Smeg A1PYID-9 User manual [NL]

Inhoudsopgave
NL
1 Waarschuwingen 349
1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen 349
1.2 Beoogd gebruik 354
1.3 Aansprakelijkheid van de fabrikant 354
1.5 Identificatieplaatje 354
1.6 Verwerking 354
1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing 355
2 Beschrijving 356
2.1 Algemene beschrijving 356
2.2 Bedieningspaneel 357
2.3 Kookplaat 358
2.4 Andere onderdelen 359
2.5 Beschikbare accessoires 360
3 Gebruik 361
3.1 Waarschuwingen 361
3.2 Eerste gebruik 362
3.3 Gebruik van de accessoires 362
3.4 Het gebruik van de kookplaat 365
3.5 Het gebruik van de oven 371
3.6 Advies voor bereidingen 380
3.7 Speciale functies 381
3.8 Programma’s 390
3.9 Eigen recepten 400
3.10Instellingen 406
4 Reiniging en onderhoud 412
4.1 Waarschuwingen 412
4.2 Reiniging van de glaskeramische kookplaat 412
4.3 Reiniging van de ovenruimte 413
4.4 Pyrolyse 415
4.5 Reiniging van de deur 419
4.6 Buitengewoon onderhoud 421
VERTALING VAN DE OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
347
Inhoudsopgave
5 Installatie 424
5.1 Plaatsing 424
5.2 Plaatsing 425
5.3 Elektrische aansluiting 429
5.4 Voor de installateur 432
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
348
Waarschuwingen
NL
1 Waarschuwingen
1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen
Persoonlijk letsel
• Het apparaat en de bereikbare
delen ervan worden heel warm tijdens het gebruik. Raak geen verwarmingselementen aan tijdens gebruik van het apparaat.
• Bescherm de handen met
ovenwanten bij het hanteren van voedsel in de ovenruimte.
• Probeer geen vlammen/brand te
doven met water: schakel het apparaat uit en bedek het vuur met een deksel of een brandwerende deken.
• Gebruik van dit apparaat door
kinderen vanaf 8 jaar, personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten of met een gebrek aan ervaring of kennis is alleen toegestaan onder toezicht en begeleiding van volwassenen die verantwoordelijk zijn voor hun veiligheid.
• Laat kinderen niet spelen met het
apparaat.
• Houd kinderen jonger dan 8 jaar die niet onder toezicht staan verwijderd van het apparaat.
• Kinderen jonger dan 8 jaar mogen het apparaat tijdens zijn werking niet benaderen.
• Werkzaamheden voor schoonmaak en onderhoud van het apparaat mogen niet worden uitgevoerd door kinderen die niet onder toezicht staan.
• Let op voor de snelle verwarming van de kookzones. Plaats geen lege potten of pannen op de ingeschakelde plaat. Gevaar op oververhitting.
• Vetten en oliën kunnen vlam vatten als ze oververhit raken. Het is aanbevolen bij het apparaat te blijven tijdens de voorbereiding van voedsel dat olie of vet bevat. Als de oliën of vetten vlam zouden vatten, mag geen water gebruikt worden om te blussen. Plaats het deksel op de pan en schakel de kookzone uit.
• Het kookproces moet altijd bewaakt worden. Een kort kookproces moet voortdurend bewaakt worden.
• Na gebruik het apparaat uitschakelen.
349
Waarschuwingen
• Tijdens het gebruik geen metalen voorwerpen zoals vaatwerk of bestek op het oppervlak van de kookplaat plaatsen omdat deze oververhit zouden kunnen raken.
• Plaats geen metalen en puntige voorwerpen (bestek of gereedschappen) in de spleten van het apparaat.
• Giet geen water rechtstreeks op hete ovenschalen.
• Houd de deur dicht tijdens de bereiding.
• In geval van ingrepen op de etenswaren of aan het einde van de bereiding, de deur gedurende een aantal seconden 5 centimeter openen, het stoom laten ontsnappen en vervolgens de deur volledig openen.
• Open de bergruimte (indien aanwezig) niet wanneer de oven ingeschakeld of warm is.
• De voorwerpen in de bergruimte kunnen erg heet zijn na het gebruik van de oven.
• ONTVLAMBARE MATERIALEN NIET IN DE BUURT VAN HET APPARAAT GEBRUIKEN OF IN DE BERGRUIMTE (INDIEN AANWEZIG) BEWAREN.
• GEBRUIK GEEN SPUITBUSSEN IN DE BUURT VAN HET APPARAAT TERWIJL HET WERKT.
• VOER GEEN WIJZIGINGEN UIT OP HET APPARAAT.
• Voorafgaand op iedere ingreep op het apparaat (installatie, onderhoud, plaatsing of verplaatsing) moet u altijd zorgen voor persoonlijke beschermingsmiddelen.
• Voorafgaand op iedere ingreep op het apparaat moet de algemene elektrische voeding gedeactiveerd worden.
• Laat de installatie en technische interventies uitvoeren door gekwalificeerd personeel overeenkomstig de geldende normen.
• Probeer nooit om zelf het apparaat te repareren, zonder tussenkomst van een gekwalificeerde technicus.
• Trek nooit aan de kabel om de stekker uit het stopcontact te halen.
• Als de stroomkabel beschadigd is, moet men onmiddellijk contact opnemen met de technische dienst die voor de vervanging van de kabel zal zorgen.
350
Waarschuwingen
NL
Beschadiging van het apparaat
• Gebruik geen schurende of bijtende middelen op de glazen onderdelen (bijv. poeders, ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Gebruik eventueel houten of plastic gereedschappen.
• Roosters en ovenschalen moeten in de zijgeleiders worden geplaatst tot ze niet verder kunnen. De mechanische veiligheidsblokkeringen die de verwijdering van de roosters voorkomen moeten naar beneden en naar de achterzijde van de ovenruimte gericht zijn.
• Ga niet op het apparaat zitten.
• Reinig het apparaat niet met een stoomreiniger.
• Zorg er voor dat de openingen en de spleten voor de ventilatie en de warmte-afvoer niet verstopt raken.
• Laat het apparaat niet onbeheerd tijdens bereidingen waarbij vetten en oliën vrijkomen die heet worden en vlam kunnen vatten. Besteed de grootst mogelijke aandacht
• Laat geen voorwerpen achter op de kookoppervlakken.
• GEBRUIK HET APPARAAT NOOIT OM DE RUIMTE TE VERWARMEN.
• Sproei geen spuitbussen in de nabijheid van de oven.
• Gebruik geen plastic vaatwerk of recipiënten om voedsel te bereiden.
• Plaats geen blikken of gesloten recipiënten in de ovenruimte.
• Verwijder alle ovenschalen en roosters die tijdens de bereiding niet gebruikt worden uit de ovenruimte.
• Bedek de bodem van de ovenruimte niet met aluminiumfolie.
• Plaats geen pannen of ovenschalen rechtstreeks op de bodem van de ovenruimte.
• Bij gebruik van bakpapier moet u er voor zorgen dat de circulatie van de warme lucht in de oven er niet door wordt verhinderd.
• Gebruik de open deur niet als steun door pannen of schalen direct op het binnenglas te plaatsen.
• De recipiënten of de vleesroosters moeten binnen de omtrek van de kookplaat geplaatst worden.
• Alle recipiënten moeten een vlakke en regelmatige bodem hebben.
351
Waarschuwingen
• In geval van overstroming of overkoken moet de vloeistof onmiddellijk van de kookplaat verwijderd worden.
• Geen zure stoffen zoals citroensap of azijn op de kookplaat morsen.
• Plaats geen lege potten of pannen op ingeschakelde kookzones.
• Reinig het apparaat niet met een stoomreiniger.
• Gebruik geen ruw, schurend of scherp materiaal.
• Gebruik op de stalen delen of de delen waarvan het oppervlak met metalen afwerkingen werd behandeld (bijv. elektrolytische oxidatie, vernikkeling, verchroming) geen producten die chloor, ammoniak of bleekmiddel bevatten.
• Gebruik geen schurende of bijtende middelen op de glazen onderdelen (bijv. poeders, ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Stop de verwijderbare onderdelen, zoals de roosters van de kookplaat, de vlamverdelers en de deksels niet in de vaatwasser.
Installatie en onderhoud
• DIT APPARAAT MAG NIET GEÏNSTALLEERD WORDEN IN
BOTEN OF CARAVANS.
• Het apparaat mag niet
geïnstalleerd worden op een voetstuk.
• Plaats het apparaat met behulp
van een tweede persoon in het meubel.
• Gebruik de open deur niet als
hefboom om het apparaat in het meubel te plaatsen.
• Oefen niet te veel kracht uit op de
geopende deur.
• Til dit apparaat niet op door de
handgreep beet te pakken.
• Om de mogelijke oververhitting
van het apparaat te vermijden moet het niet achter een decoratieve deur of een paneel geïnstalleerd worden.
• Laat het apparaat aansluiten door
gekwalificeerd technisch personeel.
• De aardverbinding van het
elektrische systeem is verplicht en moet in overeenstemming met de geldende veiligheidsnormen worden uitgevoerd.
352
Waarschuwingen
NL
• Gebruik kabels die bestand zijn tegen temperaturen van minstens 90 °C.
• Het aandraaimoment van de schroeven van de stroomgeleiders van het klemmenbord moet 1,5­2 Nm bedragen.
Voor dit apparaat
• Schakel de platen na het gebruik uit. Vertrouw nooit alleen op de panherkenningsindicatie.
• Waak over kinderen, ze kunnen de brandende controlelamp voor de restwarmte moeilijk zien. De bereidingszones blijven ook na gebruik voor een bepaalde periode nog zeer warm, ook al zijn ze uitgeschakeld. Houd kinderen uit de buurt zodat ze niet kunnen aanraken.
• Het glaskeramische oppervlak is schokbestendig, maar u dient te voorkomen dat er zware en harde voorwerpen vallen op de kookplaat: die zou kunnen breken als het om puntige voorwerpen gaat.
• Het glaskeramische kookoppervlak mag niet als steunvlak gebruikt worden.
• Dit apparaat kan gebruikt worden tot op een hoogte van maximaal 4000 meter boven de zeespiegel.
• Als barsten of scheuren opgemerkt worden, of als het oppervlak van de glaskeramische plaat zou breken, moet het apparaat onmiddellijk uitgeschakeld worden. Schakel de stroom uit en neem contact op met de Technische Dienst.
• Controleer of het apparaat is uitgeschakeld voordat de lamp wordt vervangen.
• Ga niet steunen of zitten op de geopende deur van het apparaat.
• Controleer of er geen voorwerpen in de deur vastzitten.
• Personen met een pacemaker of een gelijkaardig apparaat moeten zich ervan vergewissen dat de werking van deze apparaten niet wordt beïnvloed door het inductieveld, waarvan het frequentiebereik tussen 20 en 50 kHz ligt.
• Overeenkomstig de bepalingen van de elektromagnetische compatibiliteit behoort de elektromagnetische inductieplaat tot Groep 2 en Klasse B (EN
55011).
353
Waarschuwingen
1.2 Beoogd gebruik
• Dit apparaat is bedoeld om thuis voedsel te bereiden. Elk ander gebruik is oneigenlijk.
• Het apparaat is niet ontworpen om te functioneren met externe kookwekkers of afstandsbedieningssystemen.
1.3 Aansprakelijkheid van de
fabrikant
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan personen en voorwerpen ten gevolge van:
• een ander gebruik van het apparaat dan wordt voorzien;
• het niet in acht nemen van de voorschriften van de gebruiksaanwijzing;
• het forceren van ook slechts één deel van het apparaat;
1.5 Identificatieplaatje
Het identificatieplaatje bevat de technische gegevens, het serienummer en de markering. Het plaatje mag in geen geval worden verwijderd.
1.6 Verwerking
Het apparaat moet gescheiden ingezameld worden (richtlijnen
2002/95/EG, 2002/96/EG, 2003/108/EG). Het product bevat geen delen die als gevaarlijk voor de gezondheid en het milieu worden beschouwd, conform de actuele Europese Richtlijnen.
Verwijdering van het apparaat:
• Snijd de voedingskabel af en verwijder
de elektrische kabel en de stekker.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Schakel de algemene stroomtoevoer uit.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• het gebruik van niet-originele reserveonderdelen.
1.4 Deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is een belangrijk onderdeel van het apparaat en moet gedurende de volledige levensduur intact en op een eenvoudig te bereiken plaats worden bewaard.
Deze gebruiksaanwijzing aandachtig voor het gebruik van het apparaat doorlezen.
354
Waarschuwingen
NL
• Oude of gebruikte apparaten aan het einde van hun levensduur moeten door de gebruiker worden ingeleverd bij geschikte centra voor de gescheiden inzameling van elektrisch en elektronisch afval, of overhandigd worden aan de verkoper wanneer een nieuw gelijkaardig apparaat wordt gekocht.
Het apparaat is verpakt in milieuvriendelijke en recyclebare materialen.
• Breng het verpakkingsmateriaal naar de betreffende centra voor afvalverwerking.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
• Laat de verpakking, of delen ervan, niet
onbewaakt achter.
• Laat kinderen niet spelen met de plastic
zakken van de verpakking.
1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de volgende begrippen voor:
Waarschuwingen
Algemene waarschuwingen in verband met de gebruiksaanwijzing, veiligheid en verwerking van afgedankte producten.
Beschrijving
Beschrijving van het apparaat en de accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het apparaat en de accessoires, kooktips.
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte schoonmaak en onderhoud van het apparaat.
Installatie
Informatie voor gekwalificeerde technici: installatie, inbedrijfstelling en keuring.
Veiligheidswaarschuwingen
Informatie
Suggestie
1. Volgorde van de gebruiksaanwijzingen.
• Enkele gebruiksaanwijzing.
355
2 Beschrijving
2.1 Algemene beschrijving
Beschrijving
1 Plint 2 Kookplaat 3 Bedieningspaneel 4 Lamp 5 Pakking
356
6 Deur 7 Ventilator 8 Bergruimte
Geleideframes voor roosters/
ovenschalen
NL
2.2 Bedieningspaneel
Beschrijving
1 Knoppen bereidingszones van de
kookplaat
Nuttig voor het bedienen van de bereidingszones van de inductieplaat.
Druk de knoppen in en draai ze rechtsom om het werkingsvermogen van de plaat te regelen, van minimaal 1 tot maximaal 9.
Het werkingsvermogen wordt aangeduid op het display dat op de kookplaat is gepositioneerd.
2 Terugkeerknop
Met deze knop kunt u terugkeren naar de vorige functie in het menu van het apparaat. Bovendien kan met deze knop de lamp in de ovenruimte handmatig geactiveerd of gedeactiveerd worden.
3 Display
Geeft de tijd, functie en temperatuur van de gekozen bereiding en eventuele tijdinstelling aan.
4 Bedieningsknop
Met deze knop kunt u het apparaat in-/ uitschakelen en kunt u de verschillende functies selecteren.
Draai de knop naar rechts of links om de gewenste functie te wijzigen/selecteren.
Indrukken om te bevestigen.
Houd de knop minstens 5 seconden ingedrukt om een eventuele bereiding onmiddellijk te beëindigen.
357
2.3 Kookplaat
Beschrijving
Zone
1145
2180
3210
4270
Externe diameter
(mm)
Max. geabsorbeerde
vermogen
(W)*
1400 2200
1850 3000
2300 3700
2600 3700
Geabsorbeerd vermogen
in Booster-functie
(W)*
* de vermogens zijn een benadering en zijn afhankelijk van de gebruikte recipiënten of de
geselecteerde instellingen.
Voordelen van inductiekoken
• Energiebesparing, dankzij de rechtstreekse overdracht van energie
De kookplaat is voorzien van een inductiegenerator voor elke bereidingszone. Elke generator onder het glaskeramische oppervlak heeft een elektromagnetisch veld dat een thermische stroom op de onderkant van de pan veroorzaakt. De warmte wordt niet aan de bereidingszone overgedragen, maar wordt direct door de inductieve stromen in het recipiënt gecreëerd.
naar de pan (u moet daarvoor bestemde pannen van magnetiseerbaar materiaal gebruiken) in vergelijking met het traditioneel elektrisch koken.
• Grotere veiligheid dankzij de overdracht van energie naar alleen het recipiënt dat op de kookplaat geplaatst is.
• Hoog rendement bij de overdracht van energie van de bereidingszone met inductie naar de basis van de pan.
• Snelle verwarming.
• Kleinere kans op brandwonden, omdat het kookoppervlak enkel wordt verwarmd door de onderkant van de pan; overgekookt voedsel bakt niet aan.
358
Beschrijving
NL
2.4 Andere onderdelen
Plaatsbare vlakken
Het apparaat beschikt over vlakken om roosters en ovenschalen op verschillende hoogtes te plaatsen. De plaatsbare hoogtes worden begrepen van laag naar hoog (zie 2.1, “Algemene beschrijving”).
Koelventilator
De ventilator zorgt voor de afkoeling van de ovens, en wordt tijdens de bereiding in werking gesteld.
De werking van de ventilator veroorzaakt een normale luchtstroom die aan de achterzijde van het apparaat naar buiten komt, en die ook na de uitschakeling van het apparaat nog kort kan doorgaan.
Interne verlichting
De interne verlichting van het apparaat wordt ingeschakeld:
• als de deur wordt geopend;
• wanneer er een willekeurige functie gestart wordt, met uitzondering van de
functies Vapor Clean , Pyrolyse
ECO en Pyrolyse (afhankelijk van het model).
• Wanneer de temperatuurknop kort rechtsom (handmatige activering en deactivering) wordt gedraaid.
Het is niet mogelijk om de binnenverlichting uit te schakelen als de deur is geopend.
Zorg er voor dat de openingen en de spleten voor de ventilatie en de warmte-afvoer niet verstopt raken.
359
Beschrijving
2.5 Beschikbare accessoires
Rooster voor ovenschaal
Om op een ovenschaal te zetten, voor het bereiden van voedsel dat kan lekken.
Diepe ovenschaal
Nuttig om vet op te vangen afkomstig van voedsel op het bovenstaande rooster, of om taarten, pizza’s en gebak te bakken.
Rooster
Draaispit (enkel op sommige modellen)
Nuttig voor het bereiden van kip of voedsel dat over het hele oppervlak gelijkmatig moet worden bereid.
Op sommige modellen zijn niet alle accessoires aanwezig.
De accessoires die in contact kunnen komen met het voedsel zijn gemaakt van materialen conform de van kracht zijnde wetsbepalingen.
De bijgeleverde of optionele accessoires zijn verkrijgbaar bij erkende verkopers. Gebruik enkel de originele accessoires van de fabrikant.
Nuttig voor het plaatsen van recipiënten met voedsel in bereiding.
360
Gebruik
NL
3 Gebruik
3.1 Waarschuwingen
Het apparaat wordt heel warm tijdens het gebruik
Gevaar op verbranding
• Houd de deur dicht tijdens de bereiding.
• Bescherm de handen met ovenwanten bij het hanteren van voedsel in de ovenruimte
• Raak de verwarmingselementen in het apparaat niet aan.
• Giet geen water rechtstreeks op hete ovenschalen.
• Kinderen jonger dan 8 jaar mogen het apparaat tijdens zijn werking niet benaderen.
• In geval van ingrepen op de etenswaren of aan het einde van de bereiding, de deur gedurende een aantal seconden 5 centimeter openen, het stoom laten ontsnappen en vervolgens de deur volledig openen.
De temperatuur in de bergruimte kan hoog oplopen
Gevaar op verbranding
• Open de bergruimte niet wanneer het apparaat ingeschakeld of warm is.
• De voorwerpen in de bergruimte kunnen erg heet zijn tijdens het gebruik van het apparaat.
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van de oppervlakken
• Bedek de bodem van de ovenruimte niet met aluminiumfolie.
• Bij gebruik van bakpapier dient u ervoor te zorgen dat de circulatie van de warme lucht in de ovenruimte niet wordt belemmerd.
• Plaats geen pannen of ovenschalen rechtstreeks op de bodem van de ovenruimte.
• Gebruik de open deur niet als steun door pannen of schalen direct op het binnenglas te plaatsen.
• Giet geen water rechtstreeks op hete ovenschalen.
• De recipiënten of de vleesroosters moeten binnen de omtrek van de kookplaat geplaatst worden.
• Alle recipiënten moeten een vlakke en regelmatige bodem hebben.
• In geval van overstroming of overkoken moet de vloeistof onmiddellijk van de kookplaat verwijderd worden.
• Plaats nooit pannen op de kookplaat die geen perfect gladde en regelmatige bodem hebben.
• Voorkom dat harde en zware voorwerpen, met mogelijke ernstige gevolgen, op het oppervlak van de kookplaat vallen.
• In geval van barsten of scheuren, moet het apparaat onmiddellijk uitgeschakeld worden, moet de stroomtoevoer uitgeschakeld worden en moet contact met de assistentie worden opgenomen.
• Gebruik de kookplaat niet als werk- en/of snijvlak.
361
Gebruik
Incorrect gebruik
Gevaar op verbranding
• Raak het oppervlak van de kookplaat niet aan, of reinig het niet, tijdens de functionering of wanneer de controlelampen van de restwarmte oplichten.
• Activeer de toetsblokkering indien u kinderen of huisdieren heeft die de kookplaat kunnen bereiken.
• De bereidingszones blijven ook na gebruik gedurende een bepaalde periode nog zeer warm, ook al zijn deze uitgeschakeld. Raak de oppervlakken van de kookplaat niet aan.
• Vetten en oliën kunnen vlam vatten bij oververhitting. Wees heel voorzichtig.
Het apparaat wordt heel warm tijdens het gebruik
Brand- en ontploffingsgevaar
3.2 Eerste gebruik
1. Verwijder eventuele beschermfolie aan de binnen- en buitenzijde van het apparaat en de accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (behalve het plaatje met de technische gegevens) van de accessoires en uit de ovenruimten.
3. Verwijder en was alle accessoires van het apparaat (zie 4, “Reiniging en onderhoud”).
4. Verwarm het lege apparaat op de hoogste temperatuur om eventuele productieresten te verwijderen.
3.3 Gebruik van de accessoires
Rooster voor ovenschaal
Het rooster voor de ovenschaal wordt in de schaal geplaatst. Zo wordt het vet apart van het voedsel opgevangen tijdens de bereiding.
• Gebruik geen spuitbussen in de nabijheid van het apparaat.
• Laat geen ontvlambare materialen in de nabijheid van het apparaat of de bergruimte.
• Gebruik geen plastic vaatwerk of recipiënten om voedsel te bereiden.
• Plaats geen blikken of gesloten recipiënten in de ovenruimte.
• Laat het apparaat niet onbewaakt achter tijdens bereidingen waarbij vetten en oliën kunnen vrijkomen.
• Verwijder alle ovenschalen en roosters die tijdens de bereiding niet gebruikt worden uit de ovenruimte.
362
Gebruik
NL
Roosters en ovenschalen
Roosters en ovenschalen moeten in de zijgeleiders worden geplaatst tot aan het eindpunt.
De mechanische veiligheidsblokkeringen, die de ongewenste verwijdering van het rooster voorkomen, moeten naar beneden en naar de binnenzijde van de ovenruimte gericht zijn.
Plaats de roosters en de schalen voorzichtig in de ovenruimte, tot aan hun stoppositie.
Maak de ovenschalen schoon alvorens ze voor de eerste keer te gebruiken, om eventuele productieresten te verwijderen.
Draaispit (enkel op sommige modellen)
1. Breng de 4 meegeleverde draagstukken aan in de 4 gaten op de hoeken van de diepe ovenschaal. Draai ze met behulp van een gereedschap (bijv. een schroevendraaier) op de ringen vast.
2. Breng de steunen van het draaispit aan in de draagstukken, zie de onderstaande afbeelding.
363
Gebruik
3. Gebruik de bijgeleverde klemvorken om het draaispit voor te bereiden. De vorken kunnen bevestigd worden met de bevestigingsschroeven.
4. Plaats het draaispit na de voorbereiding op de desbetreffende steunen. Plaats de punt van de stang in de zitting van het mechanisme op de linkersteun, tot aan zijn stoppositie.
5. Breng de ovenschaal aan op het eerste vlak van het frame (zie “Algemene beschrijving”).
6. Plaats de punt van de stang in de zitting van het motortje van het draaispit, links op de achterwand van de ovenruimte.
364
Deze handelingen moeten uitgevoerd worden met de uitgeschakelde en koude oven.
Gebruik
NL
7. Activeer het draaispit door de
functieknop op de functie te
draaien en met de temperatuurknop een bereidingstemperatuur in te stellen.
Het wordt aanbevolen om een beetje water in de ovenschaal te gieten zodat rookvorming wordt vermeden.
8. Verwijder de ovenschaal met het draaispit aan het einde van de bereiding.
9. Om het draaispit makkelijk te kunnen verplaatsen, moet de bijgeleverde en daarvoor bestemde handgreep vastgedraaid worden.
3.4 Het gebruik van de kookplaat
Gedurende de eerste aansluiting op het stroomnet wordt een automatische controle uitgevoerd die alle controlelampen enkele seconden doet oplichten.
Schakel de platen na gebruik uit door de relatieve knop op O te plaatsen. Vertrouw nooit alleen op de panherkenningsindicatie.
Incorrect gebruik
Gevaar op verbranding
• OPGELET: De pyrolyse deactiveert de werkende kookplaat.
• OPGELET: De aanduidingen op het display worden gedeactiveerd als een pyrolyse verricht wordt terwijl de kookzones nog warm zijn.
Alle bedieningen en schakelaars bevinden zich op het frontpaneel. Ter hoogte van elke knop wordt de bijbehorende kookzone aangegeven.
Draai de knop rechtsom op de gewenste vermogenswaarde.
Recipiënten die geschikt zijn voor inductiekoken
De voor het inductiekoken gebruikte recipiënten moeten van metaal zijn en beschikken over magnetische eigenschappen en een bodem van geschikte afmetingen.
365
Gebruik
Geschikte recipiënten:
• Recipiënten van geëmailleerd staal met dikke bodem.
• Recipiënten van gietijzer met geëmailleerde bodem.
• Recipiënten van meerlagig roestvrij staal, roestvrij ferritisch staal en aluminium met speciale bodem.
Niet geschikte recipiënten:
• Recipiënten van koper, roestvrij staal, aluminium, vuurvast glas, hout, keramiek en terracotta.
Om te controleren of de pan geschikt is, volstaat het om een magneet tegen de onderkant te houden: als de magneet wordt aangetrokken is de pan geschikt voor een inductiekookplaat. Als u niet over een magneet beschikt, kunt u in het recipiënt een kleine hoeveelheid water gieten, het op een bereidingszone plaatsen en de plaat inschakelen. Indien op het display het
symbool verschijnt, is de pan niet geschikt.
Gebruik uitsluitend pannen met een perfect vlakke onderkant, die geschikt zijn voor inductiekookplaten. Het gebruik van pannen met een onregelmatige bodem kan er voor zorgen dat het systeem niet goed werkt of dat het systeem de pan niet herkent.
Herkenning van de pan
Wanneer geen pan op een bereidingszone staat of als de pan te klein is, wordt geen energie overgedragen en
verschijnt het symbool op het display.
Als een geschikte pan op de bereidingszone staat, detecteert het herkenningssysteem de aanwezigheid van de pan en schakelt het systeem de plaat in op het ingestelde vermogen. Het overdragen van energie wordt ook onderbroken wanneer de pan wordt verwijderd van de bereidingszone (op het
display wordt het symbool weergegeven). Wanneer de panherkenningsfunctie
geactiveerd wordt, ondanks de beperkte afmetingen van de pannen of de potten die zich op de bereidingszone bevinden, wordt enkel de noodzakelijke energie overgedragen.
Limieten bij de herkenning van de pan: De minimale diameter van de onderkant van de pan wordt aangeduid door een intern kruis op de bereidingszone. De aanwezigheid van pannen met een kleinere diameter zou niet herkend kunnen worden, waardoor de inductiestroom niet wordt ingeschakeld.
366
Gebruik
NL
Beperking van de bereidingsduur
De kookplaat is voorzien van een automatisch systeem dat de werkingsduur beperkt.
Indien de instellingen van de bereidingszone niet gewijzigd worden, is de maximale werkingsduur van elke afzonderlijke zone afhankelijk van het geselecteerde vermogensniveau.
Wanneer het mechanisme voor de beperking van de werkingsduur wordt geactiveerd, wordt de bereidingszone uitgeschakeld, hoort u een kort geluidssignaal en wordt, indien de zone
heet is, het symbool weergegeven op het display.
Ingesteld
vermogensniveau
1 8
26
3 - 4 5
54
6 - 7 - 8 - 9 1 ½
Maximale
bereidingsduur in uren
Bescherming tegen oververhitting
Wanneer de kookplaat voor een lange periode op het maximale vermogen wordt gebruikt, kan de elektronica moeite hebben om af te koelen als de omgevingstemperatuur hoog is.
Het vermogen van de bereidingszone wordt automatisch verlaagd om te vermijden dat in de elektronica een te hoge temperatuur ontstaat.
Advies om energie te besparen
• De diameter van de basis van de pan moet overeenkomen met de diameter van de bereidingszone.
• Tijdens de aankoop van een pan moet u controleren of de aangeduide diameter de bodem of de bovenkant van het recipiënt betreft, omdat deze laatste bijna altijd groter is dan de bodem.
• Wanneer u gerechten maakt waarvoor lange bereidingstijden noodzakelijk zijn, kunt u tijd en energie besparen door gebruik te maken van een snelkookpan waardoor bovendien de vitamines die het voedsel bevat bewaard blijven.
• Controleer of de snelkookpan voldoende vloeistof bevat, omdat een oververhitting, die veroorzaakt wordt door gebrek aan vloeistof, de pan en de bereidingszone zou kunnen beschadigen.
• Bedek indien mogelijk de pannen steeds met een gepast deksel.
• Kies een pan die geschikt is voor de hoeveelheid voedsel die klaargemaakt moet worden. Wanneer u een grote pan gebruikt die half leeg is, wordt energie verspild.
Indien de kookplaat en de oven gelijktijdig gebruikt worden, kan in bepaalde omstandigheden het maximale nuttige vermogen van uw elektrische installatie worden overschreden.
367
Gebruik
Vermogensniveaus
Het vermogen van de bereidingszone kan op verschillende niveaus geregeld worden. In de tabel vindt u de aanduidingen met betrekking tot de verschillende types van bereidingen.
Vermogens-
niveau
0 Positie OFF
U Functie Warmte behouden
1 - 2
3 - 4 Bereiding
5 - 6
7 - 8 Braden, fruiten met meel
9Braden
P *
* zie boosterfunctie
Geschikt voor:
Bereiding van beperkte
hoeveelheden voedsel
(minimaal vermogen)
Bereidingen van grote hoeveelheden voedsel, het braden van grotere stukken
Braden / Aanbraden, koken
(maximaal vermogen)
Restwarmte
Incorrect gebruik
Gevaar op verbranding
• Let goed op voor kinderen omdat ze de aanduiding van de restwarmte waarschijnlijk niet kunnen zien. De bereidingszones blijven na gebruik voor een bepaalde periode zeer warm, ook al zijn ze uitgeschakeld. Houd kinderen dus uit de buurt, zodat ze hun handen niet verbranden.
• OPGELET: De aanduidingen op het display worden gedeactiveerd als een pyrolyse verricht wordt terwijl de kookzones nog warm zijn.
Als de bereidingszone na uitschakeling nog warm is, wordt het symbool op het
display weergegeven. Als de temperatuur 60°C of minder bedraagt, verdwijnt het symbool.
368
Gebruik
NL
Verwarmingsversneller
Elke bereidingszone is voorzien van een verwarmingsversneller die de het maximale vermogen kan afgeven gedurende een tijd die proportioneel is aan het gekozen vermogen.
Met deze functie kan het geselecteerde vermogen zo snel mogelijk bereikt worden.
1. Draai de knop linksom op A en laat de
knop los. Op het display wordt weergegeven.
2. Selecteer binnen 3 seconden het
gewenste verwarmingsvermogen (1...8). Het geselecteerde vermogen en het
symbool worden afwisselend weergegeven op het display.
Het vermogensniveau kan te allen tijde worden verhoogd. De periode “maximaal vermogen” wordt automatisch aangepast.
Het eerder geselecteerde vermogensniveau blijft behouden als de versnellingsperiode is verstreken.
Als het vermogen wordt beperkt, door de knop linksom te draaien, zal de verwarmingsversneller automatisch gedeactiveerd worden.
Functie Warmte behouden
Met deze functie kunt u al bereide gerechten warmhouden.
Om de functie Warmte behouden te activeren:
• Draai aan de knop van de gewenste bereidingszone tot het symbool op
het desbetreffende display wordt weergegeven.
Boosterfunctie
Met de boosterfunctie kan de bereidingszone maximaal 5 minuten lang op het maximale vermogen geactiveerd worden. Dit is nuttig voor het snel aan de kook brengen van een grote hoeveelheid water of voor het aanbraden van vlees.
• Draai de knop rechtsom twee seconden lang op P en laat de knop los.
Op het display wordt weergegeven. Na 5 minuten wordt de boosterfunctie
automatisch gedeactiveerd en gaat de bereiding door op vermogensniveau 9 (alleen in de zones 2 en 3).
De boosterfunctie heeft de prioriteit over de verwarmingsversneller.
369
Gebruik
Vermogensbeheer
De plaat is voorzien van een vermogensbeheermodule die het verbruik optimaliseert/beperkt. Als de gezamenlijk ingestelde vermogensniveaus de maximale toegelaten limiet overschrijden, beheert de elektronische kaart automatisch het door de kookplaten afgegeven vermogen.
De module probeert het maximale leverbare vermogensniveau te behouden. Op het display worden de niveaus weergegeven die door het automatische beheer zijn ingesteld.
Een knipperend vermogensniveau geeft aan dat deze automatisch beperkt wordt tot een nieuwe waarde die door de vermogensbeheermodule geselecteerd wordt.
Toetsblokkering
De toetsblokkering is een mechanisme waarmee het apparaat kan worden beschermd tegen onbedoeld of onjuist gebruik.
1. Draai beide knoppen van de linker kookzone tegelijkertijd linksom (positie A) terwijl alle kookzones uit zijn.
2. Houd de knoppen gedraaid tot op het
display wordt weergegeven.
3. Laat de knoppen los.
Om de toetsblokkering te verwijderen, moeten de eerder beschreven handelingen herhaald worden.
Als de knoppen langer dan 30 seconden in positie A gedraaid blijven, verschijnt op het displays
het foutbericht
370
De laatst ingestelde zone heeft prioriteit.
Na een lange onderbreking van de energie zal de toetsblokkering gedeactiveerd worden. Activeer de functie, indien noodzakelijk, zoals eerder werd beschreven.
Foutcodes
Indien het display één van de volgende foutcodes , weergeeft, moet
contact worden opgenomen met de technische bijstand.
Gebruik
NL
3.5 Het gebruik van de oven
Eerste gebruik
Bij het eerste gebruik of na een stroomonderbreking zal op het display van
het apparaat het symbool knipperen. Voor u een willekeurige
bereiding opstart, moet u de huidige tijd instellen (u moet tevens de gewenste taal instellen als u het apparaat voor de eerste keer heeft ingeschakeld).
Open het menu instellingen met een druk op de bedieningsknop, zie 3.10, “Instellingen”.
De eerste keer dat u het apparaat inschakelt is de taal standaard ingesteld op “English”.
Heractivering van het display
Als de Eco-Light stand geactiveerd is (zie “Eco-Light” in het hoofdstuk “Instellingen”), schakelt het display 2 minuten na het laatste gebruik van het apparaat uit.
Voor de activering van het display wanneer het is uitgeschakeld:
• draai aan een van de twee knoppen van het apparaat of druk erop.
Het apparaat laat een reeks pieptonen horen en na een aantal seconden wordt het display ingeschakeld. Bij de herinschakeling toont het display het scherm met de huidige tijd.
De lamp in de ovenruimte wordt ingeschakeld als de terugkeerknop voor de heractivering van het display naar rechts of naar links wordt gedraaid.
Het display toont het scherm van het hoofdmenu als voor de heractivering van het display op de bedieningsknop wordt gedrukt.
Bij de eerste inschakeling en na een stroomonderbreking moet u een aantal seconden wachten voor u het apparaat gebruikt.
371
Gebruik
Historie
Druk op het scherm met de klok op de terugkeerknop om de laatste programma’s of uw gebruikte eigen recepten weer te geven.
De chronologie annuleren
Als u de chronologie wilt annuleren:
1. Druk op het scherm met de klok op de terugkeerknop om de laatste programma's of uw gebruikte eigen recepten weer te geven.
2. Druk de bedieningsknop een enkele seconde in.
3. Selecteer JA als u de chronologie wilt
annuleren.
Bereidingsfuncties
1. Druk op de schermafbeelding van de klok op de bedieningsknop om het hoofdmenu te openen.
2. Draai de bedieningsknop naar rechts of naar links tot u in het hoofdmenu bereidingsfuncties selecteert.
3. Bevestig met een druk op de bedieningsknop.
372
4. Draai aan de bedieningsknop en selecteer de gewenste functie.
Loading...
+ 60 hidden pages