1. Beschrijving van het bedieningspaneel______________________ 52
2. Oplossingen voor storingen in de werking ___________________61
Wij wensen u van harte te bedanken voor uw keuze voor dit product van
ons.
Wij bevelen aan om alle instructies in deze gebruiksaanwijzing
aandachtig door te lezen om op de hoogte te zijn van de meest
geschikte voorwaarden voor een correct en veilig gebruik van uw
vaatwasser.
De volgorde van de afzonderlijke paragrafen is erop gebaseerd dat u
stap voor stap alle functies van het apparaat leert kennen, de teksten
zijn gemakkelijk te begrijpen en worden geïllustreerd met gedetailleerde
afbeeldingen.
In deze eenvoudig te raadplegen gebruiksaanwijzing zult u de
antwoorden kunnen vinden op al uw vragen met betrekking tot het
gebruik van de vaatwasser.
Voor meer informatie omtrent het gebruik en onderhoud van de
vaatwasser moet u het bijgesloten handboek aandachtig lezen.
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: u vindt er nuttig advies voor het
gebruik van de wasprogramma's en alle functies van de vaatwasser.
Page 3
Instructies Voor de Gebruiker
1. Beschrijving van het bedieningspaneel
1.1 Het bedieningspaneel
Alle bedieningsorganen en controle-instrumenten van de vaatwasser zijn
samengebracht op het bedieningspaneel aan de voorzijde.
1
DRUKKNOP
2
DRUKKNOP
3
DRUKKNOP
4
DRUKKNOP
5
DRUKKNOP
6
CONTROLELAMPJE
7
CONTROLELAMPJE’S
8INFORMATIEDISPLAY
9
WEGGEWERKTE HANDGREEP OPENING DE DEUR
ON/OFF
PROGRAMMAKEUZE (P1...P5)
OPTIE "3/1"
UITSTEL PROGRAMMA
START/PAUZE
INSCHAKELEN
PROGRAMMA’S
1.2 Het informatiedisplay
De vaatwasser is met een praktische
DISPLAY
alle informatie over de geprogrammeerde
functies.
uitgerust voor de weergave van
Page 4
Instructies Voor de Gebruiker
PROGRAMMA
NUMMER EN SYMBOOL
1
2
3
4
(*) EN 50242
AUTO 40-60
5
6
7
8
AUTO 60-70
9
WEKEN
KORT
ECO
KRACHTIG
DELICAAT
BIO
SUPER
LADEN VAN VAAT
EN BESTEK
Pannen en bestek in
afwachting van een
laatste wasbeurt
Weinig
vuile couverts
Wassen onmiddellijk
na het gebruik voor
niet erg vieze vaat
Wassen onmiddellijk
na het gebruik voor
niet erg vieze vaat
Uiterst vuile
pannen en couverts
met opgedroogde
resten
Normaal
vieze vaat
Normaal
vieze vaat
Normaal vuile
couverts, met
opgedroogde resten
Uiterst vuile
pannen en couverts
met opgedroogde
resten
AFWIKKELING
PROGRAMMA'S
Koud voorwassen(**)
Wassen oop 38°C
Koud spoelen
Spoelen op 68°C
Wassen oop 55°C
Koud spoelen
Spoelen op 68°C
Drogen
Voorwassen op 45°C
Wassen oop 70°C
2 koude spoel beurten
Spoelen op 70°C
Drogen
DUURVERBRUIK
MINUUTWATER
(**)
(**)
(***)(***)(***)
(**)
(**)
(**)
(***)(***)(***)
(**)
LITER (1)
50,02
130,70
131,01
171,45
160,98
161,10
201,50
ENERGIE
KWh (2)
Gebruik het weken uitsluitend bij een gedeeltelijke belading.
(*) Referentieprogramma volgens de EN 50242 norm. (**) Zie informatiedisplay.
(***) Wanneer u het programma "
AUTO 40-60" of "AUTO 60-70" selecteert, zal de vaatwasser
het type vuil herkennen en de wasparameters automatisch aanpassen.
(1) Gemiddeld verbruik bij een regeling van de ontharder op niveau 2.
(2) De duur van de cyclus en het energieverbruik kunnen variëren afhankelijk van de
temperatuur van het water en de omgeving en van het type en de hoeveelheid vaat.
Page 5
Instructies Voor de Gebruiker
TABEL VOOR CONTROLE-INSTITUTEN
ControlenormEN 50242
Vergelijkbaar programmaECO
Belading10 couverts
Soort afwasmiddelB
Dosering afwasmiddel25 g
Regeling glansspoelmiddelAfhankelijk van de modellen 3/4 o 4/6
1.3 Wasprogramma's
De vaatwasser is uitgerust met een bedieningspaneel en een
INFORMATIEDISPLAY (8)
het inschakelen, uitschakelen en de programmering kunnen worden
uitgevoerd.
waarmee alla handelingen noodzakelijk voor
Alvorens een wasprogramma te starten moet u
controleren of:
•de waterkraan
•er
regeneratiezout
•er
voldoende afwasmiddel
•de korven op de
•de sproeiarmen
•de deur van de vaatwasser
INSCHAKELEN
Met de
controlelampje
zal op de
van de vaatwasser.
ON/OFF (1)
DISPLAY (8)
geopend
vrij
drukknop schakelt u de vaatwasser in en gaat het
(6)
branden. Ongeveer
is;
in het
reservoir
in het
wijze zijn
juiste
, onbelemmerd kunnen draaien;
goed is gesloten.
een melding verschijnen afhankelijk van de staat
aanwezig is;
is gedaan;
bakje
beladen
;
3 seconden
na deze handeling
Page 6
Instructies Voor de Gebruiker
PROGRAMMERING
Op dit model vaatwasser zijn alle programmeringshandelingen slechts
mogelijk bij een gesloten deur. Bij een geopende deur verschijnen de
DISPLAY (8)
de programmering gedoofd.
SELECTIE VAN HET PROGRAMMA
Wanneer u de drukknop die hoort bij het geselecteerde programma
indrukt (zie tabel) zal het bijhorende controlelampje gaan branden ter
bevestiging van de uitgevoerde handeling en zal op de
voorziene tijsduur van het programma verschijnen met een indicatie van
de uren en minuten (“
STARTEN VAN HET PROGRAMMA
Op dit punt kunt u de machine starten met de
druktoets. Gedurende enkele seconden, tot de tekst “
te knipperen en u een biep ter bevestiging hoort. Vanaf dat moment zal de
duur van de cyclus op de
tijsduur, die tijdens de cyclus wordt aangepast, is “indicatief”, want
beïnvloed door de wasomstandigheden, zoals de hoevelheid en aard van
de vaat, de aanvoertemperatuur van het water enz. Het is daarom normaal
wanneer u tijdens de uitvoering van het programma aanpassingen ziet
(toename of afname van de minuten) vooral tijdens de overgang van de
ene naar de andere fase (bijvoorbeeld van het wassen naar het spoelen).
symbolen -- en blijven de
h.mm
”).
DISPLAY (8)
CONTROLELAMPJES (7)
Het programma kan worden
geselecteerd met behulp van de
bijbehorende drukknoppen
DISPLAY (8)
START/PAUZE (5)
Time to end
afnemen. De hier afgebeelde
voor
(2)
.
“ begint
de
EIND VAN HET PROGRAMMA
Het eind van het wasprogramma wordt aangekondigd door een kort
geluidssignaal en de tekst “
van de toetsen van het programma indrukt zal de tekst “
display en is de vaatwasser klaar om een nieuwe cyclus uit te voeren.
Hetzelfde gebeurt wanneer u de deur opent en weer sluit of wanneer u
de machine uit-en weer inschakelt.
End
” op de
DISPLAY (8).
Wanneer u één
End
” van de
Page 7
Instructies Voor de Gebruiker
ONDERBREKING VAN EEN PROGRAMMA
Om een lopend programma te onderbreken, moet u:
• Toets
WIJZIGEN VAN HET PROGRAMMA
Om een lopend programma te wijzigen moet u:
• Het lopende programma onderbreken (zie “
• Het nieuwe programma selecteren;
• Toets
ANNULLERING VAN EEN PROGRAMMA
Om een lopend programma te annuleren moet u hem eerst onderbreken
(zie “
START/PAUZE (5)
tot de tekst “
Time to end
enkele seconden lang ingedrukt houden
“ blijft branden op de display (biep ter
bevestiging) nu kunt u de cyclus weer opnieuw laten starten of:
O
NDERBREKING VAN EEN
PROGRAMMA
”);
START/PAUZE (5)
nogmaals indrukken om het nieuwe
programma te laten starten.
O
NDERBREKING VAN EEN PROGRAMMA
”).
Op dit punt moet u tegelijkertijd de totsen P1+
P2
indrukken om de eerste drie programmacontrolelampjes te laten branden.
Op de display zal de tekst “P0” verschijnen en zal de vaatwasser
automatisch naar het eind van de cyclus gaan en het water uit de kuip
pompen (tijdens deze fase zal de tekst “
Wanneer de afvoer is beëindigd verschijnt de tekst “
Time to end
End
” knipperen).
“ van het eind
van de cyclus.
Wanneer tijdens de werking de deur wordt geopend, zal bij het sluiten
ervan het programma opnieuw moeten worden gestart zoals beschreven
onder punt “
TARTEN VAN HET PROGRAMMA
S
”. Het programma zal worden
hervat vanaf het punt waarop het werd onderbroken.
Wanneer de temperatuur in de kuip de 50°C overschrijdt zal het
programma na ongeveer 30 seconden worden hervat.
De wascyclus zal niet worden gestart als de deur van de vaatwasser niet
of niet op de juiste manier gesloten is.
Page 8
Instructies Voor de Gebruiker
UITSTEL VAN HET PROGRAMMA (beschikbaar in alle programma's
met uitzondering van het weken programma)
Met behulp van drukknop
van het wasprogramma tot maximaal
mogelijk om de vaatwasser op het voor u meest geschikte tijdstip te
laten werken. Wanneer u meerdere malen toets
PROGRAMMA (4)
wenst dat het starten van het wasprogramma wordt uitgesteld
verschijnen, met een maximum van 12 uur.
Op de display vindt u meer specifiek de volgende
informatie.
indrukt zal op de display het aantal uren waarmee u
UITSTEL PROGRAMMA (4)
12 uur
uitstellen. Dit maakt het
kunt u het begin
UITSTEL
Wanneer u eenmaal het uitstel heeft gekozen, gaat u over tot het starten
van het programma druk de toets
lang in tot het symbool van de klok begint te knipperen.
De machine zal een voorwasprogramma uitvoeren waarna het eerder
ingestelde “uitstel van het programma“ wordt ingeschakeld.
Wanneer u bij een ingeschakeld programma de geprogrammeerde start
wenst te annuleren moet u:
• toets
• toets
• drukknop
N.B.:
programma reeds is gestart.
STAR/PAUZE (5)
het symbool van de klok op de display blijft branden;
UITSTEL PROGRAMMA (4)
annulering van de geprogrammeerde start (het symbool van de klok
gaat uit);
STAR/PAUZE (5)
starten.
U kunt de geprogrammeerde start niet selecteren indien het
START/PAUZE (5)
enkele seconden lang ingedrukt houden tot
meerdere malen indrukken tot de
indrukken om het programma te
enkele seconden
Page 9
Instructies Voor de Gebruiker
OM ENERGIE TE BESPAREN! … EN VOOR HET BEHOUD VAN HET
MILIEU
•Probeer om de vaatwasser altijd volledig gevuld te gebruiken.
•Was de vaat niet onder stromend water.
•Gebruik het voor de aard van de vaat meest geschikte programma.
•Spoel niet vooraf eerst af.
•Sluit, indien mogelijk, de vaatwasser aan op een warmwaterleiding
tot 60°C.
•
OM HET AFWASMIDDELVERBRUIK TE BEPERKEN! … EN VOOR
HET BEHOUD VAN HET MILIEU
De in de afwasmiddelen voor vaatwassers aanwezige fosfaten vormen
een probleem voor het milieu. Om een overmatig afwasmiddel- en
stroomverbruik te voorkomen, raden wij aan om:
•
•het afwasmiddel
indien mogelijk
Sluit,
van het wasprogramma halfopen staan, de lucht en de restwarmte
zullen de vaat op perfecte wijze drogen.
de delicate vaat
agressieve afwasmiddelen en hoge temperaturen;
het drogen uit
te scheiden van vaat die beter bestand is tegen
niet rechtstreeks op de vaat te gieten.
en laat de deur op het eind
VERWIJDEREN VAN DE VAAT
Na beëindiging van het wasprogramma moet u tenminste
wachten alvorens de vaat er uit te halen, om hem te laten afkoelen. Om
te voorkomen dat eventuele in de bovenste korf achtergebleven
waterdruppels op de nog in de onderste korf achtergebleven vaat vallen,
wordt het
bovenste korf leeg te halen.
DRUKKNOP OPTIE "3/1"
Wanneer u de drukknop
wordt bevestigd door het gaan branden van het bijbehorende
controlelampje. Deze optie is ontwikkeld voor het gebruik van
vaatwasproducten (in poedervorm of als tabletten) die substanties bevatten
die de regeneratiezouten en het glansmiddel vervangen, en die op de markt
bekend staan onder de naam "3 in 1"; in dit geval zal de vaatwasser het
product op optimale wijze gebruiken en het verbruik van zout en
glansmiddel, dat eventueel al in de vaatwasser aanwezig is, vermijden.
Opmerking:
controlelampjes zout/glansmiddel blijven branden wanneer de betreffende
bakjes leeg zijn.
aangeraden
bij selectie van de "
om eerst de onderste korf en daarna pas de
(3)
indrukt wordt de optie "
3/1
3/1
" drukknop is het normaal dat de
20 minuten
" geactiveerd, wat
Page 10
Instructies Voor de Gebruiker
EXTRA FUNCTIES (beschikbaar in alle programma's met uitzondering
van het weken programma)
Het elektronische controlesysteem maakt een aanpassing aan de
persoonlijke voorkeur mogelijk dankzij een niet-rechtstreeks toegankelijke
programmeringsprocedure die het mogelijk maakt om: Het hardheidsniveau
van het water te regelen. Afhankelijk van de modellen kan de regeling
elektronisch
of met behulp van een
ELEKTRONISCHE REGELING
Om toegang te hebben tot de programmeeromgeving moet de
ingeschakeld
zijn
• de drukknop
deur
en
zijn
UITSTEL PROGRAMMA (4)
display het symbool Hverschijnt, gevolgd door het nummer 3, > H3;
• de drukknop
UITSTEL PROGRAMMA (4)
om het regelniveau te selecteren, afhankelijk van de hardheid van het
H0, H1, H2, H3, H4, H5
water (
•de drukknop
START/PAUZE (5)
bevestigen en terug te keren naar het menu voor de instelling van de
programma’s.
N.B.:
Na 2 minuten wordt het menu voor de instelling van de parameters
automatisch afgesloten.
keuzeschakelaar
gesloten
, op dit punt moet u:
);
worden uitgevoerd.
machine
ingedrukt houden tot op de
meerdere malen indrukken
indrukken om de keuze te
De voor deze parameter ingevoerde waarde zal aan de hand van de
volgende tabel bepalen of aan het eind van de wascyclus een regenratie
moet worden uitgevoerd.
Vraag het waterleidingbedrijf om de informatie betreffende de hardheidsgraad van
het water.
N.B.: met cyclus wordt een wasprogramma bedoeld.
REGELINGREGENERATIE
om de
om de
om de
om de
na iedere cyclus
6 cycli
5 cycli
3 cycli
2 cycli
uitgevoerd
uitgevoerd
uitgevoerd
uitgevoerd
uitgevoerd
Page 11
Instructies Voor de Gebruiker
REGELING MET KEUZESCHAKELAAR
De vaatwasser is uitgerust met een inrichting die het mogelijk maakt om
de regeling van de ontharder aan te passen aan de hardheid van het
vulwater.
Aan de binnezijde van de plastic ring op de
rechterzijkant
in de
vaatwasser.
TABEL HARDHEID VAN HET WATER
HARDHEID VAN HET WATER
Duitse graden (°dH)Franse graden (°dF)
0 - 40 - 7Staand nr. 1 GEEN ZOUT
5 - 158 - 25Staand nr. 1
16 - 2326 - 40Staand nr. 2
24 - 3141 - 60Staand nr. 3
32 - 4761 - 80Staand nr. 4
48 - 5881 - 100Staand nr. 5
REGELING
Vraag het waterleidingbedrijf om de informatie betreffende de
hardheidsgraad van het water.
Page 12
Instructies Voor de Gebruiker
2. Oplossingen voor storingen in de werking
De vaatwasser is uitgerust met een auto-diagnose systeem dat een
vooraf geprogrammeerde reeks van mogelijke storingen van de
vaatwasser kan opsporen en signaleren.
TABEL VAN DOOR HET AUTO DIAGNOSE SYSTEEM GECONSTATEERDE
STORINGEN
STORINGBESCHRIJVING
Storing acquastop
E1
E2
E3
E4
E5
E6
De overstromingsbeveiliging is in werking getreden (uitsluitend voor de
hiermee uitgeruste modellen). Hij treedt in werking bij waterlekkages. U
moet zich wenden tot de technische dienst van de klantenservice.
Veiligheidsniveau
Het systeem dat het waterpeil in de vaatwasser beperkt is in werking
getreden. Onderbreek het lopende programma en schakel de vaatwasser
uit. Schakel de vaatwasser weer in, programmeer hem weer en start de
wascyclus. Wanneer het probleem aanhoudt moet u zich wenden tot de
technische dienst van de klantenservice.
Afwijking tijdens het opwarmen van het water
Het water wordt niet of op abnormale wijze opgewarmd. Herhaal de
wascyclus; wanneer het probleem aanhoudt moet u zich wenden tot de
technische dienst van de klantenservice.
Afwijking tijdens het meten van de watertemperatuur
Onderbreek het lopende programma en schakel de vaatwasser uit.
Schakel de vaatwasser weer in, programmeer hem opnieuw en start de
wascyclus. Wanneer het probleem aanhoudt moet u zich wenden tot de
technische dienst van de klantenservice.
Afwijking tijdens het vullen met water
De vaatwasser wordt niet of op abnormale wijze gevuld met water.
Controleer of de hydraulische aansluitingen op correcte wijze zijn
uitgevoerd, of de waterkraan geopend is en of het filter niet verstopt is.
Wanneer het probleem aanhoudt moet u zich wenden tot de technische
dienst van de klantenservice.
Afwijking tijdens het wegpompen van het water
Het water wordt niet of op abnormale wijze weggepompt. Controleer of de
afvoerslang niet geknikt of afgeklemd is en of de sifon of de filters niet
verstopt zijn. Wanneer het probleem aanhoudt moet u zich wenden tot de
technische dienst van de klantenservice.
Page 13
Instructies Voor de Gebruiker
STORINGBESCHRIJVING
E7
E8
E9
Afwijking aan het schoepenwieltje
uitgeruste modellen)
De binnengestroomde hoeveelheid water wordt niet precies gemeten.
Onderbreek het lopende programma en schakel de vaatwasser uit.
Schakel de vaatwasser weer in, programmeer hem opnieuw en start de
wascyclus. Wanneer het probleem aanhoudt moet u zich wenden tot de
technische dienst van de klantenservice.
Afwijking aan het alternerende wassysteem
Onderbreek het lopende programma en schakel de vaatwasser uit.
Schakel de vaatwasser weer in, programmeer hem opnieuw en start de
wascyclus. Wanneer het probleem aanhoudt moet u zich wenden tot de
technische dienst van de klantenservice.
Afwijking aan het watervulsysteem
U moet zich wenden tot de technische dienst van de klantenservice.
• De alarmen E1,E2,E3,E4,E8,E9 zullen leiden tot de "forcering"
van het lopende programma op het eind van de cyclus.
• Den alarmen E5,E6 zullen het lopende programma onderbreken
en, wanneer de oorzaak eenmaal is verholpen, de uitvoering van
het programma hervatten.
• Het alarm E7 wordt afgebeeld op het eind van de cyclus die in ieder
geval wordt afgewerkt, omdat de werking van de vaatwasser er niet
door wordt geschaad.
Om een alarm te "annuleren" moet u:
•de deur openen en sluiten of de machine uit- en weer inschakelen.
Nu kunt u de vaatwasser weer opnieuw programmeren.
(uitsluitend voor de hiermee
Wanneer het probleem niet mocht zijn opgelost moet u zich tot de
erkende Technische Servicedienst wenden.
Gebruik van de waterontharder ____________________________________________________ 72
3.2 Gebruik van de doseerbakjes voor het glansspoelmiddel en het afwasmiddel ____________ 73
3.3 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen ____________________________________ 75
3.4 Gebruik van de korven _______________________________________________________ 76
4. Schoonmak en onderhoud ________________________________ 79
4.1 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen ____________________________________ 79
Wij wensen u van harte te bedanken voor uw keuze voor dit product van ons.
Wij bevelen aan om alle instructies in deze gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen om op de
hoogte te zijn van de meest geschikte voorwaarden voor een correct en veilig gebruik van uw
vaatwasser.
De volgorde van de afzonderlijke paragrafen is erop gebaseerd dat u stap voor stap alle functies van
het apparaat leert kennen, de teksten zijn gemakkelijk te begrijpen en worden geïllustreerd met
gedetailleerde afbeeldingen.
De hier verstrekte reinigingsadviezen stellen u in staat om de prestaties van uw vaatwasser altijd
optimaal te houden.
In deze eenvoudig te raadplegen gebruiksaanwijzing zult u de antwoorden kunnen vinden op al uw
vragen met betrekking tot het gebruik van de vaatwasser.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: deze instructies zijn bestemd voor de
installateur
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: u vindt er nuttig advies voor het gebruik van de manden,
sproeiers, bakjes en filters.
die is belast met de installatie, inbedrijfstelling en het uitproberen van het apparaat.
bevoegde
67
Page 16
Aanwijzingen
1. Aanwijzingen voor veiligheid en gebruik
DEZE HANDLEIDING IS EEN WEZENLIJK ONDERDEEL VAN HET APPARAAT: HIJ DIENT ALTIJD IN ZIJN GEHEEL
SAMEN BIJ HET APPARAAT TE WORDEN BEWAARD. VÓÓR DE INGEBRUIKNEMING BEVELEN WIJ AAN OM DE IN
DEZE HANDLEIDING OPGENOMEN AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN. DE INSTALLATIE MOET DOOR
BEVOEGD PERSONEEL WORDEN UITGEVOERD MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN. DIT
APPARAAT IS BESTEMD VOOR EEN HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN BEANTWOORDT AAN DE MOMENTEEL VAN
TOEPASSING ZIJNDE
EN ELIMINEREN VAN RADIOSTORINGEN. HET APPARAAT IS ONTWIKKELD VOOR DE VOLGENDE
WERKZAAAMHEDEN:
ONEIGENLIJK TE WORDEN BESCHOUWD.
VOOR ENIG GEBRUIK DAT AFWIJKT VAN HETGEEN IS VOORZIEN.
HET TYPEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN DE MERKING IS ZICHTBAAR OP
DE RAND AAN DE BINNENKANT VAN DE DEUR.
MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN DE HUISELIJKE OMGEVING LIGGEN. VERDEEL DE
VERSCHILLENDE VAN DE VERPAKKING AFKOMSTIGE AFVALMATERIALEN EN BRENG ZE NAAR HET
DICHTSBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALINZAMELING.
RICHTLIJNEN 72/23 EEG, 89/336 (INCLUSIEF 92/31),
HET WASSEN EN DROGEN VAN DE VAAT
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD
HET PLAATJE OP DE RAND AAN DE BINNENKANT VAN DE DEUR
MET INBEGRIP VAN HET VOORKOMEN
; IEDER ANDER GEBRUIK DIENT ALS
DE AARDAANSLUITING IS VERPLICHT OP DE DOOR DE VEILIGHEIDSNORMEN VOOR ELEKTRISCHE
INSTALLATIES VOORZIENE WIJZE.
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ENIG LETSEL AAN PERSONEN OF
SCHADE AAN ZAKEN ALS GEVOLG VAN EEN ONTBREKENDE OF GEBREKKIGE AARDAANSLUITING.
BIJ AANSLUITING VAN HET APPARAAT OP HET ELEKTRICITEITSNET ZONDER GEBRUIK VAN EEN STEKKER,
MOET EEN MEERPOLIGE SCHEIDINGSINRICHTING WORDEN AANGEBRACHT MET EEN MINIMALE
CONTACTOPENING VAN 3 MM.
DE OP DE VOEDINGSKABEL AAN TE BRENGEN STEKER EN HET BIJBEHORENDE STOPCONTACT DIENEN VAN
HETZELFDE TYPE TE ZIJN EN TE BEANTWOORDEN AAN DE GELDENDE NORMEN. CONTROLEER OF DE
SPANNINGS- EN FREQUENTIEWAARDEN VAN HET NET OVEREENSTEMMEN MET DIE VERMELD OP HET
TYPEPLAATJE. VERMIJD HET GEBRUIK VAN ADAPTERS OF AFLEIDINGEN.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKER UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN.
•NA DE INSTALLATIE MOET DE STEKER TOEGANKELIJK BLIJVEN.
•EEN BESCHADIGDE VOEDINGSKABEL MOET DOOR EEN BEVOEGD TECHNICUS WORDEN VERVANGEN.
•NA DE VERVANGING VAN DE VOEDINGSKABEL, MOET U ERVOOR ZORGEN DAT DE VERANKERINGSBEUGEL
VAN DE KABEL GOED WORDT VASTGEZET.
BIJ PLAATSING VAN HET APPARAAT OP VLOEREN MET VLOERBEDEKKING MOET U CONTROLEREN OF DE
OPENINGEN AAN DE ONDERZIJDE NIET WORDEN AFGESLOTEN.
68
SCHAKEL DE VAATWASSER NA IEDER GEBRUIK UIT OM STROOMVERSPILLING TE VOORKOMEN.
HET AFGEDANKTE APPARAAT MOET ONBRUIKBAAR WORDEN GEMAAKT. SNIJD, NA DE STEKER UIT HET
STOPCONTACT TE HEBBEN GETROKKEN, DE VOEDINGSKABEL DOOR. MAAK DE VOOR KINDEREN GEVAARLIJKE
DELEN (SLUITINGEN, DEUREN ENZ.) ONGEVAARLIJK. HET APPARAAT MOET NAAR EEN CENTRUM VOOR EEN
GESCHEIDEN AFVALVERWERKING WORDEN GEBRACHT.
Page 17
Aanwijzingen
BIJ STORINGEN MOET U HET APPARAAT VAN HET ELEKRICITEITSNET LOSKOPPELEN EN DE WATERKRAAN
SLUITEN. VERVOLGENS MOET U EEN BEVOEGD TECHNICUS RAADPLEGEN.
GEBRUIK GEEN TIJDENS HET TRANSPORT BESCHADIGDE APPARATEN! RAADPLEEG, BIJ TWIJFEL, UW
WEDERVERKOPER.
HET APPARAAT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD EN AANGESLOTEN OVEREENKOMSTIG DE DOOR DE
FABRIKANT VERSTREKTE INSTRUCTIES OF DOOR BEVOEGD PERSONEEL..
HET APPARAAT MOET DOOR VOLWASSENEN WORDEN GEBRUIKT.
BUURT BLIJVEN EN ER NIET MEE SPELEN. HOUD KINDEREN UIT DE BUURT VAN AFWASMIDDELEN EN DE
GEOPENDE VAATWASSERDEUR. DE VERPAKKINGSMATERIALEN (PLASTIC ZAKKEN, POLYSTYROL, METALEN
DELEN ENZ.) MOETEN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN WORDEN GEHOUDEN.
HOUD KINDEREN UIT DE BUURT VAN DE GEOPENDE VAATWASSER; IN HET APPARAAT ZOUDEN ZICH NOG
RESTEN AFWASMIDDEL KUNNEN BEVINDEN DIE ONHERSTELBARE SCHADE AAN DE OGEN, DE MOND EN KEEL
KUNNEN VEROORZAKEN, EN ZELFS TOT DE DOOD DOOR VERSTIKKING KAN LEIDEN.
GEBRUIK GEEN OPLOSMIDDELEN ZOALS ALCOHOL EN TERPENTINE IN HET APPARAAT DIE TOT
ONTPLOFFINGEN KUNNEN LEIDEN.
PLAATS GEEN MET AS, WAS OF VERF BEVUILDE VAAT IN HET APPARAAT.
DE VAATWASSER KAN KANTELEN ALS GEVOLG VAN HET LEUNEN OF ZITTEN OP DE OPEN DEUR, MET ALLE
RISICO'S VAN DIEN VOOR DE PERSONEN.
DRINK, NA BEËINDIGING VAN HET WASPROGRAMMA EN VOOR HET DROGEN, NIET VAN HET EVENTUEEL IN DE
VAAT OF DE VAATWASSER ACHTERGEBLEVEN WATER.
MESSEN EN ANDER KEUKENGEREI MET SCHERPE PUNTEN MOETEN MET DE PUNT NAAR BENEDEN IN DE
CONTAINER WORDEN GEZET OF HORIZONTAAL IN DE BOVENSTE KORF GELEGD, WAARBIJ U ERVOOR MOET
OPLETTEN DAT U ZICH NIET VERWONDT EN DAT ZE NIET UIT DE CONTAINER NAAR BUITEN STEKEN.
ZORG ERVOOR DAT KINDEREN UIT DE
MET ACQUASTOP UITGEVOERDE MODELLEN
ACQUASTOP IS EEN INRICHTING DIE BIJ LEKKAGES OVERSTROMINGEN VOORKOMT. NA DE INTERVENTIE VAN
DE ACQUASTOP MOET EEN BEVOEGD TECHNICUS WORDEN GERAADPLEEGD OM DE OORZAAK VAN DE
STORING OP TE SPOREN EN TE VERHELPEN.
BIJ DE MET ACQUASTOP UITGEVOERDE MODELLEN BEVAT DE TOEVOERSLANG EEN ELEKTROMAGNETISCHE
KLEP.
SNIJD DE SLANG NIET DOOR EN LAAT DE ELEKTROMAGNETISCHE KLEP NIET IN HET WATER VALLEN.
BIJ BESCHADIGING VAN DE TOEVOERSLANG MOET U HET APPARAAT LOSKOPPELEN VAN DE WATERLEIDING
EN HET ELEKTRICITEITSNET.
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET HET APPARAAT KORT WORDEN UITGEPROBEERD OVEREENKOMSTIG
DE HIERNA VERSTREKTE INSTRUCTIES. ALS HET APPARAAT NIET MOCHT FUNCTIONEREN MOET U HET VAN DE
ELEKTRICITEITSNET LOSKOPPELEN EN DE DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE DIENST WAARSCHUWEN.
PROBEER NIET OM HET APPARAAT TE REPAREREN.
DE VAATWASSER BEANTWOORDT AAN ALLE DOOR DE GELDENDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OPGELEGDE
EISEN MET BETREKKING TOT ELEKTRISCHE APPARATEN. EVENTUELE TECHNISCHE CONTROLES MOGEN
UITSLUITEND DOOR GESPECIALISEERD EN ERKEND PERSONEEL WORDEN UITGEVOERD:
UITGEVOERD DOOR NIET ERKEND PERSONEEL, ZULLEN DE GARANTIE DOEN VERVALLEN EN KUNNEN EEN
BRON VAN GEVAAR VOOR DE GEBRUIKER WORDEN.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor letsel aan personen of schade aan zaken als gevolg
REPARATIES
van het niet opvolgen van de bovenstaande voorschriften of als gevolg van werkzaamheden op ook een enkel
deel van het apparaat of door het gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.
69
Page 18
Instructies Voor de Installateur
2. Installatie en inbedrijfstelling
Verwijder de polystyrol korfblokkeringen.
Plaats het apparaat op de daarvoor bestemde. De vaatwasser kan met de zijkanten of de
achterkant tegen meubels of wanden worden geplaatst.
Als de vaatwasser naast een warmtebron wordt geplaatst moet een warmteïsolerende wand
worden geplaatst om oververhitting en een slechte werking te voorkomen.
Voor de stabilteit moeten de inbouwapparaten voor onderbouw of integratie uitsluitend onder
ononderbroken werkbladen worden geplaatst en aan de ernaast geplaatste meubels worden
vastgeschroefd.
Om de inbouw te vergemakkelijken kunnen de toevoer- en afvoerslangen in alle richtingen worden
gedraaid; zorg ervoor dat ze niet worden geknikt of afgeklemd en dat ze niet te strak gespannen
komen te staan. Voor de passage van de buizen en de voedingskabel is een gat nodig van
minimaal Ø 8 cm.
Zet het apparaat waterpas op de grond met behulp van de regelbare voetjes. Dit is vereist voor de
correcte werking van de vaatwasser.
Aleen voor de vrijstaande modellen:
vanaf een zijkant toegankelijk is, moet u, om veiligheidsredenen, de kant van het deurscharnier
bekleden (gevaar voor verwondingen).
De bekledingen zijn beschikbaar als accessoire bij de gespecialiseerde wederverkopers of de
Technische Servicedienst.
Sommige modellen hebben een centrale regelbare voet achter die met behulp van een schroef
onderaan de voorkant van het apparaat kan worden afgesteld.
wanneer het apparaat niet in een nis is geplaatst en dus
2.1 Aansluiting op de waterleiding
Voorkom het risico van verstoppingen of beschadigingen:
langdurig ongebruikt gebleven, moet u, voordat u de aansluiting op de waterleiding uitvoert,
controleren of het water helder is en zonder vervuiling om schade aan het apparaat te voorkomen.
Gebruik voor de aansluiting van de vaatwasser op de waterleiding, uitsluitend nieuwe
slangen; gebruik nooit oude of reeds gebruikte slangen.
AANSLUITING OP DE WATERKRAAN
Sluit de toevoerslang, na plaatsing van het bij de vaatwasser geleverde filter A, aan op een
koudwaterkraan met een schroefdraad van ¾" gas.
draai hem nog circa een kwartslag na met een tang. Bij de met ACQUASTOP uitgeruste
modellen is het filter al in de ring met schroefdraad aangebracht.
Draai de slang met de hand stevig vast en
als de waterleiding nieuw is of
70
Page 19
Instructies Voor de Installateur
De vaatwasser kan worden gevuld met water van
de wastijd met circa 20 minuten worden teruggebracht, hoewel de efficiëntie iets minder zal zijn.
De aansluiting moet worden uitgevoerd op de warmwaterleiding van het huis en op dezelfde wijze
als beschreven voor het koude water.
AANSLUITING OP DE AFVOER
Plaats de afvoerslang in een afvoerpijp met een
minimumdiameter van
gootsteen worden gehangen met behulp van de
bijgesloten slanghouder, waarbij er echter voor moet
worden opgelet dat hij niet wordt geknikt of afgeklemd.
Het is belangrijk dat de slang niet kan losraken en
vallen. Om deze reden heeft de slanghouder een gat
waarmee hij met behulp van een touwtje aan de pijp of
kraan kan worden bevestigd.
Het vrije eind moet op een hoogte tussen de 30 en
cm
worden aangebracht en mag nooit onder water
staan.
Horizontaal geplaatste verlengstukken mogen
maximaal 3 m lang zijn en in dat geval moet de
afvoerslang maximaal
aangebracht.
4 cm;
85 cm
de slang kan ook in de
van de grond af worden
maximaal 60°C.
100
Bij gebruik van warm water zal
2.2 Elektrische aansluiting
Steek de steker in een passend stopcontact en in overeenstemming met de instructies van hfst. "1.
Aanwijzingen voor veiligheid en gebruik".
71
Page 20
Instructies Voor de Gebruiker
3. Gebruiksinstructies
Na de vaatwasser op correcte wijze te hebben geïnstalleerd zijn de volgende handelingen
noodzakelijk om hem te kunnen gebruiken:
•
Regeling van de ontharder;
•
Vullen met het regeneratiezout;
•
Vullen met glansspoelmiddel en afwasmiddel.
3.1 Gebruik van de waterontharder
De hoeveelheid kalk in het water (hardheidsgraad van het
water) is verantwoordelijk voor de witte vlekken op de
opgedroogde vaat, die, na verloop van tijd mat zullen worden.
De vaatwasser is uitgerust met een automatische ontharder
die met gebruikmaking van hiervoor specifiek bestemd
regeneratiezout, de hardheids-elementen uit het water
onttrekt.
De vaatwasser is in de fabriek afgesteld op een
hardheidsgraad van 3 (gemiddelde hardheid
24-31°dH
).
41-60°dF
–
ZOUT
Bij gebruik van gemiddeld hard water zal het zout na ongeveer
bijgevuld. Het reservoir van de ontharder heeft een capaciteit van ongeveer
Sommige modellen zijn uitgerust met een venster voor het ontbreken van het zout. In deze
modellen bevat de dop van het zoutreservoir een groene drijver die bij het verminderen van de
zoutconcentratie in het water zal gaan zakken. Wanneer de groene drijver niet meer zichtbaar is
door de doorzichtige dop moet het regeneratiezout worden bijgevuld. Het reservoir bevindt zich
onderin de vaatwasser. Na de onderste korf te hebben verwijderd moet u de dop van het reservoir
linksom losdraaien en het zout met behulp van de met de vaatwasser geleverde trechter
toevoegen. Alvorens de dop weer vast te draaien moet u eventuele zoutresten bij de opening
verwijderen.
•
Bij de eerste inwerkingstelling van de vaatwasser dient u, afgezien van het zout, tevens
liter water
•
Controleer altijd na het vullen van het reservoir of de
van water en afwasmiddel mag het reservoir niet binnendringen daar dit werking van het
regeneratiesysteem zal beïnvloeden. In dat geval is de garantie niet meer geldig.
•
Gebruik
gebruik van zouttabletten,
•Gebruik geen keukenzout
het onthardingssysteem kunnen beschadigen.
in het reservoir te gieten.
uitsluitend
regeneratiezout voor vaatwassers voor huishoudelijk gebruik. Vul, bij
het reservoir niet volledig af
, omdat dit niet-oplosbare substanties bevat die na verloop van tijd
dop goed is afgesloten
20 wasbeurten
.
moeten worden
1,5 Kg
grof zout.
. Het mengsel
een
72
•
Vul, indien noodzakelijk, het zout bij
overtollige zoutoplossing onmiddellijk door het water worden verwijderd; een langdurige
aanwezigheid van zout water in de waskuip kan tot
Let ervoor op dat u het zout niet met het afwasmiddel verwisselt:
afwasmiddel in het zoutreservoir zal de ontharder
vóór u het wasprogramma start
corrosievorming
beschadigen
.
leiden.
; op deze wijze zal de
de aanwezigheid van
Page 21
Instructies Voor de Gebruiker
3.2 Gebruik van de doseerbakjes voor het glansspoelmiddel en het
afwasmiddel
De doseerbakjes voor het afwasmiddel en het glansspoelmiddel
bevinden zich aan de binnenkant van de deur: links dat van het
afwasmiddel
en rechts dat van het
glansspoelmiddel.
Uitgezonderd het
geschikte dosis afwasmiddel worden gevuld. Het glansspoelmiddel hoeft alleen maar worden
bijgevuld indien nodig.
TOEVOEGING VAN HET GLANSSPOELMIDDEL
Het glansspoelmiddel zal het opdrogen van de vaat versnellen en de vorming van vlekken en
kalkafzettingen voorkomen; het wordt automatisch tijdens de laatste spoelbeurt aan het water
toegevoegd vanuit het doseerbakje aan de binnenkant van de deur.
Om het glansspoelmiddel toe te voegen:
•
Open de deur.
•
Draai de dop van het reservoir ¼ slag linksom en verwijder hem.
•
Vul het glansspoelmiddel bij tot het bakje vol is (circa 140 c.c.). Het venstertje naast de dop
moet helemaal donker worden. Vul weer glansspoelmiddel bij als het venster lichter wordt of
het controlelampje voor het ontbreken van het glansspoelmiddel gaat branden.
•
Plaats de dop weer terug en draai hem rechtsom.
•
Veeg het gemorste glansspoelmiddel met een doek af omdat dit tot schuimvorming kan leiden.
WEEK
programma, moet het
afwasmiddelbakje
vóór iedere wasbeurt met een
REGELING VAN DE DOSERING VAN HET GLANSSPOELMIDDEL
De vaatwasser wordt in de fabriek op een gemiddelde waarde afgesteld. De dosering kan echter
worden geregeld met behulp van de regelknop op de doseerder, de dosis zal proportioneel zijn
aan de stand van de regelknop.
•
Voor de regeling van de dosering moet de dop van het reservoir ¼ slag linksom worden
gedraaid en verwijderd.
•
Draai vervolgens met een schroevendraaier de regelaar van de dosering in de gewenste
stand.
•
Plaats de dop weer terug en draai hem rechtsom vast.
•
De hoeveelheid glansspoelmiddel moet worden
ronde vlekken vertoont.
•
Als de vaat daarentegen plakkerig aanvoelt of witte strepen vertoont moet de hoeveelheid
glansspoelmiddel worden
verminderd.
verhoogd
als de gewassen vaat mat is of
73
Page 22
Instructies Voor de Gebruiker
VULLEN MET AFWASMIDDEL
Om het deksel van het bakje te openen moet u drukknop P een weinig indrukken. Voeg het
afwasmiddel toe en sluit het deksel zorgvuldig af.
Tijdens het wassen zal het bakje automatisch worden geopend.
•
Als het
extra hoeveelheid in de bakjes G of H worden gedaan.
•
Gebruik
afwasmiddelen van goede kwaliteit is van groot belang voor optimale wasresultaten.
•
Bewaar het afwasmiddel in een gesloten verpakking op een droge plek om de vorming van
klonten die de wasresultaten nadelig zullen beïnvloeden, te voorkomen. Eenmaal geopend
zullen de afwasmiddelen niet al te lang bewaard kunnen blijven omdat het afwasmiddel aan
efficiëntie zal inboeten.
•
Gebruik geen afwasmiddel voor de handafwas omdat de hoge schuimproductie ervan de
werking van de vaatwasser nadelig kan beïnvloeden.
•
Zorg voor een goede dosering van het afwasmiddel. Te weinig afwasmiddel zal leiden tot een
onvolledige verwijdering van het vuil, terwijl een teveel ervan de efficiëntie niet zal verhogen,
maar slechts verspilling is.
•
Er zijn vloeibare en afwasmiddelen in poedervorm in de handel, die onderling verschillen voor
wat betreft hun chemische samenstelling en die
geval zijn vervangen door
- Fosfaathoudende
-Deenzymen
Voor het behoud van het milieu bevelen wij het gebruik aan van afwasmiddelen
fosfaten of chloor.
•
Op de markt vinden we ook afwasmiddelen in de vorm van tabletten, waarvan wordt verklaard
dat ze het gebruik van zouten of glansmiddel overbodig maken. In bepaalde gevallen kunnen
dergelijke afwasmiddelen niet doeltreffend blijken, vooral indien gebruikt met korte cycli en/of
lage wastemperaturen. Bij problemen met de prestaties (bijv. een witte patina op de kuip of de
vaat, slechte resultaten bij het drogen, resten op de vaat na het wassen) raden wij aan om
weer terug te vallen op de traditionele producten (zout in korrels, wasmiddel in poedervorm,
vloeibaar glansmiddel). Wij wijzen er echter op dat bij het terugkeren naar het gebruik van het
traditionele zout een paar cycli nodig zullen zijn voordat de installatie weer volledig efficiënt zal
werken; u kunt dus nog sporen van de witte patina op de kuip en de vaat vinden. Mocht het
probleem zich herhalen, waarschuw dan de Technische Dienst van de Klantenservice.
•
Wanneer u een afwasmiddel in de vorm van tabletten gebruikt (wij raden het gebruik aan van
drie afzonderlijke producten: afwasmiddel, zout en glansmiddel) moet u de tabletten in de
bestekcontainer leggen. Het doseerbakje is ontworpen voor het gebruik van vloeibaar
afwasmiddel of in poedervorm. Tijdens de wascyclus gaat het deurtje niet volledig open en een
tabletje wordt daarom niet in zijn geheel afgegeven (gesmolten); dit zou kunnen leiden tot:
-
-
SUPER
temperaturen van
55°C)
tot
temperaturen dezelfde wasresultaten worden bereikt die anders pas bij programma's van
65°C
mogelijk zouden zijn.
een onvoldoende hoeveelheid tijdens de cyclus afgegeven afwasmiddel, met slechte
wasresultaten;
het samenpersen van het afwasmiddel in het doseerbakje en de afgifte ervan tijdens het
spoelen op het eind.
programma wordt geselecteerd, moet naast de gewone dosis afwasmiddel een
uitsluitend
bevattende afwasmiddelen zijn ook al bij lagere temperaturen actief (
en zijn biologisch beter afbreekbaar. Met dit type afwasmiddel kunnen bij lagere
specifieke afwasmiddelen voor vaatwassers. Het gebruik van
fosfaten
natuurlijke enzymen
afwasmiddelen zijn voornamelijk actief tegen vetten en amide bij
meer dan 60°C
.
.
kunnen bevatten of niet, die in dat
vanaf 40
zonder
74
De aanwezigheid van, ook vloeibaar afwasmiddel, in het glansspoelmiddelreservoir zal de
vaatwasser beschadigen.
Page 23
Instructies Voor de Gebruiker
3.3 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen
Vóór de eerste ingebruikneming van de vaatwasser verdient het aanbeveling om eerst de
onderstaande aanbevelingen met betrekking tot de aard van de te wassen vaat en de plaatsing
ervan te lezen.
Over het algemeen bestaan er geen beperkingen voor het wassen van de huishoudelijke vaat,
maar in sommige gevallen moet met hun eigenschappen rekening worden gehouden.
Alvorens de vaat in de korven te plaatsen moet u:
•
de grootste etensresten, zoals bijvoorbeeld botjes, graten enz. die de filter zouden kunnen
verstoppen en de waspomp beschadigen, verwijderen;
•
de pannen of koekenpannen met op de bodem verbrande etensresten laten weken om het vuil
beter te laten loskomen; om ze vervolgens in de ONDERSTE KORF te zetten.
Om niet onnodig water te verspillen moet u de vaat vooraf niet onder stromend water wassen
voordat u hem in de korven laadt.
Een correcte plaatsing van de vaat is een garantie voor goede wasresultaten.
LET OP!
•
Controleer of de couverts goed stevig staan en niet kunnen omvallen en de draaiing van de
sproeiarmen tijdens de werking niet belemmeren;
•
plaats geen hele kleine voorwerpen in de korven die bij het vallen de sproeiarmen of de
waspomp zouden kunnen blokkeren;
•
vaat zoals bijv. kopjes, schotels, glazen, bekers en pannen moeten altijd met de opening naar
beneden en met eventuele holle kanten schuin worden gezet om het weglopen van het water
te bevorderen;
•
de verschillende delen van de vaat niet in elkaar zetten omdat ze elkaar anders zouden
afdekken;
•
plaats glazen niet te dicht op elkaar omdat ze met elkaar in aanraking zouden kunnen komen
en breken. Ook kunnen zich vlekken vormen.
CONTROLEER of de vaat met de vaatwasser kan worden gewassen.
Ongeschikte vaat voor het wassen in een vaatwasser:
•Houten pannen en couverts:
kunnen beschadigd raken als gevolg van de hoge
wastemperaturen;
•handwerkproducten:
zijn slechts zelden geschikt om te worden gewassen in een
vaatwasser. De relatief hoge watertemperaturen en het afwasmiddel kunnen ze beschadigen;
•plastic couverts:
eventueel hittebestendige plastic couverts moeten in de bovenste korf
worden gewassen;
•couverts en voorwerpen van koper, tin, zink en messing:
hebben de neiging om vlekken
te vormen;
•aluminium vaat:
•glas en kristal:
vaat van geanodiseerd aluminium kan verkleuren;
over het algemeen kunnen glazen en kristallen voorwerpen in de vaatwasser
worden gewassen. Er bestaan echter glas- en kristalsoorten die na vele wasbeurten mat
kunnen worden en hun transparantie verliezen; voor dit soort materiaal raden wij altijd aan om
het minst agressieve programma van de programmatabel te kiezen;
•vaat met decoraties:
de in de handel verkrijgbare gedecoreerde voorwerpen zijn over het
algemeen goed tegen het wassen in de vaatwasser bestand ook al is het mogelijk dat de
kleuren na frequente wasbeurten vervagen, Bij twijfel over de bestendigheid van de kleuren
verdient het aanbeveling om ongeveer een maand lang een paar elementen per keer te
wassen.
75
Page 24
Instructies Voor de Gebruiker
3.4 Gebruik van de korven
De vaatwasser heeft een capaciteit van
LADINGEN VOLGENS NORM EN 50242 VOOR CONTROLE-INSTITUTEN
ONDERSTE KORFBOVENSTE KORF
DE ONDERSTE KORF
De onderste korf ontvangt de maximale intensiteit van de werking van de onderste sproeiarm en is
daarom bestemd voor de "moeilijkste" en vuilste vaat.
Alle mogelijke beladingscombinaties zijn toegestaan, op voorwaarde
dat er bij de plaatsing van het servies, de pannen en de
koekenpannen voor wordt gezorgd dat alle vuile oppervlakken
worden blootgesteld aan de van onderen afkomstige waterstralen.
10 couverts
inclusief het opdienservies.
Met vaste supports
Om bij het laden van vaat van grote afmetingen de ruimte in de korf
zo goed mogelijk te benutten zijn sommige modellen uitgerust met
verstelbare bordensupporten.
Met verstelbare supporten
BELADING VAN DE ONDERSTE KORF
Plaats de platte, diepe, dessert- en dienborden zorgvuldig rechtop. De pannen, koekenpannen en
bijbehorende deksels moet ondersteboven worden geplaatst. Zorg er bij het plaatsen van de diepe
en dessertborden altijd voor dat er vrije ruimte tussen blijft.
Laadvoorbeelden:
76
Page 25
Instructies Voor de Gebruiker
BESTEKCONTAINER
Het bestek moet gelijkmatig over de container worden verdeeld, met het handvat naar beneden
gericht waarbij u goed moet opletten dat u zich niet bezeert aan de lemmetten van de messen.
De container is bestemd voor alle soorten bestek, uitgezonderd bestek waarvan de lengte de
bovenste sproeiarm hindert.
Spanen, houten lepels en keukenmessen kunnen in de bovenste korf worden gelegd,
ervoor moet opletten dat de punt van de messen niet buiten de korf uitsteekt.
waarbij u
De bestekkorf is uitgerust met een
flappen
, die meerdere nuttige combinaties mogelijk maken voor een optimale benutting van de
exclusief systeem
van onderling onafhankelijke
verschuifbare
beschikbare ruimte.
Verticale
insteekstukken
Horizontaal
insteekstuk
gesloten
Handeling voor het
er uit trekken van
de insteekstukken
Horizontaal
insteekstuk
geopend
BOVENSTE KORF
Het wordt aangeraden om de bovenste korf te vullen met klein of middelgroot serviesgoed, zoals
bijvoorbeeld glazen, kleine borden, koffie- en theekopjes, platte schotels en lichte, hittebestendige
plastic voorwerpen. Bij gebruik van de bovenste korf in de laagste stand kunnen er ook dienborden
in worden geplaatst, mits slechts licht bevuild.
De bovenste korf beschikt over twee "bestekcontainer" flappen die naar wens kunnen worden
geopend of gesloten. Zie de onderstaande afbeeldingen.
77
Page 26
Instructies Voor de Gebruiker
BELADING VAN DE BOVENSTE KORF
Plaats de vaat met de bovenkant naar voren gericht; kopjes en holle recipiënten moeten altijd met
de opening naar beneden gericht worden geplaatst. Aan de linkerzijde van de korf kunnen op twee
niveaus kopjes en glazen worden geplaatst. In het midden kunnen borden en schoteltjes verticaal
in de speciale houders worden gezet.
Laadvoorbeelden:
REGELING VAN DE BOVENSTE KORF
De bovenste korf kan in
de hoogte van de in de onderste korf geplaatste vaat.
Ga hiervoor als volgt te werk:
•
draai de blokkeringen E van beide geleiders, rechts en links,
•
trek de korf eruit;
•
til de korf op en steek de laagste wielenparen in de geleiders;
•
zet de blokkeringen E weer terug in de beginstand.
twee standen
worden gezet, afhankelijk van de persoonlijke behoeften en
90°
;
78
Page 27
Instructies Voor de Gebruiker
4. Schoonmak en onderhoud
Vóór iedere ingreep moet u de elektrische voeding van het apparaat loskoppelen.
4.1 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen
Vermijd het gebruik van schurende of bijtende schoonmaakmiddelen.
De buitenoppervlakken en de contradeur van de vaatwasser moeten met regelmatige tussenpozen
met een zachte met een normaal schoonmaakmiddel voor geverfde oppervlakken bevochtigde doek
worden schoongemaakt. De pakkingen van de deur moeten met een vochtige spons worden
schoongemaakt. Periodiek (één of twee keer per jaar) verdient het aanbeveling om al het vuil dat zich
op de kuip en de afdichtingen heeft gevormd met een zachte doek en wat water te verwijderen.
SCHOONMAKEN VAN HET WATERTOEVOERFILTER
Het na de kraan geplaatste toevoerfilter voor het water A moet regelmatig worden schoongemaakt.
Sluit de waterkraan, draai het uiteinde van de toevoerslang los, verwijder het filter A en maak hem
voorzichtig onder een straal water schoon. Plaats het filter A weer in diens houder terug en draai
de watertoevoerslang zorgvuldig vast.
SCHOONMAKEN VAN DE SPROEIARMEN
De sproeiarmen kunnen gemakkelijk worden verwijderd om de
mondstukken periodiek te reinigen en mogelijke verstoppingen te
voorkomen. Was ze onder een straal water en plaats ze weer
zorgvuldig in hun houders terug
draaibeweging op geen enkele wijze wijze wordt belemmerd
Om de
worden losgedraaid.
SCHOONMAKEN VAN DE TRANSLATIESPROEIARM
Om de TRANSLATIESPROEIARM te verwijderen moet u hem beetpakken en naar boven trekken,
om zowel de sproeiarm als het buisstuk van de kuip los te maken en vervolgens de sproeier van het
buisstuk te verwijderen. Was zowel het buisstuk als de sproeiarm onder stromend water. Bevestig de
sproeiarm weer op het buisstuk en monteer het geheel weer terug op zijn plek op de kuip.
Na voltooiing van de montage moet u controleren of de arm vrij kan draaien (draai hem met de
hand een paar keer rond) en of het buisstuk ongehinderd heen en weer kan bewegen.
Wanneer dit niet het geval is moet u controleren of ze correct zijn gemonteerd.
bovenste
sproeiarm te verwijderen moet de stelring
en controleer of hun
.
R
79
Page 28
Instructies Voor de Gebruiker
SCHOONMAKEN VAN DE FILTERGROEP
•
Het verdient aanbeveling om regelmatig het centrale filter H te controleren en, indien
noodzakelijk, schoon te maken. Om het filter te verwijderen moet u de handgreep beetpakken,
linksom draaien en naar boven trekken.
•
Druk van onderen tegen het centrale filter H om hem uit het microfilter te verwijderen.
•
Scheid de twee delen waaruit het plastic filter bestaat door op de door de pijl aangegeven
plaats tegen het lichaam van het filter te drukken.
•
Verwijder het centrale filter door hem naar boven te trekken.
WAARSCHUWINGEN EN AANBEVELINGEN VOOR EEN GOED ONDERHOUD:
•
De filters moeten met een harde borstel
•
Het is absoluut noodzakelijk dat de
onder een waterstraal
worden schoongemaakt.
filters zorgvuldig worden schoongemaakt
overeenkomstig de bovenstaande aanwijzingen: de vaatwasser kan niet functioneren als de
filters verstopt zijn.
•Plaats de filters weer zorgvuldig terug
in hun houders, om schade aan de waspomp te
voorkomen.
ALS DE VAATWASSER LANGDURIG BUITEN GEBRUIK BLIJFT:
•
Voer twee keer achter elkaar het weekprogramma uit.
•Trek de steker
•
•Vul de doseerder met glansspoelmiddel
•Sluit de waterkraan.
de deur op een kier
Laat
uit het stopcontact.
om te voorkomen dat er zich vieze luchtjes in de waskuip vormen.
.
ALVORENS DE VAATWASSER NA EEN LANGDURIGE PERIODE VAN STILSTAND IN
GEBRUIK TE NEMEN:
•
controleer of er zich geen
bezinksel of roest
in de slangen heeft gevormd, laat in dat geval het
water een paar minuten lang uit de kraan stromen.
•Steek de steker
•Breng de aanvoerslang weer aan en open de kraan.
weer in het stopcontact.
80
Page 29
Instructies Voor de Gebruiker
KLEINE STORINGEN OPLOSSEN
In sommige gevallen is het mogelijk om zelf eventuele kleine storingen met behulp van de
onderstaande instructies te verhelpen.
Controleer, als het programma niet start, of:
•
de vaatwasser op het elekriciteitsnet is aangesloten;
•
de levering van de elektrische stroom niet is onderbroken;
•
de waterkraan is geopend;
•
de deur van de vaatwasser op correcte wijze is gesloten;
Controleer, als er water in de vaatwasser achterblijft, of:
•
er geen knik in de afvoerslang zit;
•
de sifon van de afvoer niet verstopt is;
•
de filters van de vaatwasser niet verstopt zijn.
Controleer, als de vaat niet schoon wordt, of:
•
er (voldoende) afwasmiddel is ingevoerd;
•
er regeneratiezout in het speciale reservoir zit;
•
de vaat op de juiste wijze is geplaatst;
•
het geselecteerde programma geschikt was voor het type en de aard van vervuiling van de
vaat;
•
alle filters schoon zijn en op de juiste wijze in hun houders zijn geplaatst;
•
de wateropeningen van de sproeiarmen niet verstopt zijn;
•
de draaiing van de sproeiarmen niet ergens door werd belemmerd.
Controleer, als de vaat niet droog wordt of mat blijft, of:
•
er glansspoelmiddel in het daarvoor bestemde reservoir zit;
•
de dosering ervan goed is ingesteld;
•
de kwaliteit van het gebruikte afwasmiddel goed is en de eigenschappen er niet van verloren
zijn gegaan (bijv. als gevolg van een onjuiste opslag, met geopende verpakking).
Controleer, als de vaat strepen, vlekken … vertoont, of:
•
de regeling van het glansspoelmiddel niet overmatig is.
Als er roestsporen zichtbaar zijn in de kuip:
•
de kuip is van roestvrij staal en eventuele roestsporen moeten daarom van buitenaf afkomstig
zijn (stukjes roest afkomstig van de waterleiding, pannen, bestek enz.). In de handel kunt u
speciale producten vinden om deze vlekken te verwijderen;
•
controleer of u de juiste hoeveelheid afwasmiddel gebruikt. Sommige afwasmiddelen kunnen
agressiever zijn dan andere;
•
controleer of u de dop van het zoutreservoir goed heeft afgesloten en de waterontharder goed
is ingesteld.
Als, nadat u de bovenstaande aanwijzingen heeft opgevolgd, de storingen zich mochten blijven
voordoen, zult u de dichtstbijzijnde technische dienst moeten raadplegen.
LET OP: de door niet bevoegd personeel op het apparaat uitgevoerde werkzaamheden
vallen niet onder de garantie en zijn voor rekening van de gebruiker.
81
Page 30
Instructies Voor de Gebruiker
TECHNISCHE GEGEVENS
Breedte
Diepte, gemeten vanaf de buitenzijde van het
bedieningspaneel
Hoogte
Capaciteit
Druk van het toevoerwater
Elektrische gegevens
447 ÷ 449 mm
Vrijstaand: 600 mm
Geïntegreerd: 590 mm - Volledig weggewerkt: 570 mm
Vrijstaand van 850 mm tot 870 mm
Geïntegreerd en Volledig weggewerkt: van 820 mm tot 870 mm
10 Standaardcouverts
Min. 50 – max. 900 Kpa (min. 0.5 – max. 9 bar)
Zie het typeplaatje