Smeg CS19IDA-6 User Manual [nl]

Inhoudsopgave
1. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID EN HET GEBRUIK _68
2. INSTALLATIE VAN HET TOESTEL __________________________ 70
3. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN _____________________ 72
4. KOOKPLAAT ___________________________________________ 79
5. GEBRUIK VAN DE OVEN _________________________________ 84
6. BESCHIKBARE ACCESSOIRES ____________________________ 85
7. ADVIES VOOR DE BEREIDING ____________________________ 86
8. REINIGING EN ONDERHOUD _____________________________ 94
9. BUITENGEWOON ONDERHOUD ___________________________ 97
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATEUR: deze zijn bedoeld voor de gekwalificeerde technicus die de installatie, de indienststelling en de keuring van het toestel moet uitvoeren.
@
Ga voor meer informatie over onze producten naar onze website: www.smeg.com
67
Presentatie

1. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID EN HET GEBRUIK

DE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND DEEL VAN HET TOESTEL. DE HANDLEIDING MOET GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN HET FORNUIS INTACT EN BINNEN HANDBEREIK WORDEN BEWAARD. WIJ BEVELEN AAN OM DEZE HANDLEIDING EN ALLE ERIN OPGENOMEN AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS HET FORNUIS IN GEBRUIK TE NEMEN. DE INSTALLATIE MOET UITGEVOERD WORDEN DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL EN DOOR DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN TE RESPECTEREN. DIT TOESTEL IS BESTEMD VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK, EN IS CONFORM DE EEG-RICHTLIJNEN DIE ACTUEEL VAN KRACHT ZIJN. HET TOESTEL WERD GEBOUWD VOOR DE VOLGENDE FUNCTIE: HET BEREIDEN EN VERWARMEN VAN VOEDSEL; ELK ANDER GEBRUIK DIENT ALS ONEIGENLIJK TE WORDEN BESCHOUWD.
DE CONSTRUCTEUR KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ANDERE DAN DE VERMELDE GEBRUIKSTOEPASSINGEN.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN HUIS ACHTER. SORTEER HET VERSCHILLENDE VERPAKKINGSAFVAL, EN BEZORG HET AAN HET DICHTST BIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALVERWERKING.
DE AARDING MOET VERPLICHT VOORZIEN WORDEN VOLGENS DE VOORZIENE VEILIGHEIDSNORMEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE.
DE STEKKER DIE WORDT AANGESLOTEN OP DE STROOMKABEL EN HET RELATIEVE STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE TYPE EN CONFORM DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN ZIJN. HET STOPCONTACT MOET BEREIKBAAR BLIJVEN NA INBOUW VAN HET TOESTEL.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN.
VOER ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE EEN KORTE KEURING VAN HET TOESTEL UIT, VOLGENS DE AANWIJZINGEN DIE VERDER WORDEN AANGEDUID. BIJ EEN SLECHTE WERKING MOET HET TOESTEL LOSGEKOPPELD WORDEN VAN HET ELEKTRICITEITSNET, EN MOET U HET DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE ASSISTENTICENTRUM CONTACTEREN.
PROBEER NOOIT OM HET TOESTEL ZELF TE HERSTELLEN.
NA HET GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT MOET STEEDS GECONTROLEERD WORDEN OF DE BEDIENINGSKNOPPEN ZICH IN DE POSITIE 0 (UIT) BEVINDEN.
68
Presentatie
ZET NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN DE OVEN: EEN ONVERWACHTE ONTSTEKING ERVAN ZOU TOT BRAND KUNNEN LEIDEN.
HET IDENTIFICATIEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN HET MERK IS GOED ZICHTBAAR AANGEBRACHT IN DE
DIT PLAATJE MAG NOOIT VERWIJDERD WORDEN.
BERGRUIMTE.
DIT TOESTEL MAG NIET GEÏNSTALLEERD WORDEN OP VERHOOGDE VLAKKEN.
HET TOESTEL WORDT TIJDENS HET GEBRUIK ZEER HEET. LET OP DAT U DE WARMTE-ELEMENTEN IN DE OVEN NIET AANRAAKT.
PLAATS NOOIT PANNEN DIE GEEN PERFECT GLADDE EN REGELMATIGE BODEM HEBBEN OP DE KOOKPLAAT.
GEBRUIK DE KOOKPLAAT NOOIT ALS WERKBANK.
LET OP: WANNEER U EEN BARST OF EEN SCHEUR OPMERKT OP HET
GLAZEN OPPERVLAK VAN DE KOOKPLAAT MOET U HET TOESTEL ONMIDDELLIJK UITSCHAKELEN EN EEN ERKEND ASSISTENTIECENTRUM CONTACTEREN.
DIT TOESTEL MAG NIET WORDEN GEBRUIKT DOOR PERSONEN (KINDEREN INBEGREPEN) MET VERMINDERDE FYSISCHE OF PSYCHISCHE VERMOGENS, OF DOOR PERSONEN DIE GEEN ERVARING HEBBEN IN HET GEBRUIK VAN ELEKTRISCHE APPARATUUR, TENZIJ DIT GEBEURT ONDER TOEZICHT OF INSTRUCTIE VAN VOLWASSENEN DIE VOOR HUN VEILIGHEID INSTAAN.
DIT TOESTEL IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN VOLGENS DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EG IN VERBAND MET ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE TOESTELLEN (WASTE ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE).
DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEREN VAN AFGEDANKTE TOESTELLEN, EN GELDT VOOR HET VOLLEDIGE GRONDGEBIED VAN DE EUROPESE UNIE.
VOORDAT HET TOESTEL IN WERKING WORDT GESTELD, MOETEN ALLE OP EN IN HET TOESTEL AANGEBRACHTE ETIKETTEN EN BESCHERMENDE FOLIES VERWIJDERD WORDEN.
De constructeur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor letsels aan personen of materiële schade die wordt veroorzaakt door het niet in acht nemen van deze voorschriften, of door het onklaar maken van zelfs maar een enkel onderdeel van het toestel, of door het gebruik van niet­originele reserveonderdelen.
69
Aanwijzingen voor de installateur

2. INSTALLATIE VAN HET TOESTEL

Dit toestel is uitgerust met een brandpreventiesysteem (type Y) en kan tegen wanden worden gezet die hoger zijn dan het werkblad. Overeenkomstig de bepalingen van de Elektromagnetische Compatibiliteit behoort de elektromagnetische inductieplaat tot Groep 2 en Klasse B (EN 55011).

2.1 Elektrische aansluiting

Controleer of het voltage en de afmeting van de stroomtoevoerlijn overeenstemmen met de kenmerken die worden aangeduid op het plaatje in de bergruimte. Dit plaatje mag nooit worden verwijderd.
Wanneer een vaste aansluiting gebruikt wordt, moet op de toevoerlijn van het toestel een omnipolair onderbrekingsmechanisme aanwezig zijn met openingsafstand van de contacten van minstens 3 mm, op een positie die makkelijk bereikbaar is en die zich nabij het toestel bevindt.
Het toestel is achteraan voorzien van een klemmenbord voor de elektrische aansluiting (raadpleeg het volgende schema). Dit is toegankelijk vanuit het carter aan de achterkant.
70
Aanwijzingen voor de installateur
Werking op 380-415V3N~: gebruik een vijfpolige kabel van het type H05V2V2-F (kabel van 5 x 2,5 mm2).
Werking op 380-415V2N~: gebruik een vierpolige kabel van het type H05V2V2-F (kabel van 4 x 4 mm2).
Werking op 220-240V~: gebruik een driepolige kabel van het type H05V2V2-F (kabel van 3 x 6 mm2).
De aardleiding (geel-groen) van het uiteinde dat op het apparaat moet worden aangesloten moet tenminste 20 mm langer zijn dan de andere leidingen.
De aansluiting zal moeten worden voltooid met een vijfpolige stekker van geschikte capaciteit (zie typeplaatje), of, bij werking op 220-240V, een driepolige stekker. De stekker en het stopcontact in de wand moeten van hetzelfde type zijn (in overeenstemming met de CEI normen). Het toestel moet verplicht worden geaard. Vóór de aansluiting moet u controleren of de stroomvoorziening goed is geaard. Vermijd het gebruik van reductiestukken, adapters of afleidingen.
De constructeur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor persoonlijke letsels of materiële schade als gevolg van het niet in acht nemen van die voorschriften of door het onklaar maken van eender welk deel van het toestel.

2.2 Nivellering

Zet de oven waterpas op de vloer met behulp van de vier regelbare voetjes. U kunt de regeling uitvoeren door eerst de contramoer en vervolgens het voetje los te draaien. De regelschroef kan over 10 mm worden versteld.
71
Aanwijzingen voor de gebruiker

3. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN

3.1 Het frontpaneel

Alle controle- en bedieningsknoppen van het fornuis bevinden zich op het frontpaneel.
Bij het eerste gebruik of na een stroomonderbreking moet voor een
halve seconde op de centrale toets gedrukt worden om de oven te activeren voor de bereiding
BESCHRIJVING VAN DE SYMBOLEN
OVENTHERMOSTAAT
OVENFUNCTIES
KOOKZONE LINKSVOOR
KOOKZONE LINKSACHTER
.
CENTRALE KOOKZONE
KOOKZONE RECHTSACHTER
KOOKZONE RECHTSVOOR
THERMOSTAATKNOP
De keuze van de temperatuur voor de bereiding wordt uitgevoerd door de knop in wijzerszin op de gewenste waarde te draaien, tussen 50° en 250°C. Het oplichten van de controlelamp meldt dat de oven aan het voorverwarmen is. Wanneer deze controlelamp uitgaat, werd de ingestelde temperatuur bereikt. Het regelmatig knipperen duidt aan dat de temperatuur in de oven constant op het ingestelde niveau wordt gehouden.
72
Aanwijzingen voor de gebruiker
FUNCTIEKEUZEKNOP
Draai de knop om uit één van de volgende functies te kiezen:
GEEN FUNCTIE INGESTELD
BOVENSTE EN ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT
ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT + VENTILATIE ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT + GEVENTILEERD
VERWARMINGSELEMENT BOVENSTE EN ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT + VENTILATIE GRILL-ELEMENT
GRILL-ELEMENT + VENTILATIE
GEVENT.
VERWARMINGSELEMENT +
VENTILATIE
ONTDOOIEN
BEDIENINGSKNOPPEN KOOKPLAAT
Met deze knoppen kunnen de zones van de inductieplaat bediend worden. Boven elke draaiknop wordt de bediende plaat aangegeven. De tekening duidt de draaiknop van de zone linksachter aan. Draai de knop naar rechts om het werkvermogen van de zone te regelen, van een minimum van 1 tot een maximum van 9. Het werkvermogen staat aangegeven op een display op de kookplaat.
73
Aanwijzingen voor de gebruiker
Verwarmingsversneller
Elke kookzone heeft een verwarmingsversneller. Met dit systeem kan de plaat werken aan het maximum vermogen voor een tijd die evenredig is aan het geselecteerde vermogen. Om de verwarmingsversneller te starten: draai de knop naar links, selecteer de positie “A”, en laat de knop los. De letter “A” zal op het display van de kookplaat verschijnen. Nu heeft u 3 seconden om de gewenste verwarmingspositie te kiezen. Nadat de positie tussen 1 en 9 geregeld werd, zullen de letter “A” en de geselecteerde positie om de beurt op het display knipperen. Tijdens de werking van de verwarmingsversneller kan de verwarmingsintensiteit op elk moment verhoogd worden. De periode van het "maximum vermogen" wordt bijgevolg gewijzigd. Wanneer het vermogen daarentegen beperkt wordt, wordt de optie "A" automatisch gedesactiveerd wanneer de knop in tegenwijzerszin wordt gedraaid.
Power functie
Wanneer deze functie wordt gebruikt, is het mogelijk om elke verwarmingszone continu aan het maximum vermogen voor maximum 10 minuten te doen werken. Met deze functie kan bijvoorbeeld een grote hoeveelheid water snel aan de kook gebracht worden, of vlees bereid worden. Draai de knop in wijzerszin en stel de verwarmingsintensiteit in op positie 9, selecteer door middel van de draaiknop de positie “P”, en laat los. Op het display van de overeenkomstige zone verschijnt “P”. Na 10 minuten vermindert automatisch het vermogen, keert het terug naar positie 9, en "P" verdwijnt. De functie Power kan alleszins onderbroken worden door op eender welk moment de verwarmingsintensitieit te verminderen. Wanneer de optie Power geselecteerd wordt op een plaat (bijvoorbeeld de linker plaat vooraan), kan het geabsorbeerd vermogen van de tweede plaat (links achteraan) beperkt blijken om de beschikbare maximum energie naar de eerste plaat te voeren. Voor dezelfde reden heeft de functie Power de prioriteit tegenover de verwarmingsversneller. Wanneer een recipiënt van de kookzone wordt verwijderd tijdens de inschakeling van de functie Power, wordt de functie gestopt.
74
Aanwijzingen voor de gebruiker

3.2 Analoge Elektronische Klok (enkel op sommige modellen)

LIJST MET FUNCTIES
TOETS KOOKWEKKER
KNOP EINDE BEREIDING
INSTELLING JUISTE TIJD EN RESET
TOETS AFNAME WAARDE
TOETS TOENAME WAARDE
Het alarmsignaal dat op het einde van elke programmering zal afgaan, bestaat uit 10 geluidssignalen die 3 maal met intervals van ongeveer 1 minuut worden herhaald. Het kan echter op elk moment worden onderbroken, door een willekeurige toets in te drukken.

3.2.1 Instelling van het uur

Bij het eerste gebruik van de oven, of na een stroomonderbreking, zal het display met regelmatige onderbrekingen knipperen. Wanneer u op de
toets
drukt, wordt het knipperen van het display beëindigd. Druk
nogmaals 2 seconden op de toets ; nu kan de juiste tijd ingesteld worden. Wanneer u de toetsen voor de wijziging van de waarde
of indrukt, verkrijgt u bij elke druk een toename of afname van één minuut. Druk één van de toetsen voor het wijzigen van de waarde in tot de juiste tijd verschijnt. 5 Seconden na de laatste keer indrukken, zal de klok gaan lopen vanaf de ingestelde tijd.
75
Aanwijzingen voor de gebruiker

3.2.2 Kookwekker

Deze functie zal de bereiding niet onderbreken, maar enkel het geluidssignaal activeren.
- Wanneer u op de toets
drukt, wordt het display verlicht zoals aangeduid wordt in afbeelding 1;
- Druk binnen 5 seconden op de toetsen om de timer van de kookwekker in te stellen. Bij elke druk zal 1 extern segment oplichten of uitgaan, overeenkomstig 1 minuut van bereiding
of
1
(in afbeelding 2 wordt 1 uur en 10 minuten weergegeven).
- 5 Seconden na de laatste druk op de toets zal het aftellen beginnen, en nadien zal het geluidssignaal afgaan.
- Tijdens het aftellen kan de juiste tijd weergegeven worden door 1 maal op de toets
2
te drukken, en wanneer u hem opnieuw indrukt wordt teruggekeerd naar het kookwekkerdisplay.
Na het aftellen moet u de oven manueel uitschakelen door de thermostaat en de keuzeschakelaar van de functies op positie 0 te draaien.
Het is niet mogelijk om een langere tijdsduur dan 4 uren in te stellen.
76
Aanwijzingen voor de gebruiker

3.2.3 Programmering

Duur van bereiding: wanneer op de tweede toets
gedrukt wordt, kan de duur van de bereiding ingesteld worden. Vóór het instellen, moet u de thermostaat op de voor de bereiding gewenste temperatuur draaien en de keuzeschakelaar voor de functies in een willekeurige positie plaatsen. Om de duur van de bereiding in te stellen, moet u als volgt te werk gaan:
- Druk op de toets
12 plaatsen en het symbool
; de wijzer zal zich op positie
zal knipperen
(Afb. 1).
- Druk binnen 5 seconden op de toetsen
om de duur van de bereiding in te stellen: iedere keer u de toets
indrukt, zal de duur van de
of
1
bereiding met 1 minuut worden verlengd, en iedere 12 minuten zal een volledig nieuw intern segment oplichten (in figuur 2 ziet u een duur van 1 uur afgebeeld).
- Wanneer u eenmaal de gewenste duur heeft
bereikt, zal de bereiding ongeveer 5 seconden na de laatste druk op de toetsen
of
2
starten.
- Wanneer de bereiding eenmaal is begonnen, zal
op het display de juiste tijd worden weergegeven met vaste segmenten en de resterende minuten met knipperende segmenten (ieder knipperend segment verwijst naar 12 overgebleven minuten).
- Op het einde van de bereidingstijd zal de timer
de verwarmingselementen van de oven uitschakelen, zal het geluidssignaal afgaan en zullen de cijfers op het scherm gaan knipperen.
- Het is eveneens mogelijk om de duur op nul te
stellen door het ingestelde programma te resetten: Druk 2 seconden op de centrale toets
zodat de ingestelde duur wordt geannuleerd
en de oven manueel kan uitgeschakeld worden.
Aandacht: u kan geen duur van de bereidingstijd instellen van meer dan 12 uur.
77
Aanwijzingen voor de gebruiker
Begin bereiding: naast de duur van de bereiding kunt u ook de starttijd van
de bereiding instellen (met een maximaal uitstel van 12 uur tegenover de actuele tijd). Om het begintijdstip/eindtijdstip in te stellen, moet u als volgt handelen. Stel de duur van de bereidingstijd in zoals beschreven werd in de vorige paragraaf.
- Binnen 5 seconden na de laatste druk op de toetsen
nogmaals op de toets
drukken om het uur van het einde van de
bereiding te bepalen. Op het display zal het symbool
of moet u
knipperen en
zal de juiste tijd worden weergegeven, en zullen de interne segmenten oplichten die het einde van de bereiding aangeven. Met de toetsen en
moet u het tijdstip voor het einde van de bereiding instellen.
- 5 Seconden na de laatste druk op een toets zal het display de juiste tijd
en het begin- en eindtijdstip van de bereiding aanduiden, die weergegeven worden door de verlichte interne segmenten. Zolang de juiste tijd niet overeenstemt met het begintijdstip van de bereiding zullen de segmenten op het display vast zijn; zodra de juiste tijd overeenstemt met het ingestelde begintijdstip zullen alle interne segmenten gaan knipperen en aangeven dat de oven met de bereiding is begonnen.
- Op het einde van de bereidingstijd zal de timer de
verwarmingselementen van de oven uitschakelen, zal het geluidssignaal afgaan en zullen de cijfers op het scherm gaan knipperen.
- Om het hele ingestelde programma te resetten, moet u de centrale toets
2 seconden ingedrukt houden; wanneer de bereiding reeds is
begonnen, zult u de oven manueel moeten uitschakelen.
- In de figuur hiernaast ziet u een voorbeeld van een
programmering: de juiste tijd is 7:06, het begintijdstip is geprogrammeerd op 8 uur en het einde op 9 uur.
- Om 8 uur zullen de interne segmenten tussen 8 en
9 gaan knipperen, en zal de urenwijzer stil blijven
1
staan.
Aandacht: na de net beschreven programmering zal de oven echter pas met de bereiding beginnen wanneer de thermostaatknop en de functiekeuzeschakelaar op de gewenste temperatuur en functie geplaatst zijn.

3.2.4 " Beperkte helderheid display

Om het energieverbruik in stand-by te beperken, kan door eventjes op de toets
te drukken de helderheid van het display in de beperkte
modaliteit ingesteld worden. Om de normale helderheid weer in te stellen, moet nogmaals op de toets
gedrukt worden.
78
Aanwijzingen voor de gebruiker

4. KOOKPLAAT

Leg geen metalen voorwerpen, zoals bestek of deksels, die heet zouden kunnen worden, op het oppervlak van de kookplaat.

4.1 Kookzones

Het toestel is voorzien van 5 kookzones met verschillende diameters en vermogens. Hun positie wordt duidelijk aangeduid door cirkels, en de warmte wordt beperkt binnen de getekende diameters op het glas. De 5 kookzones zijn van het type HIGH-LIGHT, ze worden na enkele seconden aangeschakeld en de verwarming kan geregeld worden door middel van de bedieningen op het frontpaneel, van een minimum tot een maximum. Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel die gevoed wordt door een elektronisch systeem, en die een variabel magnetisch veld creëert. Wanneer in een dergelijk magnetisch veld een pan wordt geplaatst, richten de hogefrequentiestromen zich rechtstreeks op de pan en wordt de warmte geproduceerd die nodig is voor de bereiding van het voedsel. De 5 controlelampen vooraan tussen de kookzones lichten op wanneer één of meerdere kookzones warmer zijn dan 60°C. De controlelampen zullen pas uitgaan wanneer de temperatuur tot onder ongeveer 60° gedaald is.

4.1.1 Werkingsvermogens

Onderstaand volgt een tabel met het verbruik van de gebruikte kookzones.
Nummer
zone:
1 210 mm
2 145 mm
3 180 mm
4 145 mm
5 210 mm
Totaal opgenomen vermogen 9250 W
Diameter zone Opgenomen vermogen
Normale werking: 2300 W Met power functie: 3200 W Normale werking: 1400 W Met power functie: 1800 W Normale werking: 1850 W Met power functie: 2500 W Normale werking: 1400 W Met power functie: 1800 W Normale werking: 2300 W Met power functie: 3200 W
79
Aanwijzingen voor de gebruiker
Wanneer de plaat voor het eerst wordt gebruikt, wordt aangeraden om op te warmen tot de maximum temperatuur, en dit lang genoeg zodat eventuele oliehoudende productieresten verbrand worden die aan het voedsel een onaangename geur zouden kunnen verlenen.

4.1.2 Type recipiënten

Voor dit type van toestel zijn speciale pannen nodig. De bodem van de pan moet in ijzer of staal/ijzer zijn, zodat het magnetisch veld geproduceerd kan worden dat nodig is voor de verwarming. Niet geschikt zijn recipiënten van:
glas;
keramiek;
terracotta;
staal, aluminium of koper zonder magnetische bodem.
Om te controleren of de pan geschikt is, kan u een magneet op de bodem plaatsen: wanneer deze aangetrokken wordt, is de pan geschikt voor de inductieplaat. Wanneer u niet over een magneet beschikt, giet u een beetje water in de pan, plaats u ze op een kookzone, en schakelt u de plaat aan. Wanneer op de display, in plaats van het vermogen, het
symbool
verschijnt, betekent dit dat de pan niet geschikt is. De voor het koken gebruikte pannen moeten minimale diameters hebben om een correcte werking te kunnen garanderen. Onderstaand vindt u een tabel met de minimumdiameters van de pannen afhankelijk van de kookzone.
Nummer
zone:
1 140 mm 2 90 mm 3 110 mm 4 90 mm 5 140 mm
Minimumdiameter
van de pan
U kan ook pannen gebruiken die groter zijn dan de kookzones, maar er moet dan wel opgelet worden dat de bodem van de pan niet in contact komt met andere kookzones en dat de pan altijd goed in het midden van de kookzone wordt geplaatst.
80
Aanwijzingen voor de gebruiker
Gebruik uitsluitend recipiënten die ontworpen werden voor gebruik op inductieplaten, die een dikke en volledig platte bodem hebben. U kan ook recipiënten gebruiken met een bodem zonder welvingen (holle of bolle bodems).
JA NEE NEE

4.1.3 Signaal aanwezigheid pannen

Elke kookzone heeft een mechanisme dat de "aanwezigheid van de pannen" detecteert, dat de bereiding enkel toelaat wanneer een geschikt en correct geplaatst recipiënt aanwezig is op die plaat. Wanneer het recipiënt niet correct geplaatst is of wanneer het uit ongeschikt materiaal bestaat, en u wil de plaat toch inschakelen, zal op
het display enkele seconden na de inschakeling het symbool verschijnen, dat de fout aanduidt.

4.1.4 Restwarmte

Elke plaat is voorzien van een mechanisme dat de restwarmte aanduidt. Op de display kan, na het uitschakelen van iedere kookzone, een
knipperende “ bewuste kookzone nog zeer heet is. Ook als de “
de bereiding van het voedsel hervatten: ga in dat geval te werk zoals beschreven wordt in paragraaf "3".

4.1.5 Blokkering van de kookplaat

Wanneer de plaat niet in werking gesteld is, kan ze "geblokkeerd" worden zodat toevallige inschakelingen door kinderen vermeden worden. Draai de draaiknoppen van de platen 2 en 4 gelijktijdig naar links wanneer de platen uitgeschakeld zijn, tot op het vermogensdisplay 5 L verschijnt; laat de knop daarna los. Herhaal dezelfde handeling om de deblokkering uit te voeren: de displays van de platen zullen het cijfer 0 tonen, wat aanduidt dat de blokkering van de platen gedesactiveerd werd.
” worden weergegeven. Dit signaal wijst erop dat de
” nog knippert, kan u
81
Aanwijzingen voor de gebruiker

4.1.6 Warmtebescherming van de elektronische kaart

Het toestel heeft een mechanisme dat voortdurend de temperatuur van de elektronische kaart meet. Wanneer de temperatuur een bepaalde waarde overschrijdt, activeert het mechanisme bepaalde functies om de temperatuur te verlagen zodat de glaskeramische plaat correct kan blijven werken Hier volgt een tabel met handelingen die automatisch geactiveerd worden,
Handeling
.
met de relatieve begintemperatuur:
Temperatuur van
de ingreep
Inschakeling ventilator met lage snelheid 50 °C Inschakeling ventilator met hoge snelheid 60 °C Retour van de ventilator met lage snelheid 55 °C Uitschakeling van de ventilator 45 °C Vermindering werkingsvermogen van Power naar 9 76 °C Vermindering van het vermogen met één punt voor
85 °C
iedere kookzone Uitschakeling van alle kookzones 90 °C Herontsteking van de kookzones op verminderd
85 °C
vermogen Normale werking van alle kookzones 80 °C
Elke ingreep van dit type wordt op de kookplaat aangeduid door een
nippering van de vermogensdisplays.
k

4.1.7 Warmtebescherming van de glaskeramische plaat

Het toestel heeft een mechanisme dat voortdurend de temperatuur van de elektronische kaart meet. Wanneer de temperatuur een bepaalde waarde overschrijdt, activeert het mechanisme bepaalde functies om de temperatuur te verlagen zodat de glaskeramische plaat correct kan blijven werken Hier volgt een tabel met handelingen die automatisch geactiveerd worden, met de relatieve begintemperatuur:
Handeling
.
Temperatuur van
de ingreep
Vermindering werkingsvermogen van Power naar 9 250 °C Vermindering van het vermogen met één punt 280 °C Uitschakeling van de kookzone 300 °C Terugkeer van het vermogen naar de ingestelde
250 °C
waarde
82
Aanwijzingen voor de gebruiker
Elke ingreep van dit type wordt op de kookplaat aangeduid door een knippering van de vermogensdisplays. Wanneer de kookzone wordt
uitgeschakeld, zal het symbool
knipperend worden weergegeven
Let ervoor op dat u tijdens de bereiding geen suiker of zoete mengsels op de kookplaat morst, of er materialen op plaatst die zouden kunnen smelten (plastic of aluminiumfolie); indien dit mocht gebeuren, dan moet u, om de staat van het oppervlak niet te beschadigen, de verwarming uitschakelen en de plaat met de bijgevoegde schraper reinigen zolang de plaat nog lauwwarm is. Als de glaskeramische plaat niet
onmiddellijk schoon gemaakt wordt, bestaat het risico voor afzettingen die niet meer verwijderd kunnen worden als de plaat eenmaal afgekoeld is.
Belangrijk!
Hou kinderen uit de buurt van de platen; ze zouden de controlelampen van de restwarmte niet kunnen opmerken. De kookzones blijven na gebruik zeer warm voor een bepaalde periode, ook al zijn ze uitgeschakeld. Hou kinderen dus uit de buurt, zodat ze hun handen
niet verbranden.
Laat geen bestek of metalen voorwerpen achter op de plaat: ze zouden
kunnen verhitten

4.2 Verwarmingsfunctie

Het doel van deze functie is het regelen van de temperatuur van de bodem van de pan op ongeveer 65°C. Hierdoor wordt het voedsel warm gehouden, met een optimaal energetisch niveau, en wordt het delicaat opgewarmd. De maximum duur van de verwarmingsfunctie wordt beperkt tot 2 uur. De verwarmingsfunctie ligt tussen [0] en [1], en wordt aangeduid door de symbolen op de kookzones.
83
Aanwijzingen voor de gebruiker
5. GEBRUIK VAN DE OVEN

5.1 Algemene waarschuwingen en advies

Wanneer de oven voor het eerst wordt gebruikt, wordt aangeraden om op te warmen tot de maximum temperatuur (250°C), en dit lang genoeg zodat eventuele oliehoudende productieresten verbrand worden die aan het voedsel een onaangename geur zouden kunnen verlenen. Bij het eerste gebruik of na een stroomonderbreking moet voor een halve
seconde op de centrale toets voor de bereiding. Voor de regeling verwijzen wij naar paragraaf "3.2 Analoge elektronische klok”.
Bedek tijdens de bereiding de bodem van de oven niet met aluminiumfolie of dergelijk, en plaats hierop geen pannen of ovenschalen om beschadiging aan het email te vermijden. Bij gebruik van bakpapier moet u er voor zorgen dat de circulatie van de warme lucht in de oven er niet door wordt verhinderd.
Teneinde te voorkomen dat de eventuele damp binnen in de oven last veroorzaakt, de ovendeur in twee ogenblikken openen: de deur half open houden (ongeveer 5 cm.) gedurende 4-5 seconden, en ze daarna volledig openen. Wanneer gerechten moeten gecontroleerd worden tijdens de bereiding, moet u de ovendeur zo weinig mogelijk openhouden om te vermijden dat de temperatuur in de oven zodanig zakt dat het slagen van de bereiding in gedrang komt.

5.2 Ovenlamp

Gaat branden wanneer u de functiekeuzeknop op een willekeurige stand zet of, bij een uitgeschakelde oven, wanneer u de deur opent.

5.3 Bergruimte

Onderaan het fornuis, onder de ovens, bevindt zich de bergruimte. Ze kan bereikt worden door aan de bovenkant van het deurtje te trekken. Bewaar er absoluut geen ontvlambare materialen zoals vodden, papier en dergelijk, maar eventueel enkel de metalen accessoires van het toestel.
Open de bergruimte niet wanneer de oven aangeschakeld of warm is. De temperaturen in deze ruimte kunnen zeer hoog zijn.
gedrukt worden om de oven te activeren
5 cm
84
Aanwijzingen voor de gebruiker

6. BESCHIKBARE ACCESSOIRES

De oven beschikt over 4 geleiders voor het plaatsen van roosters en ovenschalen op verschillende hoogtes.
Ovenrooster: voor het koken van voedsel in schalen, kleine taarten, braadstukken of voedsel dat licht moet worden geroosterd.
Rooster voor ovenschaal: om bovenop een ovenschaal te zetten voor het bereiden van voedsel dat kan lekken.
Ovenschaal: nuttig voor het opvangen van het vet dat van het voedsel op het rooster erboven druipt.
Gebakschaal: voor taarten, pizza’s en ovengebak.
Braadspit: handig voor het roosteren van kip, braadworstjes en al het voedsel dat gelijkmatig over het volledige oppervlak moet worden gebakken.
Steunen van het spit: moeten in de openingen van de ovenschaal worden gestoken, voordat het spit gebruikt wordt.
85
Aanwijzingen voor de gebruiker

7. ADVIES VOOR DE BEREIDING

Er wordt aangeraden om bij het voorverwarmen de geventileerde functie te gebruiken aan een temperatuur die 30/40°C hoger ligt dan de bereidingstemperatuur. Deze ingreep verkort de bereidingstijden aanzienlijk, verlaagt het energieverbruik en verbetert bovendien het uiteindelijke resultaat van de bereiding.
Tijdens het koken moet de ovendeur gesloten blijven.

7.1 Traditionele bereidingen

FUNCTIEKEUZEKNOP
THERMOSTAAT NAAR WENS TUSSEN 50 - 250°C
Dit klassieke kooksysteem, waarbij de hitte van boven en van onderen komt, is geschikt voor het bakken van voedsel op een enkel niveau. U moet de oven voorverwarmen tot de ingestelde temperatuur is bereikt. Plaats het gerecht pas in de oven nadat het controlelampje van de thermostaat is uitgegaan. Bijzonder vet vlees moet in de nog koude oven worden gezet. Diepvriesvlees kunt u rechtstreeks, zonder vooraf ontdooien, in de oven zetten. Als enige voorzorgsmaatregel moet u ongeveer 20°C lagere temperaturen instellen en kooktijden van ongeveer een 1/4 langer ten opzichte van die voor vers vlees gebruiken.
Gebruik recipiënten met een hoge rand om te voorkomen dat spatten de wanden van de oven bevuilen.
86
Aanwijzingen voor de gebruiker

7.2 Bereidingen met warme lucht

FUNCTIEKEUZEKNOP
THERMOSTAAT NAAR WENS TUSSEN 50 - 250°C
Dit systeem is geschikt voor bereidingen op verschillende vlakken, ook van verschillende voedseltypes (vis, vlees, enz.) zonder dat de smaak of geur wordt overgedragen. De circulatie van de lucht in de oven garandeert een gelijkmatige verspreiding van de hitte. Voorverwarming is niet nodig.
Bereidingen op verschillende vlakken is mogelijk op voorwaarde dat de bereidingstijden van de gerechten overeenstemmen.
87
Aanwijzingen voor de gebruiker
7.3 Grillen
FUNCTIEKEUZEKNOP
THERMOSTAAT IN DE MAXIMUMSTAND
Geschikt voor het snel goudbruin braden van het voedsel. Wij raden aan om de ovenschaal in de bovenste stand te zetten. Bij korte kooktijden en kleine hoeveelheden moet u het rooster op de derde geleiderail van onderen plaatsen. Bij langere kooktijden en grillschotels moet u het rooster lager zetten afhankelijk van de grootte van de stukken vlees. De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten blijven.
Tijdens het grillen moet de ovendeur gesloten blijven. Grillen met de deur open kan blijvende schade toebrengen aan de oven, en kan de veiligheid in het gedrang brengen.
88
Aanwijzingen voor de gebruiker

7.4 Grillen met warme lucht

FUNCTIEKEUZEKNOP
TERMOSTAAT VAN 50° T/M 250°C
Maakt een gelijkmatige verspreiding mogelijk van de warmte die beter en dieper door kan dringen in het voedsel. Het voedsel zal van buiten licht goudbruin worden en van binnen mals blijven.
Tijdens het koken moet de ovendeur gesloten blijven en mag de maximale duur van de verwarming niet langer zijn dan 60 minuten.
Tijdens het grillen moet de ovendeur gesloten blijven. Grillen met de deur open kan blijvende schade toebrengen aan de oven, en kan de veiligheid in het gedrang brengen.
89
Aanwijzingen voor de gebruiker
7.5 Ontdooien
FUNCTIEKEUZEKNOP
THERMOSTAAT IN DE STAND 0
Uitsluitend de verplaatsing van de lucht door de ventilator zal voor een snellere ontdooiing van het voedsel zorgen. De in de oven circulerende lucht is op omgevingstemperatuur.
Het ontdooien op omgevingstemperatuur heeft als voordeel dat de smaak en het aanzien van het voedsel er niet door worden veranderd.
90
Aanwijzingen voor de gebruiker

7.6 Bereidingen met het draaispit

FUNCTIEKEUZESCHAKELAAR
THERMOSTAAT IN DE MAXIMUMSTAND
Rijg het voedsel aan het braadspit en blokkeer de schroeven A van de vorken. Steek de supports B in de gaten van de ovenschaal F. Zorg er bij het plaatsen van het braadspit voor dat de schijf E op de holte ad rechterkant van de support B geleid blijft. Zet de ovenschaal helemaal in de oven tot de punt van het spit tegenover het gat C staat. Nu moet u met de kantelbeweging van supports B de punt van het braadspit in gat C voor de draaiing van de braadspitmotor in de zijwand van de oven laten vallen. Giet een beetje water in de schaal om rookvorming te voorkomen. Tijdens het koken moet de ovendeur gesloten blijven.
Regelmatige knipperingen van de controlelamp van de thermostaat tijdens de bereiding is normaal, en duidt aan dat de temperatuur in de oven constant wordt gehouden.
LET OP: De supports B moeten gemonteerd worden zoals afgebeeld in de figuur hiernaast
91
Aanwijzingen voor de gebruiker

7.7 Tabellen met aanbevolen waarden

De bereidingstijden, in het bijzonder voor vleesgerechten, hangen af van de dikte en van de kwaliteit van het voedsel, en van de smaak van de consument.
POSITIE GELEIDERAIL
VOORGERECHTEN
LASAGNE MACARONI UIT DE OVEN
VLEES
KALFSGEBRAAD GEBRADEN RUNDVLEES GEBRADEN VARKENSVLEES KIP EEND GANS - KALKOEN KONIJN RAMSBOUT GEROOSTERDE VIS 1 - 2 170 - 200 AFHANKELIJK VAN
PIZZA 1 - 2 210 - 240 40 - 45
GEBAK
SCHUIMPJES BLADERDEEG KRANSVORMIG GEBAK LANGE VINGERS CROISSANTS VRUCHTENTAART
(*) = MET VOORVERWARMDE OVEN
STAND GELEIDERAIL
1° ZIJDE 2° ZIJDE VARKENSKOTELET VARKENSFILET RUNDERFILET PLAKJES LEVER KALFSLAPJE HALVE KIP BRAADWORSTJES GEHAKTBALLEN VISFILET TOAST
TRADITIONELE BEREIDINGEN
VAN ONDEREN
2 - 3 2 - 3
2 2 2 2 2 2 2 1
1 - 2 1 - 2 1 - 2 1 - 2 1 - 2 1 - 2
TEMPERATUUR
(°C)
210 - 230 210 - 230
170 - 200 210 - 240 170 - 200 170 - 200 170 - 200 140 - 170 170 - 200 170 - 200
50 - 70
170 - 200
165
150 170 - 200 170 - 200
TIJDSDUUR
IN MINUTEN (*)
30 - 40 PER KG. 30 - 40 PER KG. 30 - 40 PER KG.
DE GROOTTE
GRILLEN
VAN ONDEREN
4 3 3 4 4 3 4 4 4 4
TIJDSDUUR IN MINUTEN
7 - 9 9 - 11 9 - 11
2 - 3
7 - 9 9 - 14
7 - 9
7 - 9
5 - 6
2 - 4
30 40
45 - 60 45 - 60 45 - 60 50 - 60
15 PER KG.
60 - 90 15 - 20 35 - 45 30 - 50 40 - 45 20 - 30
5 - 7 5 - 9
9 - 11
2 - 3 5 - 7
9 - 11
5 - 6 5 - 6 3 - 4 2 - 3
92
Aanwijzingen voor de gebruiker
POSITIE GELEIDERAIL
VOORGERECHTEN
LASAGNE MACARONI UIT DE OVEN CREOOLSE RIJST
VLEES
KALFSGEBRAAD GEBRADEN VARKENSVLEES GEBRADEN RUNDVLEES RUNDERFILET LAMSGEBRAAD ROSBIEF GEBRADEN KIP GEBRADEN EEND GEBRADEN KALKOEN GEBRADEN KONIJN GEBRADEN HAAS GEBRADEN DUIF VIS 2 - 3 150 - 170 VOLGENS
PIZZA 2 - 3 210 - 240 30 - 50
GEBAK
KRANSVORMIG GEBAK VRUCHTENTAART CAKE CROISSANTS STRUDEL LANGEVINGERPUDDING BROOD TOAST
BEREIDINGEN MET WARME LUCHT
VAN ONDEREN
2 2 2
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
2 - 3 2 - 3 2 - 3 2 - 3 1 - 2 2 - 3 2 - 3 1 - 2
TEMPERATUUR
(°C)
190 - 210 190 - 210 190 - 220
150 - 170 150 - 160 160 - 170 160 - 180 130 - 150 170 - 180
170 160 - 170 150 - 160 150 - 160 160 - 170 140 - 170
150 - 170 170 - 190 190 - 220 160 - 170
150 160 - 170 190 - 210 220 - 240
TIJDSDUUR
IN MINUTEN (*)
20 - 25 25 - 30 20 - 25
65 - 90
70 - 100
65 - 90 35 - 45
100 - 130
40 - 45
70 - 90 100 - 160 160 - 240
80 - 100
30 - 50
15 - 25
GROOTTE
35 - 45
40 - 50
25 - 35
40 - 60
25 - 35
30 - 40
40
7
93
Aanwijzingen voor de gebruiker

8. REINIGING EN ONDERHOUD

8.1 Reiniging van de glaskeramische plaat

Vóór elke handeling moet de stroomtoevoer van het toestel uitgeschakeld worden.
De glaskeramische plaat moet regelmatig worden gereinigd, bij voorkeur na ieder gebruik en nadat de restwarmtelampjes zijn gedoofd.
Eventuele lichte vlekken veroorzaakt door pannen met een bodem van aluminium kunnen worden verwijderd met een met azijn bevochtigde doek. Eventueel na het koken overgebleven verbrande resten kunnen worden verwijderd met de bijgevoegde spatel, waarna u de plaat moet afspoelen met water en af moet drogen met een schone doek. Het constante gebruik van de spatel zal de toepassing van chemische middelen voor het dagelijkse reinigen van de kookplaat aanzienlijk verminderen.
Gebruik in geen geval schurende of bijtende reinigingsmiddelen (bijv. poederproducten, ovensprays, ontvlekkingsmiddelen en metalen sponsjes).

8.2 Het reinigen van roestvrij staal

8.2.1 Gewone dagelijkse reiniging

Om de roestvrijstalen oppervlakken schoon te maken en intact te houden moet u altijd en uitsluitend de speciaal hiervoor bestemde producten gebruiken die geen schuurmiddelen of zuren op chloorbasis mogen bevatten. Gebruikswijze: giet het product op een vochtige doek en wrijf het uit op het oppervlak, spoel het zorgvuldig af en droog het met een zachte doek of een zeem.

8.2.2 Voedselvlekken of -resten

Het gebruik van metalen schuursponsjes en scherpe spatels moet worden vermeden om de oppervlakken niet te beschadigen. Gebruik de normale, niet schurende producten voor staal en eventueel houten of plastic gerei. Goed afspoelen en afdrogen met een zachte doek of een zeem. Zorg ervoor dat in de oven geen suikerhoudende voedselresten opdrogen (bijv. jam). Wanneer die te lang uitdrogen kunnen ze het email aan de binnenkant van de oven beschadigen.
94
Aanwijzingen voor de gebruiker

8.3 Reiniging van de oven (zonder zelfreinigende panelen)

Voor een goed behoud van de oven moet u hem regelmatig en nadat hij is afgekoeld, schoonmaken. Verwijder alle losse onderdelen. Moet u de zijroosters verwijderen door ze aan de voorkant op te tillen en ze uit het gat aan de achterkant te trekken.
• Maak de ovenroosters en de geleiderails aan de zijkant schoon met warm
water en niet-schurende detergenten. Daarna afdrogen en afspoelen.

8.3.1 Zelfreinigende panelen

De oven is uitgerust met panelen met constant zelfreinigend email. Dergelijke panelen vereenvoudigen het schoonmaken van de oven en zorgen ervoor dat hij altijd efficiënt blijft.

8.3.2 Gebruik van de zelfreinigende panelen

Om de binnenkant van de oven altijd schoon te houden, zonder onplezierige etensresten en geurtjes, moet u hem van tijd tot tijd leeg, 30 tot 60 minuten lang laten branden op een temperatuur van minimaal 200°, om de overgebleven resten op de zelfreinigende panelen te laten oxyderen. Later, als de oven is afgekoeld, kunt u ze met een vochtige spons verwijderen.

8.3.3 Onderhoud van de zelfreinigende panelen

Voor het reinigen van de panelen wordt het gebruik van de gangbare schoonmaakmiddelen en crèmes afgeraden. Beperk u tot een vochtige spons om de specifieke eigenschappen van het email op de panelen niet aan te tasten.
95
Aanwijzingen voor de gebruiker

8.3.4 Demontage van de zelfreinigende panelen

Verwijder alle accessoires uit de ovenruimte en ga als volgt te werk:
1. Verwijder de geleiderails aan de zijkant (fig.1);
2. Trek de zijpanelen “F” e “G” naar buiten (fig. 2);
3. Verwijder het paneel aan de achterkant “A” na de ringmoer “C” met schroefdraad te hebben losgedraaid (fig. 2);
4. Plaats de panelen weer in de oorspronkelijke stand terug.
1)
2)

8.4 Ruit van de deur

Wij raden aan om de ruit altijd goed schoon te houden. Gebruik absorberend keukenpapier; bij hardnekkig vuil reinigen met een vochtige spons en een gewoon schoonmaakmiddel.
96
Aanwijzingen voor de gebruiker

9. BUITENGEWOON ONDERHOUD

De oven vereist zo nu en dan kleine onderhoudsingrepen of vervanging van onderdelen die onderhevig zijn aan slijtage, zoals pakkingen, lampjes, enz. Hier volgen de specifieke instructies voor alle ingrepen van deze aard.
Vóór elke handeling moet de stroomtoevoer van het toestel uitgeschakeld worden.

9.1 Vervanging van het lampje voor de verlichting

Het beschermingsdeksel A wegnemen. door het los te vijzen tegen de wijzers van de klok in, de lamp B vervangen met een andere van hetzelfde type. Het beschermingsdeksel A terugplaatsen.
Gebruik uitsluitend lampen voor ovens (T 300°C).
97
Aanwijzingen voor de gebruiker
9.2 Demontage van de deur
Open de deur volledig en plaats de (bijgeleverde) pinnen in de gaten vanaf de binnenkant. Sluit de deur in een hoek van ongeveer 45°, hef ze op, en verwijder ze uit haar zit. Om hem weer terug te plaatsen moet u de scharnieren in de daarvoor bestemde gleuven steken en de deur laten zakken en de schroevendraaiers verwijderen.

9.3 Pakking ovendeur

De pakking van de deur kan worden verwijderd om de ovens accuraat schoon te maken. Alvorens de pakkingen te verwijderen moeten de ovendeuren worden gedemonteerd zoals eerder beschreven. Til, als de deur verwijderd is, de lipjes op de hoeken op, zoals te zien is op de afbeelding.
98
914774300/ A
Loading...