3. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSORGANEN ............................................................ 11
4. GEBRUIK VAN DE MACHINE VOOR HET WASSEN ......................................................... 12
5. GEBRUIK VAN DE MACHINE VOOR HET DROGEN ......................................................... 18
6. REINIGING EN ONDERHOUD .............................................................................................. 21
7. AANWIJZINGEN BIJ STORINGEN ....................................................................................... 24
Dit apparaat is voorzien van een merkteken in de zin van de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).
In deze richtlijn worden de voor het gehele territorium van de Europese Unie geldende normen vastgelegd
voor het inzamelen en recyclen van afgedankte apparaten.
Het op de apparatuur aangebrachte symbool van de doorkruiste afvalbak zal erop wijzen dat het product op
het eind van diens levensduur gescheiden van ander afval moet worden ingezameld. De gebruiker zal het
apparaat op het eind van diens levensduur daarom bij de speciale centra voor de gescheiden inzameling van
elektronisch en elektrotechnisch afval moeten inleveren, of het moeten terugbrengen naar de wederverkoper
op het moment van aanschaf van een gelijkwaardig apparaat, in een verhouding van één staat tot één.
De doeltreffende inzameling voor de daaropvolgende recyclage, behandeling of ecologisch verantwoorde
verwerking van het apparaat, zal bijdragen aan het voorkomen van mogelijke negatieve gevolgen voor het
milieu en de gezondheid en zal de recyclage van de materialen, waaruit het apparaat is samengesteld,
bevorderen.
De illegale verwerking van het product door de gebruiker wordt bestraft met de wettelijk voorgeschreven
administratieve sancties.
1
Page 3
NL
LEES DE INSTRUCTIES EN AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR
Waarschuwing!
Wij bevelen aan om alle instructies in deze gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen
om op de hoogte te zijn van de meest geschikte voorwaarden voor een correct en veilig
gebruik van het apparaat.
Het is zeer belangrijk dat u deze gebruiksaanwijzing bij het apparaat bewaart om hem later
te kunnen raadplegen.
Bij verkoop of overdracht ervan moet u zich ervan verzekeren dat de handleiding altijd bij
de machine blijft om de nieuwe eigenaar in staat te stellen zich op de hoogte te stellen van
de werking.
1. AANWIJZINGEN VOOR DE VEILIGHEID EN HET GEBRUIK
Waarschuwing!
Deze aanwijzingen worden verstrekt om veiligheidsredenen.
Zij moeten vóór de installatie en vóór het gebruik aandachtig worden
doorgelezen.
Verwerking van het verpakkingsmateriaal
Laat de resten van het verpakkingsmateriaal niet onbeheerd achter in de huiselijke
omgeving. Scheid de verschillende, van de verpakking afkomstige afvalmaterialen
en breng ze naar het dichtstbijzijnde centrum voor de gedifferentieerde inzameling
van afval.
De verpakkingsmaterialen (plastic zakjes, polystyrol, metalen profielen, enz.)
moeten buiten het bereik van kinderen blijven.
Verwerking van het afgedankte apparaat
Het afgedankte apparaat moet onbruikbaar worden gemaakt: u moet ervoor
zorgen dat het oude deurtje onbruikbaar wordt gemaakt (om te voorkomen
dat spelende kinderen zich erin zouden kunnen opsluiten en hun leven in
gevaar brengen) en dat de elektrische voedingskabel wordt afgesneden, na
de stekker uit het stopcontact te hebben getrokken.
Het apparaat moet vervolgens worden afgeleverd bij een centrum voor de
gedifferentieerde inzameling van afval.
Bescherming van het milieu
Benut de maximaal aanbevolen capaciteit. Overschrijd de maximaal toegestane
belading niet.
Gebruik de voorwasfunctie niet voor weinig of normaal vieze was.
Doseer het wasmiddel volgens de voorschriften van de fabrikant
Selecteer de maximale centrifugeersnelheid in overeenstemming met het type
wasgoed. Het centrifugeren met hoge snelheid zal de droogtijd verkorten en het
energieverbruik beperken.
Instructies voor de veiligheid
Dit apparaat is bestemd voor huishoudelijk en soortgelijk gebruik, zoals
bijvoorbeeld in de kantine van winkels, kantoren en andere werkomgevingen,
boerderijen en voor het gebruik door gasten van hotels, motels, b&b’s en andere
verblijven. Het apparaat stemt overeen met de actuele verordeningen 2014/35/EU
en 2014/30/EU.
2
Page 4
NL
Vóór de installatie en het gebruik moet u aandachtig alle instructies van deze
gebruiksaanwijzing doorlezen.
Vóór het gebruik moet u zich ervan verzekeren dat u de blokkering van de kuip-unit
heeft verwijderd (zie de instructies). Een geblokkeerde kuip-unit zal tijdens het
centrifugeren de wasmachine en de meubelen of andere apparaten in de buurt
kunnen beschadigen.
Deze Gebruiksaanwijzing is een integrerend onderdeel van het apparaat: u moet
hem altijd intact samen met het apparaat bewaren. De installatie zal moeten worden
uitgevoerd door gekwalificeerd personeel en in overeenstemming met de geldende
normen. Het apparaat is gefabriceerd voor het uitoefenen van de volgende functies:
het wassen en drogen van wasgoed of textiel dat door de fabrikant middels het
speciale etiketje geschikt verklaard is voor het wassen in wasmachines. Ieder ander
gebruik moet als oneigenlijk worden beschouwd. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor andere dan de vermelde
gebruikstoepassingen.
Het typeplaatje met de technische specificaties, het serienummer en het merkteken
is zichtbaar aangebracht op het deel van de machine dat na de opening van het
deurtje zichtbaar is. Het typeplaatje mag nooit worden verwijderd.
De voor de installatie van de apparaten noodzakelijke aanpassingen van de
elektrische installatie en het waterleidingnet mogen alleen door
gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
Een aardaansluiting aangebracht volgens de wijzen voorzien door de
veiligheidsvoorschriften voor elektrische installaties is verplicht. De fabrikant
onthoudt zich van iedere aansprakelijkheid voor eventuele schade aan
personen of zaken als gevolg van een ontbrekende of ondeugdelijke
aansluiting van de aardgeleider.
Bij een vaste elektrische aansluiting, dus zonder stekker, moet een multipolaire
scheidingsschakelaar met een minimale contactafstand van 3 mm worden
voorzien.
De op de voedingskabel aangesloten stekker en het bijbehorende stopcontact
moeten van hetzelfde type zijn in overeenstemming met de geldende voorschriften.
Controleer of de spannings- en frequentiewaarden van het elektriciteitsnet
overeenstemmen met de waarden vermeld op het typeplaatje. Vermijd het gebruik
van adapters of afleidingen. Trek nooit aan de kabel om de stekker mee uit het
stopcontact te verwijderen.
De machine zal pas losgekoppeld zijn van de elektrische stroomvoorziening
nadat de stekker uit het stopcontact is verwijderd of wanneer de
hoofdschakelaar van het elektriciteitsnet is uitgeschakeld. Na de installatie
moet de stekker toegankelijk blijven.
WAARSCHUWING: het apparaat mag niet gevoed worden door een extern
schakelsysteem, zoals bijvoorbeeld een timer, of worden aangesloten op een circuit
dat regelmatig in- en uitgeschakeld wordt.
Voor het aansluiten van het apparaat moeten nieuwe slangcombinaties worden
gebruikt (standaard met het apparaat geleverd). Oude slangcombinaties mogen
niet worden gebruikt.
Let ervoor op dat het apparaat niet op de elektrische voedingskabel rust.
De wasdroger mag absoluut nooit worden gebruikt in voertuigen, aan boord van
schepen of vliegtuigen of in ruimten waar bijzondere omstandigheden heersen,
zoals een explosieve of corrosieve atmosfeer (poeders, dampen en gassen) of
explosieve en/of corrosieve vloeistoffen.
3
Page 5
NL
Plaats de wasdroger niet in ruimten waar vorstgevaar bestaat. Bevroren buizen
kunnen onder druk openscheuren.
Verzeker u ervan dat de aan de wasbak gehaakte afvoerbuis stevig geblokkeerd
is en zich niet kan verplaatsen.
Indien niet goed geblokkeerd zou de afstotende kracht van het water hem vanaf de
wasbak kunnen verplaatsen met gevaar van overstromingen.
Wanneer u de buis aan een wasbak haakt moet u voorts controleren of het water
snel kan wegstromen om het gevaar van overstromen van de wasbak te
voorkomen.
U moet de machine niet te zwaar beladen.
Gebruik voor het wassen met deze wasdroger in geen geval wasmiddelen met
oplosmiddelen of chemische producten. Dit zou de machine kunnen
beschadigen en giftige dampen kunnen vormen. Deze zouden daarnaast vlam
kunnen vatten en exploderen.
Met aardolieproducten doordrenkte kledij mag niet in de machine worden
gewassen. Controleer vóór het wassen of de was geen ontvlambare apparaten
bevat (bijvoorbeeld: aanstekers, lucifers, enz.)
Indien u voor het reinigen vluchtige vloeistoffen gebruikt moet u zich ervan
verzekeren dat de substanties van het kledingstuk zijn verwijderd voordat u het in
de wasmachine stopt.
Alvorens het wasgoed in de wasmachine te stoppen moet u zich ervan verzekeren
dat de zakken leeg zijn, de knopen goed vastzitten en de ritsen gesloten zijn.
Was geen gerafelde of kapotgescheurde kleding.
Bij het wassen met hoge temperaturen zal de ruit van het deurtje zeer heet worden.
Alvorens het deurtje te openen moet u controleren of het water volledig is
weggepompt.
Bij aanwezigheid van water mag u het deurtje pas openen nadat het water volledig
is weggepompt. Raadpleeg bij twijfel de gebruiksaanwijzing.
Het water in de machine is niet drinkbaar!
Het innemen van wasmiddelen voor wasmachines kan letsel in de mond en in de
keel veroorzaken.
Alvorens de was uit de wasdroger te verwijderen moet u zich ervan verzekeren
dat de trommel stil staat.
Na ieder gebruik moet u de machine uitschakelen om verlies van elektrische
energie te vermijden.
Laat het deurtje tussen de verschillende wasbeurten op een kier om de goede staat
van de pakking te behouden.
Probeer nooit om het apparaat zelf te repareren bij een storing. Koppel de
machine los van het elektriciteitsnet en sluit het waterkraantje. Wendt u zich
vervolgens tot een gekwalificeerde technicus. De reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel.
Het apparaat is bestemd om te worden gebruikt door volwassenen. Sta niet
toe dat kinderen aan de bedieningsorganen komen of met de wasdroger spelen en
laat geen kinderen in de nabijheid blijven tijdens het verloop van het
programma.
Jonge huisdieren of kleine kinderen zouden zich in de wasdroger kunnen
verstoppen.
Controleer vóór het gebruik altijd de binnenkant van de trommel en voorkom dat
kinderen met het apparaat spelen.
Houd kinderen uit de buurt van de machine wanneer het deurtje of de
wasmiddellade geopend zijn; er zouden resten wasmiddel in het apparaat kunnen
4
Page 6
NL
zijn achtergebleven die onherstelbare schade aan de ogen, mond en keel kunnen
veroorzaken en zelfs tot dood door verstikking kunnen leiden.
Deze wasdroogcombinatie mag uitsluitend door volwassenen worden gebruikt. Het
apparaat mag gebruikt worden door kinderen van 8 jaar en ouder en personen met
beperkte lichamelijke, geestelijke of sensorische capaciteiten of personen met geen
of weinig ervaring of kennis als ze worden bijgestaan of ingelicht zijn door volwassenen die voor hun veiligheid verantwoordelijk zijn.
Personen met beperkte geestelijke, sensoriële of lichamelijke vermogens (inclusief
kinderen) of zonder de noodzakelijke ervaring en kennis mogen dit apparaat niet
gebruiken, tenzij onder passend toezicht of na te zijn geïnstrueerd omtrent het
gebruik van het apparaat door volwassen personen die verantwoordelijk zijn voor
hun veiligheid.
De wasdroger mag niet worden gebruikt na te zijn schoongemaakt met industriële
chemische producten.
Vermijd de opeenhoping van pluizen rondom de wasdroger.
Droog geen ongewassen kleding in de wasdroger.
Kleding die besmeurd is met substanties als slaolie, aceton, petroleum, kerosine,
vlekverwijderaar, terpentijn, was en wasverwijderaar moeten eerst in warm water
met een extra dosering wasmiddel worden gewassen, voordat u ze in de wasdroger
kunt opdrogen.
Artikelen als sponzen (schuimrubber), douchemutsen, waterdichte kleding met
voering van schuimrubber en kleding of kussens met verstevigingen of opvullingen
van schuimrubber mogen niet in de wasdroger worden gedroogd.
Wasverzachters of vergelijkbare producten moeten worden gebruikt volgens de
specificaties in de bijbehorende gebruiksaanwijzingen.
De laatste fase van de droogcyclus vindt zonder hitte plaats (afkoelcyclus) opdat
de was op een temperatuur zal blijven waarbij de kledingstukken gegarandeerd niet
zullen veranderen.
Stop de wasdroger nooit vóór het eind van de droogcyclus tenzij de kleding
onmiddellijk wordt verwijderd en snel wordt opgehangen om de warmte snel af te
voeren.
Bewaar geen ontvlambare vloeistoffen in de nabijheid van het apparaat.
Periode van langdurige stilstand.
Wanneer de machine langere tijd ongebruikt wordt gelaten verdient het aanbeveling
om de elektrische en hydraulische verbindingen los te maken en het deurtje op een
kier te laten om de vorming van vieze luchtjes te voorkomen.
Belangrijk!
Dit apparaat is eenvoudig in het gebruik.
Om echter van de beste resultaten verzekerd te zijn is het belangrijk dat u deze
gebruiksaanwijzing aandachtig doorleest en alle instructies opvolgt alvorens het in
werking te stellen.
In de gebruiksaanwijzing vindt u de juiste aanwijzingen voor de installatie, het gebruik,
het onderhoud en wat nuttige wenken.
De fabrikant onthoudt zich van iedere aansprakelijkheid voor schade aan
personen of zaken als gevolg van het niet in acht nemen van de bovenstaande
voorschriften of als gevolg van wijzigingen aangebracht aan ook slechts één enkel
onderdeel van het apparaat en door het gebruik van niet-originele
vervangingsonderdelen.
5
Page 7
NL
2. INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
Belangrijk!
Het apparaat moet worden geïnstalleerd door een gespecialiseerde technicus in
overeenstemming met de geldende normen.
De wasdroger heeft een aanzienlijk gewicht. Wees voorzichtig bij het optillen.
2.1 UITPAKKEN
De oscillerende unit is voor het transport geblokkeerd met de schroeven (A) met de
bijbehorende afstandsstukken (B)aangebracht op de achterkant van de wasdroger.
Wanneer u de schroeven verwijdert zult u de elektrische voedingskabel kunnen
gebruiken.
A+B
1. U moet alle schroeven met een sleutel van 10 mm losdraaien.
worden, om te vermijden dat spatten of water in de
machine terecht kunnen komen of te voorkomen dat
onderdelen onder spanning aangeraakt kunnen worden.
C
Let op!
Zet de machine niet op de kop en leg hem niet op één van de zijden.
Het verdient aanbeveling om alle transportbeveiligingen die u bij een eventuele
verplaatsing van het apparaat weer zult moeten monteren, te bewaren.
6
Page 8
NL
2.2 PLAATSING EN WATERPASSTELLING
1. Zet de machine op
de verkozen plaats.
2. Zet de machine
zorgvuldig in alle
richtingen met behulp
van een waterpas,
waterpas en regel
indien nodig de
hoogte van de
pootjes. Na de
regeling moet u de
pootjes met de speciale contramoeren blokkeren.
3. Bij regelbare pootjes achter moet u er rekening mee houden dat de machine aan
de achterkant niet op de pootjes, maar op de speciale schuiven rust. Controleer,
voordat u de machine in de keuken zet, of de pootjes achter volledig vastgeschroefd
zijn, om te voorkomen dat ze tijdens het plaatsen beschadigd raken.
Nadat u de machine in de keuken heeft gezet moet u de pootjes achter omhoog
draaien om te voorkomen dat de machine op de schuiven blijft rusten. Nadat u de
pootjes achter hoger heeft gezet moet u de machine waterpas zetten en de pootjes
vóór vastzetten.
De toe- en afvoerslangen van het water kunnen zowel naar rechts als naar links worden
geleid om een correcte installatie mogelijk te maken.
7
Page 9
NL
Let op!
Wij bevelen aan om deze handeling zo zorgvuldig mogelijk uit te voeren om
tijdens het gebruik trillingen, lawaai of de verplaatsing van de wasdroger te
voorkomen.
Bij een installatie van de machine op een vloer met vloerkleed moet u ervoor
opletten dat de openingen aan de onderkant van de wasmachine niet verstopt
raken.
Verzeker u ervan dat de wasdroger tijdens de werking niet tegen muren, wanden,
meubels enz. leunt.
De machine mag niet achter een blokkeerbare deur, een schuifdeur of een deur met
een scharnier aan de tegenovergestelde zijde worden gemonteerd.
2.3 AANSLUITING OP HET WATERKRAANTJE
1. Controleer of de voedingsdruk tussen de volgende
waarden ligt: 0,05-0,9MPa. Bij een hogere druk moet u een
drukbegrenzer installeren.
2. Sluit de koudwatervulslang (lichtblauwe ring) aan op
het koudwaterkraantje met de schroefdraadaansluiting van
¾ gas, en zorg ervoor dat hij goed vast wordt geschroefd
om lekkages te voorkomen. De vulslang van het water mag
niet geknikt of afgeklemd zijn en mag niet vervangen of
afgesneden worden. De schroefverbindingen moeten
uitsluitend met de hand worden aangedraaid.
3. Bij aanwezigheid van een toevoer met warm water, mag de temperatuur waarop
het water wordt aangevoerd niet hoger zijn dan 60°C en moet de slang met de rode
ring worden aangesloten op het warmwaterkraantje.
Let op!
Indien de aansluiting wordt uitgevoerd met nieuwe of langdurig niet gebruikte
leidingen, zult u eerst een bepaalde hoeveelheid water moeten laten doorstromen
alvorens de vulslang aan te sluiten. Op deze wijze wordt voorkomen dat eventuele
ophopingen van zand en andere onzuiverheden de speciale, met de machine
geleverde filters ter bescherming van de waterinlaatkleppen, kunnen verstoppen.
U moet de nieuwe, met de machine geleverde vulslang gebruiken en mag de oude
slang niet gebruiken.
8
Page 10
NL
2.4 AANSLUITING OP DE AFVOER
1. Steek het uiteinde van de afvoerslang in een afvoerleiding met een minimale
doorsnede van 4 cm, op een hoogte van tussen de 50 en 90 cm, of haak hem goed
vast (met behulp van de plastic beugel op de bocht in de slang) aan een wasbak of
badkuip.
2. Controleer in ieder geval of het uiteinde van de afvoerslang altijd goed vastzit om
te voorkomen dat de afstotende kracht van het water hem uit zijn positie kan
verplaatsen.
Let op!
Om de afvoer van het water te bevorderen moet u knikken of afklemmingen
vermijden.
De eventuele verlenging van de afvoerslang mag niet langer zijn dan 1 meter, met
een identieke binnendoorsnede en zonder afklemmingen in enigerlei vorm.
Het uiteinde van de afvoerslang mag in geen geval ondergedompeld zijn in het
water.
2.5 ELEKTRISCHE AANSLUITING
Alvorens de stekker in het stopcontact te steken moet u controleren of:
1. De waarde van de voedingsspanning van het elektriciteitsnet overeenstemt met
die vermeld op het typeplaatje aan de voorzijde, in het gedeelte dat bij een
geopend deurtje zichtbaar is. De waarden van het aangesloten vermogen en de
noodzakelijke zekeringen staan vermeld op het typeplaatje.
2. De meter, de stoppen, de voedingsleiding en de stopcontacten moeten qua
capaciteit geschikt zijn voor de maximaal vereiste belasting vermeld op het
typeplaatje.
3. Het stopcontact en de met de machine verstrekte stekker moeten onderling
compatibel zijn zonder gebruik van bijv. verloopstekkers, meerwegstekkers,
adapters en verlengsnoeren, die tot oververhitting en brandplekken zouden
kunnen leiden.
Wanneer het stopcontact niet overeenstemt met de verstrekte stekker moet u
het stopcontact van de elektrische installatie vervangen door een geschikt
model.
Let op
Na de installatie moet de stekker toegankelijk blijven.
Het is absoluut noodzakelijk dat het apparaat wordt geaard. Steek de stekker
in een naar behoren geaard stopcontact.
9
Page 11
NL
Onze onderneming onthoudt zich van iedere aansprakelijkheid voor eventuele
schade aan personen of zaken als gevolg van een ontbrekende of ondeugdelijke
aansluiting van de aardgeleider. Een correcte elektrische aansluiting zal de
maximale veiligheid verzekeren.
Dit apparaat stemt overeen met de Machinerichtlijn 89/336/EEG van 03.05.89
(zoals gewijzigd door de richtlijn 92/31/EEG) betreffende de eliminatie van
radiostoringen.
Een beschadigde voedingskabel mag uitsluitend door een origineel
vervangingsexemplaar worden vervangen, beschikbaar bij onze klantenservice.
U mag de voedingsstekker niet met natte handen uit het stopcontact
trekken of erin steken.
Trek niet aan de kabel om de voedingsstekker mee uit het stopcontact te
verwijderen; pak hem altijd bij de stekker beet.
10
Page 12
NL
Keuzeschakelaar programma's
Start/Pauze drukknop
Display
: toont de instellingen (centrifugeersnelheid, programmastatus,
flexi time
, maximaal
3. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSORGANEN
3.1 BEDIENINGSPANEEL
Alle bedieningsorganen en besturingen van het apparaat zijn samengebracht op het frontpaneel.
aanbevolen gewicht, droogniveaus, activering kinderbescherming, clean programma). De
instellingen kunnen met de onderstaande drukknoppen worden gewijzigd.
Dient voor het starten of
stoppen van de was/droogprogramma's.
:
Om de wasdroger mee in en uit
te schakelen en de programma's
mee te kiezen. U kunt hem in
beide richtingen draaien. De
keuzeschakelaar zal tijdens de
uitvoering van de programma's
niet draaien.
11
Page 13
NL
4. GEBRUIK VAN DE MACHINE VOOR HET WASSEN
4.1 HET WASGOED KLAARMAKEN
1. Verdeel het wasgoed naar type textiel en kleurvastheid.
2. Was de witte was apart van de bonte was. Het wordt aanbevolen om bont goed de eerste keer apart te
wassen. Gewoonlijk wordt op de kleding een etiketje aangebracht met nuttige informatie omtrent de wijze
waarop het moet worden behandeld. Onderstaand vindt u een korte beschrijving van de symbolen van deze
etiketten.
WASSEN
Wassen op max. 90°C
Wassen op max. 60°C
Wassen op max. 40°C
Wassen op max. 30°C
Fijne was max. 60°C
Hoge
temperatuur
Bleekbaar
BLEKEN
STRIJKEN
Middelhoge
temperatuur
temperatuur
CHEMISCH REINIGEN
Lage
Niet bleken
Niet strijken
reinigen
Niet drogen
Fijne was max. 40°C
Fijne was max. 30°C
Handwas
Niet wassen
Alle
oplosmiddelen
Hoge
temperatuur
Alle behalve
trichloorethyleen
DROGEN NA WASSEN
Temperatuur lager dan 60°C
Kerosine en
R113
Niet chemisch
Let op!
Vermijd het wassen van gescheurde of niet omzoomde kleding omdat die zou kunnen gaan rafelen.
Vreemde voorwerpen zullen de kleding of delen van de wasdroger kunnen beschadigen. Daarom moet u:
de zakken leegmaken en binnenstebuiten keren, de rollers van de gordijnen verwijderen of ze in een zakje van
gaas wikkelen.
Stop heel klein wasgoed (ceinturen, zakdoekjes, sokjes, beugelbh's enz.) in een zakje van wit gaas. Sluit
drukknopen, ritssluitingen en zet losse knopen vast.
Het gebruik van moderne wasmiddelen en de juiste wastemperatuur zal over het algemeen volstaan om de
vlekken mee uit het textiel te verwijderen. Sommige moeilijke vlekken als die van gras, fruit, ei, bloed, roest,
inkt, enz., zouden vóór het wassen moeten worden behandeld. Afhankelijk van het type stof vindt u in de
handel talloze producten voor het behandelen van vlekken. Het verdient in ieder geval aanbeveling om
vlekken onmiddellijk te reinigen of op te lossen omdat oudere vlekken moeilijker te verwijderen zijn.
Wanneer u zich niet aan de symbolen voor de behandeling van het textiel houdt zult u de was kunnen
beschadigen.
Wol – Alleen de door het merk als zuivere scheerwol gekenmerkte wol, of die met het etiket <<behandeld
krimpvast machinewasbaar>> kan in de machine met het specifieke programma worden gewassen, andere soorten
wol kunnen beter met de hand worden gewassen of chemisch worden gereinigd.
4.2 OPENING VAN HET DEURTJE
De machine is voorzien van een beveiliging die het openen van het deurtje tijdens het draaiende programma zal
verhinderen.
1. Controleer of het water volledig uit de kuip is weggepompt en of de trommel stil staat.
Let op!
Bij een onderbreking van het wasprogramma moet u 3 tot 15 minuten wachten, afhankelijk van de bereikte
temperatuur in de machine.
Let op!
Het water kan nog kokend heet zijn wanneer het wassen bij hoge temperaturen heeft plaatsgevonden.
Open het deurtje niet wanneer er nog water in de trommel staat!
12
Page 14
NL
4.3 DE MACHINE VULLEN MET HET WASGOED
Voor zover mogelijk, verdient het aanbeveling - om elektriciteit te besparen - om de machine volledig te
vullen met de verschillende stoffen. Wissel grote en kleine stukken wasgoed af en stop alles goed los in de
wasmachine. De eerste keren verdient het aanbeveling dat u de ladingen weegt, daarna zal de opgedane ervaring
volstaan.
4.4 HET WASGOED IN DE MACHINE STOPPEN
1. Open het deurtje en stop het wasgoed gelijkmatig verspreid, goed opengevouwen en niet samengepropt
in de trommel; meng, indien mogelijk, grote en kleine kledingstukken.
2. De wasmachine die bij deze gebruiksaanwijzing hoort kan voor iedere wasbeurt worden gevuld met
maximaal 7 kg wasgoed. Een groter gewicht zal tot teleurstellende resultaten en mogelijke defecten aan
de machine leiden.
3. Om energie te besparen verdient het aanbeveling om de machine volledig te vullen met de
verschillende soorten textiel, in overeenstemming met de hoeveelheden vermeld in de bij deze
gebruiksaanwijzing geleverde “Programmatabel”.
4. Sluit het deurtje door op de omlijsting te drukken tot u de klik van de sluiting hoort. Zorg ervoor dat er geen
wasgoed klemraakt tussen het deurtje en de rubberpakking.
Let op!
Wanneer het deurtje niet goed gesloten is, zal een beveiliging verhinderen dat de wasmachine in werking
treedt.
Overschrijd de maximale belading niet: een overtollige belading zal tot slechtere wasresultaten leiden.
4.5 GEBRUIK VAN HET WASMIDDEL EN DE ADDITIEVEN
Het bakje is van binnen onderverdeeld in drie vakjes, herkenbaar aan de symbolen
wasmiddel voor de voorwas
wasmiddel voor de hoofdwas
voor de wasverzachter, het stijfsel, de additieven, enz. (producten voor de behandeling). De
additieven worden automatisch tijdens de laatste spoelbeurt in de waskuip gebracht.
In het vakje voor het wasmiddel vindt u een lipje voor het gebruik van vloeibaar wasmiddel. Om dit te gebruiken
moet u het naar voren trekken en hem vervolgens laten zakken.
Vul, in overeenstemming met de aanwijzingen van de met
deze gebruiksaanwijzing verstrekte "Programmatabel", het
speciale bakje vóór het begin van het programma met
wasmiddel en eventuele additieven.
Het niveau van de vloeistoffen mag in geen geval de
maximumaanduiding overschrijden omdat de bakjes anders te snel
leeg zouden lopen.
Voordat u dikke additieven in het daarvoor bestemde bakje doet, moet
u ze met een beetje water verdunnen om te voorkomen dat de sifon
verstopt zou raken.
Gebruik alleen wasmiddelen met gecontroleerde schuiming, geschikt
voor gebruik in een wasmachine.
Bepaal de hoeveelheid wasmiddel aan de hand van de hardheid van het water, het type en de hoeveelheid
geladen wasgoed en de graad van viesheid ervan.
Op deze wijze zult u het gewenste effect bereiken en een optimaal wasmiddelverbruik verkrijgen.
Op de wasmiddelverpakkingen staat de dosering aangegeven voor 4 hardheidsgraden en voor ladingen van 4-5 kg
normaal vieze was.
Voor informatie met betrekking tot de hardheidsgraad van het water moet u zich wenden tot het betreffende
waterleidingbedrijf.
Hardheid van het water
Hardheidsgraad Franse graden fH Duitse graden dH
Zacht Tot en met 15° Tot en met 8°
Gemiddeld 15° - 25° 8° - 14°
Hard 25° - 40° 14° - 22°
Zeer hard Meer dan 40° Meer dan 22°
13
Page 15
NL
Delay timer
Max. aanbevolen gewicht
Select.
centrifugeersnelheid
.
4.6 DOSERING WASMIDDELEN IN POEDERVORM
Normaal vieze was
1. Kies een programma zonder voorwas.
2. Vul het wasvakje van de wasmiddellade met de totale op de verpakking vermelde hoeveelheid wasmiddel.
Zeer vieze was
1. Kies een programma met voorwas.
2. Vul het voorwasvakje van de wasmiddellade met ¼ van de aanbevolen hoeveelheid wasmiddel en vul het
wasvakje met ¾ ervan.
Let op!
Bij het ontbreken van aanwijzingen omtrent de dosering voor de delicate was van synthetische vezels moet
u van ½ tot 2/3 van de aangegeven dosering voor kleurvast katoen gebruiken.
Voor het wolprogramma bevelen wij uitsluitend het gebruik aan van neutrale wasmiddelen voor wol.
Gebruik de door de fabrikant van het wasmiddel aangegeven dosering.
4.7 DOSERING VLOEIBARE WASMIDDELEN
1. Giet de vereiste dosering vloeibaar wasmiddel in de bijgevoegde doseerder en leg die in de trommel; u kunt
ook het wasvakje in de wasmiddellade gebruiken met gebruik van het speciale lipje.
2. De rode schaalverdeling op het lipje dient als hulp bij de dosering van het vloeibare wasmiddel.
Let op!
Alleen voor de hoofdwas, oftewel in alle programma's zonder voorwas kunnen vloeibare wasmiddelen
worden gebruikt met de door de fabrikant voorziene dosering.
4.8 ONTKALKERS
Ontkalkers kunnen zowel in de voorwas als in de hoofdwasvakjes worden gedaan, volgens de aanwijzingen van de
fabrikanten.
Doe eerst het wasmiddel in de vakjes en voeg daarna pas de ontkalker toe.
4.9 PROGRAMMA'S EN FUNCTIES
Voor de keuze van de programma's op grond van het type textiel moet u de bij deze gebruiksaanwijzing
geleverde "Programmatabel" raadplegen (Binnen de tas met toebehoren).
4.10 INSCHAKELING VAN DE MACHINE EN KEUZE VAN HET WASPROGRAMMA
Voor het inschakelen van de machine en de keuze van de programma's gaat u als volgt te werk:
1. Draai de programmaknop in één van de twee richtingen. Op deze wijze schakelt u de wasdroger in.
2. Selecteer het wasprogramma. Op de display wordt afwisselend de resterende tijd en het maximaal
aanbevolen gewicht van het geselecteerde programma weergegeven. Afhankelijk van hetgeen weergegeven
zullen de betreffende symbolen op de display verschijnen.
3. De defaultwaarden voor de centrifugeersnelheid worden weergegeven. U kunt de aanvangsinstellingen
wijzigen met de drukknop onder de lijst van centrifugeersnelheden.
4. De centrifugeersnelheid gelijk aan , duidt op een uitschakeling van de centrifuge met een stop
met een volle kuip. Wanneer u deze waarde instelt zal de machine de eindcentrifuge overslaan en het
wasprogramma beëindigen terwijl er nog water in de kuip staat.
14
Page 16
NL
Opties selecteren
4.11 OPTIES SELECTEREN EN BEVESTIGEN
Opties
1. Met de Selectie drukknop kunt u achtereenvolgend de volgende opties selecteren (van boven naar
beneden):
Voorwas: toevoeging van een fase voorafgaand aan het wassen, met een duur van circa 20 minuten en
bij een temperatuur van 35°C. Geschikt voor ladingen met bijzonder vies wasgoed.
Intensief: de max. temperatuur wordt 60°C en de wasfase wordt verlengd om de doeltreffendheid van de
enzymen in de wasmiddelen te verhogen. Geschikt voor delicate, maar vieze was.
Minder strijken: maakt het mogelijk om op het eind van de wasbeurt minder verkreukelde kleding te
hebben die gemakkelijker gestreken kan worden.
Water plus: Verhoogt de tijdens het wassen en het spoelen gebruikte hoeveelheid water.
Als alternatief Extra spoelbeurt: met deze optie wordt aan het geselecteerde programma een extra
spoelbeurt toegevoegd
Flexi Time: maakt een kortere duur van de wascyclus mogelijk. Het symbool is volledig verlicht met de
aanvangsduur voor het geselecteerde programma. Wanneer u deze optie selecteert kunt u de duur verder
verkorten tot een gemiddeld niveau, een minimumniveau en terugkeren naar de aanvangsduur door
meerdere malen de drukknop Set in te drukken.
Als alternatief Snel: maakt een kortere duur van de wascyclus mogelijk. Geschikt voor weinig, weinig vieze
was.
Buzzer: u kunt het geluidssignaal voor het eind van de cyclus in- of uitschakelen. De machina wordt
geleverd met de optie geactiveerd.
2. Ter bevestiging van de geselecteerde optie, volstaat het de drukknop Opties bevestigen in te drukken; de
led van de optie zal blijven branden.
3. Om de selectie van een optie ongedaan te maken hoeft u slechts terug te keren naar de optie met de toets
Opties selecteren en moet u de drukknop Opties bevestigen indrukken. Om met één enkele handeling de
selectie van alle eerder bevestigde opties ongedaan te maken volstaat het de drukknop Bevestigen 4
seconden lang ingedrukt te houden.
4. De Buzzer optie zal ook voor de latere cycli geselecteerd blijven. Alleen bij het programma Night Wash
wordt hij automatisch uitgeschakeld.
Opties bevestigen
Start Pauze
15
Page 17
NL
4.12 RESTERENDE TIJD
Symbool Delay timer
Start pauze symbool
Start Pauze
1. Wanneer u de drukknop Delay Timer meerdere malen indrukt, zult u uiteindelijk kunnen selecteren over
hoeveel tijd het wasprogramma zal stoppen. De tijd tot aan het eind van de wascyclus houdt rekening met
de beginduur van de was-/droogcyclus, met de verkozen instellingen (temperatuur, centrifugeersnelheid
en opties) die de aanvangsduur van de cyclus en de uitsteltijd die de gebruiker voor het starten wil
toevoegen kunnen verkorten of verlengen.
2. Na de Delay Timer te hebben ingesteld zal het symbool op de display blijven branden.
3. Om de Delay Timer functie uit te schakelen moet u meerdere malen de drukknop indrukken tot op de
display 0 verschijnt.
4. Tot de start van de cyclus zal het symbool Start Pauze knipperend branden. Na de start van de cyclus zal
het symbool ononderbroken blijven branden.
Drukknop Delay timer
4.13 START VAN HET WASPROGRAMMA
1. Om het wasprogramma na de personalisering van de instellingen te starten moet u de drukknop Start
Pauze indrukken.
2. Na de start zal op de display de resterende tijd tot het eind van de cyclus worden weergegeven en blijft
het symbool Start Pauze op de display branden.
3. Tijdens de uitvoering van het was-/droogprogramma zullen de symbolen die verwijzen naar de fasen gaan
branden:
Symbolen voor de fasen van een cyclus: Voorwas, hoofdwas, spoelen, eindcentrifuge en
drogen.
16
Page 18
NL
2 1
4.14 ONDERBREKING OF WIJZIGING VAN HET WASPROGRAMMA
Tijdens de uitvoering kan het wasprogramma op ieder moment worden onderbroken:
1. houd de drukknop "Start/Pauze" circa 3 seconden lang ingedrukt: op de display zal afwisselend het woord
PAUS (1 seconde lang) en de resterende tijd (1 seconde lang) worden afgebeeld. Het controlelampje
Start/Pauze zal knipperend branden.
U kunt het programma ook onderbreken door de programma/temperatuurkeuzeknop tijdens de uitvoering
van de cyclus te draaien.
2. Wanneer u het wasprogramma wenst te wijzigen volstaat het om het nieuwe programma te selecteren
door het verdraaien van de programmaknop zonder de machine eerst in de pauzestand te hoeven zetten.
De nieuwe wascyclus zal helemaal vanaf het begin worden uitgevoerd. Wanneer tijdens de voorgaande
cyclus de kuip al met water was gevuld zal het nieuwe programma beginnen zonder de watervulfase.
3. Om de cyclus weer te hervatten moet u weer op de Start-Pauze knop drukken.
4.15 EIND VAN HET PROGRAMMA
De was-/droogprogramma's worden automatisch afgewerkt waarna op de display het woord END wordt afgebeeld
en het controlelampje “Resterende tijd” wordt gedoofd.
1. Schakel de machine uit door de programmaknop op de stand OFF te zetten
2. Verwijder de was uit de trommel.
3. Laat het deurtje op een kier zodat de ruimte in de wasdroger kan opdrogen.
4. Sluit de vulkraan van het waterleidingnet.
Als voor de instellingen van de centrifugeersnelheden tijdens de beginfase gekozen was voor het uitsluiten van de
centrifuge met stop met volle kuip (centrifugeersnelheid gelijk aan 0), wordt op het eind van het
wasprogramma op de display de tekst STOP afgebeeld, afgewisseld met de tekst ---- (centrifugeersnelheid gelijk
aan 0) en zal het controlelampje voor de centrifuge-weergave branden.
Om het leegpompen en centrifugeren voort te zetten moet u tweemaal het selectie centrifuge drukknopje indrukken.
De machine hervat de cyclus met het leegpompen en centrifugeren. Om de gewenste centrifugeersnelheid te
selecteren moet u de drukknop ingedrukt houden tot de gewenste snelheid wordt weergegeven. Wanneer u het
water in de kuip wilt wegpompen zonder te centrifugeren, moet u de centrifugeselectiedrukknop indrukken, tot aan
het symbool stoppen met volle kuip, en aangeven dat het leegpompen plaats zal vinden zonder de centrifugeerfase.
4.16 KINDERBEVEILIGING
Symbool Kinderbeveiliging
1. Wanneer deze functie geactiveerd is, kunnen tijdens de cyclus de opties, de temperatuur, de
centrifugeersnelheid en de was-/droogcyclus niet worden gewijzigd.
2. Activeer de kinderblokkering door de optie-bevestigingsknop (1) in gedrukt te houden. Druk vervolgens
binnen 3 seconden op de optie-keuzeknop (2).
3. Het symbool van de kinderblokkering wordt weergegeven ter indicatie dat de functie geactiveerd is.
4. Deactiveer de functie door dezelfde procedure te herhalen.
17
Page 19
NL
4.17 OPENING IN NOODGEVAL
Bij het ontbreken van de elektrische energie zal het deurtje
kunnen worden geopend met de speciale mechanische
ontgrendeling, herkenbaar aan het lipje aan de onderzijde van
het apparaat:
Draai de knop op Off en trek de stekker uit het
stopcontact
Voer het waswater af (zie paragraaf 6.4)
Trek de ontgrendeling naar beneden en open
het deurtje.
Let op, gevaar voor brandwonden: Voordat u het deurtje
opent moet u zich ervan verzekeren dat er in de machine geen
water of kokend heet water met wasmiddel meer staat, dat bij
het openen van het deurtje eruit zou kunnen stromen en schade
veroorzaken.
Let op: open het deurtje nooit met de ontgrendeling voor
noodgevallen terwijl de trommel nog draait.
5. GEBRUIK VAN DE MACHINE VOOR HET DROGEN
5.1 ALGEMEEN
Tijdens de droogcyclus moet het waterkraantje verplicht geopend staan en moet de afvoerslang op correcte
wijze zijn aangebracht en geplaatst.
Op deze machine kunt u kiezen voor de programma's voor alleen wassen, alleen drogen en wassen en drogen
samen.
Bij dit laatste programma verkrijgt u de automatische overgang van wassen naar drogen zonder dat u de
bedieningsorganen hoeft te gebruiken (op het eind van het wassen) om een complete cyclus te verkrijgen.
Waarschuwingen
Droog uitsluitend met een wateroplossing gewassen wasgoed of kleding, die geschikt moet zijn voor het
machinedrogen.
Droog geen stoffen die chemisch zijn gereinigd of zijn ontvlekt met chemische oplosmiddelen; geen wollen
of gemengd wollen stoffen die met de warmte krimpen; geen zeer delicate stoffen als zijde en synthetische
vitrage; geen stoffen die gemakkelijk gaan pluizen zoals losse wol, watten en zeer gerafelde tapijten en
geen artikelen die schuimrubber of vergelijkbare elastomere materialen bevatten.
Het maximale gewicht van een lading wasgoed in de droger voor een droogprogramma bedraagt
4 kg. De wasdroger is ontworpen voor optimale efficiëntie bij ladingen van maximaal 4 kg droog gewicht
van het wasgoed.
Bij een instelling van de energieke automatische wasprogramma's vindt het drogen plaats bij een
temperatuur van 90°C (normaal drogen).
Bij een instelling van de delicate wasprogramma's vindt het drogen plaats bij een temperatuur van 60°C
(delicaat normaal). Bij een automatisch was- plus droogprogramma is het droogprogramma dus gebonden
aan de keuze van het wasprogramma.
Om een uitsluitend drogen programma te gebruiken moet u de was eerst wassen en centrifugeren.
Na het drogen van uitzonderlijk zacht wasgoed, zoals bijv. nieuwe producten van badstof, verdient het
aanbeveling om het programma “Afspoelen” te laten draaien om er verzekerd van te zijn dat eventuele
Belangrijk – Droog geen delicate stoffen die niet bestendig zijn tegen temperaturen van meer dan 60°C, of in ieder
geval stoffen die niet bestendig zijn tegen de geselecteerde temperatuur.
5.1.1 EXTRA DROGEN
Indien na het programma de was nog een beetje vochtig mocht blijken dan kunt u een korte, tijdgebonden
droogcyclus programmeren.
Let op!: om vouwen in of het krimpen van de was te voorkomen moet u niet overdrijven bij het drogen.
resten stof weggespoeld zijn en zich niet tijdens de volgende wasbeurt aan het wasgoed zullen hechten.
18
Page 20
NL
5.2 WASSEN PLUS DROGEN PROGRAMMA
Het automatische verloop van het wassen plus drogen programma is mogelijk bij de energieke (katoen, bont goed)
en synthetisch/delicaat programma's. Bij de wolprogramma's kunt u het automatisch drogen na het wassen niet
instellen.
Om de wasgoedlading automatisch te wassen en drogen mag het gewicht niet hoger zijn dan 4 kg katoen of2 kg synthetisch.
Wanneer het gewicht van het wasgoed groter is dan het bovengenoemde gewicht is een wassen plus drogen
programma niet aan te raden en zult u op het eind van het wasprogramma de lading moeten delen en het drogen
in twee beurten moeten uitvoeren.
Om een wassen plus drogen programma in te stellen gaat u als volgt te werk:
1. Selecteer het wasprogramma en wijzig eventueel de defaultparameters;
2. Druk de drogen drukknop in om de gewenste droogtijd in te stellen. Op de display wordt aanvankelijk de
maximaal selecteerbare tijd getoond (2h:40min.) om af te lopen tot aan 0h:00min.
Drogen symbool.
Drogen drukknop
Het eerder ingestelde wasprogramma bepaalt of het drogen normaal (90°C) of delicaat (60°C) zal zijn.
Na een droogtijd te hebben gekozen gaat het symbool op de display eerst knipperend en later ononderbroken
branden, wanneer de cyclus de droogfase ingaat.
5.3 UITSLUITEND DROGEN PROGRAMMA
1. Schakel de machine uit door de knop voor de selectie van de was- en droogprogramma's op OFF te zetten.
2. Zet de knop op het gewenste droogprogramma: Intensief drogen voor een normale droogbeurt (90°C), of
delicate droogbeurt: voor een delicate droogbeurt (60°C): Voor de betekenis van de symbolen van ieder
droogprogramma verwijzen wij naar de met de machine geleverde programmatabel.
3. Druk de Drogen drukknop meerdere malen in tot u de gewenste droogtijd heeft ingesteld (zie paragraaf
hierboven).
4. Druk de drukknop "Start/Pauze" in om het droogprogramma te starten. Op de display verschijnt de
resterende tijd en de led met het drogen symbool gaat branden.
Waarschuwingen
Aangezien er niet eerder een wasprogramma is geselecteerd is de programmakeuze (normaal of delicaat)
voor het drogen vrij. Houd er rekening mee dat het normale drogen aanbevolen wordt voor katoen en bont
goed, terwijl het (***) drogen wordt aanbevolen voor synthetische en delicate was.
Voor goede droogresultaten mag het gewicht van de vullading niet hoger zijn dan 4 kg .
5.4 ONDERBREKING OF WIJZIGING VAN HET DROOGPROGRAMMA
1. Voor de onderbreking van het droogprogramma gelden dezelfde regels als voor het wasprogramma.
2. Wanneer u het programma zou wensen te beëindigen en het wasgoed zou willen verwijderen, verdient het
aanbeveling het wasgoed af te koelen. Met de keuzedrukknop kunt u de droogtijd instellen op 20 minuten. Start
de machine opnieuw zoals aangegeven in het volgende punt en na voltooiing kunt u het wasgoed verwijderen.
19
Page 21
NL
5.5 CLEAN PROGRAMMA
Voor het behoud van de functionaliteit van het apparaat is de wasdroger uitgerust met een CLEAN programma dat
ervoor dient om het droogcircuit periodiek schoon te maken en eventuele pluisophopingen te verwijderen.
1. Op de display gaat, na een bepaald aantal droogbeurten het symbool CLEAN branden en wordt Cln
weergegeven om aan te geven dat het programma moet worden uitgevoerd. De led zal blijven branden tot
aan de uitvoering van het CLEAN programma. Op het eind van het programma gaat de led uit.
2. Om het CLEAN programma uit te voeren gaat u als volgt te werk:
a. Verzeker u ervan dat de trommel helemaal leeg is en sluit het deurtje
b. Draai de knop op het programma CLEAN (zie de programmatabel voor de exacte positie op de knop)
c. Druk op de START/PAUZE knop.
U kunt het CLEAN programma ook uitvoeren wanneer de led op de display niet brandt.
20
Page 22
NL
6. REINIGING EN ONDERHOUD
Belangrijk - Vóór alle onderhouds- of reinigingswerkzaamheden moet u de stekker uit het stopcontact
trekken.
6.1 REINIGING BUITENZIJDE
Het regelmatig en constant schoonmaken zal ertoe bijdragen dat uw apparaat er nog lang als nieuw uit zal
zien.
De buitenkant mag alleen met water en zeep worden gereinigd en moet daarna zorgvuldig met een zachte
doek worden afgedroogd.
De plastic delen mogen alleen maar met een vochtige lap worden schoongemaakt.
Krab niet met puntige voorwerpen en vermijd het gebruik van oplosmiddelen of schurende producten om
beschadigingen van het oppervlak te voorkomen.
Om veiligheidsredenen mag u nooit waterstralen op de wasdroger richten.
6.2 REINIGING VAN DE TROMMEL
Verwijder eventuele roestplekjes van de trommel met een speciale reiniger voor roestvrij staal of, in
bijzonder hardnekkige gevallen, met uiterst fijn schuurpapier.
Gebruik uitsluitend ontkalkers van bekende merken met corrosiewering voor wasmachines om de
wasdroger mee te ontkalken.
Houdt u zich voor de doseringen en het gebruik uitsluitend aan de aanwijzingen van de fabrikant.
Voer, na de ontkalkingsprocessen en het verwijderen van de roest van de trommel, een paar
spoelbeurten uit om alle resten van zuren die de machine zouden kunnen beschadigen, te
verwijderen. Gebruik in geen geval wasmiddelen die oplosmiddelen bevatten. Het gevaar bestaat
dat zich dampen vormen die vlam zouden kunnen vatten en exploderen.
6.3 REINIGING VAN HET DEURRUBBER
Controleer regelmatig of er geen paperclips, knopen, spelden, enz. in de vouwen van het deurrubber zitten.
21
Page 23
NL
Afhankelijk van het model moet u als volgt te werk
gebruik een
kleine schroevendraaier als hevel om de in de tekening
aangegeven doppen te verwijderen, draai de plint naar
Steek een kleine schroevendraaier
in de sleuven in de voorkant van de plint en gebruik
hem daarna als hevel naar boven om het bovenste
Buig de plint iets schuin naar voren en trek hem naar
6.4 REINIGING VAN DE AFVOERPOMP
De reiniging van de afvoerpomp is slechts nodig wanneer bij een blokkering van de pomp door knopen, paperclips
of vergelijkbare voorwerpen het water niet meer wordt afgevoerd.
In zo'n geval moet u als volgt te werk gaan.
1. Trek de stekker uit het stopcontact om de machine los te koppelen van de stroomvoorziening.
2.
gaan:
Inbouw-/volledig weggewerkt model –
beneden om bij de pomp te komen.
Vrijstaand model –
gedeelte van de plint van de kast los te maken.
boven om hem volledig te verwijderen.
3. Trek het afvoerslangetje ”A” eruit.
Let op: een warm slangetje zal erop wijzen dat het water
warm of heet is. Zet een lage bak op de vloer en verwijder
dop “B” om het water af te voeren.
Afhankelijk van de hoeveelheid water kan het nodig zijn dat
u de bak meerdere malen moet ledigen.
Wanneer er geen water meer uitkomt moet u het slangetje
hermetisch afsluiten door dop “B” weer goed te bevestigen.
4. Draai de deksel van pomp “D” er linksom af.
Reinig het pomphuis en verwijder vreemde voorwerpen.
Controleer ook de binnenkant “E”en verzeker u ervan dat
de schoep vrij draait, er zouden namelijk voorwerpen
vastgeklemd kunnen zitten die verwijderd moeten worden.
5. Draai het deksel weer op de pomp.
Bevestig het afvoerslangetje door de dop met klikbevestiging in diens behuizing «C» te steken.
Afhankelijk van het model moet u de plint als volgt bevestigen:
Inbouw-/volledig weggewerkt model – Steek de plint eerst in het onderste deel. Bevestig hem aan het bovenste
door de plastic doppen in hun gaten te steken.
Vrijstaand model – Steek de plint eerst in het onderste gedeelte en druk hem in de kast tot hij vastgeklemd zit.
22
Page 24
NL
6.5 SCHOONMAKEN WASMIDDELLADE
Het verdient aanbeveling om de wasmiddellade vrij te houden van
aankoekingen.
Om deze handeling te vereenvoudigen moet u de wasmiddellade er eerst
volledig uit trekken (trek de lade helemaal naar buiten, druk vervolgens op het
gedeelte met het woord PUSH en trek hem er daarna helemaal uit).
Verwijder de sifon «A» en maak het geheel met warm water water schoon.
Duw de sifon weer helemaal terug en verwijder eventuele
wasmiddelophopingen voordat u de lade weer terug plaatst.
6.6 SCHOONMAKEN FILTERS WATERTOEVOER
De machine is uitgerust met een filter om de inlaatkleppen in de watertoevoer te
beschermen.
Het filter bevindt zich in het verbindingsstuk van de toevoerslang die op het kraantje moet
worden aangesloten
Het filter moet schoongemaakt worden wanneer de wasdroger niet met water wordt
gevuld of wanneer de doorstroming onvoldoende is.
Voor het schoonmaken moet u als volgt te werk gaan:
Trek de stekker uit het stopcontact om de machine los te koppelen van de
stroomvoorziening.
Sluit het waterkraantje.
Schroef het verbindingsstuk van de toevoerslang los van het kraantje.
Verwijder het filter van het verbindingsstuk van de toevoerslang.
Maak het filter schoon met water en een borsteltje.
Controleer bij het weer vastschroeven van het verbindingsstuk van de toevoerslang of het filter weer op
correcte wijze is aangebracht.
23
Page 25
NL
7. AANWIJZINGEN BIJ STORINGEN
Dit product voldoet aan de geldende veiligheidsnormen met betrekking tot elektrische apparatuur. Eventuele
technische controles of reparaties moeten om veiligheidsredenen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel
om gevaar voor de gebruiker te voorkomen.
Wanneer de machine niet werkt moet u, alvorens de servicedienst te raadplegen, om onnodige onkosten te
vermijden, persoonlijk controleren of de handelingen vermeld in deze tabel storingen zijn uitgevoerd.
1 De machine start niet
2 De machine vult zich niet
met water
3 U ziet geen water in de
wastrommel
4 Het water wordt niet
weggepompt
5 Na de laatste spoeling bij de
delicate was en
wolprogramma's wordt het
water niet weggepompt
6 De machine blijft vullen en
wegpompen
7 Sterke trillingen tijdens het
centrifugeren
8 In de kuip vormt zich teveel
schuim dat via de
wasmiddellade naar buiten
komt
9 Water op de vloer
10 De wasverzachter wordt
niet volledig opgenomen of
er blijft teveel water in het
vakje
Controleer of:
- de stekker op correcte wijze in het stopcontact is gestoken
- het deurtje goed is gesloten
- de “Start/Pauze" knop is ingedrukt
Controleer of:
- de stekker op correcte wijze in het stopcontact is gestoken
- het deurtje goed is gesloten
- het waterkraantje geopend is
- de filters van de vulslang niet zijn verstopt.
- de watervulslang niet wordt afgeklemd of geknikt is
Geen defect
Het waterniveau is lager dan het venster in het deurtje omdat de nieuwe
machines weinig water gebruiken en dezelfde was- en spoelresultaten
behalen.
Controleer of:
- de afvoerslang niet geknikt is
- de afvoerpomp niet verstopt is.
Dit is geen storing: het oponthoud is voorzien door het wasprogramma om
de vorming van vouwen in de stof te voorkomen.
Om het water weg te pompen moet u te werk gaan als beschreven in de
paragraaf (Eind van het programma)
Controleer of het uiteinde van de afvoerpomp niet te laag hangt.
Controleer of:
- De machine goed waterpas staat
- de wasmachine niet al te dicht op muren of meubels staat
- de blokkering van de interne oscillerende unit is losgemaakt
Controleer of:
- het gebruikte wasmiddel wel voor wasmachines en niet voor de
handwas bestemd is
- niet meer dan de in de gebruiksaanwijzing vermelde hoeveelheden zijn
gebruikt
Controleer of:
- de verbindingsstukken van de vulslang niet los zijn geraakt.
- het uiteinde van de afvoerslang niet verplaatst is.
Controleer of de sifons in de wasmiddellade op correcte wijze in hun zetels
zijn aangebracht en of ze niet verstopt zijn.
24
Page 26
NL
11 De machine centrifugeert
niet
12 Het water uit de trommel
verwijderen
13 De was is niet goed
gecentrifugeerd
14 Resten wasmiddel op het
wasgoed
15 De was wordt niet droog Controleer of:
16 Het wasresultaat is
onvoldoende
De onbalansbeveiliging heeft ingegrepen omdat de was niet gelijkmatig
over de trommel verspreid was. Wanneer op het eind van de cyclus de was
dus nog nat is bevelen wij aan om hem met de hand in de trommel te
verspreiden en alleen het centrifugeprogramma te herhalen.
Bij een stroomuitval of een probleem met de wasdroger kunt u overgaan
tot de noodlediging van de trommel
De grote stukken wasgoed zijn opgerold en niet gelijkmatig over de trommel
verspreid. U moet altijd grote stukken met kleine stukken gemengd wassen.
Veel wasmiddelen zonder fosfaten bevatten moeilijk in het water oplosbare
substanties.
Selecteer het Spoelen programma of borstel de was.
- het waterkraantje geopend is
- er niet teveel wasgoed is geladen
- de droogtijd geschikt is
- de juiste droogtijd geselecteerd is
Wanneer de machine wederom niet droogt moet u de Servicedienst
waarschuwen om eventuele neerslag van rafels uit de ventilator en de
droogleidingen te verwijderen.
- Waarschijnlijk heeft u weinig wasmiddel of een verkeerd
wasmiddel gebruikt.
- De moeilijke vlekken werden niet aan een behandeling vooraf
onderworpen
- De gebruikte temperatuur was niet correct
- De trommel is te zwaar beladen
WEERGAVE FOUTEN
De machine zal bij een storing de afwijking met behulp van een foutcode op de display weergeven.
Foutcode Beschrijving probleem
Deurtje niet goed gesloten. Probeer om het opnieuw te sluiten.
Ingreep acqua stop. Raadpleeg het dichtstbijzijnde Servicecentrum na de
stroomvoorziening te hebben onderbroken en het waterkraantje te hebben gesloten.
De machine wordt niet gevuld met water voor het wassen. Zie punt 2 van de lijst met
afwijkingen
Het water wordt niet weggepompt Zie punt 4 van de lijst met afwijkingen
Geen fout! Het balanscontrolesysteem neemt de onbalans veroorzaakt door het was-
goed waar. Het programma “Flusen spulen (verwijdering van pluisjes)” kan niet
Voor alle andere afgebeelde foutcodes moet u het dichtstbijzijnde Servicecentrum raadplegen, na de
stroomvoorziening te hebben onderbroken en het waterkraantje te hebben gesloten.
worden gestart. Verwijder het wasgoed.
25
Page 27
LEIDRAAD PROGRAMMA'S
Programma's
Temp.
(°C)
Max.
Centrifuge
(toeren/mi
n.)
Max.
vulgewicht
(kg)
Max.
vulgewicht
voor drogen
(kg)
Voorwas Hoofdwas Wasverzachter VoorwasIntensief
Minder
strijken
Extra
spoelbeurt
Snel
Drogen na
wassen wanneer
geselecteerd
Beschrijving wasprogramma
Katoen en bonte
was
Delicate, bonte, weinig
vieze was
Max74
Normaal
Koud wassen, spoelen en eindcentrifuge bij geselecteerde
snelheid
Delicate bonte,
normaal vieze was
40°Max74
Normaal
Wassen op 40°C, spoelen en eindcentrifuge bij
geselecteerde snelheid
Kleurvaste bonte,
normaal vieze was
60°Max
74
Normaal
Wassen op 60°C, spoelen en eindcentrifuge bij
geselecteerde snelheid (normcyclus met alleen de
"intensief" optie geselecteerd)
Kleurvaste bonte,
bijzonder vieze was
90°Max74
Normaal
Wassen op 90°C, spoelen en eindcentrifuge bij
geselecteerde snelheid
WolHandwas
8002
--
------
Koud wassen, spoelen en eindcentrifuge bij geselecteerde
snelheid
Delicate wasWeinig vieze was
30°6002
--
-
-
--
Wassen op 30°C, spoelen en eindcentrifuge bij
geselecteerde snelheid
Spoelen en
centrifugeren
-
Max7
---
--
-
-
Spoelen en alleen leegpompen, of leegpompen en
eindcentrifuge bij geselecteerde snelheid
Leegpompen en
centrifugeren
-
Max7
------
-
-
Alleen leegpompen, of leegpompen en eindcentrifuge bij
geselecteerde snelheid
Synthetische was Weinig vieze was
30°10003,53,5
-
Delicate was
Wassen op 30°C, spoelen en eindcentrifuge bij
geselecteerde snelheid
Normaal vieze was
40°10003,53,5
-
Delicate was
Wassen op 40°C, spoelen en eindcentrifuge bij
geselecteerde snelheid
Gemengd
Weinig vieze katoenen
en synthetische was
30°Max33
Delicate was
Wassen op 30°C, spoelen en eindcentrifuge bij
geselecteerde snelheid
Snel
Op te frissen lichte
katoenen of delicate
was
30°800
2
--
------
Wassen op 30°C, spoelen en eindcentrifuge bij
geselecteerde snelheid
DrogenDelicate was
60°Max
-
3
---------
Delicaat drogen voor synthetische en delicate was
Normaal
90°Max
-
4
---------
Normaal drogen voor katoenen was
Clean
-------------
Reinigingscyclus droogcircuit
: Beschikbare optie
: niet gelijktijdig selecteerbare opties
Vakjes wasmiddellade
Opties
Code 19392012500
Page 28
ISTRUZIONI DI MONTAGGIO DELLE
IT
LAVATRICI INTEGRABILI
ASSEMBLY INSTRUCTIONS FOR BUILT-IN WASHING
MACHINES
MONTAGEANLEITUNG FÜR EINBAUBARE-
WASCHMASCHINEN
INSTRUCTIONS DE MONTAGE DES LAVE-LINGE
INTÉGRABLES
INSTRUCCIONES DE INSTALACIÓN DE LAS
LAVADORAS INTEGRABLES
INSTRUÇÕES DE MONTAGEM DAS MÁQUINAS DE
LAVAR ROUPA INTEGRÁVEIS
MONTAGEINSTRUCTIES VAN INTEGREERBARE
WASMACHINES
MONTERINGSANVISNING FOR INTEGRERBARE
VASKEMASKINER
MONTERINGSANVISNINGAR FÖR
INBYGGNADSBARA TVÄTTMASKINER
EN
DE
FR
ES
PT
NL
DK
SE
ANKASTRE ÇAMAŞIR MAKĐNELERĐ
ĐÇĐN MONTAJ TALĐMATLARI
ИНСТРУКЦИИ ПО МОНТАЖУ
ВСТРОЕННЫХ СТИРАЛЬНЫХ МАШИН
TR
RU
Page 29
MONTAGEINSTRUCTIES VAN INTEGREERBARE
WASMACHINES
BELANGRIJK – De machine voldoet aan de veiligheidsvoorschriften
betreffende elektrische apparatuur en moet volgens de geldende
voorschriften door een gespecialiseerde monteur worden geïnstalleerd, om
gevaar voor de gebruiker te voorkomen.
Afmetingen voor
de inbouw
Technische
informatie voor
het aanbrengen
van het paneel
Belangrijk! Tijdens de handelingen om het paneel aan te
Waarschuwing – Om het paneel aan de rechterkant (opening
De bescherming
gebruiken
De afmetingen van de inbouwruimte moeten zijn:
minimumhoogte 820 mm, minimumbreedte 600 mm en
minimumdiepte 584 mm (fig.1).
Het paneel moet aan de linker- of rechterkant van de
wasmachine worden bevestigd (fig. 2)
De machine wordt geleverd om het paneel links aan te brengen.
Rechts bevinden zich namelijk het push-pull sluitsysteem (aan
de bovenkant) en het rubber (aan de onderkant).
Als u liever van de magneetsluiting dan van de push-pull
sluiting gebruikmaakt, moet de bestaande steun worden
verwijderd en de bijgeleverde met de magneetsluiting worden
aangebracht.
brengen (demontage van de voorkant van alle scharnier- en
sluitingsonderdelen), moet de wasmachine persé van het
elektriciteitsnet zijn gekoppeld.
in de tegenovergestelde richting van die van het raampje) te
bevestigen, moet de push-pull sluiting (of de magneet) en het
rubber (fig. 3-A) van de voorkant van de machine worden
gedemonteerd en aan de andere kant worden aangebracht (fig. 3-B).
Alle aan de voorkant van de wasmachine aangebrachte
onderdelen moeten goed worden hermonteerd (geen gat mag
open blijven), om te voorkomen dat onder stroom staande
delen in de machine kunnen worden aangeraakt.
Onze firma wijst elke vorm van aansprakelijkheid af voor
niet-inachtneming van bovengenoemde
veiligheidsvoorschriften.
1)
Bepaal de hoogte van de voetlijst van de keuken: de hoogte
van het houten paneel wordt verkregen door eerst de
hoogte van de voetlijst van de keuken te bepalen.
Bijvoorbeeld: met een voetlijst van 100 mm komt een paneel
met een maximumhoogte van 720 mm overeen. Als de
hoogte van de voetlijst moet toenemen, moet de hoogte van
het houten paneel worden verminderd.
19
Page 30
De onderdelen
op het paneel
aanbrengen en
het paneel
bevestigen
De scharnieren
afstellen
De wasmachine
in de inbouwruimte zetten
2)
Plaats de bescherming aan de binnenkant van het paneel
en laat de vastgestelde hoogte van de voetlijst via de
schaalverdeling overeenkomen met de onderkant van het
paneel zelf (fig. 4). De bescherming moet ook horizontaal
zijn gecentreerd. Houd u hierbij aan de verticale lijnen die
aan de uiteinden zijn aangegeven.
3) Na de bescherming op de juiste plaats te hebben
aangebracht, geeft u met de punt van een potlood de
plaats aan van de volgende gaten:
• gaten voor de scharnieren en voor de
bevestigingsschroeven van de scharnieren (fig. 4).
• gaten ter bevestiging van het metalen plaatje (als u de
magneetsluiting wenst te gebruiken), of van de haak
voor de push-pull sluiting (fig. 4, A - B).
1) Boor de gaten in het paneel om de scharnieren (fig. 5), de
haak voor de push-pull sluiting (fig. 5), of het metalen
plaatje (fig. 6) aan te brengen, als u de magneetsluiting
wilt gebruiken, en de gaten ter bevestiging van de
scharnieren (fig. 6).
2)
De diepte van 13 mm van de gaten met een doorsnede
van 2 mm voor de bevestiging van de scharnieren en van
het metalen plaatje voor de magneet gelden voor het
massief houten paneel. Boor bij het spaanplaat paneel
alleen gaten in de bovenste bekleding – fig. 6.
3) Schroef de twee scharnieren aan het paneel (fig. 7).
4) Monteer de sluithaak van de push-pull sluiting of het
metalen plaatje voor de magneet aan de andere kant (fig.
7).
5)
Bevestig het paneel aan de wasmachine en volg hierbij de
instructies van fig. 8.
Als het paneel, na het op de wasmachine te hebben
aangebracht t.o.v. de voorkant van de machine een beetje
schuin staat of niet helemaal in het midden, kan de stand via
het bewegende gedeelte van de scharieren worden
gecorrigeerd (fig. 9).
Zet de wasmachine in de inbouwruimte, draai indien nodig aan
de pootjes om haar op een horizontaal oppervlak waterpas te
zetten en zet ze met de contramoer vast. Bij regelbare pootjes
achter moet u de gebruiks- en onderhoudsinstructies
raadplegen.
Om te voorkomen dat trillingen van het apparaat overgaan op
de meubels waarin het is ingebouwd, moet worden voorkomen
dat de zijkanten en het bovenblad in aanraking komen met de
meubels zelf, door u ervan te verzekeren dat er een ruimte
20
Page 31
De voetlijst
aanbrengen
van ten minste 2 mm overblijft. Ook de achterkant van de
machine moet van de achterwand staan.
Als de inbouwruimte een hoogte heeft van 870 mm, moet
de verhogingskit van de wasmachine worden gebruikt, die
verkrijgbaar is via de Reserveonderdelen Service.
Om u aan de veiligheidsvoorschriften aan te passen, moeten de
openingen die tussen de vloer en de onderkant van de sokkel
en tussen de vloer en de zijkanten van de machine kunnen
onstaan volledig worden gesloten, als de wasmachine aan het
eind van een reeks meubels is geplaatst.
De bedekking moet voorkomen dat delen waar stroom op
staat kunnen worden aangeraakt en er moet gereedschap
voor nodig zijn om haar te verwijderen.
Onze firma wijst elke vorm van aansprakelijkheid af voor
niet-inachtneming van bovengenoemde
veiligheidsvoorschriften.
De doorlopende voetlijst van de montagemeubels moet kunnen
worden verwijderd om de afvoerpomp eventueel te kunnen
reinigen.
In sommige gevallen is de voetlijst van de montagemeubels niet
doorlopend, maar eenvoudigweg beperkt tot de breedte van de
wasmachine. In dit geval kan de voetlijst van het meubel met 4
schroeven aan de voetlijst van de wasmachine worden
bevestigd. Neem hierbij de 4 referentiepunten erop in acht (zie
fig. 9-10-11).
Bij het aanbrengen van de voetlijst van de meubels mag de
voetlijst van de wasmachine niet worden verwijderd of
gewijzigd. Uit veiligheidsoverwegingen mag deze niet
worden verwijderd en moet absoluut heel en aan de
wasmachine bevestigd blijven.
21
Page 32
1
!
!
820mm
!
!
2
820mm
150mm
16mm
596mm
AB
560mm
58mm
ca.82kg
9
Page 33
3
3- A
22
11
33
C
22
3
3
8
8
77
99
9
-
A B
5
4
4
6
6
1111
1010
12
12
C
C
66
55
7
7
88
B
11
33
A
D
22
-
A B
4
4
11
3
232
D
C
4
3-B
545
Page 34
4
16...21mm
Unterkante
Loweredge
ôtéinférieur
ee
C
Latoinferiore
Ladoinferior
Onderkant
НижнийкрайНижнийкрай
9
16...21mm
ee
Unterkante
Lower edge
ôté inférieur
C
Lato inferiore
Lado inferior
Onderkant
592...595mm
5
592...595mm
ee
ee
6
13mm13mm
Ø 35mmØ35mm
13mm13mm
Ø2mmØ2mm
Page 35
7
2
8
2
9
?
1
33
11
22
11
3
4
5
6
2
2
11
33
Page 36
9
11
10
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.