ALVORENS HET PRODUCT TE GEBRUIKEN
MILIEUTIPS
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
GEBRUIK VAN HET VRIESVAK
ONTDOOIEN EN REINIGEN VAN HET
VRIESVAK
REINIGEN VAN HET KOELVAK
REINIGING EN ONDERHOUD
STORINGEN OPSPOREN
KLANTENSERVICE
INSTALLATIE
30
ALVORENS HET PRODUCT TE GEBRUIKEN
Het door u aangeschafte apparaat is uitsluitend
•
bestemd voor huishoudelijk gebruik
Voor een optimaal gebruik van uw apparaat is
het raadzaam de gebruiksaanwijzing
aandachtig door te lezen, hierin vindt u een
beschrijving van het apparaat en adviezen
voor het conserveren van voedingsmiddelen.
Bewaar dit boekje zodat u het naderhand nog
eens kunt raadplegen.
MILIEUTIPS
1.Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100%
recyclebaar en draagt het recyclingssymbool. Voor
de verwerking moeten de plaatselijke
voorschriften worden nageleefd. Het
verpakkingsmateriaal (plastic zakken, stukken
polystyreen enz.) moet buiten het bereik van
kinderen worden gehouden, omdat het een bron
van gevaar kan vormen.
2.Afdanken van het apparaat
Het product is vervaardigd van materiaal dat kan
worden gerecycled.
Dit apparaat is voorzien van het merkteken
volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake
Afgedankte elektrische en elektronische apparaten
(AEEA).
Door ervoor te zorgen dat dit product op de juiste
manier als afval wordt verwerkt, helpt u mogelijk
negatieve consequenties voor het milieu en de
menselijke gezondheid te voorkomen die anders
zouden kunnen worden veroorzaakt door onjuiste
verwerking van dit product als afval.
Het symbool op het product of op de
bijbehorende documentatie geeft aan dat dit product
niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. In
plaats daarvan moet het worden afgegeven bij een
verzamelpunt voor recycling van elektrische en
elektronische apparaten.
Maak het apparaat op het moment dat het wordt
afgedankt, onbruikbaar door de deuren te
verwijderen en de voedingskabel door te snijden.
Volg de plaatselijke voorschriften voor
afvalverwerking op wanneer u het apparaat afdankt
en breng het naar een speciaal verwerkingsbedrijf.
Laat het apparaat zelfs niet voor enkele dagen
onbewaakt achter, omdat het een bron van gevaar
voor kinderen is. Voor nadere informatie over de
behandeling, terugwinning en recycling van dit
product wordt u verzocht contact op te nemen met
het stadskantoor in uw woonplaats, uw
afvalophaaldienst of de winkel waar u het product
heeft aangeschaft.
Controleer na het uitpakken van het apparaat of
1.
het niet beschadigd is en of de deur goed sluit.
Uw leverancier dient binnen 24 uur vanaf de
levering van het product van eventuele schade op
de hoogte te worden gesteld.
Het is raadzaam minstens twee uur te wachten
2.
alvorens het apparaat in werking te stellen, om
het koelcircuit perfect te kunnen laten
functioneren.
Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische
3.
aansluiting door een gekwalificeerd technicus
worden verricht overeenkomstig de aanwijzingen
van de fabrikant en de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften
Reinig de binnenkant van het product alvorens het
4.
in gebruik te nemen.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK (het koelcircuit bevat
R134a) of HFC (het koelcircuit bevat R600a).
Voor apparaten met isobutaan (R600a):
isobutaan is een natuurlijk gas dat geen schadelijke
invloed heeft op het milieu, maar wel ontvlambaar
is. Het is daarom noodzakelijk om te controleren
of de leidingen van het koelcircuit niet beschadigd
zijn.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is bestemd voor het conserveren
•
van voedingsmiddelen en is vervaardigd in
overeenstemming met de Europese Richtlijn 89/
109/EEG, 90/128/EEG en 02/72/EEG.
Dit product is ontwikkeld, gefabric eerd en op de
•
markt gebracht in overeenstemming met:
- de veiligheidsvereisten van de
Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG;
- de veiligheidsvereisten van de "EMC"-richtlijn 89/
336/EEG gewijzigd door de Richtlijn
93/68/CEE;
De elektrische veiligheid is alleen gewaarborgd
•
wanneer het op de juiste wijze op een efficiënte
werkende installatie is aangesloten, die volgens
de wettelijke voorschriften is geaard.
31
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
Gebruik het koelvak uitsluitend voor het
•
bewaren van verse levensmiddelen en het
vriesvak uitsluitend voor het bewaren van
diepvriesproducten, het invriezen van verse
levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Zorg ervoor dat het product na de installatie niet
•
op de voedingskabel staat.
Bewaar geen dranken in glas in het vriesvak want
•
deze kunnen barsten.
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de
•
vriezer komen, aangezien deze zo koud zijn dat
ze brandwonden kunnen veroorzaken.
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
•
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Installeer het product niet in de buurt van een
•
warmtebron.
Bewaar of gebruik geen benzine of andere
•
gassen en licht ontvlambare stoffen in de buurt
van het product of andere elektrische
huishoudelijke apparatuur. De dampen die
hieruit voortkomen kunnen brand of explosies
veroorzaken.
Laat voor een goede ventilatie een ruimte van 1
•
cm aan beide zijkanten en boven het apparaat
vrij.
Houd de ventilatie-openingen in de behuizing
•
van het apparaat of in de omkasting vrij van enige
obstructies.
Alle apparaten met ijsmakers en
•
waterdispensers moeten op een
waterleidingnet aangesloten worden dat
uitsluitend drinkwater levert (met een
waterleidingdruk van tussen de 1,7 en 8,1 bar
(25 en 117 PSI)). De ijsmakers en/of
waterdispensers die niet rechtstreeks op het
waterleidingnet zijn aangesloten, mogen
uitsluitend met drinkwater worden gevuld.
Installeer het product waterpas op een vloer die
•
het gewicht kan dragen en in een ruimte die
geschikt is voor de afmetingen en het gebruik
van het product.
Plaats het apparaat in een droge en goed
•
geventileerde ruimte. Het apparaat is afgesteld
om te werken in ruimten waarin de
temperatuur binnen de volgende waarden ligt,
die op hun beurt weer afhankelijk zijn van de
klimaatklasse die op het typeplaatje staat
aangegeven: Het is mogelijk dat het apparaat
niet goed functioneert als het voor een lange tijd
in een ruimte wordt gelaten met een hogere of
lagere temperatuur dan het genoemde bereik.
KlimaatklasseOmg. temp.
SNVan 10 tot 32Van 50 tot 90
NVan 16 tot 32Van 61 tot 90
STVan 18 tot 38Van 64 tot 100
TVan 18 tot 43Van 64 tot 110
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het
•
apparaat om te voorkomen dat de vloer
beschadigd raakt (b.v. parket).
Gebruik geen mechanische systemen of andere
•
middelen om het ontdooiproces te versnellen,
behalve dan die door de fabrikant zijn
aanbevolen.
Beschadig het interne vloeistofcircuit van de
•
koelkast niet.
Gebruik geen elektrische apparaten aan de
•
binnenkant van de vriesvakken voor
diepvriesproducten, als die van een ander type
zijn dan aanbevolen door de fabrikant.
Het apparaat is niet bestemd om gebruikt te
•
worden door jonge kinderen of zieke personen
zonder lichamelijke controle.
Om het risico te vermijden dat kinderen in de
•
koelkast opgesloten raken en stikken, mag hen
niet worden toegestaan in het product te spelen
of zich erin te verstoppen.
De voedingskabel mag uitsluitend worden
•
vervangen door een bevoegd technicus.
Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige
•
adapters.
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het
•
elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker
uit het stopcontact te halen of via een
tweepolige netschakelaar die bovenstrooms van
het stopcontact is geplaatst.
Controleer of de spanning op het typeplaatje
•
overeenkomt met de spanning in uw woning
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de
•
vrieselementen niet in (indien bijgeleverd.
(°C)
Omg. temp.
(°F)
32
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
Dit apparaat is een koelkast met een vriesvak met sterren.
Het koelvak wordt geheel automatisch ontdooid.
De koelkast kan functioneren bij omgevingstemperaturen tussen
+10°C en +38°C. Optimale prestaties worden verkregen bij
temperaturen tussen +16°C en +32°C.
Ingebruikneming van de koelkast
Steek de stekker in het stopcontact.
Met de thermostaat kan de temperatuur in beide vakken worden
ingesteld: koelvak en vriesvak.
Instellen van de temperatuur in de vakken:
Voor een goed functioneren van het apparaat en een betere
1.
conservering van het voedsel
overeenkomstig de aanwijzingen van het bijgaande
productinformatieblad in te stellen.
Als u de temperatuur in het koelvak wilt wijzigen, draait u de
2.
thermostaatknop:
op de
•
•
Thermostaat op ●: de functies van het apparaat en de verlichting
worden onderbroken.
Opmerking:
De omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de deuren
worden geopend en de plaats van het apparaat kunnen van invloed
zijn op de binnentemperatuur van de koelkast. De stand van de
thermostaatknop dient op grond van deze factoren te worden
aangepast.
Bewaren van levensmiddelen in het koelvak
Plaats de levensmiddelen zoals in de afbeelding hiernaast.
A. Gekookt voedsel
B. Vis, vlees
C. Groente en fruit
D. Flessen
E. Eieren
F. Boter, zuivelproducten, kaas
Opmerkingen:
De afstand tussen de schappen en de achterste binnenwand van
•
de koelkast zorgt voor een vrije luchtcirculatie.
Zet de levensmiddelen niet tegen de achterwand van het
•
koelvak.
Zet geen levensmiddelen in de vakken die nog warm zijn.
•
Bewaar vloeistoffen in gesloten houders.
•
Het bewaren van groente met een hoog watergehalte kan
•
condensvorming veroorzaken op het glazen schap van de
onderste lade: dit beïnvloedt het correct functioneren van het
apparaat niet.
lagere cijfers/MIN
in het vak
op de
temperatuur.
MINDER KOUD
hogere cijfers/MAX
adviseren wij u de thermostaat
wanneer u wilt dat de temperatuur
is;
voor een KOUDERE
33
GEBRUIK VAN HET VRIESVAK
Het vriesvak is een vak met
Er kunnen diepvriesproducten in worden bewaard
gedurende de periode die op de verpakking vermeld wordt.
Bovendien kan vers voedsel worden ingevroren door het
boven op het rooster te zetten, op het hoogste niveau, terwijl
u al ingevroren producten in het onderste gebied van de cel
zet, zodanig dat ze niet in contact komen met het nog in te
vriezen voedsel.
De hoeveelheid verse levensmiddelen die in 24 uur kan
worden ingevroren is aangegeven op het
serienummerplaatje.
Belangrijk:
Wikkel en verzegel het in te vriezen verse voedsel in:
polyethyleen bakjes met deksel, diepvriesbakken die geschikt
zijn voor invriezen.
Het vriesvak is in staat de juiste temperatuur te handhaven voor
•
het bewaren van voedsel, ook in het geval de elektriciteit uitvalt.
Het wordt geadviseerd om gedurende een dergelijke periode de
deur van het vak niet te openen.
Belangrijk:
In de tabel hiernaast kunt u zien hoeveel maanden verse
ingevroren levensmiddelen bewaard kunnen worden.
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de
volgende punten letten:
De verpakking of het pak moet onbeschadigd zijn, omdat het
•
product anders kan bederven. Als een pakje bol staat of als er
vochtplekken op zitten, is het niet onder optimale
omstandigheden bewaard en kan het al gedeeltelijk zijn
ontdooid.
De diepvriesproducten dienen als laatste te worden gekocht en
•
in isolerende tassen te worden vervoerd.
Zet de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in het
•
vriesvak.
De gedeeltelijk ontdooide diepvriesproducten mogen niet
•
opnieuw worden ingevroren, maar moeten binnen 24 uur
worden geconsumeerd.
Variaties in temperatuur moeten vermeden worden of tot een
•
minimum worden beperkt. De uiterste houdbaarheidsdatum op
de verpakking moet worden gerespecteerd.
De instructies op de verpakking voor het conserveren van
•
diepvriesproducten dienen altijd te worden opgevolgd.
IJsblokjes maken
Vul het ijsbakje voor 3/4 met water en zet het op de bodem van
•
het vriesvak.
Als het bakje is vastgevroren aan de bodem van de cel, mogen er
geen scherpe of puntige instrumenten worden gebruikt om het
weg te halen.
sterren.
MAANDEN
VOEDSEL
34
ONTDOOIEN EN REINIGEN VAN HET
VRIESVAK
Wij raden u aan het vriesvak een of twee maal per jaar te
ontdooien, of wanneer de ijsvorming op de wanden drie
centimeter dik is geworden. Het is raadzaam het vak te
ontdooien wanneer u weinig voorraad heeft.
Open de deur en haal alle levensmiddelen uit de vriezer,
1.
wikkel ze dicht tegen elkaar in krantenpapier en bewaar ze
op een koele plaats of in een koeltas.
2. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact
Laat de deur open, zodat het ijs op de wanden van de cel
3.
kan smelten.
Verwijder het dooiwater dat op de bodem van de cel is
4.
ontstaan.
Reinig de binnenkant met een vochtige spons met lauw
5.
water en/of een neutraal schoonmaakmiddel.
Gebruik nooit schuurmiddelen.
Spoel goed en droog zorgvuldig af.
6.
Opmerking: Gebruik, om onherstelbare schade aan het
vriesvak te voorkomen, geen puntige of scherpe metalen
voorwerpen om het ijs te verwijderen en verwarm het
vriesvak niet kunstmatig.
.
REINIGEN VAN HET KOELVAK
Reinig het koelvak geregeld.
Het koelvak wordt geheel automatisch ontdooid.
De aanwezigheid van waterdruppels op de achterwand aan de
binnenkant van het koelvak duidt erop dat het apparaat bezig is
automatisch te ontdooien.
Het dooiwater wordt via een afvoeropening in een opvangbak
geleid, waar het verdampt.
Reinig regelmatig de afvoeropening van het dooiwater, met
behulp van het bijgeleverde gereedschap, om een constante
afvoer van het dooiwater zeker te stellen.
Haal de stekker van het apparaat uit het stop contact, voordat u
reinigingswerkzaamheden gaat beginnen.
Gebruik een vochtige spons met lauw water en/of een
•
neutraal reinigingsmiddel.
Spoel en droog met een zachte doek.
•
Gebruik geen schuurmiddelen.
35
REINIGING EN ONDERHOUD
Voor inbouwapparaten
Reinig regelmatig de ventilatieroosters met een stofzuiger
•
of een borstel (zie
Reinig de buitenkant met een zachte doek.
•
afbeelding A
Vrij geïnstalleerde apparaten
Reinig regelmatig de condensator aan de achterkant van het
•
apparaat met een stofzuiger of een borstel
(zie
afbeelding B
).
Als u de vriezer voor langere tijd niet gebruikt
Maak het koelvak en het vriesvak leeg.
1.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
2.
Ontdooi het vriesvak, reinig en droog beide vakken.
3.
Laat de deuren open om te voorkomen dat er
4.
onaangename geuren ontstaan.
).
Afb. A
STORINGEN OPSPOREN
1. Het apparaat werkt niet.
Is de stroom uitgevallen?
•
Zit de stekker goed in het stopcontact?
•
Is de tweepolige netschakelaar ingeschakeld?
•
Is de zekering doorgebrand?
•
Is de voedingskabel beschadigd?
•
Staat de thermostaat misschien op de stand
•
(Stop)?
2. De temperatuur in de vakken is te hoog.
Zit de deur wel goed dicht?
•
Staat het apparaat dicht bij een warmtebron?
•
Staat de thermostaat op de goede stand?
•
Wordt de luchtcirculatie door de
•
ventilatieroosters gehinderd?
3. De temperatuur in het koelvak is te laag.
Staat de thermostaat op de goede stand?
•
4. Er staat water op de bodem van het koelvak.
Is de afvoer van het dooiwater misschien
•
verstopt?
●
Afb. B
5. De binnenverlichting functioneert niet.
Controleer eerst de aanwijzingen onder punt 1,
en vervolgens:
Haal de stekker van het apparaat uit het
•
stopcontact.
Om bij het lampje te kunnen komen, zie de
aanwijzingen en tekening in de bijgaande tabel.
Controleer het lampje en vervang het, zo nodig,
•
door een nieuw exemplaar. Gebruik geen
lampjes van meer dan 15W.
6. Te veel ijsvorming in het vriesvak
Zit de deur goed dicht?
•
Verhindert het voedsel dat de deur gesloten
•
wordt?
Opmerkingen:
• Het feit dat de rand aan de voorkant van de
koelkast warm is wijst niet op een defect
maar dient om condensvorming te
voorkomen.
• Het koelcircuit kan borrelen of
expansiegeluiden maken; dat is normaal.
36
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de
Klantenservice:
Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen
1.
(zie “Storingen opsporen”).
Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het
2.
ongemak is verholpen.
Is dit niet het geval, schakel het apparaat dan
opnieuw uit en herhaal de handeling na een uur.
Als dit ook niet helpt, wend u dan tot onze
3.
Klantenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
de aard van de storing,
•
het model,
•
het servicenummer (nummer achter het woord
•
SERVICE op het typeplaatje binnenin het
apparaat),
INSTALLATIE
Installeer het apparaat niet in de buurt van
•
warmtebronnen.
Zet het apparaat op een droge en goed
•
geventileerde plaats.
Dek de ontluchtingsruimte aan de boven- en
•
onderzijde niet af.
Reinig de binnenkant (zie hoofdstuk “Reinigen van
•
het koelvak”).
Breng de bijgeleverde accessoires aan.
•
Elektrische aansluiting
• Houd u aan de plaatselijke voorschriften
voor de elektrische aansluiting.
De gegevens met betrekking tot de spanning en
•
het opgenomen vermogen staan op het
typeplaatje, naast de groente- en fruitladen.
Voor vrij geïnstalleerde apparaten
(geen inbouw)
Monteer de bijgeleverde afstandstukken op de
•
bovenkant van de condensator die op de
achterkant van het apparaat zit (zie afbeelding).
Laat voor een optimale werking tenminste vijf cm
•
vrije ruimte boven het apparaat en plaats andere
meubels of apparaten op een voldoende grote
afstand om verluchting te garanderen.
Plaats het apparaat perfect horizontaal, en stel de
•
positie indien nodig bij met de pootjes aan de
voorzijde.
uw volledige adres,
•
Uw telefoonnummer en netnummer.
•
Opmerking: Het omkeren van de deuren van
het apparaat door onze Klantenservice wordt
niet beschouwd als een ingreep die onder de
garantie valt.
• De aarding van het apparaat is wettelijk
verplicht. De fabrikant aanvaardt geen
enkele aansprakelijkheid voor eventueel
letsel aan personen, dieren of voor schade
aan voorwerpen die veroorzaakt is door het
niet in acht nemen van deze voorschriften.
Indien de stekker en het stopcontact niet
•
overeenkomen, het stopcontact laten vervangen
door een gekwalificeerd technicus.
Gebruik geen verlengingen of meervoudige
•
adapters.
Afkoppeling van het elektriciteitsnet
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het
•
elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker
uit het stopcontact te halen of via een tweepolige
netschakelaar die bovenstrooms van het
stopcontact is geplaatst.
37
Loading...
+ 18 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.