Smeg FR235A User Manual [nl]

GEBRUIKSAANWIJZING
ALVORENS HET PRODUCT TE GEBRUIKEN MILIEUTIPS ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN GEBRUIK VAN HET KOELVAK GEBRUIK VAN HET VRIESVAK ONTDOOIEN EN REINIGEN VAN HET
VRIESVAK REINIGEN VAN HET KOELVAK REINIGING EN ONDERHOUD STORINGEN OPSPOREN KLANTENSERVICE INSTALLATIE
30
ALVORENS HET PRODUCT TE GEBRUIKEN
Het door u aangeschafte apparaat is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk gebruik
Voor een optimaal gebruik van uw apparaat is het raadzaam de gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen, hierin vindt u een beschrijving van het apparaat en adviezen voor het conserveren van voedingsmiddelen.
Bewaar dit boekje zodat u het naderhand nog eens kunt raadplegen.
MILIEUTIPS
1.Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100% recyclebaar en draagt het recyclingssymbool. Voor de verwerking moeten de plaatselijke voorschriften worden nageleefd. Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, stukken polystyreen enz.) moet buiten het bereik van kinderen worden gehouden, omdat het een bron van gevaar kan vormen.
2.Afdanken van het apparaat
Het product is vervaardigd van materiaal dat kan worden gerecycled. Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake Afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA). Door ervoor te zorgen dat dit product op de juiste manier als afval wordt verwerkt, helpt u mogelijk negatieve consequenties voor het milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen die anders zouden kunnen worden veroorzaakt door onjuiste verwerking van dit product als afval.
Het symbool op het product of op de bijbehorende documentatie geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. In plaats daarvan moet het worden afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling van elektrische en elektronische apparaten. Maak het apparaat op het moment dat het wordt afgedankt, onbruikbaar door de deuren te verwijderen en de voedingskabel door te snijden. Volg de plaatselijke voorschriften voor afvalverwerking op wanneer u het apparaat afdankt en breng het naar een speciaal verwerkingsbedrijf. Laat het apparaat zelfs niet voor enkele dagen onbewaakt achter, omdat het een bron van gevaar voor kinderen is. Voor nadere informatie over de behandeling, terugwinning en recycling van dit product wordt u verzocht contact op te nemen met het stadskantoor in uw woonplaats, uw afvalophaaldienst of de winkel waar u het product heeft aangeschaft.
Controleer na het uitpakken van het apparaat of
1.
het niet beschadigd is en of de deur goed sluit. Uw leverancier dient binnen 24 uur vanaf de levering van het product van eventuele schade op de hoogte te worden gesteld. Het is raadzaam minstens twee uur te wachten
2.
alvorens het apparaat in werking te stellen, om het koelcircuit perfect te kunnen laten functioneren. Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische
3.
aansluiting door een gekwalificeerd technicus worden verricht overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant en de plaatselijke veiligheidsvoorschriften Reinig de binnenkant van het product alvorens het
4.
in gebruik te nemen.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK (het koelcircuit bevat R134a) of HFC (het koelcircuit bevat R600a). Voor apparaten met isobutaan (R600a): isobutaan is een natuurlijk gas dat geen schadelijke invloed heeft op het milieu, maar wel ontvlambaar is. Het is daarom noodzakelijk om te controleren of de leidingen van het koelcircuit niet beschadigd zijn.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is bestemd voor het conserveren
van voedingsmiddelen en is vervaardigd in overeenstemming met de Europese Richtlijn 89/ 109/EEG, 90/128/EEG en 02/72/EEG.
Dit product is ontwikkeld, gefabric eerd en op de
markt gebracht in overeenstemming met:
- de veiligheidsvereisten van de Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG;
- de veiligheidsvereisten van de "EMC"-richtlijn 89/ 336/EEG gewijzigd door de Richtlijn 93/68/CEE;
De elektrische veiligheid is alleen gewaarborgd
wanneer het op de juiste wijze op een efficiënte werkende installatie is aangesloten, die volgens de wettelijke voorschriften is geaard.
31
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
Gebruik het koelvak uitsluitend voor het
bewaren van verse levensmiddelen en het vriesvak uitsluitend voor het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen van verse levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Zorg ervoor dat het product na de installatie niet
op de voedingskabel staat. Bewaar geen dranken in glas in het vriesvak want
deze kunnen barsten. Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de
vriezer komen, aangezien deze zo koud zijn dat ze brandwonden kunnen veroorzaken.
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of onderhoudswerkzaamheden begint.
Installeer het product niet in de buurt van een
warmtebron. Bewaar of gebruik geen benzine of andere
gassen en licht ontvlambare stoffen in de buurt van het product of andere elektrische huishoudelijke apparatuur. De dampen die hieruit voortkomen kunnen brand of explosies veroorzaken.
Laat voor een goede ventilatie een ruimte van 1
cm aan beide zijkanten en boven het apparaat vrij.
Houd de ventilatie-openingen in de behuizing
van het apparaat of in de omkasting vrij van enige obstructies.
Alle apparaten met ijsmakers en
waterdispensers moeten op een waterleidingnet aangesloten worden dat uitsluitend drinkwater levert (met een waterleidingdruk van tussen de 1,7 en 8,1 bar (25 en 117 PSI)). De ijsmakers en/of waterdispensers die niet rechtstreeks op het waterleidingnet zijn aangesloten, mogen uitsluitend met drinkwater worden gevuld.
Installeer het product waterpas op een vloer die
het gewicht kan dragen en in een ruimte die geschikt is voor de afmetingen en het gebruik van het product.
Plaats het apparaat in een droge en goed
geventileerde ruimte. Het apparaat is afgesteld om te werken in ruimten waarin de temperatuur binnen de volgende waarden ligt, die op hun beurt weer afhankelijk zijn van de klimaatklasse die op het typeplaatje staat aangegeven: Het is mogelijk dat het apparaat niet goed functioneert als het voor een lange tijd in een ruimte wordt gelaten met een hogere of lagere temperatuur dan het genoemde bereik.
Klimaatklasse Omg. temp.
SN Van 10 tot 32 Van 50 tot 90
N Van 16 tot 32 Van 61 tot 90
ST Van 18 tot 38 Van 64 tot 100
T Van 18 tot 43 Van 64 tot 110
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het
apparaat om te voorkomen dat de vloer beschadigd raakt (b.v. parket).
Gebruik geen mechanische systemen of andere
middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve dan die door de fabrikant zijn aanbevolen.
Beschadig het interne vloeistofcircuit van de
koelkast niet. Gebruik geen elektrische apparaten aan de
binnenkant van de vriesvakken voor diepvriesproducten, als die van een ander type zijn dan aanbevolen door de fabrikant.
Het apparaat is niet bestemd om gebruikt te
worden door jonge kinderen of zieke personen zonder lichamelijke controle.
Om het risico te vermijden dat kinderen in de
koelkast opgesloten raken en stikken, mag hen niet worden toegestaan in het product te spelen of zich erin te verstoppen.
De voedingskabel mag uitsluitend worden
vervangen door een bevoegd technicus. Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige
adapters. Het moet mogelijk zijn het apparaat van het
elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker uit het stopcontact te halen of via een tweepolige netschakelaar die bovenstrooms van het stopcontact is geplaatst.
Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenkomt met de spanning in uw woning Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de
vrieselementen niet in (indien bijgeleverd.
(°C)
Omg. temp.
(°F)
32
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
Dit apparaat is een koelkast met een vriesvak met sterren.
Het koelvak wordt geheel automatisch ontdooid.
De koelkast kan functioneren bij omgevingstemperaturen tussen +10°C en +38°C. Optimale prestaties worden verkregen bij temperaturen tussen +16°C en +32°C.
Ingebruikneming van de koelkast
Steek de stekker in het stopcontact. Met de thermostaat kan de temperatuur in beide vakken worden ingesteld: koelvak en vriesvak.
Instellen van de temperatuur in de vakken:
Voor een goed functioneren van het apparaat en een betere
1.
conservering van het voedsel
overeenkomstig de aanwijzingen van het bijgaande productinformatieblad in te stellen.
Als u de temperatuur in het koelvak wilt wijzigen, draait u de
2.
thermostaatknop:
op de
Thermostaat op ●: de functies van het apparaat en de verlichting worden onderbroken.
Opmerking:
De omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de deuren worden geopend en de plaats van het apparaat kunnen van invloed zijn op de binnentemperatuur van de koelkast. De stand van de thermostaatknop dient op grond van deze factoren te worden aangepast.
Bewaren van levensmiddelen in het koelvak
Plaats de levensmiddelen zoals in de afbeelding hiernaast. A. Gekookt voedsel
B. Vis, vlees C. Groente en fruit D. Flessen E. Eieren F. Boter, zuivelproducten, kaas
Opmerkingen:
De afstand tussen de schappen en de achterste binnenwand van
de koelkast zorgt voor een vrije luchtcirculatie. Zet de levensmiddelen niet tegen de achterwand van het
koelvak. Zet geen levensmiddelen in de vakken die nog warm zijn.
Bewaar vloeistoffen in gesloten houders.
Het bewaren van groente met een hoog watergehalte kan
condensvorming veroorzaken op het glazen schap van de onderste lade: dit beïnvloedt het correct functioneren van het apparaat niet.
lagere cijfers/MIN
in het vak op de
temperatuur.
MINDER KOUD
hogere cijfers/MAX
adviseren wij u de thermostaat
wanneer u wilt dat de temperatuur
is;
voor een KOUDERE
33
GEBRUIK VAN HET VRIESVAK
Het vriesvak is een vak met Er kunnen diepvriesproducten in worden bewaard gedurende de periode die op de verpakking vermeld wordt. Bovendien kan vers voedsel worden ingevroren door het boven op het rooster te zetten, op het hoogste niveau, terwijl u al ingevroren producten in het onderste gebied van de cel zet, zodanig dat ze niet in contact komen met het nog in te vriezen voedsel. De hoeveelheid verse levensmiddelen die in 24 uur kan worden ingevroren is aangegeven op het serienummerplaatje. Belangrijk: Wikkel en verzegel het in te vriezen verse voedsel in:
aluminiumfolie, plastic folie, waterdichte plastic verpakking,
polyethyleen bakjes met deksel, diepvriesbakken die geschikt zijn voor invriezen. Het vriesvak is in staat de juiste temperatuur te handhaven voor
het bewaren van voedsel, ook in het geval de elektriciteit uitvalt. Het wordt geadviseerd om gedurende een dergelijke periode de deur van het vak niet te openen.
Belangrijk: In de tabel hiernaast kunt u zien hoeveel maanden verse ingevroren levensmiddelen bewaard kunnen worden. Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de volgende punten letten:
De verpakking of het pak moet onbeschadigd zijn, omdat het
product anders kan bederven. Als een pakje bol staat of als er vochtplekken op zitten, is het niet onder optimale omstandigheden bewaard en kan het al gedeeltelijk zijn ontdooid. De diepvriesproducten dienen als laatste te worden gekocht en
in isolerende tassen te worden vervoerd. Zet de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in het
vriesvak. De gedeeltelijk ontdooide diepvriesproducten mogen niet
opnieuw worden ingevroren, maar moeten binnen 24 uur worden geconsumeerd. Variaties in temperatuur moeten vermeden worden of tot een
minimum worden beperkt. De uiterste houdbaarheidsdatum op de verpakking moet worden gerespecteerd. De instructies op de verpakking voor het conserveren van
diepvriesproducten dienen altijd te worden opgevolgd.
IJsblokjes maken
Vul het ijsbakje voor 3/4 met water en zet het op de bodem van
het vriesvak. Als het bakje is vastgevroren aan de bodem van de cel, mogen er geen scherpe of puntige instrumenten worden gebruikt om het weg te halen.
sterren.
MAANDEN
VOEDSEL
34
Wij raden u aan het vriesvak een of twee maal per jaar te ontdooien, of wanneer de ijsvorming op de wanden drie centimeter dik is geworden. Het is raadzaam het vak te ontdooien wanneer u weinig voorraad heeft.
Open de deur en haal alle levensmiddelen uit de vriezer,
1.
wikkel ze dicht tegen elkaar in krantenpapier en bewaar ze op een koele plaats of in een koeltas.
2. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact
Laat de deur open, zodat het ijs op de wanden van de cel
3.
kan smelten. Verwijder het dooiwater dat op de bodem van de cel is
4.
ontstaan. Reinig de binnenkant met een vochtige spons met lauw
5.
water en/of een neutraal schoonmaakmiddel.
Gebruik nooit schuurmiddelen.
Spoel goed en droog zorgvuldig af.
6. Opmerking: Gebruik, om onherstelbare schade aan het vriesvak te voorkomen, geen puntige of scherpe metalen voorwerpen om het ijs te verwijderen en verwarm het vriesvak niet kunstmatig.
.
REINIGEN VAN HET KOELVAK
Reinig het koelvak geregeld. Het koelvak wordt geheel automatisch ontdooid.
De aanwezigheid van waterdruppels op de achterwand aan de binnenkant van het koelvak duidt erop dat het apparaat bezig is automatisch te ontdooien. Het dooiwater wordt via een afvoeropening in een opvangbak geleid, waar het verdampt. Reinig regelmatig de afvoeropening van het dooiwater, met behulp van het bijgeleverde gereedschap, om een constante afvoer van het dooiwater zeker te stellen. Haal de stekker van het apparaat uit het stop contact, voordat u reinigingswerkzaamheden gaat beginnen.
Gebruik een vochtige spons met lauw water en/of een
neutraal reinigingsmiddel. Spoel en droog met een zachte doek.
• Gebruik geen schuurmiddelen.
35
REINIGING EN ONDERHOUD
Voor inbouwapparaten
Reinig regelmatig de ventilatieroosters met een stofzuiger
of een borstel (zie Reinig de buitenkant met een zachte doek.
afbeelding A
Vrij geïnstalleerde apparaten
Reinig regelmatig de condensator aan de achterkant van het
apparaat met een stofzuiger of een borstel (zie
afbeelding B
).
Als u de vriezer voor langere tijd niet gebruikt
Maak het koelvak en het vriesvak leeg.
1.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
2.
Ontdooi het vriesvak, reinig en droog beide vakken.
3.
Laat de deuren open om te voorkomen dat er
4.
onaangename geuren ontstaan.
).
Afb. A
STORINGEN OPSPOREN
1. Het apparaat werkt niet.
Is de stroom uitgevallen?
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Is de tweepolige netschakelaar ingeschakeld?
Is de zekering doorgebrand?
Is de voedingskabel beschadigd?
Staat de thermostaat misschien op de stand
(Stop)?
2. De temperatuur in de vakken is te hoog.
Zit de deur wel goed dicht?
Staat het apparaat dicht bij een warmtebron?
Staat de thermostaat op de goede stand?
Wordt de luchtcirculatie door de
ventilatieroosters gehinderd?
3. De temperatuur in het koelvak is te laag.
Staat de thermostaat op de goede stand?
4. Er staat water op de bodem van het koelvak.
Is de afvoer van het dooiwater misschien
verstopt?
Afb. B
5. De binnenverlichting functioneert niet.
Controleer eerst de aanwijzingen onder punt 1, en vervolgens: Haal de stekker van het apparaat uit het
stopcontact. Om bij het lampje te kunnen komen, zie de aanwijzingen en tekening in de bijgaande tabel. Controleer het lampje en vervang het, zo nodig,
door een nieuw exemplaar. Gebruik geen lampjes van meer dan 15W.
6. Te veel ijsvorming in het vriesvak
Zit de deur goed dicht?
Verhindert het voedsel dat de deur gesloten
wordt?
Opmerkingen:
• Het feit dat de rand aan de voorkant van de koelkast warm is wijst niet op een defect maar dient om condensvorming te voorkomen.
• Het koelcircuit kan borrelen of expansiegeluiden maken; dat is normaal.
36
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de Klantenservice:
Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen
1.
(zie “Storingen opsporen”). Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het
2.
ongemak is verholpen. Is dit niet het geval, schakel het apparaat dan opnieuw uit en herhaal de handeling na een uur. Als dit ook niet helpt, wend u dan tot onze
3.
Klantenservice. Vermeld de volgende gegevens: de aard van de storing,
het model,
het servicenummer (nummer achter het woord
SERVICE op het typeplaatje binnenin het apparaat),
INSTALLATIE
Installeer het apparaat niet in de buurt van
warmtebronnen. Zet het apparaat op een droge en goed
geventileerde plaats. Dek de ontluchtingsruimte aan de boven- en
onderzijde niet af. Reinig de binnenkant (zie hoofdstuk “Reinigen van
het koelvak”). Breng de bijgeleverde accessoires aan.
Elektrische aansluiting
• Houd u aan de plaatselijke voorschriften voor de elektrische aansluiting.
De gegevens met betrekking tot de spanning en
het opgenomen vermogen staan op het typeplaatje, naast de groente- en fruitladen.
Voor vrij geïnstalleerde apparaten (geen inbouw)
Monteer de bijgeleverde afstandstukken op de
bovenkant van de condensator die op de achterkant van het apparaat zit (zie afbeelding). Laat voor een optimale werking tenminste vijf cm
vrije ruimte boven het apparaat en plaats andere meubels of apparaten op een voldoende grote afstand om verluchting te garanderen. Plaats het apparaat perfect horizontaal, en stel de
positie indien nodig bij met de pootjes aan de voorzijde.
uw volledige adres,
Uw telefoonnummer en netnummer.
Opmerking: Het omkeren van de deuren van het apparaat door onze Klantenservice wordt niet beschouwd als een ingreep die onder de garantie valt.
• De aarding van het apparaat is wettelijk verplicht. De fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor eventueel letsel aan personen, dieren of voor schade aan voorwerpen die veroorzaakt is door het niet in acht nemen van deze voorschriften.
Indien de stekker en het stopcontact niet
overeenkomen, het stopcontact laten vervangen door een gekwalificeerd technicus. Gebruik geen verlengingen of meervoudige
adapters.
Afkoppeling van het elektriciteitsnet
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het
elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker uit het stopcontact te halen of via een tweepolige netschakelaar die bovenstrooms van het stopcontact is geplaatst.
37
Loading...
+ 18 hidden pages