DE ONDERDELEN VAN HET APPARAAT EN DE ...................... 85
NL - 69 -
DEEL 1
VOORDAT UW DE KOELKAST GEBRUIKT
Informatie over de No-frost technologie
No-Frost koelkasten verschillen van andere statische
koelkasten wat betreft hun werkingssysteem.
In het diepvriesgedeelte van een normale koelkast,
maakt de vochtigheid van levensmiddelen in de koelkast
tijdens het openen van de deur dat er ijsvorming aan de
binnenzijde van het diepvriesgedeelte optreedt.
Om gevormd ijs en sneeuw te ontdooien, moeten
stappen worden ondernomen als het uitschakelen van
de koelkast, het uitnemen van levensmiddelen die koud
moeten blijven en het verwijderen van opgehoopt ijs.
In het geval van een No Frost koelkast is dit volledig
anders. Door de ventilator wordt op veel punten,
gelijkmatig, droge en koude lucht geblazen doorheen de
koelendiepvriesgedeeltes. De koude lucht die
gelijkmatig wordt verspreid, zelfs in de binnenruimte
tussen de plateaus, zorgt er niet alleen voor dat al uw
levensmiddelen gelijkmatig en correct worden gekoeld,
maar ook dat er geen condens- of ijsvorming kan
optreden.
Naast volume en esthetisch uiterlijk, biedt uw No Frost
koelkast daarom een geweldig gebruiksgemak.
NL - 70 -
Veiligheidsmaatregelen
• Dit model bevat R600a - zie hiervoor het naamplaatje in de koelkast - (het koelmiddel
isobuthaan), aardgas dat zeer milieuvriendelijk is, maar ook ontvlambaar. Bij het
vervoer en het installeren van het apparaat moet er goed op worden gelet dat de
componenten van het koelcircuit niet beschadigd raken. In het geval van
beschadiging moet men open vuur of ontstekingsbronnen vermijden en de ruimte
waar het apparaat staat een aantal minuten goed ventileren.
• Let op: Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen in de ombouw van het apparaat of de
constructie waarin het apparaat wordt ingebouwd niet afgedekt worden.
• Gebruik geen mechanische apparatuur of andere kunstmatige middelen om het
proces van ontdooien te versnellen.
• Gebruik geen elektrische apparatuur in het koel- en het vriezercompartiment van het
apparaat.
• Als dit apparaat een oude koelkast met een slot vervangt, verwijder het slot dan of
breek het open als veiligheidsmaatregel, zodat spelende kinderen zichzelf niet
kunnen opsluiten.
• Oude koelkasten en vriezers bevatten isolatiegassen en koelmiddelen die op de
juiste wijze moeten worden afgevoerd. Laat de verwijdering van uw oude apparaat
over aan de plaatselijke afvalverwijderingsdienst en neem contact op met de
plaatselijke overheid of uw leverancier wanneer u vragen heeft. Let er goed op dat
het koelbuizenwerk niet beschadigd raakt voordat het apparaat wordt opgehaald
door de juiste afvalverwijderingsdienst.
Belangrijk:
Lees deze gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat installeert en inschakelt. De
fabrikant is niet aansprakelijk voor een onjuiste installatie en onjuist gebruik (zie
gebruiksaanwijzing).
NL - 71 -
Aanbevelingen
Waarschuwing: Gebruik geen andere mechanische toestellen of anderen middelen
om het ontdooiingproces te versnellen. Gebruik geen elektrische toestellen in de
bewaarladen van het toestel. Houd de ventilatieopeningen van het toestel vrij. Beschadig
het koelcircuit van de koelkast niet.
• Geen adapters of parallelle schakelingen gebruiken die
oververhitting of brand kunnen veroorzaken.
• Geen oude, gedraaide stroomkabels gebruiken.
• De kabels niet draaien of buigen.
• Kinderen niet met het apparaat laten spelen. Kinderen NOOIT
op lades/boorden laten zitten of aan de deur laten hangen.
• De stekker niet met natte handen in het stopcontact steken.
• Geen houders (glazen flessen of blikken) met vloeistoffen, en
in het bijzonder gashoudende vloeistoffen, in de vriezer
plaatsen; bij bevriezing kunnen deze barsten.
• Flessen met dranken met een hoog alcoholpercentage dienen
goed afgesloten en rechtop in de koelkast te worden geplaatst.
• De koeloppervlakken niet aanraken, vooral niet met natte
handen; deze oppervlakken zijn zo koud dat dit pijnlijk kan zijn
en brandwonden kan veroorzaken.
• Us dat net uit de vriezer is genomen niet opeten.
• Indien de elektriciteitskabel beschadigd is, dient deze door de
fabrikant of reparateur of een bevoegde technicus te worden
vervangen.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (inbegrepen kinderen) met
gereduceerde fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten, of een gebrek aan ervaring
en kennis, tenzij ze toezicht of instructies kregen betreffende het gebruik van het
apparaat door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen
moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet spelen met het apparaat.
• Indien de elektriciteitskabel beschadigd is, moet deze worden vervangen door de
fabrikant of service agent of een aangeduide persoon.
Het apparaat installeren en aanzetten
• Dit apparaat werkt op 220-240V en 50Hz.
• Vervanging van de elektriciteitskabel dient te gebeurden door een bevoegde
technicus.
• Onze serviceafdeling kan zonder extra kosten het apparaat voor u installeren en
aanzetten.
NL - 72 -
• Controleer voordat u de stekker van het apparaat in het stopcontact steekt of het
voltage dat is aangegeven op het typeplaatje overeenkomt met de spanning van de
bedrading in uw woning.
• Indien de stekker van uw koelkast niet in uw stopcontact past, dient u deze te
vervangen door een passende stekker (minimaal 16A)
• Sluit de stekker aan op een stopcontact met voldoende aarding.
Als uw stopcontact niet geaard is, raden wij u aan een elektricien
in te schakelen.
• De fabrikant is niet verantwoordelijk voor het niet maken van een
aardverbinding zoals aangegeven in deze gebruiksaanwijzing.
• Dit apparaat niet in direct zonlicht plaatsen.
• Niet in de open lucht gebruiken en niet blootstellen aan regen.
• De koelkast uit de buurt van warmtebronnen en op een plaats met
goede ventilatie plaatsen. De koelkast dient op minimaal 50cm
afstand van radiatoren, gas- of kolenkachels te worden geplaatst
en op 5cm afstand van elektrische kachels.
• Houd boven de koelkast een ruimte van minimaal 15cm vrij.
• Om te voorkomen dat de condensator (zwarte gevleugelde deel
aan de achterzijde) tegen de muur rust, plaatst u een plastic
afstandsstuk voordat u de koelkast 90° draait.
• Geen zware voorwerpen of een grote hoeveelheid voorwerpen
boven op de koelkast plaatsen.
• Indien dit apparaat naast een andere koelkast of vriezer wordt geplaatst, dient u een
minimale onderlinge afstand van 2cm aan te houden; dit om condensatie te
voorkomen.
• Het apparaat dient stevig en waterpas op de vloer te staan. Gebruik de twee stelvoetjes
aan de voorzijde om een schuin lopende vloer te compenseren.
• Om luchtcirculatie onder het apparaat mogelijk te maken, dient de ruimte onder het
apparaat open te worden gelaten. Sluit deze ruimte niet af met vloerbedekking, etc.
• De buitenkant van het apparaat en de accessoires binnenin moeten worden gereinigd
met water en vloeibare zeep; de binnenzijde van het apparaat met soda en lauw
water. Alle accessoires laten drogen en vervolgens terugplaatsen.
Voordat u het apparaat aanzet
• Voor een goede werking dient u 3 uur te wachten voordat u de stekker
van het apparaat in het stopcontact steekt.
• Wanneer u het apparaat voor de eerste maal aanzet kunt u een
bepaalde geur ruiken. Deze geur verdwijnt vanzelf als het apparaat
begint te koelen.
NL - 73 -
DEEL 2
DE DIVERSE FUNCTIES EN DE MOGELIJKHEDEN
Temperatuurinstellingen
Thermostaatknop van de koelkast en vriezer
Koelgedeelte
Garandeert dat de temperatuurinstellingen in het koel- en vriesgedeelte van uw
koelkast automatisch worden uitgevoerd. De knop kan worden ingesteld op een waarde
van 1 tot 6. Naarmate u de thermostaatknop van 1 naar 6 draait, daalt de temperatuur in
het apparaat. Om in de wintermaanden energie te besparen,kuntu de
koelkasttemperatuur in een lagere positie zetten.
Thermostaatknop koelgedeelte;
5-6 :Voor extra koeling.
3-5 :Voor normaal gebruik.
1-3 :Voor minder koeling.
Waarschuwingen voor temperatuurinstellingen
• De thermostaatinstelling dient met inachtneming van hoe vaak de deur van de
koelkast en vriezer wordt geopend worden uitgevoerd, als ook de hoeveelheid
levensmiddelen die worden opgeslagen en de omgeving waarin de koelkast zich
bevindt.
• Om de koelkast na de eerste aansluiting op het stopcontact volledig te laten afkoelen,
dient deze - afhankelijk van de omgevingstemperatuur -de eerste 24 uur leeg te
draaien.
• Tijdens deze periode dient u de deuren van uw koelkast niet frequent te openen en
de koelkast niet overmatig te vullen.
• Als u de koelkast opnieuw wilt inschakelen nadat de stekker uit het stopcontact werd
genomen, dient u minimaal 5 minuten te wachten voordat u de stekker opnieuw
insteekt. Dit voorkomt beschadiging van de compressor.
NL - 74 -
DEEL 3
HET PLAATSEN VAN LEVENSMIDDELEN
Koelgedeelte
• Om condens- en geurvorming te voorkomen, dienen levensmiddelen in gesloten of
afgedekte bakjes in de koelkast te worden geplaatst.
• Warme levensmiddelen en dranken dienen eerst tot kamertemperatuur te worden
afgekoeld voordat ze in de koelkast worden geplaatst.
• Plaats geen verpakte levensmiddelen en bakjes tegen de lamp en deksel van het
koelgedeelte.
• Fruit en groenten kunnen direct in de groentelade worden geplaatst zonder dat deze
apart moeten worden ingepakt.
• Hieronder staan enkele aanbevelingen met betrekking tot het plaatsen en bewaren
van uw levensmiddelen in het koelgedeelte.
LevensmiddelBewaartermijn
Fruit en groenten1 week
Vis en vlees2-3 dagen
Verse kaas3-4 dagenIn het speciale deurvak
Boter, margarine1 weekIn het speciale deurvak
Producten in
flessen,
Melk en yoghurt1 maandIn de eierhouder
EierenOp ieder plateau
NIET DOEN: Geen aardappelen, uien of knoflook in de koelkast bewaren. Vlees dat niet
werd bereid na ontdooien niet weer invriezen.
Door de fabrikant
aangeraden periode
Plaats waar deze in het koelgedeelte
worden geplaatst
In de groentelade
(zonder extra verpakking)
Verpakt in plastic folie of zakje of in
vleesdoosje (op glazen plateau)
In het speciale deurvak
NL - 75 -
Het diepvriesgedeelte
• Gebruik het diepvriesgedeelte van uw koelkast voor het langdurig bewaren van
ingevroren levensmiddelen en het maken van ijs.
• Plaats de levensmiddelen die u wilt invriezen eerst in de bovenste lade van de
diepvriezer zodat de vriescapaciteit van uw koelkast niet wordt overschreden. U kunt
uw levensmiddelen naast reeds ingevroren levensmiddelen plaatsen wanneer deze
etenswaren (minimaal 24 uur) zijn ingevroren.
• Het verdient aanbeveling om de thermostaat op niveau 5 te houden.
• Zorg ervoor dat in te vriezen levensmiddelen niet tegen reeds ingevroren
levensmiddelen aan komen te liggen.
• U dient de levensmiddelen die u wilt invriezen (vlees, stukjes vlees, vis enz.) te
verdelen in porties die u per keer kunt consumeren.
• Vries ontdooide levensmiddelen niet opnieuw in. Dit kan uw gezondheid in gevaar
brengen omdat het problemen als voedselvergiftiging kan veroorzaken.
• Plaats geen warme maaltijden in uw diepvriezer voordat deze zijn afgekoeld. Hierdoor
kunnen reeds ingevroren levensmiddelen in de diepvriezer gaan ontdooien en rotten.
• Indien u reeds ingevroren levensmiddelen koopt, controleer of deze onder de juiste
omstandigheden werden ingevroren en of de verpakking niet is beschadigd.
• Bij het bewaren van ingevroren levensmiddelen, dient u de bewaaromstandigheden
zoals vermeld op de verpakking in acht te nemen. Mochten er geen instructies
vermeld staan, dan dienen de levensmiddelen binnen de korst mogelijke tijdsperiode
geconsumeerd te worden.
• Bevroren levensmiddelen dienen te worden verplaatst voordat ze ontdooien en dienen
zo snel mogelijk in de snelvrieslade te worden geplaatst. Gebruik de deurschappen
niet voor het invriezen.
• Als de verpakking van ingevroren levensmiddelen vochtig is geworden of een geur
afgeeft, kan het zijn dat deze producten onder ongunstige omstandigheden werden
opgeslagen en zijn gaan rotten. Deze soort levensmiddelen niet kopen!
• De bewaartermijn van ingevroren levensmiddelen is afhankelijk van de
omgevingstemperatuur, het frequent openen en sluiten van de deuren,
thermostaatinstellingen, soort levensmiddel en de tijdsduur die is verstreken sinds
de levensmiddelen werden gekocht tot het moment waar op ze in de vriezer werden
geplaatst. Neem altijd de aanwijzingen op de verpakking in acht en overschrijd nooit
de bewaartermijn.
• Tijdens langere perioden van stroomstoring, de deur of het diepvriesgedeelte niet
openen. In een omgevingstemperatuur van 25°C handhaaft uw koelkast uw
ingevroren levensmiddelen gedurende 13 uur. In hogere omgevingstemperaturen
neemt deze periode af. In geval van stroomstoringen die langer duren, dient u de
levensmiddelen niet opnieuw in te vriezen maar zo snel mogelijk te consumeren.
Op pagina 77, 78 en 79 staan enkele aanbevelingen vermeld met betrekking tot het
plaatsen en bewaren van uw levensmiddelen in het diepvriesgedeelte.
NL - 76 -
Bewaartermijn
ontdooien op
VIS EN VLEESVoorbereiden
kamertemperatuur
(in maanden)
(in uren)
BiefstukIn folie verpakt6-101-2
LamsvleesIn folie verpakt6-81-2
KalfsbraadstukIn folie verpakt6-101-2
Kalfsvlees in blokjesIn kleine stukjes6-101-2
Schapenvlees in
blokjes
Gehakt
SlachtafvalIn kleine stukjes1-31-2
Worst / salami
Kip en kalkoenIn folie verpakt7-810-12
Gans/eendIn folie verpakt4-810
Hert, wild zwijn,
konijn
Hert, wild zwijn,
konijn
Zoetwatervis; forel,
karper, tonijn,
meerval
Vette vis; boniter,
makreel, zeeforel,
ansjovis
wanneer dit een velletje heeft
schoongemaakt aan binnenkant
en van schubben ontdaan. Kop-
en staartdelen dienen indien
In kleine stukjes4-82-3
In platte pakjes en zonder
kruiden
Moet worden verpakt zelfs
In porties van 2.5 kg zonder
beenderen
Moet worden gewassen en
gedroogd nadat werd
nodig te worden verwijderd.
1-32-3
1-2Totdat goed ontdooid
9-1210-12
2Totdat goed ontdooid
4-8Totdat goed ontdooid
2-4Totdat goed ontdooid
Schaaldieren
Kaviaar
Slakken
Schoongemaakt en in zakken
verpakt
In verpakking in aluminium of
plastic bakje
In zout water, in aluminium of
plastic bakje
4-6Totdat goed ontdooid
2-3Totdat goed ontdooid
3Totdat goed ontdooid
Opmerkingen: Ingevroren dienen net als vers vlees onmiddellijk te worden bereid nadat
ze werden ontdooid.
Als vlees niet is bereid na te zijn ontdooid, mag dit niet opnieuw worden ingevroren.
NL - 77 -
FRUIT EN
GROENTEN
Voorbereiden
Bewaartermijn
(in maanden)
Periode voor
ontdooien op
kamertemperatuur
(in uren)
Verwijder de bladeren, verdeel
Bloemkool
Groene bonen,
snijbonen
ErwtenSchoonmaken en wassen12
Champignons en
asperges
KoolSchoongemaakt6-82-Op kamertemperatuur
Aubergine
Maïs
WortelWasseneninplakjessnijden12
kool in stukken en houd deze
in water met een beetje citroen
Wasseneninkleinestukjes
snijden
Wasseneninkleinestukjes
snijden
Wasseneninstukkenvan2
cm snijden
Schoonmaken en als kolf of
korrels bewaren
10-12
10-13
6-9
10-12
12
Kanwordengebruikt
zonder te zijn ontdooid
Kanwordengebruikt
zonder te zijn ontdooid
Kanwordengebruikt
zonder te zijn ontdooid
Kanwordengebruikt
zonder te zijn ontdooid
Kanwordengebruikt
zonder te zijn ontdooid
Kanwordengebruikt
zonder te zijn ontdooid
Kanwordengebruikt
zonder te zijn ontdooid
Steel verwijderen, in twee
Paprika
SpinazieGewassen6-92-Op kamertemperatuur
Appel en peerIn stukjes en schil verwijderd8-105-In de koelkast
Abrikoos, perzik
Aardbei, framboosSchoonmaken en wassen8-122-Op kamertemperatuur
Bereide vruchten
Pruimen, kersen,
zure bessen
delen en zaadlijsten
verwijderen
In twee delen en zaden
verwijderen
In bakje met 10% aan suiker
toegevoegd
Wassenensteeltjes
verwijderen
8-10
4-64-Indekoelkast
124-Op kamertemperatuur
8-12
Kanwordengebruikt
zonder te zijn ontdooid
5-7 - Op
kamertemperatuur
NL - 78 -
tijd in originele verpakking
Melkproducten
en deegwaren
Voorbereiden
Bewaartermijn
Bewaarwijze
(in maanden)
Melk
Kaas - anders dan
witte kaas
Boter, margarine
Eiwit10-12In een afgesloten bakje
Eimengsel (eiwit
en eigeel)
Eieren*
Eigeel
In plakken6-8
In eigen verpakking6
Als goed gemixt dan zout of
suiker toevoegen om te
voorkomen dat het dik wordt
Als goed gemixt dan zout of
suiker toevoegen om te
voorkomen dat het dik wordt
2-3Alleen homogene melk
Kunnen gedurende korte
worden opgeslagen.
Dienen voor langere
bewaartermijn in plastic
folietewordenverpakt.
10In een afgesloten bakje
8-10In een afgesloten bakje
* Mag niet me eierschaal worden ingevroren. Het eigeel en eiwit moeten apart worden
De smaak van bepaalde kruiden in bereide schotels (anijs, basilicum, waterkers,
azijn, gemengde kruiden, gember, knoflook, ui, mosterd, tijm, majoraan, zwarte peper,
worst enz.) verandert en neemt toe in sterkte. Aan ingevroren levensmiddelen dienen
derhalve weinig kruiden worden toegevoegd of de gewenste kruiden dienen pas na
ontdooien aan de levensmiddelen te worden toegevoegd.
De bewaarperiode van de levensmiddelen is afhankelijk van de gebruikte olie.
Geschikte olie is onder andere margarine, kalfsvet, olijfolie en boter. Ongeschikte oliën
zijn pindakaas en varkensvet.
Maaltijden in vloeibare vorm dienen in plastic bakjes te worden ingevroren. Andere
levensmiddelen dienen in plastic folie of zakjes te worden ingevroren.
NL - 79 -
DEEL 4
• Haal voordat u gaat schoonmaken de stekker van het
apparaat uit het stopcontact
• Tijdens het schoonmaken geen water over het apparaat
heen gieten.
• Het koel- en vriesgedeelte dienen regelmatig te worden
schoongemaakt met een oplossing van soda en lauw
water.
• Maak de accessoires afzonderlijk schoon met zeep en
water. De accessoires niet in de vaatwasser plaatsen.
•Gebruikgeenschurendeproducten,
schoonmaakmiddelen of zeepproducten. Na het
afwassen met schoon water naspoelen en zorgvuldig
afdrogen. Wanneer u klaar bent met schoonmaken de
stekker met droge handen weer in het stopcontact
steken.
REINIGING EN ONDERHOUD
• Maak de condensor minimaal eenmaal per jaar schoon
met een veger om energie te besparen en de
productiviteit te verhogen.
DE STEKKER MOET HIERVOOR UIT HET STOPCONTACT WORDEN VERWIJDERD.
Ontdooien
• Ontdooien gebeurt volledig automatisch terwijl de
koelkast in werking is; het dooiwater wordt
opgevangen in de condenswaterbak en verdampt
automatisch.
NL - 80 -
verdampingsbak
Voor het vervangen van de lamp in de koelkast
1. Verbreek eerstde aansluiting met het
elektriciteitsnet.
2. Druk op de haakjes aan de zijkant van de
afdekking van de lamp en verwijder de
afdekking (A).
3. Vervang de oude gloeilamp (B) door een nieuwe
lamp van niet meer dan 15 W.
4. Plaats de afdekking van de lamp terug, wacht 5
minuten en steek vervolgens de stekker weer
in het stopcontact.
DEEL 5
Vervoeren en verplaatsen
• De originele verpakking en piepschuim bewaren.
• Tijdens het vervoeren moet het apparaat worden vastgezet met een brede band of
sterk touw. De voorschriften op de doos moeten tijdens het vervoeren worden
gerespecteerd.
• Alvorens het apparaat te vervoeren of verplaatsen, moeten alle losse onderdelen
(d.w.z. de schappen, lades, etc.) uit het apparaat worden genomen of worden
vastgezet om trillen of schudden te voorkomen.
VERVOEREN EN VERPLAATSEN
Draairichting van de deur wijzigen
Indien u de richting waarin de deur opengaat wilt veranderen, wordt u verzocht contact
op te nemen met onze klantenservice.
NL - 81 -
(In bepaalde modellen)
DEEL 6
ALVORENS CONTACT OP TE NEMEN MET DE
KLANTENSERVICE
Als uw koelkast niet werkt;
• Doet zich een elektrische storing voor?
• Is de stekker correct in het stopcontact gestoken?
• Is de zekering waarop de stekker is aangesloten of de hoofdzekering gesprongen?
• Is er een defect in het stopcontact? Om dit te controleren probeert u de stekker van
uw koelkast uit door deze in een ander stopcontact te steken waarvan u weet dat het
werkt.
Als uw koelkast niet genoeg koelt:
• Staat de thermostaatinstelling op stand ‘1’?
• Worden de deuren van uw koelkast regelmatig geopend of staan deze gedurende
langere tijd open?
• Sluiten de deuren van uw koelkast volledig?
• Staan er bakjes of schotels in uw koelkast die contact maken met de achterzijde
waardoor de luchtcirculatie wordt verhinderd?
• Is uw koelkast extreem volgeladen?
• Is er voldoende ruimte tussen uw koelkast en de achter- en zijmuren?
• Uw koelkast is ontworpen om te werken in een omgevingstemperatuur zoals
gespecificeerd in de normen volgens de klimaatklasse die op het typeplaatje staat
vermeld. Het wordt niet aanbevolen om de koelkast te gebruiken in omgevingen
met een temperatuurwaarden die buiten de gespecificeerde klimaatklasse valt.
KlimaatklasseOmgevingstemperatuur (°C)
TTussen 16°C en 43°C
STTussen 16°C en 38°C
NTussen 16°C en 32°C
SNTussen 10°C en 32°C
Als de levensmiddelen in het koel-/diepvriesgedeelte kouder zijn dan noodzakelijk;
• Is de juiste temperatuur ingesteld? (Staat de thermostaatknoop in stand ‘5’?)
• Zijn er weinig recent geplaatste levensmiddelen in het diepvriesgedeelte?
In dat geval zal de compressor niet langer werken om in te vriezen; het kan zijn dat
levensmiddelen meer dan nodig in het koelgedeelte gekoeld worden.
Als uw koelkast geluiden maakt;
• De compressor zal van tijd tot tijd werken om te zorgen dat het correcte koelniveau
gehandhaafd blijft. Het geluid dat uw koelkast op zo’n moment maakt is normaal en
nodig voor de werking.
• Wanneer het gewenste koelniveau is bereikt, nemen de geluiden automatisch af.
Als het geluid aanhoudt:
NL - 82 -
• Staat uw toestel stabiel en waterpas? Zijn de stelvoeten goed ingesteld?
• Staat er iets achter uw apparaat?
• Trillen de plateaus of de borden op de plateaus van uw apparaat? In dat geval dient
u de plateaus en/of borden te verplaatsen.
• Staan er voorwerpen op uw apparaat die trillen?
Normaal geluid
Kraken van ijs:
• Wordt gehoord tijdens het automatisch ontdooiproces.
• Wanneer het apparaat gekoeld of verwarmd wordt (uitzetten van het materiaal van
het apparaat).
Kort krakend geluid
• Wordt gehoord wanneer de compressor door de thermostaat wordt in- en
uitgeschakeld.
Geluid van de compressor
• Normaal motorgeluid. Geeft aan dat de compressor normaal werkt.
• Als de compressor voor de eerste keer werkt, kan het geluid gedurende korte tijd wat
harder zijn.
Borrelend en pruttelend geluid:
• Dit geluid wordt veroorzaakt door de koelvloeistoffen in de systeemleidingen.
Geluid van stromend water:
• Dit is het normale geluid van water dat tijdens het ontdooiproces naar de
verdampingsbak stroomt. Dit geluid kan zich voordoen tijdens het ontdooiproces.
Geluid van blazend water:
• Normaal ventilatorgeluid. Dit geluid kan zich voordoen als gevolg van de luchtcirculatie
in No Frost koelkasten. Het systeem werkt normaal.
Als de randen van de koelkast bij de deurnaad warm zijn;
• Speciaal in de zomermaanden (tijdens warm weer) kan het zijn dat de oppervlakken
die in aanraking komen met de afdichting van de koelkast warm worden. Dit is
normaal.
Als zich condensvorming voordoet aan de binnenzijde van uw koelkast;
• Zijn de levensmiddelen correct verpakt? Zijn de bakjes goed afgedroogd voordat
deze in de koelkast werden geplaatst?
• Werden de deuren van de koelkast regelmatig geopend? Als de deur geopend wordt,
kan vochtigheid in de kamerlucht in de koelkast terechtkomen. Wanneer de
luchtvochtigheid hoog is, kan het regelmatig openen van de koelkastdeur
condensvorming veroorzaken.
• Het is normaal om waterdruppels aan de achterzijde aan te treffen. Dit is gevolg van
het automatische ontdooiproces (in statische modellen).
NL - 83 -
Als de deuren niet goed openen en sluiten:
• Verhinderen pakketten levensmiddelen dat de deuren sluiten?
• Zijn de deurdelen, plateaus en lades correct geplaatst?
• Is de afdichting van de deur defect of versleten?
• Staat uw koelkast op een gelijkmatige ondergrond?
BELANGRIJKE OPMERKINGEN:
• In geval van een plotselinge stroomstoring of afsluiting en verbinding van de stekker
in het stopcontact, wordt het beschermende thermische element van de compressor uitgestoten omdat de druk van het gas in het koelsysteem van uw koelkast niet
in balans is. 4 tot 5 minuten later zal de koelkast gaan werken; u dient zich hier geen
zorgen over te maken.
• Als u de koelkast gedurende langere tijd niet gebruikt (bijvoorbeeld tijdens
zomervakantie) gelieve de stekker uit het stopcontact te trekken. Reinig uw koelkast
zoals vermeld in Deel 4 en laat de deur open staan om condens- en geurvorming te
voorkomen.
• Mocht bovenstaande het probleem met uw koelkast niet verhelpen, gelieve contact
op te nemen met de dichtstbijzijnde geautoriseerde servicedienst.
• Tropischeklimaatklasse wordt beschreven als tussen 16°C en43°C
omgevingstemperaturen in overeenstemming met EN ISO15502 normen.
• Het toestel is conform met EN15502, IEC60335-1 / IEC60335-2-24, 2004/108/EC
normen.
NL - 84 -
DEEL 7
DE ONDERDELEN VAN HET APPARAAT EN DE
Deze presentatie is alleen bedoeld als informatie over de onderdelen van het apparaat.
Onderdelen kunnen afhankelijk van het toestelmodel variëren.
1) Koelgedeelte
2) Glazen plateau van koelgedeelte
3) Thermostaat
4) Glas boven de groentelade
5) Groentelade
6) Middenlade
NL - 85 -
7) Onderlade
8) Snackplateau
9) Bovenste plateau
10) Beweegbaar plateau
11) Flessenhouder
12) Diepvriesgedeelte
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.