Smeg ER12150EU, ER12550PP, ER12550NL, ER12550EU, ER12150NL User Manual [nl]

...
Inhoudsopgave
1. VEILIGHEIDS- EN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN_______________95
2. PLAATSING VAN HET BOVENBLAD _________________________97
3. ELEKTRISCHE AANSLUITING ______________________________98
4. GASAANSLUITING _______________________________________99
5. REGELING VAN HET GAS ________________________________101
6. LAATSTE HANDELINGEN_________________________________104
7. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT ___________________________ 106
8. REINIGING EN ONDERHOUD _____________________________107
DEZE INSTRUCTIES ZIJN UITSLUITEND VAN TOEPASSING VOOR APPARATEN GEÏNSTALLEERD IN NEDERLAND EN BELGIË
DE INSTRUCTIES MET HET NEVENSTAANDE SYMBOOL ZIJN UITSLUITEND VAN TOEPASSING VOOR NEDERLAND.
DE INSTRUCTIES MET HET NEVENSTAANDE SYMBOOL ZIJN UITSLUITEND VAN TOEPASSING VOOR BELGIË.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: zijn bestemd voor de gekwalificeerde technicus die de gasinstallatie moet controleren en de installatie, de inbedrijfstelling en de keuring van het apparaat moet uitvoeren.
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: geven gebruiksadviezen, beschrijving van de bedieningen en de juiste reinigings- en onderhoudswerkzaamheden voor het apparaat.
94
Presentatie
1. VEILIGHEIDS- EN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
DEZE HANDLEIDING MAAKT DEEL UIT VAN HET APPARAAT EN MOET DERHALVE IN ZIJN GEHEEL BINNEN HANDBEREIK ERVAN BEWAARD WORDEN GEDURENDE DE HELE LEVENSDUUR VAN DE KOOKPLAAT. WIJ ADVISEREN DEZE HANDLEIDING EN ALLE AANWIJZINGEN ERIN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS DE KOOKPLAAT TE GEBRUIKEN. BEWAAR OOK DE SERIE BIJGELEVERDE MONDSTUKKEN. HET APPARAAT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN. DIT APPARAAT IS BEDOELD VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN VOLDOET AAN DE GELDENDE NORMEN DIE OP DIT MOMENT VAN KRACHT ZIJN. HET APPARAAT IS GEBOUWD OM DE VOLGENDE FUNCTIE TE VERVULLEN: BEREIDING EN OPWARMEN VAN VOEDSEL; IEDER ANDERSOORTIGE GEBRUIK DIENT ALS ONEIGENLIJK GEBRUIK TE WORDEN BESCHOUWD.
DE FABRIKANT WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID VOOR ANDER GEBRUIK DAN IS AANGEGEVEN, AF.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN HUIS ACHTER. SCHEID DE VERSCHILLENDE AFVALMATERIALEN VAN DE VERPAKKING EN OVERHANDIG HEN AAN HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALVERWERKING.
VERBINDING MET DE AARDE IS VERPLICHT VOLGENS DE TOEPASSELIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE.
DE STEKKER DIE AAN DE VOEDINGSKABEL EN HET BIJBEHORENDE STOPCONTACT MOETEN WORDEN BEVESTIGD, MOETEN VAN HETZELFDE TYPE ZIJN, EN AAN DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN VOLDOEN. TREK DE STEKKER NOOIT AAN DE KABEL UIT HET STOPCONTACT.
KEUR DE KOOKPLAAT ONMIDDELLIJK NA INSTALLATIE AAN DE HAND VAN DE INSTRUCTIES DIE VERDEROP GEGEVEN WORDEN. IN GEVAL VAN SLECHTE WERKING MOET HET APPARAAT WORDEN AFGEKOPPELD VAN HET ELEKTRICITEITSNET EN MOET HET DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE SERVICECENTRUM WORDEN GECONTACTEERD. PROBEER NOOIT HET APPARAAT TE REPAREREN.
CONTROLEER TELKENS NA HET GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT OF DE BEDIENINGSKNOPPEN IN DE STAND «NUL» (UIT) STAAN.
95
Presentatie
DE IDENTIFICATIEPLAAT MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN DE MARKERING IS ZICHTBAAR GEPLAATST ONDER DE KAP. DE PLAAT OP DE KAP MAG IN GEEN GEVAL WORDEN VERWIJDERD. VÒÒR HET AANSLUITEN VAN HET APPARAAT, ZICH ALTIJD ERVAN VERZEKEREN DAT HET OP HETZELFDE SOORT GAS AFGESTEMD IS DAT HET ZAL VOEDEN. KONTROLEER DAAROM HET PLAATJE ONDER AAN HET KAP.
ZET GEEN PANNEN OP DE ROOSTERS VAN DE KOOKPLAAT DIE NIET VOLKOMEN GLAD EN REGELMATIG ZIJN.
GEBRUIK GEEN SCHALEN OF (GRILL) PANNEN DIE DE OMTREK VAN DE KOOKPLAAT TE BUITEN GAAN.
HET APPARAAT IS BESTEMD VOOR GEBRUIK DOOR VOLWASSENEN. STA HET NIET TOE DAT DE KOOKPLAAT GEBRUIKT WORDT ALS SPEELGOED DOOR KINDEREN, ZONDER VOLDOEND TOEZICHT.
ALS HET APPARAAT WORDT AFGEDANKT DIENT HET TE WORDEN AFGEGEVEN BIJ EEN CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALVERWERKING.
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid voor persoonlijk letsel of materiële schade of die veroorzaakt worden door het veronachtzamen van bovenstaande voorschriften of door het onklaar maken van afzonderlijke onderdelen van het apparaat, of door gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.
96
Instructies Voor de Installateur
2. PLAATSING VAN HET BOVENBLAD
De volgende ingreep vergt metsel- of timmerwerk en moet derhalve worden verricht door een technicus die op dit vlak bekwaam is. De installatie is mogelijk op structuren van verschillende materialen, zoals metselwerk, metaal, massief hout en met plastic gelamineerd hout, als het maar hittebestendig is (T 90°C).
2.1.1 Bevestiging aan de steunstructuur
Maak een opening in het bovenblad van het meubel met de afmetingen die op de afbeelding worden vermeld, en houd daarbij een minimum afstand tot de achterrand van 50 mm.
worden tegen wanden die hoger zijn dan het werkblad op voorwaarde dat de afstand “X” in acht genomen wordt die op de afbeelding wordt aangeduid, om beschadigingen door oververhitting te vermijden.
Vergewis u ervan dat de vuren van de fornuizen een minimum afstand tot een eventuele verticale plank erboven hebben van 750 mm.
Plaats de bijgeleverde isolerende pakking nauwkeurig op de omtrek van de opening in het bovenblad, zoals op onderstaande afbeeldingen, en laat hem over de hele omtrek aansluiten door er met de handen tegen te duwen. Zich refereren aan de in de tekening afgebeelde maten, erop lettend dat de zijden A nabij het gat moeten zijn. Bevestig de kookplaat aan het meubel met behulp van de bijgeleverde beugeltjes B Snijd op rand C het teveel aan pakking af. De maten van de volgende tekening zijn genomen op de opening vanaf de binnenkant van de pakking.
Dit apparaat geplaatst
97
Instructies Voor de Installateur
3. ELEKTRISCHE AANSLUITING
Controleer of het voltage en de dimensionering van de voedingslijn corresponderen met de eigenschappen op het plaatje onder de kap van het apparaat. Dit plaatje mag in geen geval worden verwijderd.
De stecker aan het uiteinde van de snoer moet overeenstemmen met het stopcontact en moet bovendien aan de desbetreffende geldende voorschriften conform zijn. Controleer of de voedingslijn naar behoren geaard is.
Breng op de voedingslijn van het apparaat een veelpolig onderbrekingsmechanisme aan met en afstand tussen de contacten van minstens 3 mm, op een gemakkelijk toegankelijke plaats en in de buurt van het apparaat.
Gebruik geen reductoren, adapters of aftakmoffen.
In geval van vervanging van de voedingskabel, mag de doorsnede van de draden van de nieuwe kabel niet minder zijn dan 0.75 mm2 (kabel van 3 x 0.75), en denk eraan dat het uiteinde dat met het apparaat verbonden moet worden een minstens 20 mm langere aardingsdraad (geel-groen) moet hebben. Gebruik uitsluitend een snoer van type H05V2V2-F of gelijkwaardig die bestendig is tegen een temperatuur van 90°C. Het vervangen van de snoer mag slechts door een gespecialiseerd technicus worden uitgevoerd die aansluiting op het stroomnet volgens het hiernavolgende schema zal moeten uitvoeren.
L = bruin N = blauw
= geel-groen
Voor persoonlijk letsel of materiële schade, veroorzaakt door het veronachtzamen van bovenstaande voorschriften of door onklaar maken van een afzonderlijk deel van het apparaat: de fabrikant wijst elke aansprakelijkheid af.
98
Instructies Voor de Installateur
4. GASAANSLUITING
De aansluiting op het gasnet kan worden verricht met een starre koperbuis of met een flexibele buis met doorgaande wand en in
overeenstemming met de voorschriften van de normen. Om de aansluiting te vergemakkelijken kan de verbinding A aan de achterkant van het apparaat zijwaarts worden gericht; Draai de zeshoekige moer B los, draai het verbindingsstuk A in de gewenste stand en draai de zeshoekige moer B weer vast met een aandraaimoment van tenminste 20 Nm. De dichting wordt verzekerd door een pakking van gegloeid aluminium.
Na verwijdering kan de pakking NIET meer worden gebruikt en moet hij worden vervangen door een identiek exemplaar.
Controleer na de handeling met behulp van een zeepoplossing, en nooit met een vlam, of de afdichting perfect is. De kookplaat is goedgekeurd
voor methaangas G25 (2L) van 25 mbar
- 20/25 mbar . Voor voeding met andere types
- G20/G25 (2E+) met een druk
gas zie Hoofdstuk “5 REGELING VAN HET GAS ”. Het verbindingsstuk heeft een externe schroefdraad van ½” gas (ISO 7-1). Plaats altijd een geschikte afdichting tussen het verbindingsstuk A en
buis C (bijvoorbeeld teflon pakkingtape). Aansluiting met flexibele buis: gebruik uitsluitend flexibele buisen volgens de geldende voorschriften.
Aansluiting met flexibele buis: gebruik uitsluitend flexibele buisen volgens de geldende voorschriften (op de buis moet het opschrift AGREE AGB/BGV leesbaar zijn).
De flexibele buis moet zo worden gelegd dat de lengte van de leidingen niet meer is dan 1.5 meter in maximale extensie; controleer of de leidingen niet in aanraking komen met beweegbare delen of bekneld raken.
99
Loading...
+ 11 hidden pages