BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
A) Koelvak
(voor het bewaren van verse levensmiddelen)
Schappen (gedeeltelijk in hoogte verstelbaar)
1.
Groente- en fruitladen
2.
Binnendeur koelkast met:
3.
(indien bijgeleverd)
a. Verstelbare vakken
b. Bovenste deurvak
c. Onderste deurvak
Lade (uitschuifbaar) (indien bijgeleverd)
4.
Afvoer voor het dooiwater
5.
Typeplaatje
6.
BEDIENINGEN
B) Vriesvak (indien bijgeleverd)
(gekenmerkt door het symbool
voor het bewaren van verse levensmiddelen en
diepvriesproducten en het maken van ijsblokjes
Rooster (niet op de afbeelding weergegeven,
7.
indien leverbaar)
Invrieszone
8.
IJsbakjes
9.
C) Bedieningen
Thermostaatknop
A.
Lichtknop
B.
Referentieteken thermostaatstand
D.
Lampje/Ledlampje
E.
23
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
Dit apparaat is een koelkast met een vriesvak met
sterren.
Of is een koelkast met een vriesvak met sterren.
Het apparaat levert optimale prestaties als de
omgevingstemperatuur er omheen tussen +10°C en +38°C
ligt.
Ingebruikneming van het apparaat
Als de stekker van het apparaat in het stopcontact gestoken is, en de
thermostaat
binnenverlichting telkens branden wanneer de deur geopend wordt.
Nadat de temperatuur is ingesteld – zoals beschreven wordt in het
volgende hoofdstuk – is het apparaat gereed om te werken.
Temperatuurinstelling
- Als u de temperatuur in het vak wilt wijzigen, draait u de
thermostaatknop:
• op de lagere cijfers
temperatuur in het vak
• op de middencijfers
temperatuur;
• op de hogere cijfers
temperatuur.
Thermostaat op
worden onderbroken.
Opmerking
De omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de deur
wordt geopend en de plaats van het apparaat kunnen van invloed
zijn op de binnentemperatuur van de koelkast. De
thermostaatstand dient op grond van deze factoren te worden
aangepast.
Belangrijk
• De instelling van de thermostaat
waar het apparaat geïnstalleerd is, van de temperatuur van het
vertrek en de frequentie waarmee de deur geopend wordt.
Bewaren van levensmiddelen in het koelvak:
Plaats de levensmiddelen zoals in de afbeelding hiernaast:
Gekookt voedsel
1.
Zuivel, conserven, kaas, boter
2.
Vis, vlees
3.
Vleeswaren
4.
Fruit, groente, salades
5.
Kleine conserven, eieren
6.
Tubes, kleine conserven
7.
Kleine flessen
8.
Flessen
9.
Opmerking
• De voedingsmiddelen moeten worden afgedekt om te
voorkomen dat ze uitdrogen.
• Warm voedsel moet eerst afkoelen, voordat het in de koelkast
gezet mag worden.
• Zorg ervoor dat de lucht goed kan circuleren tussen de
levensmiddelen.
Het koelvak wordt geheel automatisch ontdooid.
niet op het symbool
(1)
1-2/MIN
MINDER KOUD
3-4/MED
5-7/MAX
: de functies van het apparaat en de verlichting
:
:
staat, gaat de
wanneer u wilt dat de
voor een
voor een
(1)
is;
GEMIDDELD HOGE
KOUDERE
is afhankelijk van de plaats
24
GEBRUIK VAN HET VRIESVAK
Alleen voor apparaten met of met :
Als het vriesvak heeft, kunnen er al ingevroren
voedingsmiddelen in worden bewaard.
Als het vriesvak heeft, kunnen de
voedingsmiddelen er maandenlang in bewaard
worden en kunnen bovendien verse
voedingsmiddelen worden ingevroren. Op het
serienummerplaatje (zie paragraaf “Beschrijving
van het apparaat, ref. 6) wordt vermeld hoeveel
verse levensmiddelen uitgedrukt in kg. kan worden
ingevroren in 24 uur.
Invriezen van levensmiddelen
• Zet de thermostaat
• Leg de in te vriezen levensmiddelen in het midden van het
vriesvak met .
• Bevroren levensmiddelen mogen niet in contact komen
met in te vriezen levensmiddelen (houd een afstand van
ongeveer 20 mm).
• Zet de thermostaat
stand.
Belangrijk:
Wikkel het voedsel en verzegel het in:
• aluminiumfolie, plastic folie, waterdichte plastic
verpakking, polyethyleen bakjes met deksel,
diepvriesbakken.
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de
volgende punten letten:
• De v
erpakking of het pak moet onbeschadigd zijn, omdat
het product anders kan bederven. Als een pakje bol staat
of als er vochtplekken op zitten, is het niet onder optimale
omstandigheden bewaard en kan het al gedeeltelijk zijn
ontdooid.
• De diepvriesproducten dienen in isolerende tassen te
worden vervoerd.
• De diepvriesproducten dienen als laatste te worden
gekocht.
• Zet de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in het
vriesvak.
• De gedeeltelijk ontdooide diepvriesproducten mogen niet
opnieuw worden ingevroren, maar moeten binnen 24 uur
worden geconsumeerd.
• Variaties in temperatuur moeten worden vermeden of tot
een minimum worden beperkt.
De uiterste houdbaarheidsdatum op de verpakking moet
worden gerespecteerd.
• De instructies op de verpakking voor het conserveren van
diepvriesproducten moeten altijd worden opgevolgd.
IJsblokjes maken
• Vul het ijsbakje
bodem van
• Gebruik de handgreep van een lepel om de bakjes die zich
aan het vak hebben vastgehecht los te maken.
Gebruik geen puntige of scherpe voorwerpen.
het vriesvak.
op de stand
(1)
na 24 uur weer op de normale
(1)
voor 3/4 met water en zet het op de
(9)
3-4
.
25