Smeg Hob User Manual

Gebrauchs- und Montageanweisung Induktions-Glaskeramik-Kochfeld
Instructions for fitting and use Glass ceramic induction hob
Instructions de montage et d’utilisation Table de cuisson vitrocéramique à induction
Gebruiks- en montage-instructies Keramische inductiekookplaat
Istruzioni per uso e montaggio Piano di cottura ad induzione in vetroceramica
Instrucciones para el uso y montaje Encimera vitrocerámica per inducción
Manual de instruções de uso e de montagem Placa de cozinhar de indução em vitrocerâmica
225153 N31
NL
Verwijderen van de verpakking
Verwijder de transportverpakking op een zo milieubewust moge­lijke manier. De recyclage van het verpakkingsmateriaal bespaart grondstoffen en vermindert de afvalberg.
Verwijderen van oude apparaten
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled.
Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte
manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Reglementair gebruik
De kookplaat mag alleen voor de bereiding van levensmiddelen in het huishouden worden gebruikt. Ze mag niet voor een ander doel worden gebruikt.
Hier vindt u...
Lees eerst zorgvuldig de informatie in dit boekje door vooraleer u uw kookplaat in gebruik neemt. Hier vindt u belangrijke richtlijnen voor uw veiligheid, het gebruik, het schoonmaken en het onder­houd van het apparaat, zodat u er lang plezier aan beleeft.
Als er een storing optreedt, kijk dan eerst na in het hoofdstuk „Wat te doen bij problemen?”. Kleinere storingen kunt u vaak zelf verhelpen en u spaart op die manier onnodige servicekosten.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig. Geef deze gebruiks- en montageaanwijzing ter informatie en veiligheid aan een nieuwe eigenaar door.
Veiligheidsinstructies............................................................ 51
Voor aansluiting en werking.................................................. 51
Voor de kookplaat................................................................. 51
Voor personen ...................................................................... 51
Beschrijving van het apparaat.............................................. 52
Bediening door sensoren...................................................... 52
Bediening................................................................................ 53
De kookplaat......................................................................... 53
Pandetectie ........................................................................... 53
Gebruiksduurbeperking......................................................... 53
Andere functies..................................................................... 53
Oververhittingsbeveiliging..................................................... 53
Servies voor inductiekookplaat............................................. 54
Tips om energie te besparen ................................................ 54
Kookstanden......................................................................... 54
Restwarmteweergave ........................................................... 54
Bediening van de toetsen ..................................................... 55
Kookplaat en kookzone inschakelen..................................... 55
Kookzone uitschakelen ......................................................... 55
Kookplaat uitschakelen......................................................... 55
STOP-functie ........................................................................ 55
Kinderbeveiliging / vergrendeling.......................................... 56
Powerstand (kookzones met P) ............................................ 56
Powermanagement............................................................... 56
Automatische uitschakeling (timer) ....................................... 57
Kookwekker (eierwekker)...................................................... 57
Aankookautomatiek .............................................................. 58
Warmhoudfunctie.................................................................. 58
50
Reiniging en onderhoud........................................................ 59
De keramische kookplaat...................................................... 59
Speciale verontreinigingen.................................................... 59
Wat te doen bij problemen?.................................................. 60
Montagehandleiding .............................................................. 61
Veiligheidsinstructies voor de keukenmeubelmonteur.......... 61
Beluchting............................................................................. 61
Inbouw .................................................................................. 61
Elektrische aansluiting .......................................................... 64
Technische gegevens ........................................................... 64
Inbedrijfstelling...................................................................... 65
Veiligheidsinstructies
NL
Veiligheidsinstructies
Voor aansluiting en werking
• De apparaten worden volgens de geldende veiligheidsvoor­schriften gebouwd.
• Aansluiting op het net, onderhoud en reparatie van het appa­raat mogen alleen door een erkend vakman volgens de geldende veiligheidsvoorschriften worden uitgevoerd. Ondes­kundig uitgevoerde werken vormen een risico voor uw veilig­heid.
Voor de kookplaat
• Wegens de zeer snelle reactie bij een hoog ingestelde kookstand (powerstand) de inductiekookplaat niet zonder toezicht gebruiken!
• Houd bij het koken rekening met de hoge opwarmsnelheid van de kookzones. Vermijd het leegkoken van pannen omdat daar­bij het gevaar bestaat dat de pannen oververhit raken!
• Plaats geen lege potten en pannen op de ingeschakelde kook­zones.
• Wees voorzichtig bij het gebruik van bain-marie pannen. Bain­marie pannen kunnen onbemerkt leegkoken! Dat veroorzaakt beschadigingen aan de pan en aan de kookplaat. De fabrikant kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld!
• Schakel een kookzone na gebruik altijd met de min-toets uit en niet alleen met de panherkenning.
• Oververhitte vetstoffen en olie kunnen spontaan ontbranden. Bij het bereiden van gerechten met vet en olie steeds in de buurt blijven. Brandend vet of olie nooit met water blussen! Een deksel op de pan leggen, kookzone uitschakelen.
• De keramische plaat is zeer resistent. Zorg er niettemin voor dat er geen harde voorwerpen op de keramische plaat vallen. Puntvormige slagbelastingen kunnen de kookplaat doen bre­ken.
• Bij scheuren, barsten of een breuk in de keramische kookplaat het apparaat onmiddellijk buiten bedrijf stellen. Onmiddellijk de huishoudzekering uitschakelen en de klantenservice contacte­ren.
• Als de kookplaat door een defect in de sensorregeling niet meer kan worden uitgeschakeld, onmiddellijk de huishoudze­kering uitschakelen en de klantenservice contacteren.
• Voorzichtig bij het werken met huishoudelijke apparaten! Net­snoeren mogen niet met de hete kookzones in contact komen.
• De keramische kookplaat mag niet worden gebruikt om er voorwerpen op neer te leggen!
• Geen aluminiumfolie of kunststof op de kookzones leggen. Alles wat kan smelten uit de buurt van de hete kookzone hou­den, bijv. kunststof, folie, in het bijzonder suiker en gerechten met een hoog suikergehalte. Suiker onmiddellijk met een spe­ciale glasschraper volledig van de keramische kookplaat ver­wijderen zolang deze nog warm is, om beschadigingen te vermijden.
• Metalen voorwerpen (zoals keukengerei, bestek ...) mogen niet op de inductiekookplaat worden gelegd omdat ze heet kunnen worden. Gevaar voor verbranding!
• Geen brandgevaarlijke, licht ontvlambare of vervormbare voor­werpen onmiddellijk onder de kookplaat leggen.
• Metalen voorwerpen die op het lichaam worden gedragen, kunnen in de onmiddellijke nabijheid van de inductiekookplaat heet worden. Opgelet, kans op verbranding. Voor niet-magnetiseerbare voorwerpen (bijv. gouden of zilve­ren ringen) geldt dit niet.
• Nooit gesloten conservenblikken en compoundverpakkingen op kookzones verwarmen. Door de energietoevoer kunnen deze uiteenbarsten!
• De sensoren schoonhouden omdat verontreinigingen door het apparaat als vingercontact kunnen worden herkend. Nooit voorwerpen (pannen, vaatdoeken, enz.) op de sensoren plaat­sen! Als pannen tot over de sensoren overkoken, is het aanbevolen op de UIT-toets te drukken.
• Hete potten en pannen mogen de sensoren niet afdekken. In dat geval wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld.
• Als er zich in de woning huisdieren bevinden die aan de kook­plaat kunnen, moet de kinderbeveiliging worden geactiveerd.
• Als bij inbouwfornuizen de pyrolysefunctie wordt gebruikt, mag de inductiekookplaat niet worden gebruikt.
Voor personen
•Opgelet!
Personen die niet vertrouwd zijn met de inbouwkookplaat mogen er alleen onder toezicht mee werken. Kleine kinderen steeds uit de buurt houden en ervoor zorgen dat ze niet met het apparaat spelen.
•Let op:
De oppervlakken van verwarmings- en kookzones worden bij het werken heet. Daarom moeten kleine kinderen principieel uit de buurt worden gehouden.
• Personen met pacemakers of geïmplanteerde insulinepompen moeten zich ervan verzekeren dat hun implantaten niet door de inductiekookplaat worden beïnvloed (het frequentiebereik van de inductiekookplaat bedraagt 20-50 kHz).
51
Beschrijving van het apparaat
NL
Beschrijving van het apparaat
kookplaat
kookzone
Bediening door sensoren
De bediening van de keramische kookplaat gebeurt door touch­control-sensoren. De sensoren functioneren als volgt: met de vin­gertop een symbool op het keramische oppervlak even aanra­ken. Elke correcte bediening wordt door een signaaltoon bevestigd. In de rest van de tekst wordt voor de touch-control­sensoren het woord „toets“ gebruikt.
Aan/Uit-toets (8)
Met deze toets wordt de volledige kookplaat in- en uitgeschakeld. De toets is bij wijze van spreken de hoofdschakelaar.
Min-toets / Plus-toets (5)
Met deze toetsen worden de kookstanden, de automatische uit­schakeling en de kookwekker ingesteld.
Met de min-toets wordt de aangetoonde waarde verlaagd, met de plus-toets verhoogd.
De aangetoonde waarde kan worden gewist door op beide toet­sen tegelijk te drukken.
Het decor kan van de afbeeldingen afwijken.
A. Inductiekookzone achter B. Inductiekookzone voor C. Touch-Control-bedieningsveld
1. Bediening achterste kookzone
2. Bediening voorste kookzone
3. Automatische uitschakeltoets (timer)
4. Kookstandweergave en timerweergave
5. Plus-toets en min-toets
6. STOP-toets
7. Controlelampje vergrendeling
8. Aan/Uit-toets
kookplaat
kookzone
Kookstandweergave (4)
De kookstandweergave toont de gekozen kookstand, of:
H................ restwarmte
P................ powerstand
.............. panherkenning
A................ aankookautomatiek
Lo .............. warmhoudfunctie
STOP ........ stop-functie
STOP-toets (6)
Het koken kan met de STOP-toets even worden onderbroken.
Automatische uitschakeltoets (3)
Om de automatische uitschakeling of de kookwekker te program­meren.
52
Bediening
Bediening
De kookplaat
De kookplaat is met een inductiekookveld uitgerust. Een inductie­spoel onder de keramische kookplaat wekt een elektromagne­tisch wisselveld op, dat de vitrokeramiek doordringt en in de bodem van de pan een warmtevormende stroom induceert.
Bij een inductiekookzone wordt de warmte niet meer door een verwarmingselement via de pan op de te koken gerechten over­gedragen; de nodige warmte wordt m.b.v. inductiestromen direct in de pan gevormd.
Voordelen van het inductiekookveld
– Energiebesparend koken door rechtstreekse energieover-
dracht op de pan (aangepaste pannen van magnetiseerbaar materiaal zijn noodzakelijk),
– meer veiligheid, omdat de energie alleen wordt doorgegeven
als er een pan op de kookzone staat,
– energieoverdracht tussen inductiekookzone en panbodem met
een hoog rendement, – hoge opwarmsnelheid, – weinig risico op verbrandingen omdat de kookplaat alleen door
de panbodem wordt verwarmd, overkokende gerechten bran-
den niet vast, – snelle, nauwkeurige regeling van de energietoevoer.
Pandetectie
Als er geen of een te kleine pan op de kookzone staat, als de kookzone is ingeschakeld, dan wordt deze niet met energie ver­zorgd. Een knipperende in de kookstandweergave maakt daarop attent.
Als er een geschikte pan op de kookzone wordt geplaatst, wordt de ingestelde stand ingeschakeld en de kookstandweergave brandt. De energietoevoer wordt onderbroken als de pan wordt verwijderd, in de kookstandweergave verschijnt een knipperende
.
Indien kleinere pannen worden opgezet, waarbij de panherken­ning toch in werking treedt, wordt slechts zoveel energie toege­voerd als nodig is.
Panherkenningsgrenzen
Kookzonediameter
(mm)
145 210 280
De minimum diameter van de panbodem is bij een aantal model­len als binnenste kring op de kookzone afgebeeld.
Minimum diameter
panbodem (mm)
90 135 170
NL
Gebruiksduurbeperking
De inductiekookplaat bezit een automatische gebruiksduurbeper­king.
De ononderbroken gebruiksduur voor elke kookzone is afhanke­lijk van de gekozen kookstand (zie tabel).
De voorwaarde is dat tijdens de gebruiksduur de instellingen van de kookzone niet worden veranderd.
Als de gebruiksduurbeperking gereageerd heeft, wordt de kook­zone uitgeschakeld; er is een kort signaal te horen en in de aan­wijzing verschijnt een H.
De automatische uitschakeling heeft voorrang op de bedrijfs­duurbeperking, d.w.z. de kookzone wordt pas uitgeschakeld als de tijd van de automatische uitschakeling is afgelopen (bijv. auto­matische uitschakeling met 99 minuten en kookstand 12 is mogelijk).
Ingestelde kookstand
1 2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12
Andere functies
Als één of meer sensoren langer of tegelijk worden bediend (bijv. door een per ongeluk op de sensoren geplaatste pan) wordt er niet geschakeld.
Het symbool knippert en er is gedurende een bepaalde tijd een signaal te horen. Na een paar seconden wordt er uitgescha­keld. A.u.b. het voorwerp van de sensoren verwijderen.
Om het symbool te wissen, op dezelfde toets drukken of de kookplaat uit- en inschakelen.
Oververhittingsbeveiliging
Als de kookplaat langdurig op vol vermogen wordt gebruikt, kan bij een hoge kamertemperatuur de elektronica niet meer vol­doende worden gekoeld.
Om te vermijden dat te hoge temperaturen in de elektronica optreden, wordt ev. het vermogen van de kookzone automatisch gereduceerd.
Als bij normaal gebruik van de kookplaat en normale kamertem­peratuur regelmatig E2 verschijnt, is de koeling waarschijnlijk onvoldoende. Ontbrekende koelopeningen in het meubel of een ontbrekende afscherming kunnen de oorzaak zijn. Ev. moet de inbouw worden gecontroleerd.
Gebruiksduurbeperking
(Uur:Min)
10:36
8:40 7:04 5:53 5:09 4:20 3:45 3:12 2:44 2:19 1:53 1:30
53
Bediening
NL
Servies voor inductiekookplaat
De pannen die voor de inductiekookplaat worden gebruikt moe­ten van metaal zijn, magnetische eigenschappen bezitten en een voldoende grote bodem hebben.
Gebruik uitsluitend pannen met een bodem die voor inductie geschikt is.
Geschikte pannen Niet geschikte pannen
Geëmailleerde stalen pannen met dikke bodem
Gietijzeren pannen met geëmail­leerde bodem
Pannen van roestvrij gelaagd staal, roestvrij ferrietstaal of alu­minium met speciale bodem
Zo kunt u vaststellen of uw pan geschikt is:
Voer de hierna beschreven magneettest uit of kijk of de pan het symbool voor het koken met inductiestroom draagt.
Magneettest: Ga met een magneet over de bodem van uw pan. Wordt de mag­neet aangetrokken, dan kunt u de pan op de inductiekookplaat gebruiken.
Noot: Bij het gebruik van sommige pannen die geschikt zijn voor induc­tie, kunnen geluiden optreden, die te wijten zijn aan de bouw­wijze van deze pannen.
Wees voorzichtig bij het gebruik van bain-marie pannen. Bain­marie pannen kunnen onbemerkt leegkoken! Dat veroorzaakt beschadigingen aan de pan en aan de kookplaat. De fabrikant kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld!
Pannen van koper, roestvrij staal, aluminium, vuurvast glas, hout, keramiek of ter­racotta
• Kookpannen indien mogelijk altijd met een passend deksel sluiten.
• Voor elke te bereiden hoeveelheid de passende pan gebrui­ken. Een grote, nauwelijks gevulde pan verbruikt veel energie.
Kookstanden
Het verwarmingsvermogen van de kookzones kan in meerdere standen worden ingesteld. In de tabel vindt u toepassingsvoor­beelden voor de verschillende standen.
kookstand Toepassing
0
Lo
1
2, 3, 4 5, 6, 7
8, 9
10, 11
12
P
UIT-stand, benutting van de restwarmte Warm houden van gerechten
Gaar koken van kleine hoeveelheden
(laagste vermogen)
Doorkoken Gaar koken van grote hoeveelheden,
gaar braden van grote stukken Braden, bechamelsaus maken Braden Aan de kook brengen, aanbraden,
braden Powerstand
(hoogste vermogen)
Restwarmteweergave
De keramische kookplaat is met een restwarmteweergave H uit­gerust.
Zolang de H na het uitschakelen brandt, kan de restwarmte wor­den gebruikt om te smelten en om gerechten warm te houden.
Na het uitdoven van de letter H kan de kookzone nog heet zijn. Er bestaat gevaar voor verbranding!
Bij een inductiekookzone wordt de keramiek niet direct, maar alleen door de terugstralende warmte van de pan verwarmd.
Tips om energie te besparen
Hier vindt u enkele belangrijke aanwijzingen om zuinig en effi­ciënt met uw nieuwe inductiekookplaat en het kookservies om te gaan.
• De panbodemdiameter moet even groot zijn als de kookzone­diameter.
• Bij de aankoop van pannen dient u er rekening mee te houden dat vaak de bovenste pandiameter wordt vermeld. Die is meestal groter dan de panbodem.
• Snelkookpannen zijn door de gesloten kookruimte en de over­druk bijzonder tijdbesparend en zuinig. Door de korte berei­dingsduur blijven vitamines bewaard.
• Let erop dat er altijd voldoende vloeistof in de snelkookpan is, want bij een leeggekookte pan kunnen de kookzone en de pan door oververhitting worden beschadigd.
54
Loading...
+ 11 hidden pages