4.2 Lade voor groenten en fruit ........................................................................................................................... 97
4.3 Opbergvakjes in de deur ............................................................................................................................... 97
4.4 Bewaardoos voor kaas ................................................................................................................................. 97
6.2 Plaatsing van voedsel in de koelcel ............................................................................................................ 100
6.3 Het invriezen van voedsel ........................................................................................................................... 102
6.5 Het ontdooien van diepgevroren voedsel ................................................................................................... 103
6.4 Het bewaren van diepgevroren voedsel ..................................................................................................... 103
6.6 Het aanmaken van ijsblokjes ...................................................................................................................... 104
7. ONDERHOUD EN REINIGING ........................................................................................... 105
7.1 Reiniging van de koelkast ........................................................................................................................... 105
7.2 Uitschakeling van de koelkast ..................................................................................................................... 106
7.3 Advies om energie te besparen .................................................................................................................. 106
7.4 Lawaai tijdens de werking ........................................................................................................................... 106
7.5 Eliminatie en bepaling van mogelijke defecten tijdens de werking ............................................................. 106
7.6 Vervanging van de interne lampen ............................................................................................................. 107
8. GIDS VOOR HET VINDEN VAN PROBLEMEN .................................................................. 108
9. INSTALLATIE EN AANSLUITING ....................................................................................... 111
9.1 Keuze van de plek ...................................................................................................................................... 111
9.2 Plaatsing en nivellering van het toestel ....................................................................................................... 112
AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER: deze duiden advies voor het gebruik, de beschrijving
van de bedieningen en de correcte handelingen voor de reiniging en het onderhoud van het
toestel aan.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATEUR: deze zijn bedoeld voor de gekwalificeerde technicus
die de installatie, de indienststelling en de keuring van het toestel moet uitvoeren.
Surf voor meer informatie over de producten naar de website www.smeg.com
91
Algemene waarschuwingen
1. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig, omdat ze belangrijke informatie bevat voor de handelingen
van de installatie, het gebruik en het onderhoud van de koelkast. De handleiding moet overhandigd
worden aan eventuele volgende eigenaars van het toestel.
De producent kan niet aansprakelijk gesteld worden in geval de volgende waarschuwingen niet
gerespecteerd worden:
Lees deze handleiding aandachtig door voordat het toestel wordt gebruikt. De producent is niet
aansprakelijk voor een eventuele niet-correcte installatie en oneigenlijk gebruik, volgens de
aanduidingen in deze handleiding.
Stel het toestel niet in werking als het beschadigd blijkt: contacteer de verkoper in geval van twijfels.
De aansluiting op het elektriciteitsnet en de installatie van het toestel moeten uitgevoerd worden door
aandachtig de aanduidingen te respecteren die aangeduid worden in de handleiding. De condities van
de elektrische aansluiting moeten overeenkomen met de gegevens die aangeduid worden op de
identificatieplaat die bovenaan links in de koelkast is aangebracht. De elektrische veiligheid van het
toestel wordt uitsluitend gegarandeerd wanneer het aardingssysteem van de huiselijke elektrische
installatie conform de norm is.
Controleer of de herstellingen en de onderhoudshandelingen uitsluitend uitgevoerd worden doorbevoegde technici van de assistentiedienst van Smeg. Koppel het toestel steeds los van het
elektriciteitsnet in geval van defecten, het onderhoud, de vervanging van de lamp of tijdens de reiniging.
Gebruik geen elektrische toestellen of stoomreinigers om het toestel te ontdooien. Verwijder de rijp en
het ijs niet met snijdende voorwerpen, om te vermijden dat de wanden van de koelkast
onherstelbaar worden beschadigd.
Aandacht: gebruik geen mechanische systemen of andere kunstmatige instrumenten om het
ontdooiproces te versnellen.
Gebruik geen verloopstekkers of aftakkingen die oververhitting of verbranding zouden kunnen
veroorzaken.
Gebruik geen oude of gebogen stroomkabels.
Verdraai of buig de stroomkabels niet.
Stop de stekker niet in het stopcontact indien uw handen nat zijn.
Indien de stroomkabel is beschadigd, moet deze vervangen worden door de producent, door een
technicus van de assistentiedienst of door daarvoor bevoegd en gekwalificeerd personeel.
Probeer niet om de koelkast te verplaatsen door aan de deur of aan de handgreep te trekken.
Bewaar dranken met hoog alcoholgehalte hermetisch gesloten, en uitsluitend in de verticale positie.
Bewaar geen vloeistoffen in blik of glas in de diepvries, en vooral niet wanneer het dranken betreft die
kooldioxide bevatten. Bewaar geen gashoudende producten, ontvlambare drijfgassen en explosieve
stoffen in de diepvries: gevaar op explosie.
Het is verboden om elektrische toestellen te gebruiken (bijvoorbeeld ijsmachines of blenders) in het
toestel.
Verstop of bedek op geen enkele manier de leidingen van de luchtcirculatie, zodat de correcte werking
van de koelkast wordt gegarandeerd.
92
Algemene waarschuwingen
Raak de koelvlakken of de bevrozen producten niet aan die rechtstreeks uit de diepvries komen (en
vooral niet met natte handen), en stop ze niet in uw mond. Er bestaat gevaar op brandwonden en letsels
als gevolg van de zeer lage temperaturen.
Consumeer geen voedsel dat geen normaal uitzicht of geur heeft.
Kinderen mogen niet spelen met de koelkast. De laden, de leggers of andere details van het
toestel mogen enkel gebruikt worden zoals wordt aangeduid in deze handleiding; het toestel mag
enkel gebruikt worden voor het daarvoor bestemde doel.
Dit toestel mag niet gebruikt worden door personen (kinderen inbegrepen) met verminderde fysische,
sensoriële of psychische vermogens, of door personen die geen ervaring hebben met het gebruik van
elektrische apparatuur, tenzij dit gebeurt onder toezicht van een volwassene die instaat voor hun
veiligheid.
Indien de stroomtoevoer ontbreekt, mag/mogen de deur/deuren zo weinig mogelijk geopend worden.
Het diepgevroren voedsel dat volledig of gedeeltelijk ontdooid is, mag niet weer ingevrozen worden.
Aandacht:
deze koelkast bevat een kleine hoeveelheid isobutaan (R600a), een koelgas zonder CFC. Tijdens
het transport, de installatie, de reiniging en de herstelling van de koelkast moet opgelet worden
dat de delen van het koelcircuit niet beschadigd worden, zodat geen gas kan lekken. In geval van
beschadigingen mag geen vuur gebruikt worden, en moet de ruimte waar zich het toestel bevindt
goed verlucht worden.
93
Waarschuwingen voor de afvalverwerking
2. ZORG VOOR HET MILIEU
Voor het verpakken van onze koelkasten worden niet-vervuilende materialen gebruikt die het milieu niet
belasten, en die recycleerbaar zijn. We verzoeken om hieraan mee te werken, en om te zorgen voor een
correcte verwerking van de verpakking. Vraag bij uw verkoper of bij de bevoegde diensten naar de
adressen van inzamel-, afvalverwerkings- en recyclagecentra.
Ook het oude toestel moet correct verwerkt worden.
Belangrijk: lever het toestel in bij de plaatselijke dienst of zaak die verantwoordelijk is voor de
inzameling van afgedankte huishoudtoestellen. Met een correcte verwerking kunnen kostbare
materialen gerecupereerd worden. De koelapparaten bevatten gassen die gevaarlijk kunnen zijn voor
het milieu. Zorg er dus voor dat de leidingen van het koelcircuit niet worden beschadigd voordat de
bevoegde dienst het huishoudelijke toestel ophaalt.
Voordat u de koelkast weggooit, is het belangrijk dat u de deuren verwijdert en de leggers niet verwijdert;
dit om te vermijden dat kinderen zich al spelend in het toestel zouden kunnen opsluiten.
Bovendien moet u de stroomkabel doorsnijden en samen met de stekker verwijderen.
DIT TOESTEL IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN VOLGENS DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/
96/EG IN VERBAND MET ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE TOESTELLEN (WASTE
ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE).
DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEREN VAN
AFGEDANKTE TOESTELLEN, EN GELDT VOOR HET VOLLEDIGE GRONDGEBIED VAN DE
EUROPESE UNIE.
94
Aanwijzingen voor de gebruiker
3. BESTEMD GEBRUIK VAN DE KOELKAST
Het toestel werd specifiek gerealiseerd voor huiselijk gebruik, en is geschikt voor het invriezen en
bewaren van vers en diepgevroren voedsel, en om ijsblokjes te produceren. Het toestel werd niet
ontworpen en gefabriceerd voor professioneel gebruik. Smeg kan niet aansprakelijk gesteld worden
voor schade afkomstig van een niet-correct gebruik van het toestel. De koelkast werd onderworpen aan
de noodzakelijke dichtingstests van het koelcircuit, en is conform de veiligheidsnormen voor elektrische
toestellen.
Aandacht:
de constructeur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor letsels aan personen of materiële
schade die wordt veroorzaakt door het niet in acht nemen van deze voorschriften, of door het
onklaar maken van zelfs maar een enkel onderdeel van het toestel, of door het gebruik van nietoriginele reserveonderdelen.
95
Aanwijzingen voor de gebruiker
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
1Snelvriezer
2Ijskuip
3Ijsbak
4Thermostaat diepvries
5Vlak diepvries
6
Diepvriesruimte (
7Licht diepvries
8Superkoude vlakken
9Thermostaat koelkast
ffff)
10Licht koelkast
11Leggers koelkast
12Bewaardoos kaas
13Bedekking lade
14Groentenbak
15Profielen flessenrek
16
Vlak diepvries (
17Eierbakje
18Bovenvlak met flap
19Eihouder
20Kruidenvak
21Flessenrek
ff)
96
Aanwijzingen voor de gebruiker
4.1Leggers
Elke koelkast is voorzien van meerdere leggers die in de daarvoor bestemde geleiders op verschillende
hoogten kunnen gepositioneerd worden. Om de handelingen van de verwijdering van alle interne
accessoires te vergemakkelijken, moet de deur helemaal geopend worden.
4.2Lade voor groenten en fruit
Deze laden, die zich onderaan de koelkast bevinden, zijn voorzien van een glazen plaat om verse
voedingswaren te bedekken die voor een correcte bewaring een constante vochtigheidsgraad nodig
hebben.
Wanneer de lade voor groenten en fruit helemaal is gevuld, zou de indicator van de versheid (A), die zich
vooraan de lade zelf bevindt, helemaal moeten openstaan. Op deze manier kan het lucht- en
vochtigheidsniveau gecontroleerd worden, en zal het voedsel langer vers blijven.
4.3Opbergvakjes in de deur
In de deur van de koelkast bevinden zich opbergvakjes voor het bewaren van eieren, boter,
zuivelproducten, tubes, conserven en andere kleine pakjes. Onderaan de deur is een houder aanwezig
om flessen verticaal te plaatsen. Om te vermijden dat de flessen kunnen vallen wanneer de deur wordt
geopend of gesloten, moeten ze geblokkeerd worden met de daarvoor bestemde en bijgeleverde
flessenblokkering.
Alle opbergvakjes en houders kunnen verwijderd worden om de reiniging te vergemakkelijken. Om ze uit
de deur te verwijderen, moet u met uw vuist lichtjes onderaan de vakjes slaan, en dit eerst aan de ene
zijde en daarna aan de andere.
4.4Bewaardoos voor kaas
Er wordt een daarvoor bestemde houder met bedekking voorzien om kaas te bewaren. Deze doos kan,
naar wens, op de verschillende leggers gepositioneerd worden.
4.5Snelvriezer
Gebruik de snelvriezer om reeds bereid voedsel snel in te vriezen (en vers voedsel dat moet ingevrozen
worden), die een groter koelvermogen heeft.
Om dit compartiment te openen, moet de bedekking opgeheven worden en in het compartiment zelf
geschoven worden. Het kan op dezelfde manier gesloten worden.
Opmerking:
controleer of de bedekking van het compartiment van de snelvriezer gesloten is voordat de deur
wordt geopend. Zoniet zal de capaciteit van het snelvriezen worden verloren.
97
Aanwijzingen voor de gebruiker
4.6Superkoude vlakken
Het voedsel dat in het superkoude compartiment wordt bewaard, in plaats van in het compartiment van
de diepvries of in de koelkast, blijft langer vers en behoudt langer de smaak en het uitzicht. Wanneer
deze plaat vuil wordt, moet ze verwijderd worden en gereinigd worden met water.
Water bevriest aan een temperatuur van 0°C, maar voedsel dat zout of suiker bevat bevriest aan lagere
temperaturen.
Het superkoude compartiment wordt gewoonlijk gebruikt voor verse vis, gerechten in licht zout water,
rijst, enz...
Plaats geen voedsel dat moet ingevrozen worden of platen om ijs te produceren.
4.7Binnenverlichting
Wanneer de deur van de koelkast en/of de diepvries wordt geopend, licht de lamp op en blijft deze aan
tot de deur helemaal gesloten wordt. Een veiligheidssysteem zal de lamp automatisch uitschakelen
wanneer de deur te lang blijft openstaan. Hetzelfde systeem zal de lamp weer inschakelen wanneer het
gevaar op oververhitting niet meer aanwezig is..
98
Aanwijzingen voor de gebruiker
5. KENMERKEN EN FUNCTIES
5.1Instellingen thermostaat
1 Thermostaat diepvries2 Thermostaat koelkast
De thermostaat van de diepvries regelt automatisch de temperatuur in de compartimenten. Er kunnen
lagere temperaturen worden verkregen door de knop van positie 1 naar 5 te draaien. Tijdens het koude
seizoen wordt aanbevolen om hogere temperaturen in te stellen om het energieverbruik te beperken.
Instelling thermostaat diepvries;
1 - 2: Positioneer de knop tussen de minimum en de medium positie voor een korte bewaring van het
voedsel in de diepvries.
3 - 4: Positioneer de knop op de medium positie voor een lange bewaring van het voedsel in de
diepvries.
5: Om vers voedsel in te vriezen. Het toestel zal langer functioneren. Nadat de koudere temperatuur
werd bereikt, moet de originele positie weer ingesteld worden.
Instelling thermostaat koelkast;
1 - 2: Voor minder koeling.
3 - 4 : Voor normale koeling.
5: Voor meer koeling.
99
Aanwijzingen voor de gebruiker
6. GEBRUIK VAN HET TOESTEL
6.1Inwerkingstelling
Nadat de het toestel is aangesloten op de stroomtoevoer, raadpleeg de paragraaf “9.3 Elektrische
aansluiting”, moeten de thermostaten ingesteld worden zoals eerder werd beschreven.
Bij de eerste inschakeling moet het toestel 24 uren achtereenvolgens functioneren voordat een gepaste
temperatuur wordt bereikt.
Tijdens deze periode mag de deur niet teveel geopend worden en mag geen grote hoeveelheid voedsel
in het toestel geplaatst worden.
Wanneer het toestel wordt uitgeschakeld of wanneer de stekker wordt uitgetrokken, moet minstens 5
minuten gewacht worden om het weer in te schakelen of de stekker weer in het stopcontact te plaatsen
zodat de compressor niet wordt beschadigd.
Belangrijk
De verandering van de klimatische omstandigheden (temperatuur en vochtigheid), de
temperatuur van het verse voedsel dat in de compartimenten wordt geplaatst en de frequentie
van opening van de deur beïnvloeden de werkingstemperaturen van het product.
6.2Plaatsing van voedsel in de koelcel
Plaats het voedsel op de verschillende leggers of in de laden, maar verpak of bedek ze hermetisch. Op
deze manier
- worden het aroma, de vochtigheid en de versheid van het voedsel behouden;
- wordt vermeden dat het voedsel andere geuren of smaken krijgt;
- wordt een excessieve ophoping van vochtigheid in het compartiment vermeden, te wijten aan de
normale transpiratie van het voedsel (vooral bij verse groenten en fruit), wat tijdens bepaalde
werkingsomstandigheden (verhoging van de temperatuur en de vochtigheid van de omgeving,
verhoging van de frequentie van het openen van de deur) condensvorming op de leggers zou kunnen
creëren.
- Plaats vlees en gekuiste vis (gesloten in verpakkingen of in plastic folie gewikkeld) die binnen 1-2
dagen zullen geconsumeerd worden.
- Fruit en groenten kunnen zonder verpakking in het daarvoor bestemde compartiment geplaatst
worden.
- Gebruik enkel producten die geschikt zijn om voedsel te bewaren. Laat het voedsel en warme
dranken steeds afkoelen vooraleer ze in het compartiment geplaatst worden.
- Om de vochtigheid en dus de toename van rijp te beperken, mag nooit vloeistof in geopende flessen/
houders in de koelkast geplaatst worden.
- Bewaar geen explosieve stoffen in het toestel, en bewaar dranken met hoog alcoholgehalte enkel
goed gesloten en uitsluitend verticaal.
100
Aanwijzingen voor de gebruiker
Het NO-FROST systeem van het toestel garandeert een constante temperatuur en een groter
koelvermogen.
De geforceerde luchtcirculatie bevat geen vochtigheid en droogt snel het voedsel dat in de
koelkast wordt gestopt. Er wordt dus aanbevolen om het voedsel goed te verpakken.
De droge lucht van de ventilatie zorgt voor
een snellere koeling van het voedsel; het NOFROST systeem zorgt voor een homogenere
verspreiding van de koude.
6.2.1 Speciale ruimte voor de bewaring van vlees en vis
Delicaat voedsel zoals vlees, vis en licht bevrozen voedsel kunnen in de superkoude lade geplaatst
worden, waar de temperatuur om en bij 0°C wordt gehouden.
Plaats het voedsel in de koelkast zoals wordt
aangeduid op de afbeelding.
101
Aanwijzingen voor de gebruiker
6.3Het invriezen van voedsel
De diepvries wordt gebruikt om diepgevroren of bevrozen voedsel lang te bewaren, en om ijsblokjes te
produceren.
Gebruik de snelvriesruimte om reeds bereid voedsel (en voedsel dat moet ingevrozen worden) sneller in
te vriezen, dankzij de grotere invrieskracht van het compartiment van de diepvries.
Voor een correcte bewaring en invriezing van het voedsel wordt aangeraden om fruit en groenten in
porties van maximaal 1 kg te verpakken, en om vlees en vis in porties van maximaal 2 kg te verpakken.
Kleine verpakkingen van voedsel bevriezen sneller zodat een betere bewaring van de nutritieve
kenmerken en de smaak wordt verkregen, ook na het ontdooien en de bereiding. Gebruik enkel
daarvoor bestemde diepvrieszakjes, aluminiumpapier, plasticfolie voor voedingswaren en vriesbakjes.
Gebruik geen papieren zakjes of cellofaan die niet bestemd zijn voor voedingsmiddelen, en
boodschappentassen of diepvrieszakjes die reeds gebruikt werden. Verpak de voedingsmiddelen in
hermetische verpakkingen, en zorg er voor dat geen lucht meer aanwezig is. Wanneer zakjes gebruikt
worden, moeten de verpakkingen gesloten worden met daarvoor bestemde rubberen ring en
geplastificeerde draadjes. Laat het warme voedsel afkoelen tot de omgevingstemperatuur voordat het in
de diepvries wordt gestopt, en vermijdt dat het reeds ingevroren voedsel in contact komt met vers in te
vriezen voedsel. Breng op de verpakking steeds de datum van de invriezing, de hoeveelheid en de aard
het product aan, en controleer of het voedsel vers en intact is.
De maximale hoeveelheid vers voedsel dat in een tijdspanne van 24 uur kan ingevrozen worden,
wordt aangeduid op de plaat met de kenmerken. De aangeduide hoeveelheid mag niet
overschreden worden: dit heeft een negatieve invloed op de efficiëntie van de diepvries en op de
capaciteit van bewaring van het reeds diepgevroren voedsel.
Voor een optimale prestatie van het toestel en het bereiken van de maximale vriescapaciteit, moet de
knop van de thermostaat 24 uren voordat het verse voedsel in de diepvries wordt gestopt op de
maximum positie gedraaid worden.
Deze tijdspanne van 24 uren op de maximum positie is gewoonlijk voldoende om het voedel in te
vriezen. Na deze tijdspanne van 24 uren moet de knop van de thermostaat van de diepvries niet op de
maximum positie gelaten worden.
Aandacht: om energie te besparen, wanneer kleine hoeveelheden voedsel wordt ingevrozen,
moet de knop van de thermostaat van de diepvries niet op de maximum positie gedraaid worden.
Indien de verpakking van het ingevroren voedsel sporen van vochtigheid toont of abnormaal zwelt, werd
het waarschijnlijk voordien niet aan een gepaste temperatuur bewaard en zal het voedsel dus bedorven
zijn.
In geval van een stroomonderbreking behoudt het compartiment van de diepvries ongeveer 18
uren de optimale temperatuur van bewaring.
102
Aanwijzingen voor de gebruiker
6.4Het bewaren van diepgevroren voedsel
Bij de aankoop van diepgevroren voedsel moet steeds gecontroleerd worden of de verpakking niet
beschadigd is, of de vervaldatum van het product niet overschreden werd en of de thermometer van de
diepvries waarin het product voor verkoop ten toon gesteld wordt een temperatuur van minstens -18°C
aanduidt. Let bovendien op voor de aanduidingen betreffende de temperatuur, de periode van bewaring en
de modaliteit van consumptie die aangeduid worden door de producent. Er wordt bovendien aanbevolen om
het gekochte voedsel te beschermen met daarvoor bestemde thermische zakken of bakken tijdens het
transport, zodat het niet ontdooit. Een verhoging van de temperatuur kan de bewaringstijd verminderen en
invloed hebben op de kwaliteit.
Koop geen diepgevroren voedsel dat excessief bedekt is met rijp: het zou kunnen dat het reeds ondooid
werd.
Om wijzigingen van de kwaliteit van het diepgevroren voedsel te vermijden, mag de toegestane
bewaringstijd die afhangt van het type van voedsel niet overschreden worden.
6.5Het ontdooien van diepgevroren voedsel
Er wordt aanbevolen om gedeeltelijk ontdooid voedsel zo snel mogelijk te consumeren. De koude
bewaart het voedsel, maar vernietigt de micro-organismen niet die geactiveerd worden na de ontdooiing
die de bewaarde producten kunnen bederven. Als de geur en het uitzicht van het ontdooide voedsel niet
gewijzigd is, kan het bereid worden en eventueel weer ingevroren worden na de koeling.
Voor een correcte ontdooiing van diepgevroren voedsel kan, naargelang het type en het gebruik,
ontdooid worden aan de omgevingstemperatuur, in de koelkast, in de elektrische oven (met de statische
of geventileerde functie) of in de magnetron met de daarvoor bestemde functie.
103
Aanwijzingen voor de gebruiker
6.6Het aanmaken van ijsblokjes
Vul de daarvoor bestemde bijgeleverde kuip (3) tot aan het aangeduid peil met koud water of met een
andere vloeistof die u wilt bevriezen. Plaats de kuip in de diepvries in de oorspronkelijke positie. Om de
ijsblokjes los te maken en ze in de daarvoor bestemde bak (1) te laten vallen, moet de hendel (2)
gedraaid worden.
Vul de bak voor het ijs (1)niet met water om ijs aan te maken. De bak zou kunnen stuk gaan.
104
Aanwijzingen voor de gebruiker
7. ONDERHOUD EN REINIGING
7.1Reiniging van de koelkast
Trek de stekker uit het stopcontact voordat met de reiniging wordt begonnen. Voor de reiniging van de
buitenkant mag uitsluitend water en een vloeibaar en delicaat reinigingsmiddel of een gewoon
reinigingsmiddel voor wasbare oppervlakken gebruikt worden (bijvoorbeeld een reinigingsmiddel voor
ruiten). Gebruik geen producten die schurende of agressieve stoffen bevatten voor de plastic of geverfde
delen, en geen zuren of chemische oplosmiddelen. Gebruik een spons of een zachte doek.
Voor de reiniging van de binnenkant mogen geen stoomreinigers gebruikt worden, maar wordt
aanbevolen om specifieke hygiëniserende producten te gebruiken zoals bijvoorbeeld
natriumbicarbonaat/soda en lauw water. Bij onze Assistentiecentra kunnen producten verkregen worden
van SMEG die specifiek zijn voor de reiniging van staal.
Verwijder de leggers en de accessoires van de deur, maar forceer niet tijdens de fase van de
verwijdering.
Reinig de verwijderbare plastic delen niet in de vaatwasser, maar enkel met lauw water en een
reinigingsmiddel voor borden of met water en azijn. Spoel ze daarna, en droog ze zorgvuldig. Zorg er
voor dat de elektrische delen van de verlichting niet in aanraking komen met water of
reinigingsmiddelen.
Gebruik lauw water voor de reiniging van de pakkingen, en droog ze vervolgens.
Voor een correcte werking van de koelkast moet ook de condensator achteraan het toestel regelmatig
gereinigd worden, met behulp van een kwast of een stofzuiger (1).
Stop de stekker weer in het stopcontact, wanneer uw handen droog zijn, nadat de handelingen van de
reiniging zijn uitgevoerd.
105
Aanwijzingen voor de gebruiker
7.2Uitschakeling van de koelkast
Indien de koelkast gedurende een lange periode niet zal gebruikt worden, moet de stekker uit het
stopcontact gehaald worden.
Maak daarna de cellen leeg, en droog de eventuele aanwezige vochtigheid. Laat de deur op een kier
staan zodat vermeden wordt dat de vochtigheid en de stilstaande lucht een vieze geur veroorzaken.
7.3Advies om energie te besparen
- Installeer de koelkast op een koele en verluchte plek, beschermd tegen rechtstreeks zonlicht en uit
de buurt van warmtebronnen;
- Plaats geen warm voedsel in de koelkast of in de diepvries. Wacht tot het voedsel en de dranken
afgekoeld zijn tot aan de omgevingstemperatuur voordat ze op de leggers geplaatst worden;
- Beperk de tijd en het aantal keren dat de deur geopend wordt zodat een excessieve verwarming in de
cellen wordt vermeden;
- Reinig de condensator (achteraan de koelkast) regelmatig om te vermijden dat de doeltreffendheid
van de machine afneemt;
- Laat de functie van de snelle invriezing enkel ingeschakeld voor de tijdsduur die effectief noodzakelijk
is;
- Wanneer de koelkast gedurende een lange periode niet wordt gebruikt, wordt hij het best
leeggemaakt en uitgeschakeld;
- Ontvries de diepgevroren producten in het compartiment van de koelkast, zodat de koude die
afgegeven wordt door de diepgevroren producten zelf gerecupereerd wordt in de koelcel.
7.4Lawaai tijdens de werking
De koeling van de koelkast en van de diepvries gebeurt door middel van een compressiesysteem. Om
de geselecteerde temperatuur in de cellen te behouden, wordt de compressor in werking gesteld die,
indien noodzakelijk, continu in werking kan blijven afhankelijk van de ingestelde temperatuur. Wanneer
de compressor in werking wordt gesteld, wordt een gezoem geproduceerd dat na enkele minuten
langzaam aan afneemt. Een ander lawaai dat normaal is tijdens de werking van de koelkast is het
geklater van koelmiddel dat in de leidingen van het circuit stroomt. Dit lawaai is normaal, en duidt niet op
een slechte werking van de machine. Als het lawaai te erg zou zijn, kan dit te wijten zijn aan andere
oorzaken. Controleer dus het volgende:
- of de koelkast correct genivelleerd is op de vloer, en niet trilt tijdens de werking van de compressor:
voer een correcte regeling van de bijgeleverde voetjes uit;
- of de laden, de leggers en de bakjes in de deur correct in de daarvoor bestemde zittingen geplaatst
zijn: plaats ze correct;
- of de flessen en de bakjes stabiel op de leggers geplaatst zijn, en niet tegen elkaar komen:
trillingen als gevolg van de werking van de compressor zouden lawaaierigheid kunnen veroorzaken;
- Plaats de koelkast niet tegen meubels of andere huishoudtoestellen.
7.5Eliminatie en bepaling van mogelijke defecten tijdens de werking
Uw koelkast werd ontworpen en gebouwd op basis van strenge kwaliteitsstandaards. Het doel van dit
deel, wanneer problemen tijdens de werkingen worden opgemerkt, is het vinden van de oorzaak van het
probleem voordat u de assistentiedienst van Smeg contacteert.
106
Aanwijzingen voor de gebruiker
7.6Vervanging van de interne lampen
VOORDAT EENDER WELKE HANDELING WORDT UITGEVOERD, MOET DE STROOMTOEVOER
VAN HET TOESTEL UITGESCHAKELD WORDEN.
Lampen diepvriesLampen koelkast
Voordat het lampje wordt vervangen, moet gecontroleerd worden of het deel in de lamphouder niet
gelost is. In elk geval moet voor veiligheidsredenen de stekker uit het stopcontact verwijderd worden, en
dit zowel voor het uitvoeren van de controle als voor de vervanging van het lampje. Verwijder de
afdekking uit de zitting met behulp van een schroevendraaier (in de richting van de pijl). Vervang het
lampje met een ander soortgelijk lampje, maximum 15 W.
N.B.
In de koelkast zijn 2 lampjes van maximaal 15 W aanwezig.
Positioneer de afdekking van het licht weer, en stop de stekker na 5 minuten weer in het stopcontact.
Lawaaierige werking- raadpleeg het deel “lawaai tijdens
de werking”
De compressor wordt te frequent in
werking gesteld, of is continu in
werking:
De compressor wordt niet in werking
gesteld:
Onvoldoende koeling van de
koelkast:
Moeilijkheden bij de opening van de
deur onmiddellijk na de sluiting:
- onvoldoende koeling van de
compressor en van de
condensator:
- toename van de
buitentemperatuur;
- frequente of lange opening van de
deuren;
- te grote hoeveelheid vers voedsel
geplaatst
- stroomkabel niet aangesloten op
het elektriciteitsnet;
- het stopcontact levert geen
stroom.
- de thermostaat voor de instelling
van de binnentemperatuur is
ingesteld op een te lage positie (1-
2) (overeenkomstig een hogere
temperatuur in de cel);
- frequente of lange opening van de
deur;
- de deur sluit niet correct
- toename van de
buitentemperatuur.
- controleer of het deel achteraan
correct verlucht wordt zoals wordt
aangeduid in de paragraaf “9.1”,
en of de condensator niet
excessief vuil is;
- vries minder voedsel per keer in;
- sluit de stroomkabel aan;
- contacteer uw stroomleverancier
- Plaats de regelaar op een
tussenpositie.
- open de deur minder frequent, en
voor een zo kort mogelijke
periode;
- controleer of het voedsel correct
op de leggers geplaatst is, of ze
de correcte sluiting niet
verhinderen, en of de koelkast
correct genivelleerd is op de vloer;
- controleer of de pakkingen correct
sluiten en niet beschadigd zijn.
- wanneer de deur onmiddellijk na
de sluiting weer moet geopend
worden (vooral de deur van de
diepvries), zal hiervoor veel kracht
moeten uitgeoefend worden. Dit is
te wijten aan de onderdruk die
gecreëerd wordt door de koeling
van de warme lucht die in de cel
terecht kwam.
De temperatuur in de diepvriesruimte
zorgt niet voor een correcte invriezing
van het voedsel:
Excessieve vorming van condens in
het compartiment van de koelkast
Temperatuur in de cel van de koelkast
te laag – bevriezing van vers voedsel:
- de thermostaat voor de instelling
van de binnentemperatuur is
ingesteld op een te lage positie;
- frequente of lange opening van de
deur;
- de deur sluit niet hermetisch;
- excessieve inhoud van suikers in
het in te vriezen voedsel
- controleer of de pakkingen van de
deur zorgen voor een hermetische
sluiting van de koelkast;
- frequente of lange opening van de
deur;
- excessieve hoeveelheid vers
voedsel (fruit en groenten)
aanwezig op de leggers.
- Voesdel niet correct verpakt of niet
hermetisch bewaard
- het regelmechanisme van de
koeltemperatuur is op een te hoge
positie geplaatst (overeenkomstig
een lagere temperatuur in de cel)
- Plaats de daarvoor bestemde
regelaar op een tussenpositie.
- open de deur minder frequent, en
voor een zo kort mogelijke
periode;
- controleer of het voedsel correct
op de leggers geplaatst is, of de
pakkingen correct sluiten en niet
beschadigd zijn, en of de koelkast
correct genivelleerd is op de vloer;
- sommige voedingswaren worden
niet volledig bevrozen, behalve bij
zeer lage temperaturen (roomijs,
geconcentreerde sappen)
- In geval de pakkingen verpletterd
zijn, moet geprobeerd worden om
ze te verzachten door uw gesloten
vingers in het binnendeel op en
neer te schuiven;
- verminder de frequentie of de
tijdsduur van de opening van de
deur, en vooral in geval van een
warm en vochtig klimaat;
- plaats een kleinere hoeveelheid
voedsel in de koelkast;
- Bedek de bakjes, en sluit het
voedsel hermetisch.
- Draai de regelaar op een lagere
positie.
- verpak het voedsel in daarvoor
bestemde zakjes en bakjes;
- vermijd om excessief nat fruit en
groenten te plaatsen
- positioneer geen voedsel tegen de
achterwand van de koelkast in het
compartiment.
Excessieve ijsvorming in de diepvries - de thermostaat voor de instelling
van de binnentemperatuur is
ingesteld op een te lage
temperatuur;
Het voorvlak van het meubel voelt
warm aan
Slechte uitlijning van de deuren- controleer de correcte nivellering
KLANTENDIENST – LEZING VAN DE IDENTIFICATIEPLAAT.
IN GEVAL DE PROBLEMEN DIE OPGEMERKT WERDEN ZICH NIET IN DE VOORGAANDE LIJST BEVINDEN,
EN WANNEER U MEER UITLEG WENST, KUNT U ZICH WENDEN TOT DE ERKENDE TECHNISCHE
ASSISTENTIEDIENST. HET ADRES EN HET TELEFOONNUMMER WORDEN AANGEDUID IN DE
TELEFOONGIDS ONDER DE NAAM SMEG.
- - de koelkast werkt correct. In het
- Stel de daarvoor bestemde
regelaar in op een lagere positie
zodat de temperatuur intern de cel
lichtjes toeneemt;
- controleer de correcte dichting
van de pakkingen: in geval de
pakkingen verpletterd zijn, moet
geprobeerd worden om ze te
verzachten door uw gesloten
vingers in het binnendeel op en
neer te schuiven;
- open de deur minder frequent en
voor kortere tijd;
- toename van de
omgevingstemperatuur en de
atmosferische vochtigheid;
- plaats geen warm voedsel of
warme dranken in de diepvries;
cabinet is een
verwamingssysteem van het
oppervlak voorzien waardoor de
vorming van condens in de zone
van de sluiting van de pakkingen
van de deur beperkt wordt.
van de koelkast, en handel
eventueel op de twee pootjes
achteraan. Controleer of de
uitlijning verbetert wanneer de
regeling wordt gewijizgd.
OM DEZE DIENST SNELLER EN EFFICIËNTER TE MAKEN, VERZOEKEN WE U OM AAN ONZE
MEDEWERKERS VAN DE TELEFOONCENTRALE HET MODEL EN HET RELATIEVE SERIENUMMER VAN
HET AANGEKOCHTE PRODUCT MEE TE DELEN, DIE AANGEDUID WORDEN OP HET ETIKET MET DE
KENMERKEN DAT ZICH IN DE CEL VAN DE KOELKAST BEVINDT. WE DANKEN U BIJ VOORBAAT VOOR UW
MEDEWERKING.
110
Aanwijzingen voor de installateur
9. INSTALLATIE EN AANSLUITING
9.1Keuze van de plek
Plaats de koelkast steeds op een droge plek waar een voldoende luchtverversing aanwezig is. Stel het
toestel niet bloot aan rechtstreeks zonlicht, en plaats het niet buiten. Het toestel kan gebruikt worden bij
verschillende temperatuurcondities naargelang de klimatische klasse van herkomst (die wordt
aangeduid op de identificatieplaat die zich in de cel van de koelkast bevindt):
KlasseOmgevingstemperatuur
N (Normaal)van + 16° C tot + 32° C
SN (Subnormaal)van + 10° C tot + 32° C
ST (Subtropisch)van + 18° C tot + 38° C
T (Tropisch)van + 18° C tot + 43° C
Plaats de koelkast niet in de buurt van wamtebronnen. Indien dit onvermijdelijk is, moet een geschikt
isolerend paneel gebruikt worden zodat de correcte werking van het product niet in het gedrang komt.
Plaats anders het toestel op minstens 3 cm van elektrische fornuizen of gasfornuizen, en op minstens 30
cm afstand van verwarmingssystemen of radiatoren.
Voor een correcte koeling van de condensator mag de koelkast achteraan niet te dicht tegen een muur
geplaatst worden. Wanneer de koelkast onder een hangend kastje geïnstalleerd moet worden, moet de
afstand tot het kastje minstens 5 cm bedragen.
Plaats geen zware voorwerpen op de koelkast.
Indien het toestel nabij een andere koelkast of diepvries is geïnstalleerd, moet tussen de toestellen een
afstand van minstens 2 cm gehouden worden zodat condensvorming wordt vermeden.
Let op bij de installatie van het toestel op parket of linoleum, zodat de vloer niet gekrast of beschadigd
wordt. Indien noodzakelijk kan de koelkast op stukjes hout of op een matje tot aan de definitieve plaats
voor de elektrische aansluiting geschoven worden.
Om de luchtcirculatie onder het toestel te bevorderen, moet de ruimte onderaan vrij gelaten worden. Sluit
ze niet met een dop of dergelijk.
111
Aanwijzingen voor de installateur
9.2Plaatsing en nivellering van het toestel
Plaats de koelkast op een stabiele en genivelleerde ondergrond. Om onregelmatigheden van de
bevloering te compenseren en een betere stabiliteit van het product te garanderen, is de koelkast
voorzien van regelbare pootjes vooraan (1). Bovendien zijn 4 wieltjes (2) voorzien om het toestel
gemakkelijker te kunnen verplaatsen en correct te kunnen positioneren. Er wordt alleszins aanbevolen
om goed op te letten tijdens de verplaatsing, zodat de bevloering niet wordt beschadigd tijdens het
schuiven (wanneer de koelkast bijvoorbeeld op parket geplaatst is).
112
De buitenkant van het toestel en de interne accessoires moeten gereinigd worden met een oplossing van
water en vloeibare zeep; de binnenkant van het toestel moet gereinigd worden met natriumbicarbonaat
opgelost in lauw water. Positioneer alle accessoires weer in het toestel nadat ze gedroogd werden.
9.3Elektrische aansluiting
Voordat de koelkast de eerste maal ingeschakeld wordt, moet deze minstens twee uren in de horizontale
positie gelaten worden. Sluit vervolgens de stroomkabel van het toestel aan op een stopcontact dat
voorzien is van een aarding, en dat geïnstalleerd is volgens de normen betreffende de elektrische
veiligheid. De nominale spanning en de frequentie worden aangeduid op het etiket met de kenmerken,
dat aangebracht is in de cel van de koelkast. De aansluiting op het elektriciteitsnet en de aarding moeten
uitgevoerd worden conform de normen en de van kracht zijnde voorschriften. Controleer of de waarde
van de nominale spanning op de plaat dezelfde is als diegene die aanwezig is op de stroomlijn van de
woning. Wanneer blijkt dat de stroomkabel moet vervangen worden, mag deze handeling uitsluitend
uitgevoerd worden door een bevoegde technicus van de assistentiedienst van Smeg.
De stekker moet bereikbaar blijven na de installatie van het toestel.
Bij de eerste inschakeling van het toestel kan een onaangename geur geproduceerd worden. Deze geur
zal verdwijnen wanneer het toestel begint te koelen.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.