Smeg CVI318X User Manual [nl]

Inhoudsopgave
1 Waarschuwingen 84
1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen 84
1.2 Aansprakelijkheid van de constructeur 85
1.3 Beoogd gebruik 85
1.4 Verwerking 85
1.5 Typeplaatje 86
1.6 Deze gebruiksaanwijzing 86
2 Beschrijving 87
2.1 Algemene beschrijving 87
2.2 Definitie van de delen 87
2.3 Bedieningspaneel 88
3 Gebruik 89
3.1 Waarschuwingen 89
3.2 Voorbereiding 89
3.3 Eerste gebruik 89
3.5 Gebruik van de wijnkoelkast 92
3.6 Advies voor de bewaring 94
4 Reiniging en onderhoud 97
4.1 Waarschuwingen 97
4.2 Reiniging van het apparaat 97
4.3 Oplossingen voor problemen… 99
5 Installatie 100
5.1 Elektrische aansluiting 100
5.2 Plaatsing 100
NL
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
83
Waarschuwingen
1 Waarschuwingen
1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen
Persoonlijk letsel
• Houd kinderen jonger dan 8 jaar die
niet onder toezicht staan verwijderd van het apparaat.
• Laat kinderen niet spelen met het
apparaat.
• Probeer geen vlammen/brand te
doven met water: schakel het apparaat uit en bedek de vlam met een deksel of een brandwerende deken.
• Werkzaamheden voor schoonmaak
en onderhoud van het apparaat mogen niet worden uitgevoerd door kinderen die niet onder toezicht staan.
• Laat de installatie en technische
interventies uitvoeren door gekwalificeerd personeel overeenkomstig de geldende normen.
• Voer geen wijzigingen uit op het
apparaat.
• Plaats geen metalen en puntige
voorwerpen (bestek of gereedschappen) in de spleten van het apparaat.
• Probeer nooit om zelf het apparaat te
repareren, zonder tussenkomst van een gekwalificeerde technicus.
• Als de stroomkabel beschadigd is,
moet men onmiddellijk contact opnemen met de technische dienst die voor de vervanging van de kabel zal zorgen.
Beschadiging van het apparaat
• Leg tijdens het gebruik geen scherpe metalen voorwerpen op het apparaat, zoals messen, vorken, lepels en deksels.
• Gebruik geen schurende of bijtende middelen op de glazen onderdelen (bijv. poeders, ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Ga niet op het apparaat zitten.
• Gebruik geen stoomstraal om het apparaat te reinigen.
• Zorg er voor dat de openingen en de spleten voor de ventilatie en de warmte-afvoer niet verstopt raken.
• Gebruik geen elektrische apparaten in de compartimenten voor de conservering van levensmiddelen als deze niet door de fabrikant zijn aanbevolen.
• Gebruik het apparaat in geen enkel geval om de ruimte af te koelen.
• Koppel het apparaat steeds los van het elektriciteitsnet in geval van defecten, het onderhoud of tijdens de reiniging.
Voor dit apparaat
• Ga niet steunen of zitten op de geopende deur van het apparaat.
• Controleer of er geen voorwerpen in de deur vastzitten.
84
Waarschuwingen
1.2 Aansprakelijkheid van de constructeur
De constructeur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan personen en voorwerpen tengevolge:
• ander gebruik van het apparaat dan
hetgeen dat wordt voorzien;
• het niet in acht nemen van de
voorschriften van de gebruiksaanwijzing;
• het forceren van ook slechts één deel
van het apparaat;
• gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
1.3 Beoogd gebruik
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
het bewaren van wijn in een huishoudelijke omgeving. Elk ander gebruik is oneigenlijk.
• Gebruik van dit apparaat door kinderen
vanaf 8 jaar, personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten of met een gebrek aan ervaring of kennis is alleen toegestaan onder toezicht en begeleiding van volwassenen die verantwoordelijk zijn voor hun veiligheid.
• Dit apparaat mag niet worden gebruikt
door personen (kinderen inbegrepen) met verminderde fysische of psychische vermogens, of door personen die geen ervaring hebben bij het gebruik van elektrische apparatuur, tenzij dit gebeurt onder toezicht of instructie van volwassenen die voor hun veiligheid instaan.
• Zorg ervoor dat kinderen niet met het
apparaat spelen.
• Het apparaat is niet ontworpen om te
functioneren met externe timers of systemen voor afstandsbediening.
1.4 Verwerking
Het apparaat moet op het einde van zijn gebruiksduur afzonderlijk
ingezameld worden (richtlijnen 2002/95/EG, 2002/96/EG, 2003/ 108/EG). Het product bevat geen delen die als gevaarlijk voor de gezondheid en het milieu worden beschouwd, conform de actuele Europese Richtlijnen.
Verwerking van het apparaat:
• Verwijder de elektrische kabel en de
stekker.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Schakel de stroomtoevoer uit.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• De gebruiker moet de apparatuur dus
op het einde van de gebruiksduur toekennen aan geschikte centra voor gescheiden inzameling van elektrisch en elektronisch afval, of overhandigen aan de verkoper wanneer een nieuw gelijkaardig apparaat wordt gekocht.
NL
85
Waarschuwingen
Het apparaat zit verpakt in milieuvriendelijke en recyclebaar materialen.
• Breng het verpakkingsmateriaal naar de betreffende centra voor afvalverwerking.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
• Laat de verpakking, of delen ervan, niet onbewaakt achter.
• Laat kinderen niet spelen met de plastic zakken van de verpakking.
1.5 Typeplaatje
Het typeplaatje bevat de technische gegevens, het serienummer en de markering. Het plaatje mag in geen geval worden verwijderd.
1.6 Deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is een integrerend deel van het apparaat en moet gedurende de volledige bedrijfsduur intact en op een makkelijk bereikbare plaats worden bewaard.
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig vóór installatie.
1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de volgende begrippen voor:
Waarschuwingen
Algemene waarschuwingen in verband met de gebruiksaanwijzing, veiligheid en verwerking van afgedankte producten.
Beschrijving
Beschrijving van het apparaat en de accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het apparaat en de accessoires.
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte schoonmaak en onderhoud van het apparaat.
Installatie
Informatie voor gekwalificeerde technici: installatie, inbedrijfstelling en keuring.
86
Veiligheidswaarschuwingen
Informatie
Suggestie
1. Volgorde van de gebruiksaanwijzingen.
• Enkele gebruiksaanwijzing.
2 Beschrijving
2.1 Algemene beschrijving
Beschrijving
NL
1 Binnenverlichting 2 Ventilator (niet zichtbaar) 3 Actief koolstoffilter 4 Deur
2.2 Definitie van de delen
Binnenverlichting
De binnenverlichting van het apparaat wordt ingeschakeld zodat de deur geopend wordt (maximaal niveau) of
wanneer op de licht-toets op het bedieningspaneel gedrukt wordt (medium
niveau).
Actief koolstoffilter
Kan gebruikt worden voor het bewaren van wijn door een optimale luchtkwaliteit te waarborgen.
5 Deur 6 Magneet 7 Bedieningspaneel
Uitneembaar niveau
Ventilator (niet zichtbaar)
Voor de verdeling van de ingestelde temperatuur en de vermindering van het condens op de steunvlakken.
Het stroomverbruik neemt toe wanneer de ventilator is ingeschakeld.
87
Beschrijving
Deur
Voorzien van pakking en magneet, garandeert een perfecte isolatie van de inwendige ruimte van de wijnkoelkast.
Uitneembare niveaus
De uitneembare niveaus kunnen gebruikt worden om zonder problemen wijnflessen uit het apparaat te halen.
2.3 Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel kan gebruikt worden om met het apparaat te communiceren. Druk op de symbooltoetsen voor toegang tot de beschikbare functies.
Toets ON/OFF
Hiermee kan het apparaat worden in- of uitgeschakeld.
Toets licht
Met deze toets kan de binnenverlichting van de wijnkoelkast in- of uitgeschakeld worden. De verlichting gaat na maximaal 15 minuten uit.
Toets ventilator
Met deze toets kan de ventilator in de wijnkoelkast in- of uitgeschakeld worden.
Toets lager
Met deze toets kan de temperatuur in de wijnkoelkast worden verlaagd.
Display
Het display toont de temperatuur in de wijnkoelkast.
Toets hoger
Met deze toets kan de temperatuur in de wijnkoelkast worden verhoogd.
Toets alarm
Met deze toets kan het geluidssignaal bij een alarm worden uitgeschakeld.
Toets toetsblokkering
Met deze toets kunnen de toetsen van het bedieningspaneel worden uitgeschakeld.
88
Gebruik
3 Gebruik
3.1 Waarschuwingen
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van het apparaat
• Ga niet steunen of zitten op de deur van het apparaat.
• Bewaar geen ontvlambare, explosieve of verdampende stoffen.
• Organische en zure stoffen, en etherische oliën, kunnen de plastic delen en de pakkingen aantasten in geval van langdurige aanraking.
• Flessen die een hoog percentage alcohol bevatten, moeten goed gesloten zijn.
3.2 Voorbereiding
1. Verwijder eventueel aanwezige beschermende folie aan de binnen- en buitenzijde van het apparaat en de accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (behalve de plaat met technische gegevens) van de accessoires en de leggers.
3. Verwijder en was alle accessoires van het apparaat (zie 4 Reiniging en onderhoud).
3.3 Eerste gebruik
Inschakeling van het apparaat:
1. steek de stekker in het stopcontact;
2. druk op de toets ON/OFF op het bedieningspaneel;
3. selecteer de gewenste temperatuur in de cel (van 5°C tot 20°C) door op de
toetsen hoger of lager te
drukken.
Bij elke druk op de toetsen hoger
of lager varieert de
temperatuur met 1°C.
De ingestelde temperatuur knippert circa 5 seconden lang op het display en wordt vervolgens niet-knipperend weergegeven.
Uitschakeling van het apparaat:
• houd de toets ON/OFF op het bedieningspaneel een enkele seconde
lang ingedrukt.
NL
89
Gebruik
3.4 Gebruik van het bedieningspaneel
Binnenverlichting
De binnenverlichting bestaat uit een led-balk die bovenaan in de wijnkoelkast is aangebracht.
Inschakeling van de binnenverlichting:
• druk op de toets licht . Het symbool in de toets licht gaat knipperen.
Uitschakeling van de binnenverlichting:
• druk nogmaals op de toets licht .
De handbediende binnenverlichting gaat na maximaal 15 minuten uit.
• De binnenverlichting wordt ook ingeschakeld als de deur geopend wordt.
Ventilatie
De ventilator in de wijnkoelkast waarborgt een constante en altijd geregelde temperatuur. Het zorgt voor een klimaat dat voor de bewaring van wijn ideaal is.
Om te voorkomen dat de kurken in langdurig bewaarde flessen uitdrogen, raden we aan om de ventilator met de hand in te schakelen zodat het vochtniveau in de wijnkoelkast wordt verhoogd.
Handbediende activering van de ventilator:
90
Bij het openen van de deur wordt de binnenverlichting op een hoger niveau ingeschakeld dan bij de activering met een druk op de
toets licht het geval is.
• druk op de toets ventilator . Het symbool in de toets ventilator gaat
branden.
Handbediende deactivering van de ventilator:
• druk nogmaals op de toets ventilator
.
Bij het openen van de deur wordt de ventilator gedeactiveerd. Zodra de deur gesloten is, wordt de ventilator weer geactiveerd.
Gebruik
Alarmen
De alarmen grijpen in om de wijn te beschermen tegen temperaturen die de kwaliteit ervan kunnen aantasten.
Elk alarm gaat gepaard met een bericht dat op het display knippert, de inschakeling van
de toets alarm en een geluidssignaal.
Het display blijft knipperen tot de alarmstatus is beëindigd.
Deactivering van het geluidssignaal:
• druk op de toets alarm .
Alarmtypen
Op het display wordt het bericht weergegeven: de deur staat meer dan 60
seconden lang open.
• Sluit de deur.
Als de deur 60 seconden nadat het geluidssignaal is uitgeschakeld nog altijd open staat, zal het alarm zich op dezelfde manier weer inschakelen.
De temperatuur knippert op het display: de
temperatuur in de wijnkoelkast is te hoog of te laag.
• Wacht tot de normale bewaartemperatuur in de wijnkoelkast is hersteld.
Op het display wordt het bericht of
of weergegeven: defect aan het
apparaat.
• Schakel het apparaat uit en neem contact op met de technische assistentie.
Blokkering van de bedieningen
Deze functie voorkomt eventuele ongewenste deactiveringen van het apparaat. Het bedieningspaneel reageert op geen enkele toets als deze functie geactiveerd is.
Activering van de toetsblokkering:
• houd de toets toetsblokkering circa 3 seconden ingedrukt.
Deactivering van de toetsblokkering:
NL
• houd de toets toetsblokkering circa 3 seconden ingedrukt.
91
Gebruik
Demo stand (uitsluitend voor exposanten)
Zorgt ervoor dat het apparaat de ventilator en de compressor kan deactiveren, terwijl op hetzelfde moment het bedieningspaneel geactiveerd blijft.
Activering van de demo-stand:
1. houd de toetsen ventilator en alarm
circa 5 seconden lang tegelijkertijd ingedrukt. Op het display wordt het bericht weergegeven;
2. druk op de toets ventilator . Op het
display wordt het bericht weergegeven.
Deactivering van de demo-stand:
1. houd de toetsen ventilator en alarm
3.5 Gebruik van de wijnkoelkast
Rangschikking van de flessen
(max. 18 flessen)
Op elk niveau kunnen maximaal 6 Bordeauxflessen met een inhoud van 0,75 l worden opgeborgen.
circa 5 seconden lang tegelijkertijd ingedrukt. Op het display wordt het bericht weergegeven;
2. druk op de toets ventilator . Op het
display wordt het bericht weergegeven.
Op het display wordt elke 2 minuten 2 seconden lang het
bericht weergegeven als de demo-stand geactiveerd is.
92
Hogere flessen (Champagneflessen) kunnen overdwars op de niveaus worden opgeborgen. In dit geval biedt elk niveau ruimte voor 4 flessen.
Gebruik
Ook op de bodem van de wijnkoelkast kunnen maximaal 6 flessen met een inhoud van 0.75 l worden opgeborgen.
Incorrect gebruik
Gevaar voor persoonlijk letsel of materiële schade
• Berg flessen niet overdwars op de bodem van de wijnkoelkast op. Bij het openen van de deur kunnen de flessen vallen.
Actief koolstoffilter
Voor een optimale luchtkwaliteit in de wijnkoelkast dient het actieve koolstoffilters minstens eenmaal per jaar te worden vervangen.
Vervanging van het actieve koolstoffilter:
1. draai de filterdop 90° naar rechts of naar links;
NL
2. verwijder de filterdop uit zijn zitting;
3. vervang het actieve koolstoffilter door een nieuw exemplaar;
4. Hermonteer de filterdop volgens de aanwijzingen van de punten 1 en 2.
Het vervangende filter kan bij bevoegde servicecentra worden aangevraagd.
93
Gebruik
Lawaai tijdens de werking
De afkoeling van de wijnkoelkast vindt plaats door middel van een compressiesysteem. De compressor treedt in werking om de geselecteerde temperatuur in de ruimte te handhaven en kan, afhankelijk van de noodzakelijke afkoeling, continu werken. Wanneer de compressor in werking wordt gesteld, zoemt het. De intensiteit van dit gezoem zal na een enkele minuut afnemen.
Ander geluid dat normaal is tijdens de werking van het toestel, is het geklater van koelmiddel dat in de leidingen van het circuit stroomt. Dit lawaai is normaal, en duidt niet op een slechte werking van de machine.
Uitschakelen
Indien het apparaat lang niet zal gebruikt worden, wordt aanbevolen om het uit te schakelen.
1. Houd de toets ON/OFF op het bedieningspaneel een enkele seconde
lang ingedrukt tot het apparaat is uitgeschakeld.
2. Haal de stekker uit het stopcontact.
3. Haal de wijnkoelkast leeg.
4. Neem eventueel resterende vochtigheid op met behulp van een zachte doek.
5. Laat de deur op een kier staan om te vermijden dat door vocht en stilstaande lucht nare geuren ontstaan.
3.6 Advies voor de bewaring
Bewaartemperatuur
Om op passende wijze de organoleptische kwaliteiten van wijn te kunnen appreciëren, moet wijn bij een specifieke temperatuur worden bewaard en genuttigd. Voor de verschillende wijnsoorten worden de volgende temperaturen aanbevolen.
Wijnsoort Temperatuur
Jonge witte wijnen 10°C - 12°C
Rijpe witte wijnen 12°C - 14°C
Jonge en lichte rosé’s 10°C - 12°C
Rijpe en volle rosé’s 12°C - 14°C
Rode primeurwijnen 10°C - 14°C
Jonge rode wijnen, licht, met weinig tannine Rijpe en volle rode wijnen, rijk aan tannine Lang gerijpte en geraffineerde rode wijnen Zoete en aromatische mousserende wijnen Rode, zoete, aromatische mousserende wijnen Mousserende wijnen “Charmatproces” Mousserende wijnen “Lang Charmatproces” Mousserende wijnen “méthode traditionelle zonder jaarvermelding” Mousserende wijnen “méthode traditionelle met wijn uit één jaar”
Passito- en zoete wijnen 10°C - 18°C
Versterkte of likeurwijnen 10°C - 18°C
14°C - 16°C
16°C - 18°C
16°C - 18°C
8°C
10°C - 12°C
8°C - 10°C
10°C - 12°C
8°C - 10°C
10°C - 12°C
94
Gebruik
Witte wijnen
Witte wijn heeft over het algemeen een hogere zuurgraad dan rode wijn en bevat minder tannine. Om er de karakteristieken beter van te kunnen waarderen, moet een zure drank over het algemeen bij een iets lagere temperatuur worden bewaard dan andere dranken en om deze reden worden deze wijnen bij een temperatuur tussen de 10°C e 14°C bewaard.
Frisse en aromatische jonge witte wijnen kunnen ook op een temperatuur van 10°C worden geserveerd en de iets minder aromatische soorten op 12°C. Zachte en rijpe witte wijnen, verfijnd na een paar jaar in de fles, verdragen hogere temperaturen beter en kunnen worden geserveerd op een temperatuur van 12°C t/m 14°C.
Wanneer u een witte wijn op een hogere temperatuur serveert zult u er de “zoete” karakteristieken van benadrukken, ten koste van de typische gezochte en plezierige zuurheid en de levendige en volle smaak van dit soort wijn.
Rode wijnen
De juiste temperatuur om rode wijn mee te serveren hangt af van tal van factoren, maar vanwege hun “tannische” aard en hun lagere zuurgraad ten opzichte van de witte wijnen, worden ze gewoonlijk warmer geserveerd. Jonge, weinig tannische rode wijnen worden gewoonlijk geserveerd tussen de 14°C en 16°C, met sommige vollere soorten op 16°C en in uitzonderlijke gevallen zelfs 18°C.
Jonge tannische en weinig gestructureerde rode wijnen, kunnen ook op een temperatuur van tussen de 12°C en 14°C worden geserveerd zonder “stroef” te blijken en toch plezierig te blijven. Deze regel geldt voor de “primeurwijnen” die, dankzij de speciale vinificatietechniek weinig tannine bevatten en koeler kunnen worden geserveerd dan andere rode wijnen en toch aantrekkelijk zijn.
NL
Rosé’s
Voor het serveren van rosé’s gelden over het algemeen dezelfde regels als voor witte wijnen. U moet echter rekening houden met het eventuele tanninegehalte van deze wijnen en ze dus op een hogere temperatuur serveren om ze niet al te “stroef” te maken. Jonge en frisse rosé’s moeten, afhankelijk van het tanninegehalte, worden geserveerd op een temperatuur tussen de 10°C en 12°C. Stevigere en vollere, verfijndere soorten kunnen echter bij een temperatuur tussen de 12°C en 14°C worden geserveerd.
95
Gebruik
Mousserende wijnen
Gezien het aanzienlijke aantal soorten mousserende wijnen heeft een algemeen geldende regel voor alle wijnen weinig zin. Zoete en aromatische mousserende wijnen moeten worden geserveerd op een temperatuur van 8°C. Dankzij hun aromatische karakter verdragen ze namelijk lage temperaturen.
Rode mousserende wijnen, zoals Brachetto, kunnen worden opgediend op een temperatuur van 10°C tot 12°C. Ook in dit geval verdragen de meer aromatische mousserende wijnen lagere temperaturen, tot aan 8°C, terwijl voor de meer tannische soorten de temperatuur zal moeten worden verhoogd tot wel 14°C.
Droge mousserende wijnen van het “Charmatproces” of “Martinottiproces”, zoals bijvoorbeeld enkele Prosecco's, kunnen worden geserveerd op temperaturen van 8°C tot 10°C.
De mousserende wijnen van de “méthode classique” en de “méthode Champenoise” evenals Champagnes, verdienen een speciale vermelding. Deze mousserende wijnen worden over het algemeen op temperaturen van tussen de 8°C en 10°C geserveerd. Belangrijke wijnen van druiven uit één jaar of langdurig verfijnde wijnen kunnen zelfs op 12°C worden geserveerd om de ontwikkeling van de complexe aroma’s, die zich in de loop der jaren langzaam en moeizaam hebben gevormd, te bevorderen.
Passito- en likeurwijnen
Deze twee soorten wijnen hebben gemeen dat ze beide over het algemeen worden gekenmerkt door een hoog alcoholgehalte en dat ze vaak zoet zijn. Er bestaan echter droge likeurwijnen, zoals bijvoorbeeld Marsala, waarvan het suikergehalte dusdanig is dat het niet wordt geproefd. Voor deze wijnen wordt de serveertemperatuur bepaald door de karakteristiek die u wenst te benadrukken. Indien u er de voorkeur aangeeft om de zoete karakteristieken te benadrukken samen met de complexiteit van het parfum en de strengheid, verdient het de voorkeur dat u hem op een hoge temperatuur serveert, tussen de 14°C en 18°C, waarbij u niet moet vergeten dat in dit geval ook de alcohol meer benadrukt zal worden.
Indien u de frisheid wenst te accentueren of, bij zeer zoete wijnen waar u dit aspect liever wenst te onderdrukken, zult u ze op een lagere temperatuur moeten serveren, tussen de 10°C en 14°C.
Droge, frisse en jonge likeurwijnen kunnen ook op temperaturen worden geserveerd van minder dan 10°C. Op deze wijze zal de waarneming van de alcohol aanzienlijk worden gereduceerd. U moet echter niet vergeten dat hoe lager de temperatuur, des te minder de aroma’s zich zullen ontwikkelen. De typische, plezierige en complexe bouquets van deze wijnen is een interessante karakteristiek die op prijs wordt gesteld: wanneer u ze te koel serveert zult u ook dit belangrijke aspect opofferen.
96
Reiniging en onderhoud
4 Reiniging en onderhoud
4.1 Waarschuwingen
Incorrect gebruik
Beschadiging van de oppervlakken
• Gebruik geen stoomstraal om het apparaat te reinigen.
• Gebruik op de stalen delen of de delen waarvan het oppervlak met metalen afwerkingen werd behandeld (bijv. elektrolytische oxidaties, vernikkeling, verchroming) geen producten die chloor, ammoniak of bleekmiddel bevatten.
• Gebruik geen schurende of bijtende middelen op de glazen onderdelen (bijv. poeders, ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Gebruik geen ruw, schurend of scherp materiaal.
4.2 Reiniging van het apparaat
Een speciale bacteriedodende bescherming in de bovenlaag van de wanden van het apparaat belet de reproductie van bacteriën, en behoudt de reiniging. Het is alleszins belangrijk dat de oppervlakken regelmatig worden gereinigd.
Reiniging van de buitenkant
• Het apparaat moet gereinigd worden met water of met een vloeibaar reinigingsmiddel op alcoholbasis (bijv. reinigingsmiddel voor ruiten...).
• Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen of schuursponsjes zodat de oppervlakken niet worden beschadigd.
Reiniging van de binnenkant
• Reinig de binnenkant van het apparaat met verdund vloeibaar reinigingsmiddel en met lauw water en een beetje azijn.
NL
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Voordat de reiniging wordt uitgevoerd, moet het apparaat uitgeschakeld worden en moet de stekker uit het stopcontact gehaald worden
• Trek nooit aan de kabel om de stekker uit het stopcontact te halen.
Reiniging van de uitneembare niveaus
• Reinig de uitneembare niveaus met een zachte en vochtige doek. Gebruik geen zeep en reinigingsmiddelen en/of sponsjes die de houten en stalen oppervlakken kunnen beschadigen.
97
Reiniging en onderhoud
Demontage van de uitneembare niveaus
Voor een eenvoudigere reiniging kunnen de uitneembare niveaus uit de wijnkoelkast worden verwijderd.
Verwijdering van de uitneembare niveaus
1. open de deur;
2. neem één van de twee niveaus uit;
Hermontage van de uitneembare niveaus
1. Plaats het niveau op de 4 pennen van de uitgeschoven geleider en laat het daarop steunen;
2. duw de geleider in de wijnkoelkast;
3. til het niveau omhoog;
4. herhaal de handeling op het andere niveau.
98
3. herhaal de handeling op het andere niveau;
4. sluit de deur.
Reiniging en onderhoud
4.3 Oplossingen voor problemen…
Het apparaat functioneert niet:
• Controleer dat het apparaat is aangesloten en dat de hoofdschakelaar is ingeschakeld.
De compressor wordt te frequent in werking gesteld, of is ononderbroken in werking:
• De buitentemperatuur is te hoog.
• De deur wordt te vaak of te lang geopend.
• De deur sluit niet hermetisch.
• Er zijn te veel warme flessen.
• Controleer dat het achterste deel van de koelcel voldoende wordt verlucht, en dat de condensator niet excessief vuil is.
In de wijnkoelkast wordt te veel condens gevormd:
• De deur wordt te vaak of te lang geopend.
• In de wijnkoelkast zijn warme flessen opgeborgen.
• De deurpakking is vuil of beschadigd. Reinig of vervang de pakking.
Er wordt water gevormd in de wijnkoelkast:
• De opening en/of de watergoot zijn verstopt.
Onvoldoende koeling van de wijnkoelkast:
• Op het display is een te hoge temperatuur ingesteld.
• De deur wordt te vaak of te lang geopend.
• De deur sluit niet hermetisch.
• De buitentemperatuur is te hoog.
NL
99
Installatie
5 Installatie
5.1 Elektrische aansluiting
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• De aarding moet verplicht aangebracht worden volgens de voorziene veiligheidsnormen van de elektrische installatie.
• Trek nooit aan de kabel om de stekker uit het stopcontact te halen.
Algemene informatie
• Controleer of de kenmerken van het stroomnet overeenstemmen met de gegevens op het typeplaatje. Het typeplaatje met de technische gegevens, het serienummer en de markering is zichtbaar op het apparaat aangebracht. Dit plaatje mag nooit verwijderd worden.
• Controleer of de stekker en het stopcontact van hetzelfde type zijn.
• Gebruik geen verloopstekkers, adapters of aftakkingen, omdat ze oververhitting of brand zouden kunnen veroorzaken.
• De stekker moet bereikbaar blijven na de installatie van het apparaat.
• Voordat het apparaat de eerste maal ingeschakeld wordt, moet het minstens 2 uren in de horizontale positie gelaten worden.
• Indien de stroomkabel moet vervangen worden, mag dit enkel uitgevoerd
worden door een bevoegde technicus van de technische assistentie.
5.2 Plaatsing
Zwaar apparaat
Pletgevaar
• Plaats het apparaat samen met een tweede persoon.
Druk op de open deur.
Gevaar voor beschadiging van het apparaat
• Gebruik de deur niet als hefboom om het apparaat te plaatsen.
• Oefen niet te veel kracht uit op de geopende deur.
• Het apparaat mag niet blootgesteld worden aan zonnestralen.
• Het apparaat mag niet nabij warmtebronnen gepositioneerd worden. Indien dit toch noodzakelijk is, moet een gepast isolatiepaneel voorzien worden.
• Plaats het apparaat niet buiten.
Keuze van de plek
Het apparaat moet op een droge plek geplaatst worden, waar een goede luchtverversing wordt gegarandeerd. Het toestel kan gebruikt worden bij verschillende temperatuurvoorwaarden al naargelang de klimatische klasse van herkomst (die wordt aangeduid op het typeplaatje dat zich in het apparaat bevindt).
100
Installatie
Klasse Omgevingstemperatuur
SN van + 10°C tot + 32°C
N van + 16°C tot + 32°C
ST van + 16°C tot + 38°C
T van + 16°C tot + 43°C
SN-ST van + 10°C tot + 38°C
SN-T van + 10°C tot + 43°C
SN = Subnormaal - N = Normaal
ST = Subtropisch - T = Tropisch
• Positioneer het apparaat op minstens 3 cm afstand van elektrische fornuizen of gasfornuizen, en op minstens 30 cm afstand van verwarmingssystemen of radiatoren.
• Het apparaat mag niet nabij warmtebronnen gepositioneerd worden. Indien dit toch noodzakelijk is, moet een gepast isolatiepaneel voorzien worden.
• Plaats het apparaat op een plek waar voldoende ruimte aanwezig is voor de opening van de deuren, en voor de eventuele verwijdering van de interne leggers en laden.
• Voor een correcte koeling van de condensator de inbouwaanwijzingen naleven.
Afmetingen van het apparaat (mm)
(vooraanzicht)
NL
(zijaanzicht)
101
Installatie
Inbouwruimte (mm)
102
(bovenaanzicht)
De ventilatie-openingen niet afdekken.
Loading...