Gebruik van de waterontharder ___________________________________________________ 100
4.2 Gebruik van de doseerbakjes voor het glansspoelmiddel en het afwasmiddel ___________ 102
4.3 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen ___________________________________ 104
4.4 Gebruik van de korven ______________________________________________________ 105
5. Schoonmak en onderhoud _______________________________ 108
5.1 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen ___________________________________ 108
Wij bedanken u dat u voor één van onze producten heeft gekozen.
Wij raden u aan om alle gebruiksinstructies in deze handleiding aandachtig door te lezen om op de
hoogte te zijn van de beste omstandigheden voor een correct en veilig gebruik van uw vaatwasser.
De volgorde van de afzonderlijke paragrafen zal u helpen om stap na stap alle functies van het
apparaat te leren kennen. de tekst is eenvoudig en verduidelijkt met gedetailleerde afbeeldingen.
U zult hier tevens praktische aanbevelingen vinden voor het gebruik van korven, sproeiarmen,
bakjes, filters, wasprogramma's en de juiste instelling van de bedieningsorganen.
Met de hier verstrekte aanbevelingen voor het reinigen zullen de prestaties van uw vaatwasser
ongetwijfeld gegarandeerd blijven.
In deze, eenvoudig te raadplegen handleiding, vindt u een antwoord op alle vragen die u mocht
hebben betreffende het gebruik van uw nieuwe vaatwasser.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: deze instructies zijn bestemd voor de
installateur
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: deze instructies omvatten de gebruiksinstructies, de
beschrijving van de bedieningsorganen en de juiste schoonmaak- en onderhoudshandelingen van
het apparaat.
die is belast met de installatie, inbedrijfstelling en het uitproberen van het apparaat.
bevoegde
91
Aanwijzingen
1. Aanwijzingen voor veiligheid en gebruik
DEZE HANDLEIDING IS EEN WEZENLIJK ONDERDEEL VAN HET APPARAAT: HIJ DIENT ALTIJD IN ZIJN GEHEEL
SAMEN BIJ HET APPARAAT TE WORDEN BEWAARD. VÓÓR DE INGEBRUIKNEMING BEVELEN WIJ AAN OM DE IN
DEZE HANDLEIDING OPGENOMEN AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN. DE INSTALLATIE MOET DOOR
BEVOEGD PERSONEEL WORDEN UITGEVOERD MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN. DIT
APPARAAT IS BESTEMD VOOR EEN HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN BEANTWOORDT AAN DE MOMENTEEL VAN
TOEPASSING ZIJNDE
EN ELIMINEREN VAN RADIOSTORINGEN. HET APPARAAT IS ONTWIKKELD VOOR DE VOLGENDE
WERKZAAAMHEDEN:
ONEIGENLIJK TE WORDEN BESCHOUWD.
VOOR ENIG GEBRUIK DAT AFWIJKT VAN HETGEEN IS VOORZIEN.
HET TYPEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN DE MERKING IS ZICHTBAAR OP
DE RAND AAN DE BINNENKANT VAN DE DEUR.
MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN DE HUISELIJKE OMGEVING LIGGEN. VERDEEL DE
VERSCHILLENDE VAN DE VERPAKKING AFKOMSTIGE AFVALMATERIALEN EN BRENG ZE NAAR HET
DICHTSBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALINZAMELING.
RICHTLIJNEN 72/23 EEG, 897336 (INCLUSIEF 92/31),
HET WASSEN EN DROGEN VAN DE VAAT
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD
HET PLAATJE OP DE RAND AAN DE BINNENKANT VAN DE DEUR
MET INBEGRIP VAN HET VOORKOMEN
; IEDER ANDER GEBRUIK DIENT ALS
DE AARDAANSLUITING IS VERPLICHT OP DE DOOR DE VEILIGHEIDSNORMEN VOOR ELEKTRISCHE
INSTALLATIES VOORZIENE WIJZE.
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ENIG LETSEL AAN PERSONEN OF
SCHADE AAN ZAKEN ALS GEVOLG VAN EEN ONTBREKENDE OF GEBREKKIGE AARDAANSLUITING.
BIJ AANSLUITING VAN HET APPARAAT OP HET ELEKTRICITEITSNET ZONDER GEBRUIK VAN EEN STEKKER,
MOET EEN MEERPOLIGE SCHEIDINGSINRICHTING WORDEN AANGEBRACHT MET EEN MINIMALE
CONTACTOPENING VAN 3 MM.
DE OP DE VOEDINGSKABEL AAN TE BRENGEN STEKER EN HET BIJBEHORENDE STOPCONTACT DIENEN VAN
HETZELFDE TYPE TE ZIJN EN TE BEANTWOORDEN AAN DE GELDENDE NORMEN. CONTROLEER OF DE
SPANNINGS- EN FREQUENTIEWAARDEN VAN HET NET OVEREENSTEMMEN MET DIE VERMELD OP HET
TYPEPLAATJE. VERMIJD HET GEBRUIK VAN ADAPTERS OF AFLEIDINGEN.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKER UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN.
•NA DE INSTALLATIE MOET DE STEKER TOEGANKELIJK BLIJVEN.
•EEN BESCHADIGDE VOEDINGSKABEL MOET DOOR EEN BEVOEGD TECHNICUS WORDEN VERVANGEN.
BIJ PLAATSING VAN HET APPARAAT OP VLOEREN MET VLOERBEDEKKING MOET U CONTROLEREN OF DE
OPENINGEN AAN DE ONDERZIJDE NIET WORDEN AFGESLOTEN.
92
SCHAKEL DE VAATWASSER NA IEDER GEBRUIK UIT OM STROOMVERSPILLING TE VOORKOMEN.
HET AFGEDANKTE APPARAAT MOET ONBRUIKBAAR WORDEN GEMAAKT. SNIJD, NA DE STEKER UIT HET
STOPCONTACT TE HEBBEN GETROKKEN, DE VOEDINGSKABEL DOOR. MAAK DE VOOR KINDEREN GEVAARLIJKE
DELEN (SLUITINGEN, DEUREN ENZ.) ONGEVAARLIJK. HET APPARAAT MOET NAAR EEN CENTRUM VOOR EEN
GESCHEIDEN AFVALVERWERKING WORDEN GEBRACHT.
BIJ STORINGEN MOET U HET APPARAAT VAN HET ELEKRICITEITSNET LOSKOPPELEN EN DE WATERKRAAN
SLUITEN. VERVOLGENS MOET U EEN BEVOEGD TECHNICUS RAADPLEGEN.
Aanwijzingen
GEBRUIK GEEN TIJDENS HET TRANSPORT BESCHADIGDE APPARATEN! RAADPLEEG, BIJ TWIJFEL, UW
WEDERVERKOPER.
HET APPARAAT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD EN AANGESLOTEN OVEREENKOMSTIG DE DOOR DE
FABRIKANT VERSTREKTE INSTRUCTIES OF DOOR BEVOEGD PERSONEEL..
HET APPARAAT MOET DOOR VOLWASSENEN WORDEN GEBRUIKT.
BUURT BLIJVEN EN ER NIET MEE SPELEN. HOUD KINDEREN UIT DE BUURT VAN AFWASMIDDELEN EN DE
GEOPENDE VAATWASSERDEUR. DE VERPAKKINGSMATERIALEN (PLASTIC ZAKKEN, POLYSTYROL, METALEN
DELEN ENZ.) MOETEN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN WORDEN GEHOUDEN.
HOUD KINDEREN UIT DE BUURT VAN DE GEOPENDE VAATWASSER; IN HET APPARAAT ZOUDEN ZICH NOG
RESTEN AFWASMIDDEL KUNNEN BEVINDEN DIE ONHERSTELBARE SCHADE AAN DE OGEN, DE MOND EN KEEL
KUNNEN VEROORZAKEN, EN ZELFS TOT DE DOOD DOOR VERSTIKKING KAN LEIDEN.
GEBRUIK GEEN OPLOSMIDDELEN ZOALS ALCOHOL EN TERPENTINE IN HET APPARAAT DIE TOT
ONTPLOFFINGEN KUNNEN LEIDEN.
PLAATS GEEN MET AS, WAS OF VERF BEVUILDE VAAT IN HET APPARAAT.
DE VAATWASSER KAN KANTELEN ALS GEVOLG VAN HET LEUNEN OF ZITTEN OP DE OPEN DEUR, MET ALLE
RISICO'S VAN DIEN VOOR DE PERSONEN.
VERMIJD HET CONTACT MET HET VERWARMINGSELEMENT VLAK NA DE BEËINDIGING VAN EEN
WASPROGRAMMA.
TIJDENS HET GEBRUIK VAN DE VAATWASSERS KAN HET VERWARMINGSELEMENT, OOK PLAATSELIJK, IETS
BRUIN WORDEN. DIT IS EEN NORMAAL, MET DE WERKINGSWIJZE SAMENHANGEND VERSCHIJNSEL, DAT DE
GOEDE WERKING VAN HET APPARAAT OP GEEN ENKELE WIJZE ZAL BEÏNVLOEDEN.
ZORG ERVOOR DAT KINDEREN UIT DE
DRINK, NA BEËINDIGING VAN HET WASPROGRAMMA EN VOOR HET DROGEN, NIET VAN HET EVENTUEEL IN DE
VAAT OF DE VAATWASSER ACHTERGEBLEVEN WATER.
MET ACQUASTOP UITGEVOERDE MODELLEN
ACQUASTOP IS EEN INRICHTING DIE BIJ LEKKAGES OVERSTROMINGEN VOORKOMT. NA DE INTERVENTIE VAN
DE ACQUASTOP MOET EEN BEVOEGD TECHNICUS WORDEN GERAADPLEEGD OM DE OORZAAK VAN DE
STORING OP TE SPOREN EN TE VERHELPEN.
BIJ DE MET ACQUASTOP UITGEVOERDE MODELLEN BEVAT DE TOEVOERSLANG EEN ELEKTROMAGNETISCHE
KLEP.
SNIJD DE SLANG NIET DOOR EN LAAT DE ELEKTROMAGNETISCHE KLEP NIET IN HET WATER VALLEN.
BIJ BESCHADIGING VAN DE TOEVOERSLANG MOET U HET APPARAAT LOSKOPPELEN VAN DE WATERLEIDING
EN HET ELEKTRICITEITSNET.
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET HET APPARAAT KORT WORDEN UITGEPROBEERD OVEREENKOMSTIG
DE HIERNA VERSTREKTE INSTRUCTIES. ALS HET APPARAAT NIET MOCHT FUNCTIONEREN MOET U HET VAN DE
ELEKTRICITEITSNET LOSKOPPELEN EN DE DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE DIENST WAARSCHUWEN.
PROBEER NIET OM HET APPARAAT TE REPAREREN.
DE VAATWASSER BEANTWOORDT AAN ALLE DOOR DE GELDENDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OPGELEGDE
EISEN MET BETREKKING TOT ELEKTRISCHE APPARATEN. EVENTUELE TECHNISCHE CONTROLES MOGEN
UITSLUITEND DOOR GESPECIALISEERD EN ERKEND PERSONEEL WORDEN UITGEVOERD:
UITGEVOERD DOOR NIET ERKEND PERSONEEL, ZULLEN DE GARANTIE DOEN VERVALLEN EN KUNNEN EEN
BRON VAN GEVAAR VOOR DE GEBRUIKER WORDEN.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor letsel aan personen of schade aan zaken als gevolg
REPARATIES
van het niet opvolgen van de bovenstaande voorschriften of als gevolg van werkzaamheden op ook een enkel
deel van het apparaat of door het gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.
93
Instructies Voor de Installateur
2. Installatie en inbedrijfstelling
Verwijder de polystyrol korfblokkeringen.
Plaats het apparaat op de daarvoor bestemde. De vaatwasser kan met de zijkanten of de
achterkant tegen meubels of wanden worden geplaatst.
Als de vaatwasser naast een warmtebron wordt geplaatst moet een warmteïsolerende wand
worden geplaatst om oververhitting en een slechte werking te voorkomen.
Voor de stabilteit moeten de inbouwapparaten voor onderbouw of integratie uitsluitend onder
ononderbroken werkbladen worden geplaatst en aan de ernaast geplaatste meubels worden
vastgeschroefd.
Om de inbouw te vergemakkelijken kunnen de toevoer- en afvoerslangen in alle richtingen worden
gedraaid; zorg ervoor dat ze niet worden geknikt of afgeklemd en dat ze niet te strak gespannen
komen te staan.
Zet het apparaat waterpas op de grond met behulp van de regelbare voetjes. Dit is vereist voor de
correcte werking van de vaatwasser.
Sommige modellen hebben een centrale regelbare voet achter die met behulp van een schroef
onderaan de voorkant van het apparaat kan worden afgesteld.
2.1 Aansluiting op de waterleiding
Voorkom het risico van verstoppingen of beschadigingen:
langdurig ongebruikt gebleven, moet u, voordat u de aansluiting op de waterleiding uitvoert,
controleren of het water helder is en zonder vervuiling om schade aan het apparaat te voorkomen.
Gebruik voor de aansluiting van de vaatwasser op de waterleiding, uitsluitend nieuwe slangen;
gebruik nooit oude of reeds gebruikte slangen.
AANSLUITING OP DE WATERKRAAN
Sluit de toevoerslang, na plaatsing van het bij de vaatwasser geleverde filter A, aan op een
koudwaterkraan met een schroefdraad van 3/4" gas.
draai hem nog circa een kwartslag na met een tang. Bij de met ACQUASTOP uitgeruste
modellen is het filter al in de ring met schroefdraad aangebracht.
Draai de slang met de hand stevig vast en
als de waterleiding nieuw is of
94
De vaatwasser kan worden gevuld met water van
de wastijd met circa 20 minuten worden teruggebracht, hoewel de efficiëntie iets minder zal zijn.
De aansluiting moet worden uitgevoerd op de warmwaterleiding van het huis en op dezelfde wijze
als beschreven voor het koude water.
maximaal 60°C.
Bij gebruik van warm water zal
Instructies Voor de Installateur
AANSLUITING OP DE AFVOER
Plaats de afvoerslang in een afvoerpijp met een
minimumdiameter van
gootsteen worden gehangen met behulp van de
bijgesloten slanghouder, waarbij er echter voor moet
worden opgelet dat hij niet wordt geknikt of afgeklemd.
Het is belangrijk dat de slang niet kan losraken en
vallen. Om deze reden heeft de slanghouder een gat
waarmee hij met behulp van een touwtje aan de pijp of
kraan kan worden bevestigd.
Het vrije eind moet op een hoogte tussen de 30 en
cm
worden aangebracht en mag nooit onder water
staan.
Horizontaal geplaatste verlengstukken mogen
maximaal 3 m lang zijn en in dat geval moet de
afvoerslang maximaal
aangebracht.
4 cm;
85 cm
de slang kan ook in de
van de grond af worden
100
2.2 Elektrische aansluiting
Steek de steker in een passend stopcontact en in overeenstemming met de instructies van hfst. "1.
Aanwijzingen voor veiligheid en gebruik".
95
Instructies Voor de Gebruiker
3. Beschrijving van het bedieningspaneel
3.1 Het bedieningspaneel
Alle bedieningsorganen en controle-instrumenten van de vaatwasser zijn samengebracht op het
bedieningspaneel aan de voorzijde waarvan de vormgeving per model kan verschillen.
LEGENDA BEDIENINGSORGANEN (voor modellen met ½ belading functie)
Om het voor de te wassen vaat meest geschikte programma te selecteren verwijzen wij naar de
onderstaande tabel, waar u het meest geschikte wasprogramma kunt vinden afhankelijk van de
aard en de mate van bevuiling van de vaat.
Als, via de voorgestelde tabel, het meest geschikte programma is bepaald, moet u de
PROGRAMMAKEUZEKNOP (1)
referentiewaarde met het programmanummer overeen te laten stemmen.
Indien noodzakelijk moet u, afhankelijk van het gekozen programma, één van de toetsen
indrukken waarmee het mogelijk is om het wassen bij
SNEL
Als de machine is uitgerust met de indicatieschijf voor de
zal deze het nummer van het "ingestelde" programma weergeven. Nu volstaat het om de toets
AAN/UIT (3)
branden.
PROGRAMMATABEL
Instructies Voor de Gebruiker
draaien om het gewenste programma in te stellen door de
½ BELADING
programma's te kiezen.
in te drukken om het programma te starten. Het controlelampje
(4,5,6,7)
, op
55°C
, of de
SUPER
of
GESELECTEERDE PROGRAMMA'S (2)
AAN (8)
gaat
CYCLUSKEUZE-
WEKEN
SUPER
BIO 55°C
NORMAAL
65°C
ECO 55°C
(**) EN 50242
DAGELIJKS
65°C
DELICAAT
45°C
SNEL
45°C
SCHAKELAAR
(*)
HOEVEELHEID
TOETSAARD EN MATE VAN
1
2
2
2
3
3
4
4
_
SUPER
(65°C)
(1/2)
ECO
55°C
(1/2)
(1/2)NORMAAL VUILE PANNEN
ECO
55°C
(1/2)
(1/2)NORMAAL VUILE PANNEN
(1/2)WEINIG VUILE PANNEN
SNEL
(1/2)
VUILHE ID VAN DE VAAT
PANNEN EN COUVERTS IN
AFWACHTING OM DE
LADING TE VOLTOOIEN
UITERST VUILE PANNEN
EN COUVERTS MET
OPGEDROOGDE RESTEN
NORMAAL VUILE PANNEN
EN COUVERTS, MET
OPGEDROOGDE RESTEN
EN COUVERTS
WEINIG VUILE PANNEN
EN COUVERTS MET
OPGEDROOGDE RESTEN
EN COUVERTS
EN COUVERTS
MATIG VUILE VAAT
EN DELICAAT
AFWASMIDDEL
GRAMVOORWASSENWASSENKOUD
_
10 + 2545°C65°C265°CJA110'221,65
30
30
30
30
25
25
KOUD
KOUD
KOUD
_
_
_
_
AFWIKKE LING P ROGRAMMADUURVERBRUIK
WARM
SPOELEN
SPOELEN
DROGEN MINUUT
____
55°C165°CJA96'181,28
65°C165°CJA100'181,45
55°C165°CJA90'161,24
65°C165°CJA92'161,40
45°C165°CJA62'131,10
45°C2
__
WATER
(2)
LITER (1)
6'4
30'130,50
ENERGIE
KWh (2)
_
Gebruik het weken uitsluitend bij een gedeeltelijke belading.
HALVE BELADING (4)
De
optie is facultatief voor alle programma's,
behalve het weken.
(*) Aanbevolen programma bij gebruik van afwasmiddelen van de "nieuwe generatie” met enzymen.
(**) Referentieprogramma volgens de EN 50242 norm.
–
) Niet voorzien.
(
(1) Gemiddeld verbruik bij een regeling van de ontharder op
niveau 2
.
(2) De duur van de cyclus en het energieverbruik kunnen variëren afhankelijk van de temperatuur van het water en de
omgeving en van het type en de hoeveelheid vaat.
97
Loading...
+ 17 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.