Smeg A1PYID-6 User Manual [nl]

Inhoudsopgave
1. VEILIGHEIDS- EN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
_____________ 72
2. DE INSTALLATIE VAN HET TOESTEL _______________________ 74
3. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN _____________________ 77
4. KOOKPLAAT ___________________________________________ 84
5. HET GEBRUIK VAN DE OVEN _____________________________ 89
6. BESCHIKBARE ACCESSOIRES ____________________________ 91
7. ADVIES VOOR DE BEREIDING ____________________________ 92
8. REINIGING EN ONDERHOUD _____________________________ 98
9. BUITENGEWOON ONDERHOUD __________________________ 103
DEZE AANWIJZINGEN ZIJN ENKEL GELDIG VOOR DE LANDEN VAN BESTEMMING WAARVAN DE IDENTIFICATIESYMBOLEN AANGEDUID WORDEN OP DE COVER VAN DEZE HANDLEIDING.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: zijn bestemd voor de gekwalificeerde technicus die de installatie moet uitvoeren, het toestel in bedrijf moet stellen en moet testen.
AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER: deze duiden advies voor het gebruik, de beschrijvingen van de bedieningen en de correcte handelingen voor de reiniging en het onderhoud van het toestel aan.
71
Presentatie

1. VEILIGHEIDS- EN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN

DEZE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND DEEL VAN HET TOESTEL. DE HANDLEIDING MOET GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN HET FORNUIS INTACT EN BINNEN HANDBEREIK WORDEN BEWAARD. WE RADEN AAN OM DEZE HANDLEIDING EN ALLE AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS HET FORNUIS IN GEBRUIK WORDT GENOMEN. DE INSTALLATIE MOET WORDEN UITGEVOERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL, CONFORM DE GELDENDE NORMEN. DIT TOESTEL IS BEDOELD VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK, EN IS CONFORM DE EEG-RICHTLIJNEN DIE MOMENTEEL VAN KRACHT ZIJN. HET TOESTEL IS GEBOUWD OM DE VOLGENDE FUNCTIE TE VERVULLEN: HET BEREIDEN EN VERWARMEN VAN VOEDSEL; IEDER ANDER GEBRUIK DIENT ALS ONEIGEN TE WORDEN GEBRUIKT.
DE FABRIKANT IS NIET AANSPRAKELIJK VOOR IEDER ANDER GEBRUIK DAN IS AANGEGEVEN.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN HUIS ACHTER. SCHEID DE VERSCHILLENDE AFVALMATERIALEN AFKOMSTIG VAN DE VERPAKKING, EN BRENG ZE NAAR HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALINZAMELING.
EEN AARDAANSLUITING IN OVEREENSTEMMING MET DE RICHTLIJNEN INZAKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE IS VERPLICHT.
DE STEKKER DIE AANGESLOTEN MOET WORDEN OP DE STROOMKABEL EN HET RELATIEVE STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE TYPE EN CONFORM DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN ZIJN. HET STOPCONTACT MOET BEREIKBAAR BLIJVEN NA INBOUW VAN HET TOESTEL.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN.
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET U HET TOESTEL KORT TESTEN VOLGENS DE AANWIJZINGEN DIE VERVOLGENS WORDEN AANGEDUID. BIJ EEN SLECHTE WERKING MOET HET APPARAAT WORDEN LOSGEKOPPELD VAN HET ELEKTRICITEITSNET EN MOET U HET DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE SERVICECENTRUM INFORMEREN. PROBEER NOOIT HET APPARAAT ZELF TE HERSTELLEN.
CONTROLEER NA ELK GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT STEEDS OF DE BEDIENINGSKNOPPEN IN POSITIE 0 (UIT) STAAN.
PLAATS NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN DE OVEN: WANNEER HET TOEVALLIG AANGESCHAKELD ZOU WORDEN, KAN BRAND ONTSTAAN.
72
Presentatie
HET IDENTIFICATIEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN DE MERKING IS GOED ZICHTBAAR AANGEBRACHT IN DE BERGRUIMTE. DIT PLAATJE MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
DIT TOESTEL MAG NIET GEÏNSTALLEERD WORDEN OP VERHOOGDE VLAKKEN.
TIJDENS HET GEBRUIK WORDT HET TOESTEL ERG HEET. LET OP DAT U DE WARMTE-ELEMENTEN IN DE OVEN NIET AANRAAKT.
PLAATS NOOIT PANNEN DIE GEEN PERFECT EFFEN EN REGELMATIGE BODEM HEBBEN OP DE KOOKPLAAT.
GEBRUIK DE KOOKPLAAT NOOIT ALS WERKVLAK.
AANDACHT: ALS U EEN BARST OF EEN SCHEUR OPMERKT IN HET
OPPERVLAK VAN DE INDUCTIEPLAAT, MOET U HET TOESTEL ONMIDDELLIJK UITSCHAKELEN EN MOET U ZICH WENDEN TOT EEN ERKEND SERVICECENTRUM.
DIT TOESTEL MAG NIET WORDEN GEBRUIKT DOOR PERSONEN (KINDEREN INBEGREPEN) MET VERMINDERDE FYSISCHE OF PSYCHISCHE VERMOGENS, OF DOOR PERSONEN DIE GEEN ERVARING HEBBEN MET HET GEBRUIK VAN ELEKTRISCHE APPARATUUR, TENZIJ DIT GEBEURT ONDER TOEZICHT OF INSTRUCTIE VAN VOLWASSENEN DIE VOOR HUN VEILIGHEID INSTAAN.
DIT TOESTEL IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN VOLGENS DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EG IN VERBAND MET ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE TOESTELLEN (WASTE ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE). DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEREN VAN AFGEDANKTE TOESTELLEN, EN GELDT VOOR HET VOLLEDIGE GRONDGEBIED VAN DE EUROPESE UNIE.
VOORDAT HET TOESTEL IN WERKING WORDT GESTELD, MOETEN ALLE OP EN IN HET TOESTEL AANGEBRACHTE ETIKETTEN EN BESCHERMENDE FOLIES VERWIJDERD WORDEN.
De fabrikant wijst iedere aansprakelijkheid voor letsels aan personen of materiële schade af die wordt veroorzaakt door het niet in acht nemen van deze voorschriften, of door het onklaar maken van zelfs maar een enkel onderdeel van het toestel, of door het gebruik van niet-originele reserveonderdelen.
73
Aanwijzingen voor de installateur

2. DE INSTALLATIE VAN HET TOESTEL

Dit toestel is voorzien van brandpreventie (type Y) en kan worden geplaatst tegen wanden die hoger zijn dan het werkblad. Overeenkomstig de bepalingen van de Elektromagnetische Compatibiliteit behoort de elektromagnetische inductieplaat tot Groep 2 en Klasse B (EN 55011)

2.1 Elektrische aansluiting

Controleer of het voltage en de afmeting van de stroomtoevoerlijn overeenstemmen met de kenmerken die worden aangeduid op het plaatje in de bergruimte. Dit plaatje mag in geen geval worden verwijderd.
Wanneer een vaste aansluiting gebruikt wordt, moet op de toevoerlijn van het toestel een omnipolair onderbrekingsmechanisme aanwezig zijn met openingsafstand van de contacten van minstens 3 mm, op een positie die makkelijk bereikbaar is en die zich nabij het toestel bevindt.
Het toestel is achteraan voorzien van een klemmenbord voor de elektrische aansluiting (raadpleeg het volgende schema). Dit kan bereikt worden door het achtercarter te verwijderen.
74
Aanwijzingen voor de installateur
Werking op 380-415V3N∼: gebruik een
vijfpolige kabel van het type H05V2V2-F (kabel van 5 x 2.5 mm2).
Werking op 380-415V2N∼: gebruik een vierpolige kabel van het type H05V2V2-F (kabel van 4 x 4 mm2).
Werking op 220-240V∼: gebruik een driepolige kabel van het type H05V2V2-F (kabel van 3 x 6 mm2).
De draad voor de aarding (geel-groen) die op het toestel moet worden aangesloten, moet minstens 20 mm langer zijn dan de andere draden.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor letsels aan personen of materiële schade als gevolg van het niet in acht nemen van bovenstaande voorschriften of door het onklaar maken van een afzonderlijk deel van het apparaat.

2.2 Nivellering

Nivelleer het toestel op de grond door middel van de vier regelbare pootjes. Om de regeling uit te voeren, moet de tegenmoer gelost worden en moet het voetje losgedraaid worden. De regelschroef kan voor 10 mm verplaatst worden.
75
Aanwijzingen voor de installateur

2.3 Montage van de plint

Plaats de plint boven de plaat en zorg er voor dat de gaten A overeenkomen met de gaten B.
Bevestig de plint op de plaat, door de schroeven C vast te draaien.
76
Aanwijzingen voor de gebruiker

3. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN

3.1 Het frontpaneel

Alle controle- en bedieningsknoppen van het fornuis bevinden zich op het frontpaneel.
Bij het eerste gebruik of na een stroomonderbreking moet voor een 1 -2 seconden op de centrale toets gedrukt worden om de oven te
activeren voor de bereiding.
OVENTHERMOSTAAT
FUNCTIES OVEN
KOOKZONE VOORAAN LINKS
KOOKZONE ACHTERAAN LINKS
BESCHRIJVING VAN DE SYMBOLEN
KOOKZONE MIDDEN
KOOKZONE ACHTERAAN RECHTS
KOOKZONE VOORAAN RECHTS
THERMOSTAATKNOP
De keuze van de temperatuur voor de bereiding wordt uitgevoerd door de knop in wijzerszin te draaien tot de gewenste waarde wordt bereikt, tussen 50° en 280°C. Tijdens de fase van de voorverwarming licht de controlelamp knipperend op. Wanneer de temperatuur wordt bereikt, wordt een geluidssignaal geproduceerd en zal de controlelamp vast oplichten.
77
Aanwijzingen voor de gebruiker
KEUZESCHAKELAAR VOOR DE FUNCTIES
Draai de knop om één van de volgende functies te kiezen:
FUNCTIE ECO
BOVENSTE EN ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT
GRILL-ELEMENT
GRILL-ELEMENT + DRAAISPIT
BOVENSTE EN ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT + VENTILATIE
GRILLELEMENT + VENTILATIE
ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT + VENTILATIE CIRCULATIEWEERSTAND + VENTILATIE
CIRCULATIEWEERSTAND + VENTILATIE + ONDERSTE EN BOVENSTE VERWARMING PYROLYSE
DRAAIKNOP VAN DE BEDIENINGEN VAN DE
KOOKPLAAT
Met deze draaiknoppen kunnen de zones van de inductieplaat bediend worden. Boven elke draaiknop wordt de bediende plaat aangegeven. De tekening duidt de draaiknop van de zone linksachter aan. Draai de knop naar rechts om het vermogen van de werking van de plaat te regelen, van een minimum (1) tot een maximum (9). Het werkingsvermogen wordt aangeduid door een display op de kookplaat.
78
Aanwijzingen voor de gebruiker
Verwarmingsversneller
Elke kookzone heeft een verwarmingsversneller. Met dit systeem kan de plaat werken aan het maximum vermogen voor een tijd die evenredig is aan het geselecteerde vermogen. Om de verwarmingsversneller te starten: draai de knop naar links, selecteer de positie “A” en laat de knop los. De letter “A” zal op het display van de kookplaat verschijnen. Nu heeft u 3 seconden om de gewenste verwarmingspositie te kiezen. Nadat de positie tussen 1 en 9 geregeld werd, zullen de letter “A” en de geselecteerde positie om de beurt op het display knipperen. Tijdens de werking van de verwarmingsversneller kan de verwarmingsintensiteit op elk moment verhoogd worden. De periode van het "maximum vermogen" wordt bijgevolg gewijzigd. Wanneer het vermogen daarentegen beperkt wordt, wordt de optie “A” automatisch gedesactiveerd wanneer de knop in tegenwijzerszin wordt gedraaid.
Functie Power
Wanneer deze functie wordt gebruikt, is het mogelijk om elke verwarmingszone continu aan het maximum vermogen voor maximum 10 minuten te doen werken. Met deze functie kan bijvoorbeeld een grote hoeveelheid water snel aan de kook gebracht worden, of vlees bereid worden. Draai de knop in wijzerszin en stel de verwarmingsintensiteit in op positie 9, selecteer door middel van de draaiknop de positie “P”, en laat los. Op het display van de overeenkomstige zone verschijnt “P”. Na 10 minuten vermindert automatisch het vermogen, keert het terug naar positie 9, en "P" verdwijnt. De functie Power kan alleszins onderbroken worden door op eender welk moment de verwarmingsintensitieit te verminderen. Wanneer de optie Power geselecteerd wordt op een plaat (bijvoorbeeld de linker plaat vooraan), kan het geabsorbeerd vermogen van de tweede plaat (links achteraan) beperkt blijken om de beschikbare maximum energie naar de eerste plaat te voeren. Om dezelfde reden heeft de functie Power de prioriteit tegenover de verwarmingsversneller. Wanneer een recipiënt van de kookzone wordt verwijderd tijdens de inschakeling van de functie Power, wordt de functie gestopt.
79
Aanwijzingen voor de gebruiker

3.2 Analoge Elektronische Klok (enkel op sommige modellen)

LIJST MET FUNCTIES
TOETS KOOKWEKKER
KNOP EINDE BEREIDING
TIJDINSTELLING EN RESET
TOETS WAARDE VERLAGEN
TOETS WAARDE VERHOGEN
Het alarmsignaal dat op het einde van elke programmering zal afgaan, bestaat uit 10 geluidssignalen die 3 maal met intervallen van ongeveer 1 minuut worden herhaald. Het kan echter op elk moment worden onderbroken, door een willekeurige toets in te drukken.

3.2.1 Instelling van het uur

Bij het eerste gebruik van de oven, of na een stroomonderbreking, zal het display met regelmatige onderbrekingen knipperen. Wanneer u op de
toets
drukt, wordt het knipperen van het display beëindigd. Houd de
toets nogmaals 2 seconden ingedrukt, nu kan het uur worden ingesteld. Wanneer u de toetsen of voor de wijziging van de waarde of
indrukt, verkrijgt u bij elke druk een toe- of afname van één minuut. Druk één van de toetsen voor het wijzigen van de waarde in tot de juiste tijd verschijnt. 5 seconden na de laatste keer indrukken, zal de klok gaan lopen vanaf de ingestelde tijd.
80
Aanwijzingen voor de gebruiker
3.2.2 Kookwekker
Deze functie zal de bereiding niet onderbreken, maar enkel het geluidssignaal activeren.
- Wanneer u op de toets
drukt, wordt het display verlicht zoals aangeduid wordt in afbeelding 1.
- Druk binnen 5 seconden op de toetsen om de timer van de kookwekker in te stellen. Bij elke druk zal 1 extern segment (overeenkomstig 1 minuut van bereiding) oplichten of uitgaan (in
of
1
afbeelding 2 ziet u een duur van 1 uur en 10 minuten);
- 5 seconden na de laatste druk op de toets zal het aftellen beginnen, en nadien zal het alarmsignaal afgaan.
- Tijdens het aftellen kan u de juiste tijd zien door 1 maal op de toets
te drukken, en wanneer u
2
hem opnieuw indrukt keert u terug naar het kookwekkerdisplay.
Na het aftellen moet u de oven manueel uitschakelen door de thermostaat en de keuzeschakelaar van de functies op positie 0 te draaien.
Het is niet mogelijk om een bereidingsduur van langer dan 4 uur in te stellen.
81
Aanwijzingen voor de gebruiker

3.2.3 Programmering

Duur van bereiding: wanneer op de tweede knop
gedrukt wordt, kan de duur van de bereiding ingesteld worden. Vóór het instellen, moet u de thermostaat op de voor de bereiding gewenste temperatuur draaien en de keuzeschakelaar voor de functies in een willekeurige positie plaatsen. Om de duur van de bereiding in te stellen, moet u als volgt te werk gaan:
- Druk op de toets
positie 12 plaatsen en het symbool
; de wijzer zal zich op
op de
zijkant begint te knipperen (Afb. 1).
- Druk binnen 5 seconden op de toetsen of
om de duur van de bereiding in te stellen. iedere keer u de toets
indrukt, zal de duur van de
1
bereiding met 1 minuut worden verlengd, en iedere 12 minuten zal een volledig nieuw intern segment oplichten (in figuur 2 ziet u een duur van 1 uur afgebeeld).
- Wanneer u eenmaal de gewenste duur heeft
bereikt, zal de bereiding ongeveer 5 seconden na de laatste druk op de toetsen
of
2
starten.
- Op het display verschijnt de huidige tijd met
vaste segmenten en de resterende minuten met knipperende segmenten (elk knipperend segment verwijst naar 12 overgebleven minuten van bereiding).
- Op het einde van de bereidingstijd zal de timer
de verwarmingselementen van de oven uitschakelen, zal het geluidssignaal afgaan en zullen de cijfers op het scherm gaan knipperen.
- Het is eveneens mogelijk om de duur op nul te
stellen door het ingestelde programma te wissen: Wanneer u de centrale toets
2 seconden ingedrukt houdt, wordt de ingestelde duur geannuleerd en zal u de oven manueel moeten uitschakelen.
Aandacht: u kan geen duur van de bereidingstijd instellen van meer dan 12 uur.
82
Aanwijzingen voor de gebruiker
Begin bereiding: naast de duur van de bereiding kunt u ook de starttijd van de
bereiding instellen (met een maximaal uitstel van 12 uur tegenover de actuele tijd). Om het begintijdstip/eindtijdstip in te stellen, moet u als volgt handelen. Stel de duur van de bereidingstijd in zoals beschreven werd in de vorige paragraaf.
- Binnen 5 seconden na de laatste druk op de toetsen of moet u de toets
nogmaals indrukken om het eindtijdstip van de
bereiding te bepalen. Op het display verschijnt het knipperende symbool alsook de huidige tijd met de interne segmenten die het einde van de bereiding aangeven. Met de toetsen
en moet u
het tijdstip van het einde van de bereidingstijd instellen.
- 5 seconden na de laatste druk op een toets zal het display de juiste tijd en het begin- en eindtijdstip van de bereiding aanduiden, die weergegeven worden door de verlichte interne segmenten. Zolang de juiste tijd niet overeenstemt met het begintijdstip van de bereiding zullen de segmenten op het display vast zijn; zodra de juiste tijd overeenstemt met het ingestelde begintijdstip zullen alle interne segmenten gaan knipperen en aangeven dat de oven met de bereiding is begonnen.
- Op het einde van de bereidingstijd zal de timer de verwarmingselementen van de oven uitschakelen, zal het geluidssignaal afgaan en zullen de cijfers op het scherm gaan knipperen.
- Om het hele ingestelde programma te resetten moet u de centrale toets
2 seconden lang ingedrukt houden; als de bereiding reeds
is gestart moet de oven handmatig worden uitgeschakeld.
- In de afbeelding hiernaast ziet u een voorbeeld van een programmering: de juiste tijd is 7:06, het begintijdstip is geprogrammeerd op 8 uur en het einde op 9 uur.
- Om 8 uur zullen de interne segmenten tussen 8 en 9 gaan knipperen, en zal de urenwijzer stil blijven staan.
Aandacht: na de net beschreven programmering zal de oven echter
1
pas met de bereiding beginnen wanneer de thermostaatknop en de functiekeuzeschakelaar op de gewenste temperatuur en functie geplaatst zijn.

3.2.4 Lagere display intensiteit

Om het energieverbruik in stand-by modus te reduceren, kan de lichtsterkte van het display worden verminderd via de toets nogmaals op de toets om de normale lichtsterkte te herstellen
. Druk
.
83
Aanwijzingen voor de gebruiker

4. KOOKPLAAT

Metalen voorwerpen, zoals bestek of deksels, mogen niet op de kookplaat geplaatst worden omdat ze heet zouden kunnen worden.

4.1 Kookzones

Het toestel is voorzien van 5 kookzones met verschillende diameters en vermogens. Hun positie wordt duidelijk aangeduid door cirkels, en de warmte wordt beperkt binnen de getekende diameters op het glas. De 5 kookzones zijn van het type HIGH-LIGHT, ze worden na enkele seconden aangeschakeld en de verwarming kan geregeld worden door middel van de bedieningen op het frontpaneel, van een minimum tot een maximum. Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel die gevoed wordt door een elektronisch systeem, en die een variabel magnetisch veld creëert. Wanneer in een dergelijk magnetisch veld een pan wordt geplaatst, richten de hogefrequentiestromen zich rechtstreeks op de pan en wordt de warmte geproduceerd die nodig is voor de bereiding van het voedsel. De 5 controlelampjes vooraan tussen de kookzones lichten op wanneer één of meerdere kookzones warmer zijn dan 60°C. De controlelampjes zullen pas uitgaan wanneer de
Zonenummer
Totaal geabsorbeerd vermogen 9250
temperatuur tot onder ongeveer 60° gedaald is.

4.1.1 Werkingsvermogens

Hier volgt een tabel met het verbruik van de platen die in werking zijn.
Diameter van de
Zone
1 210 mm
2 145 mm
3 180 mm
4 145 mm
5 210 mm
Normale werking: Met de functie power: Normale werking: Met de functie power: Normale werking: Met de functie power: Normale werking: Met de functie power: Normale werking: Met de functie power:
Geabsorbeerd vermogen
2300 W 3200 W 1400 W 1800 W 1850 W 2500 W 1400 W 1800 W 2300 W 3200 W
84
Aanwijzingen voor de gebruiker
Wanneer de plaat voor het eerst wordt gebruikt, wordt aangeraden om op te warmen tot de maximum temperatuur, en dit lang genoeg zodat eventuele oliehoudende productieresten verbrand worden die aan het voedsel een onaangename geur zouden kunnen verlenen.

4.1.2 Types van pannen

Voor dit type van toestel zijn speciale pannen nodig. De bodem van de pan moet in ijzer of staal/ijzer zijn, zodat het magnetisch veld geproduceerd kan worden dat nodig is voor de verwarming. De volgende recipiënten zijn niet geschikt:
glas;
keramiek:
terracotta;
staal, aluminium of koper zonder magnetische bodem;
Om te controleren of de pan geschikt is, kan u een magneet op de bodem plaatsen: wanneer deze aangetrokken wordt, is de pan geschikt voor de inductieplaat. Wanneer u niet over een magneet beschikt, giet u een beetje water in de pan, plaats u ze op een kookzone, en schakelt u
de plaat aan. Wanneer op het display het symbool
verschijnt i.p.v. het vermogen, dan is de pan niet geschikt. De pannen die gebruikt worden voor de bereiding moeten een minimum diameter hebben zodat de correcte werking gegarandeerd wordt. Hier volgt een tabel met de minimum diameters van de pannen in functie van de kookzones.
Zonenummer
1 140 mm 2 90 mm 3 110 mm 4 90 mm 5 140 mm
Minimum diameter
van de pan
U kan ook pannen gebruiken die groter zijn dan de kookzones, maar er moet dan wel opgelet worden dat de bodem van de pan niet in contact komt met andere kookzones en dat de pan altijd goed in het midden van de kookzone wordt geplaatst.
85
Aanwijzingen voor de gebruiker
Gebruik uitsluitend recipiënten die ontworpen werden voor gebruik op inductieplaten, die een dikke en volledig platte bodem hebben. U kan ook recipiënten gebruiken met een bodem zonder welvingen (holle of bolle bodems).
JA NEE NEE

4.1.3 Signaal van aanwezigheid van de pannen

Elke kookzone heeft een mechanisme dat de "aanwezigheid van de pannen" detecteert, dat de bereiding enkel toelaat wanneer een geschikt en correct geplaatst recipiënt aanwezig is op die plaat. Wanneer het recipiënt niet correct geplaatst is of wanneer het uit ongeschikt materiaal bestaat, en u wil de plaat toch inschakelen, zal op
het display enkele seconden na de inschakeling het symbool verschijnen, dat de fout aanduidt.

4.1.4 Restwarmte

Elke plaat is voorzien van een mechanisme dat de restwarmte aanduidt. Op het display kan na de uitschakeling van eender welke plaat een
knipperende " kookzone nog zeer heet is. Ook als de "
" worden weergegeven. Dit signaal wijst erop dat die
" nog knippert kunt u kunt het koken van het voedsel weer hervatten: ga in dat geval te werk zoals beschreven wordt in paragraaf "3".

4.1.5 Blokkering van de plaat

Wanneer de plaat niet in werking gesteld is, kan ze "geblokkeerd" worden zodat toevallige inschakelingen door kinderen vermeden worden. Draai de draaiknoppen van de platen 2 en 4 gelijktijdig naar links wanneer de platen uitgeschakeld zijn, tot op het vermogensdisplay 5 L verschijnt; laat de knop daarna los. Herhaal dezelfde handeling om de deblokkering uit te voeren: de displays van de platen zullen het cijfer 0 tonen, wat aanduidt dat de blokkering van de platen gedesactiveerd werd.
86
Aanwijzingen voor de gebruiker
Inschakeling ventilator aan lage snelheid 50° C Inschakeling ventilator aan hoge snelheid 60° C Terugkeer van de ventilator naar de lage snelheid 55° C Uitschakeling van de ventilator 45° C Beperking van het werkingsvermogen van Power naar 9 76° C Beperking van het vermogen met een punt voor elke
kookzone Uitschakeling van alle kookzones 90° C Herinschakeling van de kookzones met beperkt
vermogen Normale werking van alle kookzones 80° C
Beperking van het werkingsvermogen van Power naar 9
Beperking van het vermogen met een punt 280° C Uitschakeling van de kookzone 300° C Terugkeer van het vermogen naar de ingestelde
waarde

4.1.6 Warmtebescherming van de elektronische kaart

Het toestel heeft een mechanisme dat voortdurend de temperatuur van de elektronische kaart meet. Wanneer de temperatuur een bepaalde waarde overschrijdt, activeert het mechanisme bepaalde functies om de temperatuur te verlagen zodat de glaskeramische plaat correct kan blijven werken. Hier volgt een tabel met handelingen die automatisch geactiveerd worden, met de relatieve begintemperatuur:
Handeling
Temperatuur van
ingreep
85° C
85° C
Elke ingreep van dit type wordt op de kookplaat aangeduid door een knippering van de vermogensdisplays.

4.1.7 Warmtebescherming van de glaskeramische plaat

Elke kookzone heeft een mechanisme dat de temperatuur constant meet. Wanneer de temperatuur een bepaalde waarde overschrijdt, activeert het mechanisme bepaalde functies om de temperatuur te verlagen zodat de glaskeramische plaat correct kan blijven werken. Hier volgt een tabel met handelingen die automatisch geactiveerd worden, met de relatieve begintemperatuur:
Handeling
Temperatuur van
ingreep
250° C
250° C
87
Aanwijzingen voor de gebruiker
Elke ingreep van dit type wordt op de kookplaat aangeduid door een knippering van de vermogensdisplays. Wanneer de kookzone wordt
uitgeschakeld, zal het symbool
Let op om geen suiker of zoetigheden te morsen op de
knipperend worden weergegeven.
plaat tijdens de bereiding, of om geen materialen of stoffen op de plaat te plaatsen die zouden kunnen smelten (plastic of aluminiumfolie); wanneer dit toch gebeurt, moet de verwarming onmiddellijk uitgeschakeld worden en moet de nog lauwe plaat gereinigd worden met de bijgeleverde schraper om de staat van het oppervlak niet te beschadigen. Als de
glaskeramische plaat niet onmiddellijk schoon gemaakt wordt, bestaat het risico voor afzettingen die niet meer verwijderd kunnen worden als de plaat eenmaal afgekoeld is.
Belangrijk!
Hou kinderen uit de buurt van de platen; ze zouden de controlelampen van de restwarmte niet kunnen opmerken. De kookzones blijven na gebruik zeer warm voor een bepaalde periode, ook al zijn ze uitgeschakeld. Hou kinderen dus uit de buurt, zodat ze hun handen
niet verbranden.
Laat geen bestek of metalen voorwerpen achter op de plaat: ze zouden kunnen verhitten

4.2 Verwarmingsfunctie

Het doel van deze functie is het regelen van de temperatuur van de bodem van de pan op ongeveer 65°C. Op deze manier kan het voedsel warm worden gehouden, met een optimaal energetisch niveau, en wordt het delicaat opgewarmd. De maximum duur van de verwarmingsfunctie wordt beperkt tot 2 uur. De verwarmingsfunctie ligt tussen [0] en [1], en wordt aangeduid door de symbolen op de kookzones.
88
Aanwijzingen voor de gebruiker

5. HET GEBRUIK VAN DE OVEN

Voordat de oven gaat gebruikt worden, moet gecontroleerd worden of de analoge programmeereenheid het symbool toont (zie paragraaf
"3.2 Analoge Elektronische Klok "). Bij de modellen met analoge digitale timer moet bij het eerste gebruik of na een stroomonderbreking voor een halve seconde op de centrale toets gedrukt worden om de oven te activeren voor de bereiding.

5.1 Waarschuwingen en algemeen advies

Wanneer de oven voor het eerst wordt gebruikt, wordt aangeraden om op te warmen tot de maximum temperatuur (280°C), en dit lang genoeg zodat eventuele oliehoudende productieresten verbrand worden die aan het voedsel een onaangename geur zouden kunnen verlenen. Bij het eerste gebruik of na een stroomonderbreking moet voor 1-2
seconden op de centrale toets
gedrukt worden om de oven te activeren voor de bereiding. Voor de regeling zie de paragraaf "3.2 Analoge Elektronische Klok".
Om te voorkomen dat eventuele damp in de oven ongemakken veroorzaakt, opent u de ovendeur het best in twee keer: open de deur eerst een beetje (ong. 5 cm) voor 4-5 seconden, en daarna
5 cm
helemaal. Wanneer gerechten moeten gecontroleerd worden tijdens de bereiding, moet u de ovendeur zo weinig mogelijk openhouden om te vermijden dat de temperatuur in de oven zodanig zakt dat het slagen van de bereiding in gedrang komt.
Bedek tijdens de bereiding de bodem van de oven niet met aluminiumfolie of dergelijk, en plaats hierop geen pannen of ovenschalen om beschadiging aan het email te vermijden. Bij gebruik van bakpapier moet u ervoor zorgen dat de circulatie van de warme lucht in de oven er niet door wordt verhinderd.

5.2 Ovenlamp

Door de keuzeschakelaar van de functies op een willekeurig symbool te plaatsen of door de ovendeur te openen bij uitgechakelde oven, wordt de ovenlamp ingeschakeld.
89
Aanwijzingen voor de gebruiker

5.3 Koelventilatie

Het toestel is uitgerust met een koelsysteem, dat onmiddellijk in werking wordt gesteld wanneer een bereidingsfunctie wordt geselecteerd. Dit geldt eveneens voor de ingestelde bereidingen. De werking van de ventilatoren veroorzaakt een normale luchtstroom die onder de plint op de achterkant van de kookplaat naar buiten komt, en die nog even kan doorgaan nadat de oven werd uitgeschakeld. Dit ventilatiesysteem verzekert dat de temperatuur rondom het toestel voldoet aan de standaards van de van kracht zijnde normenstelsels.

5.4 Bergruimte

Onderaan het fornuis, onder de oven, bevindt zich de opberglade. Ze kan bereikt worden door onderaan het deurtje te trekken. Bewaar er absoluut geen ontvlambare materialen zoals vodden, papier en dergelijk, maar eventueel enkel de metalen
accessoires van het toestel. Open de bergruimte niet wanneer de oven aangeschakeld of warm is. De temperaturen in deze ruimte kunnen zeer hoog zijn.
90
Aanwijzingen voor de gebruiker

6. BESCHIKBARE ACCESSOIRES

De oven beschikt over 4 geleiders voor het
plaatsen van roosters en ovenschalen op
verschillende hoogtes.
Ovenrooster: voor de bereiding van
voedsel in borden, kleine taarten, gebraad
of voedsel die dun gegrilld moeten worden.
Rooster voor ovenschaal: om bovenop
een ovenschaal te zetten, voor het bereiden
van voedsel dat kan lekken.
Ovenschaal: nuttig voor het opvangen van
vet dat afkomstig is van het voedsel op het
rooster erboven.
Gebakschaal: handig voor het klaarmaken
van taarten, pizza en ovengebak.
Braadspit: nuttig voor het bereiden van kip,
worst, of voedsel dat uniform moet bereid
worden.
Steun draaispit: deze moet in de gaten van
de ovenschaal geplaatst worden voordat de
stok van het draaispit gebruikt wordt.
Verkrijgbare accessoires
Via de Erkende Assistentiecentra kan de onderplint besteld worden.
91
Aanwijzingen voor de gebruiker

7. ADVIES VOOR DE BEREIDING

Er wordt aangeraden om bij het voorverwarmen de geventileerde functie
te gebruiken aan een temperatuur die 30/40°C hoger ligt dan de
bereidingstemperatuur. Deze ingreep verkort de bereidingstijden
aanzienlijk, verlaagt het energieverbruik en verbetert bovendien het
uiteindelijke resultaat van de bereiding.
De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten blijven.

7.1 Traditionele bereidingen

KEUZESCHAKELAAR FUNCTIES
THERMOSTAATKNOP TUSSEN 50° - 250°C
Dit klassieke bereidingssysteem, met warmte die zowel van boven als
van beneden komt, is geschikt voor het bereiden van voedsel op één
enkel vlak. Het is nodig om de oven te voorverwarmen, tot de vooraf
ingestelde temperatuur wordt bereikt. Plaats het voedsel pas in de oven
wanneer de controlelamp van de thermostaat uit is. Zeer vet vlees kan in
de nog koude oven geplaatst worden. U kan diepgevroren vlees
onmiddellijk in de oven plaatsen zonder dat het eerst moet ontdooid
worden. Als enige voorzorgmaatregel moet u dan wel temperaturen
kiezen die ongeveer 20°C lager liggen dan voor vers vlees, en
kooktijden die ongeveer een kwart langer zijn.
Gebruik recipiënten met een hoge rand zodat de
wanden van de oven niet bespat worden.
92
Aanwijzingen voor de gebruiker

7.2 Bereiding met hete lucht

KEUZESCHAKELAAR FUNCTIES
THERMOSTAATKNOP TUSSEN 50° - 250°C
Dit systeem is geschikt voor bereidingen op verschillende vlakken, ook
van verschillende voedseltypes (vis, vlees, enz.) zonder dat de smaak of
geur wordt overgedragen. De luchtcirculatie in de oven verzekert een
uniforme verdeling van de warmte. De voorverwarming is niet
noodzakelijk.
Bereidingen op verschillende vlakken is mogelijk op voorwaarde dat de
bereidingstijden van de gerechten overeenstemmen.

7.3 Grillen

KEUZESCHAKELAAR FUNCTIES
THERMOSTAAT OP DE MAXIMUM STAND
Hiermee wordt het voedsel sneller bruin gebraden. Er wordt aangeraden om
de ovenschaal op de bovenste geleider te plaatsen. Voor korte bereidingen
en kleine hoeveelheden moet het rooster op de derde geleider vanaf
onderaan geplaatst worden. Voor langere bereidingstijden en het grillen,
plaatst u de roosters op lagere geleiders in functie van de grootte.
De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten blijven.
Tijdens het grillen moet de ovendeur dicht blijven. Grillen met de
deur open kan blijvende schade toebrengen aan de oven, en de
veiligheid tijdens de werking schaden.
93
Aanwijzingen voor de gebruiker

7.4 Grillen met warme lucht

KEUZESCHAKELAAR FUNCTIES
THERMOSTAATKNOP VAN 50° TOT 250°C
Zorgt voor een gelijkmatige verdeling van de warmte en voor een
diepere penetratie in het voedsel. De voedsel krijgt een lichtbruin korstje
terwijl de binnenkant zacht blijft.
Tijdens de bereiding, waarvoor de verwarmingstijd niet langer dan 60
minuten mag zijn, moet de ovendeur gesloten blijven.
Tijdens het grillen moet de ovendeur dicht blijven. Grillen met de
deur open kan blijvende schade toebrengen aan de oven, en de
veiligheid tijdens de werking schaden.

7.5 Ontdooiing

KEUZESCHAKELAAR FUNCTIES
THERMOSTAAT IN POSITIE 0
De luchtcirculatie die veroorzaakt wordt door de ventilator zorgt op
zichzelf voor een snellere ontdooiing van het voedsel. De in de oven
gecirculeerde lucht heeft dezelfde temperatuur als de omgeving.
94
Het ontvriezen op kamertemperatuur biedt het voordeel dat de smaak en
het uitzicht van de voedingswaren niet gewijzigd wordt
Aanwijzingen voor de gebruiker

7.6 Bereidingen met het draaispit

KEUZESCHAKELAAR FUNCTIES
THERMOSTAAT OP DE MAXIMUM STAND
Rijg het voedsel aan het draaispit, en blokkeer de schroeven A van de vorken.
Steek de frames B in de gaten in het bakje F. Het spit van het braadstuk zodanig
plaatsen dat de katrol E op de steun voor het spit B blijft. Steek de schaal volledig in
de oven tot de punt van de spies tegenover gat C staat. Nu moet u, door het frame
B te laten kantelen, de punt van de spies van het draaispit in de zitting C van de
aandrijving van het draaispitmotortje in de zijwand van de oven steken. Giet een
beetje water in de ovenschaal zodat rookvorming wordt vermeden.
De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten blijven.
Regelmatige knipperingen van de controlelamp van de thermostaat
tijdens de bereiding is normaal, en duidt aan dat de temperatuur in de
oven constant wordt gehouden.
AANDACHT: de frames B moeten
worden gemonteerd zoals afgebeeld in
de tekening hiernaast.
95
Aanwijzingen voor de gebruiker

7.7 Tabellen met aanbevolen waarden

De bereidingstijden, in het bijzonder voor vleesgerechten, hangen af van de dikte en van de kwaliteit van het voedsel, en van de smaak van de consument.
POSITIE VAN DE
TRADITIONELE BEREIDINGEN
GELEIDER
TEMPERATUUR
(°C)
TIJD
IN MINUTEN (*)
VANAF ONDERAAN
PASTA OF RIJST
LASAGNE PASTA IN DE OVEN
VLEES
KALFSGEBRAAD RUNDGEBRAAD VARKENSGEBRAAD KIP EEND GANS - KALKOEN KONIJN LAMSBOUT
2 - 3 2 - 3
2 2 2 2 2 2 2 1
210 - 230 210 - 230
170 - 200 210 - 240 170 - 200 170 - 200 170 - 200 140 - 170 170 - 200 170 - 200
30 40
30 - 40 PER KG. 30 - 40 PER KG. 30 - 40 PER KG.
45 - 60 45 - 60 45 - 60 50 - 60
15 PER KG.
GEBRADEN VIS 1 - 2 170 - 200 VOLGENS DE
GROOTTE
PIZZA 1 - 2 210 - 240 40 - 45
GEBAK
SCHUIMPJES ZANDDEEG DONUT LANGE VINGERS BRIOCHE FRUITTAART
(*) = MET VOORVERWARMDE OVEN
BEREIDINGEN MET DE GRILL
POSITIE VAN DE
GELEIDER VANAF
ONDERAAN
1 - 2 1 - 2 1 - 2 1 - 2 1 - 2 1 - 2
50 - 70
170 - 200
165
150 170 - 200 170 - 200
TIJD IN MINUTEN
60 - 90 15 - 20 35 - 45 30 - 50 40 - 45 20 - 30
EERSTE ZIJDE TWEEDE ZIJDE VARKENSKOTELET VARKENSFILET RUNDFILET LEVERPLAKJES KALFSLAPJES HALVE KIP WORST GEHAKTBALLETJES VISFILET TOAST
4 3 3 4 4 3 4 4 4 4
7 - 9 9 - 11 9 - 11
2 - 3
7 - 9 9 - 14
7 - 9
7 - 9
5 - 6
2 - 4
5 - 7 5 - 9
9 - 11
2 - 3 5 - 7
9 - 11
5 - 6 5 - 6 3 - 4 2 - 3
96
Aanwijzingen voor de gebruiker
POSITIE VAN DE
PASTA OF RIJST
LASAGNE PASTA IN DE OVEN RIJST OP CREOOLSE WIJZE
VLEES
KALFSGEBRAAD VARKENSGEBRAAD RUNDGEBRAAD RUNDFILET LAMSGEBRAAD ROSBIEF GEBRADEN KIP GEBRADEN EEND GEBRADEN KALKOEN GEBRADEN KONIJN GEBRADEN HAAS GEBRADEN DUIF VIS 2 - 3 150 - 170 AFHANKELIJK VAN
PIZZA 2 - 3 210 - 240 30 - 50
GEBAK (PATISSERIE)
DONUT FRUITTAART BISCUIT BRIOCHE STRUDEL PUDDING MET LANGE VINGERS BROOD TOAST
BEREIDINGEN MET WARME LUCHT
GELEIDER
VANAF ONDERAAN
2 2 2
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
2 - 3 2 - 3 2 - 3 2 - 3 1 - 2 2 - 3
2 - 3 1 - 2
TEMPERATUUR
(°C)
190 - 210 190 - 210 190 - 220
150 - 170 150 - 160 160 - 170 160 - 180 130 - 150 170 - 180
170 160 - 170 150 - 160 150 - 160 160 - 170 140 - 170
150 - 170 170 - 190 190 - 220 160 - 170
150 160 - 170
190 - 210 220 - 240
TIJD
IN MINUTEN
20 - 25 25 - 30 20 - 25
65 - 90
70 - 100
65 - 90 35 - 45
100 - 130
40 - 45
70 - 90 100 - 160 160 - 240
80 - 100
30 - 50
15 - 25
DE
GROOTTE
35 - 45
40 - 50
25 - 35
40 - 60
25 - 35
30 - 40
40
7
97
Aanwijzingen voor de gebruiker

8. REINIGING EN ONDERHOUD

Gebruik geen stoomstraal om het toestel te reinigen.

8.1 Reiniging van de glaskeramische plaat

Vóór elke handeling moet de stroomtoevoer naar het toestel uitgeschakeld worden.
De glaskeramische plaat moet regelmatig gereinigd worden, het liefst na elk gebruik, nadat de controlelampen van de restwarmte uit zijn.
Eventuele lichtgekleurde strepen, veroorzaakt door pannen met een aluminium bodem, kunnen worden verwijderd met een in azijn vochtig gemaakte doek. Als er na het gebruik van de kookplaat verbrande resten achterblijven, moeten deze worden verwijderd met het bijgeleverde schrapertje. Afnemen met water en goed afdrogen met een schone doek. Als het schrapertje constant wordt gebruikt, wordt het gebruik van chemische producten voor de dagelijkse reiniging van de plaat aanzienlijk teruggebracht.
Gebruik in geen geval schurende of bijtende middelen (bijv. producten in poedervorm, ovensprays, vlekkenmiddelen en metalen sponsjes).

8.2 Reiniging van het roestvrij staal

8.2.1 Gewone dagelijkse reiniging

Voor de reiniging en de bewaring van het roestvrij staal moeten steeds en enkel specifieke producten gebruikt worden die geen schurende of zure middelen op chloorbasis bevatten. Gebruikswijze: giet het product op een vochtige doek en reinig hiermee het oppervlak, spoel grondig, en droog met een zacht doek of met een zeemvel.

8.2.2 Voedselvlekken of -resten

Gebruik absoluut geen metalen sponzen of scherpe krabbers zodat de oppervlakken niet worden beschadigd. Gebruik normale en niet-schurende producten voor staal, en eventueel houten of plastic gereedschappen. Spoel goed, en droog met een zachte doek of met een zeemvel. Laat geen etensresten op suikerbasis (bv. jam) opdrogen in de oven. Wanneer het te lang opdroogt, kan het email in de oven beschadigd worden.
98
Aanwijzingen voor de gebruiker

8.3 Manuele reiniging van de oven

Om de oven in goede staat te houden, moet hij na afkoeling regelmatig gereinigd worden. Verwijder alle verwijderbare delen. Verwijder de zijdelingse roosters door ze vooraan op te heffen en ze uit de opening achteraan te verwijderen.
GEBRUIK GEEN DAMPSTRAAL OM DE BINNENKANT VAN DE OVEN TE REINIGEN.
Reinig de ovenroosters en de zijgeleiders met warm water en niet­schurende reinigingsmiddelen; spoel en droog ze daarna.
Om de handelingen van de reiniging te vergemakkelijken, kan de opberglade onder de oven helemaal verwijderd worden. Trek ze helemaal uit en til ze vooraan op (zoals een gewone lade).

8.4 Ruit van de deur

Er wordt aangeraden om deze steeds goed rein te houden. Gebruik absorberend keukenpapier; bij hardnekkig vuil moet u ze reinigen met een vochtige spons en een gewoon reinigingsmiddel.
99
Aanwijzingen voor de gebruiker

8.5 PYROLYSE: Automatische reiniging van de oven

Pyrolyse is een automatische reinigingsprocedure met hoge temperaturen, die het vuil zal oplossen. Dankzij deze procedure is het mogelijk om de binnenkant van de oven zeer makkelijk te reinigen.
Tijdens de eerste automatische reinigingscyclus zouden onaangename geuren kunnen vrijkomen als gevolg van de normale verdamping van olieachtige stoffen van het fabricageproces. dit is een normaal verschijnsel dat na de eerste reinigingscyclus zal verdwijnen.
Voordat u de automatische reinigingscyclus start, moet u controleren of er geen voedsel of gemorste voedselresten van vorige bereidingen in de oven zijn achtergebleven.
Tijdens de pyrolysecyclus belet een blokkeermechanisme van de deur elke poging tot opening van de deur zelf.
100
REINIGING
Aanwijzingen voor de gebruiker
8.6 Vóór de start van de automatische reinigingscyclus van
de oven
De Pyrolyse kan op elk moment van de dag of de nacht worden uitgevoerd (indien u gebruik wenst te maken van het nachttarief voor de elektrische energie).
Verwijder alle accessoires uit de oven.
Verwijder de geleiderframes.
Plaats de frames weer na het einde van de reinigingscyclus en
wanneer de oven afgekoeld is, door de eerder uitgevoerde handelingen in de omgekeerde zin uit te voeren.
Controleer of de ovendeur goed gesloten is.
Om de duur van de reinigingscyclus in te stellen, moet u het volgende schema raadplegen:
WEINIG VUIL GEWOON VUIL ZEER VUIL DUUR VAN DE
120 min 165 min 210 min
Tijdens de automatische reinigingscyclus zullen de ventilatoren meer lawaai maken als gevolg van de hogere draaisnelheid; dit is normaal, en helpt de warmte af te voeren. Na de pyrolyse blijft de ventilatie automatisch ingeschakeld, en dit lang genoeg zodat oververhitting van de wanden van de meubels en de voorkant van de oven wordt vermeden.
Tijdens de automatische reinigingscyclus produceren de ventilatoren meer lawaai als gevolg van de hogere draaisnelheid; dit is normaal, en helpt de warmte af te voeren. Na de pyrolyse blijft de ventilatie automatisch ingeschakeld, en dit lang genoeg zodat oververhitting van de wanden van de meubels en de voorkant van de oven wordt vermeden.
Er wordt aanbevolen om de pyrolyse minstens 120 minuten te laten werken.
101
Aanwijzingen voor de gebruiker
8.7 Instelling van de reinigingscyclus met de elektronische
analoge klok
KEUZESCHAKELAAR VOOR DE FUNCTIES
ELEKTRONISCHE ANALOGE KLOK
De programmeereenheid zal de minimumduur van de reinigingscyclus automatisch instellen (1 uur en 30 minuten) afbeelding 1. Druk binnen 5
seconden op de toetsen of om de duur van de reinigingscyclus te verlengen/verkorten (de maximumduur bedraagt 3 uur en 30 minuten) de ingestelde minuten worden aangegeven bij het oplichten van de interne segmenten van de klok en de uren worden aangegeven met de knipperende cijfers (1, 2 of 3). In afbeelding 2 wordt een duur van 2 uur 30 minuten weergegeven.
1) 2)
Na de instelling van de duur van de automatische reinigingscyclus zal de oven verwarmd worden (ongeveer 5 seconden na de laatste ingreep van de gebruiker), begint de controlelamp van de thermostaat te knipperen, en zal vast oplichten wanneer de oven een temperatuur van ongeveer 470°C heeft bereikt;
Ongeveer 1 minuut na de laatste ingreep van de gebruiker zal de deurblokkering ingeschakeld worden, wat aangeduid wordt door het
102
oplichten van de relatieve controlelamp en door het symbool display.
Na de automatische reinigingscyclus zulen alle cijfers knipperen en duidt een geluidssignaal het einde van de cyclus aan. De controlelamp van de deurblokkering zal aanblijven, en de deur zal niet kunnen geopend worden tot de temperatuur in de oven minder dan 300°C bedraagt. Na de pyrolyse moet de keuzeschakelaar op uitgeschakeld worden gezet.
op het
Aanwijzingen voor de gebruiker
Om een vertraagde reinigingscyclus te selecteren gaat u te werk als bij een normale geprogrammeerde bereiding, zie “
3.2.3 Programmering”.

9. BUITENGEWOON ONDERHOUD

De oven heeft regelmatig kleine onderhoudshandelingen of de vervanging van delen die onderhevig zijn aan slijtage nodig, zoals de pakkingen, de lampjes, enz. Vervolgens worden de specifieke aanwijzingen aangeduid voor elk type van deze handelingen.
Vóór elke handeling moet de stroomtoevoer naar het toestel uitgeschakeld worden.

9.1 Vervanging van de binnenverlichting

Verwijder de beschermende bedekking A door ze in tegenwijzerszin los te draaien, en vervang de lamp B met een andere van hetzelfde type. Hermonteer de beschermende bedekking A.
Gebruik uitsluitend lampen voor ovens (T 300°C).
103
Aanwijzingen voor de gebruiker
9.2 Demontage van de deur
Open de deur helemaal, en plaats het lange deel van de pinnen B in de gaten A. Hef het voorste deel van de deur ongeveer 10 cm op en verwijder ze langs boven uit de zit.
A
B
B
Om de deur weer te monteren, moeten de scharnieren in de daarvoor bestemde openingen in de oven geplaatst worden, zodat de gleuven C helemaal op de openingen steunen. Open, na de handeling, de deur helemaal en verwijder de pinnen B.
B
C

9.3 Pakking van de ovendeur

De pakking van de deur kan worden verwijderd om de ovens accuraat schoon te maken. Alvorens de pakkingen te verwijderen moeten de ovendeuren worden gedemonteerd zoals eerder beschreven. Til, als de deur verwijderd is, de lipjes op de hoeken op, zoals te zien is op de afbeelding.
104
914774375/ A
Loading...