We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen
bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het toestel te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
91
Waarschuwingen
1 Waarschuwingen
1.1 Algemene
veiligheidswaarschuwingen
Persoonlijk letsel
• Raak geen
verwarmingselementen aan
tijdens gebruik van het apparaat.
• Houd kinderen jonger dan 8 jaar
uit de buurt van het apparaat als
zij niet voortdurend onder toezicht
staan en zorg dat zij niet met het
apparaat spelen.
• Probeer geen vlammen/brand te
doven met water: schakel het
apparaat uit en bedek het vuur
met een brandwerende deken.
• Werkzaamheden voor
schoonmaak en onderhoud die
door de gebruiker moeten
plaatsvinden, mogen niet worden
uitgevoerd door kinderen die niet
onder toezicht staan.
• Laat de installatie en technische
interventies uitvoeren door
gekwalificeerd personeel
overeenkomstig de geldende
normen.
• Voer geen wijzigingen uit op het
apparaat.
• Plaats geen metalen en puntige
voorwerpen (bestek of
gereedschappen) in de spleten
van het apparaat.
• Probeer nooit om zelf het
apparaat te repareren, zonder
tussenkomst van een
gekwalificeerde technicus.
• Het diepgevroren voedsel mag
niet worden aangeraakt (en vooral
niet met natte handen) of direct in
de mond worden gedaan.
• Bewaar geen ontvlambare,
explosieve of verdampende
stoffen.
• Flessen die een hoog percentage
alcohol bevatten, moeten goed
gesloten zijn en in verticale positie
worden opgeborgen.
• Als de stroomkabel beschadigd
is, moet men onmiddellijk contact
opnemen met de technische dienst
die voor de vervanging van de
kabel zal zorgen, om elk risico te
voorkomen.
• Controleer of het apparaat is
uitgeschakeld en van het
elektriciteitsnet is afgekoppeld,
voordat de lamp wordt
vervangen.
Beschadiging van het apparaat
• Leg tijdens het gebruik geen
scherpe metalen voorwerpen op
het apparaat, zoals messen,
vorken, lepels en deksels.
• Gebruik geen schurende of
bijtende middelen op de glazen
onderdelen (bijv. poeders,
ontvlekkers of metaalsponsjes).
92
Waarschuwingen
• Ga niet op het apparaat zitten.
• Oefen geen druk uit op de deur
of de handgreep om het
apparaat te verplaatsen.
• Gebruik geen stoomstraal om het
apparaat te reinigen.
• Gebruik het apparaat in geen
enkel geval om de ruimte af te
koelen.
• Koppel het apparaat steeds los
van het elektriciteitsnet in geval
van defecten, het onderhoud, de
vervanging van de lamp of tijdens
de reiniging.
• Bewaar geen vloeistoffen in blik
of glas in de diepvries.
• Gebruik geen puntige metalen
voorwerpen om overtollig ijs uit de
vriescel te verwijderen.
• Om te voorkomen dat het
apparaat instabiel staat, moet het
correct volgens de instructies in
deze handleiding worden
geïnstalleerd en bevestigd.
• Plaats geen zware voorwerpen
bovenop het apparaat.
• Indien het apparaat vlakbij een
andere koelkast of vriezer wordt
geplaatst, houd dan minimaal 2
cm ruimte aan.
• Het apparaat niet in de openlucht
installeren/gebruiken.
Voor dit apparaat
• Het apparaat mag door kinderen
boven de 8 jaar en door mensen
met een lichamelijke, zintuigelijke
of geestelijke beperking of zonder
de noodzakelijke ervaring of
kennis gebruikt worden, mits zij
onder toezicht staan of nadat zij
geïnstrueerd zijn over het veilige
gebruik van het apparaat en zij de
bijbehorende gevaren hebben
begrepen.
• Houd toezicht op kinderen zodat
zij niet met het apparaat kunnen
spelen.
• Ga niet steunen of zitten op de
geopende deur van het apparaat.
• Controleer of er geen voorwerpen
in de deur vastzitten.
• Het apparaat bevat een kleine
hoeveelheid isobutaan (R600a).
Pas tijdens het transport, de
montage of de reiniging op dat
het koelcircuit niet beschadigd
raakt.
• Voorkom dat ventilatieopeningen
in de ruimte rondom het apparaat
of in de inbouwnis zijn bedekt.
• Gebruik geen andere
mechanische, elektrische of
chemische middelen dan door de
fabrikant worden aanbevolen om
het ontdooien te versnellen.
NL
93
Waarschuwingen
• Voorkom dat het koelcircuit
beschadigt (indien het
toegankelijk is).
• Gebruik geen elektrische
apparaten in de compartimenten
voor de conservering van
levensmiddelen als deze niet door
de fabrikant zijn aanbevolen.
• Indien het koelcircuit wordt
beschadigd, geen open vuur
gebruiken en de ruimte goed
luchten.
• Gebruik het apparaat of
onderdelen ervan niet anders dan
in deze handleiding wordt
beschreven.
1.2 Aansprakelijkheid van de
fabrikant
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade aan
personen en voorwerpen ten
gevolge van:
• een ander gebruik van het
apparaat dan wordt voorzien;
• het niet in acht nemen van de
voorschriften van de
gebruiksaanwijzing;
1.3 Beoogd gebruik
Dit apparaat is bestemd voor
gebruik in huis of in een soortgelijke
omgeving:
• de kantine van het personeel van
winkels, kantoren en andere
werkplekken;
• vakantieboerderijen en door
gasten van hotels, motels en
andere verblijven;
• in bed en breakfasts;
• catering en soortgelijke
applicaties die niet voor de
detailhandel bestemd zijn.
• Het apparaat is niet bestemd voor
professioneel en commercieel
gebruik.
• Dit apparaat is bestemd voor de
koeling en bewaring van vers en
diepgevroren voedsel, in een
huiselijke omgeving. Elk ander
gebruik is oneigenlijk.
• Het apparaat is niet ontworpen
om te functioneren met externe
kookwekkers of
afstandsbedieningssystemen
.
• het forceren van ook slechts één
deel van het apparaat;
• het gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
94
Waarschuwingen
1.4 Verwerking
Het toestel moet op het einde van
zijn gebruiksduur afzonderlijk
ingezameld worden (richtlijnen
2002/95/EG, 2002/96/EG, 2003/
108/EG). Het product bevat geen delen
die als gevaarlijk voor de gezondheid en
het milieu worden beschouwd, conform de
actuele Europese Richtlijnen.
Verwerking van het toestel:
• Verwijder de elektrische kabel en de
stekker.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Schakel de stroomtoevoer uit.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• De gebruiker moet de apparatuur dus
op het einde van de gebruiksduur
toekennen aan geschikte centra voor
gescheiden inzameling van elektrisch en
elektronisch afval, of overhandigen aan
de verkoper wanneer een nieuw
gelijkaardig toestel wordt gekocht.
Het toestel zit verpakt in milieuvriendelijke
en recycleerbare materialen.
• Breng het verpakkingsmateriaal naar de
betreffende centra voor afvalverwerking.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
• Laat de verpakking, of delen ervan, niet
onbewaakt achter.
• Laat kinderen niet spelen met de plastic
zakken van de verpakking.
1.5 Identificatieplaatje
Het identificatieplaatje bevat de
technische gegevens, het
serienummer en de merking. Het
plaatje mag in geen geval worden
verwijderd.
1.6 Deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is een
integrerend deel van het toestel en
moet gedurende de volledige
bedrijfsduur intact en op een
makkelijk bereikbare plaats worden
bewaard.
Lees deze gebruiksaanwijzing
aandachtig vóór installatie.
NL
95
Waarschuwingen
1.7 Wegwijs in de
gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de
volgende begrippen voor:
Waarschuwingen
Algemene waarschuwingen in
verband met de
gebruiksaanwijzing, veiligheid en
verwerking van afgedankte
producten.
Beschrijving
Beschrijving van het toestel en de
accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het
toestel en de accessoires, kooktips.
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte
schoonmaak en onderhoud van het
toestel.
Installatie
Informatie voor gekwalificeerde
technici: installatie, inbedrijfstelling
en keuring.
Voor de programmering van de
binnentemperatuur van de koelcel en van
de vriescel.
Koelcel
Voor de bewaring van vers voedsel.
5 Watergoot voor de ontdooiing
6 Deur diepvries
7 Deur koelkast
Binnenverlichting
De binnenverlichting van het toestel wordt
ingeschakeld wanneer de deur wordt
geopend.
Vriescel
Voor de bewaring van diepgevroren
voedsel, voor het invriezen van voedsel.
97
Beschrijving
Ventilator
Voor de verdeling van de ingestelde
temperatuur en de vermindering van het
condens op de steunvlakken.
Het stroomverbruik neemt toe
wanneer de ventilator is
ingeschakeld.
2.3 Bedieningspaneel
Vriescel
Voor de bewaring van diepgevroren
voedsel, voor het invriezen van vers
voedsel en voor de productie van ijsblokjes.
Watergoot voor de ontdooiing
Achteraan de koelcel, onder de koelplaat,
bevinden zich een goot en een gat voor de
opvang van het dooiwater. Controleer
regelmatig dat deze opening niet is
verstopt, en reinig ze eventueel met behulp
van een harde ijzerdraad.
1 Lamp
2 Knop ventilator/supercold
98
3 Thermostaatknop
4 Schakelaar lamp ventilator
Beschrijving
2.4 Beschikbare accessoires
Op sommige modellen zijn niet
alle accessoires aanwezig.
Leggers
Lade voor fruit en groenten
Voor het bewaren van fruit en groenten; in
deze lade wordt een constante graad van
vochtigheid gegarandeerd.
Rooster diepvries
NL
Om de beschikbare ruimte te optimaliseren
en om het voedsel in de koelcel te plaatsen.
Flessenrek
Voor het opbergen van flessen in de
koelcel.
Om de vriescel te verdelen, en dus de
beschikbare ruimte volgens uw vereisten te
optimaliseren.
99
Beschrijving
Deurhouders en -rekken
Om klein verpakt voedsel op te bergen. De
houder onderaan de deur dient om flessen
te bevatten. Op bepaalde modellen is ook
de deur van de diepvries voorzien van
rekken, om diepgevroren voedsel te
bevatten dat regelmatig moet verplaatst
worden (bijv. ijsjes, al geopende zakjes met
voedsel, enz.).
Eierbakje
Om eieren te bewaren, kan naar wens
gepositioneerd worden op verschillende
rekken en houders van de koelkastdeur.
Ijsblokjeshouder
Voor de productie van ijsblokjes, om in de
vriescel te stoppen.
De accessoires die in contact
kunnen komen met het voedsel zijn
gemaakt van materialen conform
de van kracht zijnde
wetsbepalingen.
100
De bijgeleverde of optionele
accessoires kunnen worden
aangevraagd bij erkende
verdelers. Gebruik enkel de
originele accessoires van de
constructeur.
Gebruik
3 Gebruik
3.1 Waarschuwingen
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van
het toestel
• Verwijder het ijs of de rijp niet met
behulp van scherpe voorwerpen, om
schade aan de wanden van het toestel
te vermijden.
• Ga niet op de deur en eventuele
geopende laden hangen, en ga er niet
op zitten.
• Raak de verwarmingselementen aan de
buitenkant van het toestel niet aan.
• Bewaar geen ontvlambare, explosieve
of verdampende stoffen.
• Organische en zure stoffen, en
etherische oliën, kunnen de plastic delen
en de pakkingen aantasten in geval van
langdurige aanraking.
• Flessen die een hoog percentage
alcohol bevatten, moeten goed
gesloten zijn en in verticale positie
opgebergd worden.
3.3 Eerste gebruik
1. Stop de stekker in het stopcontact.
2. Om het toestel in te schakelen, moet de
thermostaatknop op het
bedieningspaneel vanaf de positie 0 STOP op positie 1 - 7 gedraaid worden,
afhankelijk van de gewenste
temperatuur.
Met de toename van de positie
van 1 tot 7 neemt de
binnentemperatuur van de koelkast
af.
3.4 Gebruik van de accessoires
Leggers
Deze kunnen naar wens, en op
verschillende hoogtes, in de daarvoor
bestemde geleiders geplaatst worden. Elke
legger is voorzien van een bescherming
zodat deze niet toevallig kan verwijderd
worden. Om ze helemaal te verwijderen,
moeten ze vooraan (1) opgeheven worden
en daarna verwijderd (2) worden.
NL
3.2 Voorbereiding
1. Verwijder eventueel aanwezige
beschermende folie aan de binnen- en
buitenzijde van het toestel en de
accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (behalve
de plaat met technische gegevens) van
de accessoires en de leggers.
3. Verwijder en was alle accessoires van
het toestel (zie 4 Reiniging en
onderhoud).
Voedsel dat gemakkelijk bederft,
moet bovenaan de leggers
geplaatst worden waar de
temperatuur lager is.
101
Gebruik
Deurhouders en -rekken
Om eieren, boter, zuivelproducten, tubes
en andere kleine pakjes te bewaren.
Onderaan de deur is een flessenhouder
voorzien. Plaats geen te zware flessen in de
flessenhouder, en laat ze niet in de houder
vallen.
Op bepaalde modellen is ook de
deur van de diepvries voorzien
van rekken, om diepgevroren
voedsel te bevatten dat regelmatig
moet verplaatst worden (bijv. ijsjes,
al geopende zakjes met voedsel,
enz.).
Flessenrek
Dit kan op verschillende hoogtes geplaatst
worden, en kan ook met het voorste deel
iets omhoog geïnstalleerd worden om de
flessen schuin te plaaten. Wanneer langere
flessen dan normaal op het flessenrek
moeten gelegd worden, moet het rek op
een hoogte geplaatst worden zodat de
deur correct kan gesloten worden. Om het
helemaal te verwijderen, moet het vooraan
opgeheven worden en daarna verwijderd
worden.
Lade voor fruit en groenten
Deze lade, die zich onderaan de koelcel
bevindt, is voorzien van een glazen plaat
om verse voedingswaren te bedekken die
voor een correcte bewaring een constante
vochtigheidsgraad nodig hebben.
102
Gebruik
Ijsblokjeshouder
Vul deze houder met koud water of andere
vloeistoffen. Plaats de houder horizontaal in
een van de laden van de diepvries. Sluit de
deur van de diepvries en wacht enkele
uren. Wanneer het ijs is gevormd, kan de
houder uit de vriescel gehaald worden en
kunnen de ijsblokjes verwijderd en gebruikt
worden.
3.5 Het gebruik van de koelcel
Schikking van het voedsel
Plaats het voedsel op de verschillende
leggers nadat het hermetisch werd verpakt
of afgedekt. Op deze manier
• worden het aroma, de vochtigheid en
de versheid van het voedsel behouden;
• wordt vermeden dat het voedsel andere
geuren of smaken krijgt;
• wordt een excessieve ophoping van
vochtigheid in het compartiment
vermeden, te wijten aan de normale
transpiratie van het voedsel (vooral bij
verse groenten en fruit), wat tijdens
bepaalde werkingsomstandigheden
(verhoging van de temperatuur en de
vochtigheid van de omgeving, verhoging
van de frequentie van het openen van de
deur) condensvorming op de leggers
zou kunnen creëren.
Laat warm voedsel en warme
dranken steeds afkoelen vooraleer
ze in de koelcel worden geplaatst.
Tabel bewaringstijden
VoedselTijd
Eieren, gerookt vlees,
gemarineerd voedsel, kaas
Groenten met wortelsmax. 8 dagen
Botermax. 7 dagen
Patisserie, fruit, kant-en-klaar
voedsel, vers vlees
Vis, gehakt, zeevruchtenmax. 1 dag
max. 10 dagen
max. 2 dagen
Functie ventilator
1. Druk op de knop ventilator in het
midden van het bedieningspaneel.
2. Plaats de knop ventilator weer op 0
als u de functie ventilator wilt
deactiveren.
We raden het gebruik aan van de
functie ventilator als:
• la temperatura ambiente è
inferiore a 16°C;
• de vochtigheid in de ruimte
toeneemt;
• u grote hoeveelheden
levensmiddelen in de koelcel
aanbrengt.
Non utilizzare la funzione ventola
quando la temperatura ambiente
supera i 30°C.
NL
De temperatuur in de koelcel daalt en het
verbruik van elektrische energie neemt toe
als de ventilator is ingeschakeld.
103
Gebruik
In condizione di temperatura
ambiente tra i 16°C ed i 30°C, si
consiglia di impostare
l’apparecchio come segue:
• ventola accesa: posizione 1-3.
• ventola spenta: posizione 4-7.
3. Plaats het verse voedsel in de diepvries.
Om energie te besparen, en voor
een betere bewaring, wordt
aanbevolen om de functie
‘supercold’ van de diepvries niet
langer dan 24 u te gebruiken.
De instelling van de temperatuur in de
koelcel is indirect van invloed op de
temperatuur in de vriescel.
3.6 Het gebruik van de vriescel
Activeer de ‘supercold’ functie van de
diepvries 24 u voordat vers voedsel moet
ingevroren worden.
Functie ‘supercold’ diepvries
De functie ‘supercold’ van de
diepvries is bestemd voor het snel
invriezen van grote hoeveelheden
voedsel.
1. Druk op de knop ‘supercold’ in het
midden van het bedieningspaneel.
2. Wanneer deze functie moet uitgeschakeld
worden, moet de knop ‘supercold’
weer op positie 0 geplaatst worden.
Er wordt aanbevolen om de
functie ‘supercold’ van de
diepvries te gebruiken bij de eerste
inschakeling, en voordat de
diepvries wordt gereinigd.
Prima di inserire gli alimenti nel
congelatore, alzare leggermente
la temperatura dell’apparecchio
tramite la manopola termostato
(posta all’interno della cella
frigorifera).
Tabel bewaringstijden diepgevroren
voedsel
VoedselTijd
Fruit, rundvlees
Groenten, kalfsvlees, pluimvee max. 8-10 maanden
Wildmax. 6-8 maanden
Varkensvleesmax. 4-6 maanden
Gehaktmax. 4 maanden
Brood, gebak, gekookt
voedsel, magere vis
Ingewandenmax. 2 maanden
Worst, vette vismax. 1 maand
max. 10-12
maanden
max. 3 maanden
Ontdooid voedsel
Ontdooid voedsel moet zo snel mogelijk
geconsumeerd worden. De koude zorgt
voor de bewaring, maar vernietigt de
micro-organismen niet die worden
geactiveerd na de ontdooiing, en die dus
het voedsel ‘beschadigen’.
Een gedeeltelijke ontdooiing vermindert de
voedingswaarde van het voedsel, en
vooral van fruit en groenten en van kant-enklaar voedsel.
104
Gebruik
3.7 Lawaai tijdens de werking
De koeling van de koelcel en van de
vriescel gebeurt door middel van een
compressiesysteem. Om de geselecteerde
temperatuur in de cellen te behouden,
wordt de compressor in werking gesteld
die, indien noodzakelijk, continu in werking
kan blijven afhankelijk van de ingestelde
temperatuur. Wanneer de compressor in
werking wordt gesteld, wordt een gezoem
geproduceerd dat na enkele minuten
langzaam aan afneemt.
Een ander lawaai dat normaal is tijdens de
werking van het toestel is het geklater van
koelmiddel dat in de leidingen van het
circuit stroomt. Dit lawaai is normaal, en
duidt niet op een slechte werking van de
machine. Als het lawaai te erg zou zijn, kan
dit te wijten zijn aan andere oorzaken.
Controleer dus het volgende:
• of de koelkast correct genivelleerd is op
de vloer, en niet trilt tijdens de werking
van de compressor: voer een correcte
regeling van de voorziene voetjes uit;
• of de laden, de leggers en de bakjes in
de deur correct in de daarvoor
bestemde zittingen geplaatst zijn: zorg
er voor dat deze correct zijn
gepositioneerd;
• of de flessen en de bakjes stabiel op de
leggers geplaatst zijn, en niet tegen
elkaar komen: trillingen als gevolg van
de werking van de compressor zouden
lawaaierigheid kunnen veroorzaken;
• Plaats de koelkast niet tegen meubels of
andere huishoudtoestellen.
3.8 Warm oppervlak vooraan
In het cabinet is een verwarmingssysteem
van het oppervlak vooraan voorzien
waardoor de vorming van condens in de
zone van de sluiting van de deurpakkingen
beperkt wordt
3.9 Uitschakelen
Indien het toestel lang niet zal gebruikt
worden, wordt aanbevolen om het uit te
schakelen.
1. Draai de thermostaatknop op het
bedieningspaneel op de positie 0 STOP.
2. Haal de stekker uit het stopcontact.
3. Maak de cellen leeg.
4. Droog na het ontdooien de eventuele
resterende vochtigheid op met behulp
van een zachte doek.
Laat de deuren op een kier staan om te
vermijden dat de vochtigheid en de
stilstaande lucht slechte geurtjes kunnen
ontwikkelen.
NL
105
Gebruik
3.10 Advies voor de bewaring
Advies om energie te besparen
• Een gepast gebruik van het toestel, de
correcte verpakking van het voedsel, de
constante temperatuur en de hygiëne
van het voedsel is van fundamenteel
belang voor de kwaliteit van bewaring.
• Beperk de tijd en het aantal keren dat de
deur geopend wordt, zodat een
excessieve verwarming in de cellen
wordt vermeden.
• Reinig de condensator (achteraan het
toestel) regelmatig om te vermijden dat
de doeltreffendheid van de machine
afneemt.
• Beperk de inschakeling van de functie
‘supercold’ enkel tot de strikt
noodzakelijke tijdsduur.
• Ontdooi het diepgevroren voedsel in de
koelcel zodat de koude, die zich
ophoopte in het voedsel, wordt
gerecupereerd in de koelcel zelf.
Algemeen advies
• Controleer altijd de vervaldatum op de
verpakking van het voedsel.
• Het voedsel moet in gepast gesloten
bakjes of verpakkingen bewaard
worden, die geen geurtjes of
vochtigheid kunnen verspreiden of
absorberen.
• Indien u langdurig afwezig zult zijn,
moet u gemakkelijk bederfbaar voedsel
uit het toestel halen.
Deur koelcel
• Bewaar eieren, boter, kaas, enz.
bovenaan en in het midden.
• Bewaar zuivelproducten, kant-en-klaar
voedsel, patisserie, fruitsapjes, bier, enz.
in het midden.
• Bewaar vlees, vleeswaren, enz.
onderaan.
• Bewaar vers fruit, tropisch fruit, groenten,
wortelen, aardappelen, uien, enz. in de
lade voor fruit en groenten.
Vriescel
• Op de verpakking moeten het type van
voedsel, de hoeveelheid voedsel en de
datum van invriezing aangeduid
worden.
• Gebruik kleine en indien mogelijk al
koude verpakkingen.
• De hoeveelheid vers voedsel die
tegelijkertijd kan worden ingevrozen,
wordt aangeduid op de gegevensplaat
in de koelcel.
• Gebruik enkel daarvoor bestemde
diepvrieszakjes, aluminiumpapier,
plasticfolie voor voedingswaren en
vriesbakjes.
• Gebruik geen papieren zakjes of
cellofaan die niet bestemd zijn voor
voedingsmiddelen,
boodschappentassen of diepvrieszakjes
die al gebruikt werden.
• Vermijd dat al ingevroren voedsel in
aanraking kan komen met vers voedsel
dat nog moet ingevroren worden.
Deur vriescel
• Om verpakte groenten, ijsblokjes, ijsjes,
enz. te bewaren.
106
Reiniging en onderhoud
4 Reiniging en onderhoud
4.1 Waarschuwingen
Incorrect gebruik.
Beschadiging van de
oppervlakken
• Gebruik geen stoomstraal om het toestel
te reinigen.
• Gebruik op de stalen delen of de delen
waarvan het oppervlak met metalen
afwerkingen werd behandeld (bijv.
elektrolytische oxidaties, vernikkeling,
verchroming) geen producten die
chloor, ammoniak of bleekmiddel
bevatten.
• Gebruik geen schurende of bijtende
middelen op de glazen onderdelen
(bijv. poeders, ontvlekkers of
metaalsponsjes).
• Gebruik geen ruw, schurend of scherp
materiaal.
4.2 Reiniging van het toestel
Een speciale bacteriëndodende
bescherming in de bovenlaag van de
wanden van het toestel belet de
reproductie van bacteriën, en behoudt de
reiniging. Het is alleszins belangrijk dat de
oppervlakken regelmatig worden
gereinigd.
Reiniging van de buitenkant
• Het toestel moet gereinigd worden met
water of met een vloeibaar
reinigingsmiddel op alcoholbasis (bijv.
reinigingsmiddel voor ruiten...).
• Gebruik geen agressieve
reinigingsmiddelen of schuursponsjes
zodat de oppervlakken niet worden
beschadigd.
• Verwijder stof en rookafzettingen van de
condensator achteraan het toestel met
behulp van een zachte borstel.
• Reinig het bakje dat zich bovenaan de
compressor bevindt.
NL
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Voordat de reiniging wordt uitgevoerd,
moet het toestel uitgeschakeld worden
en moet de stekker uit het stopcontact
gehaald worden.
• Trek nooit aan de kabel om de stekker
uit het stopcontact te halen.
Reiniging van de binnenkant
• Reinig de binnenkant van het toestel met
verdund vloeibaar reinigingsmiddel en
met lauw water en een beetje azijn.
• De rekken en de houders van de deuren
kunnen verwijderd worden: sla met de
vuist lichtjes onderaan de vakjes, en dit
eerst aan de ene zijde van de plaatsing
en daarna aan de andere.
• Verwijder eventuele laagjes ijs die dikker
dan 3-5 mm zijn. Gebruik geen scherpe
voorwerpen of spray oplossingen.
107
Reiniging en onderhoud
4.3 Ontdooiing
Ontdooiing van de koelcel
De koelcel hoeft niet ontdooid te worden,
omdat het ijs dat zich op de koelplaat vormt
automatisch wordt ontdooid gedurende de
stilstand van de compressor.
Indien een ijslaag van 3-5 mm dik wordt
gevormd op de binnenwanden van de
koelcel, moet het toestel uitgeschakeld
worden en handmatig ontdooid worden.
Onder de koelplaat, in de koelcel, is de
opening van de watergoot voor gesmolten
ijs aanwezig. Controleer regelmatig dat
deze niet is verstopt met voedselresten, en
reinig deze eventueel met behulp van een
harde ijzerdraad of een rietje.
Ontdooiing van de vriescel
De vriescel moet handmatig ontdooid
worden.
Er wordt aanbevolen om, 24 u
voordat het toestel wordt
ontdooid, het voedsel verder af te
koelen met behulp van de functie
‘supercold’ van de diepvries. Na
deze 24 u moet het voedsel uit de
vriescel gehaald worden en
beschermd worden tegen
ontdooiing.
4.4 Vervanging van de lamp
1. Verwijder de kap van de lamp met
gereedschap (bijv. een
schroevendraaier).
2. Draai de lamp los en verwijder ze.
3. Vervang de lamp met een soortgelijke.
Uitsluitend led-lampen max. 3.3W
gebruiken.
4. Monteer de bedekking weer.
108
Reiniging en onderhoud
4.5 Oplossingen voor problemen…
Het toestel functioneert niet:
• Controleer dat het toestel is aangesloten
en dat de hoofdschakelaar is
ingeschakeld.
De compressor wordt te frequent in werking
gesteld, of is ononderbroken in werking:
• De buitentemperatuur is te hoog.
• De deur wordt te vaak of te lang
geopend.
• De deur sluit niet hermetisch.
• Er is teveel vers voedsel aanwezig.
• Controleer dat voldoende lucht
circuleert nabij de sensor die zich in het
rechter deel van de koelcel bevindt.
• Controleer dat het achterste deel van de
koelcel voldoende wordt verlucht, en dat
de condensator niet excessief vuil is.
In de koelcel wordt teveel ijs of condens
gevormd:
• De deur wordt te vaak of te lang
geopend.
• Er werd warm voedsel in de koelcel
geplaatst.
• Het voedsel of de bakjes raken de
achterwand.
• De deurpakking is vuil of beschadigd.
Reinig of vervang de pakking.
Er wordt water gevormd in de koelcel:
• De opening en/of de watergoot zijn
verstopt.
Onvoldoende koeling van de koelcel:
• De thermostaat is ingesteld op een te
hoge temperatuur.
• De deur wordt te vaak of te lang
geopend.
• De deur sluit niet hermetisch.
• De buitentemperatuur is te hoog.
De temperatuur in de koelcel is te laag en
bevriest het voedsel:
• De thermostaat is ingesteld op een te
lage temperatuur.
• Het voedsel is niet in daarvoor bestemde
bakjes of zakjes geplaatst.
• Fruit en groenten zouden excessief nat
kunnen worden.
• Het voedsel is tegen de achterwand van
de koelcel geplaatst.
NL
109
Reiniging en onderhoud
De temperatuur in de vriescel zorgt niet
voor een correcte bevriezing van het
voedsel:
• De thermostaat is ingesteld op een te
hoge temperatuur.
• De deur wordt te vaak of te lang
geopend.
• De deur sluit niet hermetisch.
• De deurpakking is vuil of beschadigd.
Reinig of vervang de pakking.
• Er is een te grote hoeveelheid suiker
aanwezig in het in te vriezen voedsel.
In de vriescel wordt teveel ijs gevomd:
• De thermostaat is ingesteld op een te
lage temperatuur.
• De buitentemperatuur is te hoog.
• De deur wordt te vaak of te lang
geopend.
• De deur sluit niet hermetisch.
• De deurpakking is vuil of beschadigd.
Reinig of vervang de pakking.
• Er werd warm voedsel in de vriescel
geplaatst.
Moeilijkheden bij de opening van de
deuren onmiddellijk na de sluiting:
• wanneer de deur onmiddellijk na de
sluiting weer moet geopend worden
(vooral de deur van de diepvries), zal
hiervoor veel kracht moeten uitgeoefend
worden. Dit is te wijten aan de
onderdruk die gecreëerd wordt door de
koeling van de warme lucht die in de cel
terecht kwam.
De deuren zijn niet uitgelijnd:
• Controleer dat het toestel correct is
genivelleerd.
• Handel op de voetjes tot een perfecte
uitlijning wordt verkregen.
110
Installatie
5 Installatie
5.1 Elektrische aansluiting
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• De aarding moet verplicht aangebracht
worden volgens de voorziene
veiligheidsnormen van de elektrische
installatie.
• Trek nooit aan de kabel om de stekker
uit het stopcontact te halen.
Algemene informatie
• Controleer of de kenmerken van het
stroomnet overeenstemmen met de
gegevens op het identificatieplaatje. Het
identificatieplaatje met de technische
gegevens, het serienummer en de
merking is zichtbaar op het toestel
aangebracht. Dit plaatje mag nooit
verwijderd worden.
• Controleer of de stekker en het
stopcontact van hetzelfde type zijn.
• Gebruik geen verloopstekkers, adapters
of aftakkingen, omdat ze oververhitting
of brand zouden kunnen veroorzaken.
• De stekker moet bereikbaar blijven na
de installatie van het toestel.
• Voordat het toestel de eerste maal
ingeschakeld wordt, moet het minstens 2
uur in de verticale positie gelaten
worden.
• Indien de stroomkabel moet vervangen
worden, mag dit enkel uitgevoerd
worden door een bevoegde technicus
van de technische assistentiedienst.
5.2 Plaatsing
Zwaar toestel.
Pletgevaar
• Plaats het toestel samen met een tweede
persoon.
Druk op de open deur.
Gevaar voor beschadiging van
het toestel
• Gebruik de deur niet als hefboom om
het toestel te plaatsen.
• Oefen niet te veel kracht uit op de
geopende deur.
• Het toestel mag niet blootgesteld
worden aan zonnestralen.
• Het toestel mag niet nabij
warmtebronnen gepositioneerd
worden. Indien dit toch noodzakelijk is,
moet een gepast isolatiepaneel
voorzien worden.
• Plaats het toestel niet buiten.
NL
111
Installatie
Keuze van de plek
Het toestel moet op een droge plek
geplaatst worden, waar een goede
luchtverversing wordt gegarandeerd. Het
toestel kan gebruikt worden bij
verschillende temperatuurcondities al
naargelang de klimatische klasse van
herkomst (die wordt aangeduid op de
gegevensplaat die zich in de koelcel
bevindt).
KlasseOmgevingstemperatuur
SN (Subnormaal)van + 10°C tot + 32°C
N (Normaal)van + 16°C tot + 32°C
ST (Subtropisch)van + 18°C tot + 38°C
T (Tropisch)van + 18°C tot + 43°C
• Positioneer het toestel op minstens 3 cm
afstand van elektrische fornuizen of
gasfornuizen, en op minstens 30 cm
afstand van verwarmingssystemen of
radiatoren.
• Het toestel mag niet nabij
warmtebronnen gepositioneerd worden.
Indien dit toch noodzakelijk is, moet een
gepast isolatiepaneel voorzien worden.
• Indien het toestel onder een keukenkast
wordt geïnstalleerd, moet de afstand tot
deze kast minstens 5 cm bedragen.
• Plaats het toestel op een plek waar
voldoende ruimte aanwezig is voor de
opening van de deuren, en voor de
eventuele verwijdering van de interne
leggers en laden.
• Om verzekerd te zijn van een correcte
afkoeling van de condensator mag u de
koelkast niet al te dicht op de muur
plaatsen. Om dit te voorkomen is het
product uitgerust met twee plastic
afstandsstukken, die op het bovenste
deel van de condensator moeten
worden geplaatst.
Plaatsing
Positioneer het toestel op een stabiele en
genivelleerde ondergrond. Om
onregelmatigheden van de bevloering te
compenseren, is het toestel vooraan
voorzien van twee regelbare voetjes.
Met de twee wielen, die achteraan het
toestel zijn voorzien, is een gemakkelijke en
dus correcte positionering mogelijk.
Er wordt alleszins aanbevolen om goed op
te letten tijdens de verplaatsing, zodat de
bevloering niet wordt beschadigd tijdens
het schuiven (wanneer de koelkast
bijvoorbeeld op parket geplaatst is).
112
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.