DEZE INSTRUCTIES ZIJN ALLEEN GELDIG VOOR DE LANDEN VAN BESTEMMING
WAARVAN DE IDENTIFICATIESYMBOLEN OP DE VOORZIJDE VAN DEZE HANDLEIDING
STAAN.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: zijn bestemd voor de
gekwalificeerde technicus die de gasinstallatie moet controleren en
de installatie, de inbedrijfstelling en de keuring van het apparaat moet
uitvoeren.
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: geven gebruiksadviezen,
beschrijving van de bedieningen en de juiste reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden voor het apparaat.
69
Presentatie
1. VEILIGHEIDS- EN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
DEZE HANDLEIDING MAAKT DEEL UIT VAN HET APPARAAT EN MOET
DERHALVE IN ZIJN GEHEEL BINNEN HANDBEREIK ERVAN BEWAARD
WORDEN GEDURENDE DE HELE LEVENSDUUR VAN HET FORNUIS. WIJ
ADVISERENDEZEHANDLEIDINGENALLEAANWIJZINGENERIN
AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS DE FORNUIS TE GEBRUIKEN.
BEWAAR OOK DE SERIE BIJGELEVERDE MONDSTUKKEN. HET APPARAAT
MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL
MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN. DIT APPARAAT IS
BEDOELD VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN VOLDOET AAN DE
GELDENDE NORMEN DIE OP DIT MOMENT VAN KRACHT ZIJN. HET
APPARAAT IS GEBOUWD O M DE VOLGENDE FUNCTIE TE VERVULLEN:
BEREIDING EN OPWARMEN VAN VOEDSEL; IEDER ANDERSOORTIGE
GEBRUIK DIENT ALS ONEIGENLIJK GEBRUIK TE WORDEN BESCHOUWD.
DE FABRIKANT WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID VOOR ANDER
GEBRUIK DAN IS AANGEGEVEN, AF.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN HUIS
ACHTER. SCHEID DE VERSCHILLENDE AFVALMATERIALEN VAN DE
VERPAKKING EN OVERHANDIG HEN AAN HET DICHTSTBIJZIJNDE
CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALVERWERKING.
VERBINDING MET DE AARDE IS VERPLICHT VOLGENS DE TOEPASSELIJKE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE.
DE STEKKER DIE AAN DE VOEDINGSKABEL EN HET BIJBEHORENDE
STOPCONTACT MOETEN WORDEN BEVESTIGD, MOETEN VAN HETZELFDE
TYPE ZIJN, EN AAN DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN VOLDOEN.
BIJ EEN INGEBOUWD APPARAAT MOET HET STOPCONTACT BEREIKBAAR
ZIJN
.
TREK DE STEKKER NOOIT AAN DE KABEL UIT HET STOPCONTACT.
KEUR DE FORNUIS ONMIDDELLIJK NA INSTALLATIE AAN DE HAND VAN DE
INSTRUCTIES DIE VERDEROP GEGEVEN WORDEN. IN GEVAL VAN
SLECHTE WERKING MOET HET APPARAAT WORDEN AFGEKOPPELD VAN
HET ELEKTRICITEITSNET EN MOET HET DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE
SERVICECENTRUMWORDEN GECONTACTEERD.
PROBEER NOOIT HET APPARAAT TE REPAREREN.
CONTROLEER TELKENS NA HET GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT OF DE
BEDIENINGSKNOPPEN IN DE STAND
(UIT) STAAN.
70
ZET NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN DE OVENS: ALS DEZE
ONOPZETTELIJK AANGEZET WORDEN, ZOU ER BRAND KUNNEN
ONTSTAAN.
Presentatie
N
DE IDENTIFICATIEPLAAT MET DETECHNISCHE GEGEVENS, HET
SERIENUMMER EN DE MARKERING IS ZICHTBAAR OP DE ACHTERKAP VAN
HET APPARAAT. EEN KOPIE VAN DEZE PLAAT IS TE VINDEN IN HET
BOEKJE: HET WORDT GEADVISEERD HEM AAN TE BRENGEN OP DE
DAARVOOR BESTEMDE RUIMTE OP DE BINNENKAFT.
DE PLAAT MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
HET APPARAAT WORDT TIJDENS HET GEBRUIK ZEER HEET. LET ERVOOR
OP DAT U DE VERHITTENDE ELEMENTEN BINNENIN DE OVE
AANRAAKT.
DIT APPARAAT MAG NIET OP EEN VERHOOGD PLATFORM WORDEN
GEÏNSTALLEERD.
ZET GEEN PANNEN MET EEN ONREGELMATIGE OF RUWE BODEM OP DE
ROOSTERS VAN DE KOOKPLAAT.
GEBRUIK GEEN SCHALEN OF (GRILL) PANNEN DIE DE OMTREK VAN DE
KOOKPLAAT TE BUITEN GAAN.
NIET
HET APPARAAT IS BESTEMD VOOR GEBRUIK DOOR VOLWASSENEN. STA
HET KINDEREN NIET TOE IN DE BUURT VAN HET APPARAAT TE KOMEN
OF ERMEE TE SPELEN.
TIJDENS BEREIDINGEN MET OPEN DEUR KOMT ER VEEL WARMTE NAAR
BUITEN: HOUD KINDEREN OP AFSTAND.
ALS HET APPARAAT WORDT AFGEDANKT DIENT HET TE WORDEN
AFGEGEVEN BIJ EEN CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALVERWERKING.
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid voor persoonlijk letsel of
materiële schade of die veroorzaakt worden door het veronachtzamen
van bovenstaande voorschriften of door het onklaar maken van
afzonderlijke onderdelen van het apparaat, of door gebruik van nietoriginele vervangingsonderdelen.
71
Instructies Voor de Installateur
2. INSTALLA TIEVAN HET APPARAAT
Het apparaat dient te worden geïnstalleerd door een gekwalificeerd
technicus, in overeenstemming met de geldende normen.
Dit apparaat behoort tot de klasse L voor wat betreft brandgevaar. Het
fornuis kan tegen wanden worden geplaatst waarvan er één hoger is dan
de kookplaat, op een afstand van minimaal 50 mm vanaf de zijkant van
het apparaat, zoals afgebeeld in de tekeningen A en B met betrekking tot
de installatieklassen. De minimumafstand voor boven de kookplaat
gemonteerde schappen of afzuigkappen is 750 mm.
72
InbouwapparaatVrijstaand
InbouwapparaatVrijstaand
Instructies Voor de Installateur
2.1 Elektrische aansluiting
Vergewis u ervan dat de spanning en de dimensionering van de
voedingslijn corresponderen met de eigenschappen die vermeld worden
op het plaatje op de achterkap van het apparaat.
Deze plaat mag nooit worden verwijderd.
Als het apparaat met een vaste aansluiting op het net wordt aangesloten
moet er op de voedingslijn een meerpolig uitschakelmechanisme met
een openingsafstand van de contacten van minstens 3mmworden
voorzien die op een gemakkelijk te bereiken positie in de buurt van het
apparaat moet worden geplaatst.
Het apparaat kan vast of met een stekker en stopcontact worden
aangesloten op het net. In het tweede geval moeten de stekker en het
stopcontact geschikt zijn voor de gebruikte kabel en voldoen aan de
geldende voorschriften. Voor elk type aansluiting moet het apparaat
beslist geaard worden. Alvorens het aan te sluiten dient te worden
gecontroleerd of de voedingslijn naar behoren is geaard. Gebruik geen
reducties, adapters of omleidingen.
Voor persoonlijk letsel of materiële schade, veroorzaakt door het
veronachtzamen van bovenstaande voorschriften of door onklaar maken
van een afzonderlijk deel van het apparaat: de fabrikant wijst elke
aansprakelijkheid af.
Modellen met enkele oven
In geval van vervanging van de
voedingskabel, mag de doorsnede van
de draden van de nieuwe kabel niet
minder zijn dan 1.5 mm2(kabel van
3 x 1.5), en denk eraan dat het
uiteindedatmethetapparaat
verbonden moet worden een minstens
20 mm langere aardingsdraad (geelgroen)moethebben.Gebruik
uitsluitend de speciale kabels die
verkrijgbaarzijnbijde
Assistentiecentra.
Modellen met dubbele oven
Het apparaat heeft een klemmenbord voor elektrische aansluiting op de
achterkant (zie volgend schema). Om het deksel vanhet klemmenbord te
openen moet de bevestigingsschroef worden verwijderd en het deksel
naar boven worden opgetild.
73
Instructies Voor de Installateur
74
1 - Werking op 230V
driepolige kabel van het type H05RR-F
(kabel van 3 x 4 mm2). Deze aansluiting
wordt in de fabriek verzorgd.
2 - Werking op 230V3N
vierpolige kabel van het type H05RR-F
(kabel van 4 x 2.5 mm2).
3 - Werking op 400V2N
vierpolige kabel van het type H05RR-F
(kabel van 4 x 2.5 mm2).
Het uiteinde dat verbonden moet worden
met het apparaat moet een (geel-groene)
aardingsdraad hebben die minstens 20 mm
langer is.
∼∼∼∼
: gebruik een
∼∼∼∼
: gebruik een
∼∼∼∼
: gebruik een
Instructies Voor de Installateur
2.2 Ventilatie van de ruimten
Het apparaat mag uitsluitend worden geïnstalleerd in voortdurend
geventileerde vertrekken, zoals voorzien door de geldende normen. In
het vertrek waar het apparaat geïnstalleerd is moet zoveel lucht toe
kunnen vloeien als nodig is voor een correcte verbranding van het gas
en voor de nodige luchtverversing in het vertrek zelf. De luchtinlaten, die
beschermd worden door roosters, moeten de juiste afmetingen hebben
(zie de geldende normen) en moeten zo worden geplaatst dat ze niet
(ook niet gedeeltelijk) afgesloten worden.
2.3 Afvoer van verbrandingsproducten
De afvoer van verbrandingsproducten moet worden verzekerd via
wasemkappen die zijn verbonden met een schouw met natuurlijke trek
en de juiste doelmatigheid, door geforceerde afzuiging. Een doelmatig
afzuigsysteem vereist een nauwgezet ontwerp door een specialist die
daartoe bevoegd is, met inachtneming van de posities en afstanden die
door de normen worden opgelegd. Na de werkzaamheden moet de
installateur een conformiteitsverklaring afgeven.
2.4 Gasaansluiting
Bij installatie met een rubberslang in overeenstemming met de norm
mag de slang niet langer zijn dan maximaal 1,5 meter; controleer of de
slang niet met beweegbare delen in aanraking komt of wordt afgeklemd.
De binnendiameter van de leiding moet 8 mm zijn voor VLOEIBAAR GAS,
en 13 mm voor METHAANGAS.
Controleer of aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
• of de leiding over de hele lengte (max. 2 m) geïnspecteerd kan worden;
• of de leiding op geen enkel punt van de route in aanraking komt met
hete wanden (max. 50°C);
• of hij niet blootstaat aan trekkrachten of spanningen, en geen scherpe
bochten maakt of afgekneld wordt;
• of hij niet in aanraking komt met snijdende voorwerpen of scherpe
hoeken;
• als de leiding niet perfect afgedicht is en gaslekkages in de omgeving
veroorzaakt, probeer hem dan niet te repareren: vervang hem door
een nieuwe slang;
• controleer of de houdbaarheidsdatum van de slang niet overschreden
is.
Let op: gebruik uitsluitend bij een inspecteerbare installatie (Fig. B) een
aan de norm conforme rubberslang.
75
Instructies Voor de Installateur
2.4.1 Aansluiting op vloeibaar gas
Gebruik een drukregelaar en sluit de fles aan volgens de voorschriften van
de normen. Vergewis u ervan dat de voedingsdruk in overeenstemming is
met de waarden die vermeld worden in de tabel in paragraaf “3.3 Tabellen
met eigenschappen van branders en sproeiers”.
2.4.2 Aansluiting met flexibele stalen stang (voor alle types gas)
Als het apparaat wordt aangesloten op het net door middel
van een buigzame stalen leiding, moet het uiteinde van de
leidingLw ordenvastgeschroefdaanhet
gasverbindingsstuk B met schroefdraad ½” gas extern
(ISO 228-1).
Na voltooiing van de installatie moeten eventuele lekken
met zeepsop worden opgespoord, gebruik hiervoor nooit
een vlam.
Controleer of de slang conform de norm is.
Zorg ervoor dat de slang niet wordt afgeklemd of
beschadigd.
76
Instructies Voor de Installateur
3. REGELING VAN HET GAS
Alvorens reiniging of onderhoud te gaan plegen moet het apparaat
elektrisch uitgeschakeld worden.
3.1 Aanpassing aan de verschillende gassoorten
De kookplaat van het fornuis is getest met methaangas G 20 op een
druk van 20 mbar. Als hij moet op andere gassoorten werken, moeten
de sproeiers op de branders worden vervangen en moet tenslotte de
minimum vlam op de gaskranen worden ingesteld. De sproeiers moeten
worden vervangen volgens de beschrijving in de volgende paragraaf.
Na vervanging van de sproeiers moeten de vlamverdelerkransen, de
kapjes van de branders en de roosters worden teruggeplaatst.
Na instelling met een andere gassoort dan bij de keuring is gebruikt,
moet het etiket van het ingestelde gas dat op het apparaat aangebracht
is, worden vervangen door het etiket dat correspondeert met de nieuwe
gassoort.
4.1 Instelling van het minimum voor methaangas
Ontsteek de brander en zet hem op de minimum
stand
draai aan de stelschroef naast het staafje van de
kraan, totdat een regelmatige, minimum vlam
wordt verkregen.
Hermonteer de knop en controleer de stabiliteit
van de vlam van de brander (als de knop snel
van de grootste naar de kleinste stand gedraaid
wordt, mag de vlam niet uitgaan). Herhaal deze
operatie op alle gaskranen.
4.2 Instelling van het minimum voor vloeibaar gas
Voor het instellen van het minimum met vloeibaar gas moet de schroef
rechts van het staafjes van de kraan geheel met de klok meegedraaid
worden.
De diameters van de bypass worden vermeld in paragraaf “3.3 Tabellen
met eigenschappen van branders en sproeiers” voor elke brander
afzonderlijk. Herstel, na voltooiing van de regeling, de verzegeling van
de bypass met zegellak of vergelijkbaar materiaal.
. Trek de knop van de gaskraan uit en
4.3 Plaatsing en waterpas zetten van het apparaat
Na de aansluiting op het elektriciteitsnet en het gasnet te hebben
uitgevoerd, dient het apparaat waterpas te worden gezet op de vloer, via
de vier verstelbare pootjes.
79
Loading...
+ 23 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.