SMEG FAB50RCR User Manual [nl]

Inhoudsopgave
1 Waarschuwingen 100
1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen 100
1.2 Aansprakelijkheid van de fabrikant 102
1.3 Beoogd gebruik 102
1.4 Verwerking 102
1.6 Deze gebruiksaanwijzing 103
1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing 103
2 Beschrijving 104
2.1 Algemene beschrijving 104
2.2 Definitie van de delen 105
2.3 Beschikbare accessoires 106
2.4 NO-FROST-technologie 107
3 Gebruik 108
3.1 Waarschuwingen 108
3.4 Gebruik van de accessoires 110
3.5 Het gebruik van de koelcel 112
3.6 Het gebruik van de vriescel 112
3.7 Lawaai tijdens de werking 113
3.8 Warm oppervlak vooraan 114
3.10Advies voor de bewaring 114
4 Reiniging en onderhoud 116
4.1 Waarschuwingen 116
4.2 Reiniging van het apparaat 116
4.3 Ontdooiing 117
4.4 Vervanging van de lamp 117
4.5 Oplossingen voor problemen… 118
5 Installatie 120
5.1 Elektrische aansluiting 120
5.2 Plaatsing 120
NL
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
99
Waarschuwingen
1 Waarschuwingen
1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen
Persoonlijk letsel
• Raak geen
verwarmingselementen aan tijdens gebruik van het apparaat.
• Houd kinderen jonger dan 8 jaar
uit de buurt van het apparaat als zij niet voortdurend onder toezicht staan en zorg dat zij niet met het apparaat spelen.
• Probeer geen vlammen/brand te
doven met water: schakel het apparaat uit en bedek het vuur met een brandwerende deken.
• Werkzaamheden voor
schoonmaak en onderhoud die door de gebruiker moeten plaatsvinden, mogen niet worden uitgevoerd door kinderen die niet onder toezicht staan.
• Laat de installatie en technische
interventies uitvoeren door gekwalificeerd personeel overeenkomstig de geldende normen.
• Voer geen wijzigingen uit op het
apparaat.
• Plaats geen metalen en puntige
voorwerpen (bestek of gereedschappen) in de spleten van het apparaat.
• Probeer nooit om zelf het apparaat te repareren, zonder tussenkomst van een gekwalificeerde technicus.
• Het diepgevroren voedsel mag niet worden aangeraakt (en vooral niet met natte handen) of direct in de mond worden gedaan.
• Bewaar geen ontvlambare, explosieve of verdampende stoffen.
• Flessen die een hoog percentage alcohol bevatten, moeten goed gesloten zijn en in verticale positie worden opgeborgen.
• Als de stroomkabel beschadigd is, moet men onmiddellijk contact opnemen met de technische dienst die voor de vervanging van de kabel zal zorgen, om elk risico te voorkomen.
• Controleer of het apparaat is uitgeschakeld en van het elektriciteitsnet is afgekoppeld, voordat de lamp wordt vervangen.
Beschadiging van het apparaat
• Leg tijdens het gebruik geen scherpe metalen voorwerpen op het apparaat, zoals messen, vorken, lepels en deksels.
• Gebruik geen schurende of bijtende middelen op de glazen onderdelen (bijv. poeders, ontvlekkers of metaalsponsjes).
100
Waarschuwingen
• Ga niet op het apparaat zitten.
• Oefen geen druk uit op de deur of de handgreep om het apparaat te verplaatsen.
• Gebruik geen stoomstraal om het apparaat te reinigen.
• Gebruik het apparaat in geen enkel geval om de ruimte af te koelen.
• Koppel het apparaat steeds los van het elektriciteitsnet in geval van defecten, het onderhoud, de vervanging van de lamp of tijdens de reiniging.
• Bewaar geen vloeistoffen in blik of glas in de diepvries.
• Gebruik geen puntige metalen voorwerpen om overtollig ijs uit de vriescel te verwijderen.
• Om te voorkomen dat het apparaat instabiel staat, moet het correct volgens de instructies in deze handleiding worden geïnstalleerd en bevestigd.
• Plaats geen zware voorwerpen bovenop het apparaat.
• Indien het apparaat vlakbij een andere koelkast of vriezer wordt geplaatst, houd dan minimaal 2 cm ruimte aan.
• Het apparaat niet in de openlucht installeren/gebruiken.
Voor dit apparaat
of geestelijke beperking of zonder de noodzakelijke ervaring of kennis gebruikt worden, mits zij onder toezicht staan of nadat zij geïnstrueerd zijn over het veilige gebruik van het apparaat en zij de bijbehorende gevaren hebben begrepen.
• Houd toezicht op kinderen zodat zij niet met het apparaat kunnen spelen.
• Ga niet steunen of zitten op de geopende deur van het apparaat.
• Controleer of er geen voorwerpen in de deur vastzitten.
• Het apparaat bevat een kleine hoeveelheid isobutaan (R600a). Pas tijdens het transport, de montage of de reiniging op dat het koelcircuit niet beschadigd raakt.
• Voorkom dat ventilatieopeningen in de ruimte rondom het apparaat of in de inbouwnis zijn bedekt.
• Gebruik geen andere mechanische, elektrische of chemische middelen dan door de fabrikant worden aanbevolen om het ontdooien te versnellen.
• Voorkom dat het koelcircuit beschadigt (indien het toegankelijk is).
NL
• Het apparaat mag door kinderen boven de 8 jaar en door mensen met een lichamelijke, zintuigelijke
• Gebruik geen elektrische apparaten in de compartimenten voor de conservering van
101
Waarschuwingen
levensmiddelen als deze niet door de fabrikant zijn aanbevolen.
• Indien het koelcircuit wordt beschadigd, geen open vuur gebruiken en de ruimte goed luchten.
• Gebruik het apparaat of onderdelen ervan niet anders dan in deze handleiding wordt beschreven.
1.2 Aansprakelijkheid van de
fabrikant
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan personen en voorwerpen ten gevolge van:
• een ander gebruik van het apparaat dan wordt voorzien;
• het niet in acht nemen van de voorschriften van de gebruiksaanwijzing;
• het forceren van ook slechts één deel van het apparaat;
• het gebruik van niet-originele reserveonderdelen.
1.3 Beoogd gebruik
Dit apparaat is bestemd voor gebruik in huis of in een soortgelijke omgeving:
• de kantine van het personeel van winkels, kantoren en andere werkplekken;
• vakantieboerderijen en door
gasten van hotels, motels en andere verblijven;
• in bed en breakfasts;
• catering en soortgelijke applicaties die niet voor de detailhandel bestemd zijn.
• Het apparaat is niet bestemd voor professioneel en commercieel gebruik.
• Dit apparaat is bestemd voor de koeling en bewaring van vers en diepgevroren voedsel, in een huiselijke omgeving. Elk ander gebruik is oneigenlijk.
• Het apparaat is niet ontworpen om te functioneren met externe kookwekkers of afstandsbedieningssystemen.
1.4 Verwerking
Het apparaat moet op het einde van zijn gebruiksduur afzonderlijk
ingezameld worden (richtlijnen 2002/95/EG, 2002/96/EG, 2003/108/EG). Het apparaat bevat geen delen die als gevaarlijk voor de gezondheid en het milieu worden beschouwd, conform de actuele Europese Richtlijnen.
Verwijdering van het apparaat:
• Snijd de voedingskabel af en verwijder
de elektrische kabel en de stekker.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Schakel de stroomtoevoer uit.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
102
Waarschuwingen
• Oude of gebruikte apparaten aan het einde van hun levensduur moeten door de gebruiker worden ingeleverd bij geschikte centra voor de gescheiden inzameling van elektrisch en elektronisch afval, of het overhandigen aan de verkoper wanneer een nieuw gelijkaardig apparaat wordt gekocht.
• In geval van vervanging van het apparaat de deur verwijderen en de leggers in hun gebruikspositie laten liggen om te voorkomen dat kinderen erin opgesloten kunnen raken.
Het apparaat zit verpakt in milieuvriendelijke en recyclebare materialen.
• Breng het verpakkingsmateriaal naar de betreffende centra voor afvalverwerking.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
• Laat de verpakking, of delen ervan, niet onbewaakt achter.
• Laat kinderen niet spelen met de plastic zakken van de verpakking.
1.5 Typeplaatje
Het typeplaatje bevat de technische gegevens, het serienummer en de markering. Het plaatje mag in geen geval worden verwijderd.
1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de volgende begrippen voor:
Waarschuwingen
Algemene waarschuwingen in verband met de gebruiksaanwijzing, veiligheid en verwerking van afgedankte producten.
Beschrijving
Beschrijving van het apparaat en de accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het apparaat en de accessoires, advies voor de bewaring van voedsel.
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte schoonmaak en onderhoud van het apparaat.
Installatie
Informatie voor gekwalificeerde technici: installatie, inbedrijfstelling en keuring.
Veiligheidswaarschuwingen
NL
1.6 Deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is een belangrijk onderdeel van het apparaat en dient gedurende de volledige levensduur intact en op een eenvoudig te bereiken plaats worden bewaard.
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig vóór installatie.
Informatie
Suggestie
1. Volgorde van de gebruiksaanwijzingen.
• Enkele gebruiksaanwijzing.
103
2 Beschrijving
2.1 Algemene beschrijving
Beschrijving
1 Snelvriezer 2 IJsblokjeshouder 3 Thermostaat diepvries 4 Ijskuip 5 Lamp diepvries 6 Thermostaat koelkast 7 Lamp koelkast 8 Flessenvak
104
9 Eierbakje 10 Koelvakken 11 Vriesvakken 12 Leggers diepvries 13 Laden fruit en groenten 14 Leggers koelkast 15 Superkoud vak 16 Vriescel
Beschrijving
2.2 Definitie van de delen
Vriescel
Voor de bewaring van diepgevroren voedsel, voor het invriezen van vers voedsel en voor de productie van ijsblokjes.
Koelcel
Voor de bewaring van vers voedsel.
Watergoot voor de ontdooiing
Het dooiwater wordt afgevoerd via een opening die uitmondt in een bak aan de achterzijde van het apparaat.
Superkoud vak
Bestemd om delicaat voedsel, zoals vlees, vis en licht bevroren voedsel, langer vers en smakelijk te houden, doordat de temperatuur hierin constant op een temperatuur tussen -2 °C en +3 °C wordt gehouden.
Plaats nooit in te vriezen voedsel of platen om ijs te produceren in het superkoude vak.
Interne verlichting
De binnenverlichting van het apparaat wordt ingeschakeld wanneer de deur wordt geopend en uitgeschakeld als die wordt gesloten.
Thermostaat koelkast
Voor het regelen van de binnentemperatuur van de koelcel.
Thermostaat diepvries
Voor het regelen van de binnentemperatuur van de vriescel.
Tijdens het koude seizoen wordt aanbevolen om hogere temperaturen in te stellen om het energieverbruik te beperken.
Snelvriezer
Om reeds bereid en vers voedsel sneller in te vriezen door optimale benutting van het koelvermogen van het vak met gebruikmaking van geforceerde luchtcirculatie.
Controleer of de deur van de snelvriezer gesloten is voordat de deur van de diepvries wordt gesloten.
NL
105
Beschrijving
2.3 Beschikbare accessoires
Op sommige modellen zijn niet alle accessoires aanwezig.
Leggers
Om de beschikbare ruimte te optimaliseren en om het voedsel in de koelcel te plaatsen.
Laden voor fruit en groenten
Deurhouders en -rekken
Om klein verpakt voedsel op te bergen. De houder onderaan de deur dient om flessen te bevatten.
IJsblokjeshouder
Voor het bewaren van fruit en groenten; in deze lade wordt een constante graad van vochtigheid gegarandeerd.
106
Voor de productie van ijsblokjes, om in de vriescel te stoppen.
Beschrijving
Eierbakje
Voor het bewaren van eieren in de koelcel.
De accessoires die in contact kunnen komen met het voedsel zijn gemaakt van materialen conform de van kracht zijnde wetsbepalingen.
De bijgeleverde of optionele accessoires zijn verkrijgbaar bij erkende verkopers. Gebruik enkel de originele accessoires van de fabrikant.
NL
Het interne ventilatiesysteem dat de NO-FROST-technologie gebruikt, zorgt voor een snellere en gelijkmatigere koeling in het apparaat.
2.4 NO-FROST-technologie
Het voedsel goed afdichten alvorens het in het apparaat te plaatsen.
De NO-FROST-technologie handhaaft een constante temperatuur en een groter koelvermogen.
De lucht die geforceerd in het apparaat circuleert, bevat geen vocht en droogt het geplaatste voedsel snel.
107
Gebruik
3 Gebruik
3.1 Waarschuwingen
Incorrect gebruik.
Gevaar voor beschadiging van het apparaat
• Verwijder het ijs of de rijp niet met behulp van scherpe voorwerpen, om schade aan de wanden van het apparaat te vermijden.
• Ga niet op de deur en eventuele geopende laden hangen, en ga er niet op zitten.
• Raak de verwarmingselementen aan de buitenkant van het apparaat niet aan.
• Bewaar geen ontvlambare, explosieve of verdampende stoffen.
• Organische en zure stoffen, en etherische oliën, kunnen de plastic delen en de pakkingen aantasten in geval van langdurige aanraking.
• Flessen die een hoog percentage alcohol bevatten, moeten goed gesloten zijn en in verticale positie worden opgeborgen.
• Gebruik het apparaat of onderdelen ervan niet anders dan in deze handleiding wordt beschreven.
• Om de luchtcirculatie onder het apparaat te bevorderen, moet de ruimte onderaan vrij gelaten worden. Sluit deze niet af met een tapijt of dergelijke.
3. Verwijder en was alle accessoires van het apparaat (zie 4 Reiniging en onderhoud).
4. Stop de stekker in het stopcontact.
3.3 Eerste gebruik
• Na de installatie of een eventuele terugplaatsing van het apparaat, minimaal twee uur wachten alvorens het in gebruik te nemen.
• Bij de eerste inschakeling moet het apparaat 24 uren achtereenvolgens functioneren voordat een gepaste temperatuur wordt bereikt. Intussen mag de deur niet teveel geopend worden en mag geen grote hoeveelheid voedsel in het apparaat geplaatst worden.
Instelling thermostaat koelkast
Om het apparaat in te schakelen, moet de thermostaatknop op het bedieningspaneel vanaf positie 1 op positie 5 gedraaid worden, afhankelijk van de gewenste temperatuur.
3.2 Voorbereiding
1. Verwijder eventuele beschermfolie aan de binnen- en buitenzijde van het apparaat en de accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (behalve de plaat met technische gegevens) van de accessoires en de leggers.
108
• De posities 1 en 2 staan voor een kleiner koelvermogen.
Gebruik
• De posities 3 en 4 staan voor een normaal koelvermogen.
• Positie 5 staat voor het grootste koelvermogen.
Met de toename van de positie van 1 tot 5 neemt de binnentemperatuur van de koelcel af.
Instelling thermostaat diepvries
De temperatuur van de vriescel wordt ingesteld met de daarvoor bestemde thermostaatknop, van positie 1 tot 5.
• De posities 1 en 2 staan voor korte bewaartijden van het voedsel.
• De posities 3 en 4 staan voor lange bewaartijden van het voedsel.
• Positie 5 is bedoeld voor het invriezen van vers voedsel.
Instelling superkoud vak
NL
De temperatuur van het superkoude vak is regelbaar met de twee schuifjes in de achterwand van het apparaat.
Met de toename van de positie van 1 tot 5 neemt de binnentemperatuur van de vriescel af.
109
Gebruik
3.4 Gebruik van de accessoires
Leggers
Deze kunnen naar wens, en op verschillende hoogtes, in de daarvoor bestemde geleiders geplaatst worden. Elke legger is voorzien van een bescherming zodat deze niet toevallig kan verwijderd worden. Om deze te verwijderen moeten ze horizontaal worden uitgenomen en opgetild.
Plaats geen te zware flessen in het flessenvak en laat ze tijdens de plaatsing niet in de houder vallen.
Voedsel dat gemakkelijk bederft, moet bovenaan de leggers geplaatst worden waar de temperatuur lager is.
Deurhouders en -rekken
Om eieren, boter, zuivelproducten, tubes en andere kleine pakjes te bewaren. Onderaan de deur is een flessenvak voorzien.
110
Lade voor fruit en groenten
Deze lade, die zich onderaan de koelcel bevindt, is voorzien van een glazen plaat om verse voedingswaren te bedekken die voor een correcte bewaring een constante vochtigheidsgraad nodig hebben. Voedsel kan onverpakt in de laden voor fruit en groenten worden bewaard.
Gebruik
Vochtregelaar
Voor de vochtregeling in de lade voor fruit en groenten. Verschuif de regelaar horizontaal om de luchtstroom door de spleten te openen of te sluiten.
Wanneer groenten met een hoog vochtgehalte worden bewaard, kan zich condens op de glazen plaat vormen. Dit is normaal en heeft geen invloed op de goede werking van het apparaat.
IJsblokjeshouder
Uitsluitend met drinkwater vullen.
Vul deze houder met koud water of water van omgevingstemperatuur. Plaats de houder horizontaal in de diepvries.
NL
Als de ijsblokjes klaar zijn, draai de hendel dan om de lade te draaien, zodat ze in de ijsbak eronder vallen.
Vul de ijsbak nooit met water om beschadiging te voorkomen.
111
Gebruik
3.5 Het gebruik van de koelcel
Schikking van het voedsel
Plaats het voedsel op de verschillende leggers nadat het hermetisch werd verpakt of afgedekt. Op deze manier
• worden het aroma, de vochtigheid en de versheid van het voedsel behouden;
• wordt vermeden dat het voedsel andere geuren of smaken krijgt;
• wordt een excessieve ophoping van vochtigheid in het compartiment vermeden, te wijten aan de normale transpiratie van het voedsel (vooral bij verse groenten en fruit), wat tijdens bepaalde werkingsomstandigheden (verhoging van de temperatuur en de vochtigheid van de omgeving, verhoging van de frequentie van het openen van de deur) condensvorming op de leggers zou kunnen creëren.
Laat warm voedsel en warme dranken steeds afkoelen vooraleer ze in het apparaat worden geplaatst.
Tabel bewaringstijden
Voedsel Tijd
Eieren, gerookt vlees, gemarineerd voedsel, kaas
Groenten met wortels max. 8 dagen
Boter max. 7 dagen
Patisserie, fruit, kant-en-klaar voedsel, vers vlees
Vis, gehakt, zeevruchten max. 1 dag
max. 10 dagen
max. 2 dagen
3.6 Het gebruik van de vriescel
Voor een correcte bewaring en invriezing van het voedsel:
• Fruit en groenten in porties van maximaal 1 kg verpakken; vlees en vis in porties van maximaal 2 kg verpakken.
• Kleine verpakkingen bevriezen sneller zodat een betere bewaring van de nutritieve kenmerken wordt verkregen, ook na het ontdooien/de bereiding.
• Wanneer kleine hoeveelheden voedsel worden ingevroren, hoeft de knop van de thermostaat van de diepvries niet op de maximum positie te worden gedraaid.
• Verpak de voedingsmiddelen in hermetische verpakkingen en verwijder er zoveel mogelijk lucht uit.
• De maximale hoeveelheid voedsel die in een tijdspanne van 24 uur moet worden ingevroren, wordt aangeduid op het typeplaatje: overschrijd deze limiet niet omdat anders de efficiëntie van de vriezer afneemt.
• Om het vriesvermogen van het apparaat te optimaliseren, moet de thermostaatknop van de vriezer gedurende 24 uur op de maximum stand worden geplaatst alvorens er vers voedsel in te leggen.
• Gebruik geen papieren zakjes of boodschappentassen, maar gebruik enkel daarvoor bestemde diepvrieszakjes.
Laat warm voedsel en warme dranken steeds afkoelen vooraleer ze in het apparaat worden geplaatst.
112
Gebruik
Tabel bewaringstijden diepgevroren voedsel
Voedsel Tijd
Fruit, rundvlees
Groenten, kalfsvlees, pluimvee max. 8-10 maanden
Wild max. 6-8 maanden
Varkensvlees max. 4-6 maanden
Gehakt max. 4 maanden
Brood, gebak, gekookt voedsel, vette vis
Ingewanden max. 2 maanden
Worst, magere vis max. 1 maand
max. 10-12
maanden
max. 3 maanden
Ontdooid voedsel
Ontdooid voedsel moet zo snel mogelijk geconsumeerd worden. De koude zorgt voor de bewaring, maar vernietigt de micro-organismen niet die worden geactiveerd na de ontdooiing, en die dus het voedsel ‘beschadigen’.
Gedeeltelijk of volledig ontdooid voedsel liefst niet opnieuw invriezen, omdat ontdooiing de voedingswaarde van het voedsel vermindert, en vooral van fruit en groenten en van kant-en-klaar voedsel.
Als de geur en het aanzicht van het ontdooide voedsel niet veranderd zijn, kan het voor bereiding worden gegeten.
Voor een correcte ontdooiing van voedsel kan het, naargelang het type en het gebruik, ontdooid worden bij omgevingstemperatuur of in de koelkast.
3.7 Lawaai tijdens de werking
De koeling van de koelcel en van de vriescel gebeurt door middel van een compressiesysteem. Om de geselecteerde temperatuur in de cellen te behouden, wordt de compressor in werking gesteld die, indien noodzakelijk, continu in werking kan blijven afhankelijk van de ingestelde temperatuur. Wanneer de compressor in werking wordt gesteld, wordt een gezoem geproduceerd dat na enkele minuten langzaam aan afneemt.
Een ander lawaai dat normaal is tijdens de werking van het apparaat is het geklater van koelmiddel dat in de leidingen van het circuit stroomt. Dit lawaai is normaal, en duidt niet op een slechte werking van de machine. Als het lawaai te erg zou zijn, kan dit te wijten zijn aan andere oorzaken. Controleer dus het volgende:
• of de koelkast correct genivelleerd is op de vloer, en niet trilt tijdens de werking van de compressor: voer een correcte regeling van de voorziene voetjes uit;
• of de laden, de leggers en de bakjes in de deur correct in de daarvoor bestemde zittingen geplaatst zijn: zorg er voor dat deze correct zijn gepositioneerd;
• of de flessen en de bakjes stabiel op de leggers geplaatst zijn, en niet tegen elkaar komen: trillingen als gevolg van de werking van de compressor zouden lawaaierigheid kunnen veroorzaken;
• Plaats de koelkast niet tegen meubels of andere huishoudapparaten.
NL
113
Gebruik
3.8 Warm oppervlak vooraan
In het cabinet is een verwarmingssysteem van het oppervlak vooraan voorzien waardoor de vorming van condens in de zone van de sluiting van de deurpakkingen beperkt wordt
3.9 Uitschakelen
Indien het apparaat lang niet zal gebruikt worden, wordt aanbevolen om het uit te schakelen.
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Maak de cellen leeg.
3. Laat het apparaat zelfstandig ontdooien en verwijder achtergebleven vocht met een zachte doek.
• Laat de deuren op een kier staan om te vermijden dat de vochtigheid en de stilstaande lucht slechte geurtjes kunnen ontwikkelen.
• Wacht ten minste 5 minuten alvorens het apparaat weer in te schakelen of de stekker in het stopcontact te steken om de compressor niet te beschadigen.
3.10 Advies voor de bewaring
Advies om energie te besparen
• Een gepast gebruik van het apparaat, de correcte verpakking van het voedsel, de constante temperatuur en de hygiëne van het voedsel is van fundamenteel belang voor de kwaliteit van bewaring.
• Beperk de tijd en het aantal keren dat de deur geopend wordt, zodat een excessieve verwarming in de cellen wordt vermeden.
• Reinig de condensator achteraan het apparaat regelmatig om te voorkomen dat de doeltreffendheid van het apparaat afneemt.
• Ontdooi het diepgevroren voedsel in de koelcel zodat de koude, die zich ophoopte in het voedsel, wordt gerecupereerd in de koelcel zelf.
Algemeen advies
• Controleer altijd de vervaldatum op de verpakking van het voedsel.
• Het voedsel moet in gepast gesloten bakjes of verpakkingen bewaard worden, die geen geurtjes of vochtigheid kunnen verspreiden of absorberen.
• Indien u langdurig afwezig zult zijn, moet u gemakkelijk bederfelijk voedsel uit het apparaat halen.
• Consumeer geen voedsel dat er niet normaal uitziet of geur heeft.
• Bij stroomuitval de deuren van het apparaat zo min mogelijk openen, zodat het voedsel niet helemaal of gedeeltelijk ontdooit of opwarmt, waardoor de voedingswaarde zou afnemen.
114
Gebruik
• De klimatologische omstandigheden, de temperatuur van het verse voedsel dat in de compartimenten wordt geplaatst en de frequentie van opening van de deuren beïnvloeden de werkingstemperaturen van het apparaat.
Deur koelcel
• Bewaar eieren, boter, kaas, enz. bovenaan en in het midden.
• Bewaar dranken, blikjes, flessen, enz. onderaan.
Koelcel
• Bewaar conserven, wijn, koekjes, enz. bovenaan.
• Bewaar zuivelproducten, kant-en-klaar voedsel, patisserie, fruitsapjes, bier, enz. in het midden.
• Bewaar vlees, vleeswaren, enz. onderaan.
• Bewaar vers fruit, tropisch fruit, groenten, wortelen, aardappelen, uien, enz. in de lade voor fruit en groenten.
Vriescel
• Op de verpakking moeten het type van voedsel, de hoeveelheid voedsel en de datum van invriezing aangeduid worden.
• Let bij de aankoop van diepgevroren levensmiddelen op dat de verpakking niet is beschadigd of de houdbaarheidsdatum niet is verstreken.
• Controleer of de voor verkoop bestemde ingevroren levensmiddelen niet worden blootgesteld aan een temperatuur boven -18 °C.
• Bescherm gekocht ingevroren voedsel tijdens het vervoer met daarvoor bestemde thermische houders om ontdooiing te voorkomen. Een verhoging van de temperatuur kan de bewaartijd verminderen en de kwaliteit van het voedsel beïnvloeden.
• Koop geen ingevroren voedsel dat vol rijp zit: het kan al eens ontdooid zijn.
• Gebruik kleine en indien mogelijk al koude verpakkingen.
• De hoeveelheid vers voedsel die tegelijkertijd kan worden ingevroren, wordt aangeduid op de gegevensplaat in de koelcel.
• Gebruik enkel daarvoor bestemde diepvrieszakjes, aluminiumpapier, plasticfolie voor voedingswaren en vriesbakjes.
• Gebruik geen papieren zakjes of cellofaan die niet bestemd zijn voor voedingsmiddelen, boodschappentassen of diepvrieszakjes die al gebruikt werden.
• Vermijd dat al ingevroren voedsel in aanraking kan komen met vers voedsel dat nog moet ingevroren worden.
• Om verpakte groenten, ijsblokjes, ijsjes, enz. te bewaren.
In geval van een stroomonderbreking behoudt de vriescel ongeveer 18 uur de temperatuur van bewaring.
NL
115
Reiniging en onderhoud
4 Reiniging en onderhoud
4.1 Waarschuwingen
Incorrect gebruik.
Beschadiging van de oppervlakken
• Gebruik geen stoomstraal om het apparaat te reinigen.
• Gebruik op de stalen delen of de delen waarvan het oppervlak met metalen afwerkingen werd behandeld (bijv. elektrolytische oxidaties, vernikkeling, verchroming) geen producten die chloor, ammoniak of bleekmiddel bevatten.
• Gebruik geen schurende of bijtende middelen op de glazen onderdelen (bijv. poeders, ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Gebruik geen ruw, schurend of scherp materiaal.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Voordat de reiniging of het onderhoud wordt uitgevoerd, moet het apparaat uitgeschakeld worden en moet de stekker uit het stopcontact gehaald worden
• Trek nooit aan de kabel om de stekker uit het stopcontact te halen.
• Verdraai of buig de stroomkabel niet.
4.2 Reiniging van het apparaat
Een speciale bacteriedodende bescherming in de bovenlaag van de wanden van het apparaat belet de reproductie van bacteriën, en behoudt de reiniging. Het is alleszins belangrijk dat de oppervlakken regelmatig worden gereinigd.
Reiniging van de buitenkant
• Het apparaat moet gereinigd worden met water of met een vloeibaar reinigingsmiddel op alcoholbasis (bijv. reinigingsmiddel voor ruiten...).
• Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen of schuursponsjes zodat de oppervlakken niet worden beschadigd. Gebruik een zachte doek.
• Verwijder stof en rookafzettingen van de condensator achteraan het apparaat met behulp van een zachte borstel.
• Reinig het bakje onder de compressor.
Reiniging van de binnenkant
• Reinig de binnenkant van het apparaat met verdund vloeibaar reinigingsmiddel en met lauw water en een beetje azijn.
• De rekken en de houders van de deuren kunnen verwijderd worden: sla met de vuist lichtjes onderaan de vakjes, en dit eerst aan de ene zijde van de plaatsing en daarna aan de andere.
• Gebruik geen puntige voorwerpen of spray-oplossingen om overtollig ijs te verwijderen.
• Zorg ervoor dat de elektrische delen en het verlichtingssysteem niet in aanraking komen met water of reinigingsmiddelen.
• Maak na het reinigen de gereinigde delen goed droog.
116
Reiniging en onderhoud
Voor een hogere energiebesparing en een efficiëntere werking van het apparaat moet regelmatig de condensator achteraan het apparaat worden gereinigd met een bezem, een stofzuiger en een doek.
4.3 Ontdooiing
De regelmatige aanwezigheid van rijp in de vriescel is normaal.
4.4 Vervanging van de lamp
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Voordat de lamp wordt vervangen moet het apparaat uitgeschakeld worden en moet de stekker uit het stopcontact gehaald worden
Vervanging diepvrieslamp
De diepvrieslamp bevindt zich onder de diepvriesthermostaat:
NL
Ontdooiing van de koelcel
De koelcel hoeft niet ontdooid te worden, omdat het ijs dat zich op de koelplaat vormt automatisch wordt ontdooid gedurende de stilstand van de compressor. De ontdooiing verloopt automatisch.
Het dooiwater wordt rechtstreeks in de daarvoor bestemde bak aan de achterzijde van het apparaat afgevoerd en verdampt door de warmte van de compressor.
Gebruik voor de ontdooiing geen elektrische apparaten (bijv. haardroger...) of een spray, omdat anders de plastic delen zouden kunnen vervormen.
1. Verwijder de afscherming met een schroevendraaier.
2. Vervang de lamp met een soortgelijke.
Gebruik uitsluitend LED-lampen C25-E14, max. 1.5 W.
117
Reiniging en onderhoud
Vervanging koelkastlamp
De koelkastlamp bevindt zich onder de koelkastthermostaat; om te vervangen:
1. Verwijder de afscherming met een schroevendraaier.
2. Vervang de lamp(en) met een soortgelijke.
Gebruik uitsluitend LED-lampen C25-E14, max. 1.5 W.
Wacht na de vervanging van lampen 5 minuten alvorens de stekker in het stopcontact te steken.
4.5 Oplossingen voor problemen…
Het apparaat functioneert niet:
• Controleer dat het apparaat is aangesloten en dat de hoofdschakelaar is ingeschakeld.
De compressor wordt te frequent in werking gesteld, of is ononderbroken in werking:
• De buitentemperatuur is te hoog.
• De deur wordt te vaak of te lang geopend.
• De deur sluit niet hermetisch.
• Er is teveel vers voedsel aanwezig.
• Controleer dat voldoende lucht circuleert nabij de sensor die zich in het rechter deel van de koelcel bevindt.
• Controleer dat het achterste deel van de koelcel voldoende wordt verlucht, en dat de condensator niet excessief vuil is.
In de koelcel wordt teveel ijs of condens gevormd:
• De deur wordt te vaak of te lang geopend.
• Er werd vers voedsel (fruit en groenten) in de koelcel geplaatst.
• Voedsel niet correct verpakt of niet hermetisch bewaard.
• Het voedsel of de bakjes raken de achterwand.
• De deurpakking is vuil of beschadigd. Reinig de pakking met lauw water en maak hem daarna droog.
Er wordt water gevormd in de koelcel:
• De opening en/of de watergoot zijn verstopt.
118
Reiniging en onderhoud
Onvoldoende koeling van de koelcel:
• De thermostaat is ingesteld op een te hoge temperatuur.
• De deur wordt te vaak of te lang geopend.
• De deur sluit niet hermetisch.
• De buitentemperatuur is te hoog.
De temperatuur in de koelcel is te laag en bevriest het voedsel:
• De thermostaat is ingesteld op een te lage temperatuur.
• Het voedsel is niet in daarvoor bestemde bakjes of zakjes geplaatst.
• Fruit en groenten zouden excessief nat kunnen worden.
• Het voedsel is tegen de achterwand van de koelcel geplaatst.
De temperatuur in de vriescel zorgt niet voor een correcte bevriezing van het voedsel:
• De thermostaat is ingesteld op een te hoge temperatuur.
• De deur wordt te vaak of te lang geopend.
• De deur sluit niet hermetisch.
• De deurpakking is vuil of beschadigd. Reinig of vervang de pakking.
• Er is een te grote hoeveelheid suiker aanwezig in het in te vriezen voedsel.
In de vriescel wordt teveel ijs gevormd:
• De thermostaat is ingesteld op een te lage temperatuur.
• De buitentemperatuur is te hoog.
• De deur wordt te vaak of te lang geopend.
• De deur sluit niet hermetisch.
• De deurpakking is vuil of beschadigd. Reinig of vervang de pakking.
• Er werd warm voedsel in de vriescel geplaatst.
Moeilijkheden bij de opening van de deuren onmiddellijk na de sluiting:
• wanneer de deur onmiddellijk na de sluiting weer moet geopend worden (vooral de deur van de diepvries), zal hiervoor veel kracht moeten uitgeoefend worden. Dit is te wijten aan de onderdruk die gecreëerd wordt door de koeling van de warme lucht die in de cel terecht kwam.
De deuren zijn niet uitgelijnd:
• Controleer dat het apparaat correct is genivelleerd.
• Handel op de voetjes tot een perfecte uitlijning wordt verkregen.
NL
119
Installatie
5 Installatie
5.1 Elektrische aansluiting
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• De aarding moet verplicht aangebracht worden volgens de voorziene veiligheidsnormen van de elektrische installatie.
• Trek nooit aan de kabel om de stekker uit het stopcontact te halen.
• Voer geen elektrische aansluiting uit met natte handen.
Algemene informatie
• Controleer of de kenmerken van het stroomnet overeenstemmen met de gegevens op het typeplaatje. Het typeplaatje met de technische gegevens, het serienummer en de markering is zichtbaar op het apparaat aangebracht. Dit plaatje mag nooit verwijderd worden.
• Verdraai of buig de stroomkabel niet en gebruik geen beschadigde kabel.
• Controleer of de stekker en het stopcontact van hetzelfde type zijn.
• Gebruik geen verloopstekkers, adapters of aftakkingen, omdat ze oververhitting of brand zouden kunnen veroorzaken.
• De stekker moet bereikbaar blijven na de installatie van het apparaat.
• Voordat het apparaat de eerste maal ingeschakeld wordt, moet het minstens 2 uren in de horizontale positie gelaten worden.
• Indien de stroomkabel moet vervangen worden, mag dit enkel uitgevoerd
worden door een bevoegde technicus van de technische assistentie.
5.2 Plaatsing
Zwaar apparaat
Pletgevaar
• Plaats het apparaat samen met een tweede persoon.
Druk op de open deur
Gevaar voor beschadiging van het apparaat
• Gebruik de deur niet als hefboom om het apparaat te plaatsen.
• Oefen niet te veel kracht uit op de geopende deur.
• Het apparaat mag niet blootgesteld worden aan zonnestralen.
• Het apparaat mag niet nabij warmtebronnen gepositioneerd worden. Indien dit toch noodzakelijk is, moet een gepast isolatiepaneel voorzien worden.
• Plaats het apparaat niet buiten.
Keuze van de plek
Het apparaat moet op een droge plek geplaatst worden, waar een goede luchtverversing wordt gegarandeerd. Het apparaat kan gebruikt worden bij verschillende temperatuurcondities al naargelang de klimatologische klasse van herkomst (die wordt aangeduid op de gegevensplaat die zich in de koelcel bevindt).
• Positioneer het apparaat op minstens 5 cm afstand van elektrische fornuizen of gasfornuizen, en op minstens 50 cm afstand van verwarmingssystemen of radiatoren.
120
Installatie
• Het apparaat mag niet nabij warmtebronnen gepositioneerd worden. Indien dit toch noodzakelijk is, moet een gepast isolatiepaneel voorzien worden.
• Indien het apparaat onder een keukenkast wordt geïnstalleerd, moet de afstand tot deze kast minstens 15 cm bedragen.
• Plaats het apparaat op een plek waar voldoende ruimte aanwezig is voor de opening van de deuren, en voor de eventuele verwijdering van de interne leggers en laden.
Klasse Omgevingstemperatuur
SN (Subnormaal) van + 10°C tot + 32°C
N (Normaal) van + 16°C tot + 32°C
ST (Subtropisch) van + 18°C tot + 38°C
T (Tropisch) van + 18°C tot + 43°C
Afstandhouders
Voor een correcte koeling van de condensator mag het apparaat niet te dicht tegen een muur worden geplaatst. Daarom worden twee plastic afstandhouders bijgeleverd, die geplaatst moeten worden aan de achterzijde van het apparaat.
Plaatsing
Positioneer het toestel op een stabiele en genivelleerde ondergrond.
Met de twee wielen (
2) die achter en voor
aan het apparaat zijn aangebracht, is een gemakkelijke en dus correcte positionering mogelijk.
Er wordt alleszins aanbevolen om goed op te letten tijdens de verplaatsing, zodat de bevloering niet wordt beschadigd tijdens het schuiven (wanneer de koelkast bijvoorbeeld op parket geplaatst is).
Om onregelmatigheden van de bevloering te compenseren, is het apparaat vooraan voorzien van twee regelbare voetjes (
1).
NL
121
Draai aan de voetjes om het apparaat
waterpas te zetten.
Installatie
Wanneer de diepvries correct geplaatst wordt, kan de deur correct gesloten worden. Controleer of de pakkingen van de deur vooral in de hoeken zorgen voor een hermetische sluiting.
Druk op de pakking
Gevaar voor beschadiging van het apparaat
Zorg dat het apparaat iets naar achteren helt, zodat de deur goed kan sluiten.
122
• Oefen geen druk uit, maak geen scheuren in de rubbers van de deur, of trek ze niet los.
Enkele dagen na de installatie moet gecontroleerd worden of de beginnivellering nog correct is. Controleer, wanneer het apparaat werkt en geladen is met voedsel, of hij nog stabiel staat en of de deurpakkingen hermetisch sluiten. Voer indien nodig een nieuwe nivellering uit, en modelleer de pakkingen weer.
Loading...