Smeg 110B91GMCX User manual [NL]

Inhoudsopgave
1 Waarschuwingen 140
1.1 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing 140
1.2 Deze gebruiksaanwijzing 140
1.3 Beoogd gebruik 140
1.4 Algemene veiligheidswaarschuwingen 140
1.5 Aansprakelijkheid van de constructeur 141
1.6 Identificatieplaatje 141
2 Beschrijving 142
2.1 Algemene beschrijving 142
2.3 Bedieningspaneel 143
2.4 Andere onderdelen 144
2.5 Beschikbare accessoires 145
3 Gebruik 147
3.1 Waarschuwingen 147
3.2 Eerste gebruik 148
3.3 Gebruik van de accessoires 148
3.4 Het gebruik van de kookplaat 150
3.5 Gebruik van de bergruimte 151
3.6 Het gebruik van de oven 151
3.7 Advies voor bereidingen 153
3.8 Klok programmeereenheid 155
4 Reiniging en onderhoud 159
4.1 Waarschuwingen 159
4.2 Reiniging van het toestel 159
4.3 Demontage van de deur 160
4.4 Reiniging van de ruiten van de deur 161
4.5 De reiniging van de binnenkant van de oven 161
4.6 Buitengewoon onderhoud 162
5 Installatie 163
5.1 Gasaansluiting 163
5.2 Aanpassing aan de verschillende gastypes 166
5.3 Elektrische aansluiting 170
NL
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het toestel te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
139
Waarschuwingen
1 Waarschuwingen
1.1 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de volgende begrippen voor:
Waarschuwingen
Algemene waarschuwingen in verband met de gebruiksaanwijzing, veiligheid en verwerking van afgedankte producten.
Beschrijving
Beschrijving van het toestel en de accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het toestel en de accessoires, kooktips.
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte schoonmaak en onderhoud van het toestel.
Installatie
Informatie voor gekwalificeerde technici: installatie, inbedrijfstelling en keuring.
Veiligheidswaarschuwingen
Informatie
Suggestie
1. Volgorde van de gebruiksaanwijzingen.
• Enkele gebruiksaanwijzing.
1.2 Deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is een integrerend deel van het toestel en moet gedurende de volledige levensduur intact en op een gemakkelijk bereikbare plaats worden bewaard.
1.3 Beoogd gebruik
Dit toestel is bestemd voor het bereiden van voedsel in een huisgezin. Elk ander gebruik is oneigenlijk.
Dit toestel mag niet worden gebruikt door personen (kinderen inbegrepen) met verminderde fysische of psychische vermogens, of door personen die geen ervaring hebben in het gebruik van elektrische apparatuur, tenzij dit gebeurt onder toezicht of instructie van volwassenen die voor hun veiligheid instaan.
1.4 Algemene veiligheidswaarschuwingen
Volg altijd de hierna vermelde algemene veiligheidswaarschuwingen voor uw veiligheid en om schade aan het toestel te voorkomen. Algemeen
• Laat de installatie en technische
interventies uitvoeren door gekwalificeerd personeel overeenkomstig de geldende normen.
• Lees deze gebruiksaanwijzing
aandachtig vóór installatie.
• Voer geen wijzigingen uit op het toestel.
• Probeer nooit om zelf het toestel te
repareren, zonder tussenkomst van een gekwalificeerde technicus.
• Als de stroomkabel beschadigd is, moet
men onmiddellijk contact opnemen met de technische dienst die voor de vervanging van de kabel zal zorgen.
140
Waarschuwingen
Voor dit toestel
• Zorg er voor dat de openingen en de spleten voor de ventilatie en de warmte­afvoer niet verstopt raken.
• Plaats geen metalen en puntige voorwerpen (bestek of gereedschappen) in de spleten van het toestel.
• Ga niet steunen of zitten op de geopende deur van het toestel.
• Controleer of er geen voorwerpen in de deur vastzitten.
• Gebruik het toestel nooit om de ruimte te verwarmen.
1.5 Aansprakelijkheid van de
constructeur
De constructeur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan personen en voorwerpen tengevolge:
• ander gebruik van het toestel dan wordt voorzien;
• het niet in acht nemen van de voorschriften van de gebruiksaanwijzing;
• het forceren van ook slechts één deel van het toestel;
• gebruik van niet-originele reserveonderdelen.
1.6 Identificatieplaatje
Het identificatieplaatje bevat de technische gegevens, het serienummer en de markering. Het plaatje mag in geen geval worden verwijderd.
1.7 Verwerking
Het toestel moet gescheiden ingezameld worden (richtlijnen
2002/95/EG, 2002/96/EG, 2003/108/EG). Het product bevat geen delen die als gevaarlijk voor de gezondheid en het milieu worden
beschouwd, conform de actuele Europese Richtlijnen.
Verwerking van het toestel:
• Verwijder de deuren maar laat de accessoires (roosters en ovenschalen) in de gebruikspositie, om te voorkomen dat kinderen opgesloten zouden raken binnenin.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Schakel de stroomtoevoer uit.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
NL
• Verwijder de elektrische kabel en de stekker.
• De gebruiker moet het toestel dus aan het einde van het gebruik toekennen aan geschikte centra voor de gescheiden inzameling van elektrisch en elektronisch afval, of het overhandigen aan de verkoper wanneer een nieuw gelijkaardig toestel wordt gekocht.
Het toestel zit verpakt in milieuvriendelijke en recyclebaar materialen.
• Breng het verpakkingsmateriaal naar de betreffende centra voor afvalverwerking.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
• Laat de verpakking, of delen ervan, niet onbewaakt achter.
• Laat kinderen niet spelen met de plastic zakken van de verpakking.
141
2 Beschrijving
2.1 Algemene beschrijving
Beschrijving
1 Kookplaat 2 Bedieningspaneel 3 Lamp 4 Pakking
142
5 Deur 6 Ventilator 7 Bergruimte
Vlak van het frame voor roosters/
ovenschalen
2.2 Kookplaat
AUX = Hulpbrander SR = Halfsnelle brander
2.3 Bedieningspaneel
Beschrijving
NL
R = Snelle brander UR2 = Zeer snelle brander
143
Beschrijving
Klok (1)
Handig om het huidige uur te zien, bereidingen te programmeren en de timer in te stellen.
Temperatuurknop (2)
Met deze knop kan de temperatuur van de bereiding geselecteerd worden.
Draai de knop in wijzerzin op de gewenste waarde tussen het minimum en het maximum.
Controlelamp (3)
Licht op om te melden dat de oven zich in de verwarmingsfase bevindt. Wordt uitgeschakeld als de temperatuur is bereikt. Een regelmatige intermittentie geeft aan dat de ingestelde temperatuur in de oven constant wordt gehouden.
Functieknop (4)
De verschillende functies van de oven zijn geschikt voor verschillende bereidingswijzen. Nadat u de gewenste functie heeft geselecteerd, moet u de kooktemperatuur instellen met de temperatuurknop.
2.4 Andere onderdelen
Plaatsbare vlakken
Het toestel beschikt over vlakken om roosters en ovenschalen op verschillende hoogtes te plaatsen. De plaatsbare hoogtes worden begrepen van laag naar hoog (zie 2.1 Algemene beschrijving).
Koelventilator
De ventilator zorgt voor de afkoeling van het toestel, en wordt tijdens de bereiding in werking gesteld.
De werking van de ventilator veroorzaakt een normale luchtstroom die vooraan het toestel uitkomt, en die ook na de uitschakeling van de oven een korte periode ingeschakeld kan blijven.
Interne verlichting
De interne verlichting van de ovens wordt ingeschakeld zodra u een functie selecteert of als de deur van de oven wordt geopend.
Knoppen branders van de plaat (5)
Nuttig voor de inschakeling en de regeling van de branders van de plaat.
Druk op de knoppen, en draai deze linksom op de waarde om de overeenkomstige branders te ontsteken.
Om de vlam te regelen, moet de knop in de zone tussen het maximum en het minimum gedraaid worden.
Om de branders uit te schakelen, moeten de knoppen op positie geplaatst worden.
144
Beschrijving
2.5 Beschikbare accessoires
Op sommige modellen zijn niet alle accessoires aanwezig.
Rooster
Nuttig voor het plaatsen van recipiënten met voedsel in bereiding.
Ovenschaal
Draaispit
Nuttig voor het bereiden van kip of voedsel dat uniform moet bereid worden.
Steun draaispit
NL
Wordt gebruikt als steun voor het draaispit.
Handgreep draaispit
Nuttig om vet op te vangen afkomstig van voedsel op het bovenstaande rooster, of om taarten, pizza's en gebak te bakken.
Nuttig voor het verwijderen van het draaispit uit de ovenruimte.
145
Reductierooster Wok
Nuttig voor het gebruik van een Wok.
De accessoires die in contact kunnen komen met het voedsel zijn gemaakt van materialen conform de van kracht zijnde wetsbepalingen.
De bijgeleverde of optionele accessoires zijn verkrijgbaar bij erkende verkopers. Gebruik enkel de originele accessoires van de constructeur.
Beschrijving
146
Gebruik
3 Gebruik
3.1 Waarschuwingen
Het toestel wordt heel warm tijdens gebruik.
Gevaar op verbranding
• Houd de deur dicht tijdens gebruik.
• Bescherm de handen met ovenwanten bij het hanteren van voedsel in de oven.
• Raak de verwarmingselementen in het toestel niet aan.
• Giet geen water rechtstreeks op hete ovenschalen.
• Houd kinderen van jonger dan 8 jaar uit de buurt wanneer het toestel in werking is.
• Als er bewerkingen nodig zijn aan de etenswaren of aan het einde van de bereiding, opent u een aantal seconden lang de deur 5 centimeter, zodat de stoom ontsnapt. Vervolgens kunt u de deur volledig openen.
De temperatuur in de bergruimte kan hoog oplopen.
Gevaar op verbranding
• Open de bergruimte niet wanneer de oven ingeschakeld of warm is.
• De voorwerpen in de bergruimte kunnen erg heet zijn tijdens het gebruik van de oven.
Incorrect gebruik
Gevaar op verbranding
• Controleer of de vlamverdelers met de respectievelijke deksels correct gepositioneerd zijn in de zittingen.
• Hete vetten en oliën kunnen vlam vatten. Let erg goed op.
Hoge temperatuur in de bergruimte tijdens het gebruik
Brand- en ontploffingsgevaar
• Sproei geen spuitbussen in de nabijheid van de oven.
• Gebruik of laat geen ontvlambaar materiaal achter nabij de oven of in de bergruimte.
• Gebruik geen vaatwerk of plastic houders om voedsel te bereiden.
• Plaats geen dichte schotels of houders in de oven.
• Laat het toestel niet onbewaakt achter tijdens bereidingen waar vetten en oliën kunnen vrijkomen.
• Verwijder alle ongebruikte ovenschalen en roosters uit de ovenruimte tijdens gebruik.
NL
147
Gebruik
Incorrect gebruik
Beschadiging van de oppervlakken
• Bedek de bodem van de ovenruimte niet met aluminiumfolie.
• Bij gebruik van bakpapier moet u er voor zorgen dat de circulatie van de warme lucht in de oven er niet door wordt verhinderd.
• Plaats geen potten of ovenschalen rechtstreeks op de bodem van de ovenruimte.
• Gebruik de open deur niet als steun voor potten of schalen te plaatsen op het binnenglas.
• De recipiënten en de vleesroosters moeten binnen de omtrek van de kookplaat geplaatst worden.
• Alle recipiënten moeten een effen en regelmatige bodem hebben.
• In geval van overstroming moet de vloeistof onmiddellijk van de kookplaat verwijderd worden.
3.3 Gebruik van de accessoires
Roosters en ovenschalen
Roosters en ovenschalen moeten in de zijgeleiders worden geplaatst tot aan het eindpunt.
• De mechanische veiligheidsblokkeringen om ongewenste verwijdering van de roosters te voorkomen moeten naar beneden en naar de binnenzijde van de oven gericht zijn.
Plaats de roosters en de schalen helemaal in de oven, tot ze vast komen te zitten.
3.2 Eerste gebruik
1. Verwijder eventueel aanwezige beschermende folie aan de binnen- en buitenzijde van het toestel en de accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (behalve het plaatje met de technische gegevens) van de accessoires en uit de ovenruimten.
3. Verwijder en was alle accessoires van het toestel (zie 4 Reiniging en onderhoud).
4. Verwarm de oven op de maximale temperatuur om eventuele productieresten te verwijderen.
148
Maak de ovenschalen schoon voor het eerste gebruik, om eventuele productieresten te verwijderen.
Rooster voor ovenschaal
De ovenschaal kan op twee manieren worden gebruikt:
• in het rooster (waarbij de pal die tegen omvallen beschermt naar boven is gedraaid) om het vet op te vangen dat het voedsel tijdens de bereiding afgeeft;
• op het rooster (waarbij de pal die tegen omvallen beschermt naar beneden is gedraaid) voor de bereiding van nagerechten, koekjes, gebak...
Gebruik
Reductieroosters
De reductieroosters moeten op de roosters van de kookplaat gelegd worden. Controleer dat deze correct gepositioneerd zijn.
Draaispit (enkel op sommige modellen)
1. Gebruik de bijgeleverde klemvork om het draaispit voor te bereiden.
2. Schroef de bijpassende hendel op om het draaispit vlot te kunnen draaien.
NL
3. Plaats het draaispit na de voorbereiding op de daartoe voorziene steun. Plaats de stok in het gat zodat hij in het motortje van het draaispit wordt gekoppeld. Let op dat het profiel correct op het geleiderframe is geplaatst en verwijder de handgreep.
149
Loading...
+ 23 hidden pages