Merci d'avoir choisi notre produit.
Nous vous conseillons de lire attentivement ce manuel dans lequel figurent toutes les
indications pour maintenir inaltérées les qualités esthétiques et fonctionnelles de la
cuisiniere.
DEUTSCH37–70
Wir danken Ihnen dafür, daß Sie unser Erzeugnis gewählt haben.
Bitte lesen Sie zuerst alle Anweisungen in dieser Gebrauchsanweisung aufmerksam
durch, um die Kochherd lange Jahre in schönem und leistungsfähigem Zustand zu
erhalten.
NEDERLANDS71 – 104
Wij danken u voor uw keuze van ons product.
Wij raden u aan alle instructies in deze handleiding door te lezen, hicrin zijn alle
aanwijzingen opgenomen om de functionele en esthetische eigenschappen van de
fornuis ongewijzigd te handhaven.
2
Inhoudsopgave
1. VEILIGHEIDS EN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN _______________72
2. INSTALLATIE VAN HET APPARAAT _________________________74
3. REGELING VAN HET GAS _________________________________78
4. LAATSTE HANDELINGEN__________________________________81
5. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN______________________83
6. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT ____________________________90
7. GEBRUIK VAN DE OVEN __________________________________92
DEZE INSTRUCTIES ZIJN ALLEEN GELDIG VOOR DE LANDEN VAN BESTEMMING
WAARVAN DE IDENTIFICATIESYMBOLEN OP DE VOORZIJDE VAN DEZE HANDLEIDING
STAAN.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: zijn bestemd voor de
gekwalificeerde technicus die de gasinstallatie moet controleren en
de installatie, de inbedrijfstelling en de keuring van het apparaat moet
uitvoeren.
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: geven gebruiksadviezen,
beschrijving van de bedieningen en de juiste reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden voor het apparaat.
71
Presentatie
1. VEILIGHEIDS EN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
DEZE HANDLEIDING MAAKT DEEL UIT VAN HET APPARAAT EN MOET
DERHALVE IN ZIJN GEHEEL BINNEN HANDBEREIK ERVAN BEWAARD
WORDEN GEDURENDE DE HELE LEVENSDUUR VAN HET FORNUIS. WIJ
ADVISEREN DEZE HANDLEIDING EN ALLE AANWIJZINGEN ERIN
AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS DE FORNUIS TE GEBRUIKEN.
BEWAAR OOK DE SERIE BIJGELEVERDE MONDSTUKKEN. HET APPARAAT
MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL
MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN. DIT APPARAAT IS
BEDOELD VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN VOLDOET AAN DE
GELDENDE NORMEN DIE OP DIT MOMENT VAN KRACHT ZIJN. HET
APPARAAT IS GEBOUWD OM DE VOLGENDE FUNCTIE TE VERVULLEN:
BEREIDING EN OPWARMEN VAN VOEDSEL; IEDER ANDERSOORTIGE
GEBRUIK DIENT ALS ONEIGENLIJK GEBRUIK TE WORDEN BESCHOUWD.
DE FABRIKANT WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID VOOR ANDER
GEBRUIK DAN IS AANGEGEVEN, AF.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN HUIS
ACHTER. SCHEID DE VERSCHILLENDE AFVALMATERIALEN VAN DE
VERPAKKING EN OVERHANDIG HEN AAN HET DICHTSTBIJZIJNDE
CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALVERWERKING.
VERBINDING MET DE AARDE IS VERPLICHT VOLGENS DE TOEPASSELIJKE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE.
DE STEKKER DIE AAN DE VOEDINGSKABEL EN HET BIJBEHORENDE
STOPCONTACT MOETEN WORDEN BEVESTIGD, MOETEN VAN HETZELFDE
TYPE ZIJN, EN AAN DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN VOLDOEN.
TREK DE STEKKER NOOIT AAN DE KABEL UIT HET STOPCONTACT.
KEUR DE FORNUIS ONMIDDELLIJK NA INSTALLATIE AAN DE HAND VAN DE
INSTRUCTIES DIE VERDEROP GEGEVEN WORDEN. IN GEVAL VAN
SLECHTE WERKING MOET HET APPARAAT WORDEN AFGEKOPPELD VAN
HET ELEKTRICITEITSNET EN MOET HET DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE
SERVICECENTRUM WORDEN GECONTACTEERD.
PROBEER NOOIT HET APPARAAT TE REPAREREN.
CONTROLEER TELKENS NA HET GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT OF DE
BEDIENINGSKNOPPEN IN DE STAND «NUL» (UIT) STAAN.
ZET NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN DE OVEN: ALS DEZE
ONOPZETTELIJK AANGEZET ZOU WORDEN, ZOU ER BRAND KUNNEN
ONTSTAAN.
72
Presentatie
DE IDENTIFICATIEPLAAT MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET
SERIENUMMER EN DE MARKERING IS ZICHTBAAR BINNEN IN DE
OPBERGRUIMTE VAN HET VOEDSEL GEPLAATST.
DEZE PLAAT MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
HET APPARAAT WORDT TIJDENS HET GEBRUIK ZEER HEET. LET ERVOOR
OP DAT U DE VERHITTENDE ELEMENTEN BINNENIN DE OVEN NIET
AANRAAKT.
DIT APPARAAT MAG NIET OP EEN VERHOOGD PLATFORM WORDEN
GEÏNSTALLEERD.
ZET GEEN PANNEN OP DE KOOKPLAAT WAARVAN DE BODEM NIET
PERFECT GLAD EN REGELMATIG IS.
GEBRUIK DE KOOKPLAAT NOOIT ALS WERKVLAK.
GEBRUIK GEEN SCHALEN OF (GRILL) PANNEN DIE DE OMTREK VAN DE
KOOKPLAAT TE BUITEN GAAN.
HET APPARAAT IS BESTEMD VOOR GEBRUIK DOOR VOLWASSENEN. STA
HET KINDEREN NIET TOE IN DE BUURT VAN HET APPARAAT TE KOMEN
OF ERMEE TE SPELEN.
ALS HET APPARAAT WORDT AFGEDANKT DIENT HET TE WORDEN
AFGEGEVEN BIJ EEN CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALVERWERKING.
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid voor persoonlijk letsel of
materiële schade of die veroorzaakt worden door het veronachtzamen
van bovenstaande voorschriften of door het onklaar maken van
afzonderlijke onderdelen van het apparaat, of door gebruik van nietoriginele vervangingsonderdelen.
73
Instructies Voor de Installateur
2. INSTALLATIEVAN HET APPARAAT
Het apparaat dient te worden geïnstalleerd door een gekwalificeerd
technicus, in overeenstemming met de geldende normen.
Het fornuis kan tegen wanden worden geplaatst waarvan er één hoger is
dan de kookplaat, op een afstand van minimaal 50 mm vanaf de zijkant
van het apparaat, zoals afgebeeld in de tekeningen A en B met
betrekking tot de installatieklassen. De minimumafstand voor boven de
kookplaat gemonteerde schappen of afzuigkappen is 750 mm.
74
A
InbouwapparaatVrijstaand
2.1 Elektrische aansluiting
Vergewis u ervan dat het voltage en de dimensionering van de
voedingslijn corresponderen met de eigenschappen die vermeld worden
op de plaat in de opbergruimte voor voedsel.
Deze plaat mag nooit worden verwijderd.
De stekker aan het uiteinde van de voedingskabel en het stopcontact in
de muur moeten van hetzelfde type zijn (in overeenstemming met de
normen). Controleer of de voedingslijn naar behoren geaard is.
Gebruik geen reductoren, adapters of aftakmoffen.
Breng op de voedingslijn van het apparaat een veelpolig
onderbrekingsmechanisme aan met en afstand tussen de contacten van
minstens 3 mm, op een gemakkelijk toegankelijke plaats en in de buurt
van het apparaat.
B
g
Instructies Voor de Installateur
In geval van vervanging van de
voedingskabel, mag de doorsnede van
de draden van de nieuwe kabel niet
minder zijn dan 1.5 mm2 (kabel van
3 x 1.5), en denk eraan dat het
uiteinde dat met het apparaat
verbonden moet worden een minstens
20 mm langere aardingsdraad (geel-
roen) moet hebben. Gebruik
uitsluitend de speciale kabels die
verkrijgbaar zijn bij de
Assistentiecentra.
Voor persoonlijk letsel of materiële schade, veroorzaakt door het
veronachtzamen van bovenstaande voorschriften of door onklaar maken
van een afzonderlijk deel van het apparaat: de fabrikant wijst elkeaansprakelijkheid af.
2.2 Ventilatie van de ruimten
Het apparaat mag uitsluitend worden geïnstalleerd in voortdurend geventileerde
vertrekken, zoals voorzien door de geldende normen. In het vertrek waar het
apparaat geïnstalleerd is moet zoveel lucht toe kunnen vloeien als nodig is voor
een correcte verbranding van het gas en voor de nodige luchtverversing in het
vertrek zelf. De luchtinlaten, die beschermd worden door roosters, moeten de
juiste afmetingen hebben (zie de geldende normen) en moeten zo worden
geplaatst dat ze niet (ook niet gedeeltelijk) afgesloten worden.
2.3 Afvoer van verbrandingsproducten
De afvoer van verbrandingsproducten moet worden verzekerd via wasemkappen
die zijn verbonden met een schouw met natuurlijke trek en de juiste doelmatigheid,
door geforceerde afzuiging. Een doelmatig afzuigsysteem vereist een nauwgezet
ontwerp door een specialist die daartoe bevoegd is, met inachtneming van de
posities en afstanden die door de normen worden opgelegd. Na de
werkzaamheden moet de installateur een conformiteitsverklaring afgeven.
75
Instructies Voor de Installateur
2.4 Gasaansluiting
De aansluiting met rubberen buis moet zo worden verricht dat de leidingen niet
langer zijn dan 2 meter in volledige extensie; vergewis u ervan dat de leidingen
niet in aanraking komen met bewegende delen en niet bekneld raken. De
binnendiameter van de leiding moet 8 mm zijn voor VLOEIBAAR GAS, en 13
mm voor METHAANGAS.
Controleer of aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
• of de leiding bevestigd is aan een slanghouder met veiligheidsklembandje;
• of de leiding over de hele lengte (max. 2 m) geïnspecteerd kan worden;
• of de leiding op geen enkel punt van de route in aanraking komt met hete
wanden (max. 50°C);
• of hij niet blootstaat aan trekkrachten of spanningen, en geen scherpe
bochten maakt of afgekneld wordt;
• of hij niet in aanraking komt met snijdende voorwerpen of scherpe hoeken;
• als de leiding niet perfect afgedicht is en gaslekkages in de omgeving
veroorzaakt, probeer hem dan niet te repareren: vervang hem door een
nieuwe slang;
• controleer of de houdbaarheidsdatum van de slang niet overschreden is.
2.4.1 Aansluiting voor methaangas
Verricht de aansluiting op het gasnet met een rubberen slang
die voldoet aan de voorschriften van de geldende norm
(controleer of de afkorting van de betreffende norm op de
slang afgedrukt is).
Schroef de slanghouder A zorgvuldig op het
gasverbindingsstuk B van het apparaat en breng er de
pakking C tussen aan. Steek de rubberen slang D op de
slanghouder A en zet hem vast met het klembandje E.
76
2.4.2 Aansluiting op vloeibaar gas
Gebruik een drukregelaar en sluit de fles aan volgens de voorschriften
van de normen. Vergewis u ervan dat de voedingsdruk in
overeenstemming is met de waarden die vermeld worden in de tabel in
paragraaf “3.3 Instelling voor vloeibaar gas”.
Instructies Voor de Installateur
Schroef de kleine slanghouder F op de grote
slanghouder A; sluit het zo verkregen blok
aan op het gasverbindingsstuk B (of gebruik
de slanghouder G die rechtstreeks moet
worden aangesloten op het
gasverbindingsstuk B) en breng de pakking C
ertussen aan. Steek de uiteinden van de
rubberen slang H op de slanghouder A+F (ofG) en op de uitlaataansluiting van de
drukverminderaar op de gasfles. Bevestig het
uiteinde van de slang H op de slanghouders
A+F (of G) met het klembandje I.
2.4.3 Aansluiting met flexibele stalen stang
(voor alle types gas)
Als het apparaat wordt aangesloten op het net
door middel van een buigzame stalen leiding,
moet het uiteinde van de leiding L worden
vastgeschroefd aan het gasverbindingsstuk B
met mannelijk schroefdraad ½” gas met
daartussen een pakking C.
De kookplaat is getest en kan uitsluitend op G25 gas met een druk van
Brander
Diameter mondstuk
Hulpbrander 1.05 76 380
Halfsnelle 2.15 110 380
Snel 3.0 115 650
Zeer snel 3.25 135 1200
Vispan 2.15 110 750
Nominaal
warmtevermogen
(kW)
Methaangas – G25 25 mbar
1/100 mm
Beperkt debiet
(W)
25 mbar functioneren, en hoeft dus niet meer te worden afgesteld.
77
Instructies Voor de Installateur
3. REGELING VAN HET GAS
Alvorens reiniging of onderhoud te gaan plegen moet het apparaat
elektrisch uitgeschakeld worden.
3.1 Aanpassing aan de verschillende gassoorten
De kookplaat van het fornuis is gekeurd met methaangas G 20 op een
druk van 20 mbar. In het geval van werking met andere gassoorten
moeten de mondstukken worden vervangen en moet de primaire lucht
op de branders worden ingesteld. Stel tenslotte de minimale vlam op de
gaskranen in. Voor de vervanging van de mondstukken en de instelling
van de branders moet de kookplaat worden opgetild, zoals beschreven
in de volgende paragraaf.
3.2 Optillen van de kookplaat
Neem de roosters weg (eerst die in het midden, en dan die aan de
zijkanten); verwijder alle kapjes, de vlamverdelerkransen en de branders.
1. Neem de knoppen van de programmeur weg;
2. neem de knoppen weg;
3. draai de bevestigingsschroeven van het frontpaneel los en neem dit
weg, na de faston van het controlelampje van de thermostaat tehebben afgekoppeld;
4. draai de schroef van de scharnier op de achterkant van het fornuis los;
5. til het blad vanaf de voorkant op;
6. zet de draagbeugels van het blad in de voorste vouw van de zijkant;
7. vervang de mondstukken van de branders volgens de betreffende
gastabel;
8. regel de primaire lucht zoals beschreven in paragraaf “3.3 Instelling
voor vloeibaar gas”;
9. draai de bevestigingsschroef zo ver mogelijk aan na de instelling.
78
Instructies Voor de Installateur
3.3 Instelling voor vloeibaar gas
Draai de schroef A los en duw de luchtregelaar B zo ver mogelijk.
Verwijder het mondstuk C met een sleutel van 7 mm en vervang het met
het geschikte exemplaar volgens de aanwijzingen in de
referentietabellen voor het gebruikte type gas. Het aanhaalkoppel van
het mondstuk mag niet groter zijn dan 3 Nm. Regel de lucht door de
regelaar B te verschuiven totdat u de afstand “X” uit de tabel paragraaf
“3.5 Instelling van de primaire lucht” verkrijgt.
Blokkeer de regelaar B door de schroef A vast te draaien.
De kookplaat van het fornuis is goedgekeurd voor methaangas G 20 bij
een druk van 20 mbar. Om het apparaat in de bedrijfsomstandigheden
voor dit type gat te brengen, moeten dezelfde handelingen worden
verricht als beschreven in paragraaf “3.3 Instelling voor vloeibaar gas”
maar nu met de mondstukken en de primaire lucht voor methaangas,
zoals vermeld in de volgende tabel en in paragraaf “3.5 Instelling van de
primaire lucht”.
Brander Nominaal
Diameter mondstuk
Hulpbrander 1.05 73 380
Halfsnelle 1.65 92 380
Snel 2.55 115 700
Zeer snel 3.25 130 1200
Vispan 1.9 95 750
warmtevermogen
(kW)
Methaangas – G20 20 mbar
1/100 mm
Beperkt debiet
(W)
3.5 Instelling van de primaire lucht
Op grond van de afstand “X” in mm.
BRANDER
G20
20 mbar
G30/G31
28/37 mbar
Hulpbrander 2.5 2.5
Halfsnelle 1 1.5
Snel 1.5 2.5
Zeer snel 1.5 2.5
Vispan 1.5 2.5
80
Instructies Voor de Installateur
4. LAATSTE HANDELINGEN
Na bovenstaande instellingen te hebben uitgevoerd, het apparaat weer
in elkaar zetten door de instructies uit paragraaf “3.2 Optillen van de
kookplaat” in omgekeerde volgorde uit te voeren.
Na de instelling met een andere soort gas dan bij de keuring dient het
etiket in de opbergruimte voor het voedsel te worden vervangen door het
etiket dat correspondeert met de nieuwe gassoort. Het etiket is
verkrijgbaar bij het dichtstbijzijnde Erkende Assistentiecentrum.
4.1 Instelling van het minimum voor methaangas
Steek de brander aan en zet hem op de kleinste
stand. Neem de knop van de gaskraan weg en
draai aan de stelschroef die in of naast het
staafje van de kraan zit (dit is afhankelijk van de
modellen), totdat er een regelmatige minimale
vlam ontstaat. Hermonteer de knop en controleer
de stabiliteit van de vlam van de brander (als de
knop snel van de grootste naar de kleinste stand
gedraaid wordt, mag de vlam niet uitgaan).
Herhaal deze operatie op alle gaskranen.
4.2 Instelling van het minimum voor vloeibaar gas
Voor de instelling van het minimum voor vloeibaar gas moet de schroef
die in of naast het staafje van de kraan zit (afhankelijk van de modellen)
helemaal met de klok mee worden gedraaid.
De diameters van de by-pass voor elke brander afzonderlijk worden
vermeld in de tabel “3.3 Instelling voor vloeibaar gas”.
4.3 Rangschikking van de branders op de kookplaat
BRANDER
1 Hulpbrander
2 Halfsnelle
3 Snel
4 Zeer snel
5 Vispan
81
Instructies Voor de Installateur
4.4 Plaatsing en waterpas zetten van het apparaat
Na de aansluiting op het elektriciteitsnet en het gasnet te hebben
uitgevoerd, dient het apparaat waterpas te worden gezet op de vloer, via
de vier verstelbare pootjes.
4.5Montage van de spatrand
• Plaats de spatrandop devangschaalwaarbij de gaten A overeen
moeten stemmen met de gaten B.
• Schroef de spatrandmet de schroeven C vast op de vangschaal.
82
Instructies Voor de Gebruiker
5. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN
5.1 Het frontpaneel
Alle bedieningen en controles van het fornuis zitten bij elkaar op de
voorzijde.
BESCHRIJVING VAN DE SYMBOLEN
OVENTHERMOSTAAT
OVENFUNCTIES
KOOKZONE
LINKSVOOR
KOOKZONE
LINKSACHTER
KOOKZONE
RECHTSACHTER
KOOKZONE
RECHTSVOOR
VISPAN
KOOKZONE
MIDDEN VOOR
THERMOSTAATKNOP
De bereidingstemperatuur wordt gekozen door
de kop met de klok mee op de gewenste
temperatuur te draaien, tussen 50° en 250°C.
Als het controlelampje gaat branden, wil dat
zeggen dat de oven wordt opgewarmd.
Als het lampje uitgaat wil dat zeggen dat de ingestelde temperatuur is
bereikt. Als het lampje regelmatig knippert betekent dat, dat de
temperatuur in de oven constant op het ingestelde niveau gehouden
wordt.
83
Instructies Voor de Gebruiker
FUNCTIEKEUZEKNOP
Draai de knop om één van de volgende
functies te kiezen:
De vlam wordt aangestoken door de knop in te
drukken en naar links toe te draaien tot aan het
symbool met de grote vlam. Stel de vlam bij
door de knop tussen het minimum en het
maximum in te stellen. De brander wordt
gedoofd door de knop op de positie "nul" in te
stellen.
84
Instructies Voor de Gebruiker
5.2 Elektronische programmeur
De gebruiksaanwijzingen voor de programmeur gelden alleen voor dehoofdoven.
LIJST FUNCTIES
TIJDSCHAKELAAR
DRUKKNOP TIJD VAN HET KOKEN
DRUKKNOP EINDE VAN HET KOKEN
DRUKKNOP VERMINDERING WAARDE
DRUKKNOP VERHOGING WAARDE
5.2.1 Instelling van de tijd
Wanneer men de oven voor de eerste keer gebruikt, ofwel, na een
onderbreking van de electriciteit, blikt de display met een regelmatige
onderbreking en duidt
aan. Druk tegelijkertijd op de toetsen
en en druk tegelijk ook de wijzigingstoetsen van de cijfers of in:
elke druk op de toets betekent een minuut meer of minder.
Voor elke instelling van de programmeur moeten de functie en de
gewenste temperatuur worden ingesteld.
85
Instructies Voor de Gebruiker
5.2.2 Semi-automatisch koken
Deze instelling laat het automatisch afslaan van de oven toe wanneer de
kookfase beëindigd is.
Indien men op de toets
cijfers
aanduidt; men moet de toets ingedrukt houden en
tegelijkertijd de toetsen verandering waarde
de duur van het koken in te stellen. Als men de toets
drukt wordt de display verlicht die dan de
of bedienen teneinde
loslaat, zal het
aftellen beginnen van de geprogrammeerde kooktijd en op de display zal
het lopende uur verschijnen samen met de symbolen A en
.
5.2.3 Automatisch koken
Deze regeling laat het aansteken en uitdoen van de oven op een totaal
automatische wijze mogelijk.
Door op de toets
te drukken wordt de display verlicht die de cijfers
oont; de toets ingedrukt houden en tegelijkertijd de toetsen
verandering waarde
of bedienen om de duurtijd van het koken in
te stellen. Door op de toets te drukken zal op de display de som
verschijnen van het lopende uur + de kookduur: ingedrukt houden en
tegelijkertijd de toetsen verandering waarde
of bedienen om het
tijdstip voor het einde van het koken te regelen. Wanneer men de toets
los laat, zal het geprogrammeerde aftellen beginnen en op de display
zal het lopende uur verschijnen samen met de symbolen A en
Om na de instelling de resterende bereidingstijd te kunnen zien moet op
.
de toets worden gedrukt; voor het tijdstip van het einde van de
bereiding drukt u op de toets .
Instellingen met inconsequente waarden wordt logisch verhinderd (bijv.
een tegenstelling tussen het einde van de bereidingstijd en een langere
duur wordt niet door de programmeur geaccepteerd).
5.2.4 Einde van het koken
Op het einde van het koken zal de oven automatisch uitgaan en
tegelijkertijd begint een intermitterend akoestisch signaal te werken. Na
het uitschakelen van het akoestisch signaal, zal de display opnieuw het
lopend uur tonen samen met het symbool
van de conditie van manuele bediening van de oven.
, die de terugkeer aanduidt
86
Instructies Voor de Gebruiker
5.2.5 Regeling van het volume van het akoestisch signaal
Het volume van het akoestisch signaal kan geregeld worden
(3 trapsgewijze standen) terwijl het werkt door op de toets
te rukken.
5.2.6 Afzetten van het geluidssignaal
Het geluidssignaal stopt automatische na zeven minuten. Het is mogelijk
het signaal met de hand af te zetten door tegelijkertijd de toetsen
in te drukken.
en
5.2.7 Tijdschakelaar
De programmakiezer kan ook als eenvoudige tijdschakelaar gebruikt worden.
Door op de toets
ingedrukt houden en tegelijkertijd de toetsen verandering waarde
bedienen. Als de toets
telling en verschijnt het huidige tijdstip op het display en het symbool
te drukken verschijnen op de display de cijfers ;
of
wordt losgelaten, begint de geprogrammeerde
.
Druk op de toets om na de instelling de resterende tijd te laten
weergeven.
Het gebruik als minutenteller onderbreekt de werking van de oven niet
aan het einde van de ingestelde tijd.
5.2.8 Annuleren van de ingestelde gegevens
Terwijl het programma ingesteld is, de toets van de functie die men wenst
te annuleren ingedrukt houden terwijl men tegelijkertijd de waarde
bekomt met de toetsen verandering waarde of . De
annulering van de kookduur zal door de programmakiezer
geïnterpreteerd worden als einde van de kooktijd.
5.2.9 Wijziging van de ingestelde gegevens
De gegevens die ingesteld zijn voor de bereiding kunnen op elk moment
worden gewijzigd door de toets van de functie ingedrukt te houden en
tegelijkertijd op de toetsen
of voor verandering van de waarden te
drukken.
87
Instructies Voor de Gebruiker
5.3 Analoge programmeur
5.3.1 Instelling van de tijd
Om de juiste tijd in te stellen, moet het interne knopje A worden
INGEDRUKT en in de ene of de andere richting worden gedraaid.
De gewenste functie en temperatuur dienen te worden geactiveerd
voordat de programmeur wordt ingesteld.
5.3.2 Semi-automatische bereiding
Met deze instelling kan de oven alleen automatisch worden uitgeschakeld
aan het einde van de bereiding (maximaal programmeerbare tijd 3 uur en
30 minuten).
1. Door het buitenste knopje B met de klok mee te draaien, gaat de
interne schijf bewegen; de rode wijzer C dient te corresponderen met
het tijdstip waarop met bereiding wil beëindigen.
2. Door het buitenste knopje B tegen de klok in te draaien, wordt de
extensie van de rode zone D ingesteld, die dient te corresponderen
met de tijd van de klok (begin bereiding).
Bij het verstrijken van de ingestelde tijd gaat de oven automatisch uit, er
verschijnt een 0 in het venstertje- E en klinkt op hetzelfde moment het
geluidssignaal: deze kan worden uitgezet door het buitenste knopje B
met de klok mee te draaien totdat het symbool
verschijnt in het
venstertje E.
88
Instructies Voor de Gebruiker
5.3.3 Automatische bereiding
Met deze instelling kan de oven volledig automatisch aan en uit worden
gezet (maximaal programmeerbare tijd 3 uur en 30 minuten).
1. Door het buitenste knopje B met de klok mee te draaien, gaat de
interne schijf bewegen; de rode wijzer C dient te corresponderen met
het tijdstip waarop met bereiding wil beëindigen.
2. Door het buitenste knopje B tegen de klok in te draaien, wordt de
extensie van de rode zone D ingesteld, in correspondentie met de
duur van de bereiding. als de knop B wordt losgelaten begint de
bereiding.
De oven wordt ingeschakeld, bereikt de ingestelde temperatuur en blijft
ingeschakeld gedurende de hele geprogrammeerde tijd. De uitschakeling
vindt automatisch plaats op het moment dat het ingestelde tijdstip bereikt
wordt. Er verschijnt een 0 in het venstertje E en tegelijkertijd klinkt er een
geluidssignaal: deze kan worden afgezet door de buitenste knop B met de
klok mee te draaien totdat het symbool
verschijnt in het venstertje E.
5.3.4 Minutenteller
De minutenteller kan zelfstandig of samen met de programmeur worden
gebruikt. Stel hem in door de binnenste knop A met de klok mee te
draaien zodat het wijzertje op de gewenste tijd komt te staan (maximaal
55 minuten). Als de ingestelde tijd verstreken is, treedt het geluidssignaal
in werking: dit kan worden uitgezet door de binnenste knop A tegen de
klok in te draaien, totdat het wijzertje op het symbool
Het geluidssignaal schakelt de oven niet uit.
staat.
5.3.5 Handmatige bereiding
Om de oven met de hand te bedienen zonder tijdslimieten, moet u ervoor
zorgen dat het symbool
in het venstertje E verschijnt, door aan de
buitenste knop B te draaien.
89
Instructies Voor de Gebruiker
6. GEBRUIKVAN DE KOOKPLAAT
6.1 Ontsteken van de branders op de plaat
Vergewis u ervan, voordat u de branders van de plaat aansteekt, dat de
vlamverdelerkransen goed op hun plaats zitten met de respectievelijke
kapjes: de uitsparing A moet samenvallen met de pen B.
Het bijgeleverde rooster C moet worden gebruikt voor "wokken"
(Chinese pan).
90
Ter hoogte van elke knop is de bijbehorende brander
aangegeven. Het apparaat heeft een mechanisme voor
elektronische ontsteking. Het volstaat om de knop in te
drukken en naar links te draaien tot op het symbool met de
grote vlam, totdat de vlam aan is. Houd de knop ongeveer 2
seconden ingedrukt om de vlam brandend te houden en om
de veiligheidsvoorziening te activeren. Het kan gebeuren dat
de brander uitgaat op het moment dat u de knop loslaat. In
dat geval moet de handeling worden herhaald en de knop
langer ingedrukt gehouden worden.
Als de branders per ongeluk uitgaan, blokkeert de veiligheidsvoorziening
na ongeveer 20 seconden de gastoevoer, ook als de kraan open staat.
Instructies Voor de Gebruiker
6.2 Praktische wenken voor het gebruik van de branders van de plaat
Voor een beter rendement van de branders en een minimaal
gasverbruik: gebruik pannen met een deksel, met de juiste afmetingen in
verhouding tot de brander, om te vermijden dat de vlam de zijkanten
raakt (zie paragraaf “6.3 Diameter van de pannen"). Verklein de vlam op
het moment van koken zoveel als nodig is om te voorkomen dat de
vloeistof overkookt. Om tijdens de bereiding verbrandingen of
beschadiging van de plaat te vermijden, moeten alle pannen en schalen
binnen de omtrek van de kookplaat worden geplaatst. Alle pannen
moeten een platte, regelmatige bodem hebben. Let bij het gebruik van
olie of vet zeer goed op, want deze kunnen vlam vatten als zij oververhit
raken. Als de oven toevallig uitgaat, de bedieningsknop sluiten en de
ontsteking opnieuw proberen, na minstens 1 minuut te hebben gewacht.
6.3 Diameter van de pannen
BRANDERS
1 Hulpbrander
2 Halfsnelle
3 Snel
4 Zeer snel
5 Viszone
Ø min. en max.
(in cm)
12-14
16-20
18-26
20-26
speciale ovale
vispannen
91
e
Instructies Voor de Gebruiker
7. GEBRUIKVAN DE OVEN
Vergewis u er voor het gebruik van de oven van dat de elektronische
programmeur het symbool laat zien (zie paragraaf "5.2.1 Instelling
van de tijd") laat zien, of dat de analoge programmeur het symbool
laat zien (zie paragraaf "5.3.5 Handmatige bereiding").
7.1 Verwittigingen en algemene raadgevingen
Wanneer men de oven voor de eerste keer gebruikt, is het aangeraden
de oven te verwarmen op zijn maximum temperatuur (250°C) gedurende
voldoende tijd om eventuele olieachtige fabricatieresten te verbranden
die een onaangename geur aan de gerechten zouden kunnen geven.
Op het model met elektronische programmeur knippert het display na
een stroomuitval, en geeft
"5.2 Elektronische programmeur ".
aan. Zie voor de instelling paragraaf
Teneinde te voorkomen dat de eventuele damp
binnen in de oven last veroorzaakt, de ovendeur in
twee ogenblikken openen: de deur half open
houden (ongeveer 5 cm.) gedurende 4-5 seconden,
en ze daarna volledig openen.
Indien het nodig is de gerechten tijdens het koken te
behandelen, moet men de ovendeur zo kort
mogelijk open laten teneinde te vermijden dat de
temperatuur binnen in de oven afkoelt zodanig dat
een goede afloop van het koken risico loopt.
7.2 Ovenverlichting
Wordt ingeschakeld door de functiekeuzeschakelaar op een willekeurige
stand te zetten.
7.3 Opbergruimte
Onder in het fornuis, onder de oven, zit een
opbergruimte. Deze kan worden geopend
door boven aan het deurtje te trekken.
Bewaar er beslist geen ontvlambare
materialen zoals doeken, papier e.d. in,
maar eventueel alleen de metalen
accessoires van het apparaat.
92
Open het bergvak niet als de oven brandt of nog heet is. Deze ruimt
kan van binnen namelijk erg heet worden.
Instructies Voor de Gebruiker
8. VERKRIJGBARE ACCESSOIRES
De oven beschikt over 4 richels om de
braadsleden en de grillen op verschillende
hoogten te plaatsen.
Grill in roestvrij staal: voor de bereiding
van gerechten in schotels, taarten van
kleine omvang, gebraden en gerechten die
een delicaat grillen vereisen.
Rooster voor ovenschaal: kan boven op
een ovenschaal worden gelegd voor het
bereiden van voedsel dat vloeistof kan
verliezen.
Ovenschaal: nuttig voor het opvangen van
vet dat afkomstig is van voedsel dat op het
rooster erboven is gelegd.
Gebakschaal: voor taarten, pizza’s en
ovengebak.
Spit: nuttig voor het bereiden van kip,
saucijzen en al het andere voedsel waarbij
een gelijkmatige bereiding van het
oppervlak vereist wordt.
Steunen van het spit: moeten in de
openingen van de ovenschaal worden
gestoken, voordat het spit gebruikt wordt.
Accessoires op verzoek
Via de Geautoriseerde Servicecentra is het mogelijk de sokkel en
zelfreinigende panelen van de oven aan te vragen.
93
Instructies Voor de Gebruiker
9. ADVIEZENVOOR DE BEREIDING
9.1 Traditionele bereidingen
SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES
SCHAKELAAR THERMOSTAAT MET KEUZE
TUSSEN 50 - 250°C
Dit klassieke bereidingssysteem, met warmte die van beneden naar
boven gaat, is geschikt voor het bereiden van voedsel op één hoogte.
Verwarm de oven voor totdat de ingestelde temperatuur bereikt wordt en
zet het voedsel pas in de oven als het controlelampje van de
thermostaat gedoofd is. Het is mogelijk om ingevroren vlees rechtstreeks
in de oven te zetten, zonder het eerst te laten ontdooien. Alleen moeten
dan wel temperaturen van 20°C lager worden gekozen en
bereidingstijden van 1/4 langer dan die voor vers vlees. Erg vet vlees
kan in de nog koude oven worden gezet.
Schotels met een hoge rand gebruiken teneinde te
voorkomen dat het spatten de wanden van de oven
bevuilt.
9.2 Bereiding met hete lucht
SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES
94
SCHAKELAAR THERMOSTAAT MET KEUZE
TUSSEN 50 - 250°C
Instructies Voor de Gebruiker
Dit systeem is geschikt voor het bereiden van voedsel op verschillende
hoogten in de oven, ook voor verschillende types voedsel (vis, vlees,
enz.) zonder dat er smaak of geur wordt overgedragen. De
luchtcirculatie in de oven verzekert een gelijkmatige verdeling van de
warmte. Voorverwarming is niet nodig.
Het koken op verschillende richels is mogelijk mits de kooktemperaturen
van de verschillende gerechten overeenstemmen.
9.3 Grillen
SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES
SCHAKELAAR THERMOSTAAT OP MAXIMUM
Hiermee kan voedsel snel goudbruin worden gebakken. Het wordt
geadviseerd de schaal in de bovenste geleider te schuiven. Voor korte
bereidingen en bij kleine hoeveelheden kan het rooster het beste in de
derde geleider van beneden af worden geplaatst. Voor langere
bereidingstijden en grillen dient het rooster op de lagere geleiders te
worden geschoven, afhankelijk van de stukgrootte.
De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten blijven.
9.4 Grillen met warme lucht
SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES
SCHAKELAAR THERMOSTAAT MET KEUZE
TUSSEN 50° EN 200°C
Maakt een gelijkmatige verdeling van de warmte en een beteren
penetratie in de diepte mogelijk. Het voedsel krijgt een lichtbruin korstje,
terwijl het binnenste zacht blijft. De ovendeur moet tijdens de bereiding
gesloten blijven. De verwarmingstijd mag niet langer zijn dan 60
minuten.
95
Instructies Voor de Gebruiker
9.5 Ontdooien
SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES
SCHAKELAAR THERMOSTAAT OP STAND 0
De luchtverplaatsing op omgevingstemperatuur zorgt voor snelle
ontdooiing van het voedsel.
Het ontvriezen op kamertemperatuur biedt het voordeel dat de smaak en
het uitzicht van de voedingswaren niet gewijzigd wordt.
9.6 Bereiding aan het spit
SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES
SCHAKELAAR THERMOSTAAT MET KEUZE
TUSSEN 50° EN 200°C
96
g
Instructies Voor de Gebruiker
Bereid het spit met het voedsel voor door de schroeven A van de vorken
te blokkeren. Steek de frames B in de gaten in het bakje F. het spit van
het braadstuk zodanig plaatsen dat de katrol E op de steun voor het spit
B blijft. Steek de schaal volledig in de oven tot de punt van de spies
tegenover gat C staat. Nu moet u, door het frame B te laten kantelen, de
punt van de spies van het draaispit in bus C van de aandrijving van het
draaispitmotortje in de zijwand van de oven steken. Giet wat water in de
schaal om rookvorming te voorkomen.
De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten blijven.
Regelmatige intermittenties van de seinlamp van de thermostaat tijdens
het bakken zijn normaal en duiden het behouden aan van een constante
temperatuur binnen in de oven.
LET OP: de frames B moeten worden
emonteerd zoals afgebeeld in de
tekening hiernaast.
97
Instructies Voor de Gebruiker
9.7 Tabellen met aangeraden kookwijzen
De kooktijden, in het bijzonder voor vleesgerechten, zijn verschillend
naargelang de dikte en de kwaliteit van het voedsel en zijn tevens
afhankelijk van de smaak van de verbruiker.
STAND RICHEL
HOOFDSCHOTELS
LASAGNE
PATES IN DE OVEN
VLEES
KALFSGEBRAAD
RUNDSGEBRAAD
VARKENSGEBRAAD
KIP
EEND
GANS - KALKOEN
KONIJN
SCHAPEBOUT
GEBRADEN VIS 1 - 2 170 - 200 VOLGENS
PIZZA 1 - 2 210 - 240 40 - 45
PATISSERIE
SCHUIMGEBAK
ZANDDEEG
CAKE
LANGE VINGERS
BRIOCHES
FRUITTAARTEN
Voor alle werkzaamheden moet de elektrische voeding van het apparaat
worden uitgeschakeld.
Om het roestvrij staal in goede conditie te houden, moet het regelmatig
na elk gebruik worden schoongemaakt, nadat de oven is afgekoeld.
10.1.1 Gewone dagelijkse reiniging
Gebruik voor het schoonmaken en conserveren van de roestvrij stalen
oppervlakken altijd specifieke producten die geen schurende of zure
stoffen op chloorbasis bevatten.
Gebruikswijze: giet het product op een vochtige doek en maak hiermee
het oppervlak schoon, nauwkeurig afnemen en drogen met een zachte
doek of een zeem van damhertenleer.
10.1.2 Voedselvlekken of -restanten
Gebruik beslist geen metalen sponsjes of scherpe schrapers,
om de oppervlakken niet te beschadigen. Gebruik normale
producten voor staal, niet schurend, en maak eventueel gebruik
van houten of kunststof werktuigen.
Nauwkeurig afnemen en drogen met een zachte doek of een
zeem van damhertenleer.
Zorg ervoor dat er in de oven geen etensresten op suikerbasis
(bijv. jam) opdrogen. Als deze substanties te lang opdrogen in
de oven zouden ze de emailbekleding van de binnenkant van
de oven kunnen beschadigen.
10.2 Reiniging van de onderdelen van de kookplaat
10.2.1 De roosters
Verwijder de roosters (eerst het middelste rooster, daarna die aan de
zijkanten). Maak hen schoon in lauw water met een niet-schurend
reinigingsmiddel, en zorg ervoor dat alle afzettingen verwijderd worden.
Plaats hen weer terug - eerst de roosters aan de zijkanten en vervolgens
dat in het midden.
100
Instructies Voor de Gebruiker
10.2.2 De kapjes, vlamverdelerkransen en branders
De kapjes, de vlamverdelerkransen en de branders kunnen worden
weggehaald om de kookplaat gemakkelijker te kunnen schoonmaken. De
vlamverdelerkrans van de viszone kan worden weggehaald nadat de
twee schroeven zijn losgedraaid die zichtbaar worden als het kapje
verwijderd wordt. Was alle onderdelen af in heet water met een nietschurend reinigingsmiddel, waarbij alle afzettingen moeten worden
verwijderd, en wacht tot de kransen perfect droog zijn. Plaats de kapjes
terug op de kransen, door de uitsparingen A te centreren op de pennen B
van de branders. Draai de bevestigingsschroeven van de
vlamverdelerkrans van de viszone vast.
10.2.3 De bougies en de thermokoppels
Voor een goede werking moeten de ontstekingsbougies en
de thermokoppels altijd goed schoon zijn. Controleer hen
regelmatig en maak hen indien nodig schoon met een
vochtige doek. Eventuele droge resten moeten worden
verwijderd met een houten prikker of een naald.
10.3 Reiniging van de oven (zonder zelfreinigende panelen)
Om de oven in goede staat te houden, moet hij regelmatig worden
schoongemaakt, nadat hij is afgekoeld. Haal alle delen die verwijderd
kunnen worden, weg.
Verwijder de zijgeleiders door de ringmoer A los te schroeven en hem uit
de opening aan de achterkant B te halen.
• GEBRUIK GEEN STOOMSTRAAL OM DE BINNENKANT VAN DE
OVEN MEE TE REINIGEN
• Maak de ovenroosters en de geleiders aan de zijkanten schoon met
warm water en niet-schurende reinigingsmiddelen, neem hen af en
maak hen droog.
101
Instructies Voor de Gebruiker
• maak de binnenwanden van de oven schoon met een zachte doek die
vochtig gemaakt is in een ammoniakoplossing, neem hen af en maak
hen droog. Als er nog vlekken of verkleuringen zichtbaar blijven, leg
dan een in ammoniak gedompelde doek op de bodem van de oven,
sluit de deur en was de oven na enkele uren met warm water en een
vloeibaar reinigingsmiddel, neem hem af en maak hem droog.
10.3.1 Zelfreinigende Panelen
De hoofdoven is uitgerust met panelen met continu zelfreinigend email.
Dergelijke panelen maken het schoonmaken van de oven veel
eenvoudiger en u bent verzekerd van een langdurige goede werking.
10.3.2 Gebruik van de zelfreinigende panelen
Om alle voedselresten en onprettige luchtjes uit de binnenkant van de
oven te verwijderen wordt het aanbevolen om van tijd tot tijd het apparaat
30 tot 60 minuten lang leeg te laten werken op een temperatuur van
minimaal 200°C. Dit zal de zelfreinigende panelen in staat stellen om de
aanwezige resten te verbranden die, als de oven is afgekoeld, met een
vochtige spons kunnen worden verwijderd.
10.3.3 Onderhoud van de zelfreinigende panelen
Voor het schoonmaken van de zelfreinigende panelen raden wij het
gebruik van schuurmiddelen en gewone detergenten af. Beperk u tot een
vochtige doek om de bijzondere karakteristieken van het email dat de
panelen bedekt niet aan te tasten.
10.3.4 Demontage van de zelfreinigende panelen
Verwijder alle accessoires uit de ovenruimte en ga als volgt te werk:
1. Verwijder de roosters aan de zijkant (fig. 1);
2. Trek de zijpanelen “F” en “G” eruit (fig. 2);
3. Verwijder het paneel aan de achterkant “A” na eerst de ring met
schroefdraad “C” te hebben losgedraaid (fig. 2);
4. Plaats de panelen weer terug in de oorspronkelijke stand.
102
1)
2)
10.4 Ruit van de deur
Het wordt geadviseerd deze altijd goed schoon de houden. Gebruik
absorberend keukenpapier of was de ruit, in geval van hardnekkig vuil,
met een vochtige spons en een gewoon reinigingsmiddel.
Instructies Voor de Gebruiker
11.BUITENGEWOON ONDERHOUD
De oven vereist zo nu en dan kleine onderhoudsingrepen of vervanging
van onderdelen die onderhevig zijn aan slijtage, zoals pakkingen,
lampjes, enz. Hier volgen de specifieke instructies voor alle ingrepen van
deze aard.
Voor de werkzaamheden moet altijd de elektrische voeding naar het
apparaat worden uitgeschakeld.
11.1 Vervanging van het lampje van de verlichting
Het beschermingsdeksel A wegnemen. door het los te vijzen tegen de
wijzers van de klok in, de lamp B vervangen met een andere van
hetzelfde type. Het beschermingsdeksel A terugplaatsen.
Uitsluitend lampen voor ovens gebruiken (T 300°C).
103
Instructies Voor de Gebruiker
11.2 Demontage van de deur
De deur aan de twee zijden met beide handen vastnemen dicht bij de
scharnieren A en de krukken B opheffen. De ovendeur naar boven
opheffen door een hoek van ongeveer 45° te vormen en ze eruit trekken.
Om de deur terug te plaatsen, de scharnieren A in de daartoe bestemde
gleuven plaatsen, ze vervolgens naar beneden toe laten steunen en de
krukken B loslaten.
11.3 Pakking ovendeur
De pakking van de deur kan worden verwijderd om
de ovens accuraat schoon te maken. Alvorens de
pakkingen te verwijderen moeten de ovendeuren
worden gedemonteerd zoals eerder beschreven. Til,
als de deur verwijderd is, de lipjes op de hoeken op,
zoals te zien is op de afbeelding.
11.4 Smering van de gaskranen
Het kan zijn dat de gaskranen in de loop der tijd moeilijker
gaan draaien en blokkeren. Maak hen dan aan de
binnenkant schoon en ververs het smeervet. Dit dient te worden gedaan door een gespecialiseerd technicus.
104
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.