5.2 Montage van de achterplint ........................................................................................................................... 88
5.3 Plaatsing en nivellering van het toestel (enkel op sommige modellen) ......................................................... 88
6. KEN UW FORNUIS ............................................................................................................... 89
8.3 Functie Power ............................................................................................................................................... 92
8.5 Types van pannen ......................................................................................................................................... 93
9. HET GEBRUIK VAN DE OVEN ............................................................................................. 96
9.1 Waarschuwingen en algemeen advies ......................................................................................................... 96
9.2 Het gebruik van de elektrische grill ............................................................................................................... 96
9.4 Het gebruik van de grill (statische en multifunctionele oven) ........................................................................ 97
9.3 HET GEBRUIK VAN HET DRAAISPIT (waar aanwezig) ..............................................................................97
10.1 Instelling van de juiste tijd ........................................................................................................................... 98
10.6 Regeling van het volume van het geluidssignaal ........................................................................................ 99
10.7 Desactivering van het geluidssignaal .......................................................................................................... 99
10.8 Het wissen van de ingestelde gegevens .................................................................................................... 99
10.9 Het wijzigen van de ingestelde gegevens ................................................................................................... 99
12.3 Voedselvlekken of -resten ......................................................................................................................... 101
12.4 Reiniging van de oven ............................................................................................................................... 101
12.5 Reiniging van de ruiten van de deur ......................................................................................................... 101
13.1 Vervanging van de lamp voor de verlichting ............................................................................................. 102
13.2 Demontage van de deur ............................................................................................................................ 102
13.3 Demontage van de pakking ...................................................................................................................... 102
AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER: duiden advies voor het gebruik, de beschrijving van
de bedieningen en de correcte reinigings- en onderhoudshandelingen van het toestel aan.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATEUR: deze zijn bedoeld voor de bevoegde technicus die
de installatie, de indienststelling en de test van het toestel moet uitvoeren
83
Waarschuwingen voor het gebruik
1. WAARSCHUWINGEN VOOR HET GEBRUIK
DEZE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND DEEL VAN HET TOESTEL. DE HANDLEIDING MOET
GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN HET FORNUIS INTACT EN BINNEN
HANDBEREIK WORDEN BEWAARD. WE RADEN AAN OM DEZE HANDLEIDING EN ALLE
AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN VOORDAT HET TOESTEL IN GEBRUIK WORDT
GENOMEN. OOK ALLE BIJGELEVERDE STRAALPIJPEN MOETEN BEWAARD WORDEN. DE
INSTALLATIE MOET UITGEVOERD WORDEN DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL, EN DOOR
DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN TE RESPECTEREN. DIT APPARAAT IS BESTEMD VOOR
HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN VOLDOET AAN DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN. HET TOESTEL
WERD GEBOUWD VOOR DE VOLGENDE FUNCTIE: DE BEREIDING EN VERWARMING VANVOEDSEL; ELK ANDER GEBRUIK MOET ALS ONEIGENLIJK BESCHOUWD WORDEN.
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK GESTELD WORDEN VOOR ANDER GEBRUIK DAN
HETGENE DAT WORDT AANGEDUID.
GEBRUIK DIT TOESTEL NIET VOOR HET VERWARMEN VAN DE WONING.
LAAT DE RESTEN VAN HET VERPAKKINGSMATERIAAL NIET ONBEWAAKT ACHTER IN DE
HUISHOUDELIJKE OMGEVING. SORTEER DE VERSCHILLENDE AFVALMATERIALEN AFKOMSTIG
VAN DE VERPAKKING, EN OVERHANDIG ZE AAN HET DICHTST BIJZIJNDE CENTRUM VOOR
GESCHEIDEN AFVALINZAMELING.
DIT TOESTEL IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN VOLGENS DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/
96/EG IN VERBAND MET ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE TOESTELLEN (WASTE
ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE).
DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEREN VAN
AFGEDANKTE TOESTELLEN, EN GELDT VOOR HET VOLLEDIGE GRONDGEBIED VAN DE
EUROPESE UNIE.
ZORG ER VOOR DAT DE OPENINGEN EN DE SPLETEN VOOR DE VENTILATIE EN DE WARMTEAFVOER NIET VERSTOPT RAKEN.
HET IDENTIFICATIEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN HET
MERK IS GOED ZICHTBAAR AANGEBRACHT IN DE BERGRUIMTE.
DIT PLAATJE MAG NOOIT VERWIJDERD WORDEN.
VERWIJDER ALLE VERWIJDERBARE ETIKETTEN EN BESCHERMENDE FOLIES VAN DE BUITENEN BINNENKANT VAN HET TOESTEL.
GEBRUIK ABSOLUUT GEEN METALEN SPONSJES EN SNIJDENDE SCHRAPERS,
ZODAT DE OPPERVLAKKEN NIET BESCHADIGD WORDEN.
GEBRUIK NORMALE EN NIET-SCHURENDE PRODUCTEN VOOR STAAL, EN
EVENTUEEL HOUTEN OF PLASTIC GEREEDSCHAPPEN.
SPOEL GOED, EN DROOG MET EEN ZACHTE DOEK OF MET EEN ZEEMVEL.
VERMIJDT OM ETENSRESTEN OP SUIKERBASIS (BV. JAM) TE LATEN OPDROGEN IN
DE OVEN. WANNEER HET TE LANG OPDROOGT, KAN HET EMAIL IN DE OVEN
BESCHADIGD WORDEN.
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK GESTELD WORDEN VOOR LETSELS AAN
PERSONEN OF MATERIËLE SCHADE DIE WORDEN VEROORZAAKT DOOR HET NIET IN ACHT
NEMEN VAN DEZE VOORSCHRIFTEN, OF DOOR HET ONKLAAR MAKEN VAN ZELFS MAAR ÉÉN
ENKEL ONDERDEEL VAN HET TOESTEL, OF DOOR HET GEBRUIK VAN NIET-ORIGINELE
RESERVEONDERDELEN.
84
Het milieu - Waarschuwingen voor de afvalverwerking
2. AANWIJZINGEN VOOR DE RECYCLING - ONS MILIEUBELEID
Voor de verpakking van onze huishoudelijke toestellen gebruiken we niet-vervuilende, en dus
milieuvriendelijke en recycleerbare materialen. We verzoeken om hieraan mee te werken, en om te
zorgen voor een correcte verwerking van de verpakking. Vraag bij uw verkoper of bij de bevoegde
diensten naar de adressen van inzamel-, afvalverwerkings- en recyclagecentra.
Gooi de verpakking, of delen ervan, niet zomaar weg. Deze kunnen voor kinderen gevaar op verstikking
vormen; vooral plastic zakken zijn gevaarlijk.
Ook uw oude toestel moet correct verwerkt worden
Belangrijk: lever het toestel in bij de plaatselijke dienst of zaak die verantwoordelijk is voor de
inzameling van afgedankte huishoudtoestellen.
Met een correcte verwerking kunnen kostbare materialen gerecupereerd worden. De koelapparaten
bevatten gassen die gevaarlijk kunnen zijn voor het milieu. Zorg er daarom voor dat de leidingen van het
koelcircuit niet worden beschadigd tot de bevoegde dienst het huishoudelijke toestel ophaalt.
Voordat u het toestel weggooit, is het belangrijk dat u de deuren verwijdert en de werkvlakken niet
verwijdert; dit om te vermijden dat kinderen zich al spelend in het toestel zouden kunnen opsluiten.
Bovendien moet u de elektriciteitskabel doorsnijden, en samen met de stekker verwijderen.
LAAT DE RESTEN VAN HET VERPAKKINGSMATERIAAL NIET ONBEHEERD ACHTER IN DE
HUISELIJKE OMGEVING. SORTEER DE VERSCHILLENDE AFVALMATERIALEN VAN DE
VERPAKKING, EN BRENG ZE NAAR HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN
AFVALINZAMELING.
INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKERS:
Aldus de Richtlijnen 2002/95/EG, 2002/96/EG, 2003/108/EG in verband met de beperking van het
gebruik van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische toestellen, en ook de verwerking van afval,
duidt het symbool van de doorkruiste vuilbak dat aangebracht is op de apparatuur aan dat het product
na de bedrijfsperiode afzonderlijk verzameld moet worden. De gebruiker moet dus de apparatuur op het
einde van de gebruiksduur toekennen aan geschikte centra voor de gescheiden inzameling van
elektrisch en elektronisch afval, of overhandigen aan de verkoper wanneer een nieuw overeenkomstig
toestel wordt gekocht. Een gepaste gescheiden afvalinzameling voor de volgende recyclage van de
apparatuur en voor de behandeling en de ecologisch compatibele verwerking, draagt bij tot het
vermijden van mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en voor de gezondheid, en bevordert het
recycleren van het materiaal waarvan de apparatuur gemaakt is. Wanneer de gebruiker het product
illegaal verwerkt, zullen administratieve sancties getroffen worden.
85
Waarschuwingen voor de veiligheid
3. WAARSCHUWING BETREFFENDE DE VEILIGHEID
OVEREENKOMSTIG DE BEPALINGEN VAN DE ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT BEHOORT
DE ELEKTROMAGNETISCHE INDUCTIEPLAAT TOT GROEP 2 EN KLASSE B (EN 55011)
DE STEKKER DIE WORDT AANGESLOTEN OP DE STROOMKABEL EN HET RELATIEVE STOPCONTACT
MOETEN VAN HETZELFDE TYPE EN CONFORM DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN ZIJN.
HET STOPCONTACT MOET BEREIKBAAR BLIJVEN NA INBOUW VAN HET TOESTEL.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN.
DIT TOESTEL MAG NIET GEÏNSTALLEERD WORDEN OP VERHOOGDE VLAKKEN.
DE AARDING MOET VERPLICHT AANGEBRACHT ZIJN VOLGENS DE VOORIENE
VEILIGHEIDSNORMEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE.
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET U HET TOESTEL KORT TESTEN VOLGENS DE
AANWIJZINGEN DIE VERVOLGENS WORDEN AANGEDUID. IN GEVAL HET TOESTEL NIET WERKT,
MOET DE STROOMKABEL LOSGEKOPPELD WORDEN EN MOET HET DICHTST BIJZIJNDE
TECHNISCH ASSISTENTIECENTRUM GECONTACTEERD WORDEN.
PROBEER NOOIT OM HET TOESTEL ZELF TE HERSTELLEN.
WANNEER U EEN BARST OF EEN SCHEUR OPMERKT OP HET GLAZEN OPPERVLAK VAN DE
KOOKPLAAT, MOET U HET TOESTEL ONMIDDELLIJK UITSCHAKELEN EN EEN BEVOEGD
ASSISTENTIECENTRUM CONTACTEREN.
MENSEN MET EEN PACEMAKER OF EEN GELIJKSOORTIG TOESTEL MOETEN CONTROLEREN OF
DE WERKING VAN DEZE TOESTELLEN NIET WORDT BEÏNVLOED DOOR HET INDUCTIEVELD,
WAARVAN HET FREQUENTIEBEREIK TUSSEN 20 EN 50 KHZ LIGT.
PLAATS NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN DE OVEN: WANNEER HET TOEVALLIG
AANGESCHAKELD ZOU WORDEN, KAN BRAND ONTSTAAN.
HET TOESTEL WORDT TIJDENS HET GEBRUIK ZEER HEET. LET OP DAT U DE WARMTE-ELEMENTEN
IN DE OVEN NIET AANRAAKT.
DIT TOESTEL MAG NIET WORDEN GEBRUIKT DOOR PERSONEN (KINDEREN INBEGREPEN) MET
VERMINDERDE FYSISCHE OF PSYCHISCHE VERMOGENS, OF DOOR PERSONEN DIE GEEN
ERVARING HEBBEN MET HET GEBRUIK VAN ELEKTRISCHE APPARATUUR, TENZIJ DIT GEBEURT
ONDER TOEZICHT OF INSTRUCTIE VAN VOLWASSENEN DIE VOOR HUN VEILIGHEID INSTAAN.
CONTROLEER NA ELK GEBRUIK VAN DE OVEN STEEDS OF DE BEDIENINGSKNOPPEN IN POSITIE 0
(UIT) STAAN.
VOORDAT U HET TOESTEL IN WERKING STELT, MOET U VERPLICHT ALLE OP EN IN HET TOESTEL
AANGEBRACHTE ETIKETTEN EN BESCHERMENDE FOLIES VERWIJDEREN.
4. GEBRUIKSBESTEMMING
HET TOESTEL WERD GEBOUWD VOOR DE VOLGENDE FUNCTIE: DE BEREIDING EN
VERWARMING VAN VOEDSEL; ELK ANDER GEBRUIK MOET ALS ONEIGENLIJK BESCHOUWD
WORDEN.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor letsels aan personen of materiële schade af die
worden veroorzaakt door het niet in acht nemen van deze voorschriften, of door het onklaar maken van
slechts één enkel deel van het toestel, en door het gebruik van niet-originele reserveonderdelen.
86
Aanwijzingen voor de installateur
750 mm
50
mm
50
mm
750 mm
5. DE INSTALLATIE VAN HET TOESTEL
Het toestel moet geïnstalleerd worden door een bevoegd technicus, en volgens de van kracht zijnde
normen.
Het toestel kan geïnstalleerd worden tegen wanden die hoger zijn dan het werkblad, op een minimum
afstand van 5 cm van de zijkant van het toestel, zoals wordt aangeduid op de tekeningen A en B van de
installatieklassen. Keukenkasten of afzuigkappen die zich boven het werkblad bevinden, moeten zich op
een afstand van minstens 75 cm bevinden
A) B)
Ingebouwd toestelVrijstaand toestel
5.1Elektrische aansluiting
Controleer of het voltage en de doorsnede van de stroomtoevoerlijn overeenstemmen met de
kenmerken die worden aangeduid op het plaatje dat zich in de bergruimte bevindt.
Dit plaatje mag in geen geval worden verwijderd.
Wanneer het toestel met een vaste aansluiting wordt aangesloten op het net, moet op de
stroomtoevoerlijn een omnipolair onderbrekingsmechanisme conform de regels van de installatie
voorzien worden dat zich op een makkelijk bereikbare plaats nabij het toestel bevindt.
De aansluiting op het elektriciteitsnet kan vast of met een stekker en stopcontact zijn. In het laatste geval
moeten die geschikt zijn voor de gebruikte kabel en conform de van kracht zijnde normen zijn. Voor elk
type van aansluiting moet het toestel verplicht een aarding hebben. Voordat de aansluiting uitgevoerd
wordt, moet u controleren of de stroomtoevoerlijn voorzien is met een geschikte aarding. Vermijdt het
gebruik van adapters die oververhittingen zouden kunnen veroorzaken.
87
Aanwijzingen voor de installateur
220-240V~
10 mm
2
20 mm
Werking op 380-415V3N~: gebruik een vijfpolige kabel van het type
H05V2V2-F (kabel van 5 x 4 mm
Werking op 380-415V2N~: gebruik een vierpolige kabel van het type
H05V2V2-F (kabel van 4 x 6 mm
Werking op 220-240V~: gebruik een driepolige kabel 3 x 10 mm²
Dit type van aansluiting wordt enkel toegelaten als de daarvoor bestemde
kit wordt gebruikt die besteld kan worden bij de assistentiecentra (nr.
KITMT code 902263)
De aardleiding (geel-groen) van het uiteinde dat op het apparaat moet
worden aangesloten, moet tenminste 20 mm langer zijn dan de andere
draden.
2
).
2
).
AANDACHT: de bovenstaande waarden hebben betrekking tot de diameter van de interne geleider.
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK GESTELD WORDEN VOOR LETSELS AAN
PERSONEN OF MATERIËLE SCHADE ALS GEVOLG VAN HET NIET IN ACHT NEMEN VAN DEZE
VOORSCHRIFTEN.
5.2Montage van de achterplint
• Draai de moeren B los.
• Plaats de plint op de kookplaat en zorg er voor dat de
assen C overeenkomen met de gaten D.
• Bevestig de plint op de plaat door de schroeven A vast
te draaien.
5.3Plaatsing en nivellering van het toestel (enkel op sommige modellen)
Na het uitvoeren van de elektrische aansluiting moet de oven genivelleerd worden met behulp van de
vier regelbare pootjes. Om een goede bereiding te verkrijgen, is het absoluut noodzakelijk dat het toestel
correct genivelleerd wordt op de ondergrond. Afhankelijk van het aangekochte model kan de regeling
van de hoogte van de pootjes wijzigen van 70 tot 95 mm, en van 110 tot 160 mm. Deze hoogten duiden
de afstand aan van het hoogste punt (vaste gedeelte) tot het laagste punt van het pootje (regelbare
gedeelte dat op de grond rust).
88
Loading...
+ 14 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.