Inhoudsopgave
1. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID EN HET
GEBRUIK........................................................................... 52
2. MONTAGE VAN DE DELEN ............................................. 53
3. PLAATSING....................................................................... 56
4. WATERAFVOER ............................................................... 58
5. HET GEBRUIK VAN DE GOOTSTEEN............................. 59
6. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN ........................ 60
7. REINIGING EN ONDERHOUD.......................................... 61
AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER: duiden advies voor het
gebruik, de beschrijving van de bedieningen en de correcte reinigings- en
onderhoudshandelingen van het toestel aan
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATEUR: deze zijn bedoeld voor de
bevoegde technicus die de installatie, de indienststelling en de test van
het toestel moet uitvoeren
51
Waarschuwingen voor de veiligheid en het gebruik
1. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID EN HET GEBRUIK
DEZE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND DEEL VAN HET PRODUCT. ZE
MOET INTEGER EN BINNEN HANDBEREIK BEWAARD WORDEN VOOR DE
VOLLEDIGE GEBRUIKSDUUR VAN DE GOOTSTEEN. ER WORDT
AANGERADEN DEZE HANDLEIDING EN ALLE AANDUIDINGEN
AANDACHTIG DOOR TE LEZEN VOORDAT DE GOOTSTEEN GEBRUIKT
WORDT. DE INSTALLATIE MOET UITGEVOERD WORDEN DOOR
GEKWALIFICEERD PERSONEEL, EN DOOR DE VAN KRACHT ZIJNDE
NORMEN TE RESPECTEREN. DIT TOESTEL IS BEDOELD VOOR
HUISHOUDELIJK GEBRUIK, EN IS CONFORM DE EEG-RICHTLIJNEN DIE
ACTUEEL VAN KRACHT ZIJN.
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR
ANDERE DAN DE VERMELDE GEBRUIKSTOEPASSINGEN.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN HUIS
ACHTER. SORTEER HET VERSCHILLENDE VERPAKKINGSAFVAL, EN
BEZORG HET AAN HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR
GESCHEIDEN AFVALVERWERKING.
VOER ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE EEN KORTE TEST UIT VAN DE
GOOTSTEEN, DOOR DE AANWIJZINGEN TE VOLGEN DIE VERDER
WORDEN AANGEDUID.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor letsels aan
personen of materiële schade als gevolg van het niet in acht nemen van
deze voorschriften, of door het onklaar maken van zelfs maar een enkel
onderdeel van het toestel of door het gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
52
INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKERS
Aldus de Richtlijnen 2002/95/EG, 2002/96/EG, 2003/108/EG in verband met de
beperking van het gebruik van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische
toestellen, en ook de verwerking van afval. Het symbool van de doorkruiste
vuilbak, aangebracht op de apparatuur, duidt aan dat het product op het einde van
zijn gebruiksduur afzonderlijk verzameld moet worden. De gebruiker moet dus de
apparatuur op het einde van de gebruiksduur toekennen aan geschikte centra voor
de gescheiden inzameling van elektrisch en elektronisch afval, of overhandigen
aan de verkoper wanneer een nieuw overeenkomstig apparaat aangekocht wordt.
Een gepaste gescheiden afvalinzameling voor de volgende recyclage van de
apparatuur en voor de behandeling en de ecologisch compatibele verwerking,
draagt bij tot het vermijden van mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en
voor de gezondheid, en bevordert het recyclen van het materiaal waarvan de
apparatuur gemaakt is. Wanneer de gebruiker het product illegaal verwerkt, zullen
administratieve sancties getroffen worden.
Aanwijzingen voor de installateur
2
4
1
6
5
7
8
2. MONTAGE VAN DE DELEN
2.1 Montage van de kraan
Voorzie alle delen om de kraan te installeren, en ga als volgt te werk:
• Plaats de kraan (2) in het gat (1), en zorg er voor dat de pakking (4)
tussen het gat en het steunvlak van de gootsteen wordt geplaatst
(o-ring).
• Plaats vanaf de onderkant van de gootsteen de plastic versterking
(5), en plaats de rubberen pakking (6)
• Bevestig de kraan door de bevestigingsflens (7) en de sluitmoer (8)
te plaatsen; controleer of de kraan correct geplaatst is tegenover de
gootsteen en sluit de moer door de daarvoor bestemde sleutel of
soortgelijk te gebruiken.
53
Aanwijzingen voor de installateur
RECHTHOEKIGE OVERLOOP
2.2 Montageschema van de delen van de gootsteen
54
Aanwijzingen voor de installateur
1
2
3
4
5
5
2.3 Bakje afvoermechanisme
• Sluit de flexibele kabel aan op de bediening van het
afvoermechanisme.
• Stop het uiteinde van de kabel (1) in de spil (2) die aanwezig is op
de bediening van de afvoer (3).
• Bevstig het plaatje (4) door gebruik te maken van de schroeven (5)
zoals aangeduid wordt in de figuur.
• Controleer de werking van het mechanisme door de gootsteen met
water te vullen, en door de knop te draaien die zich op de voorkant
bevindt.
55
Aanwijzingen voor de installateur
FRONTAAL
AANZICHT
ZIJDELINGS
AANZICHT
EVENTUEEL GAT VOOR DE
AANSLUITING VAN HET WATER
EVENTUEEL GAT VOOR DE
AANSLUITING VAN HET
WATER
PASSAGE VOOR DE
WATERAFVOER
PASSAGE VOOR DE
WATERAF VOER
3. PLAATSING
3.1 Inbouw
BUIS VOOR DE
AANSLUITNG
VAN WATER 1/2”
vr.
EVENTUEEL GAT
VOOR DE
AANSLUITING VAN
HET WATER IN
GEVAL EEN
ACHTERWAND
AANWEZIG IS
56
Aanwijzingen voor de installateur
3.2 Installatie op een wagentje
Raadpleeg de aanwijzingen die bij het wagentje gevoegd zijn, en
installeer de gootsteen zoals een normale barbecue.
3.3 Aansluiting op het waternet
Sluit de koppeling voor de invoer van het
water (A) aan op een vrouwelijke
geschroefdrade aansluiting van 1/2”, en
draai deze helemaal vast op de buis.
Als de bebuizing van het water nieuw is of
voor een lange periode niet gebruikt werd,
moet voordat de installatie uitgevoerd
wordt de kraan geopend worden zodat het
water kan stromen tot het helder is, en dus
geen onzuiverheden meer aanwezig zijn.
Zonder deze voorzorgsmaatregel bestaat
het risico dat de invoer van het water
verstopt raakt, en het apparaat
beschadigd.
57
Aanwijzingen voor de installateur
4. WATERAFVOER
De aansluitingen voor de waterafvoer kunnen op drie verschillende
manieren uitgevoerd worden naargelang de vereisten en in functie van
de plaats van de gootsteen.
De afvoer kan op de volgende manieren aangesloten worden:
• op een vat
• naar de riolering
• op het waternet.
4.1 In een vat
In dit geval moet in het bakje van de waterafvoer een speciale
verbinding voorzien worden.
Sluit dus een buis met gepaste diameter aan, plaats de buis in de
verbinding, en blokkeer ze met behulp van een klem of soortgelijk.
Controleer regelmatig het waterpeil in het vat, en als het vol is moet het
leeggemaakt worden.
AANDACHT !
Om te vermijden dat de buis toevallig loskomt en de zone rondom
de gootsteen dus onder water loopt, moet gecontroleerd worden
of ze goed vastgemaakt is op de afvoerverbinding!
Controleer ook of de buis in het vat geplaatst is.
58
4.2 Naar de riolering
De aansluiting is soortgelijk diegene voor het vat.
Het is belangrijk om vooraf te bepalen naar waar de waterstroom moet
gevoerd worden.
Sluit een buis aan die lang genoeg is om het water af te voeren naar het
punt dat bepaald werd voor de afvoer.
Er wordt aangeraden de afvoer naar een rioolput te leiden die
aangesloten is op de riolering
4.3 Op het waternet
Voor de installatie op het waternet moet PAR.4 – AANSLUITING OP
HET WATERNET geraadpleegd worden.
Aanwijzingen voor de gebruiker
1 2
5. HET GEBRUIK VAN DE GOOTSTEEN
5.1 Waarschuwingen en algemeen advies
Voordat de gootsteen in gebruik wordt genomen, moet gecontroleerd
worden of de aansluitingen op het waternet en de installatie van de
gootsteen correct uitgevoerd werden.
De waterstroom kan geregeld worden met de bedieningsknop (1). Draai
de knop naar rechts om meer water te leveren en naar links om minder
water te leveren. Om het water te laten wegstromen, moet de andere
bedieningsknop (2) naar rechts of naar links gedraaid worden.
59
Aanwijzingen voor de gebruiker
6. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN
OPENING / SLUITING VAN STROMEND WATER
Hiermee kan het stromend water geopend en gesloten worden, en kan de
stroom zelf geregeld worden.
OPENING / SLUITING VAN DE WATERAFVOER
60
Hiermee kan de waterafvoer geopend en gesloten worden.
WATERAFVOER
Voert het water af dat zich in de gootsteen bevindt.
WATERKRAAN
Hiermee kan water geleverd worden.
BAK
Afmetingen: 450 mm x 400 mm h=180 mm
OPBERGRUIMTE
Nutig voor het opbergen van sponsjes of reinigingsmiddelen.
Aanwijzingen voor de gebruiker
7. REINIGING EN ONDERHOUD
7.1 Reiniging van roestvrij staal
Om het roestvrij staal goed te bewaren, moet het regelmatig gereinigd
worden.
Om de oppervlakken in roestvrij staal te reinigen en te onderhouden,
moeten steeds en uitsluitend specifieke producten gebruikt worden
die geen schurende of zure middelen op chloorbasis bevatten.
Gebruikswijze: giet het product op een vochtige doek en wrijf het over
het oppervlak, spoel zorgvuldig, en droog met een zacht doek of met
een zeemvel.
Gebruik absoluut geen metalen sponzen of scherpe
krabbers, zodat de oppervlakken niet worden beschadigd.
Gebruik normale en niet-schurende producten voor staal,
en eventueel houten of plastic gereedschappen.
Spoel goed, en droog met een zachte doek of met een
zeemvel.
61
Aanwijzingen voor de gebruiker
1
2
3
4
7.2 Inspectie en eventuele reiniging van de waterafvoer
62
Als de waterstroom in de gootsteen niet continu afgevoerd wordt, moet
de afvoer (1) gereinigd worden.
Plaats een recipiënt onder de afvoer, zodat het water opgevangen
wordt wanneer de afvoerbuis (2) wordt losgekoppeld.
Los de moer (3) en koppel de afvoerbuis (2) los; controleer of
verstoppingen aanwezig zijn in de buis, en verwijder ze eventueel zodat
het water vrij kan wegstromen.
Monteer de afvoer weer, en open de kraan zodat u kan controleren of
het water continu kan wegstromen.
Loading...