5.2 Montage van de achterplint ........................................................................................................................... 80
5.3 Plaatsing en nivellering van het toestel (enkel op sommige modellen) ......................................................... 80
6. KEN UW FORNUIS ............................................................................................................... 81
9. HET GEBRUIK VAN DE OVEN ............................................................................................. 85
9.1 Algemene waarschuwingen en algemeen advies ......................................................................................... 85
9.2 Het gebruik van de elektrische grill ............................................................................................................... 85
9.4 Het gebruik van de grill (statische en multifunctionele oven) ........................................................................ 86
9.3 HET GEBRUIK VAN HET DRAAISPIT (waar aanwezig) ..............................................................................86
10.1 Regeling van het uur ................................................................................................................................... 87
10.4 Einde van de bereiding ............................................................................................................................... 88
10.6 Regeling van het volume van het geluidssignaal ........................................................................................ 88
10.7 Desactivering van het geluidssignaal .......................................................................................................... 88
10.8 Het wissen van de ingestelde gegevens ..................................................................................................... 88
10.9 Het wijzigen van de ingestelde gegevens ................................................................................................... 88
12. REINIGING EN ONDERHOUD ........................................................................................... 90
12.1 Reiniging van het roestvrij staal .................................................................................................................. 90
12.3 Voedselvlekken of -resten ........................................................................................................................... 90
12.4 Reiniging van de oven ................................................................................................................................. 90
12.5 Reiniging van de ruiten van de deur ........................................................................................................... 90
13.1 Vervanging van de lamp voor de binnenverlichting .................................................................................... 91
13.2 Demontage van de deur .............................................................................................................................. 91
13.3 Demontage van de pakking ........................................................................................................................ 91
AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER: deze duiden advies voor het gebruik, de
beschrijvingen van de bedieningen en de correcte handelingen voor de reiniging en het
onderhoud van het toestel aan.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATEUR: deze zijn bestemd voor de gekwalificeerde
technicus die moet zorgen voor de nauwkeurige controle van het gascircuit, de installatie, de
inwerkingstelling en de keuring van het toestel.
Meer productinformatie is beschikbaar op www.smeg.com
75
Waarschuwingen voor het gebruik
1. WAARSCHUWINGEN VOOR HET GEBRUIK
DEZE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND DEEL VAN HET TOESTEL. DE HANDLEIDING MOET
GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN HET FORNUIS INTACT EN BINNEN
HANDBEREIK WORDEN BEWAARD. WE RADEN AAN OM DEZE HANDLEIDING EN ALLE
AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS HET TOESTEL IN GEBRUIK WORDT
GENOMEN. ALLE BIJGELEVERDE STRAALPIJPEN ZULLEN EVENEENS MOETEN BEWAARD
WORDEN. DE INSTALLATIE MOET UITGEVOERD WORDEN DOOR GEKWALIFICEERD
PERSONEEL EN DOOR DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN TE RESPECTEREN. DIT TOESTEL IS
BESTEMD VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK, EN IS CONFORM DE VAN KRACHT ZIJNDE
NORMEN. HET TOESTEL WERD GEBOUWD VOOR DE VOLGENDE FUNCTIE: DE BEREIDING EN
VERWARMING VAN VOEDSEL; Elk ander gebruik moet als oneigenlijk beschouwd worden.
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ANDERE DAN DE
VERMELDE GEBRUIKSTOEPASSINGEN.
GEBRUIK DIT TOESTEL NIET VOOR HET VERWARMEN VAN DE WONING.
LAAT DE RESTEN VAN HET VERPAKKINGSMATERIAAL NIET ONBEWAAKT ACHTER IN DE
HUISHOUDELIJKE OMGEVING. SCHEID DE VERSCHILLENDE AFVALMATERIALEN AFKOMSTIG
VAN DE VERPAKKING, EN OVERHANDIG ZE AAN HET DICHTST BIJZIJNDE CENTRUM VOOR
GESCHEIDEN AFVALINZAMELING.
DIT TOESTEL IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN VOLGENS DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/
96/EG IN VERBAND MET ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE TOESTELLEN (WASTE
ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE).
DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEREN VAN
AFGEDANKTE TOESTELLEN, EN GELDT VOOR HET VOLLEDIGE GRONDGEBIED VAN DE
EUROPESE UNIE.
ZORG ER VOOR DAT DE OPENINGEN EN DE SPLETEN VOOR DE VENTILATIE EN DE WARMTEAFVOER NIET VERSTOPT RAKEN.
HET IDENTIFICATIEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN HET
MERK IS GOED ZICHTBAAR AANGEBRACHT IN DE BERGRUIMTE.
DIT PLAATJE MAG NOOIT VERWIJDERD WORDEN.
VERWIJDER ALLE VERWIJDERBARE ETIKETTEN EN BESCHERMENDE FOLIES VAN DE BUITENEN BINNENKANT VAN HET TOESTEL.
GEBRUIK ABSOLUUT GEEN METALEN SPONZEN OF SCHERPE KRABBERS, ZODAT
DE OPPERVLAKKEN NIET WORDEN BESCHADIGD.
GEBRUIK NORMALE EN NIET-SCHURENDE PRODUCTEN VOOR STAAL, EN
EVENTUEEL HOUTEN OF PLASTIC GEREEDSCHAPPEN.
SPOEL GOED, EN DROOG MET EEN ZACHTE DOEK OF MET EEN ZEEMVEL.
VERMIJD OM ETENSRESTEN OP SUIKERBASIS (BV. JAM) TE LATEN OPDROGEN IN
DE OVEN. WANNEER ZE TE LANG OPDROGEN, KAN HET EMAIL IN DE OVEN
BESCHADIGD WORDEN.
DE CONSTRUCTEUR KAN NIET AANSPRAKELIJK GESTELD WORDEN VOOR LETSELS AAN
PERSONEN OF MATERIËLE SCHADE ALS GEVOLG VAN HET NIET IN ACHT NEMEN VAN DEZE
VOORSCHRIFTEN, OF DOOR HET ONKLAAR MAKEN VAN ZELFS MAAR ÉÉN ENKEL
ONDERDEEL VAN HET TOESTEL, OF DOOR HET GEBRUIK VAN NIET-ORIGINELE
RESERVEONDERDELEN.
76
Het milieu - Waarschuwingen voor de recyclage
2. AANWIJZINGEN VOOR DE RECYCLING - ONS MILIEUBELEID
Voor de verpakking van onze huishoudelijke toestellen gebruiken we niet-vervuilende, en dus
milieuvriendelijke en recycleerbare materialen. We verzoeken om mee te werken, en om te zorgen voor
een correcte verwerking van de verpakking. Vraag bij uw verkoper of bij de bevoegde diensten naar de
adressen van inzamel-, afvalverwerkings- en recyclagecentra.
Gooi de verpakking, of delen ervan, niet zomaar weg. Deze kunnen voor kinderen gevaar op verstikking
vormen; vooral plastic zakken zijn gevaarlijk.
Ook uw oude toestel moet correct verwerkt worden.
Belangrijk: lever het toestel in bij de plaatselijke dienst of zaak die verantwoordelijk is voor de
inzameling van afgedankte huishoudtoestellen.
Met een correcte verwerking kunnen kostbare materialen gerecupereerd worden. De koelapparaten
bevatten gassen die gevaarlijk kunnen zijn voor het milieu. Zorg er daarom voor dat de leidingen van het
koelcircuit niet worden beschadigd tot de bevoegde dienst het huishoudelijke toestel ophaalt.
Voordat u het toestel weggooit, is het belangrijk dat u de deuren verwijdert en de werkvlakken niet
verwijdert; dit om te vermijden dat kinderen zich al spelend in de oven zouden kunnen opsluiten.
Bovendien is het nodig dat u de elektriciteitskabel doorsnijdt, en samen met de stekker verwijdert.
LAAT DE RESTEN VAN HET VERPAKKINGSMATERIAAL NIET ONBEHEERD ACHTER IN DE
HUISELIJKE OMGEVING. SORTEER DE VERSCHILENDE AFVALMATERIALEN VAN DE
VERPAKKING, EN BRENG ZE NAAR HET DISCHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN
AFVALINZAMELING.
INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKERS:
Aldus de Richtlijnen 2002/95/EG, 2002/96/EG, 2003/108/EG in verband met de beperking van het
gebruik van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische toestellen, en ook de verwerking van afval.
Het symbool van de doorkruiste vuilbak, aangebracht op de apparatuur, duidt aan dat het product op het
einde van zijn gebruiksduur afzonderlijk verzameld moet worden. De gebruiker moet de apparatuur dus
op het einde van de gebruiksduur toekennen aan geschikte centra voor de gescheiden inzameling van
elektrisch en elektronisch afval, of overhandigen aan de verkoper wanneer een nieuw overeenkomstig
toestel wordt gekocht. Een gepaste gescheiden afvalinzameling voor de volgende recyclage van de
apparatuur en voor de behandeling en de ecologisch compatibele verwerking, draagt bij tot het
vermijden van mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en voor de gezondheid, en bevordert het
recyclen van het materiaal waarvan de apparatuur gemaakt is. Wanneer de gebruiker het product
illegaal verwerkt, zullen administratieve sancties getroffen worden.
77
Waarschuwingen voor de veiligheid
3. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID
OVEREENKOMSTIG DE BEPALINGEN VAN DE ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT BEHOORT
DE ELEKTROMAGNETISCHE INDUCTIEPLAAT TOT GROEP 2 EN KLASSE B (EN 55011).
DE STEKKER DIE WORDT AANGESLOTEN OP DE STROOMKABEL EN HET RELATIEVE STOPCONTACT
MOETEN VAN HETZELFDE TYPE EN CONFORM DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN ZIJN.
HET STOPCONTACT MOET BEREIKBAAR BLIJVEN NA INBOUW VAN HET TOESTEL.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN.
DIT TOESTEL MAG NIET GEÏNSTALLEERD WORDEN OP VERHOOGDE VLAKKEN.
DE AARDING MOET VERPLICHT AANGEBRACHT WORDEN VOLGENS DE VOORZIENE
VEILIGHEIDSNORMEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE.
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET U HET TOESTEL KORT TESTEN VOLGENS DE
AANWIJZINGEN DIE VERVOLGENS WORDEN AANGEDUID. BIJ EEN SLECHTE WERKING MOET HET
TOESTEL LOSGEKOPPELD WORDEN VAN HET ELEKTRICITEITSNET, EN MOET U HET
DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE ASSISTENTICENTRUM CONTACTEREN.
PROBEER NOOIT OM HET TOESTEL ZELF TE HERSTELLEN.
WANNEER U EEN BARST OF EEN SCHEUR OPMERKT OP HET GLAZEN OPPERVLAK VAN DE
KOOKPLAAT MOET U HET TOESTEL ONMIDDELLIJK UITSCHAKELEN EN EEN ERKEND
ASSISTENTIECENTRUM CONTACTEREN.
MENSEN MET EEN PACEMAKER OF EEN GELIJKSOORTIG TOESTEL MOETEN CONTROLEREN OF
DE WERKING VAN DEZE TOESTELLEN NIET WORDT BEÏNVLOED DOOR HET INDUCTIEVELD,
WAARVAN HET FREQUENTIEBEREIK TUSSEN 20 EN 50 KHZ LIGT.
PLAATS NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN DE OVEN: WANNEER DE OVEN TOEVALLIG
AANGESCHAKELD ZOU WORDEN, KAN BRAND ONTSTAAN.
HET TOESTEL WORDT TIJDENS HET GEBRUIK ZEER HEET. LET OP DAT U DE WARMTE-ELEMENTEN
IN DE OVEN NIET AANRAAKT.
DIT TOESTEL MAG NIET GEBRUIKT WORDEN DOOR PERSONEN (KINDEREN INBEGREPEN) MET
VERMINDERDE FYSISCHE OF PSYCHISCHE VERMOGENS, OF DOOR PERSONEN DIE GEEN
ERVARING HEBBEN MET HET GEBRUIK VAN ELEKTRISCHE APPARATUUR, TENZIJ DIT GEBEURT
ONDER TOEZICHT OF INSTRUCTIE VAN VOLWASSENEN DIE VOOR HUN VEILIGHEID INSTAAN.
CONTROLEER NA ELK GEBRUIK VAN DE OVEN STEEDS OF DE BEDIENINGSKNOPPEN IN POSITIE 0
(UIT) STAAN.
VOORDAT U HET TOESTEL IN WERKING STELT, MOET U VERPLICHT ALLE OP EN IN HET TOESTEL
AANGEBRACHTE ETIKETTEN EN BESCHERMENDE FOLIES VERWIJDEREN.
4. GEBRUIKSBESTEMMING
HET TOESTEL WERD GEBOUWD VOOR DE VOLGENDE FUNCTIE: DE BEREIDING EN
VERWARMING VAN VOEDSEL; Elk ander gebruik moet als oneigenlijk beschouwd worden.
De fabrikant wijst iedere aansprakelijkheid voor letsels aan personen of materiële schade af die worden
veroorzaakt door het niet in acht nemen van deze voorschriften, of door het onklaar maken van zelfs
maar één enkel onderdeel van het toestel, of door het gebruik van niet-originele reserveonderdelen.
78
Aanwijzingen voor de installateur
750 mm
50
mm
50
mm
750 mm
5. INSTALLATIE VAN HET TOESTEL
Het toestel moet geïnstalleerd worden door een bevoegd technicus, en volgens de van kracht zijnde normen.
Het toestel kan geïnstalleerd worden tegen wanden die hoger zijn dan het werkblad, op een minimum
afstand van 5 cm van de zijkant van het toestel, zoals wordt aangeduid in de tekeningen A en B van de
installatieklassen. Keukenkasten of afzuigkappen die zich boven het werkblad bevinden, moeten zich op
een afstand van minstens 75 cm bevinden.
A) B)
Ingebouwd toestelVrijstaand toestel
5.1Elektrische aansluiting
Controleer of het voltage en de diameter van de stroomtoevoerlijn overeenstemmen met de kenmerken die
worden aangeduid op het plaatje in de bergruimte. Dit plaatje mag in geen geval worden verwijderd.
Wanneer het toestel met een vaste aansluiting wordt aangesloten op het net, moet op de
stroomtoevoerlijn een omnipolair onderbrekingsmechanisme conform de regels van de installatie
voorzien worden, dat zich op een makkelijk bereikbare plaats nabij het toestel bevindt.
De aansluiting op het stroomnet kan vast of met stekker en stopcontact zijn. In het laatste geval moeten
die geschikt zijn voor de gebruikte kabel en conform de van kracht zijnde normen zijn. Voor elk type van
aansluiting moet het toestel verplicht een aarding hebben. Voordat de aansluiting uitgevoerd wordt, moet
u controleren of de stroomtoevoerlijn voorzien is met een geschikte aarding. Vermijd het gebruik van
adapters die oververhittingen zouden kunnen veroorzaken.
Werking op 380-415V3N~: gebruik een vijfpolige kabel van het type
H05V2V2-F (kabel van 5 x 4 mm
Werking op 380-415V2N~: gebruik een vierpolige kabel van het type
H05V2V2-F (kabel van 4 x 6 mm
2
).
2
).
De draad voor de aarding (geel-groen) die op het toestel moet worden
aangesloten, moet minstens 20 mm langer zijn dan de andere draden.
AANDACHT: de bovenstaande waarden hebben betrekking tot de diameter van de interne geleider.
DE FABRIKANT WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR LETSELS AAN PERSONEN OF
MATERIËLE SCHADE ALS GEVOLG VAN HET NIET IN ACHT NEMEN VAN DEZE VOORSCHRIFTEN.
79
Aanwijzingen voor de installateur
5.2Montage van de achterplint
• Draai de moeren B los.
• Plaats de plint op de kookplaat en zorg er voor dat de
assen C overeenkomen met de gaten D.
• Bevestig de plint op de plaat door de schroeven A vast
te draaien.
5.3Plaatsing en nivellering van het toestel (enkel op sommige modellen)
Na het uitvoeren van de elektrische aansluiting moet de oven genivelleerd worden met behulp van de
vier regelbare pootjes. Om een goede bereiding te verkrijgen, is het absoluut noodzakelijk dat het toestel
correct genivelleerd wordt op de ondergrond. Afhankelijk van het aangekochte model kan de regeling
van de hoogte van de pootjes variëren van 70 tot 95 mm en van 110 tot 160 mm. Deze hoogten duiden
de afstand aan van het hoogste punt (vaste gedeelte) tot het laagste punt van het pootje (regelbare
gedeelte dat op de grond rust).
80
Loading...
+ 12 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.