Smeg CS122-6 User Manual [nl]

Inhoudsopgave
1. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID EN HET GEBRUIK _______ 90
2. INSTALLATIE VAN HET APPARAAT_______________________________ 92
3. REGELING VAN HET GAS_______________________________________ 97
4. AFSLUITENDE HANDELINGEN___________________________________ 99
5. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSORGANEN
6. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT_________________________________ 109
7. GEBRUIK VAN DE OVENS _____________________________________ 111
8. GEBRUIK VAN DE "PIZZA" FUNCTIE _____________________________ 113
9. BESCHIKBARE ACCESSOIRES _________________________________ 115
10. AANBEVELINGEN VOOR HET KOKEN____________________________ 117
11. REINIGING EN ONDERHOUD ___________________________________ 123
12. BUITENGEWOON ONDERHOUD ________________________________ 129
DEZE INSTRUCTIES ZIJN UITSLUITEND VAN TOEPASSING VOOR DE LANDEN VAN BESTEMMING WAARVAN DE IDENTIFICATIESYMBOLEN OP DE OMSLAG VAN DEZE HANDLEIDING STAAN AFGEBEELD.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: bestemd voor de gekwalificeerde technicus die moet zorgen voor een goede controle van de gasleiding, de installatie, de inwerkingstelling en het uittesten van het apparaat
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: hier vindt u de aanwijzingen voor het gebruik, de beschrijving van de bedieningsorganen en de correcte handelingen voor het reinigen en onderhouden van het apparaat.
____________________ 101
89
Presentatie

1. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID EN HET GEBRUIK

DEZE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND ONDERDEEL VAN HET APPARAAT. HIJ MOET GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN HET FORNUIS INTACT EN BINNEN BEREIK WORDEN BEWAARD. WIJ BEVELEN AAN OM DEZE HANDLEIDING EN ALLE ERIN OPGENOMEN AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS HET FORNUIS IN GEBRUIK TE NEMEN. BEWAAR OOK DE BIJGEVOEGDE SERIE VAN SPUITSTUKKEN. DE INSTALLATIE ZAL MOETEN WORDEN UITGEVOERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL EN IN OVEREENSTEMMING MET DE GELDENDE NORMEN. DIT APPARAAT IS BESTEMD VOOR EEN HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN BEANTWOORDT AAN DE EEG RICHTLIJNEN DIE MOMENTEEL VAN TOEPASSING ZIJN. HET APPARAAT IS GEFABRICEERD VOOR HET UITOEFENEN VAN DE VOLGENDE FUNCTIE: HET KOKEN EN OPWARMEN VAN VOEDSEL; IEDER ANDER GEBRUIK MOET ALS ONEIGENLIJK WORDEN BESCHOUWD
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ANDERE DAN DE VERMELDE GEBRUIKSTOEPASSINGEN.
LAAT DE RESTEN VAN HET VERPAKKINGSMATERIAAL NIET ONBEHEERD ACHTER IN DE HUISELIJKE OMGEVING. SCHEID DE VERSCHILLENDE VAN DE VERPAKKING AFKOMSTIGE AFVALMATERIALEN EN BRENG ZE NAAR HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR DE GEDIFFERENTIEERDE INZAMELING VAN AFVAL.
EEN AARDAANSLUITING IN OVEREENSTEMMING MET DE WIJZEN VOORZIEN DOOR DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE IS VERPLICHT.
DE STEKKER DIE OP DE VOEDINGSKABEL WORDT AANGESLOTEN EN HET BIJBEHORENDE STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE TYPE ZIJN IN OVEREENSTEMMING MET DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN. HET STOPCONTACT MOET TOEGANKELIJK ZIJN WANNEER HET APPARAAT IS INGEBOUWD.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN.
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET U HET APPARAAT KORT TESTEN IN OVEREENSTEMMING MET DE HIERNA VERSTREKTE INSTRUCTIES. WANNEER HET APPARAAT NIET FUNCTIONEERT MOET U HET LOSKOPPELEN VAN HET ELEKTRICITEITSNET EN HET DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE SERVICECENTRUM RAADPLEGEN.
PROBEER NOOIT OM HET APPARAAT ZELF TE REPAREREN.
NA IEDER GEBRUIK VAN HET APPARAAT MOET U ALTIJD CONTROLEREN OF DE BEDIENINGSKNOPPEN IN DE STAND
ZET NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN OVENS: EEN ONVERWACHTE ONTSTEKING ERVAN ZOU TOT BRAND KUNNEN LEIDEN.
(UIT) STAAN.
90
Presentatie
HET TYPEPLAATJE MET DE TECHNISCHE SPECIFICATIES, HET SERIENUMMER EN HET MERKTEKEN IS ZICHTBAAR IN HET OPBERGVAK AANGEBRACHT.
HET PLAATJE MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
PLAATS NOOIT PANNEN DIE GEEN PERFECT GLADDE EN REGELMATIGE
BODEM HEBBEN OP DE PANDRAGERS VAN DE KOOKPLAAT.
TIJDENS HET GEBRUIK WORDT HET APPARAAT ZEER HEET. LET ERVOOR OP DAT U DE WARMTE-ELEMENTEN IN DE OVEN NIET AANRAAKT.
DIT APPARAAT MAG NIET OP VERHOOGDE PLATFORMEN WORDEN GEMONTEERD.
BIJ HET INSTALLEREN VAN HET PRODUCT MOET U ERVOOR ZORGEN DAT U DE PANNEN OP DE KOOKPLAAT NIET PER ONGELUK KUNT AANRAKEN WANNEER U LADEN OF DEURTJES VAN MEUBELEN OP DEZELFDE HOOGTE ERVAN OPENT.
GEBRUIK GEEN RECIPIËNTEN OF GRILLPLATEN WAARVAN DE DIAMETER GROTER IS DAN DE BUITENOMTREK VAN DE KOOKPLAAT.
DIT TOESTEL MAG NIET WORDEN GEBRUIKT DOOR PERSONEN (KINDEREN INBEGREPEN) MET VERMINDERDE FYSISCHE OF PSYCHISCHE VERMOGENS, OF DOOR PERSONEN DIE GEEN ERVARING HEBBEN IN HET GEBRUIK VAN ELEKTRISCHE APPARATUUR, TENZIJ DIT GEBEURT ONDER TOEZICHT OF INSTRUCTIE VAN VOLWASSENEN DIE VOOR HUN VEILIGHEID INSTAAN.
DIT APPARAAT IS VOORZIEN VAN EEN MERKTEKEN IN DE ZIN VAN DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EG BETREFFENDE AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR (AEEA). IN DEZE RICHTLIJN WORDEN DE VOOR HET GEHELE TERRITORIUM VAN DE EUROPESE UNIE GELDENDE NORMEN VASTGELEGD VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEN VAN AFGEDANKTE APPARATEN.
VOORDAT U HET APPARAAT IN WERKING STELT MOET U VERPLICHT ALLE OP EN IN HET APPARAAT AANGEBRACHTE ETIKETTEN EN BESCHERMENDE FOLIES VERWIJDEREN.
De fabrikant onthoudt zich van iedere aansprakelijkheid voor schade aan personen of zaken als gevolg van het niet inachtnemen van de bovenstaande voorschriften, van wijzigingen aangebracht aan ook slechts één enkel onderdeel van het apparaat en van het gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.
91
Instructies voor de installateur

2. INSTALLATIE VAN HET APPARAAT

Het apparaat moet worden geïnstalleerd door een gekwalificeerd technicus en in overeenstemming met de geldende normen.
Het apparaat kan worden geïnstalleerd tegen wanden waarvan er één hoger is dan het werkblad, op een minimale afstand van 50 mm vanaf de zijkant van het apparaat, zoals afgebeeld in de tekeningen A en B met betrekking tot de installatieklassen. Boven het werkblad aangebrachte schappen of afzuigkappen moeten op een afstand van tenminste 750 mm staan.
A B
Ingebouwd apparaat Vrijstaand

2.1 Plaatsing en waterpas stellen van het apparaat

Het apparaat is uitgerust met regelbare wieltjes en voetjes om er de plaatsing van te vereenvoudigen. Om de wieltjes aan de voorkant te gebruiken moet u het voetje vastschroeven zoals afgebeeld in de figuur hiernaast om het apparaat op de wielen aan de voorkant te laten rusten. Om het apparaat vrij te kunnen verplaatsen moet u echter ook de achterkant opheffen volgens de onderstaande instructies:
schroef met een pijpsleutel van 10 de 2 zeskantige moeren onder de ovenruimte vast: op deze wijze komt het apparaat omhoog en kunt u hem zowel waterpas zetten als verplaatsen. Schroef, na beëindiging van deze handelingen, de zeshoekige moeren en de voetjes aan de voorkant weer vast om het fornuis stabiel en vlak te zetten.
92
Instructies voor de installateur
2.2 Elektrische aansluiting
Het aansluiten van Smeg apparatuur. Alle Smeg apparaten die Smeg Nederland verkoopt moeten op 220-240 volt worden aangesloten. Geen van de apparaten mag op 380 volt worden aangesloten. Dit in tegenstelling van wat er in de diverse gebruiksaanwijzingen staat. Apparaten die op 380 volt worden aangesloten kunnen beschadigd raken. De spanning bij 380 volt installaties noemt men krachtstoom. Ook bij krachtstroom heeft men 220-240 volt, die meet men alleen tussen de fase en de nul. Waar het echter fout gaat, is dat de spanning tussen 2 fasen in Nederland 380 volt is, bij een aantal apparaten kunnen componenten doorbranden. In Nederland komt bij de meeste woningen maar één fase, één nul en één aarde draad binnen. Deze inkomende leiding wordt door het energiebedrijf voor de meter afgezekerd met een hoog Ampèrage zekering en na de meter wordt deze onderverdeeld in meerdere groepen van 16 amp. Als men nu tussen de fase en de nul meet men nog steeds 220 volt, maar als je op de onderlinge groepen meet wordt er geen waarden aangegeven. Hier is geen spanningsverschil aanwezig. Een zekering van 16 ampère kan met een vermogen van 3520 Watt tot 3840 Watt belast worden. (afhankelijk van de spanning (220/240 Volt)). Dit houdt in dat als een apparaat een aansluitwaard van 6,60 KW heeft, er gezekerd moet worden met minimaal 2 zekeringen van ieder 16 Ampère. Deze zekeringen moeten geschakeld zijn, zodat ze altijd samen uit of samen aan gaan. De wandcontactdoos dient een Perilex aansluiting te zijn Apparaten die op een geschakelde zekering (ovengroep) worden aangesloten dienen een Perilexstekker te hebben. In de volgende catalogi wordt bij ieder apparaat de benodigde spanning vermeld, dus altijd 220/240 Volt. Vergewis u ervan dat de spanning en de dimensionering van de voedingslijn corresponderen met de eigenschappen die vermeld worden op het plaatje op de achterkap van het apparaat. Deze plaat mag nooit worden verwijderd. Het apparaat kan vast of met een stekker en stopcontact worden aangesloten op het net. In het tweede geval moeten de stekker en het stopcontact geschikt zijn voor de gebruikte kabel en voldoen aan de geldende voorschriften. Voor elk type aansluiting moet het apparaat beslist geaard worden. Alvorens het aan te sluiten dient te worden gecontroleerd of de voedingslijn naar behoren is geaard. Gebruik geen reducties, adapters of omleidingen. Als het apparaat met een vaste aansluiting op het net wordt aangesloten moet er op de voedingslijn een meerpolig uitschakelmechanisme met een openingsafstand van de contacten van minstens 3 mm worden voorzien die op een gemakkelijk te bereiken positie in de buurt van het apparaat moet worden geplaatst.
93
Instructies voor de installateur
Het apparaat heeft aan de achterkant een klemmenbord. Voor de elektrische aansluiting verwijzen wij naar het volgende schema. Het is toegankelijk als u het carter achter verwijdert.
Werking op 220-240V∼: gebruik een driepolige kabel van het type H05RR-F (kabel van 3 x 4 mm2).
Werking op 380-415V2N∼ of 220-240V2N : gebruik een driepolige kabel van het type
H05RR-F (kabel van 4 x 2.5 mm2).
Werking op 380-415V3N∼ of 220-240V3N : gebruik een driepolige kabel van het type
H05RR-F (kabel van 5 x 1.5 mm2).
Het uiteinde dat verbonden moet worden met het apparaat moet een (geel-groene) aardingsdraad hebben die minstens 20 mm langer is.
Voor persoonlijk letsel of materiële schade, veroorzaakt door het veronachtzamen van bovenstaande voorschriften of door onklaar maken van een afzonderlijk deel van het apparaat: de fabrikant wijst elke
aansprakelijkheid af.
94
Instructies voor de installateur

2.3 Ventilatie van de ruimten

Het apparaat mag alleen in permanent geventileerde ruimten worden geïnstalleerd, zoals voorzien door de plaatselijk geldende normen. In de ruimte waar het apparaat is geplaatst moet voldoende lucht kunnen toestromen ter vervanging van die noodzakelijk voor de normale verbranding van het gas en de normale verversing van de lucht de ruimte zelf. De door roosters beschermde luchtinlaatopeningen moeten voldoende groot zijn, in overeenstemming met de plaatselijk geldende normen, en zo geplaatst dat ze, ook niet gedeeltelijk, kunnen worden verstopt. De ruimte moet altijd voldoende worden geventileerd om de door het koken veroorzaakte hitte en vocht af te voeren: vooral na langdurig gebruik verdient het aanbeveling om een venster te openen of de snelheid van de eventuele ventilatoren te verhogen.

2.4 Afvoer van de verbrandingsproducten

De afvoer van de verbrandingsproducten moet verzekerd worden met behulp van afvoerkappen aangesloten op een schoorsteen met voldoende trek, of met een geforceerde afvoer. Een efficiënt afzuigsysteem vereist een zorgvuldige planning door een voor deze werkzaamheden bevoegde specialist, die zich zal moeten houden aan de door de normen voorgeschreven posities en afstanden. Na voltooiing van de werkzaamheden zal de installateur een verklaring van overeenstemming moeten afgeven in overeenstemming met de plaatselijk geldende voorschriften.

2.5 Aansluiting op het gas

Bij gebruik van een rubberslang in overeenstemming met de geldende normen mag de lengte ervan niet meer dan 1,5 meter bedragen; verzeker u ervan dat de slang niet met bewegende delen in aanraking komt of wordt afgeknepen. De binnendiameter van de slang moet 8 mm zijn voor VLOEIBAAR GAS en 13 mm voor METHAAN en STADSGAS. Controleer of aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
dat de slang met veiligheidsklemmen aan de slangwartel is bevestigd;
dat hij over de volledige lengte ervan (max. 1,5 m) kan worden geïnspecteerd;
dat de slang op geen enkele punt met hete wanden (max. 50°C) in aanraking komt;
dat de slang niet blootgesteld is aan trekkrachten of -spanningen en geen korte bochten of knikken heeft;
dat de slang niet in aanraking komt met scherpe voorwerpen of hoeken;
indien een slang niet perfect afsluit en de oorzaak is van de verspreiding van gas in de omgeving mag u niet proberen om hem te repareren: vervang hem met een nieuwe slang. Controleer of de op de slang aangebrachte gebruikstermijn niet is overschreden.
Let op: een rubberslang in overeenstemming met de geldende normen mag uitsluitend bij een inspecteerbare installatie worden gebruikt (Fig. B).
95
Instructies voor de installateur

2.5.1 Aansluiting op vloeibaar gas

Gebruik een drukregelaar en sluit de fles aan volgens de voorschriften van de normen. Vergewis u ervan dat de voedingsdruk in overeenstemming is met de waarden die vermeld worden in de tabel in paragraaf “3.3 Tabellen met eigenschappen van branders en sproeiers ”.
Schroef de kleine slanghouder F op de grote slanghouder A; sluit het zo verkregen blok aan op het gasverbindingsstuk B (of gebruik de slanghouder G die rechtstreeks moet worden aangesloten op het gasverbindingsstuk B) en breng de pakking C ertussen aan. Steek de uiteinden van de rubberen slang H op de slanghouder A+F (of G) en op de uitlaataansluiting van de drukverminderaar op de gasfles. Bevestig het uiteinde van de slang H op de slanghouders
A+F (of G) met het klembandje I.

2.5.2 Aansluiting met flexibele stalen stang (voor alle types gas)

Als het apparaat moet worden aangesloten tussen meubels, moet de aansluiting van het gas geschieden met een flexibele stalen slang met een continue wand, in overeenstemming met de geldende norm. Schroef het uiteinde van de flexibele slang L met de pakking C ertussen op de gasverbinding B met mannelijk schroefdraad ½” gas (ISO228-1)
96
Instructies voor de installateur

3. REGELING VAN HET GAS

Alvorens reiniging of onderhoud te gaan plegen moet het apparaat elektrisch uitgeschakeld worden.

3.1 Aanpassing aan de verschillende gassoorten

De kookplaat van het fornuis is getest met methaangas G 20 op een druk van 20 mbar ( ) of methaangas G 25 op een druk van 25 mbar ( ). Als hij moet op andere gassoorten werken, moeten de
sproeiers op de branders worden vervangen en moet tenslotte de minimum vlam op de gaskranen worden ingesteld. De sproeiers moeten worden vervangen volgens de beschrijving in de volgende paragraaf.

3.2 Vervanging sproeiers

1. Haal de rooster weg, verwijder alle kapjes en de vlamverdelerkransen;
2. schroef de sproeiers van de branders los met een sleutel van 7 mm;
3. vervang de sproeiers van de branders volgens de tabel van het gebruikte gas.
97
Instructies voor de installateur
3.3 Tabellen met eigenschappen van branders en sproeiers
Brander
Diameter mondstuk
Hulpbrander 1.05 72 - 0306 400 Halfsnelle 1.8 94 - 0210 500 Snel 3.0 121 - 0309 800 Vispan 1.9 100 – 0210 800 Zeer snel 4.2 148 - 0332 1600
Brander
Diameter
Hulpbrander 1.05 50 30 400 76 75 Halfsnelle 1.8 65 33 500 131 129 Snel 3.0 85 45 800 218 215 Vispan 1.9 68 45 800 138 136 Zeer snel 4.0 100 65 1600 291 286
Brander
Diameter mondstuk
Hulpbrander 1.05 72 (X) 400 Halfsnelle 1.8 97 (Z) 500 Snel 3.0 115 (Y) 800 Vispan 1.9 94 (X) 800 Zeer snel 4.0 135 (K) 1600
De kookplaat is getest en kan uitsluitend op G25 gas met een druk van 25 mbar functioneren, en hoeft dus niet meer te worden afgesteld.
warmtevermogen
Nominaal
warmtever
mogen
warmtevermogen
Nominaal
(kW)
(kW)
Nominaal
(kW)
mondstuk 1/100 mm
Methaangas – G25 25 mbar
1/100 mm
VLOEIBAAR GAS – G30/G31 28/37 mbar
By-pass
mm
1/100
METHAANGAS – G20/G25 20/25 mbar
1/100 mm
Beperkt
debiet
(W)
Beperkt debiet
(W)
Debiet g/h
G30
Beperkt debiet
(W)
Debiet g/h
G31
98
Instructies voor de installateur

3.4 Opstelling van de branders op de kookplaat

BRANDERS
1 Hulpbrander 2 Halfsnelle brander 3 Snelle brander 4 Ultrasnelle brander 5 Visbrander

4. AFSLUITENDE HANDELINGEN

Na de spuitstukken te hebben vervangen moet u de vlamverdelers, branderdeksels en pandragers weer terugplaatsen.
Na de regeling met een ander gas dan dat van de keuring moet u het op het apparaat aangebrachte etiketje voor de regeling van het gas vervangen door dat voor het nieuwe gas. U vindt het etiketje in het zakje met de spuitstukken.

4.1 Regeling van het minimum voor stadsgas en methaan

Ontsteek de brander en zet hem op de minimumstand gaskraantje eraf en verdraai het schroefje in of naast de stang van het kraantje (afhankelijk van de modellen) tot u een minimale en regelmatig brandende vlam heeft. Plaats de knop weer terug en controleer de stabiliteit van de vlam van de brander (wanneer u de knop snel van de maximum­naar de minimumstand draait mag de vlam niet uitgaan). Herhaal deze handeling voor alle gaskraantjes.
. Trek de knop van het

4.2 Regeling van het minimum voor vloeibaar gas

Voor de regeling van het minimum met vloeibaar gas moet u de schroef in of naast de staaf van het kraantje (afhankelijk van de modellen) volledig rechtsom draaien. De diameters van de bypassen staan voor iedere afzonderlijke brander vermeld in de paragraaf “3.2 Tabel karakteristieken branders en spuitstukken”.
99
Instructies voor de installateur
4.3

Montage van de spatrand

Plaats de spatrand boven de vangschaal waarbij u de gaten A met de gaten B overeen moet laten stemmen.
Bevestig de spatrand met de schroeven C op de vangschaal.
100
Instructies voor de gebruiker
5. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSORGANEN
5.1

Het frontpaneel

Alle bedieningsorganen en controle-eenheden van de keuken bevinden zich op het frontpaneel.
na een stroomonderbreking moet u, om de oven gereed te maken voor
het koken, 1/2 seconden lang drukken op de centrale toets

BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSORGANEN

BRANDER LINKSVOOR
CENTRALE BRANDER VOOR
BRANDER RECHTSVOOR
BARBECUEWEERSTAND
OVENTHERMOSTAAT LINKS
OVENFUNCTIES LINKS
BRANDER LINKSACHTER
CENTRALE BRANDER ACHTER
BRANDER RECHTSACHTER
TIMER OVEN RECHTS
OVENTHERMOSTAAT RECHTS
OVENFUNCTIES RECHTS
THERMOSTAATKNOP OVEN LINKS
U kunt de kooktemperatuur instellen door de knop rechtsom te draaien op de gewenste stand, tussen 50° en 250° C. Het branden van het controlelampje wijst erop dat de oven wordt opgewarmd. Wanneer dit lampje uitgaat is de vooraf ingestelde temperatuur bereikt. Het regelmatig knipperen wijst erop dat de temperatuur in de oven continu op het ingestelde niveau wordt gehouden.
101
Instructies voor de gebruiker
FUNCTIEKEUZEKNOP OVEN LINKS
Draai de knop om uit één van de volgende functies te kiezen:
GEEN FUNCTIE INGESTELD
BOVENSTE EN ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT
BOVENSTE EN ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT + VENTILATIE GRILL-ELEMENT
GRILL-ELEMENT + VENTILATIE
ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT + VENTILATIE ONDERSTE VERW.EL. + GEVENTILEERD VERWARMINGSELEMENT GEVENT. VERWARMINGSELEMENT + VENTILATIE ONTDOOIEN
BEDIENINGSKNOP BRANDERS VAN DE
KOOKPLAAT
Om de brander te ontsteken moet u de knop indrukken en linksom draaien op de waarde van de maximale vlam
. Om de vlam te regelen moet u de knop in het gebied
tussen het maximum ( ) en het minimum ( ) zetten. De uitschakeling van de brander geschiedt door de knop
terug te zetten op de stand .
DRAAIKNOP REGELING VERMOGEN
BARBECUEWEERSTAND
Met deze knop kunt u het vermogen van de barbecueweerstand op de kookplaat regelen. Zet de knop in een willeurige stand van “1” t/m “9” om het verwarmingselement in te schakelen. Het gaan branden van het controlelampje wijst erop dat het element ingeschakeld is. Om het element uit te schakelen moet u de knop weer terugzetten in de stand "0".
LET OP: na een langdurig gebruik zal de kookplaat ook na het uitschakelen van de weerstand nog heet blijven: houd kinderen uit de buurt.
102
Instructies voor de gebruiker
THERMOSTAATKNOP OVEN RECHTS
U kunt de kooktemperatuur instellen door de knop rechtsom te draaien op de gewenste stand, tussen 50°
en - 280 ( ) °C. Het branden van het controlelampje wijst erop dat de oven wordt opgewarmd. Wanneer dit lampje uitgaat is de vooraf ingestelde temperatuur bereikt. Het regelmatig knipperen wijst erop dat de temperatuur in de oven continu op het ingestelde niveau wordt gehouden.
FUNCTIEKEUZEKNOP OVEN RECHTS
Draai de knop om uit één van de volgende functies te kiezen:
GEEN FUNCTIE INGESTELD
BOVENSTE EN ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT
GRILL-ELEMENT
ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT + VENTILATIE
GRILL-ELEMENT + VENTILATIE
BOVENSTE EN ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT + VENTILATIE
PIZZA FUNCTIE
TIMERKNOP VAN DE RECHTER OVEN
Hiermee kan de manuele bereiding of de kookwekker met automatische uitschakeling van de oven op het einde van de bereidingstijd geselecteerd worden.
Wanneer geen bereidingsduur geselecteerd wordt, moet de timerknop op het symbool geplaatst
worden.
103
Instructies voor de gebruiker

5.2 Analoge Elektronische Klok

LIJST VAN FUNCTIES
DRUKKNOP KOOKWEKKER
DRUKKNOP EINDE KOOKTIJD
INSTELLING JUISTE TIJD EN RESET
DRUKKNOP AFNAME WAARDE
DRUKKNOP TOENAME WAARDE

5.2.1 Instellen van de juiste tijd

Bij de eerste ingebruikneming van de oven of na een stroomonderbreking, zal de display met regelmatige onderbrekingen
knipperen. Wanneer u toets
een 1/2 seconde lang ingedrukt houdt wordt het knipperen van de display beëindigd en kunt u beginnen met het instellen van de juiste tijd. Wanneer u de toetsen voor de wijziging van de
waarde
of indrukt, verkrijgt u een toe- of afname van één minuut voor iedere keer indrukken. Druk één van de toetsen voor het wijzigen van de waarde in tot de juiste tijd verschijnt. 6/7 Seconden na de laatste keer indrukken zal de klok gaan lopen vanaf de ingestelde tijd.
Het alarmsignaal dat op het eind van iedere programmering zal afgaan bestaat uit 8 geluidssignalen die 3/4 maal met tussenpozen van ongeveer anderhalve minuut worden herhaald. Hij kan echter op ieder moment worden onderbroken door een willekeurige toets in te drukken.
104
Instructies voor de gebruiker
5.2.2 Kookwekker
- Deze functie zal het koken niet onderbreken maar alleen de werking van het alarmsignaal
stoppen. Wanneer u toets display verlicht, die eruit zal zien als in figuur 1;
- Binnen 6/7 seconden moet u de toetsen
indrukken om de timer van de kookwekker in te stellen. Bij iedere keer drukken zal 1 extern segment (overeenkomstig 1 kookminuut), oplichten of uitgaan. (in figuur 2 ziet u 10 kookminuten weergegeven).
- 6/7 Seconden na de laatste druk op de toets zal het aftellen beginnen en op het eind ervan zal het alarmsignaal afgaan.
- Tijdens het aftellen kunt u de juiste tijd zien door 1 maal op toets
nogmaals indrukt keert u terug naar de display van de kookwekker.
- Op het eind van het aftellen moet u de oven met de hand uitschakelen door de thermostaat- en functiekeuzeknoppen op de stand 0 te draaien.
te drukken en wanneer u die
indrukt wordt de
of
1
2
105
Instructies voor de gebruiker

5.2.3 Programmering

Duur kooktijd: wanneer u de 2° drukknop
indrukt kunt u de duur van de kooktijd instellen. Vóór het instellen moet u de thermostaatknop op de voor het koken gewenste temperatuur draaien en de functiekeuzeknop in een willekeurige stand zetten. Om de duur van de kooktijd in te stellen moet u als volgt te werk gaan:
- Druk de toets
1/2 seconde lang in; de wijzer
zal op de stand 12 (Fig. 1) komen.
- Met de toetsen en kunt u de duur van de
kooktijd instellen. iedere keer dat u toets indrukt zal de duur van de kooktijd met 1 minuut worden verlengd en iedere 12 minuten zal een volledig nieuw segment oplichten (in figuur ziet u
1
een duur van 1 uur afgebeeld).
- Wanneer u eenmaal de gewenste duur heeft
bereikt zal het koken ongeveer 6 seconden na de laatste druk op de toetsen
of
starten.
- wanneer het koken eenmaal is begonnen zal op
2
de display de juiste tijd worden weergegeven met vaste segmenten en de resterende minuten met knipperende segmenten (ieder knipperend segment verwijst naar 12 overgebleven kookminuten).
- Op het eind van de kooktijd zal de timer de verwarmingselementen
van de oven uitschakelen, zal het alarmsignaal afgaan en zullen de cijfers op het scherm gaan knipperen.
- U kunt de duur ook weer op nul zetten met een reset van het
ingestelde programma: wanneer u de centrale toets
1 à 2 seconden lang ingedrukt houdt wordt de ingestelde duur geannuleerd en zult u de oven met de hand moeten uitschakelen.
Let op: u kunt geen duur van de kooktijd instellen van meer dan 6 uur.
106
Instructies voor de gebruiker
Begin kooktijd: afgezien van de duur van de kooktijd, kunt u ook de
starttijd van het koken instellen (met een maximaal uitstel van 12 uur ten opzichte van de juiste tijd). Om het begin-/eindtijdstip in te stellen moet u als volgt te werk gaan.
- Stel de duur van de kooktijd in zoals beschreven in de vorige paragraaf.
- Binnen 6/7 seconden nadat u voor het laatst de toetsen heeft ingedrukt, moet u de toets indrukken om het tijdstip voor
het begin van de kooktijd in te stellen. Op de display zal de juiste tijd verschijnen en zullen de interne segmenten die het eind van het
koken aangeven, verlicht zijn. Met de toetsen tijdstip voor het begin van de kooktijd instellen.
- 6/7 Seconden na de laatste druk op een toets zal de display de juiste tijd en het begin- en eindtijdstip van het koken afbeelden, weergegeven door de verlichte interne segmenten. Zolang de juiste tijd niet overeenstemt met het begintijdstip van het koken zullen de segmenten op de display continu branden; zodra de juiste tijd overeenstemt met het ingestelde begintijdstip zullen alle interne segmenten gaan knipperen en aangeven dat de oven met het koken is begonnen.
- Op het eind van de kooktijd zal de timer de verwarmingselementen van de oven uitschakelen, zal het alarmsignaal afgaan en zullen de cijfers op het scherm gaan knipperen.
- Om het hele ingestelde programma te resetten moet u de centrale toets
al is begonnen zult u de oven met de hand moeten uitschakelen.
- In de afbeelding hiernaast ziet u een programmeringsvoorbeeld: De juiste tijd is 7:06, het begintijdstip is geprogrammeerd op 8 uur en het eind op 9 uur.
- Om 8 uur zullen de interne segmenten tussen 8 en 9 gaan knipperen en zal de urenwijzer stil blijven staan.
Let op: na de bovenstaand beschreven programmering zal de oven echter alleen beginnen met koken wanneer de thermostaatknop en de functiekeuzeschakelaar zoals voorzien zijn geplaatst op de gewenste temperatuur en functie.
1 of 2 seconden lang ingedrukt houden: wanneer het koken
en moet u het
of
107
Instructies voor de gebruiker

5.3 "DEMO" functie

De modellen die uitgerust zijn met een analoge/digitale programmeereenheid is een "DEMO" functie voorzien, die de weerstanden uitschakelt en de andere functies ongewijzigd laat. Om deze functie in te
schakelen, moet u achtereenvolgens op de toetsen drukken voor 3/4 seconde. Een bevestigend geluidssignaal informeert de gebruiker dat de functie ingeschakeld is. Wanneer de “DEMO” functie actief is, knippert het nummer 6 op de klok met regelmatige intervals Om de functie uit te schakelen, moet u dezelfde procedure volgen.
, , en
108
Instructies voor de gebruiker

6. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT

6.1

Inschakelen van de branders van de kookplaat

Voordat u de branders van de kookplaat ontsteekt moet u controleren of de vlamverdelers in hun zetels liggen met de bijbehorende deksels, waarbij u ervoor moet opletten dat de gaten A van de vlamverdelers overeenstemmen met de vonkontstekers en thermokoppels. De op verzoek beschikbare pandrager B moet worden gebruikt voor "woks" (chinese koekenpan).
Naast iedere knop wordt de bijbehorende brander aangegeven. Het apparaat heeft een inrichting voor de elektronische ontsteking. U hoeft slechts de knop in te drukken en linksom te draaien op het symbool van
de maximumvlam
, tot de brander zal zijn ontstoken. Houd de knop nog circa 2 seconden lang ingedrukt om het thermokoppel warm te laten worden. Het kan gebeuren dat de brander uitgaat op het moment dat u de knop loslaat: dit betekent dat het thermokoppel nog niet voldoende was verwarmd. Herhaal de handeling maar houd de knop langer ingedrukt.
Indien de branders per ongeluk uit zouden gaan dan zal, na ongeveer 20 seconden, een veiligheidsinrichting ingrijpen en de gastoevoer blokkeren, ook bij een open kraantje.
109
Instructies voor de gebruiker

6.2 Praktische wenken voor het gebruik van de branders van de kookplaat

Voor een beter rendement van de branders en een minimaal verbruik van het gas moet u: recipiënten gebruiken met een deksel en qua grootte aangepast aan die van de branders om te voorkomen dat de vlam langs de zijkanten lekt (zie paragraaf “6.3 Diameter van de recipiënten”). Op het moment dat de vloeistof aan de kook raakt moet u de vlam zover verminderen dat hij niet overkookt. Om tijdens het koken brandwonden en schade aan de kookplaat te voorkomen moeten alle recipiënten of bakijzers binnen de buitenomtrek van de kookplaat blijven. Alle recipiënten moet een vlakke en regelmatige bodem hebben. Wanneer u olie of vet gebruikt moet u ervoor opletten dat ze bij het heet worden niet gaan branden. Bij het onverwachte doven van de vlam moet u de bedieningsknop sluiten en tenminste 1 minuut wachten alvorens opnieuw te proberen om hem te ontsteken.

6.3 Diameter van de recipiënten

BRANDERS
1 Hulpbrander 2 Halfsnelle
brander
3 Snelle
brander
4 Ultrasnelle
brander
5 Visbrander
Ø min. en
max. (in cm)
12-14 16-24
18-26
20-26
Speciale ovale
recipiënten

6.4 Schoonmaken van de barbecueplaat

Deze plaat is bekleed met een anti-aanbaklaag (Teflon). Deze laag is uiterst delicaat en kan bij gebruik van metalen keukengerei beschadigd worden.
Gebruik uitsluitend houten of plastic keukengerei dat bestendig moet zijn tegen hoge temperaturen.
110
Instructies voor de gebruiker

7. GEBRUIK VAN DE OVENS

7.1

Waarschuwingen en algemene aanbevelingen

Bij de eerste ingebruikneming van de oven moet u hem net zolang op de maximumtemperatuur (250-220°C) verhitten tot de eventuele olieachtige resten van het fabricageproces, die kwalijke luchten op het voedsel zouden kunnen overbrengen, zullen zijn verbrand.
Tijdens het koken moet u de bodem van de oven niet bedekken met folie of aluminiumfolie en er geen pannen of ovenschalen op plaatsen om de laag email niet te beschadigen. Bij gebruik van ovenpapier moet u er bij het plaatsen voor zorgen dat de circulatie van de warme lucht in de oven niet wordt belemmerd.
Om te voorkomen dat eventueel in de oven aanwezige stoom last veroorzaakt moet u de oven in twee stappen openen: houd hem eerst 4-5 seconden lang halfopen (ca. 5 cm), en open hem daarna pas helemaal. Indien u tijdens het koken bij het voedsel moet komen moet u de ovendeur zo kort mogelijk open laten staan om te voorkomen dat de temperatuur in de oven zover daalt dat het goede kookresultaat erdoor wordt geschaad.
Wanneer beide ovens gelijktijdig gebruikt worden, kan dit tot problemen leiden met de delicate bereidingen.
7.2

Ovenlamp

Gaat branden wanneer u de functiekeuzeknop op een willekeurige stand zet.
7.3

Koelventilatie

Het toestel is uitgerust met een koelsysteem, dat onmiddellijk in werking wordt gesteld wanneer een bereidingsfunctie wordt geselecteerd. Dit geldt eveneens voor de ingestelde bereidingen. De werking van de ventilatoren veroorzaakt een normale luchtstroom die onder de plint op de achterkant van de kookplaat naar buiten komt, en die nog even kan doorgaan nadat de oven werd uitgeschakeld. Dit ventilatiesysteem verzekert dat de temperatuur rondom het toestel voldoet aan de standaards van de van kracht zijnde normenstelsels.
5 cm
111
n
Instructies voor de gebruiker

7.4 Opbergvak

Aan de onderkant van het fornuis, onder de ovens, vindt u het opbergvak. U kunt er bij door de bovenkant van het deurtje open te trekken. Bewaar er absoluut geen ontvlambare materialen als vodden, papier e.d. in, maar eventueel alleen de metalen accessoires van het apparaat.
Let op: Tijdens het gebruik van de ovens kan het binnenoppervlak va het opbergvak warm worden.
112
Instructies voor de gebruiker

8. GEBRUIK VAN DE "PIZZA" FUNCTIE

Dit apparaat is uitgerust met een speciaal voor het bakken van pizza's bestudeerde functie. Die functie is herkenbaar aan het symbool op de
functieknop van de oven. Om de pizza te bakken moet u als volgt te werk gaan.
Zet de functieknop van de oven op het symbool en de thermostaatknop op .
Verwarm de oven in deze staat tot de thermostaatlamp uitgaat, en leg de pizza vervolgens op de speciale plaat. Voor een optimaal resultaat moet u de pizza gewoonlijk niet langer dan 3-4 minuten laten bakken ook al zal deze tijd kunnen variëren afhankelijk van het gebruikte deeg of de smaak van de gebruiker.

8.1.1 Waarschuwingen voor wat betreft het gebruik van de pizzaplaat

Gebruik de pizzaplaat niet op andere dan de beschreven wijzen (gebruik hem bijvoorbeeld niet op gas- of glaskeramische kookplaten of op ovens die niet voor deze accessoire zijn uitgerust).
Gebruik nooit enige functie van de oven indien de pizzaplaat niet op zijn plaats ligt.
Tijdens het gebruik wordt het apparaat zeer heet. Wij raden vóór iedere handeling het gebruik aan van de speciale ovenwanten.
Wanneer u de pizza met olie op smaak wenst te brengen, verdient het aanbeveling dit te doen nadat u hem uit de oven heeft gehaald omdat eventuele olievlekken het aanzien en de werking van de pizzaplaat zouden kunnen aantasten.
113
Instructies voor de gebruiker
8.2 Waarschuwingen
Het koken met de grill mag nooit langer dan 60 minuten duren.
Tijdens het koken met de grill en grill + draaispit moet de ovendeur
gesloten blijven.
Om gevaarlijke oververhitting te voorkomen moet u tijdens het gebruik van de oven of de grill het glazen deksel van het apparaat altijd omhoog laten staan.
Tijdens en na het gebruik van de grill kunnen de toegankelijk delen zeer heet worden en moet u kinderen dus uit de buurt van het apparaat houden.
Tijdens het koken met het draaispit verdient het aanbeveling om onderin de oven, op de eerste rail van onderen, één van de met het fornuis geleverde ovenschalen te plaatsen om de gevormde sappen en vet in op te vangen.
Tijdens het gebruik van de oven moet u alle niet-gebruikte ovenschalen en roosters uit de oven verwijderen.
Tijdens het koken moet u de bodem van de oven niet bedekken met folie of aluminiumfolie en er geen pannen of ovenschalen op plaatsen om de laag email niet te beschadigen. Bij gebruik van ovenpapier moet u ervoor zorgen dat de circulatie van de warme lucht in de oven er niet door wordt verhinderd.

8.3 Om energie te besparen

De pizzasteen is een warmteaccumulator. Dankzij deze eigenschap kunt u het energieverbruik verminderen, vooral bij het bereiden van gerechten waarvoor voorverwarming of middellange kooktijden nodig zijn. In deze gevallen volstaat het om de thermostaat 10-12 minuten voor het eind van de kooktijd op nul te zetten. Op deze wijze zal de temperatuur toch behouden blijven omdat de vuurvaste steen de hitte slechts heel geleidelijk afstaat.
114
Instructies voor de gebruiker

9. BESCHIKBARE ACCESSOIRES

De oven heeft 4 geleiderails om de ovenschalen en roosters op verschillende hoogten op te kunnen plaatsen.
Ovenrooster: voor het koken van voedsel in schalen, kleine taarten, braadstukken of voedsel dat licht moet worden geroosterd.
Rooster voor ovenschaal: om bovenop een ovenschaal te zetten voor het bereiden van voedsel dat kan lekken.
Ovenschaal: nuttig voor het opvangen van het vet dat van het voedsel op het rooster erboven druipt.
Bakblik: handig voor het bakken van taarten, pizza's en gebak.
Braadspit: handig voor het roosteren van kip, braadworstjes en al het voedsel dat gelijkmatig over het volledige oppervlak moet worden gebakken.
Frame draaispit hoofdoven: moet, voordat u het braadspit gaat gebruiken in de geleiderails van de oven worden gezet.
Tang van verchroomd metaal: handig om hete roosters en ovenschalen mee uit de oven te halen.
Bovenste bescherming: wanneer u hem eruit trekt kunt u de oven van binnen gemakkelijker schoonmaken.
115
Instructies voor de gebruiker
Pizzaplaat: speciaal ontworpen voor het
bakken van pizza's. Moet worden gebruikt zoals beschreven in paragraaf 8 "Gebruik van de “pizza” functie"
Op bestelling beschikbare accessoires
Via de Bevoegde Servicecentra kunt u de plint en de zelfreinigende panelen van de ovens bestellen.
Voor het gebruik van de accessoires moet u aandachtig de bijgesloten instructies lezen.
Bij de Bevoegde Servicecentra vindt u twee optionele pandragers:
Grillplaat op gasbrander: deze optionele plaat moet in plaats van de pandrager rechts (visbrander) op de kookplaat worden gelegd. Let ervoor op dat u de pootjes van de grillplaat overeen laat stemmen met de bodem van de kookplaat om het eventuel risico van omklappen te vermijden.
Barbecuerooster: dit open rooster moet in plaats van de alluminiumplaat op de
barbecueweerstand worden gelegd.
116
Instructies voor de gebruiker

10. AANBEVELINGEN VOOR HET KOKEN

Voor de voorverwarming raden wij altijd de geventileerde functie en een temperatuur van 30/40°C hoger dan de kooktemperatuur aan. Hiermee kunt u de kooktijden en het energieverbruik aanzienlijk verminderen en zullen de kookresultaten beter zijn.
Tijdens het koken moet de ovendeur gesloten blijven.

10.1 Traditionele kookwijzen (oven links / rechts)

FUNCTIEKEUZESCHAKELAAR
THERMOSTAAT NAAR WENS TUSSEN 50 - 250°C
THERMOSTAAT NAAR WENS TUSSEN 50 -220°C
Dit klassieke kooksysteem, waarbij de hitte van boven en van onderen komt, is geschikt voor het bakken van voedsel op een enkel niveau. U moet de oven voorverwarmen tot de ingestelde temperatuur is bereikt. Plaats het gerecht pas in de oven nadat het controlelampje van de thermostaat is uitgegaan. Bijzonder vet vlees moet in de nog koude oven worden gezet. Diepvriesvlees kunt u rechtstreeks, zonder vooraf ontdooien, in de oven zetten. Als enige voorzorgsmaatregel moet u ongeveer 20°C lagere temperaturen instellen en kooktijden gebruiken van ongeveer een 1/4 langer ten opzichte van die voor vers vlees.
Gebruik recipiënten met een hoge rand om te voorkomen dat spatten de wanden van de oven bevuilen.
117
Instructies voor de gebruiker

10.2 Koken met warme lucht (oven links)

FUNCTIEKEUZESCHAKELAAR
THERMOSTAAT NAAR WENS TUSSEN 50 ­250°C
Dit systeem is geschikt voor het koken op meerdere niveaus, ook van voedsel van geheel verschillende aard (vis, vlees, enz.) zonder dat de smaak of geur op elkaar overslaan. De circulatie van de lucht in de oven garandeert een gelijkmatige verspreiding van de hitte. Voorverwarming is niet nodig.
Het gelijktijdig koken van meerdere gerechten is mogelijk op voorwaarde dat de kooktemperatuur van de verschillende gerechten overeenstemt.

10.3 Koken met de grill (oven links / rechts)

FUNCTIEKEUZESCHAKELAAR
THERMOSTAAT IN DE MAXIMUMSTAND
THERMOSTAAT IN DE MAXIMUMSTAND
118
Geschikt voor het snel goudbruin braden van het voedsel. Wij raden aan om de ovenschaal in de bovenste stand te zetten. Bij korte kooktijden en kleine hoeveelheden moet u het rooster op de derde geleiderail van onderen plaatsen. Bij langere kooktijden en grillschotels moet u het rooster lager zetten afhankelijk van de grootte van de stukken vlees.
Tijdens het koken moet de ovendeur gesloten blijven.
Instructies voor de gebruiker

10.4 Koken met de grill en warme lucht (oven links / rechts)

FUNCTIEKEUZESCHAKELAAR
TERMOSTAAT VAN 50° T/M 250°C
TERMOSTAAT VAN 50° T/M 280°C ( )
Maakt een gelijkmatige verspreiding mogelijk van de warmte die beter en dieper door kan dringen in het voedsel. Het voedsel zal van buiten licht goudbruin worden en van binnen mals blijven.
Tijdens het koken moet de ovendeur gesloten blijven en mag de maximale duur van de verwarming niet langer zijn dan 60 minuten.

10.5 Ontdooien (oven links)

FUNCTIEKEUZESCHAKELAAR
THERMOSTAAT IN DE STAND 0
Uitsluitend de verplaatsing van de lucht door de ventilator zal voor een snellere ontdooiing van het voedsel zorgen. De in de oven circulerende lucht is op omgevingstemperatuur.
Het ontdooien op omgevingstemperatuur heeft als voordeel dat de smaak en het aanzien van het voedsel er niet door worden veranderd.
119
Instructies voor de gebruiker

10.6 Koken met het draaispit (oven links)

FUNCTIEKEUZESCHAKELAAR
THERMOSTAAT NAAR WENS TUSSEN 50 ­200°C
Wij raden het gebruik ervan aan voor kleine stukken vlees. Rijg het voedsel aan het braadspit en blokkeer de schroeven A van de vorken. Steek het frame B in de derde geleiderail van onderen. Verwijder de handgreep D en zorg er bij het plaatsen van het braadspit voor dat de schijf E op frame B geleid blijft. Zet het frame B helemaal in de oven tot de punt van het braadspit in het gat C in de achterwand van de oven valt. Plaats een ovenschaal F op de eerste geleiderail van onderen en giet er een beetje water in om rookvorming te voorkomen.
Het regelmatig aan- en uitgaan van de thermostaat tijdens het koken is normaal en wijst erop dat de temperatuur in de oven constant wordt gehouden.
120
Instructies voor de gebruiker

10.7 Aanbevolen kooktabellen

De kooktijden, en speciaal die van het vlees, zullen variëren afhankelijk van de dikte en de kwaliteit van het voedsel en de persoonlijke smaak van de consument.
POSITIE GELEIDERAIL
VOORGERECHTEN
LASAGNE MACARONI UIT DE OVEN
VLEES
KALFSGEBRAAD GEBRADEN RUNDVLEES GEBRADEN VARKENSVLEES KIP EEND GANS - KALKOEN KONIJN RAMSBOUT GEROOSTERDE VIS 1 - 2 170 - 200 AFHANKELIJK VAN
PIZZA 1 - 2 210 - 240 40 - 45
GEBAK
SCHUIMPJES BLADERDEEG KRANSVORMIG GEBAK LANGE VINGERS CROISSANTS VRUCHTENTAART
TRADITIONELE KOOKWIJZEN
VAN ONDEREN
2 - 3 2 - 3
2 2 2 2 2 2 2 1
1 - 2 1 - 2 1 - 2 1 - 2 1 - 2 1 - 2
TEMPERATUUR
(°C)
210 - 230 210 - 230
170 - 200 210 - 240 170 - 200 170 - 200 170 - 200 140 - 170 170 - 200 170 - 200
50 - 70
170 - 200
165
150 170 - 200 170 - 200
TIJDSDUUR
IN MINUTEN (*)
30 - 40 PER KG. 30 - 40 PER KG. 30 - 40 PER KG.
15 PER KG.
DE GROOTTE
30 40
45 - 60 45 - 60 45 - 60 50 - 60
60 - 90 15 - 20 35 - 45 30 - 50 40 - 45 20 - 30
(*) = MET VOORVERWARMDE OVEN
STAND GELEIDERAIL
1° ZIJDE 2° ZIJDE VARKENSKOTELET VARKENSFILET RUNDERFILET PLAKJES LEVER KALFSLAPJE HALVE KIP BRAADWORSTJES GEHAKTBALLEN VISFILET TOAST
KOKEN MET DE GRILL
VAN ONDEREN
4 3 3 4 4 3 4 4 4 4
TIJDSDUUR IN MINUTEN
7 - 9 9 - 11 9 - 11
2 - 3
7 - 9 9 - 14
7 - 9
7 - 9
5 - 6
2 - 4
5 - 7 5 - 9
9 - 11
2 - 3 5 - 7
9 - 11
5 - 6 5 - 6 3 - 4 2 - 3
121
Instructies voor de gebruiker
POSITIE GELEIDERAIL
VOORGERECHTEN
LASAGNE MACARONI UIT DE OVEN CREOOLSE RIJST
VLEES
KALFSGEBRAAD GEBRADEN VARKENSVLEES GEBRADEN RUNDVLEES RUNDERFILET LAMSGEBRAAD ROSBIEF GEBRADEN KIP GEBRADEN EEND GEBRADEN KALKOEN GEBRADEN KONIJN GEBRADEN HAAS GEBRADEN DUIF VIS 2 - 3 150 - 170 AFHANKELIJK VAN
PIZZA 2 - 3 210 - 240 30 - 50
GEBAK
KRANSVORMIG GEBAK VRUCHTENTAART CAKE CROISSANTS STRUDEL LANGEVINGERPUDDING BROOD TOAST
KOKEN MET WARME LUCHT
VAN ONDEREN
2 2 2
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
2 - 3 2 - 3 2 - 3 2 - 3 1 - 2 2 - 3 2 - 3 1 - 2
TEMPERATUUR
(°C)
190 - 210 190 - 210 190 - 220
150 - 170 150 - 160 160 - 170 160 - 180 130 - 150 170 - 180
170 160 - 170 150 - 160 150 - 160 160 - 170 140 - 170
150 - 170 170 - 190 190 - 220 160 - 170
150 160 - 170 190 - 210 220 - 240
TIJDSDUUR
IN MINUTEN (*)
20 - 25 25 - 30 20 - 25
65 - 90
70 - 100
65 - 90 35 - 45
100 - 130
40 - 45
70 - 90 100 - 160 160 - 240
80 - 100
30 - 50
15 - 25
DE GROOTTE
35 - 45
40 - 50
25 - 35
40 - 60
25 - 35
30 - 40
40
7
Bij gebruik van de barbecue wordt een voorverwarming van circa 15 minuten aanbevolen.
122
Instructies voor de gebruiker

11. REINIGING EN ONDERHOUD

Gebruik nooit stoomstralen om de oven van binnen mee schoon te maken.

11.1 Het reinigen van roestvrij staal

Voor een goed behoud van het roestvrij staal moet u het na ieder gebruik en nadat het is afgekoeld schoonmaken.

11.1.1 Gewone dagelijkse reiniging

Om de roestvrijstalen oppervlakken schoon te maken en intact te houden moet u altijd en uitsluitend de speciaal hiervoor bestemde producten gebruiken die geen schuurmiddelen of zuren op chloorbasis mogen bevatten. Gebruikswijze: giet het product op een vochtige doek en wrijf het uit op het oppervlak, spoel het zorgvuldig af en droog het met een zachte doek of een zeem.

11.1.2 Voedselvlekken of -resten

Het gebruik van metalen schuursponsjes en scherpe spatels moet worden vermeden om de oppervlakken niet te beschadigen. Gebruik de normale, niet schurende producten voor staal en eventueel houten of plastic gerei. Goed afspoelen en afdrogen met een zachte doek of een zeem. Zorg ervoor dat in de oven geen suikerhoudende voedselresten opdrogen (bijv. jam). Wanneer die te lang uitdrogen kunnen ze het email aan de binnenkant van de oven beschadigen.
123
Instructies voor de gebruiker
11.2 Reiniging van de componenten van de kookplaat
Vóór alle werkzaamheden op onder spanning staande onderdelen moet u de elektrische voeding van het apparaat loskoppelen.

11.2.1 Barbecueplaat

Verwijder de plaat uit diens zetel nadat hij is afgekoeld waarbij u hem aan de voorkant moet optillen zoals afgebeeld in figuur 1 en ervoor moet opletten dat u de voedselresten die in de gleuven aan de zijkant zijn opgevangen niet morst. Maak hem schoon met een gewoon schoonmaakmiddel en een niet schurend sponsje. Let ervoor op dat u de in de gleuven opgevangen voedselresten niet morst.
11.2.2 Ovenschaal
Om de schaal onder de barbecueweerstand schoon te maken, moet u:
1. De plaat verwijderen zoals beschreven onder punt 10.2.1;
2. De weerstand omhoogklappen en de blokkering naar rechts verschuiven om hem te blokkeren (zoals afgebeeld in de figuur hiernaast);
3. De schaal bij de twee handvatten beetpakken en met specifieke schoonmaakmiddelen voor roestvrij staal en een niet schurende sponsje schoonmaken.
124
Instructies voor de gebruiker

11.2.3 De pandragers

Verwijder de pandragers rechts (grillplaat+visbrander) zoals aangegeven in de figuur. Voor de pandragers links bestaat geen speciale demontagevolgorde. Verwijder de pandragers en was ze in lauw water met een niet schurend schoonmaakmiddel en zorg ervoor dat u alle aankoekingen verwijdert. Plaats ze weer terug; eerst die aan de zijkant en daarna de grillplaat.

11.2.4 De deksels, vlamverdelers en branders

De deksels en vlamverdelers kunnen verwijderd worden om ze gemakkelijker te kunnen schoonmaken; was ze in lauw water met een niet-schurend schoonmaakmiddel en zorg ervoor dat u alle aankoekingen verwijdert en wacht tot ze volledig zijn opgedroogd. Monteer de deksels weer terug op hun vlamverdelers en verzeker u ervan dat de uitsparingen A overeenstemmen met de pennen B van de branders.
Was deze componenten niet in de vaatwasser.

11.2.5 De vonkontstekers en de thermokoppels

Voor een goede werking moeten de vonkontstekers en thermokoppels altijd goed schoon zijn. Controleer ze regelmatig en maak ze, indien noodzakelijk, schoon met een vochtige doek. Eventuele droge resten moeten worden verwijderd met een houten stokje of een naald.

11.3 Reiniging van de ovens (zonder zelfreinigende panelen)

Voor een goed behoud van de ovens moet u ze regelmatig en nadat ze zijn afgekoeld, schoonmaken. Verwijder alle losse onderdelen. Moet u de geleiderails aan de zijkant verwijderen door ze aan de voorkant op te heffen en vervolgens uit hun gat aan de achterkant te trekken.
125
Instructies voor de gebruiker
Maak de ovenroosters en de geleiderails aan de zijkant schoon met warm water en niet-schurende detergenten. Daarna afdrogen en afspoelen.

11.3.1 Zelfreinigende panelen

De oven is uitgerust met panelen met constant zelfreinigend email. Dergelijke panelen vereenvoudigen het schoonmaken van de oven en zorgen ervoor dat hij altijd efficiënt blijft.

11.3.2 Gebruik van de zelfreinigende panelen

Om de binnenkant van de oven altijd schoon te houden, zonder onplezierige etensresten en geurtjes, moet u hem van tijd tot tijd 30 tot 60 minuten lang, leeg laten branden op een temperatuur van minimaal 200°, om de overgebleven resten op de zelfreinigende panelen te laten oxyderen. Later, als de oven is afgekoeld, kunt u ze met een vochtige spons verwijderen.

11.3.3 Onderhoud van de zelfreinigende panelen

Voor het reinigen van de panelen wordt het gebruik van de gangbare schoonmaakmiddelen en crèmes afgeraden. Beperk u tot een vochtige spons om de specifieke eigenschappen van het email op de panelen niet aan te tasten.

11.3.4 Demontage van de zelfreinigende panelen

Verwijder alle accessoires uit de ovenruimte en ga als volgt te werk:
1. Verwijder de geleiderails aan de zijkant (fig.1);
2. Trek de zijpanelen “F” e “G” naar buiten (fig. 2);
3. Verwijder het paneel aan de achterkant “A” na de ringmoer “C” met schroefdraad te hebben losgedraaid (fig. 2);
4. Plaats de panelen weer in de oorspronkelijke stand terug.
126
Instructies voor de gebruiker
1) 2)

11.4 Ruiten van de deur

Wij raden aan om ze altijd goed schoon te houden. Gebruik absorberend keukenpapier; bij hardnekkig vuil reinigen met een vochtige spons en een gewoon schoonmaakmiddel.
Gebruik voor het reinigen van de ruiten van de ovendeur geen schurende of bijtende reinigingsmiddelen. (bijv. poeders, ovensprays, ontvlekkingsmiddelen en metalen sponsjes).
Gebruik voor het reinigen van de glazen deuren van de oven geen ruwe of schurende materialen of scherpe spatels van metaal, die het glas zouden kunnen krassen en versplinteren.

11.5 Reinigen van de bodem (oven rechts)

Voor het reinigen van de bodem van de oven moet u de onderstaande handelingen uitvoeren op een koude oven.
1)
Verwijder achtereenvolgend de pizzaplaat en de basis waarop hij is bevestigd (Fig. 1). Deze laatste moet een paar mm worden opgetild en daarna naar buiten worden getrokken. Vervolgens tilt u aan de zijde van de ovendeur het uiteinde van de weerstand op en kunt u de bodem reinigen. Na voltooiing verdient het aanbeveling om de vochtige delen goed af te drogen.
2)
127
Instructies voor de gebruiker
GEBRUIK NOOIT STOOMSTRALEN OM HET APPARAAT VAN BINNEN MEE SCHOON TE MAKEN.
Maak het ovenrooster en de geleiderails aan de zijkant schoon met warm water en niet-schurende detergenten, daarna afspoelen en afdrogen.
Om het schoonmaken te vergemakkelijken kunt u de deur verwijderen (zie P. 8.3).
Het verdient aanbeveling om na het gebruik van specifieke producten voor het elimineren van resten die zich in de oven hebben opgehoopt de oven circa 15/20 minuten lang op de maximumstand te laten werken.
De pizzasteen moet apart worden afgewassen;
Vóór alle schoonmaakhandelingen moet u het op de steen gebrande vuil verwijderen met een metalen spatel of een krabber voor het reinigen van glaskeramische kookplaten;
Voor een optimale reiniging moet de steen nog lauwwarm zijn en anders moet u hem met warm water wassen;
Gebruik niet schurende metalen sponsjes of scotch brite, gedrenkt in citroen of azijn;
Gebruik geen afwasmiddelen;
Was hem niet in een vaatwasser;
Laat de steen niet weken;
Een vochtige steen mag niet eerder dan minimaal 8 uur na het
beëindigen van het schoonmaken worden gebruikt;
In de loop der tijd kunnen er haarscheurtjes verschijnen aan het oppervlak van de steen. Dit is niets anders dan de normale uitzetting die het glazuur, waarmee de steen is behandeld, bij hoge temperaturen ondergaat.
Om de basis waarop de pizzaplaat rust weer terug te plaatsen moet u hem volledig tegen het paneel achterin de oven duwen en hem laten zakken tot hij vastgeklemd wordt met het plaatje van de pizzaweerstand (detail A Fig. 2)
128
Instructies voor de gebruiker
12. BUITENGEWOON ONDERHOUD
Van tijd tot tijd moeten er kleine onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd op de oven of moeten aan slijtage onderhavige onderdelen zoals pakkingen, lampen, enz. worden vervangen. Onderstaand vindt u de specifieke instructies voor alle werkzaamheden van dit type.
Vóór alle werkzaamheden op onder spanning staande onderdelen moet u de elektrische voeding van het apparaat loskoppelen.

12.1 Vervanging van het lampje voor de verlichting.

Verwijder het beschermkapje A door hem linksom los te draaien, vervang het lampje B met een vergelijkbaar exemplaar. Plaats het beschermkapje A weer terug.
Gebruik uitsluitend lampen voor ovens (T 300°C).
129
Instructies voor de gebruiker
12.2 Demontage van de deur
Open de deur helemaal en steek de (meegeleverde) pinnen in de gaten aan de binnenkant. Sluit de deur in een hoek van ongeveer 45°, til hem op en trek hem uit diens zetel. Om hem weer terug te plaatsen moet u de scharnieren in de daarvoor bestemde gleuven steken en de deur laten zakken tot hij op de onderkant steunt en moet u de pinnen verwijderen.

12.3 Pakkingen van de ovendeuren

Om de ovens goed te kunnen schoonmaken kunt u de deurpakkingen verwijderen. Voordat u begint met het verwijderen van de pakkingen moet u de ovendeuren verwijderen zoals hierboven is beschreven. Nadat u de deuren heeft verwijderd moet u de lipjes in de hoeken opheffen zoals afgebeeld in de figuur.

12.4 Smering van de gaskraantjes

In de loop der tijd kan het gebeuren dat de gaskraantjes moeilijk gaan draaien en geblokkeerd raken. Maak ze van binnen schoon en vervang het smeervet. Deze handeling moet worden uitgevoerd door een gespecialiseerd technicus.
130
914773229/ D
Loading...