SMEG CS20NLA Instruction Manual [nl]

Page 1
Inhoudsopgave
1. VEILIGHEIDS- EN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN_______________64
2. INSTALLATIE VAN HET APPARAAT _________________________66
3. REGELING VAN HET GAS _________________________________69
4. LAATSTE HANDELINGEN__________________________________72
5. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN______________________73
6. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT ____________________________78
7. GEBRUIK VAN DE OVENS _________________________________79
8. VERKRIJGBARE ACCESSOIRES____________________________80
9. ADVIEZEN VOOR DE BEREIDING ___________________________81
10. REINIGING EN ONDERHOUD ______________________________88
11. BUITENGEWOON ONDERHOUD____________________________91
DEZE INSTRUCTIES ZIJN ALLEEN GELDIG VOOR DE LANDEN VAN BESTEMMING WAARVAN DE IDENTIFICATIESYMBOLEN OP DE VOORZIJDE VAN DEZE HANDLEIDING STAAN.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: zijn bestemd voor de gekwalificeerde technicus die de gasinstallatie moet controleren en de installatie, de inbedrijfstelling en de keuring van het apparaat moet uitvoeren.
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: geven gebruiksadviezen, beschrijving van de bedieningen en de juiste reinigings- en onderhoudswerkzaamheden voor het apparaat.
63
Page 2
Presentatie
1. VEILIGHEIDS- EN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
DEZE HANDLEIDING MAAKT DEEL UIT VAN HET APPARAAT EN MOET DERHALVE IN ZIJN GEHEEL BINNEN HANDBEREIK ERVAN BEWAARD WORDEN GEDURENDE DE HELE LEVENSDUUR VAN HET FORNUIS. WIJ ADVISEREN DEZE HANDLEIDING EN ALLE AANWIJZINGEN ERIN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS DE FORNUIS TE GEBRUIKEN. BEWAAR OOK DE SERIE BIJGELEVERDE MONDSTUKKEN. HET APPARAAT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN. DIT APPARAAT IS BEDOELD VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN VOLDOET AAN DE GELDENDE NORMEN DIE OP DIT MOMENT VAN KRACHT ZIJN. HET APPARAAT IS GEBOUWD OM DE VOLGENDE FUNCTIE TE VERVULLEN: BEREIDING EN OPWARMEN VAN VOEDSEL; IEDER ANDERSOORTIGE GEBRUIK DIENT ALS ONEIGENLIJK GEBRUIK TE WORDEN BESCHOUWD.
DE FABRIKANT WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID VOOR ANDER GEBRUIK DAN IS AANGEGEVEN, AF.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN HUIS ACHTER. SCHEID DE VERSCHILLENDE AFVALMATERIALEN VAN DE VERPAKKING EN OVERHANDIG HEN AAN HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALVERWERKING.
VERBINDING MET DE AARDE IS VERPLICHT VOLGENS DE TOEPASSELIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE.
DE STEKKER DIE AAN DE VOEDINGSKABEL EN HET BIJBEHORENDE STOPCONTACT MOETEN WORDEN BEVESTIGD, MOETEN VAN HETZELFDE TYPE ZIJN, EN AAN DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN VOLDOEN.
TREK DE STEKKER NOOIT AAN DE KABEL UIT HET STOPCONTACT.
KEUR DE FORNUIS ONMIDDELLIJK NA INSTALLATIE AAN DE HAND VAN DE INSTRUCTIES DIE VERDEROP GEGEVEN WORDEN. IN GEVAL VAN SLECHTE WERKING MOET HET APPARAAT WORDEN AFGEKOPPELD VAN HET ELEKTRICITEITSNET EN MOET HET DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE SERVICECENTRUM WORDEN GECONTACTEERD.
PROBEER NOOIT HET APPARAAT TE REPAREREN.
CONTROLEER TELKENS NA HET GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT OF DE BEDIENINGSKNOPPEN IN DE STAND
ZET NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN DE OVENS: ALS DEZE ONOPZETTELIJK AANGEZET WORDEN, ZOU ER BRAND KUNNEN ONTSTAAN.
(UIT) STAAN.
64
Page 3
Presentatie
DIT APPARAAT MAG NIET OP EEN VERHOOGD PLATFORM WORDEN GEÏNSTALLEERD.
HET APPARAAT WORDT TIJDENS HET GEBRUIK ZEER HEET. LET ERVOOR OP DAT U DE VERHITTENDE ELEMENTEN BINNENIN DE OVEN NIET AANRAAKT.
DE IDENTIFICATIEPLAAT MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN DE MARKERING IS ZICHTBAAR BINNEN IN DE OPBERGRUIMTE VAN HET VOEDSEL GEPLAATST.
DEZE PLAAT MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
ZET GEEN PANNEN MET EEN ONREGELMATIGE OF RUWE BODEM OP DE
ROOSTERS VAN DE KOOKPLAAT.
GEBRUIK GEEN SCHALEN OF (GRILL) PANNEN DIE DE OMTREK VAN DE KOOKPLAAT TE BUITEN GAAN.
HET APPARAAT IS BESTEMD VOOR GEBRUIK DOOR VOLWASSENEN. STA HET KINDEREN NIET TOE IN DE BUURT VAN HET APPARAAT TE KOMEN OF ERMEE TE SPELEN.
ALS HET APPARAAT WORDT AFGEDANKT DIENT HET TE WORDEN AFGEGEVEN BIJ EEN CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALVERWERKING.
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid voor persoonlijk letsel of materiële schade of die veroorzaakt worden door het veronachtzamen van bovenstaande voorschriften of door het onklaar maken van afzonderlijke onderdelen van het apparaat, of door gebruik van niet­originele vervangingsonderdelen.
65
Page 4
Instructies Voor de Installateur
2. INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
Het apparaat dient te worden geïnstalleerd door een gekwalificeerd technicus, in overeenstemming met de geldende normen.
Dit apparaat is voorzien van een brandbeveiliging (type Y) en mag tegen wanden worden gezet die hoger zijn dan het werkblad.
2.1 Elektrische aansluiting
Vergewis u ervan dat het voltage en de dimensionering van de voedingslijn corresponderen met de eigenschappen die vermeld worden op de plaat in de opbergruimte voor voedsel. Deze plaat mag nooit worden verwijderd.
De stekker aan het uiteinde van de voedingskabel en het stopcontact in de muur moeten van hetzelfde type zijn (in overeenstemming met de normen). Controleer of de voedingslijn naar behoren geaard is. Gebruik geen reductoren, adapters of aftakmoffen.
Breng op de voedingslijn van het apparaat een veelpolig onderbrekingsmechanisme aan met en afstand tussen de contacten van minstens 3 mm, op een gemakkelijk toegankelijke plaats en in de buurt van het apparaat.
In geval van vervanging van de voedingskabel, mag de doorsnede van de draden van de nieuwe kabel niet minder zijn dan 2.5 mm2(kabel van 3 x
2.5), en denk eraan dat het uiteinde dat met het apparaat verbonden moet worden een minstens 20 mm langere aardingsdraad (geel-groen) moet hebben. Gebruik uitsluitend de speciale kabels die verkrijgbaar zijn bij de Assistentiecentra.
Voor persoonlijk letsel of materiële schade, veroorzaakt door het veronachtzamen van bovenstaande voorschriften of door onklaar maken van een afzonderlijk deel van het apparaat: de fabrikant wijst elke
aansprakelijkheid af.
66
Page 5
Instructies Voor de Installateur
2.2 Ventilatie van de ruimten
Het apparaat mag uitsluitend worden geïnstalleerd in voortdurend geventileerde vertrekken, zoals voorzien door de geldende normen. In het vertrek waar het apparaat geïnstalleerd is moet zoveel lucht toe kunnen vloeien als nodig is voor een correcte verbranding van het gas en voor de nodige luchtverversing in het vertrek zelf. De luchtinlaten, die beschermd worden door roosters, moeten de juiste afmetingen hebben (zie de geldende normen) en moeten zo worden geplaatst dat ze niet (ook niet gedeeltelijk) afgesloten worden.
2.3 Afvoer van verbrandingsproducten
De afvoer van verbrandingsproducten moet worden verzekerd via wasemkappen die zijn verbonden met een schouw met natuurlijke trek en de juiste doelmatigheid, door geforceerde afzuiging. Een doelmatig afzuigsysteem vereist een nauwgezet ontwerp door een specialist die daartoe bevoegd is, met inachtneming van de posities en afstanden die door de normen worden opgelegd. Na de werkzaamheden moet de installateur een conformiteitsverklaring afgeven.
2.4 Gasaansluiting
De aansluiting met rubberen buis moet zo worden verricht dat de leidingen niet langer zijn dan 2 meter in volledige extensie; vergewis u ervan dat de leidingen niet in aanraking komen met bewegende delen en niet bekneld raken. De binnendiameter van de leiding moet 8 mm zijn voor VLOEIBAAR GAS, en 13 mm voor METHAANGAS. Controleer of aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
of de leiding bevestigd is aan een slanghouder met veiligheidsklembandje;
of de leiding over de hele lengte (max. 2 m) geïnspecteerd kan worden;
of de leiding op geen enkel punt van de route in aanraking komt met hete
wanden (max. 50°C);
of hij niet blootstaat aan trekkrachten of spanningen, en geen scherpe bochten maakt of afgekneld wordt;
of hij niet in aanraking komt met snijdende voorwerpen of scherpe hoeken;
als de leiding niet perfect afgedicht is en gaslekkages in de omgeving
veroorzaakt, probeer hem dan niet te repareren: vervang hem door een nieuwe slang;
controleer of de houdbaarheidsdatum van de slang niet overschreden is.
67
Page 6
Instructies Voor de Installateur
2.4.1 Aansluiting voor methaangas
Verricht de aansluiting op het gasnet met een rubberen slang die voldoet aan de voorschriften van de geldende norm (controleer of de afkorting van de betreffende norm op de slang afgedrukt is). Schroef de slanghouder A zorgvuldig op het gasverbindingsstuk B van het apparaat en breng er de pakking C tussen aan. Steek de rubberen slang D op de slanghouder A en zet hem vast met het klembandje E.
2.4.2 Aansluiting op vloeibaar gas
Gebruik een drukregelaar en sluit de fles aan volgens de voorschriften van de normen. Vergewis u ervan dat de voedingsdruk in overeenstemming is met de waarden die vermeld worden in de tabel in paragraaf 3.3 Instelling voor vloeibaar gas.
Schroef de kleine slanghouder F op de grote slanghouder A; sluit het zo verkregen blok aan op het gasverbindingsstuk B (of gebruik de slanghouder G die rechtstreeks moet worden aangesloten op het gasverbindingsstuk B) en breng de pakking C ertussen aan. Steek de uiteinden van de rubberen slang H op de slanghouder A+F (of G) en op de uitlaataansluiting van de drukverminderaar op de gasfles. Bevestig het uiteinde van de slang H op de slanghouders
A+F (of G) met het klembandje I.
2.4.3 Aansluiting met flexibele stalen stang (voor alle types gas)
Als het apparaat moet worden aangesloten tussen meubels, moet de aansluiting van het gas geschieden met een flexibele stalen slang met een continue wand, in overeenstemming met de geldende norm. Schroef het uiteinde van de flexibele slang L met de pakking C ertussen op de gasverbinding B met mannelijk schroefdraad ½” gas.
68
Page 7
Instructies Voor de Installateur
De kookplaat is getest en kan uitsluitend op G25 gas met een druk van 25 mbar functioneren, en hoeft dus niet meer te worden afgesteld.
Brander
Diameter mondstuk
Hulpbrander 1.05 76 380 Halfsnelle 2.15 110 380 Snel 3.0 128 700 Zeer snel 3.25 135 1200
3. REGELING VAN HET GAS
Nominaal
warmtevermogen
(kW)
Methaangas – G25 25 mbar
Beperkt debiet
1/100 mm
Alvorens reiniging of onderhoud te gaan plegen moet het apparaat elektrisch uitgeschakeld worden.
3.1 Aanpassing aan de verschillende gassoorten
De kookplaat van het fornuis is gekeurd met methaangas G 20 op een druk van 20 mbar. In het geval van werking met andere gassoorten moeten de mondstukken worden vervangen en moet de primaire lucht op de branders worden ingesteld. Stel tenslotte de minimale vlam op de gaskranen in. Voor de vervanging van de mondstukken en de instelling van de branders moet de kookplaat worden opgetild, zoals beschreven in de volgende paragraaf.
3.2 Optillen van de kookplaat
Neem de roosters weg (eerst die in het midden, en dan die aan de zijkanten); verwijder alle kapjes, de vlamverdelerkransen en de branders.
1. Neem de knoppen van de programmeur weg;
2. neem de knoppen weg;
3. draai de bevestigingsschroeven van het frontpaneel los en neem dit weg, na de faston van het controlelampje van de thermostaat te hebben afgekoppeld;
4. draai de schroef van de scharnier op de achterkant van het fornuis los;
5. til het blad vanaf de voorkant op;
6. zet de draagbeugels van het blad in de voorste vouw van de zijkant;
7. vervang de mondstukken van de branders volgens de betreffende gastabel;
8. regel de primaire lucht zoals beschreven in paragraaf 3.3 Instelling voor vloeibaar gas”;
9. draai de bevestigingsschroef zo ver mogelijk aan na de instelling.
(W)
69
Page 8
Instructies Voor de Installateur
3.3 Instelling voor vloeibaar gas
Draai de schroef A los en duw de luchtregelaar B zo ver mogelijk. Verwijder het mondstuk C met een sleutel van 7 mm en vervang het met het geschikte exemplaar volgens de aanwijzingen in de referentietabellen voor het gebruikte type gas. Het aanhaalkoppel van het mondstuk mag niet groter zijn dan 3 Nm. Regel de lucht door de regelaar B te verschuiven totdat u de afstand X uit de tabel paragraaf 3.5 Instelling van de primaire lucht verkrijgt. Blokkeer de regelaar B door de schroef A vast te draaien.
Brander Nominaal
Diameter
Hulpbrander 1.05 48 30 380 76 75 Halfsnelle 1.65 62 30 380 120 118 Snel 2.55 76 45 800 185 182 Zeer snel 3.25 85 75 1850 236 232
warmtevermogen
(kW)
Vloeibaar gas – G30/G31 28/37 mbar
mondstuk 1/100 mm
By-pass
mm
1/100
Beperkt
debiet
(W)
Debiet
g/h G30
Debiet
g/h G31
70
Page 9
Instructies Voor de Installateur
3.4 Instelling voor methaangas
De kookplaat van het fornuis is goedgekeurd voor methaangas G 20 bij een druk van 20 mbar. Om het apparaat in de bedrijfsomstandigheden voor dit type gat te brengen, moeten dezelfde handelingen worden verricht als beschreven in paragraaf 3.3 Instelling voor vloeibaar gas maar nu met de mondstukken en de primaire lucht voor methaangas, zoals vermeld in de volgende tabel en in paragraaf 3.5 Instelling van de primaire lucht”.
Brander Nominaal
Diameter mondstuk
Hulpbrander 1.05 73 380 Halfsnelle 1.65 92 380 Snel 2.55 115 700 Zeer snel 3.25 130 1200
3.5 Instelling van de primaire lucht
Op grond van de afstand “X in mm.
warmtevermogen
(kW)
Methaangas – G20 20 mbar
1/100 mm
Beperkt debiet
BRANDER
G20
20 mbar
(W)
G30/G31
28/37 mbar
Hulpbrander 2.5 2 Halfsnelle 1 1 Snel 1.5 1.5 Zeer snel 1.5 1
71
Page 10
Instructies Voor de Installateur
4. LAATSTE HANDELINGEN
Na bovenstaande instellingen te hebben uitgevoerd, het apparaat weer in elkaar zetten door de instructies uit paragraaf 3.2 Optillen van de kookplaat in omgekeerde volgorde uit te voeren.
Na de instelling met een andere soort gas dan bij de keuring dient het etiket in de opbergruimte voor het voedsel te worden vervangen door het etiket dat correspondeert met de nieuwe gassoort. Het etiket is verkrijgbaar bij het dichtstbijzijnde Erkende Assistentiecentrum.
4.1 Instelling van het minimum voor methaangas
Steek de brander aan en zet hem op de kleinste stand
draai aan de stelschroef die in of naast het
. Neem de knop van de gaskraan weg en
staafje van de kraan zit (dit is afhankelijk van de modellen), totdat er een regelmatige minimale vlam ontstaat. Hermonteer de knop en controleer de stabiliteit van de vlam van de brander (als de knop snel van de grootste naar de kleinste stand gedraaid wordt, mag de vlam niet uitgaan). Herhaal deze operatie op alle gaskranen.
4.2 Instelling van het minimum voor vloeibaar gas
Voor de instelling van het minimum voor vloeibaar gas moet de schroef die in of naast het staafje van de kraan zit (afhankelijk van de modellen) helemaal met de klok mee worden gedraaid. De diameters van de by-pass voor elke brander afzonderlijk worden vermeld in de tabel 3.3 Instelling voor vloeibaar gas”.
4.3 Rangschikking van de branders op de kookplaat
BRANDER
1 Hulpbrander 2 Halfsnelle 3 Snel 4 Zeer snel
4.4 Plaatsing en waterpas zetten van het apparaat
Na de aansluiting op het elektriciteitsnet en het gasnet te hebben uitgevoerd, dient het apparaat waterpas te worden gezet op de vloer, via de vier verstelbare pootjes.
72
Page 11
Instructies Voor de Gebruiker
5. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN
5.1 Het frontpaneel
Alle bedieningen en controles van het fornuis zitten bij elkaar op de voorzijde.
Vergewis u er voordat u de hoofdoven gebruikt van of de elektronische programmeur het symbool toont; zie par. “5.2.1 Instelling van de tijd”.
BESCHRIJVING VAN DE SYMBOLEN
BRANDER LINKS ACHTER
BRANDER LINKS VOOR
BRANDER MIDDEN VOOR
THERMOSTAAT HOOFDOVEN
FUNCTIES HOOFDOVEN
BRANDER RECHTS ACHTER
BRANDER RECHTS VOOR
BRANDER MIDDEN ACHTER
THERMOSTAAT HULPOVEN
FUNCTIES HULPOVEN
BEDIENINGSKNOP BRANDERS VAN DE PLAAT
De vlam wordt ontstoken door de knop in te drukken en tegen de klok in op de stand van de grootste vlam
te draaien. Draai de knop in het gebied tussen het
maximum ( ) en het minimum ( ) om de vlam te regelen. De brander wordt gedoofd door de knop in de stand te zetten.
73
Page 12
Instructies Voor de Gebruiker
THERMOSTAATKNOP (OVENS)
De bereidingstemperatuur wordt gekozen door de kop met de klok mee op de gewenste temperatuur te draaien, tussen 50° en 250°C. Als het controlelampje gaat branden, wil dat zeggen dat de oven wordt opgewarmd. Als het lampje uitgaat wil dat zeggen dat de ingestelde temperatuur is bereikt. Als het lampje regelmatig knippert betekent dat, dat de temperatuur in de oven constant op het ingestelde niveau gehouden wordt.
FUNCTIEKEUZEKNOP (OVENS)
Draai de knop om één van de volgende functies te kiezen:
HOOFDOVEN HULPOVEN
GEEN FUNCTIE INGESTELD
GEEN FUNCTIE INGESTELD
LAMP OVEN
VERWARMINGSELEMENT BOVEN EN ONDER
GRILL-ELEMENT BOVENSTE
GRILL-ELEMENT + VENTILATIE
OND. VERWARMINGSELEMENT + GEVENTILEERD VERWARMINGSELEMENT
GEVENTILEERD VERWARMINGSELEMENT + VENTILATIE
LAMP OVEN
VERWARMINGSELEMENT BOVEN EN ONDER
VERWARMINGSELEMENT
ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT
GRILL-ELEMENT
GRILL ELEMENT + BRAADSPIT
74
Page 13
Instructies Voor de Gebruiker
5.2 Elektronische programmeur
De gebruiksaanwijzingen voor de programmeur gelden alleen voor de hoofdoven.
LIJST FUNCTIES
TIJDSCHAKELAAR
DRUKKNOP TIJD VAN HET KOKEN
DRUKKNOP EINDE VAN HET KOKEN
DRUKKNOP VERMINDERING WAARDE
DRUKKNOP VERHOGING WAARDE
5.2.1 Instelling van de tijd
Wanneer men de oven voor de eerste keer gebruikt, ofwel, na een onderbreking van de electriciteit, blikt de display met een regelmatige
onderbreking en duidt
aan. Druk tegelijkertijd op de toetsen
en en druk tegelijk ook de wijzigingstoetsen van de cijfers of in: elke druk op de toets betekent een minuut meer of minder.
Voor elke instelling van de programmeur moeten de functie en de gewenste temperatuur worden ingesteld.
75
Page 14
Instructies Voor de Gebruiker
5.2.2 Semi-automatisch koken
Deze instelling laat het automatisch afslaan van de oven toe wanneer de kookfase beëindigd is.
Indien men op de toets cijfers
aanduidt; men moet de toets ingedrukt houden en tegelijkertijd de toetsen verandering waarde de duur van het koken in te stellen. Als men de toets
drukt wordt de display verlicht die dan de
of bedienen teneinde
loslaat, zal het
aftellen beginnen van de geprogrammeerde kooktijd en op de display zal het lopende uur verschijnen samen met de symbolen A en
.
5.2.3 Automatisch koken
Deze regeling laat het aansteken en uitdoen van de oven op een totaal automatische wijze mogelijk. Door op de toets
te drukken wordt de display verlicht die de cijfers
oont; de toets ingedrukt houden en tegelijkertijd de toetsen verandering waarde te stellen. Door op de toets
of bedienen om de duurtijd van het koken in
te drukken zal op de display de som verschijnen van het lopende uur + de kookduur: ingedrukt houden en tegelijkertijd de toetsen verandering waarde
of bedienen om het
tijdstip voor het einde van het koken te regelen. Wanneer men de toets
los laat, zal het geprogrammeerde aftellen beginnen en op de display
zal het lopende uur verschijnen samen met de symbolen A en
Om na de instelling de resterende bereidingstijd te kunnen zien moet op
.
de toets worden gedrukt; voor het tijdstip van het einde van de
bereiding drukt u op de toets . Instellingen met inconsequente waarden wordt logisch verhinderd (bijv. een tegenstelling tussen het einde van de bereidingstijd en een langere duur wordt niet door de programmeur geaccepteerd).
5.2.4 Einde van het koken
Op het einde van het koken zal de oven automatisch uitgaan en tegelijkertijd begint een intermitterend akoestisch signaal te werken. Na het uitschakelen van het akoestisch signaal, zal de display opnieuw het
lopend uur tonen samen met het symbool van de conditie van manuele bediening van de oven.
, die de terugkeer aanduidt
76
Page 15
Instructies Voor de Gebruiker
5.2.5 Regeling van het volume van het akoestisch signaal
Het volume van het akoestisch signaal kan geregeld worden (3 trapsgewijze standen) terwijl het werkt door op de toets
te rukken.
5.2.6 Afzetten van het geluidssignaal
Het geluidssignaal stopt automatische na zeven minuten. Het is mogelijk het signaal met de hand af te zetten door tegelijkertijd de toetsen
in te drukken.
en
5.2.7 Tijdschakelaar
De programmakiezer kan ook als eenvoudige tijdschakelaar gebruikt worden. Door op de toets ingedrukt houden en tegelijkertijd de toetsen verandering waarde bedienen. Als de toets telling en verschijnt het huidige tijdstip op het display en het symbool
te drukken verschijnen op de display de cijfers ;
of
wordt losgelaten, begint de geprogrammeerde
.
Druk op de toets om na de instelling de resterende tijd te laten weergeven. Het gebruik als minutenteller onderbreekt de werking van de oven niet aan het einde van de ingestelde tijd.
5.2.8 Annuleren van de ingestelde gegevens
Terwijl het programma ingesteld is, de toets van de functie die men wenst te annuleren ingedrukt houden terwijl men tegelijkertijd de waarde
bekomt met de toetsen verandering waarde of . De annulering van de kookduur zal door de programmakiezer geïnterpreteerd worden als einde van de kooktijd.
5.2.9 Wijziging van de ingestelde gegevens
De gegevens die ingesteld zijn voor de bereiding kunnen op elk moment worden gewijzigd door de toets van de functie ingedrukt te houden en
tegelijkertijd op de toetsen
of voor verandering van de waarden te
drukken.
77
Page 16
Instructies Voor de Gebruiker
6. GEBRUIKVAN DE KOOKPLAAT
6.1 Ontsteken van de branders op de plaat
Vergewis u ervan, voordat u de branders van de plaat aansteekt, dat de vlamverdelerkransen goed op hun plaats zitten met de respectievelijke kapjes: de uitsparing A moet samenvallen met de pen B. Het bijgeleverde rooster C moet worden gebruikt voor "wokken" (Chinese pan).
Ter hoogte van elke knop is de bijbehorende brander aangegeven. Het apparaat heeft een mechanisme voor elektronische ontsteking. Het is voldoende de knop in te drukken en op het symbool van de grootste
vlam ongeveer 2 seconden ingedrukt om de vlam brandend te houden en om
te draaien, totdat de brander aangestoken is. Houd de knop
de veiligheidsvoorziening te activeren. Het kan gebeuren dat de brander uitgaat op het moment dat u de knop loslaat. In dat geval moet de handeling worden herhaald en de knop langer ingedrukt gehouden worden.
Als de branders per ongeluk uitgaan, blokkeert de veiligheidsvoorziening na ongeveer 20 seconden de gastoevoer, ook als de kraan open staat.
6.2 Praktische wenken voor het gebruik van de branders van deplaat
Voor een beter rendement van de branders en een minimaal gasverbruik: gebruik pannen met een deksel, met de juiste afmetingen in verhouding tot de brander, om te vermijden dat de vlam de zijkanten raakt (zie paragraaf “6.3 Diameter van de pannen). Verklein de vlam op het moment van koken zoveel als nodig is om te voorkomen dat de vloeistof overkookt. Om tijdens de bereiding verbrandingen of beschadiging van de plaat te vermijden, moeten alle pannen en schalen binnen de omtrek van de kookplaat worden geplaatst. Alle pannen moeten een platte, regelmatige bodem hebben. Let bij het gebruik van olie of vet zeer goed op, want deze kunnen vlam vatten als zij oververhit raken. Als de oven toevallig uitgaat, de bedieningsknop sluiten en de ontsteking opnieuw proberen, na minstens 1 minuut te hebben gewacht.
78
Page 17
Instructies Voor de Gebruiker
6.3 Diameter van de pannen
BRANDERS
1 Hulpbrander 2 Halfsnelle 3 Snel 4 Zeer snel 5 Zeer snel
Ø min. en max. (in cm)
7. GEBRUIKVAN DE OVENS
7.1 Verwittigingen en algemene raadgevingen
Wanneer men de oven voor de eerste keer gebruikt , is het aangeraden de oven te verwarmen op zijn maximum temperatuur (250°C) gedurende voldoende tijd om eventuele olieachtige fabricatieresten te verbranden die een onaangename geur aan de gerechten zouden kunnen geven.
Na een onderbreking van de electriciteit, blikt de display met een regelmatige intermittentie terwijl hij
verwijzen we naar paragraaf " 5.2 Elektronische programmeur”.
Bedek, tijdens het koken, de bodem van de oven niet met aluminiumfolie of vergelijkbare materialen en plaats er geen pannen of ovenschotels op om beschadigingen van het email te voorkomen. Bij gebruik van ovenpapier moet u ervoor zorgen dat de circulatie van de warme lucht in de oven er niet door wordt beïnvloed.
Teneinde te voorkomen dat de eventuele damp binnen in de oven last veroorzaakt, de ovendeur in twee ogenblikken openen: de deur half open houden (ongeveer 5 cm.) gedurende 4-5 seconden, en ze daarna volledig openen. Indien het nodig is de gerechten tijdens het koken te behandelen, moet men de ovendeur zo kort mogelijk open laten teneinde te vermijden dat de temperatuur binnen in de oven afkoelt zodanig dat een goede afloop van het koken risico loopt.
7.2 Ovenverlichting
Wordt ingeschakeld door de functiekeuzeschakelaar op een willekeurige stand te zetten.
7.3 Opbergruimte
Onder in het fornuis, onder de ovens, zit een opbergruimte. Deze kan worden geopend door boven aan het deurtje te trekken. Bewaar er beslist geen ontvlambare materialen zoals doeken, papier e.d. in, maar eventueel alleen de metalen accessoires van het apparaat.
aanduidt. Voor de regeling
12-14 16-20 18-24 20-24 20-26
79
Page 18
Instructies Voor de Gebruiker
8. VERKRIJGBARE ACCESSOIRES
De oven beschikt over 4 richels om de braadsleden en de grillen op verschillende hoogten te plaatsen.
Grill in roestvrij staal: voor de bereiding van gerechten in schotels, taarten van kleine omvang, gebraden en gerechten die een delicaat grillen vereisen.
Rooster voor ovenschaal: kan boven op een ovenschaal worden gelegd voor het bereiden van voedsel dat vloeistof kan verliezen.
Ovenschaal: nuttig voor het opvangen van vet dat afkomstig is van voedsel dat op het rooster erboven is gelegd.
Gebakschaal: voor taarten, pizza’s en ovengebak.
Spit: nuttig voor het bereiden van kip, saucijzen en al het andere voedsel waarbij een gelijkmatige bereiding van het oppervlak vereist wordt. Alleen voor de
hulpoven. Spitframe: aan te brengen op de geleiders
van de hulpoven voordat het spit gebruikt wordt.
Accessoires op verzoek
Via de erkende Assistentiecentra is het mogelijk de sokkel en zelfreinigende panelen van de ovens te bestellen.
80
Page 19
Instructies Voor de Gebruiker
9. ADVIEZENVOOR DE BEREIDING
Wij raden aan om bij het voorverwarmen de geventileerde stand te gebruiken en de temperatuur altijd 30/40°C hoger dan de kooktemperatuur in te stellen. Dit zal de kooktijden aanzienlijk verkorten, het energieverbruik verminderen en de kookresultaten verbeteren.
De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten blijven
9.1 Traditionele bereidingen (hoofd- en hulpoven)
SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES
SCHAKELAAR THERMOSTAAT MET KEUZE TUSSEN 50 - 250°C
Dit klassieke bereidingssysteem, met warmte die van beneden naar boven gaat, is geschikt voor het bereiden van voedsel op één hoogte. Verwarm de oven voor totdat de ingestelde temperatuur bereikt wordt en zet het voedsel pas in de oven als het controlelampje van de thermostaat gedoofd is. Het is mogelijk om ingevroren vlees rechtstreeks in de oven te zetten, zonder het eerst te laten ontdooien. Alleen moeten dan wel temperaturen van 20°C lager worden gekozen en bereidingstijden van 1/4 langer dan die voor vers vlees. Erg vet vlees kan in de nog koude oven worden gezet.
Schotels met een hoge rand gebruiken teneinde te voorkomen dat het spatten de wanden van de oven bevuilt.
81
Page 20
Instructies Voor de Gebruiker
9.2 Bereiding met hete lucht (hoofdoven)
SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES
SCHAKELAAR THERMOSTAAT MET KEUZE TUSSEN 50 - 250°C
Dit systeem is geschikt voor het bereiden van voedsel op verschillende hoogten in de oven, ook voor verschillende types voedsel (vis, vlees, enz.) zonder dat er smaak of geur wordt overgedragen. De luchtcirculatie in de oven verzekert een gelijkmatige verdeling van de warmte. Voorverwarming is niet nodig.
Het koken op verschillende richels is mogelijk mits de kooktemperaturen van de verschillende gerechten overeenstemmen.
9.3 Grillen (hoofd- en hulpoven)
SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES
SCHAKELAAR THERMOSTAAT OP MAXIMUM
82
Hiermee kan voedsel snel goudbruin worden gebakken. Het wordt geadviseerd de schaal in de bovenste geleider te schuiven. Voor korte bereidingen en bij kleine hoeveelheden kan het rooster het beste in de derde geleider van beneden af worden geplaatst. Voor langere bereidingstijden en grillen dient het rooster op de lagere geleiders te worden geschoven, afhankelijk van de stukgrootte.
De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten blijven.
Page 21
Instructies Voor de Gebruiker
9.4 Grillen met warme lucht (hoofdoven)
SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES
SCHAKELAAR THERMOSTAAT MET KEUZE TUSSEN 50° EN 200°C
Maakt een gelijkmatige verdeling van de warmte en een beteren penetratie in de diepte mogelijk. Het voedsel krijgt een lichtbruin korstje, terwijl het binnenste zacht blijft.
De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten blijven. De verwarmingstijd mag niet langer zijn dan 60 minuten.
9.5 Delicate bereidingen (hulpoven)
SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES
SCHAKELAAR THERMOSTAAT MET KEUZE TUSSEN 50 - 250°C
Aangewezen voor gebak en taarten in bakvormen. Zeer goede resultaten worden ook behaald bij bereidingen die vooral warmte vanaf de bodem vereisen. Het wordt geadviseerd de schaal op een lage geleider te schuiven.
83
Page 22
Instructies Voor de Gebruiker
9.6 Ontdooien (hoofdoven)
SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES
SCHAKELAAR THERMOSTAAT OP STAND 0
De luchtverplaatsing op omgevingstemperatuur zorgt voor snelle ontdooiing van het voedsel.
Het ontvriezen op kamertemperatuur biedt het voordeel dat de smaak en het uitzicht van de voedingswaren niet gewijzigd wordt.
9.7 Bereiding aan het spit (hulpoven)
SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES
SCHAKELAAR THERMOSTAAT OP MAXIMUM
84
Dit type bereiding is alleen voorzien voor de hulpoven. Het wordt geadviseerd hiervan gebruik te maken voor kleine stukken.
Bereid het spit voor met het voedsel, door de schroeven A van de vorken vast te zetten. Zet het frame B in de derde geleider van beneden
p
p
p
Page 23
Instructies Voor de Gebruiker
poelie E op de uitholling van het frame B blijft. Schuif het frame B helemaal naar binnen totdat de stang van het spit in de behuizing C komt, waarin hij wordt aangedreven door de motor van het spit achter in de oven. Plaats de schaal F op de onderste geleider en giet er een beetje water op om rookvorming te vermijden. De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten blijven.
Regelmatige intermittenties van de seinlamp van de thermostaat tijdens het bakken zijn normaal en duiden het behouden aan van een constante temperatuur binnen in de oven.
85
Page 24
Instructies Voor de Gebruiker
9.8 Tabellen met aangeraden kookwijzen
De kooktijden, in het bijzonder voor vleesgerechten, zijn verschillend naargelang de dikte en de kwaliteit van het voedsel en zijn tevens afhankelijk van de smaak van de verbruiker.
STAND RICHEL
HOOFDSCHOTELS
LASAGNE PATES IN DE OVEN
VLEES
KALFSGEBRAAD RUNDSGEBRAAD VARKENSGEBRAAD KIP EEND GANS - KALKOEN KONIJN SCHAPEBOUT GEBRADEN VIS 1 - 2 170 - 200 VOLGENS
PIZZA 1 - 2 210 - 240 40 - 45
PATISSERIE
SCHUIMGEBAK ZANDDEEG CAKE LANGE VINGERS BRIOCHES FRUITTAARTEN
VAN ONDER AF
TRADITIONEEL KOKEN
TEMPERATUUR (°C) TIJD IN
2 - 3 2 - 3
2 2 2 2 2 2 2 1
1 - 2 1 - 2 1 - 2 1 - 2 1 - 2 1 - 2
210 - 230 210 - 230
170 - 200 210 - 240 170 - 200 170 - 200 170 - 200 140 - 170 170 - 200 170 - 200
50 - 70
170 - 200
165
150 170 - 200 170 - 200
MINUTEN (*)
30 40
30 - 40 / KG. 30 - 40 / KG. 30 - 40 / KG.
45 - 60 45 - 60 45 - 60 50 - 60
15 / KG.
GROOTTE
60 - 90 15 - 20 35 - 45 30 - 50 40 - 45 20 - 30
(*) = MET VOORVERWARMDE OVEN
STAND RICHEL
AAN DE ENE KANT AAN DE ANDERE KANT VARKENSCOTELETTEN VARKENSFILET RUNDSFILET LEVERSNEDEN KALFSLAPJES HALVE KIP WORSTEN GEHAKTBALLEN VISFILET TOAST
KOKEN MET DE GRILL
VAN ONDER AF
4 3 3 4 4 3 4 4 4 4
TIJD IN MINUTEN
7 - 9 9 - 11 9 - 11
2 - 3
7 - 9 9 - 14
7 - 9
7 - 9
5 - 6
2 - 4
5 - 7 5 - 9
9 - 11
2 - 3 5 - 7
9 - 11
5 - 6 5 - 6 3 - 4 2 - 3
86
Page 25
Instructies Voor de Gebruiker
STAND RICHEL
HOOFDSCHOTELS
LASAGNE PATES IN DE OVEN RIJST OP CREOOLSE WIJZE
VLEES
KALFSGEBRAAD VARKENSGEBRAAD RUNDSGEBRAAD RUNDSFILET LAMSGEBRAAD ROAST-BEEF GEBRADEN KIP GEBRADEN EEND GEBRADEN KALKOEN GEBRADEN KONIJN GEBRADEN HAAS GEBRADEN DUIF VIS 2 - 3 150 - 170 VOLGENS GROOTTE PIZZA 2 - 3 210 - 240 30 - 50
ZOETIGHEDEN (PATISSERIE)
CAKE FRUITTAARTEN BISCUIT BRIOCHE STRUDEL PUDDING MET LANGE VINGERS BROOD TOAST
KOKEN MET WARME LUCHT
VAN ONDER AF
2 2 2
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
2 - 3 2 - 3 2 - 3 2 - 3 1 - 2 2 - 3 2 - 3 1 - 2
TEMPERATUUR (°C) TIJD IN MINUTEN
190 - 210 190 - 210 190 - 220
150 - 170 150 - 160 160 - 170 160 - 180 130 - 150 170 - 180
170 160 - 170 150 - 160 150 - 160 160 - 170 140 - 170
150 - 170 170 - 190 190 - 220 160 - 170
150 160 - 170 190 - 210 220 - 240
20 - 25 25 - 30 20 - 25
65 - 90
70 - 100
65 - 90 35 - 45
100 - 130
40 - 45
70 - 90 100 - 160 160 - 240
80 - 100
30 - 50
15 - 25
35 - 45
40 - 50
25 - 35
40 - 60
25 - 35
30 - 40
40
7
87
Page 26
Instructies Voor de Gebruiker
10.REINIGING EN ONDERHOUD
10.1 Reiniging van het roestvrij staal
Om het roestvrij staal in goede conditie te houden, moet het regelmatig na elk gebruik worden schoongemaakt, nadat de oven is afgekoeld.
10.1.1 Gewone dagelijkse reiniging
Gebruik voor het schoonmaken en conserveren van de roestvrij stalen oppervlakken altijd specifieke producten die geen schurende of zure stoffen op chloorbasis bevatten. Gebruikswijze: giet het product op een vochtige doek en maak hiermee het oppervlak schoon, nauwkeurig afnemen en drogen met een zachte doek of een zeem van damhertenleer.
10.1.2 Voedselvlekken of -restanten
Gebruik beslist geen metalen sponsjes of scherpe schrapers, om de oppervlakken niet te beschadigen. Gebruik normale producten voor staal, niet schurend, en maak eventueel gebruik van houten of kunststof werktuigen. Nauwkeurig afnemen en drogen met een zachte doek of een zeem van damhertenleer.
10.2 Reiniging van de onderdelen van de kookplaat
10.2.1 De roosters
Verwijder de roosters (eerst het middelste rooster, daarna die aan de zijkanten). Maak hen schoon in lauw water met een niet-schurend reinigingsmiddel, en zorg ervoor dat alle afzettingen verwijderd worden. Plaats hen weer terug - eerst de roosters aan de zijkanten en vervolgens dat in het midden.
88
Page 27
Instructies Voor de Gebruiker
10.2.2 De kapjes, de vlamverdelerkransen en de branders
De kapjes, de vlamverdelerkransen en de branders kunnen worden weggehaald om reiniging te vergemakkelijken; was hen af in warm water met een niet-schurend reinigingsmiddel, en zorg ervoor dat alle afzettingen worden verwijderd. Wacht tot deze delen perfect droog zijn. Plaats de kapjes terug op de betreffende kransen, en vergewis u ervan dat de uitsparingen i A samenvallen met de pennen B van de branders.
10.2.3 De bougies en de thermokoppels
Voor een goede werking moeten de ontstekingsbougies en de thermokoppels altijd goed schoon zijn. Controleer hen regelmatig en maak hen indien nodig schoon met een vochtige doek. Eventuele droge resten moeten worden verwijderd met een houten prikker of een naald.
10.3 Reiniging van de ovens (zonder zelfreinigende panelen)
Om de ovens in goede conditie te houden moeten ze regelmatig schoongemaakt worden, nadat ze zijn afgekoeld. Haal de verwijderbare delen eruit. Verwijder de geleiders aan de zijkanten, door hen aan de voorkant op te tillen, uit het gat aan de achterkant te halen en naar buiten te halen.
Maak de ovenroosters en de geleiders aan de zijkanten schoon met warm water en niet-schurende reinigingsmiddelen, neem hen af en maak hen droog.
maak de binnenwanden van de oven schoon met een zachte doek die vochtig gemaakt is in een ammoniakoplossing, neem hen af en maak hen droog. Als er nog vlekken of verkleuringen zichtbaar blijven, leg dan een in ammoniak gedompelde doek op de bodem van de oven, sluit de deur en was de oven na enkele uren met warm water en een vloeibaar reinigingsmiddel, neem hem af en maak hem droog.
89
Page 28
Instructies Voor de Gebruiker
10.3.1 Zelfreinigende Panelen (hoofdoven(
De hoofdoven is uitgerust met panelen met continu zelfreinigend email. Dergelijke panelen maken het schoonmaken van de oven veel eenvoudiger en u bent verzekerd van een langdurige goede werking.
10.3.2 Gebruik van de zelfreinigende panelen
Om alle voedselresten en onprettige luchtjes uit de binnenkant van de oven te verwijderen wordt het aanbevolen om van tijd tot tijd het apparaat 30 tot 60 minuten lang leeg te laten werken op een temperatuur van minimaal 200°C. Dit zal de zelfreinigende panelen in staat stellen om de aanwezige resten te verbranden die, als de oven is afgekoeld, met een vochtige spons kunnen worden verwijderd.
10.3.3 Onderhoud van de zelfreinigende panelen
Voor het schoonmaken van de zelfreinigende panelen raden wij het gebruik van schuurmiddelen en gewone detergenten af. Beperk u tot een vochtige doek om de bijzondere karakteristieken van het email dat de panelen bedekt niet aan te tasten.
10.3.4 Demontage van de zelfreinigende panelen
Verwijder alle accessoires uit de ovenruimte en ga als volgt te werk:
1. Verwijder de roosters aan de zijkant (fig. 1);
2. Trek de zijpanelen “F” en “G” eruit (fig. 2);
3. Verwijder het paneel aan de achterkant “A” na eerst de ring met schroefdraad “C” te hebben losgedraaid (fig. 2);
4. Plaats de panelen weer terug in de oorspronkelijke stand.
90
1)
2)
10.4 Deurvenster
Het wordt geadviseerd hen altijd goed schoon te houden, door hen af te wassen met een vochtige spons en een gewoon afwasmiddel.
Page 29
Instructies Voor de Gebruiker
11.BUITENGEWOON ONDERHOUD
De ovens behoeven op gezette tijdens kleine onderhoudswerkzaamheden of vervanging van aan slijtage onderhevige onderdelen, zoals pakkingen, lampjes, enz.. Hier volgen de specifieke instructies voor deze types ingrepen.
Voor alle werkzaamheden moet de elektrische voeding van het apparaat worden uitgeschakeld.
11.1 Vervanging van de lampjes van de verlichting
Het beschermingsdeksel A wegnemen. door het los te vijzen tegen de wijzers van de klok in, de lamp B vervangen met een andere van hetzelfde type. Het beschermingsdeksel A terugplaatsen.
Uitsluitend lampen voor ovens gebruiken (T 300°C).
91
Page 30
Instructies Voor de Gebruiker
11.2 Demontage van de deuren
De deur aan de twee zijden met beide handen vastnemen dicht bij de scharnieren A en de krukken B opheffen. De ovendeur naar boven opheffen door een hoek van ongeveer 45° te vormen en ze eruit trekken. Om de deur terug te plaatsen, de scharnieren A in de daartoe bestemde gleuven plaatsen, ze vervolgens naar beneden toe laten steunen en de krukken B loslaten.
92
11.3 Pakkingen ovendeuren
De pakkingen kunnen worden verwijderd om de ovens accuraat schoon te maken. Alvorens de pakkingen te verwijderen moeten de ovendeuren worden gedemonteerd zoals eerder beschreven. Til, als de deuren verwijderd zijn, de lipjes op de hoeken op, zoals te zien is op de afbeelding.
11.4 Smering van de gaskranen
Het kan zijn dat de gaskranen in de loop der tijd moeilijker gaan draaien en blokkeren. Maak hen dan aan de binnenkant schoon en ververs het smeervet. Dit dient te
worden gedaan door een gespecialiseerd technicus.
Page 31
Page 32
Loading...