Druk daarna de toets
enkele seconden lang ingedrukt.
HET PROGRAMMA UITSTELLEN
Het begin van het wasprogramma kan met 1, 2, 4, 6, 8 of 12 uur worden uitgesteld. Op deze wijze
kunt u de vaatwasser op het voor u meest geschikte tijdstip laten werken.
Draai de
GEPROGRAMMEERDE START
het aantal uren waarmee u de start van het programma wenst uit te stellen.
Dergelijke informatie verschijnt automatisch ook op de
voor het programma zoals hiervoor beschreven: de vaatwasser zal nu onmiddellijk een
voorwasbeurt uitvoeren. Als hij hiermee klaar is zal automatisch het geprogrammeerde uitstel in
werking treden; op de
INFORMATIEDISPLAY (8)
het programma.
START/PAUZE (5)
START/PAUZE (5)
schakelaar
(2 - 13)
INFORMATIEDISPLAY (8)
toont de resterende tijd voor het opstarten van
indrukken en enkele seconden
nogmaals in en houd hem
tot het nummer overeenstemt met
. Kies vervolgens
YPE
"A"T
T
YPE
"B"
OM ENERGIE TE BESPAREN! … EN VOOR HET BEHOUD VAN HET MILIEU
•
Probeer om de vaatwasser altijd volledig gevuld te gebruiken.
•
Was de vaat niet onder stromend water.
•
Gebruik het voor de aard van de vaat meest geschikte programma.
•
Spoel niet vooraf eerst af.
•
Sluit, indien mogelijk, de vaatwasser aan op een warmwaterleiding tot 60°C.
•
Sluit, indien mogelijk het drogen uit en laat de deur op het eind van het wasprogramma open
staan: ook de lucht en de restwarmte zullen de vaat perfect opdrogen.
108
OM HET AFWASMIDDELVERBRUIK TE BEPERKEN! … EN VOOR HET BEHOUD VAN HET
MILIEU
De in de afwasmiddelen voor vaatwassers aanwezige fosfaten vormen een probleem voor het
milieu. Om een overmatig afwasmiddel- en stroomverbruik te voorkomen, raden wij aan om:
•
de delicate vaat
te scheiden van vaat die beter bestand is tegen agressieve afwasmiddelen en
hoge temperaturen;
•
het afwasmiddel
niet rechtstreeks op de vaat te gieten.
Page 12
Instructies Voor de Gebruiker
STARTEN
Als u alle eerder genoemde handelingen op correcte wijze heeft uitgevoerd, hoeft u alleen nog
maar de toets
signaal voor het begin van het programma afgaat. De
het programma in minuten afbeelden. De duur is "indicatief", dat wil zeggen afhankelijk van de
wasomstandigheden (hoeveelheid vaat, watertemperatuur, enz.) en wordt tijdens het
wasprogramma constant aangepast.
START/PAUZE (5)
enkele seconden lang ingedrukt te houden tot het akoestische
INFORMATIEDISPLAY (8)
zal de duur van
Op de
de duur langer is
Als het tijdens het wassen noodzakelijk mocht zijn om de deur te openen zult u
wachten
wijze te hebben gesloten moet u
Deze handeling zou kunnen leiden tot onregelmatigheden in het verloop van het programma.
BEËINDIGING
Het eind van het wasprogramma wordt vergezeld van een kort akoestisch signaal en het knipperen
van het geselecteerde programma op de
Als u een nieuw wasprogramma wenst te starten, zult u voor het programmeren ervan de deur
moeten openen en weer sluiten, of de toets
display te resetten en het knipperen te onderbreken.
VERWIJDEREN VAN DE VAAT
Na beëindiging van het wasprogramma moet u tenminste
uit te halen, om hem te laten afkoelen. Om te voorkomen dat eventuele in de bovenste korf
achtergebleven waterdruppels op de nog in de onderste korf achtergebleven vaat vallen, wordt het
aangeraden
INFORMATIEDISPLAY (8)
dan 60 minuten
alvorens het programma weer opnieuw te kunnen starten. Na de deur weer op correcte
om eerst de onderste korf en daarna pas de bovenste korf leeg te halen.
zal de voorziene duur van het wasprogramma verschijnen; als
zullen de uren en de minuten afwisselend worden getoond.
1 minuut moeten
wederom
START/PAUZE (5)
de
INFORMATIEDISPLAY (8)
START/PAUZE (5)
20 minuten
toets indrukken.
éénmaal moeten indrukken om de
.
wachten alvorens de vaat er
109
Page 13
Instructies Voor de Gebruiker
4. Gebruiksinstructies
Na de vaatwasser op correcte wijze te hebben geïnstalleerd zijn de volgende handelingen
noodzakelijk om hem te kunnen gebruiken:
•Regeling van de ontharder;
•Vullen met het regeneratiezout;
•Vullen met glansspoelmiddel en afwasmiddel.
4.1 Gebruik van de waterontharder
De hoeveelheid kalk in het water (hardheidsgraad van het
water) is verantwoordelijk voor de witte vlekken op de
opgedroogde vaat, die, na verloop van tijd mat zullen worden.
De vaatwasser is uitgerust met een automatische ontharder
die met gebruikmaking van hiervoor specifiek bestemd
regeneratiezout, de hardheids-elementen uit het water
onttrekt.
De vaatwasser is in de fabriek afgesteld op een
hardheidsgraad van 3 (gemiddelde hardheid
24-31°dH
).
41-60°dF
–
ZOUT
Bij gebruik van gemiddeld hard water zal het zout na ongeveer
bijgevuld. Het reservoir van de ontharder heeft een capaciteit van ongeveer
reservoir bevindt zich onderin de vaatwasser. Na de onderste korf te hebben verwijderd moet u de
dop van het reservoir linksom losdraaien en het zout met behulp van de met de vaatwasser
geleverde trechter toevoegen. Alvorens de dop weer vast te draaien moet u eventuele zoutresten
bij de opening verwijderen.
•
Bij de eerste inwerkingstelling van de vaatwasser dient u, afgezien van het zout, tevens
liter water
•
Controleer altijd na het vullen van het reservoir of de
van water en afwasmiddel mag het reservoir niet binnendringen daar dit werking van het
regeneratiesysteem zal beïnvloeden. In dat geval is de garantie niet meer geldig.
•
Gebruik
gebruik van zouttabletten,
•
Gebruik geen keukenzout
het onthardingssysteem kunnen beschadigen.
•
Vul, indien noodzakelijk, het zout bij
overtollige zoutoplossing onmiddellijk door het water worden verwijderd; een langdurige
aanwezigheid van zout water in de waskuip kan tot
in het reservoir te gieten.
uitsluitend
regeneratiezout voor vaatwassers voor huishoudelijk gebruik. Vul, bij
het reservoir niet volledig af
, omdat dit niet-oplosbare substanties bevat die na verloop van tijd
dop goed is afgesloten
vóór u het wasprogramma start
corrosievorming
20 wasbeurten
.
moeten worden
1,7 Kg
; op deze wijze zal de
leiden.
grof zout. Het
. Het mengsel
een
110
Let ervoor op dat u het zout niet met het afwasmiddel verwisselt:
afwasmiddel in het zoutreservoir zal de ontharder
beschadigen
.
de aanwezigheid van
Page 14
Instructies Voor de Gebruiker
REGELING VAN DE ONTHARDER
De vaatwasser is uitgerust met een elektronisch controlesysteem die het mogelijk maakt om de
regeling van de ontharder aan te passen aan de hardheid van het water. Regel de ontharder als
volgt:
YPE
T
"A"T
•Houd de
INFORMATIEDISPLAY (8)
•Als de toets
water (op de display verschijnt de ingestelde waarde).
HALVE BELADING
het symbool bS verschijnt.
START/PAUZE (5)
wordt ingedrukt verschijnt de regeling van de hardheid van het
toets
(6)
YPE
"B"
enkele seconden lang ingedrukt tot op de
•Als de
hardheidswaarde worden gekozen (
van de hardheid van het water".
•Druk de
TABEL HARDHEID VAN HET WATER
Vraag het waterleidingbedrijf om de informatie betreffende de hardheidsgraad van het water.
4.2 Gebruik van de doseerbakjes voor het glansspoelmiddel en het
afwasmiddel
De doseerbakjes voor het afwasmiddel en het glansspoelmiddel
bevinden zich aan de binnenkant van de deur: links dat van het
afwasmiddel
en rechts dat van het
glansspoelmiddel.
Uitgezonderd het
geschikte dosis afwasmiddel worden gevuld. Het glansspoelmiddel hoeft alleen maar worden
bijgevuld indien nodig.
TOEVOEGING VAN HET GLANSSPOELMIDDEL
Het glansspoelmiddel zal het opdrogen van de vaat versnellen en de vorming van vlekken en
kalkafzettingen voorkomen; het wordt automatisch tijdens de laatste spoelbeurt aan het water
toegevoegd vanuit het doseerbakje aan de binnenkant van de deur.
•
Open de deur.
•
Draai de dop van het reservoir 1/4 slag linksom en verwijder hem.
•
Vul het glansspoelmiddel bij tot het bakje vol is (circa 140 c.c.). Het venstertje naast de dop
moet helemaal donker worden. Vul weer glansspoelmiddel bij als het venster lichter wordt of
het controlelampje voor het ontbreken van het glansspoelmiddel gaat branden.
•
Plaats de dop weer terug en draai hem rechtsom.
•
Veeg het gemorste glansspoelmiddel met een doek af omdat dit tot schuimvorming kan leiden.
REGELING VAN DE DOSERING VAN HET GLANSSPOELMIDDEL
De vaatwasser wordt in de fabriek op een gemiddelde waarde afgesteld. De dosering kan echter
worden geregeld met behulp van de regelknop op de doseerder, de dosis zal proportioneel zijn
aan de stand van de regelknop.
De dosis moet worden verhoogd als de gewassen vaat mat is of ronde vlekken vertoont.
WEEK
programma, moet het
afwasmiddelbakje
vóór iedere wasbeurt met een
112
•
Voor de regeling van de dosering moet de dop van het reservoir 1/4 slag linksom worden
gedraaid en verwijderd.
•
Draai vervolgens met een schroevendraaier de regelaar van de dosering in de gewenste
stand.
•
Plaats de dop weer terug en draai hem rechtsom vast.
•
De hoeveelheid glansspoelmiddel moet worden
ronde vlekken vertoont.
•
Als de vaat daarentegen plakkerig aanvoelt of witte strepen vertoont moet de hoeveelheid
glansspoelmiddel worden
verminderd.
verhoogd
als de gewassen vaat mat is of
Page 16
Instructies Voor de Gebruiker
VULLEN MET AFWASMIDDEL
Om het deksel van het bakje te openen moet u drukknop P een weinig indrukken. Voeg het
afwasmiddel toe en sluit het deksel zorgvuldig af.
Tijdens het wassen zal het bakje automatisch worden geopend.
•
Als het
extra hoeveelheid in de bakjes Gof H worden gedaan.
•
Gebruik
afwasmiddelen van goede kwaliteit is van groot belang voor optimale wasresultaten.
•
Bewaar het afwasmiddel in een gesloten verpakking op een droge plek om de vorming van
klonten die de wasresultaten nadelig zullen beïnvloeden, te voorkomen. Eenmaal geopend
zullen de afwasmiddelen niet al te lang bewaard kunnen blijven omdat het afwasmiddel aan
efficiëntie zal inboeten.
•
Gebruik geen afwasmiddel voor de handafwas omdat de hoge schuimproductie ervan de
werking van de vaatwasser nadelig kan beïnvloeden.
•
Zorg voor een goede dosering van het afwasmiddel. Te weinig afwasmiddel zal leiden tot een
onvolledige verwijdering van het vuil, terwijl een teveel ervan de efficiëntie niet zal verhogen,
maar slechts verspilling is.
•
Er zijn verschillende soorten afwasmiddel in de handel: vloeibaar, in poedervorm en als
tabletten, die onderling verschillen voor wat betreft de chemische samenstelling en die
fosfaten
- Fosfaathoudende
-
Voor het behoud van het milieu bevelen wij het gebruik aan van afwasmiddelen
fosfaten of chloor.
SUPER
temperaturen van
enzymen
De
55°C)
tot
temperaturen dezelfde wasresultaten worden bereikt die anders pas bij programma's van
65°C
mogelijk zouden zijn.
programma wordt geselecteerd, moet naast de gewone dosis afwasmiddel een
uitsluitend
bevatten of niet, welke in het laatste geval zijn vervangen door
bevattende afwasmiddelen zijn ook al bij lagere temperaturen actief (
en zijn biologisch beter afbreekbaar. Met dit type afwasmiddel kunnen bij lagere
specifieke afwasmiddelen voor vaatwassers. Het gebruik van
natuurlijke enzymen.
afwasmiddelen zijn voornamelijk actief tegen vetten en amide bij
meer dan 60°C
.
vanaf 40
zonder
De aanwezigheid van, ook vloeibaar afwasmiddel, in het glansspoelmiddelreservoir zal de
vaatwasser beschadigen.
113
Page 17
Instructies Voor de Gebruiker
4.3 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen
Vóór de eerste ingebruikneming van de vaatwasser verdient het aanbeveling om eerst de
onderstaande aanbevelingen met betrekking tot de
aard van de te wassen vaat
ervan te lezen.
Over het algemeen bestaan er geen beperkingen voor het wassen van de huishoudelijke vaat,
maar in sommige gevallen moet met hun eigenschappen rekening worden gehouden.
Alvorens de vaat in de korven te plaatsen moet u:
•
de grootste etensresten, zoals bijvoorbeeld botjes, graten enz. die de filter zouden kunnen
verstoppen en de waspomp beschadigen, verwijderen;
•
de pannen of koekenpannen met op de bodem verbrande etensresten laten weken om het vuil
beter te laten loskomen; om ze vervolgens in de ONDERSTE KORF te zetten.
en de
plaatsing
Als u slechts weinig vaat hoeft te wassen verdient het aanbeveling om de optie "
belading"
te gebruiken, om zowel op het water als op de stroom te bezuinigen.
wassen ½
Onthoud dat uitsluitend de voor het wassen met ½ belading bestemde korf moet worden
gevuld, de andere korf moet leeg blijven.
Om niet onnodig water te verspillen moet u de vaat vooraf niet onder stromend water wassen
voordat u hem in de korven laadt.
Een correcte plaatsing van de vaat is een garantie voor goede wasresultaten.
LET OP!
•
Controleer of de couverts goed stevig staan en niet kunnen omvallen en de draaiing van de
sproeiarmen tijdens de werking niet belemmeren;
•
plaats geen hele kleine voorwerpen in de korven die bij het vallen de sproeiarmen of de
waspomp zouden kunnen blokkeren;
•
vaat zoals bijv. kopjes, schotels, glazen, bekers en pannen moeten altijd met de opening naar
beneden en met eventuele holle kanten schuin worden gezet om het weglopen van het water
te bevorderen;
•
de verschillende delen van de vaat niet in elkaar zetten omdat ze elkaar anders zouden
afdekken;
•
plaats glazen niet te dicht op elkaar omdat ze met elkaar in aanraking zouden kunnen komen
en breken. Ook kunnen zich vlekken vormen.
CONTROLEER of de vaat met de vaatwasser kan worden gewassen.
Ongeschikte vaat voor het wassen in een vaatwasser:
114
•Houten pannen en couverts:
kunnen beschadigd raken als gevolg van de hoge
wastemperaturen;
•handwerkproducten:
zijn slechts zelden geschikt om te worden gewassen in een
vaatwasser. De relatief hoge watertemperaturen en het afwasmiddel kunnen ze beschadigen;
•plastic couverts:
zijn niet hittebestendig en kunnen zich vervormen. Eventueel
hittebestendige plastic couverts moeten in de bovenste korf worden gewassen;
•couverts en voorwerpen van koper, tin, zink en messing:
hebben de neiging om vlekken
te vormen;
•aluminium vaat:
•glas en kristal:
vaat van geanodiseerd aluminium kan verkleuren;
over het algemeen kunnen glazen en kristallen voorwerpen in de vaatwasser
worden gewassen. Er bestaan echter glas- en kristalsoorten die na vele wasbeurten mat
kunnen worden en hun transparantie verliezen; voor dit soort materiaal raden wij altijd aan om
het minst agressieve programma van de programmatabel te kiezen;
•vaat met decoraties:
de in de handel verkrijgbare gedecoreerde voorwerpen zijn over het
algemeen goed tegen het wassen in de vaatwasser bestand ook al is het mogelijk dat de
kleuren na frequente wasbeurten vervagen, Bij twijfel over de bestendigheid van de kleuren
verdient het aanbeveling om ongeveer een maand lang een paar elementen per keer te
wassen.
Page 18
Instructies Voor de Gebruiker
4.4 Gebruik van de korven
De vaatwasser heeft een capaciteit van
DE ONDERSTE KORF
De onderste korf ontvangt de maximale intensiteit van de werking van de onderste sproeiarm en is
daarom bestemd voor de "moeilijkste" en vuilste vaat. Alle mogelijke beladingscombinaties zijn
toegestaan, op voorwaarde dat er bij de plaatsing van het servies, de pannen en de koekenpannen
voor wordt gezorgd dat alle vuile oppervlakken worden blootgesteld aan de van onderen
afkomstige waterstralen.
Om bij het laden van vaat van grote afmetingen de ruimte in de korf zo goed mogelijk te benutten
zijn sommige modellen in 2 of 4 sectoren uitgerust met wegklapbare bordensupports.
12 couverts
Met vaste supports
inclusief het opdienservies.
Met wegklapbare supports
BELADING VAN DE ONDERSTE KORF
Plaats de platte, diepe, dessert- en dienborden zorgvuldig rechtop. De pannen, koekenpannen en
bijbehorende deksels moet ondersteboven worden geplaatst. Zorg er bij het plaatsen van de diepe
en dessertborden altijd voor dat er vrije ruimte tussen blijft.
Laadvoorbeelden:
115
Page 19
Instructies Voor de Gebruiker
BESTEKCONTAINER
De bestekcontainer kan verschillende vormen hebben afhankelijk van de modellen en uit één of
meer gescheiden vakken bestaan.
Het bestek moet gelijkmatig over de container worden verdeeld, met het handvat naar beneden
gericht waarbij u goed moet opletten dat u zich niet bezeert aan de lemmetten van de messen.
De container is bestemd voor alle soorten bestek, uitgezonderd bestek waarvan de lengte de
bovenste sproeiarm hindert.
Spanen, houten lepels en keukenmessen kunnen in de bovenste korf worden gelegd,
ervoor moet opletten dat de punt van de messen niet buiten de korf uitsteekt.
waarbij u
BOVENSTE KORF
Het wordt aangeraden om de bovenste korf te vullen met klein of middelgroot serviesgoed, zoals
bijvoorbeeld glazen, kleine borden, koffie- en theekopjes, platte schotels en lichte, hittebestendige
plastic voorwerpen. Bij gebruik van de bovenste korf in de laagste stand kunnen er ook dienborden
in worden geplaatst, mits slechts licht bevuild.
Met vaste kopjeshouder
Om de ruimte in de korf optimaal te kunnen benutten zijn sommige modellen uitgerust met twee
ophefbare plastic roosters.
116
Met dubbel plastic kopjesrooster
Page 20
Instructies Voor de Gebruiker
BELADING VAN DE BOVENSTE KORF
Plaats de vaat met de bovenkant naar voren gericht; kopjes en holle recipiënten moeten altijd met
de opening naar beneden gericht worden geplaatst. Aan de linkerzijde van de korf kunnen op twee
niveaus kopjes en glazen worden geplaatst. in het midden kunnen borden en schoteltjes verticaal
in de speciale houders worden gezet.
Laadvoorbeelden:
REGELING VAN DE BOVENSTE KORF
De bovenste korf kan in
de hoogte van de in de onderste korf geplaatste vaat. Ga hiervoor als volgt te werk.
Uittrekbare
•
trek de rechter korfgeleider er uit;
•
verwijder de blokkering door hem eerst los te maken zoals afgebeeld in de tekening;
•
druk op de geleider om de wieltjes vrj te maken;
•
plaats, afhankelijk van de gewenste regeling, het bovenste of onderste paar wieltjes in de
geleider;
•
plaats de blokkering weer terug in de oorspronkelijke stand.
Drukknop
•
trek de korf volledig naar buiten en til de rechterkant naar boven.
Nu zal het mogelijk zijn om grotere borden in de onderste korf te plaatsen.
•
Om de oorspronkelijke stand weer te herstellen, dient u de bovenste korf nogmaals uit te
trekken en op de hendel voor de vrijgave van de blokkering te drukken.
uitvoering:
uitvoering:
twee standen
worden gezet, afhankelijk van de persoonlijke behoeften en
117
Page 21
Instructies Voor de Gebruiker
5. Schoonmak en onderhoud
Vóór iedere ingreep moet u de elektrische voeding van het apparaat loskoppelen.
5.1 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen
Vermijd het gebruik van schurende of bijtende schoonmaakmiddelen.
De buitenoppervlakken en de contradeur van de vaatwasser moeten met regelmatige tussenpozen
met een zachte met een normaal schoonmaakmiddel voor geverfde oppervlakken bevochtigde doek
worden schoongemaakt. De pakkingen van de deur moeten met een vochtige spons worden
schoongemaakt. Periodiek (één of twee keer per jaar) verdient het aanbeveling om al het vuil dat zich
op de kuip en de afdichtingen heeft gevormd met een zachte doek en wat water te verwijderen.
SCHOONMAKEN VAN HET WATERTOEVOERFILTER
Het na de kraan geplaatste toevoerfilter voor het water A moet regelmatig worden schoongemaakt.
Sluit de waterkraan, draai het uiteinde van de toevoerslang los, verwijder het filter A en maak hem
voorzichtig onder een straal water schoon. Plaats het filter A weer in diens houder terug en draai
de watertoevoerslang zorgvuldig vast.
SCHOONMAKEN VAN DE SPROEIARMEN
De sproeiarmen kunnen gemakkelijk worden verwijderd om de mondstukken periodiek te reinigen
en mogelijke verstoppingen te voorkomen. Was ze onder een straal water en plaats ze weer
zorgvuldig in hun houders terug
wijze wordt belemmerd
•
Om de
•
U kunt de
en naar boven te trekken.
SCHOONMAKEN VAN DE ORBITAALSPROEIARM
Om de orbitaalsproeiarm te verwijderen moet u de langste arm
beetpakken en de ORBITAAL arm naar boven trekken.
Was de armen onder een straal water en plaats ze weer zorgvuldig
in hun oorspronkelijke behuizing terug.
Controleer vervolgens of de sproeiarmen vrj kunnen draaien.
Als dit niet het geval mocht zjin moet u controleren of u ze goed
heeft gemonteerd.
bovenste
onderste
.
sproeiarm te verwijderen moet de stelring Rworden losgedraaid.
sproeiarm gemakkelijk verwijderen door hem in het midden vast te pakken
en controleer of hun draaibeweging op geen enkele wijze
ORBITAAL
118
Page 22
Instructies Voor de Gebruiker
SCHOONMAKEN VAN DE FILTERGROEP
•
Het verdient aanbeveling om regelmatig de centrale filter C te controleren en, indien
noodzakelijk schoon te maken. Om de filter te verwijderen moet u de lipjes vastpakken, ze
linksom draaien en naar boven trekken;
•
druk van onderen tegen de centrale filter Dom hem uit de microfilter te verwijderen;
•
Haal de twee delen waaruit het plastic filter bestaat, uit elkaar door op de door de pijl
aangegeven plek op het filterlichaam te drukken;
•
verwijder het centrale filter door hem naar boven te trekken.
WAARSCHUWINGEN EN AANBEVELINGEN VOOR EEN GOED ONDERHOUD:
•
De filters moeten met een harde borstel
•
Het is absoluut noodzakelijk dat de
onder een waterstraal
worden schoongemaakt.
filters zorgvuldig worden schoongemaakt
overeenkomstig de bovenstaande aanwijzingen: de vaatwasser kan niet functioneren als de
filters verstopt zijn.
•Plaats de filters weer zorgvuldig terug
in hun houders, om schade aan de waspomp te
voorkomen.
ALS DE VAATWASSER LANGDURIG BUITEN GEBRUIK BLIJFT:
•
Voer twee keer achter elkaar het weekprogramma uit.
•Trek de steker
•
•Vul de doseerder met glansspoelmiddel
•Sluit de waterkraan.
de deur op een kier
Laat
uit het stopcontact.
om te voorkomen dat er zich vieze luchtjes in de waskuip vormen.
.
ALVORENS DE VAATWASSER NA EEN LANGDURIGE PERIODE VAN STILSTAND IN
GEBRUIK TE NEMEN:
•
controleer of er zich geen
bezinksel of roest
in de slangen heeft gevormd, laat in dat geval het
water een paar minuten lang uit de kraan stromen.
•Steek de steker
•Breng de aanvoerslang weer aan en open de kraan.
weer in het stopcontact.
119
Page 23
Instructies Voor de Gebruiker
KLEINE STORINGEN OPLOSSEN
In sommige gevallen is het mogelijk om zelf eventuele kleine storingen met behulp van de
onderstaande instructies te verhelpen.
Controleer, als het programma niet start, of:
•
de vaatwasser op het elekriciteitsnet is aangesloten;
•
de levering van de elektrische stroom niet is onderbroken;
•
de waterkraan is geopend;
•
de deur van de vaatwasser op correcte wijze is gesloten;
Controleer, als er water in de vaatwasser achterblijft, of:
•
er geen knik in de afvoerslang zit;
•
de sifon van de afvoer niet verstopt is;
•
de filters van de vaatwasser niet verstopt zijn.
Controleer, als de vaat niet schoon wordt, of:
•
er (voldoende) afwasmiddel is ingevoerd;
•
er regeneratiezout in het speciale reservoir zit;
•
de vaat op de juiste wijze is geplaatst;
•
het geselecteerde programma geschikt was voor het type en de aard van vervuiling van de
vaat;
•
alle filters schoon zijn en op de juiste wijze in hun houders zijn geplaatst;
•
de wateropeningen van de sproeiarmen niet verstopt zijn;
•
de draaiing van de sproeiarmen niet ergens door werd belemmerd.
Controleer, als de vaat niet droog wordt of mat blijft, of:
•
er glansspoelmiddel in het daarvoor bestemde reservoir zit;
•
de dosering ervan goed is ingesteld;
•
de kwaliteit van het gebruikte afwasmiddel goed is en de eigenschappen er niet van verloren
zijn gegaan (bijv. als gevolg van een onjuiste opslag, met geopende verpakking).
Controleer, als de vaat strepen, vlekken … vertoont, of:
•
de regeling van het glansspoelmiddel niet overmatig is.
Als er roestsporen zichtbaar zijn in de kuip:
•
de kuip is van roestvrij staal en eventuele roestsporen moeten daarom van buitenaf afkomstig
zijn (stukjes roest afkomstig van de waterleiding, pannen, bestek enz.). In de handel kunt u
speciale producten vinden om deze vlekken te verwijderen;
•
controleer of u de juiste hoeveelheid afwasmiddel gebruikt. Sommige afwasmiddelen kunnen
agressiever zijn dan andere;
•
controleer of u de dop van het zoutreservoir goed heeft afgesloten en de waterontharder goed
is ingesteld.
120
Als, nadat u de bovenstaande aanwijzingen heeft opgevolgd, de storingen zich mochten blijven
voordoen, zult u de dichtstbijzijnde technische dienst moeten raadplegen.
LET OP: de door niet bevoegd personeel op het apparaat uitgevoerde werkzaamheden
vallen niet onder de garantie en zijn voor rekening van de gebruiker.
Page 24
Instructies Voor de Gebruiker
6. Oplossingen voor storingen in de werking
De vaatwasser is uitgerust met een auto-diagnose systeem dat een vooraf geprogrammeerde
reeks van mogelijke storingen van de vaatwasser kan opsporen en signaleren.
Wij raden daarom aan om
onderstaande lijst te controleren:
Indien het probleem zich mocht blijven voordoen, ook nadat u de onderstaande aanwijzingen heeft
opgevolgd, moet u de erkende technische dienst opbellen, na als volgt te werk te zijn gegaan:
•
noteer het door het autodiagnose systeem afgebeelde bericht;
•
trek de steker uit het stopcontact;
•
sluit de waterkraan.
TABEL VAN DOOR HET AUTO DIAGNOSE SYSTEEM GECONSTATEERDE STORINGEN
STORINGBESCHRIJVING
De overstromingsbeveiliging (AQUASTOP) van de vaatwasser heeft ingegrepen (uitsluitend
indien van toepassing).
E1
E2
E3
E5
E6
Om de ACQUASTOP uit te schakelen: de vaatwasser uit- en weer inschakelen.
De ingreep van de ACQUASTOP verwijst naar een
reset van de vaatwasser kontakt opnemen met de erkende technische dienst.
Het systeem dat het waterniveau in de vaatwasser beperkt heeft ingegrepen.
Om het apparaat weer in werking te stellen moet u de wasbeurt opnieuw programmeren door de
deur te openen en onmiddellijk weer te sluiten en opnieuw de toets
drukken.
Als het probleem niet is opgelost moet u kontakt opnemen met de erkende technische dienst.
De vaatwasser verwarmt het water niet.
Om deze storing te herstellen moet u de deur openen en sluiten.
Om er de oorzaak van te bepalen moet u vervolgens kontakt opnemen met de erkende technische
dienst.
De vaatwasser vult zich niet met water.
Controleer of:
•
de waterkraan is geopend;
•
de filter in de aanvoerslang niet verstopt is;
•
er geen knikken in de aanvoerslang zitten.
Als u deze controles heeft uitgevoerd, moet u de machine uitschakelen en weer inschakelen en
wederom de toets
wasprogramma weer op het punt waarop het werd onderbroken verder gaan.
Als het alarm aanhoudt moet u kontakt opnemen met de erkende technische dienst.
De vaatwasser voert het water niet af.
Controleer of:
•
de afvoerslang niet afgeklemd of verstopt is;
•
de afvoerleiding niet verstopt is;
•
de filter van de vaatwasser niet verstopt is.
Schakel de machine uit en weer in en druk de
probleem is opgelost zal het wasprogramma weer op het punt waarop het werd onderbroken
verder gaan.
Als het alarm aanhoudt moet u kontakt opnemen met de erkende technische dienst.
alvorens de bevoegde technische dienst
waterlekkage
START/PAUZE (5)
indrukken. Als het probleem is opgelost zal het
START/PAUSE (5)
te waarschuwen eerst de
, u moet dus onmiddellijk na de
START/PAUZE (5)
toets opnieuw in.Als het
in te
Bij alarmen die niet in deze tabel worden beschreven moet u kontakt opnemen met de technische
dienst.
121
Page 25
Instructies Voor de Gebruiker
TECHNISCHE GEGEVENS
Breedte
Diepte, gemeten vanaf de buitenzijde van het
bedieningspaneel
Hoogte
Capaciteit
Druk van het toevoerwater
Elektrische gegevens
597÷ 599 mm
Vrijstaand: 600 mm
van 850 mm tot 870 mm
Standaardcouverts
Min. 50 – max. 900 Kpa (min. 0.5 – max. 9 bar)
Zie het typeplaatje