Smeg F32BCO, F32PVA, F32PVNES, F32PVAS, F32BCR User Manual [nl]

...
Inhoudsopgave
@
1. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID ............................................................................... 106
2. TRANSPORT .................................................................................................................................... 108
3. HET GEBRUIK WAARVOOR DE KOELKAST BESTEMD IS .......................................................... 108
4. INSTALLATIE EN AANSLUITING .................................................................................................... 109
4.1 De keuze van de plaats ............................................................................................................. 109
4.2 Voorbereiding van het toestel voor de werking .......................................................................... 110
4.3 Plaatsing en nivellering van het toestel ...................................................................................... 111
4.4 Elektrische aansluiting ............................................................................................................... 112
5.1 F32 ............................................................................................................................................. 113
5.2 Bedieningen ............................................................................................................................... 113
5.3 Laden / Schabben ...................................................................................................................... 114
5.4 Technische kenmerken .............................................................................................................. 114
5.5 Flessenrek ................................................................................................................................. 115
5.6 Afvoer dooiwater koelcel ............................................................................................................ 115
5.7 Lade voor groenten en fruit ........................................................................................................ 115
5.8 Opbergvakjes in de deur ............................................................................................................ 115
5.9 Binnenverlichting ........................................................................................................................ 115
5.10 Lade voor ijs en eutectica ........................................................................................................ 116
6. OPBERGING EN BEWARING VAN VOEDSEL IN DE KOELCEL ................................................... 117
7. PLAATSING EN BEWARING VAN HET VOEDSEL IN DE DIEPVRIES .......................................... 117
8. HET GEBRUIK VAN DE KOELKAST MET DIEPVRIES .................................................................. 118
8.1 Aanschakeling van de koelkast met diepvries ........................................................................... 118
8.2 Regeling en keuze van de koeltemperatuur .............................................................................. 118
9. HET INVRIEZEN VAN VOEDSEL .................................................................................................... 120
9.1 Het bewaren van diepgevroren voedsel .................................................................................... 120
9.2 Het ontdooien van diepgevroren voedsel .................................................................................. 121
9.3 Het aanmaken van ijsblokjes ..................................................................................................... 121
10.ONDERHOUD EN REINIGING ........................................................................................................ 122
10.1 Het ontdooien van de koelcel ................................................................................................... 122
10.2 Het ontdooien van de diepvries ............................................................................................... 122
10.3 Reiniging van de koelkast met diepvries .................................................................................. 123
10.4 Uitschakeling van de koelkast met diepvries ........................................................................... 123
10.5 Praktisch advies om energie te besparen ................................................................................ 124
10.6 Praktisch advies om energie te besparen ................................................................................ 124
10.7 Lawaai tijdens de werking ........................................................................................................ 124
10.8 Eliminatie en bepaling van mogelijke defecten tijdens de werking .......................................... 124
10.9 Vervanging van de lamp van de binnenverlichting .................................................................. 125
11.GIDS VOOR HET VINDEN VAN DE PROBLEMEN ........................................................................ 126
AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER: deze bevatten advies voor het gebruik, de beschrijving van de bedieningen en de correcte handelingen van de reiniging en het onderhoud van het toestel.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATEUR: deze zijn bestemd voor de gekwalificeerde technicus die de installatie, de indienststelling en de keuring van het toestel moet uitvoeren.
Meer productinformatie is beschikbaar op www.smeg.com
104
Waarschuwingen voor de veiligheid
WAARSCHUWINGEN VOOR DE AFVALVERWERKING – ONZE ZORG VOOR HET MILIEU
Voor het verpakken van onze producten worden niet-vervuilende materialen gebruikt die het milieu niet belasten, en die recycleerbaar zijn. We verzoeken om hieraan mee te werken, en om te zorgen voor een correcte verwerking van de verpakking. Vraag bij uw verkoper of bij de bevoegde diensten naar de adressen van afvalverwerkings- en recyclagecentra. Gooi de verpakking, of delen ervan, niet zomaar weg. Deze kunnen voor kinderen gevaar op verstikking vormen; vooral plastic zakken zijn gevaarlijk.
Ook het oude toestel moet correct verwerkt worden. Belangrijk: lever het toestel in bij de plaatselijke dienst of zaak die verantwoordelijk is voor de inzameling van afgedankte huishoudtoestellen. Met een correcte verwerking kunnen kostbare materialen gerecupereerd worden. De koelapparaten bevatten gassen die gevaarlijk kunnen zijn voor het milieu. Zorg er daarom voor dat de leidingen van het koelcircuit niet worden beschadigd tot de bevoegde dienst het huishoudelijke toestel ophaalt.
Voordat u de koelkast weggooit, is het belangrijk dat u de deuren verwijdert en de schabben niet verwijdert; dit om te vermijden dat kinderen zich al spelend in het toestel zouden kunnen opsluiten. Bovendien moet u de stroomkabel doorsnijden en samen met de stekker verwijderen.
DIT TOESTEL IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN VOLGENS DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/ 96/EG IN VERBAND MET ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE TOESTELLEN (WASTE ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE). DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEREN VAN AFGEDANKTE TOESTELLEN, EN GELDT VOOR HET VOLLEDIGE GRONDGEBIED VAN DE EUROPESE UNIE.
105
Waarschuwingen voor de veiligheid

1. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID

Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig omdat hierin belangrijke informatie aangeduid wordt voor de handelingen van de installatie, het gebruik en het onderhoud van de koelkast met diepvries. De handleiding moet overhandigd worden aan eventuele volgende eigenaars van het toestel. De producent kan niet aansprakelijk gesteld worden in geval de volgende waarschuwingen niet gerespecteerd worden:
- Het toestel mag enkel in de verticale positie vervoerd worden.
- Stel het toestel niet in werking als het onvolledig en/of beschadigd blijkt: contacteer de verkoper in geval van twijfels.
- Als het toestel werd blootgesteld aan koude (aan een temperatuur van maximum +12°C) moet u twee uur wachten voordat ud de stekker in het stopcontact plaatst.
- De stekker van het toestel mag niet in het stopcontact geplaatst worden voordat al het verpakkings­en transportmateriaal verwijderd werd.
- De aansluiting op het elektriciteitsnet en de installatie van het toestel moeten uitgevoerd worden door aandachtig de aanduidingen te respecteren die aangeduid worden in de handleiding. De condities van de elektrische aansluiting moeten overeenkomen met de gegevens die aangeduid worden op de identificatieplaat die onderaan links in de koelkast aangebracht is. De elektrische veiligheid van het toestel wordt uitsluitend gegarandeerd wanneer het aardingssysteem van de huiselijke elektrische installatie conform de norm is.
- Gebruik geen enkele of meervoudige adapters of verlengsnoeren.
- Het loskoppelen van de stroomtoevoer moet mogelijk zijn door de stekker uit te trekken of door middel van een tweepolige netschakelaar die vóór het stopcontact geplaatst is.
- Zorg ervoor dat de achterwand van het toestel niet tegen de stekker van de stroomkabel drukt.
- Plaats geen zware voorwerpen zoals koelinstallaties, meubels of andere huishoudapparaten nabij het toestel zodat deze de stroomkabel niet kunnen verpletteren of beschadigen.
- Controleer of de herstellingen en de onderhoudshandelingen uitsluitend uitgevoerd worden door bevoegde technici van de assistentiedienst van Smeg. Koppel het toestel steeds los van het elektriciteitsnet in geval van defecten, het onderhoud, de vervanging van de lamp of tijdens de reiniging. Gebruik geen elektrische toestellen of stoomreinigers om het toestel te ontdooien. Verwijder de rijp en het ijs niet met snijdende voorwerpen, om te vermijden dat de wanden van de
koelkast met diepvries onherstelbaar beschadigd zouden worden.
- Als het toestel losgekoppeld werd van de stroomvoorziening (om bijv. gereinigd, verplaatst, enz. te worden), mag het na 15 min weer aangeschakeld worden.
- Probeer niet om de koelkast met diepvries te verplaatsen door aan de deur of aan de handgreep te trekken.
- Bewaar dranken met hoog alcoholgehalte hermetisch gesloten, en uitsluitend in de verticale positie. Bewaar geen vloeistoffen in blik of glas in de diepvries, en vooral niet wanneer het dranken betreft die kooldioxide bevatten. Bewaar geen gashoudende producten, ontvlambare drijfgassen en explosieve stoffen in de diepvries: gevaar op explosie!
- Het toestel mag enkel gebruikt worden om voedingswaren in te vriezen en te bewaren.
- HET is verboden om in het toestel elektrische apparaten te gebruiken (bijvoorbeeld ijsmachines of blenders).
- Verstop of bedek op geen enkele manier de leidingen van de luchtcirculatie, zodat de correcte werking van de koelkast met diepvries gegarandeerd wordt.
- Raak de diepgevroren producten die net uit de diepvries gehaald werden niet rechtstreeks aan met de handen, of stop ze niet in uw mond. Er bestaat gevaar op brandwonden als gevolg van de zeer lage temperaturen.
- Bescherm de interne oppervlakken en de plastic onderdelen van het toestel tegen vetten, zuren en sauzen.
- Nuttig geen voedsel dat geen normaal uitzicht of geur heeft.
- Plaats geen werkende elektrische apparaten (microgolfovens, haardrogers, strijkijzers, waterkokers of andere elektrische toestellen) achteraan het toestel: de plastic delen zouden kunnen verbranden.
106
Waarschuwingen voor de veiligheid
- Dit toestel mag niet gebruikt worden door personen (kinderen inbegrepen) met verminderde fysische, sensoriële of psychische vermogens, of door personen die geen ervaring hebben bij het gebruik van elektrische apparatuur, tenzij dit gebeurt onder toezicht of instructie van volwassenen die voor hun veiligheid instaan.
- Zorg ervoor dat kinderen niet met het toestel spelen.
- Klim niet op het toestel of ga er niet op zitten, leun of hang niet aan de deurtjes van het toestel, en zorg ervoor dat ook kinderen dit niet kunnen doen.
- Installeer en nivelleer het product op een ondergrond die het gewicht kan verdragen, en op een plaats die geschikt is voor de afmetingen en het gebruik.
- Plaats geen borden die vloeistoffen bevatten op het toestel, evenals vazen met bloemen of andere potten die vloeistoffen bevatten.
- Laat de deurtjes van het toestel niet open staan.
- De verplaatsing en de installatie van het product moet uitgevoerd worden door twee of meer personen.
- Het toestel mag niet op verwarmings- gas of waterleidingen steunen, en mag ook niet op een ander elektrisch toestel geplaatst worden.
- Beschadig de leidingen van het koelcircuit van de koelkast met diepvries niet.
- Drink niet van de (atoxische) vloeistof die zich in de koelaccumulatoren (indien aanwezig) bevindt.
Wanneer de stroom ontbreekt, mag de deur zo weinig mogelijk geopend worden. Het diepgevroren voedsel dat volledig of gedeeltelijk ontdooid is, mag niet weer ingevrozen worden.
Aandacht:
deze koelkast met diepvries bevat een kleine hoeveelheid isobutaan (R600a), een koelgas zonder CFC. Tijdens het transport, de installatie, de reiniging en de herstelling van de koelkast moet opgelet worden dat de delen van het koelcircuit niet beschadigd worden, zodat geen gas kan lekken. In geval van beschadigingen mag geen vuur aangestoken worden, moeten vonken vermeden worden, mogen geen elektrische toestellen of de verlichting aangeschakeld worden, en moet de ruimte waarin zich het toestel bevindt goed verlucht worden.
107
Aanwijzingen voor de installateur

2. TRANSPORT

Aandacht: DE CONSTRUCTEUR KAN NIET AANSPRAKELIJK GESTELD WORDEN VOOR EVENTUELE SCHADE AAN HET TOESTEL ALS GEVOLG VAN HET NIET RESPECTEREN VAN DE AANWIJZINGEN BETREFFENDE HET TRANSPORT.
- Het toestel mag enkel in de verticale positie vervoerd worden!
- Het toestel moet tijdens het transport beschermd worden tegen weersinvloeden (regen, sneeuw, vochtigheid).
- Het toestel moet in het vervoermiddel stevig en in de correcte positie vastgemaakt worden, zodat het niet kan verschuiven en nergens tegen kan stoten.
- Als het toestel niet in de verticale positie vervoerd wordt, mag het slechts na minstens 4 uren aangesloten worden op het elektriciteitsnet. Zoniet kan de compressor van het toestel beschadigd blijven.

3. HET GEBRUIK WAARVOOR DE KOELKAST BESTEMD IS

Het toestel is een combinatie met twee delen (koelkast + diepvries): het deel van de koelkast is bestemd voor het bewaren van verse voedingswaren, en het deel van de diepvries voor het invriezen en het lang bewaren van voedsel.
Aandacht: DE CONSTRUCTEUR GARANDEERT EEN BETROUWBARE WERKING VAN DE KOELKAST MET DIEPVRIES WANNEER DE OMGEVINGSTEMPERATUUR ZICH TUSSEN +16 EN +32 GRADEN CELSIUS BEVINDT, EN WANNEER DE RELATIEVE VOCHTIGHEID VAN DE LUCHT NIET MEER DAN 70 % BEDRAAGT.
Het toestel werd niet ontworpen en gefabriceerd voor professioneel gebruik. De koelkast met diepvries werd onderworpen aan de noodzakelijke dichtingstests van het koelcircuit, en is conform de veiligheidsnormen voor elektrische toestellen.
Aandacht: de constructeur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor letsels aan personen of materiële schade die wordt veroorzaakt door het niet in acht nemen van deze voorschriften, of door het onklaar maken van zelfs maar een enkel onderdeel van het toestel, en door het gebruik van niet­originele reserveonderdelen.
108
Aanwijzingen voor de installateur

4. INSTALLATIE EN AANSLUITING

4.1 De keuze van de plaats

Plaats de diepries op een droge plaats waar een voldoende luchtverversing aanwezig is. Stel het toestel niet bloot aan rechtstreeks zonlicht, en plaats het niet buiten (bijv: een niet verwarmde
ruimte of een balkon). Bedek de ventilatie-openingen bovenaan niet: er moet een goede luchtcirculatie rondom het toestel gehouden worden. Er moet een afstand van minstens 10 cm tussen het bovenste deel van de behuizing van het toestel en elk ander meubel boven het toestel zelf gehouden worden (Fig.
1). Plaats de koelkast met diepvries niet in de buurt van wamtebronnen. Als dit onvermijdelijk is, moet
een geschikt isolerend paneel gebruikt worden zodat de correcte werking van het product niet in het gedrang komt. Plaats anders het toestel op minstens 3 cm van elektrische fornuizen of gasfornuizen, en op minstens 30 cm van verwarmingssystemen of radiatoren. Als deze vereiste niet gerespecteerd wordt, zal het toestel meer elektriciteit verbruiken en kan de compressor oververhitten. Als het toestel in een hoek geplaatst wordt, moet een ruimte van minstens 1 cm gelaten worden tussen de behuizing van het toestel en de muur zodat de deur van de diepvries (1) voldoende geopend kan worden zodat de lade van de diepvriesproducten (2) kan uitgetrokken worden (raadpleeg Fig. 1). Het toestel moet op een vlakke ondergrond geplaatst worden, en mag de wand niet raken. Het toestel kan gebruikt worden bij verschillende temperatuurcondities naargelang de klimatische klasse van herkomst (die wordt aangeduid op de identificatieplaat die zich in de koelkast bevindt):
Klasse Omgevingstemperatuur SN (Subnormaal) van + 10° C tot + 32° C N (Normaal) van + 16° C tot + 32° C ST (Subtropisch) van + 18° C tot + 38° C T (Tropisch) van + 18° C tot + 43° C Let op bij de installatie van het toestel op parquet of linoleum, zodat dit niet gekrast of beschadigd wordt.
Indien noodzakelijk kan de koelkast met diepvries op stukjes hout of op een tapijt tot aan de definitieve plaats voor de elektrische aansluiting geschoven worden.
Fig. 1
109
Aanwijzingen voor de installateur

4.2 Voorbereiding van het toestel voor de werking

Er wordt aangeraden om het toestel samen met een andere persoon klaar te maken voor de werking.
- Verwijder de verpakking.
- Hef het toestel op en verwijder de basis in polystyreen.
- Verwijder de plakband.
- Verwijder alle beschermingssystemen van de schabben (Fig. 2 pos. 2). Maak de zelfklevers van de opbergvakjes los: deze dienen enkel voor het transport van het toestel.
- OPMERKING: Wanneer het deurtje van de koelkast wordt geopend, zal een klein rood deel van de verpakking vallen: DIT DIENT ENKEL VOOR HET TRANSPORT.
- Verwerk het verpakkingsmateriaal op gepaste wijze.
- Voor een correcte koeling van de condensator mag de koelkast met diepvries achteraan niet te dicht tegen een muur geplaatst worden. Daarom worden twee plastic afstandhouders bijgeleverd (Fig. 2 pos. 1), die achteraan de condensator, op de achterkant van het toestel, gemonteerd moeten worden zoals aangeduid wordt in figuur 2.
110
Fig. 2
Aanwijzingen voor de installateur

4.3 Plaatsing en nivellering van het toestel

Controleer tijdens de plaatsing of het product de stroomkabel niet beschadigd. Voor een betere stabiliteit van het product, een makkelijkere verplaatsing en dus een correcte plaatsing,
zijn op de achterbasis 2 wieltjes (Fig. 3) aangebracht. Er wordt alleszins aangeraden goed op te letten tijdens de verplaatsing, zodat tijdens het schuiven de bevloering niet beschadigd wordt (wanneer de koelkast met diepvries bijvoorbeeld op parquet geplaatst is). Plaats de koelkast met diepvries op een stabiele en genivelleerde ondergrond. Om de onregelmatigheden van de vloer te compenseren, is de diepvries vooraan voorzien van twee regelbare voetjes (Fig. 4). Indien noodzakelijk moet de hoogte van het toestel geregeld worden door de regelbare voetjes vast of los te draaien (Fig. 4): door ze in wijzerszin te draaien, wordt het voorste deel van het toestel verhoogd; door ze in tegenwijzerszin te draaien, wordt het voorste deel van het toestel verlaagd. Wanneer het toestel naar achteren wordt gekanteld, wordt de correcte sluiting van de deuren verkregen.
Fig. 3 Fig. 4
Als de hoogte van de voetjes niet voldoende is om de koelkast met diepvries stabiel te plaatsen (bijvoorbeeld door een groot niveauverschil van de bevloering) of om het toestel naar achteren te hellen, moet een lat van hard materiaal (plastic of hout) onder de voetjes zelf geplaatst worden zodat de voorkant van de diepvries nog hoger kan geplaatst worden. Wanneer het toestel correct geïnstalleerd wordt, kunnen de deuren correct gesloten worden. Controleer na de nivellering of de deurrubbers hermetisch sluiten, en dit vooral aan de hoeken. Wanneer de deur niet correct sluit, moet gecontroleerd worden of geen bewerkingsresten van het product of resten van het verpakkingsmateriaal aanwezig zijn tussen de rubbers van de deuren van de koelkast met diepvries. Modelleer indien noodzakelijk de rubbers met uw vingers, zoals aangeduid wordt in figuur 5 en 6.
Aandacht: Om deze handeling uit te voeren, moet u niet krachtig handelen. Maak geen scheuren in de rubbers van de deur, of trek ze niet los.
Enkele dagen na de installatie moet gecontroleerd worden of de beginnivellering nog correct is. Controleer, wanneer de koelkast met diepvries werkt en geladen is met voedsel, of het toestel nog stabiel is en of de deurrubbers hermetisch sluiten. Voer indien nodig een nieuwe nivellering uit, en modelleer de rubbers nogmaals zoals hieronder weergegeven wordt.
111
Aanwijzingen voor de installateur
Fig. 5 Fig. 6

4.4 Elektrische aansluiting

Voordat de koelkast met diepvries voor de eerste maal aangeschakeld wordt, moet hij voor minstens twee uur in de horizontale positie gelaten worden. Sluit vervolgens de stroomkabel van het toestel aan op een stopcontact dat voorzien is van een aarding, en dat geïnstalleerd is volgens de normen betreffende de elektrische veiligheid. De nominale spanning en de frequentie worden aangeduid op het etiket met de kenmerken, dat aangebracht is in de koelkast met diepvries. De aansluiting op het elektriciteitsnet en de aarding moeten conform de normen en de van kracht zijnde voorschriften uitgevoerd worden. Het toestel kan korte spanningsverschillen verdragen die niet kleiner zijn dan 15% en niet hoger zijn dan 10% tegenover de nominale spanning, die aangeduid wordt op de plaat. Wanneer blijkt dat de stroomkabel moet vervangen worden, mag deze handeling uitsluitend uitgevoerd worden door een bevoegd technicus van de assistentiedienst van Smeg. De stekker moet bereikbaar blijven na de installatie van het toestel.
112
Aanwijzingen voor de gebruiker

5. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

5.1 F32

1 In de hoogte regelbare
schabben

2 Glazen plaat 3 Flessenrek 4 Lade voor groenten en fruit 5 Opbergvakjes 6 Bakjes voor boter en kaas 7 Flessenvak 8 Flessenhouder 9 Eierbakje 10 Dop voor de vloeistofgoot van

het dooiwater (rood)
11 Lade voor ijs en eutectica
(indien aanwezig)

12 Snelvriezer 13 Deel (delen) voor de

diepvriesproducten

14 Bakje voor ijsblokjes 15 Goot voor het dooiwater 16 Onderste bedekking 17 Afstandhouders achteraan 18 Wieltjes 1 9 R e g e l b a a r v o e t j e 20 Condensator 21 Compressor 22 Stroomkabel Fig. 7 23 Bakje voor het opvangen van vloeistoffen 24 Sluitrubbers

A = koelkast (cel voor het bewaren van vers voedsel) B = diepvries (cel voor het bewaren van diepgevroren voedsel en voor het invriezen van vers voedsel)

5.2 Bedieningen

25 Controlelamp werking
(groen)

26 Thermostaatknop 27 Positie compressor uit 28 Positie voor de regeling van een

hogere temperatuur in de cel
29 Positie voor de regeling van
een lagere temperatuur in de cel (grotere koeling)
Fig. 8
113
Aanwijzingen voor de gebruiker

5.3 Technische kenmerken

Model F32
Totale bruto inhoud, L 319 Bruto inhoud van de diepvries, L 104 Netto inhoud van de koelkast, L 214 Netto inhoud van de diepvries, L 88 Temperatuur in de koelkast, °C van 0 tot + 10 Temperatuur van de diepvries, °C -18 of minder Afmetingen (Hoogte x Breedte x Diepte), cm 188x65x64,1 Energieklasse volgens de richtlijn 94/2 EG A+ Energieverbruik, kWh/24 h 0,69 Vriescapaciteit, kg/24 h 12 Tijdsduur voor de verhoging van de temperatuur van de
diepvries van de temperatuur van bewaring bij -9°C na een stroomonderbreking, h
Berekende stroomtoevoer, W 140
20
Voltage, V/Hz 220-230V/50 Hz

5.4 Laden / Schabben

Bij elke koelkast met diepvries worden meerdere laden (1) en schabben (2) geleverd. De schabben kunnen naar wens op verschillende hoogtes in de daarvoor bestemde geleiders geplaatst worden. Elk schap en/of lade heeft een bescherming tegen de volledige of toevallige verwijdering. Om ze te verwijderen, is het voldoende ze helemaal uit te trekken, achteraan op te heffen, en daarna te verwijderen. Om de handelingen van de verwijdering van alle interne accessoires te vergemakkelijken, moet de deur helemaal geopend worden.
114
Fig. 9
Aanwijzingen voor de gebruiker

5.5 Flessenrek

Ook het flessenrek (1) kan evenals de schabben op verschillende hoogtes geplaatst worden.
Aandacht: wanneer langere flessen dan normaal op het flessenrek moeten gelegd worden, moet het op een hoogte geplaatst worden zodat de deur correct kan gesloten worden.
Fig. 10

5.6 Afvoer dooiwater koelcel

Achteraan de koelcel, onder de koelplaat, bevinden zich een goot en een gat voor de opvang van het dooiwater. Deze opening mag niet verstopt worden, zodat de correcte werking van de koelkast niet wordt geschaad. Er wordt aangeraden deze regelmatig te controleren en te reinigen, door een ijzerdraad te gebruiken.

5.7 Lade voor groenten en fruit

Deze lade, die zich onderaan de koelkast bevindt, heeft een glazen plaat om de verse voedingswaren te bedekken die voor een correcte bewaring een constante vochtigheidsgraad nodig hebben.

5.8 Opbergvakjes in de deur

In de deur van de koelkast bevinden zich opbergvakjes voor het bewaren van eieren, boter, zuivelproducten, tubes, conserven en andere kleine pakjes. Onderaan de deur is een houder aanwezig om flessen verticaal te plaatsen.
Alle opbergvakjes en houders kunnen verwijderd worden om de reiniging te vergemakkelijken. Om ze te verwijderen, moet u met uw vuist lichtjes onderaan de vakjes slaan, en dit eerst aan één zijde en daarna aan de andere. Plaats geen te zware flessen in de flessenhouder, en laat ze niet in de houder vallen (Fig. 11).
Fig. 11

5.9 Binnenverlichting

Wanneer de deur van de koelkast wordt geopend, licht de lamp op en blijft deze aan tot de deur helemaal gesloten wordt. De lamp gaat ook aan wanneer de thermostaat van de koelkast met diepvries op de positie “0” ingesteld is, wat dus de uitschakeling van de koelkast en van de diepvries aanduidt.
115
Aanwijzingen voor de gebruiker

5.10 Lade voor ijs en eutectica

Deze lade dient voor het plaatsen van de kuip voor de productie van ijsblokjes en de plaatsing van het eutecticum (indien aanwezig).
Fig. 12
116
Aanwijzingen voor de gebruiker

6. OPBERGING EN BEWARING VAN VOEDSEL IN DE KOELCEL

Plaats het voedsel op de verschillende schabben of in de laden, maar verpak of bedek ze hermetisch. Op deze manier
- worden het aroma, de vochtigheid en de versheid van het voedsel behouden;
- wordt vermeden dat het voedsel andere geuren of smaken krijgt;
- wordt een excessieve ophoping van vochtigheid in het deel vermeden, te wijten aan de normale transpiratie van het voedsel (vooral bij verse groenten en fruit), wat tijdens bepaalde werkingsomstandigheden (verhoging van de temperatuur en de vochtigheid van de omgeving, verhoging van de frequentie van het openen van de deur) condensvorming op de schabben kan creëren.
Gebruik enkel producten die geschikt zijn om voedsel te bewaren. Laat het voedsel of de warme dranken steeds afkoelen vooraleer ze in het vak geplaatst worden. Bewaar geen explosieve stoffen in het toestel, en bewaar dranken met hoog alcoholgehalte die goed gesloten zijn en uitsluitend verticaal geplaatst worden. Raadpleeg nauwgezet de vervaldatum van het voedsel, die door de producent op de verpakking van het product wordt aangeduid.

7. PLAATSING EN BEWARING VAN HET VOEDSEL IN DE DIEPVRIES

Plaats het voedsel in de verschillende laden, maar verpak of bedek ze hermetisch. Op deze manier
- worden het aroma, de vochtigheid en de versheid van het voedsel behouden;
- wordt vermeden dat het voedsel andere geuren of smaken krijgt;
Gebruik enkel producten die geschikt zijn om voedsel te bewaren. Laat het voedsel of de warme dranken steeds afkoelen vooraleer ze in de diepvries geplaatst worden. Bewaar geen explosieve stoffen in het toestel, en bewaar dranken met hoog alcoholgehalte die goed gesloten zijn en uitsluitend verticaal geplaatst worden. De eutectica (indien aanwezig) en het bakje voor het ijs moeten op de daarvoor voorziene plekken voorzien worden (in de eerste lade boevnaan).
117
Aanwijzingen voor de gebruiker

8. HET GEBRUIK VAN DE KOELKAST MET DIEPVRIES

8.1 Aanschakeling van de koelkast met diepvries

Opmerking Reinig de binnenkant van de koelkast en van de diepvries voordat ze in gebruik worden genomen
- Plaats de stekker in het stopcontact
- Draai de keuzeschakelaar (1) in de positie “ “.
- Wacht minstens 24 uren.
- Plaats het voedsel in de koelkast en/of in de diepvries.
Fig. 13
Opmerking Om de bewaringstemperatuur in de koelkast en de temperatuur voor het invriezen in de diepvries te bereiken, is gewoonlijk 24 uren nodig. De omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de deur geopend wordt en de positie van het toestel kunnen de temperatuur in het toestel beïnvloeden, evenals de noodzakelijke tijdsduur om de werkingstemperatuur te bereiken.
Opmerking Het weer openen van de deur van de diepvries blijkt moeilijk nadat ze net gesloten werd. Wacht ongeveer 2/3 minuten zodat de gevormde onderdruk gecompenseerd kan worden.

8.2 Regeling en keuze van de koeltemperatuur

De keuzeschakelaar die zich bovenaan de koelkast bevindt en zichbaar is wanneer de deur openstaat, dient voor de regeling van de koeltemperatuur van de koelruimte.
Aandacht De positie komt overeen met de uitschakeling van de koelkast/diepvries (het toestel blijft
alleszins onder spanning, maar de groene controlelamp is uit).
De instellingen van de werking variëren van de positie “ “ tot “ “. Selecteer de gewenste binnentemperatuur op basis van uw behoefte! Wanneer de afmeting van het
symbool “ ” van de regeling vergroot wordt, verlaagt de temperatuur in de koelkast. Selecteer de hoogste regelingen enkel indien noodzakelijk: in deze posities kunnen in de koelcel temperaturen om en bij 0°C bereikt worden, en wordt meer stroom verbruikt. Bij de normale gebruikscondities wordt aangeraden een medium/lage regeling in te stellen die voldoende is voor de correcte bewaring van vers voedsel in de koelzone.
Aandacht De regeling van de binnentemperatuur van de diepvrieszone wordt automatisch en onafhankelijk van de regeling van de koelzone bediend.
118
Aanwijzingen voor de gebruiker
Belangrijk De wijziging van de weersomstandigheden (temperatuur en vochtigheid), de hoeveelheid voedsel en de frequentie van de opening van de deur kunnen de werkingstemperatuur van de koelkast/diepvries beïnvloeden.
Dus wordt het volgende aangeraden:
• plaats het toestel uit de buurt van warmtebronnen,
• plaats geen voedsel in het toestel dat warmer is dan de omgevingstemperatuur,
• laat de deuren niet openstaan,
• laat de deuren niet langer openstaan dan de tijd die noodzakelijk is om het voedsel te nemen of
te plaatsen. ! ALS DE OMGEVING KOUD IS, ZAL HET TOESTEL MINDER KOELEN. DE BINNENTEMPERATUUR VAN HET TOESTEL ZOU DUS KUNNEN STIJGEN. Gebruik de keuzeschakelaar van de thermostaat om een lagere temperatuur te selecteren.
119
Aanwijzingen voor de gebruiker

9. HET INVRIEZEN VAN VOEDSEL

Voor een correcte bewaring en invriezing van het voedsel wordt aangeraden om het fruit en de groenten in porties van maximaal 1 kg, en om vlees en vis in porties van maximaal 2 kg te verpakken. Kleine verpakkingen van voedsel bevriezen sneller zodat een betere bewaring van de nutritieve kenmerken en de smaak wordt verkregen, ook na het ontdooien en de bereiding. Gebruik de daarvoor bestemde diepvrieszakjes, aluminiumpapier, plasticfolie voor voedingswaren en vriesbakjes. Gebruik geen papieren zakjes of cellofaan die niet bestemd zijn voor voedingswaren, en boodschappentassen of diepvrieszakjes die reeds gebruikt werden. Verpak de voedingsmiddelen in hermetische verpakkingen, en zorg ervoor dat geen lucht meer aanwezig is. Wanneer zakjes gebruikt worden, moeten de verpakkingen gesloten worden met hun daarvoor bestemde rubberen ring en de geplastificeerde draadjes. Laat het warme voedsel afkoelen tot aan de omgevingstemperatuur voordat het in de diepvries wordt gestopt, en vermijdt dat het reeds ingevroren voedsel in contact komt met vers in te vriezen voedsel. Breng op de verpakking steeds de datum van de invriezing, de hoeveelheid en het type van het product aan, en controleer of het voedsel vers en intact is. De maximale hoeveelheid vers voedsel dat in een tijdspanne van 24 uur kan ingevrozen worden, wordt aangeduid op de plaat met de kenmerken. De aangeduide hoeveelheid mag niet overschreden worden: dit heeft een negatieve invloed op de efficiëntie van de diepvries en op de capaciteit van bewaring van het reeds diepgevroren voedsel. Het voedsel moet vers, rijp en van de beste kwaliteit zijn. Vers fruit en verse groenten moeten voor zover mogelijk onmiddellijk na de pluk of de oogst ingevroren worden, zodat de nutritieve stoffen, de structuur, de consistentie, de kleur en de smaak worden behouden. Er wordt aangeraden om vlees en wild voor een voldoende lange periode te doen besterven voordat het ingevroren wordt. Het ontdooide of gedeeltelijk ontdooide voedsel moet onmiddellijk geconsumeerd worden. Het mag niet weer ingevrozen worden, behalve wanneer het ingevroren voedsel gebruikt wordt om een klaar gerecht te bereiden. Na de bereiding kan het ontdooide voedsel weer ingevrozen worden. Gedeeltelijk ontdooid voedsel mag niet weer ingevrozen worden, maar moet binnen 24 uren geconsumeerd worden. Vermijdt om de temperatuur veel te wijzigen. Raadpleeg nauwgezet de vervaldatum van het voedsel, die door de producent op de verpakking van het product wordt aangeduid. In de diepvries is een lade aanwezig voor het snelvriezen (Fig. 7 pos. 12). Het verse voedsel dat bereid werd om ingevrozen te worden, moet op één of meerdere niveau’s geplaatst worden in het snelvriesvak. Na 24 uren zouden de ingevrozen producten verplaatst moeten worden van het snelvriesvak naar de vakken voor de bewaring (Fig. 7 pos. 13). Laat een ruimte van minstens 3 cm tussen de verschillende producten die ingevrozen werden en het bovenste scheidingsvlak. Vries geen dranken in die kooldioxide bevatten. Vries geen vloeibaar voedsel in glazen bakjes of flessen in.
120

9.1 Het bewaren van diepgevroren voedsel

Bij de aankoop van diepgevroren voedsel moet steeds gecontroleerd worden of de verpakking niet beschadigd is, of de vervaldatum van het product niet overschreden werd en of de thermometer van de diepvries waarin het product voor verkoop ten toon gesteld wordt een temperatuur van minstens -18°C aanduidt. Let bovendien op voor de aanduidingen betreffende de temperatuur, de periode van bewaring en de modaliteit van verbruik die aangeduid worden door de producent. Er wordt bovendien aangeraden het gekochte voedsel te beschermen met daarvoor bestemde thermische zakken of bakken tijdens het transport, zodat het niet ontdooit. Een verhoging van de temperatuur kan de bewaringstijd verminderen en invloed hebben op de kwaliteit. Koop geen diepgevroren voedsel dat excessief bedekt is met rijp: het zou kunnen dat het reeds ontdooid werd.
Belangrijk Voor de maanden van bewaring van vers ingevroren voedsel moet de onderstaande tabel geraadpleegd worden. Alle verklaarde prestaties verwijzen naar de werking van het product zonder eutectica.
Aanwijzingen voor de gebruiker
VOEDSEL PERIODE VAN BEWARING (IN MAANDEN)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Groenten + + + Fruit + + + Brood - Gebak + Melk + Bereide gerechten + Vlees: rundsvlees + + + kalfsvlees + + + varkensvlees + + + gevogelte + + + wild + + + gehakt + Gerookte worst + Vis: vet + mager + Ingewanden +
Aandacht Om wijzigingen van de kwaliteit van het diepgevroren voedsel te vermijden, mag de toegestane bewaringstijd die afhangt van het type van voedsel niet overschreden worden.

9.2 Het ontdooien van diepgevroren voedsel

Er wordt aangeraden om gedeeltelijk ontdooid voedsel zo snel mogelijk te consumeren. De koude bewaart het voedsel, maar vernietigt de micro-organismen niet die geactiveerd worden na de ontdooiing die de bewaarde producten kunnen bederven. Als de geur en het uitzicht van het ontdooide voedsel niet gewijzigd is, kan het bereid worden en eventueel weer ingevroren worden na de koeling. Voor een correcte ontdooiing van het diepgevroren voedsel kan, naargelang het type en het gebruik, ontdooid worden aan de omgevingstemperatuur, in de koelkast, in de elektrische oven (met de statische of geventileerde functie) of in de microgolfoven met de daarvoor bestemde functie.

9.3 Het aanmaken van ijsblokjes

Vul het daarvoor bestemde bijgeleverde kuipje voor 3/4 met koud water of met een andere vloeistof die u wil bevriezen. Plaats het op het bovenste vlak van de diepvries, en controleer of de ondergrond droog is om te vermijden dat de kuip aan het vlak van het vak blijft plakken. Wanneer de kuip aan de bodem van de lade blijft plakken, mogen geen puntige of scherpe voorwerpen gebruikt worden om ze te verwijderen. Om de ijsblokjes los te maken, moet de kuip lichtjes gebogen worden of voor enkele seconden onder stromend water gehouden worden.
121
Aanwijzingen voor de gebruiker

10.ONDERHOUD EN REINIGING

10.1 Het ontdooien van de koelcel

De koelkast is voorzien van een automatische ontdooiingsprocedure. Tijdens de normale werking van de koelkast wordt wanneer de compressor werkt op de achterwand rijp gevormd, die ontdooit wanneer de compressor niet werkt. Wanneer de compressor niet werkt, ontdooit de rijp die gevormd werd op de achterwand en valt het water in de daarvoor bestemde opening onderaan de cel. Het water wordt naar het bakje gevoerd dat op de compressor geplaatst is, waar het verdampt.
Aandacht
de vorming van ijs op de achterwand kan variëren wanneer de klimaatsomstandigheden (temperatuur en vochtigheid), de frequentie van de opening van de deur, de werkingstemperatuur van de machine en de hoeveelheid vers voedsel dat aanwezig is (vooral fruit en groenten) wijzigen.

10.2 Het ontdooien van de diepvries

De diepvries moet manueel ontdooid worden. Elke 6 maanden of wanneer de dikte van de rijp of het ijs op de vlakken meer dan 7 mm bedraagt, wordt aangeraden de diepvries te ontdooien. Trek de stekker uit het stopcontact (of schakel de hoofdschakelaar uit). Open de deur van de diepvries en verwijder de diepvriesproducten uit de laden, bescherm de producten tegen ontdooiing tijdens de fase van de reiniging (het diepgevroren voedsel zal niet excessief opwarmen tijdens de ontdooiing van de diepvries als het bedekt wordt met een dik doek en als het in een frisse plaats bewaard wordt). Laat de deur van de diepvries open staan zodat de rijp kan ontdooien. Verwijder het gootje (Fig. 14 pos. 1) dat het dooiwater vervoert, draai het voor 180° en bevestig het zoals aangeduid wordt in Fig. 15. Plaats een bak (Fig. 15 pos. 2) (niet bijgeleverd) onder de goot, zodat het dooiwater opgevangen wordt. Plaats een bord onder de goten. Wanneer het ijs ontdooit, moeten de oppervlakken en de mechanismen van de diepvries gereinigd en gedroogd worden. Verwijder de goot nadat de ontdooiing voltooid is (Fig. 14 pos.
1) draai ze nogmaals voor 180° en plaats ze weer op de oorspronkelijke plaats. Sluit de deur van de
diepvries. Plaats de stekker weer (of plaats de hoofdschakelaar op ON). Schakel de diepvries weer aan door middel van de keuzeschakelaar die zich op het bedieningspaneel bevindt.
Aandacht
Tijdens de fase van het ontdooien van de vriescel moet u er voor zorgen dat de deur van de koelcel zo weinig mogelijk geopend wordt, zodat de temperatuur in de cel zelf niet overwacht verhoogd.
Fig. 14 Fig. 15
122
Aanwijzingen voor de gebruiker

10.3 Reiniging van de koelkast met diepvries

Reinig regelmatig het toestel. Trek de stekker uit het stopcontact (of schakel de hoofdschakelaar uit) voordat met de reiniging wordt begonnen. Voor de reiniging van de buitenkant mag uitsluitend water en een vloeibaar en delicaat reinigingsmiddel of een gewoon reinigingsmiddel voor wasbare oppervlakken gebruikt worden (bijvoorbeeld een reinigingsmiddel voor ruiten). Gebruik geen schurende of bijtende reinigingsmiddelen om de ruiten van de deur te reinigen (bijv. poedervormige producten, ontvlekkingsmiddelen en metalen sponzen). Gebruik geen ruwe en schurende materialen, en geen scherpe metalen schrapers om de glazen deuren te reinigen, aangezien ze het oppervlak kunnen krassen en dus het verbrijzelen van het glas kunnen verorzaken. Gebruik geen producten die schurende of agressieve stoffen bevatten voor de plastic of geverfde delen, en geen zuren of chemische oplosmiddelen. Gebruik een spons of een zachte doek. Gebruik geen doeken of sponzen die een ruw oppervlak hebben, maar die geschikt zijn om te poetsen. Voor de reiniging van de binnenkant mag geen stoomreiniger gebruikt worden, maar wordt aangeraden om een vloeibaar en delicaat reinigingsmiddel voor wasbare oppervlakken te gebruiken, beter nog indien hygiënisch, mits het geen agressieve oplosmiddelen of stoffen en/of schurende deeltjes bevat. Bescherm de interne oppervlakken en de plastic onderdelen van het toestel tegen vetten, zuren en sauzen. Als dit mocht gebeurt, moeten de vlekken onmiddellijk verwijderd worden met lauw water en zeep of een reinigingsmiddel voor borden. Bij onze Assistentiecentra kunnen producten verkregen worden van Smeg die specifiek zijn voor de reiniging. Gebruik geen messen of voorwerpen die het circuit van de diepvries kunnen beschadigen. Verwijder de schabben, de laden en de accessoires van de deur, maar forceer niet tijdens de fase van de verwijdering. Volg aandachtig de aanwijzingen die aangeduid worden in het deel van de “Opbergvakjes in de deur”. Reinig de verwijderbare plastic delen niet in de vaatwasser, maar enkel met lauw water of water en azijn. Zorg ervoor dat de elektrische delen van de verlichting niet in aanraking komen met water of reinigingsmiddelen. Gebruik lauw water om de rubbers te reinigen. Reinig regelmatig de goot voor het dooiwater met een daarvoor bestemd reinigingsmiddel. Droog na de reiniging de binnen- en buitenkant van de koelkast met diepvries. Voor een correcte werking van de koelkast met diepvries moet ook de condensator achteraan het toestel regelmatig gereinigd worden, door gebruik te maken van een kwast, een zachte borstel, een elektrostatische doek of met behulp van een stofzuiger (Fig. 16 pos. 1).
Fig. 16
Controleer regelmatig, en minstens één keer per jaar, ook het vakje boven de compressor en reinig het indien noodzakelijk.
Fig. 17

10.4 Uitschakeling van de koelkast met diepvries

Wanneer de koelkast met diepvries voor lange tijd buiten gebruik wordt gesteld, moet de thermostaatschakelaar op het symbool “ ” gedraaid worden. Maak vervolgens de cellen leeg, trek
de stekker uit het stopcontact, en droog na het ontdooien de overgebleven vochtigheid. Laat de deuren op een kier staan om te vermijden dat de vochtigheid en de stilstaande lucht slechte geurtjes kunnen ontwikkelen.
123
Aanwijzingen voor de gebruiker

10.5 Praktisch advies om energie te besparen

- Installeer de koelkast met diepvries in een koele en verluchte ruimte, beschermd tegen rechtstreeks zonlicht en uit de buurt van warmtebronnen;
- Plaats geen warm voedsel in de koelkast of in de diepvries. Wacht tot het voedsel en de dranken afgekoeld zijn tot aan de omgevingstemperatuur voordat ze op de schabben of in de laden geplaatst worden;
- Beperk de tijd en het aantal keren dat de deur geopend wordt, om een excessieve verwarming in de cellen te vermijden;
- Reinig de condensator (achteraan de koelkast met diepvries) regelmatig om te vermijden dat de efficiëntie van de machine vermindert;
- Wanneer de koelkast voor lange tijd niet wordt gebruikt, wordt hij het best leeggemaakt en uitgeschakeld;
- Ontvries de diepgevroren producten in de koelkast, zodat de koude die afgegeven wordt door de diepgevroren producten zelf gerecupereerd wordt in de koelcel.

10.6 Praktisch advies om energie te besparen

- Bewaar geen bananen in de koelkast: het is fruit dat gevoelig is voor de koude.
- Bewaar geen bereid voedsel en voorgekookt voedsel ("klaar") in dezelfde houder.
- Bewaar het voedsel dat een sterke geur heeft in een hermetisch gesloten bak (bijv. verse vis, foie gras en kaas).
- Het diepgevroren voedsel zou moeten ontdooien in de koelkast. Voedsel dat traag ontdooid wordt, zal de smaak beter behouden. De koude die het voedsel afgeeft, helpt de temperatuur in de koelkast te behouden.
- Consumeer het ijs niet dat op de wanden van de diepvries gevormd wordt.
- De producten zullen sneller ontdooid worden als ze in kleine porties verdeeld worden.
- Laat de deuren open staan wanneer het toestel voor lange tijd uitgeschakeld wordt.

10.7 Lawaai tijdens de werking

De koeling van de koelkast en van de diepvries gebeurt door middel van een compressiesysteem. Om de geselecteerde temperatuur in de cellen te behouden, wordt de compressor in werking gesteld die indien noodzakelijk continu in werking kan blijven afhankelijk van de ingestelde temperatuur. Wanneer de compressor in werking wordt gesteld, wordt een gezoem geproduceerd dat na enkele minuten langzaam aan vermindert. Een ander lawaai dat normaal is tijdens de werking van de koelkast is het geklater van koelmiddel dat in de leidingen van het circuit passeert. Dit lawaai is normaal, en duidt niet op een slechte werking van de machine. Hardere geluiden, zoals kloppingen of klikken, kunnen voor een korte periode opgemerkt worden wanneer de compressor van de koelkast wordt ingeschakeld. Als het lawaai te erg zou zijn, kan dit te wijten zijn aan andere oorzaken. Controleer dus het volgende:
- of de koelkast correct genivelleerd is op de vloer en niet trilt tijdens de werking van de compressor: voer een correct regeling van de bijgeleverde voetjes uit;
- of de laden, de schabben en de bakjes in de deur correct in de daarvoor bestemde zitten geplaatst zijn: plaats ze correct;
- of de flessen en de bakjes in de verschillende laden en op de schabben stabiel geplaatst zijn, en niet tegen elkaar komen: de trillingen door de werking van de compressor zouden lawaaierigheid kunnen veroorzaken;
- Plaats de diepvries niet tegen meubels of andere huishoudapparaten.

10.8 Eliminatie en bepaling van mogelijke defecten tijdens de werking

Uw koelkast met diepvries werd ontworpen en gebouwd op basis van strenge kwaliteitsstandaards. Het doel van dit deel, wanneer problemen tijdens de werkingen worden opgemerkt, is het vinden van de oorzaak van het probleem voordat de assistentiedienst van Smeg gecontacteerd wordt.
124
Aanwijzingen voor de gebruiker

10.9 Vervanging van de lamp van de binnenverlichting

Voordat het lampje wordt vervangen, moet gecontroleerd worden of het detail intern de lamphouder niet gelost is. In elk geval moet om veiligheidsredenen de stekker uit het stopcontact verwijderd worden
(of moet de hoofdschakelaar uitgeschakeld worden), en dit zowel voor het uitvoeren van de controle als voor de vervanging van het lampje.
Fig. 18
Om de lamp van de binnenverlichting (1) te vervangen, moeten de volgende stappen in de aangeduide volgorde uitgevoerd worden:
- Druk op de zijkanten van de bedekking van de verlichting (2) zodat de sluitingen van de bedekking A zelf losgekoppeld worden, en trek omlaag (3). Verwijder de bedekking (4).
- Vervang de lamp met een andere van 15W van hetzelfde type, met de lampenhouder E14.
- Plaats na de vervanging van het lampje de sluitklem van de bedekking in positie B, en druk naar boven zodat ze correct bevestigd wordt.
- Stop de stekker in het stopcontact (of schakel de hoofdschakelaar aan).
125
Aanwijzingen voor de gebruiker

11.GIDS VOOR HET VINDEN VAN DE PROBLEMEN

PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK WAARSCHIJNLIJKE OPLOSSING
Lawaaierige werking - raadpleeg het deel "lawaai tijdens
de werking"
De compressor wordt te frequent in werking gesteld, of is continu in werking:
De compressor treedt in werking (het toestel is aangesloten maar werkt niet, en de indicator van het voltage van de stroomtoevoer licht niet op):
Onvoldoende koeling: - de keuzeschakelaar van de
Moeilijkheden bij de opening van de deur onmiddellijk na de sluiting:
- koeling van de compressor en van de condensator onvoldoende:
- verhoging van de buitentemperatuur;
- frequente of lange opening van de deur;
- te grote hoeveelheid vers voedsel geplaatst
- temperatuurregelaar op “ ” geplaatst.
- stroomkabel niet aangesloten op het elektriciteitsnet;
- de hoofdschakelaar vóór het stopcontact is op “off” geplaatst.
- het stopcontact levert geen stroom.
regeling van de binnentemperatuur is ingesteld op een te lage positie (overeenkomstig een hogere temperatuur in de diepvries);
- frequente of lange opening van de deur;
- de deur sluit niet correct
- de deur sluit niet hermetisch;
- verhoging van de buitentemperatuur.
- controleer of het deel achteraan correct verlucht wordt zoals aangeduid wordt in de paragraaf "4.1 De keuze van de plaats", en of de condensator niet excessief vuil is;
- vries minder voedsel per keer in;
- sluit de stroomkabel aan;
- plaats de hoofdschakelaar op “ON”
- contacteer uw stroomleverancier
- Plaats de daarvoor bestemde keuzeschakelaar op een hogere positie.
- open de deur minder en voor een kortere tijd;
- controleer of de voedingswaren correct in de laden of op de schabben geplaatst zijn en of ze de correcte sluiting niet verhinderen, en of de koelkast met diepvries correct genivelleerd is op de vloer;
- controleer of de rubbers correct sluiten en niet beschadigd zijn.
- wanneer de deur onmiddellijk na de sluiting weer moet geopend worden, zal hiervoor veel kracht moeten uitgeoefend worden. Dit is te wijten aan de onderdruk die gecreëerd wordt door de koeling van de warme lucht die in de diepvries kwam.
126
Aanwijzingen voor de gebruiker
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK WAARSCHIJNLIJKE OPLOSSING
De temperatuur in de diepvries zorgt niet voor een correcte invriezing van het voedsel:
Excessieve ijsvorming: - Het regelmechanisme van de
Het voorvlak van het meubel voelt warm aan
- de keuzeschakelaar voor de regeling van de binnentemperatuur is ingesteld op een te lage positie;
- frequente of lange opening van de deur;
- de deur sluit niet hermetisch;
- excessieve inhoud van suikers in het in te vriezen voedsel.
koeltemperatuur is op een te hoge positie geplaatst (overeenkomstig een lagere temperatuur in de cel);
- frequente of lange opening van de deur;
- Plaats de daarvoor bestemde keuzeschakelaar op een hogere positie .
- open de deur minder en voor een kortere tijd;
- controleer of het voedsel correct in de laden geplaatst is, of de rubbers correct sluiten en niet beschadigd zijn, en of de koelkast met diepvries correct genivelleerd is op de vloer;
- sommige voedingswaren worden niet volledig bevrozen, behalve bij zeer lage temperaturen (roomijs, geconcentreerde sappen)
- Stel de keuzeschakelaar van de regeling van de binnentemperatuur in op een lagere positie, zodat de temperatuur in de diepvries lichtjes verhoogd wordt;
- controleer de correcte dichting van de rubbers;
- open de deur minder frequent en voor kortere tijd;
- verhoging van de omgevingstemperatuur en de atmosferische vochtigheid;
- plaats geen warm voedsel of warme dranken in de diepvries;
- de koelkast met diepvries werkt correct. Intern het cabinet is een verwamingssysteem van het oppervlak voorzien, waardoor de vorming van condens in de zone van de sluiting van de rubbers van de deur beperkt wordt.
127
Aanwijzingen voor de gebruiker
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK WAARSCHIJNLIJKE OPLOSSING
Het lawaai wordt steeds sterker. - Het toestel is niet stabiel geplaatst
of niet correct genivelleerd.
- Het toestel is tegen een meubel of een wand geplaatst.
- Flessen, blikjes of borden in de koelkast met diepvries zijn tegen elkaar geplaatst.
Er staat water op de bodem van de koelkast.
Er staat water op de glazen platen. - Het voedsel of de borden die zich
Er staat water onder het toestel. - De opvangbak voor het dooiwater
Wanneer de deur van het toestel open staat, komt de rubberen hermetische pakking naar buiten.
Het bovenste deel van het toestel vertoont condens.
- Goot voor het dooiwater verstopt. - Controleer of de ruimte van één
in de koelkast bevinden, raken de achterwand van de cel zelf.
is uit de compressor geschoven.
- De pakking is bevuild met plakkerig voedselresten (vet, sciroop).
- De relatieve vochtigheid bedraagt meer dan 70%.
- Het toestel moet stabiel en op een vlakke ondergrond geplaatst worden. Voor een correcte nivellering moeten de voorste voetjes geregeld worden.
- Controleer of het toestel niet tegen een meubel geplaatst is, en of geen enkel onderdeel van het koelsysteem achteraan de behuizing van het toestel de wand raakt. Verplaats het toestel verder van de meubels of van de muur.
- Controleer of de oorzaak van het lawaai niet te wijten is aan flessen, blikjes of borden die tegen de binnenwanden van het toestel geplaatst zijn.
van de goten voor het dooiwater niet verstopt is. Reinig regelmatig de goot voor het dooiwater met een daarvoor bestemd reinigingsmiddel.
- Plaats geeen voedsel of borden tegen de achterwand.
- Plaats de bak op de achterkant van de compressor.
- Reinig de hermetische pakking en de insnijding met lauw water en zeep, of met een reinigingsmiddel voor borden, en droog ze zorgvuldig. Plaats de hermetische pakking weer in de correcte positie.
- Verlucht de ruimte waar zich het toestel bevindt, en los indien mogelijk de oorzaak van de vochtigheid op.
KLANTENDIENST – LEZING VAN DE IDENTIFICATIEPLAAT.
IN GEVAL DE PROBLEMEN DIE OPGEMERKT WERDEN ZICH NIET IN DE VOORGAANDE LIJST BEVINDEN, EN WANNEER U MEER UITLEG WENST, KAN U ZICH WENDEN TOT DE ERKENDE TECHNISCHE ASSISTENTIEDIENST. HET ADRES EN HET TELEFOONNUMMER WORDEN AANGEDUID IN DE TELEFOONGIDS ONDER DE NAAM SMEG.
OM DEZE DIENST SNELLER EN EFFICIËNTER TE MAKEN, VERZOEKEN WE U OM AAN ONZE MEDEWERKERS VAN DE TELEFOONCENTRALE HET MODEL EN HET RELATIEVE SERIENUMMER VAN HET AANGEKOCHTE PRODUCT MEE TE DELEN, DIE AANGEDUID WORDEN OP HET ETIKET MET DE KENMERKEN DAT ZICH INTERN DE KOELKAST MET DIEPVRIES BEVINDT. WE DANKEN U BIJ VOORBAAT VOOR DE MEDEWERKING.
128
Loading...