Smeg FL224P User Manual [nl]

Koelkast NL
Wij danken u voor het vertrouwen dat u in ons gesteld hebt door de aankoop van ons
apparaat. Wij wensen u veel genoegen bij het gebruik ervan.
De koelkast dient voor huishoudelijk gebruik voor het bewaren van verse levensmiddelen bij een temperatuur boven 0°C.
Gebruiksaanwijzing Aanwijzingen voor de inbouw Onze zorg voor het milieu Energiesparen
Belangrijke wenken ............................. 48
Afvoer van de oude koelkast
Opstellen............................................... 49
De keuze van de ruimte Aansluiten
Beschrijving van het apparaat ........... 49
Voor de ingebruikname
 Laat het apparaat ongeveer 2 uur
stilstaan, alvorens het op het electriciteitsnet aan te sluiten. Hierdoor is de mogelijkheid van storingen door de invloed van het transport op het koelsysteem kleiner.
 Reinig het apparaat grondig, vooral de
binnenkant (zie het hoofdstuk Reiniging.
 Indien de losse delen niet op hun plaats
zitten, breng deze dan aan volgens het hoofdstuk Beschrijving van het apparaat.
Gebruiksaanwijzing
De gebruiksaanwijzing is voor de gebruiker bestemd en geeft een beschrijving van het juiste en veilige gebruik van de koelkast. De gebruiksaanwijzing is aan de verschillende apparatentypes aangepast en beschrijft misschien ook functies en delen, die uw koelkast niet heeft.
Aanwijzingen voor de inbouw
Voor geintegreerde apparaten zijn de aanwijzingen voor de inbouw bijgesloten. Ze
Bediening..............................................50
Temperatuurkeuze
Gebruik.................................................51
Het bewaren van levensmiddelen in de koelkast
Onderhoud en reiniging ......................52
Automatisch ontdooien van de koelkast De reiniging van het apparaat Het buiten werking stellen van het apparaat
Storingen en hoe ze verholpen kunnen
worden ..................................................52
zijn bestemd voor de vakman, die het apparaat in een kast moet plaatsen.
Onze zorg voor het milieu
 Vor de verpakking van de producten
gebruiken wij milieuvriendelijke materialen die zonder risico voor het milieu hergebruikt (gerecycled), gestort of verbrand kunnen worden. Daartoe zijn de verpakkingsmaterialen dienovereenkomstig gemerkt.
 Ook onze gebruiksaanwijzing is op
gerecycled papier of op zonder chloor gebleekt papier gedrukt.
 Als u de koelkast in de toekomst niet
meer zult gebruiken en hij u in de weg staat, zorg er dan voor dat hij het milieu niet belast. Lever de koelkast in bij een erkend inzamelingsbedrijf voor gebruikte apparatuur (zie het onderdeel over de afvoer van de oude koelkast).
Energiesparen
 Open de deur van de koelkast niet vaker
dan nodig is. Dat geldt in het bijzonder bij
Gebruiksaanwijzing 47
warm en vochtig weer. Zorg er ook voor dat de koelkast (vooral het vriesgedeelte) maar zo kort mogelijk open is.
 Controleer af en toe of het apparaat
voldoende koelt (vrije circulatie van de lucht achter het apparaat).
 Draai de thermostaatknop van een
hogere op een lagere stand wanneer het gebruik van het apparaat en de omstandigheden dit toelaten.
 Alvorens levensmiddelen in de koelkast
te leggen, moetan deze tot kamertemperatuur worden afgekoeld.
Belangrijke wenken
 Rijp of ijslagen doen het stroomgebruik
toenemen, verwijder deze daarom regelmatig zodra ze 3-5 mm dik zijn.
 Een verkaard of niet afdichtend
deurrubber kan het stroomverbruik verhogen, daarom moet het tijdig en vakkundig worden vervangen.
 De condensor aan de achterkant van de
kast moet altijd schoon en vrij van stof of keukenwazemafzettingen worden gehouden.
 Eike instructie uit de hoofdstukken
installatie en energiebesparing die niet wordt nageleefd, kan leiden tot een hoger stroomverbruik.
 Wanneer u thuis een oude, niet meer
gebruikte koelkast/diepvriezer met een slot of grendel, die van binnen uit niet geopend kunnen worden, vervangt, maak deze dan onbruikbaar. Zo kunt u kinderen voor eventuele verstikking behoeden.
 Sluit het apparaat op de juiste wijze op het
electriciteitsnet aan (zie het hoofdstuk Aansluiten).
 Wanneer de geur of kleur van een
levensmiddel verdacht is, gooi het dan weg omdat het waarschijnlijk niet meer eetbaar is.
 Trek de stekker uit de wandcontactdoos bij
reparaties (laat de koelkast altijd door een vakman repareren!), reiniging en het verwisselen van het lampje.
 Ontdool de koelkast in geen geval met
elektrische apparatuur (zoals bijv. een föhn) en gebruik geen scherpe voorwerpen voor het verwijderen van de rijp - resp. de ijslaag. Gebruik uitsluitend de bijverpakte resp. door de fabrikant toegestane hulpmiddelen.
 Denk aan het milieu en zorg ervoor dat de
achterwand van de kast (condensor of pijpleiding bij het transport van de uitgediende koelkast) resp. het koelsysteem binnen in de kast niet worden beschadigd.
 Wanneer de aansluitkabel beschadigd is,
moet deze door de fabricant of zijn erkende vakman worden vernieuwd, om ongelukken te voorkomen.
 Het typeplaatje bevindt zich in de koelkast of
aan de achterkant.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden
behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Afvoer van de oude koelkast
 De uitgediende koelkast dient onmiddellijk
buiten gebruik te worden gesteld. Maak een eventueel deurslot of een sluiting onbruikbaar om kinderen te beschermen tegen mogelijk verstikkingsgevaar.
 Alle koel- en vrieskasten bevatten ook
koelmiddelen en andere isolatiematerialen die een speciale verwerking vereisen. Daarom dient u bij de afvoer van de oude kast altijd contact op te nemen met een bevoegd en gekwalificeerd gemsantalijk bedrijf of dienaangaande bij de gemeente of bij de winkelier informatie in te winnen. Let er vanwege een mogelijk risico voor vervuiling van het milieu op om de leiding aan de achterkant van de kast niet te beschadigen.
Gebruiksaanwijzing48
Opstellen
De keuze van de ruimte
Plaats het apparaat in een droge en regelmatig geventileerde ruimte. De toegestane temperatuur van de omgeving voor de juiste werking van het apparaat is afhankelijk van de uitvoering (klasse) van het apparaat, die op het typeplaatje van het apparaat vermeld is. Plaats het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen, bijvoorbeeld een gasfornuis, verwarming, boiler enz. en stel het niet bloot aan directe zonnestraling. De koelkast moet tenminste 3 cm van het elektrisch of gasfonuls respectievelijk 30 cm van de ollekachel of kolenkachel worden geinstalleerd. Bij kleinere afstanden moet er een isolatieplaat worden gebruikt. De afstand tot de muur respectievelijk de vrije ruimte achter de kast dient ongeveer 200 cm² te bedragen. Een keukenkastje boven de koelkast moet een ruimte van tenminste 5 cm laten.
Daardoor wordt een voldoende koeling van de condensor gewaarborgd.
Klasse Raumtemperatur
SN (subnormaal) van + 10°C tot + 32°C N (normaal) van + 16°C tot + 32°C ST (subtropisch) van + 16°C tot + 38°C T (tropisch) van + 16°C tot + 43°C
Aansluiten
Sluit het apparaat met de aansluitkabel op het electriciteitsnet aan. De wandcontactdoos moet geaard zijn (veiligheids- stopcontact). De voorgeschreven netspanning en frequentie zijn op het typeplaatje van de koelkast vermeld. De aansluiting op het electriciteitsnet en de aarding van het apparaat moeten volgens de geldige standaarden en voorschriften uitgevoerd zijn. Het apparaat laat een kortdurende spanningsafwijking toe, echter hoogstens van
-6 tot +6%.
Beschrijving van het apparaat
Plaat (1)
(het aantal hangt af van het model) De plaat kan naar wens op de richels in het apparaat worden geplaatst. Het is tegen uittrekken beveiligd. Til het, aan de achterkant een beetje op en u kunt het uit het apparaat trekken. De glazen platen (hebben slechts enkele modellen) zijn met plastic afstandhouders beveiligd. Wanneer u de plaat er uit wilt trekken, moet u eerst de
Gebruiksaanwijzing 49
afstandhouders naar u toe schuiven. U kunt de afstandhouders ook verwijderen. Bewaar ze echter voor eventuele latere transporten. Bewaar bederfelijke levensmiddelen achter op het rekje, waar het het koelste is. Bij sommige modellen kenmerkt een lijn de grens tot waar levensmiddelen op de plaat gelegd mogen worden.
Flessenhouder
(hebben slechts enkele modellen)
Het rek (het aantal is van het model afhankelijk) dient voor het bewaren van flessen. Het kan in twee standen geplaatst worden (horizontaal of aan de voorkant één richel hoger). De flessen kunnen er ook op de kurk opgelegd worden. Het rek is tegen uittrekken beveiligd. U kunt alleen het lege rek uittrekken door het achterste gedeelte omhoog te tillen en naar u toe te trekken.
Waarschuwing!
Indien zich in de deur opbergvakken bevinden, plaats het rek dan zo dat de lengte van de flessen niet hinderen bij het sluiten van de deur. U kunt maksimaal 9 flessen met een inhoud van 0,75 l of meer (totaal gewicht maximaal 13 kg) op het rek plaatsen – zie het etiket onder de ombouw van de thermostaat in het apparaat.
Opening voor de afvoer van het dooiwater (2)
Onder de koelplaat, die de binnenkant van de koelkast koelt (en in de achterwand is ingebouwd) bevinden zich een gleuf en een opening, waardoor het dooiwater afvloeit. De gleuf en de opening mogen niet verstopt zijn (bijvoorbeeld met voedselresten). Regelmatig controleren en eventueel schoonmaken (bijvoorbeeld met een rietje).
Groente- en fruitlade (3)
De groente- en fruitlade is onderin de koelkast onder de glazen plaat. Dit zorgt voor voldoende vochtigheid, waardoor het bewaarde fruit en de groente langer vers blijven (minder uitdrogen).
De binnenkant van de koelkastdeur
In de binnenkant van de deur zitten rekjes of vakken, bestemd voor het bewaren van kaas, boter, eieren, joghurt en andere kleinere pakjes, tubes, blikjes e.d. Het onderste gedeelte van de deur biedt plaats aan flessen.
De binnenverlichting van de koelkast
Het lampje voor de verlichting van de binnenkant van de koelkast brandt wanneer de deur geopend wordt (ongeacht de stand van de temperatuurkeuzeknop).
OPMERKING:
 De binnenkant van de koelkast kan afhankelijk
van het model veranderd worden.
 Bij de bevoegde klantenservice kunt u een bakje
voor kruiden en aromas, een bakje voor tubes en meer platen bijkopen.
Bediening
U regelt de temperatuur in de koelkast met de knop rechts bovenin de koelkast (draaibaar van STOP (0) tot 7 en terug).
Temperatuurkeuze
 De hogere standen van de
temperatuurkeuzeknop (naar 7) betekenen lagere temperaturen (koeler) in alle delen van het apparaat. De temperatuur in de koelkast kan ook beneden 0 dalen.
 Gebruik de hogere stand alleen wanneer een
lagere koeltemperatuur gewenst en aan te bevelen is.
 Bij een normale temperatuur van de omgeving
is aan te bevelen, de temperatuurkeuzeknop op de middenstand te zetten.
Gebruiksaanwijzing50
 Een verandering van de temperatuur van de
omgeving beinvloedt de temperatuur in het apparaat. Pas de afstelling van de temperatuurkeuzeknop hierbij aan.
 In de STOP (0) stand functioneert het apparaat
niet (het koelsysteem staat niet aan). Het apparaat staat echter onder spanning (het verlichtingslampje gaat aan wanneer u de deur van de koelkast opent).
 De temperatuur in de koelkast is ook afhankelijk
van hoevaak de deur geopend wordt.
Gebruik
Het bewaren van levensmiddelen in de koelkast
 Het juiste gebruik van de koelkast en ook
een goede verpakking van de levensmiddelen, handhaving van de goede temperatuur en inachtneming van de hygiënische voorschriften voor de levensmiddelen zijn van doorslaggevende invloed op de kwaliteit van het bewaren van levensmiddelen.
 De levensmiddelen die u in de koelkast
bewaart moeten vers, van goede kwaliteit en voldoende verpakt zijn zodat ze geen geur en vocht afgeven of opnemen. Zorg ervoor, dat andere levensmiddelen altijd goed verpakt (in plastic zakjes of folie, aluminiumfolie, papier met een waslaagje enz.) of afgedekt zijn.
 Alvorens de levensmiddelen in de
koelkast te leggen, dient de verkoopverpakking te worden verwijderd (bijv. yoghurtverpakking).
 Bewaar geen ontvlambare en explosieve
stoffen in de koelkast.
 Flessen met een hoog alcoholpercentage
moeten goed afgesloten zijn en rechtop staan.
 De levensmiddelen mogen niet met de
achterwand van de koelkas in aanraking komen!
 Laat de levensmiddelengoed afkoelen
alvorens ze in de koelkast te leggen.
 Bewaar knapperige en gevoelige
levensmiddelen in de koudste gedeelten van de koelkast.
 Houd deurtjes zoveel mogelijk gesloten.  Zet de thermostaatknop in een zodanige
positie dat de laagste temperaturen worden berelkt. De instelling dient trapsgewijs plaats te vinden daarbij moet echter worden voorkomen dat de levensmiddelen invrlezen. Het meten van de temperatuur in het betreffende koelkastgedeelte gebeurt door middel van een in een met water gevuid glas water geplaatste thermometer. Een betrouwbare temperatuuraflezing wordt verkregen na enkele uren in ruststand.
 Sommige organische oplosmiddelen,
evenals de etherische olie in citroen- en sinaasappelschillen of boterzuur, veroorzaken beschadigingen en voortijdige slijtage van de kunststof oppervlakten en de deurband.
 Een onaangename geur in de koelkast
wijst erop, dat er iets aan het bederven is.
 Dit kunt u verhelpen door een scheutje
azijn aan het schoonmaakwater toe te voegen.
 Ook is het gebruik van actieve koolfilters,
die de lucht reinigen en de geur neutraliseren, aan te raden.
 Wanneer u voor een paar dagen van huis
gaat, laat dan geen bederfelijke levensmiddelen in de koelkast achter.
De bewaartijd van levensmiddelen
Levensmiddel Bewaartijd (in dagen)
Boter + + + + + + + = = = = = Eieren + + + + + + + + + + = = = = Vlees: rauw aan + + =
een stukje + =
Gerookt + + + + + + + + + + = = = = Vis + = Marinade + + + + + + + + + + = = = = Worteltjes + + + + + + + + = = = = = = Kaas + + + + = = = = = = = = = = Gebak + + = = = = Fruit + + = = = = = = = = Klaargemaakte gerechten + + = =
Legende: + de aanbevolen bewaartijd = de mogelijke bewaartijd
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Gebruiksaanwijzing 51
Onderhoud en reiniging
Automatisch ontdooien van de koelkast
U hoeft de koelkast niet te ontdooien omdat de rijp op de achterwand automatisch ontdooit. De rijp die zich op de achterwand verzamelt wanneer de compressor in werking is, ontdooit wanneer de compressor buiten werking is en vloeit in druppeltjes naar beneden, vervolgens door de opening in de achterwand van de koelkast in het bakje boven de compressor, waar het verdampt.
De reiniging van het apparaat
Verwijder alvorens het apparaat te reinigen de stekker uit het stopcontact! Gebruik geen
scherpe en schurende schoonmaak- middelen. Zorg er bij het schoonmaken voor dat u alle resten van reinigingsmiddelen verwijderd!  Reinig de buitenkant van het apparaat met
water en een vloeibaar reinigingsmiddel.
 Reinig de gelakte oppervlakten met een
zachte doek en een reinigingsmiddel op basis van alcohol (bijv. een glasreiniger). U kunt ook alcohol (ethanol of isopropylalcohol) gebruiken.
 Voor plastic en gelakte delen mag u geen
schurende of speciale bijtende reinigingsmiddelen zoals reinigingsmiddelen voor roestvrij staal e.d. gebruiken.
 Neem de binnenkant van het apparaat af
met lauwwarm water met een scheutje azijn. De kunststof delen zijn niet afwasmachinebestendig.
 Neem de binnenkant van het lege apparaat
as met lauwwarm water, waaraan u een scheutje azijn heeft toegevoegd.
 Verwijder het stof van de condensator aan
de achterkant van het apparaat met een
zachte, niet metalen borstel of met de stofzuiger.
 Maak ook het bakje boven de compressor
van de koelkast schoon (verwijder het niet).
Sluit het apparaat na het schoonmaken weer aan op het electriciteitsnet, schakel het in en vul het met de levensmiddelen.
Het buiten werking stellen van het apparaat
Wanneer u het apparaat langere tijd niet gebruikt, de temperatuurkeuzeknop op STOP (0) zetten. Verwijder de stekker uit het stopcontact, maak de koelkast leeg, ontdooi en maak hem schoon. Laat de deur op een kier staan.
Storingen en hoe ze verholpen kunnen worden
Tijdens het gebruik van het apparaat kunnen storingen optreden. Hieronder vermelden we enkele storingen, die meestal het gevolg zijn van onjuist gebruik en die u zelf verhelpen kunt.
Het apparaat functioneert niet, nadat het op het electriciteitsnet is aangesloten
 Controleer of er spanning op het stopcontact
staat en of het apparaat aan staat (temperaturkeuzeknop in de "aan" stand).
Gebruiksaanwijzing52
Het koelsysteem functioneert ononderbroken gedurende langere tijd
 De deur wordt te vaak geopend of blijft te
lang open staan.
 De deur is niet goed gesloten (misschien zit
er iets tussen de deur, hangt de deur of is de rubber band beschadigd,..).
 Er is een te grote hoeveelheid verse
levensmiddelen in de diepvriezer geplaatst.
 De compressor en de condensator koelen
niet voldoende. Controleer of de lucht ongestoord circuleert. Reinig de condensator.
Het ontstaan van ijs op de achterwand van de koelkast
Zolang het water via de gleuf en door de opening in het bakje op de compressor afvloeit, is normaal automatisch ontdooien van de koelkast gegarandeerd. Indien zich op de achterwand van de koelkast overmatig ijs afzet (3-5 mm), ontdooi het apparaat dan met de hand. Draai de termostaatkeuzeknop in de STOP (0) stand en laat de deur van de koelkast openstaan. Ontdooi het ijs niet met electrische apparaten (haardroger e.d.) en verwijder het niet met scherpe voorwerpen. Draai na het ontdooien de knop op de gewenste stand en sluit de deur van de koelkast. Overmatige ijsafzetting komt door
 slecht afsluiten van de deur (wanneer de
rubber afsluitstrip vuil of beschadigd is, hem schoonmaken of vervangen),
 te vaak openen van de deur of het te
lang openstaan van de deur,
 het vullen van de koelkast met warm
voedsel,
 voedsel of een schaal raken de
achterwand van de koelkast.
Er loopt water uit de koelkast
Er loopt water uit de koelkast, wanneer de waterafvoeropening verstopt zit of wanneer het dooiwater langs de gleuf waarin het water verzameld wordt, drupt.  Maak de verstopte opening schoon,
bijvoorbeeld met een rietje.
 Ontdooi een te dikke ijslaag met de hand (zie
het hoofdstuk Het ontstaan van ijs op de achterwand in de koelkast).
Geluid
Voor het koelen in de koel- en diepvriesapparaten zorgt een koelsysteem met compressor, dit veroorzaakt echter ook een zeker geluid. De geluidssterkte is afhankelijk van de opstelling, het juiste gebruik en hoe oud het apparaat is.  Wanneer de compressor in werking is, horen
we het geluid van het stromen van de vloeistof, wanneer hij niet in werking is, horen we het overgieten van de koelvloeistof. Dat is
normaal en heeft geen invloed op de levensduur van het apparaat.
 Na de ingebruikname van het apparaat
kunnen de werking van de compressor en het overgieten van de koelvloeistof luider zijn. Dit duidt niet op een storing en heeft geen invloed op de levensduur van het apparaat. Na verloop van tijd nemen deze geluiden af.
 Soms treden tijdens de werking van het
apparaat ook ongewone of sterkere geluiden op, die niet gebruikelijk en meestal het gevolg zijn van onjuist opstellen.
 Het apparaat moet recht en stabiel op
een stevige ondergrond staan.
 Het mag geen wanden of andere
elementen raken.
 Controleer of de delen in de koelkast op
hun plaats zitten en dat er geen blikjes, flessen of andere pannen rammelen omdat ze elkaar raken.
Het verwisselen van het verlichtingslampje
Voor het verwisselen van het lampje altijd de stekker uit het stopcontact halen. Druk met uw duim op de achterkant van het beschermkapje dat het lampje afdekt (in de richting van pijltje 1), zodat het uit zijn stand springt. Verwijder het beschermkapje (in de richting van pijltje 2) en verwissel het lampje met een nieuw (E14, max. 15W). Doe het doorgebrande lampje niet bij uw organische afval.
Het lampje is verbruiksmateriaal en valt niet onder onze garantie!
De gloeilampen, gebruikt in dit apparaat, zijn speciale lampen, die uitsluitend zijn gemaakt voor het gebruik in huishoudelijke apparaten. Ze zijn niet geschikt voor huishoudelijke verlichting.
WIJ BEHOUDEN HET RECHT VOOR OP VERANDERINGEN DIE DE FUNCTIE
VAN HET APPARAAT NIET BEINVLOEDEN.
Gebruiksaanwijzing 53
Inbouw-Handleiding
Geïntegreede koel/diepvries
Deze inbouw-instructies voor koel-en diepvriesapparaten zijn voor de vakman bedoeld.
Bij de inbouw en het aansluiten van het apparaat moeten de instructies en wettig van kracht zijnde standaarden en voorschriften inachtgenomen worden.
Deze leidraad kan voor de montage van diverse uitvoeringen van koel-en diepvriesapparaten ter hand genomen worden, daarom kunnen hierin ook sommige beschrijvingen voorkomen die geen betrekking op uw kast hebben.
apparaten
38
Veranderen van openingsrichting van de deur 39
Inbouwafmetingen en koelmethode 40-41
Inbouw van het apparaat 42-43
Inbouw-Handleiding
Inbouwafmetingen en koelmethode
De lucht achter het apparaat moet voortdurend vrij circuleren, omdat de achterzijde door de verwarming warm wordt (en het water in het vat van de compressor verdampt).
In de onderkast, waar het inbouwdeel zal worden opgenomen,
moet een minstens 200 cm² grote opening voor het opnemen van de koellucht voorzien worden.
Aan het boveneinde van het keukendeel stroomt de lucht uit;
daarom opletten dat de doorstromende lucht boven niet opgehouden wordt.
A (mm) B (mm)
575 575-580
875 875-880 1025 1025-1030 1225 1225-1230
Inbouw-Handleiding
39
Veranderen van openingsrichting van de deur
De richting van het openen van de deur kan willekeurig gewisseld worden. De daarvoor bepaalde gaten op de tegenoverliggende zijde zijn voorgeboord en worden met pinnetjes gesloten.
Deksel v. bovenscharnier afnemen, scharnier losdraaien en deur van het apparat afnemen (steunt alleen op onderscharnier).
Bovenste lijst losdraaien en op tegenoverliggende zijde van het koelkastraam vastschroeven.
Onderlegplaatje v. onderscharnier afnemen en (door draaien in de richtig van de klokwijzers), de pin van onderste scharnier losdraaien.
Pin en onderlegplaatje in omgekeerde volgorde in de opening van het onderscharnier op de andere zijde van de kast leggen.
Verwijder de hoekstukken van de deur en verwissel ze (plaats het hoekstuk met het gat op de plaats van het hoekstuk zonder gat en omgekeerd).
Steek de deur van het apparaat op onderscharnier.
Het bovenste scharnier aantrekken en afdekken.
Glijsporen op de andere zijde van de deur verplaatsen.
Gaatjes die zo gebleven zijn na het verplaatsen, met pinnetjes
afdichten.
Tenslotte het nauwkeurig paasen van de magneetsluiters keuren. (Sluiter mag niet verkreukeld zijn en moet overal goed afdichten). Als deze niet goed past, trek hem er dan uit en draai hem 180°. Bij bepaalde modellen kan de dichting van de deur niet vervangen worden. Op plaatsen waar de dichting niet aan de kast van het apparaat aansluit, deze van een passende afstand verwarmen (bijv. met een haardroger) en een beetje rekken totdat de juiste hoogte van de dichting is bereikt.
40
Verandering van de openingsrichting de vriesruimte
Springpen losdraaien en scharnier v. vrieskamer en deurtje afnemen.
Gaatjes dan met bijgevoegde pinnetjes toedichten.
Deurtje om 180° draaien. op andere zijde van de vrieskamer
plaatsen en scharnier met springpen op de nieuwe plaats aanbrengen (bevestigingsgaten zijn reeds aangeduid).
Inbouw-Handleiding
1 Deksel v. bovenste scharnier 6 Pin v. onderste scharnier 2 Bovenste scharnier 7 Onderscharnier 3 Bovenste lijst 8 Hoekstuk zonder gat 4 Glijvoering 9 Hoekstuk met gat 5 Onderlegplaatje v. onderscharnier
10 Deurtje v. vriesruimte 12 Scharnier v. deurtje 11 Springpen v. deurtje
Inbouw-Handleiding
41
Inbouw van het apparaat
Het apparaat ca. 38 mm diep in het keukenelement schuiven, waarbij de afstand tussen het apparaat en het oppervlak van het betreffende keukenelement op de tegenoverliggende zijde van het scharnier van de deur over de gehele hoogte 4 mm moet bedragen (zie tekening 1).
Maak de deur van het apparaat volledig open en verbind deze met de deuren van het keukenelement.
Bevestig de richels van de geleiders (bijgeleverd in het zakje
met de schroeven ST 4,2 x 9,5) aan de rand van het apparaat. Plaats de bijgeleverde dopjes in de niet afgedekte gaten.
Deur van het apparaat met de deur van het keukendeel
samen drukken (tekening 2).
Glijders in banen zetten en deze met schroeven A 4 x 12 15
mm van deurrand van het keukendeel bevestigen (tekening 3).
Glijbanen verwijderen en deur van het apparaat van deur
keukenelement scheiden.
Glijders verder nog met andere schroeven bevestigen en
opletten dat de glijders daarbij niet verschoven worden (tekening 4).
Glijbanen op de oorspronkelijke plaats bevestigen.
Maak de deur toe en zie dat ze goed toegaat en afsluit (geen
verkreuken van het dichtband). AANMERKING: Apparaten met een hoogte van 575 mm bezitten slechts een glijder en glijbaan.
Ten slotte het apparaat in het keukendeel schuiven en
bevestigen door drie bouten door de bovenlijst, twee schroeven A 4 x 12 in de bodem en door de onderste scharnieren aan te brengen A 4 x 16. Voor de schroeven moeten daarvoor gaten van 3 mm x 5 mm (tekening 5) geboord worden.
De spleet in de andere zijde van het deurscharnier moet met het
bijgevoegd band afgedicht worden (tekening 6).
42
WAARSCHUWING!
Tijdens het opstellen van het apparaat in een keukenelement, het apparaat nooit op elektrisch stroomnet aansluiten, de
thermostaatknop in positie STOP (0), of de "POWER" schakelaar in Aan/Uit (ON/OFF) draaien.
Inbouw-Handleiding
tekening 1 tekening 2
tekening 3
tekening 5
Inbouw-Handleiding
tekening 4
tekening 6
43
Einbauanweisung 4-9
Mounting Instructions 10-15
Istruzioni per l'installazione 16-21
Notice d'installation 22-27
Instrucciones para empotrar 28-33
Instruções para o encaixe 34-39
Inbouw-Handleiding 40-45
44
Inbouw-Handleiding
Loading...