1. Beschrijving van het bedieningspaneel______________________ 36
Wij wensen u van harte te bedanken voor uw keuze voor dit product van
ons.
Wij bevelen aan om alle instructies in deze gebruiksaanwijzing
aandachtig door te lezen om op de hoogte te zijn van de meest
geschikte voorwaarden voor een correct en veilig gebruik van uw
vaatwasser.
De volgorde van de afzonderlijke paragrafen is erop gebaseerd dat u
stap voor stap alle functies van het apparaat leert kennen, de teksten
zijn gemakkelijk te begrijpen en worden geïllustreerd met gedetailleerde
afbeeldingen.
In deze eenvoudig te raadplegen gebruiksaanwijzing zult u de
antwoorden kunnen vinden op al uw vragen met betrekking tot het
gebruik van de vaatwasser.
Voor meer informatie omtrent het gebruik en onderhoud van de
vaatwasser moet u het bijgesloten handboek aandachtig lezen.
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: u vindt er nuttig advies voor het
gebruik van de wasprogramma's en alle functies van de vaatwasser.
35
Instructies Voor de Gebruiker
1. Beschrijving van het bedieningspaneel
1.1 Het bedieningspaneel
Alle bedieningsorganen en controle-instrumenten van de vaatwasser zijn
samengebracht op het bedieningspaneel aan de voorzijde waarvan de
vormgeving per model kan verschillen.
4
35 1
2
4
35 1
2
36
1
KEUZESCHAKELAAR
2
3
4
5
AAN/UIT
TOETS
PROGRAMMATOETS ECO 55°C
CONTROLELAMPJE
WEGGEWERKTE HANDGREEP OPENING DEUR
WASPROGRAMMA'S
INSCHAKELING
INSTELLING VAN HET WASPROGRAMMA
Om het voor de te wassen vaat meest geschikte programma te
selecteren verwijzen wij naar de onderstaande tabel, waar u het meest
geschikte wasprogramma kunt vinden afhankelijk van de aard en de
mate van bevuiling van de vaat.
Als, via de voorgestelde tabel, het meest geschikte programma is
bepaald, moet u de
PROGRAMMAKEUZEKNOP (1)
draaien om het
gewenste programma in te stellen door de referentiewaarde met het
programmanummer overeen te laten stemmen.
Nu volstaat het om de toets AAN/UIT (2) in te drukken om het
programma te starten. Het controlelampje
AAN (4)
gaat branden.
PROGRAMMATABEL
Instructies Voor de Gebruiker
CYCLUS
1
WEKEN
2
NORMAAL
65°C
3
INTENSIEVE
65°C
4
DAGELIJKS
65°C
4
ECO
55°C (*)
5
SPOELEN
KEUZE-
SCHAKELAAR,
EN TOETS
+ TASTO ECO
AARD EN MATE
VAN VUILHEID
VAN DE VAAT
PANNEN EN COUVERTS
IN AFWACHTING OM
DE LADING TE
VOLTOOIEN
NORMAAL VUILE PANNEN
EN COUVERTS
UITERST VUILE PANNEN
EN COUVERTS MET
OPGEDROOGDE RESTEN
NORMAAL VUILE
COUVERTS
WEINIG VUILE
COUVERTS
TE SPOELEN EN TE
DROGEN VAAT
A IKKELING
PROGRAMMA
Koud voorwassen
Koud voorwassen
Wassen oop 65°C
2 koude spoelbeurten
Spoelen op 65°C
Drogen
Koud voorwassen
Wassen oop 65°C
Koud spoelen
Spoelen op 65°C
Drogen
Wassen oop 65°C
Koud spoelen
Spoelen op 65°C
Drogen
Wassen oop 55°C
Koud spoelen
Spoelen op 65°C
Drogen
Koud spoelen
Spoelen op 65°C
Drogen
DUURVERBRUIK
MINUUT
(2)
ATER
LITER(1)
ENERGIE
KWh (2)
640,01
130241,65
180211,62
170161,60
160171,05
70110,90
Gebruik het weken uitsluitend bij een gedeeltelijke belading.
(*) Referentieprogramma volgens de EN 50242 norm.
(–) Niet voorzien.
(1) Gemiddeld verbruik bij een regeling van de ontharder op niveau 2.
(2) De duur van de cyclus en het energieverbruik kunnen variëren afhankelijk van de
temperatuur van het water en de omgeving en van het type en de hoeveelheid vaat.
De wascyclus zal niet worden gestart als de deur van de vaatwasser niet
of niet op de juiste manier gesloten is.
37
Instructies Voor de Gebruiker
1.2 Wasprogramma's
Alvorens een wasprogramma te starten moet u
controleren of:
•de waterkraan
•er
regeneratiezout
•er
voldoende afwasmiddel
geopend
•de korven op de
•de sproeiarmen
vrij
•de deur van de vaatwasser
ANNULERING VAN HET LOPENDE PROGRAMMA
Om het lopende programma te annuleren moet u de
indrukken. Plaats de programmakeuzeschakelaar op
tot vaatwasser start. Als het programma is voltooid moet u de
vaatwasser uitschakelen met de toets
WIJZIGING VAN HET PROGRAMMA
Om het lopende programma te wijzigen moet u de vaatwasser
uitschakelen met de
programmakeuzeschakelaar op het gewenste programma en start de
vaatwasser weer door
De vaatwasser zal automatisch het nieuwe programma uitvoeren.
is;
in het
juiste
reservoir
in het
wijze zijn
aanwezig is;
is gedaan;
bakje
beladen
;
, onbelemmerd kunnen draaien;
goed is gesloten.
AAN/UIT (2)
AAN/UIT (2)
AAN/UIT (2)
in te drukken.
toets. Plaats de
AAN/UIT (2)
WEKEN
.
toets
en wacht
38
4
35 1
2
4
35 1
2
Instructies Voor de Gebruiker
4
35 1
2
4
35 1
2
OM ENERGIE TE BESPAREN! … EN VOOR HET BEHOUD VAN HET
MILIEU
•Probeer om de vaatwasser altijd volledig gevuld te gebruiken.
•Was de vaat niet onder stromend water.
•Gebruik het voor de aard van de vaat meest geschikte programma.
•Spoel niet vooraf eerst af.
•Sluit, indien mogelijk, de vaatwasser aan op een warmwaterleiding
tot 60°C.
•Sluit, indien mogelijk het drogen uit en laat de deur op het eind van
het wasprogramma open staan: ook de lucht en de restwarmte
zullen de vaat perfect opdrogen.
OM HET AFWASMIDDELVERBRUIK TE BEPERKEN! … EN VOOR
HET BEHOUD VAN HET MILIEU
De in de afwasmiddelen voor vaatwassers aanwezige fosfaten vormen
een probleem voor het milieu. Om een overmatig afwasmiddel- en
stroomverbruik te voorkomen, raden wij aan om:
•
de delicate vaat
te scheiden van vaat die beter bestand is tegen
agressieve afwasmiddelen en hoge temperaturen;
•het afwasmiddel
niet rechtstreeks op de vaat te gieten.
39
Instructies Voor de Gebruiker
Als het tijdens het wassen noodzakelijk mocht zijn om de deur te openen
zult u
1 minuut moeten wachten
opnieuw te kunnen starten. Na de deur weer op correcte wijze te hebben
gesloten, zal het wasprogramma weer op het punt waarop het werd
onderbroken verder gaan. Deze handeling zou kunnen leiden tot
onregelmatigheden in het verloop van het programma.
BEËINDIGING
Na beëindiging van het wasprogramma zal de keuzeschakelaar,
afhankelijk van het uitgevoerde programma, op een
staan. Schakel de vaatwasser uit met de toets
4
35 1
2
4
alvorens het programma weer
STOP
waarde
AAN/UIT (2)
.
40
35 1
2
VERWIJDEREN VAN DE VAAT
Na beëindiging van het wasprogramma moet u tenminste
20 minuten
wachten alvorens de vaat er uit te halen, om hem te laten afkoelen. Om
te voorkomen dat eventuele in de bovenste korf achtergebleven
waterdruppels op de nog in de onderste korf achtergebleven vaat vallen,
wordt het
aangeraden
om eerst de onderste korf en daarna pas de
bovenste korf leeg te halen.
Instructies Voor de Gebruiker
REGELING VAN DE ONTHARDER
De vaatwasser is uitgerust met een inrichting die het mogelijk maakt om
de regeling van de ontharder aan te passen aan de hardheid van het
vulwater.
Afhankelijk van het model bevindt de keuzeschakelaar voor de regeling
zich:
•in de kunststof ring op de
vaatwasser;
•in de ontharder, net onder de dop.
Beide kunnen worden ingesteld op 5 standen:
rechterwand
aan de binnenkant van de
TABEL HARDHEID VAN HET WATER
HARDHEID VAN HET WATER
Duitse graden (°dH)Franse graden (°dF)
0 - 40 - 7Staand nr. 1 GEEN ZOUT
5 - 158 - 25Staand nr. 1
16 - 2326 - 40Staand nr. 2
24 - 3141 - 60Staand nr. 3
32 - 4761 - 80Staand nr. 4
48 - 5881 - 100Staand nr. 5
REGELING
Vraag het waterleidingbedrijf om de informatie betreffende de
hardheidsgraad van het water.
4. Schoonmak en onderhoud ______________________________119
Wij wensen u van harte te bedanken voor uw keuze voor dit product van
ons.
Wij bevelen aan om alle instructies in deze gebruiksaanwijzing
aandachtig door te lezen om op de hoogte te zijn van de meest
geschikte voorwaarden voor een correct en veilig gebruik van uw
vaatwasser.
De volgorde van de afzonderlijke paragrafen is erop gebaseerd dat u
stap voor stap alle functies van het apparaat leert kennen, de teksten
zijn gemakkelijk te begrijpen en worden geïllustreerd met gedetailleerde
afbeeldingen.
De hier verstrekte reinigingsadviezen stellen u in staat om de prestaties
van uw vaatwasser altijd optimaal te houden.
In deze eenvoudig te raadplegen gebruiksaanwijzing zult u de
antwoorden kunnen vinden op al uw vragen met betrekking tot het
gebruik van de vaatwasser.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: deze instructies zijn
bestemd voor de bevoegde installateur die is belast met de installatie,
inbedrijfstelling en het uitproberen van het apparaat.
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: u vindt er nuttig advies voor het
gebruik van de manden, sproeiers, bakjes en filters.
Aanwijzingen
1. Aanwijzingen voor veiligheid en gebruik
DEZE HANDLEIDING IS EEN WEZENLIJK ONDERDEEL VAN HET APPARAAT:
HIJ DIENT ALTIJD IN ZIJN GEHEEL SAMEN BIJ HET APPARAAT TE WORDEN
BEWAARD. VÓÓR DE INGEBRUIKNEMING BEVELEN WIJ AAN OM DE IN
DEZE HANDLEIDING OPGENOMEN AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE
LEZEN. DE INSTALLATIE MOET DOOR BEVOEGD PERSONEEL WORDEN
UITGEVOERD MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN. DIT
APPARAAT IS BESTEMD VOOR EEN HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN
BEANTWOORDT AAN DE MOMENTEEL VAN TOEPASSING ZIJNDE
RICHTLIJNEN 72/23 EEG, 89/336 (INCLUSIEF 92/31),
HET VOORKOMEN EN ELIMINEREN VAN RADIOSTORINGEN. HET
APPARAAT IS ONTWIKKELD VOOR DE VOLGENDE WERKZAAAMHEDEN:
HET WASSEN EN DROGEN VAN DE VAAT
ALS ONEIGENLIJK TE WORDEN BESCHOUWD.
AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ENIG GEBRUIK DAT AFWIJKT
VAN HETGEEN IS VOORZIEN.
HET TYPEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER
EN DE MERKING IS ZICHTBAAR OP DE RAND AAN DE BINNENKANT VAN
DE DEUR.
DEUR MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN DE
HUISELIJKE OMGEVING LIGGEN. VERDEEL DE VERSCHILLENDE VAN DE
VERPAKKING AFKOMSTIGE AFVALMATERIALEN EN BRENG ZE NAAR HET
DICHTSBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALINZAMELING.
HET PLAATJE OP DE RAND AAN DE BINNENKANT VAN DE
; IEDER ANDER GEBRUIK DIENT
MET INBEGRIP VAN
DE FABRIKANT KAN NIET
DE AARDAANSLUITING IS VERPLICHT OP DE DOOR DE
VEILIGHEIDSNORMEN VOOR ELEKTRISCHE INSTALLATIES VOORZIENE
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD
WIJZE.
VOOR ENIG LETSEL AAN PERSONEN OF SCHADE AAN ZAKEN ALS
GEVOLG VAN EEN ONTBREKENDE OF GEBREKKIGE AARDAANSLUITING.
BIJ PLAATSING VAN HET APPARAAT OP VLOEREN MET VLOERBEDEKKING
MOET U CONTROLEREN OF DE OPENINGEN AAN DE ONDERZIJDE NIET
WORDEN AFGESLOTEN.
SCHAKEL DE VAATWASSER NA IEDER GEBRUIK UIT OM
STROOMVERSPILLING TE VOORKOMEN.
HET AFGEDANKTE APPARAAT MOET ONBRUIKBAAR WORDEN GEMAAKT.
SNIJD, NA DE STEKER UIT HET STOPCONTACT TE HEBBEN GETROKKEN,
DE VOEDINGSKABEL DOOR. MAAK DE VOOR KINDEREN GEVAARLIJKE
DELEN (SLUITINGEN, DEUREN ENZ.) ONGEVAARLIJK.
Aanwijzingen
DIT APPARAAT IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN VOLGENS DE
EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EG
ELEKTRONISCHE APPARATEN (
DOOR ERVOOR TE ZORGEN DAT DIT PRODUCT OP DE JUISTE MANIER ALS
AFVAL WORDT VERWERKT, HELPT U MOGELIJK NEGATIEVE
CONSEQUENTIES VOOR HET MILIEU EN DE MENSELIJKE GEZONDHEID TE
VOORKOMEN DIE ANDERS ZOUDEN KUNNEN WORDEN VEROORZAAKT
DOOR ONJUISTE VERWERKING VAN DIT PRODUCT ALS AFVAL.
INZAKE AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN
AEEA
).
HET SYMBOOL
DOCUMENTATIE GEEFT AAN DAT DIT PRODUCT NIET ALS HUISHOUDELIJK
AFVAL MAG WORDEN BEHANDELD. IN PLAATS DAARVAN MOET HET
WORDEN AFGEGEVEN BIJ EEN VERZAMELPUNT VOOR RECYCLING VAN
ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATEN. AFDANKING MOET
WORDEN UITGEVOERD IN OVEREENSTEMMING MET DE PLAATSELIJKE
MILIEUVOORSCHRIFTEN VOOR AFVALVERWERKING. VOOR NADERE
INFORMATIE OVER DE BEHANDELING, TERUGWINNING EN RECYCLING VAN
DIT PRODUCT WORDT U VERZOCHT CONTACT OP TE NEMEN MET HET
STADSKANTOOR IN UW WOONPLAATS, UW AFVALOPHAALDIENST OF DE
WINKEL WAAR U HET PRODUCT HEEFT AANGESCHAFT.
BIJ STORINGEN MOET U HET APPARAAT VAN HET ELEKRICITEITSNET
LOSKOPPELEN EN DE WATERKRAAN SLUITEN.
GEBRUIK GEEN TIJDENS HET TRANSPORT BESCHADIGDE APPARATEN!
RAADPLEEG, BIJ TWIJFEL, UW WEDERVERKOPER.
HET APPARAAT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD EN AANGESLOTEN
OVEREENKOMSTIG DE DOOR DE FABRIKANT VERSTREKTE INSTRUCTIES
OF DOOR BEVOEGD PERSONEEL.
HET APPARAAT MOET DOOR VOLWASSENEN WORDEN GEBRUIKT.
ERVOOR DAT KINDEREN UIT DE BUURT BLIJVEN EN ER NIET MEE SPELEN.
HOUD KINDEREN UIT DE BUURT VAN AFWASMIDDELEN EN DE GEOPENDE
VAATWASSERDEUR. DE VERPAKKINGSMATERIALEN (PLASTIC ZAKKEN,
POLYSTYROL, METALEN DELEN ENZ.) MOETEN BUITEN HET BEREIK VAN
KINDEREN WORDEN GEHOUDEN.
HOUD KINDEREN UIT DE BUURT VAN DE GEOPENDE VAATWASSER; IN HET
APPARAAT ZOUDEN ZICH NOG RESTEN AFWASMIDDEL KUNNEN BEVINDEN
DIE ONHERSTELBARE SCHADE AAN DE OGEN, DE MOND EN KEEL KUNNEN
VEROORZAKEN, EN ZELFS TOT DE DOOD DOOR VERSTIKKING KAN LEIDEN.
GEBRUIK GEEN OPLOSMIDDELEN ZOALS ALCOHOL EN TERPENTINE IN
HET APPARAAT DIE TOT ONTPLOFFINGEN KUNNEN LEIDEN.
OP HET PRODUCT OF OP DE BIJBEHORENDE
ZORG
PLAATS GEEN MET AS, WAS OF VERF BEVUILDE VAAT IN HET APPARAAT.
DE VAATWASSER KAN KANTELEN ALS GEVOLG VAN HET LEUNEN OF
ZITTEN OP DE OPEN DEUR, MET ALLE RISICO'S VAN DIEN VOOR DE
PERSONEN.
OM TE VOORKOMEN DAT U EROVER STRUIKELT MOET U DE DEUR VAN
DE VAATWASSER NIET OPEN LATEN STAAN.
Aanwijzingen
VERMIJD HET CONTACT MET HET VERWARMINGSELEMENT VLAK NA DE
BEËINDIGING VAN EEN WASPROGRAMMA.
TIJDENS HET GEBRUIK VAN DE VAATWASSERS KAN HET
VERWARMINGSELEMENT, OOK PLAATSELIJK, IETS BRUIN WORDEN. DIT
IS EEN NORMAAL, MET DE WERKINGSWIJZE SAMENHANGEND
VERSCHIJNSEL, DAT DE GOEDE WERKING VAN HET APPARAAT OP GEEN
ENKELE WIJZE ZAL BEÏNVLOEDEN.
DRINK, NA BEËINDIGING VAN HET WASPROGRAMMA EN VOOR HET
DROGEN, NIET VAN HET EVENTUEEL IN DE VAAT OF DE VAATWASSER
ACHTERGEBLEVEN WATER.
MESSEN EN ANDER KEUKENGEREI MET SCHERPE PUNTEN MOETEN MET
DE PUNT NAAR BENEDEN IN DE CONTAINER WORDEN GEZET OF
HORIZONTAAL IN DE BOVENSTE KORF GELEGD, WAARBIJ U ERVOOR
MOET OPLETTEN DAT U ZICH NIET VERWONDT EN DAT ZE NIET UIT DE
CONTAINER NAAR BUITEN STEKEN.
MET ACQUASTOP UITGEVOERDE MODELLEN
ACQUASTOP IS EEN INRICHTING DIE BIJ LEKKAGES OVERSTROMINGEN
VOORKOMT. NA DE INTERVENTIE VAN DE ACQUASTOP MOET EEN
BEVOEGD TECHNICUS WORDEN GERAADPLEEGD OM DE OORZAAK VAN
DE STORING OP TE SPOREN EN TE VERHELPEN. BIJ DE MET ACQUASTOP
UITGEVOERDE MODELLEN BEVAT DE TOEVOERSLANG EEN
ELEKTROMAGNETISCHE KLEP.
ELEKTROMAGNETISCHE KLEP NIET IN HET WATER VALLEN.
BESCHADIGING VAN DE TOEVOERSLANG MOET U HET APPARAAT
LOSKOPPELEN VAN DE WATERLEIDING EN HET ELEKTRICITEITSNET.
SNIJD DE SLANG NIET DOOR EN LAAT DE
BIJ
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET HET APPARAAT KORT WORDEN
UITGEPROBEERD OVEREENKOMSTIG DE HIERNA VERSTREKTE
INSTRUCTIES. ALS HET APPARAAT NIET MOCHT FUNCTIONEREN MOET U
HET VAN DE ELEKTRICITEITSNET LOSKOPPELEN EN DE
DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE DIENST WAARSCHUWEN.
NIET OM HET APPARAAT TE REPAREREN.
DE VAATWASSER BEANTWOORDT AAN ALLE DOOR DE GELDENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OPGELEGDE EISEN MET BETREKKING TOT
ELEKTRISCHE APPARATEN. EVENTUELE TECHNISCHE CONTROLES
MOGEN UITSLUITEND DOOR GESPECIALISEERD EN ERKEND PERSONEEL
WORDEN UITGEVOERD:
PERSONEEL, ZULLEN DE GARANTIE DOEN VERVALLEN EN KUNNEN EEN
BRON VAN GEVAAR VOOR DE GEBRUIKER WORDEN.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
REPARATIES UITGEVOERD DOOR NIET ERKEND
worden gesteld voor letsel aan personen of
PROBEER
schade aan zaken als gevolg van het niet opvolgen van de bovenstaande
voorschriften of als gevolg van werkzaamheden op ook een enkel deel van het
apparaat of door het gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.
Instructies Voor de Installateur
2. Installatie en inbedrijfstelling
Verwijder de polystyrol korfblokkeringen. Plaats het apparaat op de daarvoor
bestemde. De vaatwasser kan met de zijkanten of de achterkant tegen
meubels of wanden worden geplaatst. Als de vaatwasser naast een
warmtebron wordt geplaatst moet een warmteïsolerende wand worden
geplaatst om oververhitting en een slechte werking te voorkomen. Voor de
stabilteit moeten de inbouwapparaten voor onderbouw of integratie
uitsluitend onder ononderbroken werkbladen worden geplaatst en aan de
ernaast geplaatste meubels worden vastgeschroefd. Om de inbouw te
vergemakkelijken kunnen de toevoer- en afvoerslangen in alle richtingen
worden gedraaid; zorg ervoor dat ze niet worden geknikt of afgeklemd en dat
ze niet te strak gespannen komen te staan. Zorg ervoor dat u de borgring
aandraait nadat u de buizen in de gewenste richting heeft gedraaid. Voor de
passage van de buizen en de voedingskabel is een gat nodig van minimaal
Ø 8 cm.
Zet het apparaat waterpas op de grond met behulp van de regelbare voetjes.
Dit is vereist voor de correcte werking van de vaatwasser.
ten strengste verboden
Het is
glaskeramische kookplaat.
U kunt de vaatwasser inbouwen onder een traditionele kookplaat, op
voorwaarde dat het werkblad van de keuken
dat zowel de vaatwasser als de kookplaat op
gemonteerd en vastgezet
kunnen creëren
.
om de vaatwasser in te bouwen onder een
ononderbroken doorloopt
, zodat ze geen enkele
correcte wijze zijn
gevaarlijke situatie
, en
Aleen voor de vrijstaande modellen
Het is
-
vrijstaande vaatwasser te monteren.
Wanneer het apparaat niet in een nis is geplaatst en dus vanaf een
-
zijkant toegankelijk is, moet u, om veiligheidsredenen, de kant van het
deurscharnier bekleden (gevaar voor verwondingen). De bekledingen
zijn beschikbaar als accessoire bij de gespecialiseerde wederverkopers
of de Technische Servicedienst.
Voor het inbouwen van de vaatwasser moet u bij de erkende
-
wederverkopers of bij de Technische Servicedienst de
aanschaffen.
Sommige modellen hebben een centrale regelbare voet achter die met
behulp van een schroef onderaan de voorkant van het apparaat kan worden
afgesteld.
ten strengste verboden
om een kookplaat boven een
speciale kit
Instructies Voor de Installateur
2.1 Aansluiting op de waterleiding
Voorkom het risico van verstoppingen of beschadigingen:
waterleiding nieuw is of langdurig ongebruikt gebleven, moet u, voordat u de
aansluiting op de waterleiding uitvoert, controleren of het water helder is en
zonder vervuiling om schade aan het apparaat te voorkomen.
de aansluiting van de vaatwasser op de waterleiding, uitsluitend nieuwe
slangen; gebruik nooit oude of reeds gebruikte slangen.
AANSLUITING OP DE WATERKRAAN
Sluit de toevoerslang, na plaatsing van het bij de vaatwasser
geleverde filter A, aan op een koudwaterkraan met een
schroefdraad van ¾" gas.
stevig vast en draai hem nog circa een kwartslag na met
een tang.
Bij de met ACQUASTOP uitgeruste modellen is het filter
al in de ring met schroefdraad aangebracht.
Draai de slang met de hand
als de
Gebruik voor
De vaatwasser kan worden gevuld met water van
gebruik van warm water zal de wastijd met circa 20 minuten worden
teruggebracht, hoewel de efficiëntie iets minder zal zijn. De aansluiting moet
worden uitgevoerd op de warmwaterleiding van het huis en op dezelfde wijze
als beschreven voor het koude water.
maximaal 60°C.
Bij
AANSLUITING OP DE AFVOER
Plaats de afvoerslang in een
afvoerpijp met een minimumdiameter van
ook in de gootsteen worden
gehangen met behulp van de
bijgesloten slanghouder, waarbij er
echter voor moet worden opgelet dat
hij niet wordt geknikt of afgeklemd.
Het is belangrijk dat de slang niet
kan losraken en vallen. Om deze
reden heeft de slanghouder een gat
waarmee hij met behulp van een
touwtje aan de pijp of kraan kan
worden bevestigd.
Het vrije eind moet op een hoogte tussen de 30 en
aangebracht en mag nooit onder water staan. Horizontaal geplaatste
verlengstukken mogen maximaal 3 m lang zijn en in dat geval moet de
afvoerslang maximaal
; de slang kan
4 cm
85 cm
100 cm
van de grond af worden aangebracht.
worden
Instructies Voor de Installateur
2.2 Elektrische aansluiting en waarschuwingen
CONTROLEER OF DE SPANNINGS- EN FREQUENTIEWAARDEN VAN HET
ELEKTRICITEITSNET OVEREENSTEMMEN MET DIE VERMELD OP HET
TYPEPLAATJE VAN HET APPARAAT OP DE RAND AAN DE BINNENZIJDE
VAN DE DEUR.
DE STEKKER AAN HET UITEINDE VAN DE VOEDINGSKABEL EN HET
BIJBEHORENDE STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE TYPE ZIJN EN
OVEREENSTEMMEN MET DE GELDENDE NORMEN MET BETREKKING TOT
DE ELEKTRISCHE INSTALLATIES.
NA DE INSTALLATIE MOET DE STEKKER TOEGANKELIJK ZIJN.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE
VERWIJDEREN.
DE BESCHADIGDE VOEDINGSKABEL
DE FABRIKANT OF EEN ERKEND SERVICECENTRUM.
VERMIJD HET GEBRUIK VAN ADAPTERS OF AFLEIDINGEN
OVERVERHITTING OF BRAND ZOUDEN KUNNEN LEIDEN.
WANNEER HET APPARAAT UITSLUITEND EEN VOEDINGSKABEL ZONDER
STEKKER HEEFT:
MOET U, OP EEN GEMAKKELIJK BEREIKBARE PLAATS IN DE NABIJHEID
VAN HET APPARAAT EEN MEERPOLIGE SCHEIDINGSINRICHTING MET EEN
MINIMALE CONTACTOPENING VAN
AANBRENGEN.
DE AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET MAG UITSLUITEND
WORDEN UITGEVOERD DOOR EEN
OVEREENSTEMMING MET HET ONDERSTAANDE SCHEMA EN DE
GELDENDE WETTEN.
MOET WORDEN VERVANGEN DOOR
DIE TOT
3,5MM
OP DE VOEDINGSLIJN ERVAN
GESPECIALISEERDE TECHNICUS
, IN
L
= bruin
N
= blauw
= geel-groen
Om ieder risico te voorkomen moet een eventueel beschadigde
voedingskabel worden vervangen door de fabrikant of een erkend
servicecentrum.
Instructies Voor de Installateur
BIJ REINIGING OF ONDERHOUD VAN HET APPARAAT:
VOORDAT U ONDERHOUD GAAT UITVOEREN OP HET APPARAAT MOET U
DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT VERWIJDEREN OF DE SPANNING
ONDERBREKEN MET DE MEERPOLIGE SCHEIDINGSINRICHTING.
ALLEEN VOOR GROOT-BRITTANNIË:
DIT APPARAAT MOET WORDEN AANGESLOTEN OP EEN AARDVERBINDING.
Vervanging van de zekering
Wanneer het apparaat wordt geleverd met
BS 1363A 13A
een
voor de aansluiting op het elektrische
voedingsnet, moet u, bij vervanging van de
zekering in dit type stekker een
gekeurde zekering gebruiken van het type
BS 1362
1.
2.
3.
en als volgt te werk gaan:
Verwijder het deksel A en de zekering
B
.
Plaats de nieuwe zekering in het
deksel.
Plaats beide weer terug in de stekker.
zekering in de stekker
ASTA
Het deksel van de zekering moet bij de vervanging van de zekering
weer worden teruggeplaatst. Wanneer het deksel zoek mocht raken
mag de stekker pas weer worden gebruikt nadat u een geschikt
vervangingsonderdeel heeft gemonteerd.
De geschikte vervangingsonderdelen zijn herkenbaar aan het
gekleurde insteekstuk of aan het opschrift in reliëf op de basis van
de stekker die er de kleur van beschrijft.
U kunt de vervangingsdeksels voor de zekeringen bij de plaatselijke
wederverkopers van elektriciteitsmateriaal vinden.
Instructies Voor de Gebruiker
3. Gebruiksinstructies
Na de vaatwasser op correcte wijze te hebben geïnstalleerd zijn de
volgende handelingen noodzakelijk om hem te kunnen gebruiken:
•
Regeling van de ontharder;
•
Vullen met het regeneratiezout;
•
Vullen met glansspoelmiddel en afwasmiddel.
3.1 Gebruik van de waterontharder
De hoeveelheid kalk in het water
(hardheidsgraad van het water) is
verantwoordelijk voor de witte vlekken op
de opgedroogde vaat, die, na verloop van
tijd mat zullen worden. De vaatwasser is
uitgerust met een automatische ontharder
die met gebruikmaking van hiervoor
specifiek bestemd regeneratiezout, de
hardheids-elementen uit het water onttrekt.
De vaatwasser is in de fabriek afgesteld op
een hardheidsgraad van 3 (gemiddelde
hardheid
Bij gebruik van gemiddeld hard water zal het zout na ongeveer
wasbeurten
heeft een capaciteit van ongeveer
zijn uitgerust met een venster voor het ontbreken van het zout. In deze
modellen bevat de dop van het zoutreservoir een groene drijver die bij
het verminderen van de zoutconcentratie in het water zal gaan zakken.
Wanneer de groene drijver niet meer zichtbaar is door de doorzichtige
dop moet het regeneratiezout worden bijgevuld. Het reservoir bevindt
zich onderin de vaatwasser. Na de onderste korf te hebben verwijderd
moet u de dop van het reservoir linksom losdraaien en het zout met
behulp van de met de vaatwasser geleverde trechter toevoegen.
Alvorens de dop weer vast te draaien moet u eventuele zoutresten bij de
opening verwijderen.
41-60°dF–24-31°dH
moeten worden bijgevuld. Het reservoir van de ontharder
).
1,7 Kg
grof zout. Sommige modellen
ZOUT
20
•Bij de eerste inwerkingstelling van de vaatwasser dient u, afgezien
van het zout, tevens een liter water in het reservoir te gieten.
•Controleer altijd na het vullen van het reservoir of de dop goed is
afgesloten. Het mengsel van water en afwasmiddel mag het
reservoir niet binnendringen daar dit werking van het
regeneratiesysteem zal beïnvloeden. In dat geval is de garantie niet
meer geldig.
•Gebruik uitsluitend regeneratiezout voor vaatwassers voor
huishoudelijk gebruik. Vul, bij gebruik van zouttabletten, hetreservoir niet volledig af.
Instructies Voor de Gebruiker
•
Gebruik geen keukenzout, omdat dit niet-oplosbare substanties
bevat die na verloop van tijd het onthardingssysteem kunnen
beschadigen.
•Vul, indien noodzakelijk, het zout bij vóór u het wasprogramma
start; op deze wijze zal de overtollige zoutoplossing onmiddellijk
door het water worden verwijderd; een langdurige aanwezigheid van
zout water in de waskuip kan tot corrosievorming leiden.
Let ervoor op dat u het zout niet met het afwasmiddel verwisselt: de
aanwezigheid van afwasmiddel in het zoutreservoir zal de ontharder
beschadigen.
3.2 Gebruik van de doseerbakjes voor het glansspoelmiddel
en het afwasmiddel
De doseerbakjes voor het
afwasmiddel en het glansspoelmiddel
bevinden zich aan de binnenkant van
de deur: links dat van het
afwasmiddel
glansspoelmiddel.
Uitgezonderd het WEEK programma, moet het afwasmiddelbakje vóór
iedere wasbeurt met een geschikte dosis afwasmiddel worden gevuld.
Het glansspoelmiddel hoeft alleen maar worden bijgevuld indien nodig.
en rechts dat van het
Instructies Voor de Gebruiker
TOEVOEGING VAN HET GLANSSPOELMIDDEL
Het glansspoelmiddel zal het opdrogen van de
vaat versnellen en de vorming van vlekken en
kalkafzettingen voorkomen; het wordt
automatisch tijdens de laatste spoelbeurt aan het
water toegevoegd vanuit het doseerbakje aan de
binnenkant van de deur.
Om het glansspoelmiddel toe te voegen:
•
Open de deur.
•
Draai de dop van het reservoir ¼ slag linksom en verwijder hem.
•
Vul het glansspoelmiddel bij tot het bakje vol is (circa 140 c.c.). Het
venstertje naast de dop moet helemaal donker worden. Vul weer
glansspoelmiddel bij als het venster lichter wordt of het
controlelampje voor het ontbreken van het glansspoelmiddel gaat
branden.
•
Plaats de dop weer terug en draai hem rechtsom.
•
Veeg het gemorste glansspoelmiddel met een doek af omdat dit tot
schuimvorming kan leiden.
REGELING VAN DE DOSERING VAN HET GLANSSPOELMIDDEL
De vaatwasser wordt in de fabriek op een gemiddelde waarde afgesteld.
De dosering kan echter worden geregeld met behulp van de regelknop
op de doseerder, de dosis zal proportioneel zijn aan de stand van de
regelknop.
•
Voor de regeling van de dosering moet de dop van het reservoir ¼
slag linksom worden gedraaid en verwijderd.
•
Draai vervolgens met een schroevendraaier de regelaar van de
dosering in de gewenste stand.
•
Plaats de dop weer terug en draai hem rechtsom vast.
•De hoeveelheid glansspoelmiddel moet worden verhoogd als de
gewassen vaat mat is of ronde vlekken vertoont.
•Als de vaat daarentegen plakkerig aanvoelt of witte strepen vertoont
moet de hoeveelheid glansspoelmiddel worden verminderd.
Instructies Voor de Gebruiker
VULLEN MET AFWASMIDDEL
Om het deksel van het bakje te openen moet u drukknop
P
een weinig indrukken. Voeg het afwasmiddel toe en
sluit het deksel zorgvuldig af. Tijdens het wassen zal het
bakje automatisch worden geopend.
•Wanneer u een programma met warme voorwas kiest (zie de
programmatabel), moet u een extra hoeveelheid afwasmiddel in de
holte G/H (afhankelijk van de modellen) doen.
•Gebruik uitsluitend specifieke afwasmiddelen voor vaatwassers. Het
gebruik van afwasmiddelen van goede kwaliteit is van groot belang voor
optimale wasresultaten.
•Bewaar het afwasmiddel in een gesloten verpakking op een droge plek
om de vorming van klonten die de wasresultaten nadelig zullen
beïnvloeden, te voorkomen. Eenmaal geopend zullen de
afwasmiddelen niet al te lang bewaard kunnen blijven omdat het
afwasmiddel aan efficiëntie zal inboeten.
•Gebruik geen afwasmiddel voor de handafwas omdat de hoge
schuimproductie ervan de werking van de vaatwasser nadelig kan
beïnvloeden.
•Zorg voor een goede dosering van het afwasmiddel. Te weinig
afwasmiddel zal leiden tot een onvolledige verwijdering van het vuil,
terwijl een teveel ervan de efficiëntie niet zal verhogen, maar slechts
verspilling is.
•Er zijn vloeibare en afwasmiddelen in poedervorm in de handel, die
onderling verschillen voor wat betreft hun chemische samenstelling en
die fosfaten kunnen bevatten of niet, die in dat geval zijn vervangen
door natuurlijke enzymen.
-
Fosfaathoudende afwasmiddelen zijn voornamelijk actief tegen
vetten en amide bij temperaturen van meer dan 60°C.
- De enzymen bevattende afwasmiddelen zijn ook al bij lagere
temperaturen actief (vanaf 40 tot 55°C) en zijn biologisch beter
afbreekbaar. Met dit type afwasmiddel kunnen bij lagere temperaturen
dezelfde wasresultaten worden bereikt die anders pas bij
programma's van 65°C mogelijk zouden zijn.
Voor het behoud van het milieu bevelen wij het gebruik aan van
afwasmiddelen zonder fosfaten of chloor.
Instructies Voor de Gebruiker
•
Producten "3/1"
Voor het gebruik van afwasmiddelen met geïntegreerd zout en
glansmiddel moet u op de pagina "Beschrijving van debedieningsorganen" controleren of de vaatwasser is uitgerust met
de "drukknop optie 3/1" en vervolgens de paragraaf waar het
gebruik ervan wordt beschreven raadplegen.
Is dit niet het geval dan raden wij het gebruik aan van traditionele
producten (gescheiden afwasmiddel, zout en glansmiddel), omdat
de "3/1" producten met de traditionele wascycli problemen zouden
kunnen veroorzaken, zoals aanslag van een witte patina, slechte
droogresultaten, resten op de vaat.
De aanwezigheid van, ook vloeibaar afwasmiddel, in het
glansspoelmiddelreservoir zal de vaatwasser beschadigen.
3.3 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen
Vóór de eerste ingebruikneming van de vaatwasser verdient het
aanbeveling om eerst de onderstaande aanbevelingen met betrekking tot
de aard van de te wassen vaat en de plaatsing ervan te lezen.
Over het algemeen bestaan er geen beperkingen voor het wassen van
de huishoudelijke vaat, maar in sommige gevallen moet met hun
eigenschappen rekening worden gehouden.
Alvorens de vaat in de korven te plaatsen moet u:
•de grootste etensresten, zoals bijvoorbeeld botjes, graten enz. die de
filter zouden kunnen verstoppen en de waspomp beschadigen,
verwijderen;
•de pannen of koekenpannen met op de bodem verbrande
etensresten laten weken om het vuil beter te laten loskomen; om ze
vervolgens in de ONDERSTE KORF te zetten.
Gebruik voor een kleine vaat de "wassen met ½ belading" optie (indien
aanwezig) om te bezuinigen op water en elektriciteit.
In dit geval moet u uitsluitend de voor het wassen met de ½ beladinggeselecteerde korf vullen en moet de andere korf leeg blijven.
Om niet onnodig water te verspillen moet u de vaat vooraf niet onder
stromend water wassen voordat u hem in de korven laadt.
Een correcte plaatsing van de vaat is een garantie voor goede
wasresultaten.
111
Instructies Voor de Gebruiker
LET OP!
•Controleer of de couverts goed stevig staan en niet kunnen omvallen
en de draaiing van de sproeiarmen tijdens de werking niet
belemmeren;
•plaats geen hele kleine voorwerpen in de korven die bij het vallen de
sproeiarmen of de waspomp zouden kunnen blokkeren;
•vaat zoals bijv. kopjes, schotels, glazen, bekers en pannen moeten
altijd met de opening naar beneden en met eventuele holle kanten
schuin worden gezet om het weglopen van het water te bevorderen;
•de verschillende delen van de vaat niet in elkaar zetten omdat ze
elkaar anders zouden afdekken;
•plaats glazen niet te dicht op elkaar omdat ze met elkaar in
aanraking zouden kunnen komen en breken. Ook kunnen zich
vlekken vormen.
CONTROLEER of de vaat met de vaatwasser kan worden gewassen.
Ongeschikte vaat voor het wassen in een vaatwasser:
•
Houten pannen en couverts: kunnen beschadigd raken als
gevolg van de hoge wastemperaturen;
•
handwerkproducten: zijn slechts zelden geschikt om te worden
gewassen in een vaatwasser. De relatief hoge watertemperaturen
en het afwasmiddel kunnen ze beschadigen;
•
plastic couverts: eventueel hittebestendige plastic couverts
moeten in de bovenste korf worden gewassen;
•
couverts en voorwerpen van koper, tin, zink en messing:
hebben de neiging om vlekken te vormen;
•
aluminium vaat: vaat van geanodiseerd aluminium kan
verkleuren;
•
glas en kristal: over het algemeen kunnen glazen en kristallen
voorwerpen in de vaatwasser worden gewassen. Er bestaan echter
glas- en kristalsoorten die na vele wasbeurten mat kunnen worden
en hun transparantie verliezen; voor dit soort materiaal raden wij
altijd aan om het minst agressieve programma van de
programmatabel te kiezen;
•
vaat met decoraties: de in de handel verkrijgbare gedecoreerde
voorwerpen zijn over het algemeen goed tegen het wassen in de
vaatwasser bestand ook al is het mogelijk dat de kleuren na
frequente wasbeurten vervagen, Bij twijfel over de bestendigheid
van de kleuren verdient het aanbeveling om ongeveer een maand
lang een paar elementen per keer te wassen.
Instructies Voor de Gebruiker
3.4 Gebruik van de korven
De vaatwasser heeft een capaciteit van
opdienservies.
LADINGEN VOLGENS NORM EN 50242 VOOR CONTROLE-INSTITUTEN
ONDERSTE KORFBOVENSTE KORF
12 couverts
inclusief het
BOVENSTE KORF
(modellen met besteckhouders)
De bovenste korf moet in de laagste stand worden gezet.
113
Instructies Voor de Gebruiker
DE ONDERSTE KORF
De onderste korf ontvangt de maximale intensiteit van de werking van de
onderste sproeiarm en is daarom bestemd voor de "moeilijkste" en
vuilste vaat.
Alle mogelijke beladingscombinaties zijn
toegestaan, op voorwaarde dat er bij de
plaatsing van het servies, de pannen en de
koekenpannen voor wordt gezorgd dat alle
vuile oppervlakken worden blootgesteld aan
de van onderen afkomstige waterstralen.
Met vaste supports
Om bij het laden van vaat van grote
afmetingen de ruimte in de korf zo goed
mogelijk te benutten zijn sommige modellen
in 2 of 4 sectoren uitgerust met wegklapbare
bordensupports.
Met wegklapbare supports
114
BELADING VAN DE ONDERSTE KORF
Plaats de platte, diepe, dessert- en dienborden zorgvuldig rechtop. De
pannen, koekenpannen en bijbehorende deksels moet ondersteboven
worden geplaatst. Zorg er bij het plaatsen van de diepe en
dessertborden altijd voor dat er vrije ruimte tussen blijft.
Laadvoorbeelden:
½ BELADING
(alleen indien van toepassing)
Instructies Voor de Gebruiker
BESTEKCONTAINER
De korf is uitgerust met verwijderbare roosters aan de bovenkant, waarin
u het bestek kunt plaatsen omdat ze onderling op voldoende afstand
blijven en een optimale passage van het water garanderen. U vindt de
losse bestekcontainers en het centrale dekseltje in het zakje met
accessoires. Het centrale dekseltje dient uitsluitend ter afdekking, u moet
er geen bestek instoppen.
Het bestek moet gelijkmatig over de container
worden verdeeld, met het handvat naar beneden
gericht waarbij u goed moet opletten dat u zich niet
bezeert aan de lemmetten van de messen. De
container is bestemd voor alle soorten bestek,
uitgezonderd bestek waarvan de lengte de bovenste
sproeiarm hindert. Spanen, houten lepels en
keukenmessen kunnen in de bovenste korf worden
gelegd,
punt van de messen niet buiten de korf uitsteekt.
BOVENSTE KORF
Het wordt aangeraden om de bovenste korf te vullen met klein of
middelgroot serviesgoed, zoals bijvoorbeeld glazen, kleine borden,
koffie- en theekopjes, platte schotels en lichte, hittebestendige plastic
voorwerpen. Bij gebruik van de bovenste korf in de laagste stand kunnen
er ook dienborden in worden geplaatst, mits slechts licht bevuild.
Om de beschikbare ruimte zo goed mogelijk te
benutten, is de bovenste korf uitgerust met twee
plastic roosters die naar boven kunnen worden
geklapt om ruimte te creëren voor hoge glazen,
zoals bijvoorbeeld roemers.
waarbij u ervoor moet opletten dat de
De bovenste korf is (links) uitgerust
met twee plastic roosters die naar
boven kunnen worden geklapt om
ruimte te creëren voor hoge glazen,
zoals bijvoorbeeld roemers. Rechts
vinden we twee "bestekcontainer"
roosters, bestemd voor messen en
theelepeltjes, die, indien niet gebruikt,
rechtop, vastgehaakt aan de korf
kunnen blijven. Om de voor de
theelepeltjes bestemde ruimte te
gebruiken, moet u het bijbehorende
insteekstuk eruit trekken, zoals
weergegeven in de illustraties.
modellen met bestekhouders
115
Instructies Voor de Gebruiker
BELADING VAN DE BOVENSTE KORF
Laad de borden met de holle zijde naar voren; kopjes en holle
recipiënten moeten altijd met de opening naar beneden worden gezet.
Aan de linkerkant van de mand kunt u op twee niveaus kopjes en glazen
laden. In het midden kunt u borden en bordjes rechtop in de speciale
supporten zetten.
Laadvoorbeelden:
½ BELADING
(alleen indien van
toepassing)
116
½ BELADING
(modellen met bestekhouders)
Instructies Voor de Gebruiker
REGELING VAN DE BOVENSTE KORF
Uitvoering A:
afhankelijk van de persoonlijke behoeften en de hoogte van de in de
onderste korf geplaatste vaat. Ga hiervoor als volgt te werk.
•
trek de rechter korfgeleider er uit;
•
verwijder de blokkering door hem eerst los te maken zoals
afgebeeld in de tekening;
•
druk op de geleider om de wieltjes vrj te maken;
•
plaats, afhankelijk van de gewenste regeling, het bovenste of
onderste paar wieltjes in de geleider;
•
plaats de blokkering weer terug in de oorspronkelijke stand.
Uitvoering B:
•
trek de korf volledig naar buiten en til de rechterkant naar boven.
Nu zal het mogelijk zijn om grotere borden in de onderste korf te
plaatsen.
•
Om de oorspronkelijke stand weer te herstellen, dient u de bovenste
korf nogmaals uit te trekken en op de hendel voor de vrijgave van
de blokkering te drukken.
de bovenste korf kan in
twee standen
worden gezet,
117
Instructies Voor de Gebruiker
Uitvoering C:
worden gezet. Die zijkanten van de korf moeten zich op dezelfde hoogte
bevinden.
Om de korf hoger te zetten moet u hem aan de bovenste rand
vastpakken
van de gewenste hoogte; om hem te laten zakken moet u aan de
vrijgavehendel trekken
U kunt deze handelingen ook met een volle korf uitvoeren, in dit geval
moet u de korf bij het zakken tegenhouden om de vaat te beschermen.
de bovenste korf kan vanaf beide zijden in
(1)
en optillen tot aan de eerste of tweede klik, afhankelijk
(2)
.
drie standen
118
Instructies Voor de Gebruiker
4. Schoonmak en onderhoud
Vóór iedere ingreep moet u de elektrische voeding van het apparaat
loskoppelen.
4.1 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen
Vermijd het gebruik van schurende of bijtende schoonmaakmiddelen.
De buitenoppervlakken en de contradeur van de vaatwasser moeten met
regelmatige tussenpozen met een zachte met een normaal schoonmaakmiddel
voor geverfde oppervlakken bevochtigde doek worden schoongemaakt. De
pakkingen van de deur moeten met een vochtige spons worden schoongemaakt.
Periodiek (één of twee keer per jaar) verdient het aanbeveling om al het vuil dat
zich op de kuip en de afdichtingen heeft gevormd met een zachte doek en wat
water te verwijderen.
SCHOONMAKEN VAN HET WATERTOEVOERFILTER
Het na de kraan geplaatste toevoerfilter voor het water A moet regelmatig
worden schoongemaakt. Sluit de waterkraan, draai het uiteinde van de
toevoerslang los, verwijder het filter A en maak hem voorzichtig onder een
straal water schoon. Plaats het filter A weer in diens houder terug en draai
de watertoevoerslang zorgvuldig vast.
SCHOONMAKEN VAN DE SPROEIARMEN
De sproeiarmen kunnen gemakkelijk worden verwijderd om de mondstukken
periodiek te reinigen en mogelijke verstoppingen te voorkomen. Was ze onder een
straal water en plaats ze weer zorgvuldig in hun houders terug
hun draaibeweging op geen enkele wijze wijze wordt belemmerd
Om de
•
losgedraaid.
U kunt de
•
midden vast te pakken en naar boven te trekken.
Om de
•
en de orbitaal arm naar boven trekken. Was de armen onder een straal water
en plaats ze weer zorgvuldig in hun oorspronkelijke behuizing terug.
Controleer vervolgens of de sproeiarmen vrj kunnen draaien.
het geval mocht zjin moet u controleren of u ze goed heeft gemonteerd.
bovenste
orbitaalsproeiarm
sproeiarm te verwijderen moet de stelring Rworden
onderste
sproeiarm gemakkelijk verwijderen door hem in het
te verwijderen moet u de langste arm beetpakken
en controleer of
.
Als dit niet
14$+6##.
Instructies Voor de Gebruiker
SCHOONMAKEN VAN DE FILTERGROEP
•
Het verdient aanbeveling om regelmatig de centrale filter C te
controleren en, indien noodzakelijk schoon te maken. Om de filter te
verwijderen moet u de lipjes vastpakken, ze linksom draaien en naar
boven trekken;
•
druk van onderen tegen de centrale filter Dom hem uit de microfilter
te verwijderen;
•
haal de twee delen waaruit het plastic filter bestaat, uit elkaar door
op de door de pijl aangegeven plek op het filterlichaam te drukken;
•
verwijder het centrale filter door hem naar boven te trekken.
WAARSCHUWINGEN EN AANBEVELINGEN VOOR EEN GOED
ONDERHOUD:
•De filters moeten met een harde borstel onder een waterstraal
worden schoongemaakt.
•Het is absoluut noodzakelijk dat de filters zorgvuldig worden
schoongemaakt overeenkomstig de bovenstaande aanwijzingen:
de vaatwasser kan niet functioneren als de filters verstopt zijn.
•
Plaats de filters weer zorgvuldig terug in hun houders, om
schade aan de waspomp te voorkomen.
ALS DE VAATWASSER LANGDURIG BUITEN GEBRUIK BLIJFT:
•Voer twee keer achter elkaar het weekprogramma uit.
•
Trek de steker uit het stopcontact.
•Laat de deur op een kier om te voorkomen dat er zich vieze
luchtjes in de waskuip vormen.
•
Vul de doseerder met glansspoelmiddel.
•
Sluit de waterkraan.
Instructies Voor de Gebruiker
ALVORENS DE VAATWASSER NA EEN LANGDURIGE PERIODE
VAN STILSTAND IN GEBRUIK TE NEMEN:
•controleer of er zich geen bezinksel of roest in de slangen heeft
gevormd, laat in dat geval het water een paar minuten lang uit de
kraan stromen.
•
Steek de steker weer in het stopcontact.
•
Breng de aanvoerslang weer aan en open de kraan.
KLEINE STORINGEN OPLOSSEN
In sommige gevallen is het mogelijk om zelf eventuele kleine storingen
met behulp van de onderstaande instructies te verhelpen.
Controleer, als het programma niet start, of:
•de vaatwasser op het elekriciteitsnet is aangesloten;
•de levering van de elektrische stroom niet is onderbroken;
•de waterkraan is geopend;
•de deur van de vaatwasser op correcte wijze is gesloten;
Controleer, als er water in de vaatwasser achterblijft, of:
•er geen knik in de afvoerslang zit;
•de sifon van de afvoer niet verstopt is;
•de filters van de vaatwasser niet verstopt zijn.
Controleer, als de vaat niet schoon wordt, of:
•er (voldoende) afwasmiddel is ingevoerd;
•er regeneratiezout in het speciale reservoir zit;
•de vaat op de juiste wijze is geplaatst;
•het geselecteerde programma geschikt was voor het type en de
aard van vervuiling van de vaat;
•alle filters schoon zijn en op de juiste wijze in hun houders zijn
geplaatst;
•de wateropeningen van de sproeiarmen niet verstopt zijn;
•de draaiing van de sproeiarmen niet ergens door werd belemmerd.
121
Instructies Voor de Gebruiker
Controleer, als de vaat niet droog wordt of mat blijft, of:
•er glansspoelmiddel in het daarvoor bestemde reservoir zit;
•de dosering ervan goed is ingesteld;
•de kwaliteit van het gebruikte afwasmiddel goed is en de
eigenschappen er niet van verloren zijn gegaan (bijv. als gevolg van
een onjuiste opslag, met geopende verpakking).
Controleer, als de vaat strepen, vlekken … vertoont, of:
•de regeling van het glansspoelmiddel niet overmatig is.
Als er roestsporen zichtbaar zijn in de kuip:
•de kuip is van roestvrij staal en eventuele roestsporen moeten
daarom van buitenaf afkomstig zijn (stukjes roest afkomstig van de
waterleiding, pannen, bestek enz.). In de handel kunt u speciale
producten vinden om deze vlekken te verwijderen;
•controleer of u de juiste hoeveelheid afwasmiddel gebruikt.
Sommige afwasmiddelen kunnen agressiever zijn dan andere;
•controleer of u de dop van het zoutreservoir goed heeft afgesloten
en de waterontharder goed is ingesteld.
Als, nadat u de bovenstaande aanwijzingen heeft opgevolgd, de
storingen zich mochten blijven voordoen, zult u de dichtstbijzijnde
technische dienst moeten raadplegen.
LET OP: de door niet bevoegd personeel op het apparaat
uitgevoerde werkzaamheden vallen niet onder de garantie en zijn
voor rekening van de gebruiker.
TECHNISCHE GEGEVENS
Breedte
Diepte, gemeten vanaf de buitenzijde
van het bedieningspaneel
Hoogte
Capaciteit
Druk van het toevoerwater
Elektrische gegevens
122
597 ÷ 599 mm
Vrijstaand: 600 mm
Geïntegreerd: 590 mm - Volledig weggewerkt: 570 mm
Vrijstaand van 850 mm tot 870 mm
Geïntegreerd en Volledig weggewerkt: van 820 mm tot 870 mm
12 Standaardcouverts
min. 0,05 - max. 0,9 MPa (min. 0.5 – max. 9 bar)
Zie het typeplaatje