Inhoudsopgave
1. Veiligheids- en gebruiksvoorschriften __________________ 33
2. Plaatsing van het bovenblad _________________________ 34
2.1 Bevestiging aan de steunstructuur ______________________________________34
3. Elektrische aansluiting ______________________________ 36
4. Gasaansluiting ____________________________________ 37
4.1 Aansluiting op vloeibaar gas___________________________________________37
4.2 Ventilatie van de vertrekken ___________________________________________38
4.3 Afvoer van verbrandingsproducten______________________________________38
5. Regeling van het gas _______________________________ 39
5.1 Aanpassing aan de verschillende gassoorten _____________________________39
5.2 Verwijdering van de plaat _____________________________________________39
5.3 Instelling voor vloeibaar gas ___________________________________________40
5.4 Instelling voor methaangas____________________________________________41
5.5 Instelling van de primaire lucht _________________________________________42
5.6 Hermontage van de plaat _____________________________________________42
5.7 Instelling van het minimum voor methaangas______________________________42
5.8 Instelling van het minimum voor vloeibaar gas_____________________________43
5.9 Rangschikking van de branders op de kookplaat ___________________________43
5.10 Smering van de gaskranen____________________________________________43
6. Beschrijving van de bediening ________________________ 44
6.1 Het frontpaneel _____________________________________________________44
7. Gebruik van de kookplaat____________________________ 45
7.1 Ontsteking van de branders met veiligheidsvoorziening______________________45
7.2 Praktische wenken voor het gebruik van de branders _______________________45
7.3 Diameter van de pannen _____________________________________________45
8. Reiniging en onderhoud _____________________________ 46
8.1 Reiniging van roestvrij staal ___________________________________________46
8.2 Reiniging van de componenten ________________________________________46
DEZE INSTRUCTIES ZIJN ALLEEN GELDIG VOOR DE LANDEN VAN BESTEMMING WAARVAN DE
IDENTIFICATIESYMBOLEN OP DE VOORZIJDE VAN DEZE HANDLEIDING STAAN.
DEZE INBOUWKOOKPLAAT BEHOORT TOT DE KLASSE 3.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: zijn bestemd voor de gekwalificeerde
technicus die de gasinstallatie moet controleren en de installatie, de inbedrijfstelling
en de keuring van het apparaat moet uitvoeren.
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: geven gebruiksadviezen, beschrijving van de
bedieningen en de juiste reinigings- en onderhoudswerkzaamheden voor het
apparaat.
32
Presentatie
1. Veiligheids- en gebruiksvoorschriften
DEZE HANDLEIDING MAAKT DEEL UIT VAN HET APPARAAT EN MOET DERHALVE IN ZIJN GEHEEL
BINNEN HANDBEREIK ERVAN BEWAARD WORDEN GEDURENDE DE HELE LEVENSDUUR VAN DE
KOOKPLAAT. WIJ ADVISEREN DEZE HANDLEIDING EN ALLE AANWIJZINGEN ERIN AANDACHTIG
DOOR TE LEZEN ALVORENS DE KOOKPLAAT TE GEBRUIKEN. BEWAAR OOK DE SERIE
BIJGELEVERDE MONDSTUKKEN. HET APPARAAT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD DOOR
GEKWALIFICEERD PERSONEEL MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN. DIT
APPARAAT IS BEDOELD VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN VOLDOET AAN DE GELDENDE
NORMEN DIE OP DIT MOMENT VAN KRACHT ZIJN. HET APPARAAT IS GEBOUWD OM DE
VOLGENDE FUNCTIE TE VERVULLEN: BEREIDING EN OPWARMEN VAN VOEDSEL; IEDER
ANDERSOORTIGE GEBRUIK DIENT ALS ONEIGENLIJK GEBRUIK TE WORDEN BESCHOUWD.
DE FABRIKANT WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID VOOR ANDER GEBRUIK DAN IS
AANGEGEVEN, AF.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN HUIS ACHTER. SCHEID DE
VERSCHILLENDE AFVALMATERIALEN VAN DE VERPAKKING EN OVERHANDIG HEN AAN HET
DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALVERWERKING.
VERBINDING MET DE AARDE IS VERPLICHT VOLGENS DE TOEPASSELIJKE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE.
DE STEKKER DIE AAN DE VOEDINGSKABEL EN HET BIJBEHORENDE STOPCONTACT MOETEN
WORDEN BEVESTIGD, MOETEN VAN HETZELFDE TYPE ZIJN, EN AAN DE GELDENDE
VOORSCHRIFTEN VOLDOEN.
BIJ EEN INGEBOUWD APPARAAT MOET HET STOPCONTACT BEREIKBAAR ZIJN.
TREK DE STEKKER NOOIT AAN DE KABEL UIT HET STOPCONTACT.
KEUR DE KOOKPLAAT ONMIDDELLIJK NA INSTALLATIE AAN DE HAND VAN DE INSTRUCTIES DIE
VERDEROP GEGEVEN WORDEN. IN GEVAL VAN SLECHTE WERKING MOET HET APPARAAT
WORDEN AFGEKOPPELD VAN HET ELEKTRICITEITSNET EN MOET HET DICHTSTBIJZIJNDE
TECHNISCHE SERVICECENTRUM WORDEN GECONTACTEERD.
PROBEER NOOIT HET APPARAAT TE REPAREREN.
CONTROLEER TELKENS NA HET GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT OF DE BEDIENINGSKNOPPEN IN
DE STAND “NUL” (UIT) STAAN.
ZET GEEN PANNEN OP DE ROOSTERS VAN DE KOOKPLAAT DIE NIET VOLKOMEN GLAD EN
REGELMATIG ZIJN.
GEBRUIK GEEN SCHALEN OF (GRILL)PANNEN DIE DE OMTREK VAN DE KOOKPLAAT TE BUITEN
GAAN.
DE IDENTIFICATIEPLAAT MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN DE
MARKERING IS ZICHTBAAR ONDER DE KAP, IS BIJ DEZE HANDLEIDING GEVOEGD EN IS
AFGEBEELD OP HET KWALITEITSCERTIFICAAT.
DE PLAAT OP DE KAP MAG IN GEEN GEVAL WORDEN VERWIJDERD.
HET APPARAAT IS BESTEMD VOOR GEBRUIK DOOR VOLWASSENEN. STA HET NIET TOE DAT DE
KOOKPLAAT GEBRUIKT WORDT ALS SPEELGOED DOOR KINDEREN, ZONDER VOLDOEND
TOEZICHT.
DIT APPARAAT IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN IN DE ZIN VAN DE EUROPESE RICHTLIJN
2002/96/EG BETREFFENDE AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR –
AEEA (WASTE ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE).•DEZE RICHTLIJN BEPAALT
DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEN VAN DE AFGEDANKTE APPARATUUR WELKE
GELDEN VOOR HET VOLLEDIGE TERRITORIUM VAN DE EUROPESE UNIE.
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid voor persoonlijk letsel of materiële schade of
die veroorzaakt worden door het veronachtzamen van bovenstaande voorschriften of
door het onklaar maken van afzonderlijke onderdelen van het apparaat, of door
gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.
33
Instructies Voor de Installateur
De volgende ingreep vergt metsel- of timmerwerk en moet derhalve worden verricht
door een technicus die op dit vlak bekwaam is.
De installatie is mogelijk op structuren van verschillende materialen, zoals metselwerk,
metaal, massief hout en met plastic gelamineerd hout, als het maar hittebestendig is
(T 90°C).
2.1 Bevestiging aan de steunstructuur
Maak een opening in het bovenblad van het meubel met de afmetingen die op de
afbeelding worden vermeld, en houd daarbij een minimum afstand tot de achterrand van
50 mm. Dit apparaat mag tegen wanden worden gezet die hoger zijn dan het werkblad,
op voorwaarde dat de afstand “X“ wordt aangehouden zoals op de afbeelding, om
beschadiging aan de wand door oververhitting te vermijden. Vergewis u ervan dat de
vuren van de fornuizen een minimum afstand tot een eventuele verticale plank erboven
hebben van 750 mm. In geval van installatie op een neutrale ruimte met deurtjes moet er
een scheidingspaneel worden geplaatst onder de kookplaat. Houd een minimum afstand
van 10 mm tussen de onderkant van het apparaat en de bovenkant van het paneel aan,
dat bovendien gemakkelijk moet kunnen worden weggenomen om gemakkelijk bij de
kookplaat te kunnen komen in geval van eventuele technische ingrepen.
2. Plaatsing van het bovenblad
34
Instructies Voor de Installateur
Plaats de bijgeleverde isolerende pakking nauwkeurig op de omtrek van de opening in
het bovenblad, zoals op onderstaande afbeeldingen, en laat hem over de hele omtrek
aansluiten door er met de handen tegen te duwen. Zie de maten op de afbeelding,
afhankelijk van het model kookplaat dat geïnstalleerd moet worden, en bedenk hierbij dat
er voor beide modellen de voorste lengtezijde moet aansluiten op de opening. Bevestig
de kookplaat aan het meubel met behulp van de bijgeleverde beugeltjes A Snijd op rand
B het teveel aan pakking af. De maten van de volgende tekening zijn genomen op de
opening vanaf de binnenkant van de pakking.
In de onderstaande figuur staan de exacte gaten aangegeven die u moet gebruiken om
het blad op de juiste wijze met beugels op de top te bevestigen.
35
Instructies Voor de Installateur
3. Elektrische aansluiting
Controleer of het voltage en de dimensionering van de voedingslijn corresponderen met
de eigenschappen op het plaatje onder de kap van het apparaat. Dit plaatje mag in
geen geval worden verwijderd.
De stecker aan het uiteinde van de snoer moet overeenstemmen met het stopcontact
en moet bovendien aan de desbetreffende geldende voorschriften conform zijn.
Controleer of de voedingslijn naar behoren geaard is.
Laat de voedingskabel langs de achterkant van het meubel lopen en let ervoor op dat
hij niet in aanraking komt met het onderste carter van de kookplaat of met een
eventuele ingebouwde oven eronder.
Breng op de voedingslijn van het apparaat een veelpolig onderbrekingsmechanisme
aan met en afstand tussen de contacten van minstens 3 mm, op een gemakkelijk
toegankelijke plaats en in de buurt van het apparaat.
Gebruik geen reductoren, adapters of aftakmoffen.
In geval van vervanging van de voedingskabel, mag de doorsnede van de draden van
de nieuwe kabel niet minder zijn dan 0.75 mm2 (kabel van 3 x 0.75), en denk eraan dat
het uiteinde dat met het apparaat verbonden moet worden een minstens 20 mm langere
aardingsdraad (geel-groen) moet hebben. Gebruik uitsluitend een snoer van type
H05V2V2-F of gelijkwaardig die bestendig is tegen een temperatuur van 90°C. Het
vervangen van de snoer mag slechts door een gespecialiseerd technicus worden
uitgevoerd die aansluiting op het stroomnet volgens het hiernavolgende schema zal moeten
uitvoeren.
L = bruin
N = blauw
= geel-groen
Om elk risico te voorkomen mag de voedingskabel uitsluitend door de fabrikant of een
erkende servicedienst worden vervangen.
Voor persoonlijk letsel of materiële schade, veroorzaakt door het veronachtzamen van
bovenstaande voorschriften of door onklaar maken van een afzonderlijk deel van het
apparaat: de fabrikant wijst elke aansprakelijkheid af.
36