U hebt gekozen voor een Škoda - wij danken u hartelijk voor uw vertrouwen.
Met uw nieuwe Škoda krijgt u een auto met ultramoderne techniek en talrijke opties, waarvan u vast en zeker bij
dagelijks gebruik maximaal plezier zult beleven. Met het oog hierop adviseren wij u dan ook, dit instructieboekje
aandachtig door te lezen, zodat u uw auto snel en grondig leert kennen.
Mocht u verdere vragen met betrekking tot uw auto of eventuele problemen hebben, verzoeken wij u contact op te
nemen met een Škoda-dealer/vakgarage of de importeur. Daar zijn vragen, opmerkingen en kritiek altijd welkom.
Afwijkende nationale wettelijke regelingen hebben voorrang, op de informatie gegeven in deze handleiding.
Wij wensen u veel plezier met uw Škoda en altijd een goede reis.
Uw Škoda Auto
Inleiding2
Wagendocumentatie
In de meegeleverde documentatie van uw auto vindt u naast dit ’instruc-
tieboekje’ ook een ’serviceplan’ en ’aanwijzingen voor hulp
onderweg’. Bovendien kunnen al naargelang het model en de uitvoering
verschillende gebruiksaanwijzingen en extra aanwijzingen aanwezig zijn
(bijv. radio-instructieboekje).
Als u één van bovengenoemde documenten mist, verzoeken wij u direct
contact op te nemen met een Škoda-dealer, waar men u graag zal helpen.
Er moet rekening mee worden gehouden dat de gegevens op het
kenteken steeds voorrang hebben op de gegevens in dit instructieboekje.
instructieboekje
Dit instructieboekje beschrijft de huidige omvang van de uitrusting.
Enkele van de hier genoemde uitrustingen worden later geïntroduceerd
of zijn alleen bedoeld voor bepaalde exportlanden. De afbeeldingen
kunnen in enkele onbelangrijke details afwijken van uw auto; de afbeeldingen moeten echter alleen maar worden gezien als algemene informatie.
Naast de informatie met betrekking tot de bediening staan in het instructieboekje ook belangrijke gebruiks- en onderhoudstips ten behoeve van
uw veiligheid alsmede voor het behouden van de inruilwaarde van uw
auto. Hier staan belangrijke tips en helpinformatie in. Bovendien staat
hierin hoe u met uw auto veilig, economisch en milieuvriendelijk kunt
rijden.
Let, met het oog op de veiligheid, ook beslist op de informatie met
betrekking tot accessoires, wijzigingen en vervanging van onderdelen ⇒ bladzijde 246.
is bovendien in de meeste gevallen één van de voorwaarden voor het
recht op een garantieaanspraak.
Het serviceplan
bevat:
• gegevens van de auto,
• onderhoudsintervallen,
• overzicht van de onderhoudswerkzaamheden,
• bewijs van uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden,
• Bevestiging van de mobiliteitsgarantie (geldt alleen in bepaalde
landen)
• belangrijke aanwijzingen met betrekking tot de garantie.
De bevestigingen van de uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden zijn
een van de voorwaarden voor een eventuele garantieaanspraak.
Geef het serviceplan dan ook altijd af als u uw auto bij een erkende
Škoda-dealer afgeeft.
Als het serviceplan is zoekgeraakt of op is, neem dan contact op met de
erkende Škoda-dealer waar u de auto regelmatig voor onderhoud
aanbiedt. Hier ontvangt u dan een duplicaat waarin de tot nu toe uitgevoerde onderhoudsbeurten worden bevestigd.
Hulp onderweg
Hierin staan de belangrijkste telefoonnu mme rs in bep aal de l and en e n de
adressen en telefoonnummers van de Škoda-importeurs.
Maar ook de andere hoofdstukken van dit instructieboekje zijn belangrijk, want een vakkundige behandeling van de auto draagt - naast regelmatig onderhoud - bij aan het behouden van een goede inruilwaarde en
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave3
Structuur van dit
instructieboekje (toelichtingen)
Structuur van dit instructieboekje (toelichtingen)6
Structuur van dit instructieboekje (toelichtingen)
Dit instructieboekje is systematisch opgebouwd om het vinden en opnemen van
de benodigde informatie te vergemakkelijken.
Hoofdstuk, inhoudsopgave en trefwoordenregister
De tekst van dit instructieboekje is in relatief korte paragrafen ingedeeld, die in
overzichtelijke hoofdstukken zijn samengevoegd. Het actuele hoofdstuk staat
rechtsonder op de pagina geaccentueerd.
De aan de hand van de hoofdstukken ingedeelde inhoudsopgave en het uitgebreide trefwoordenregister achter in het instructieboekje helpen u de gewenste
informatie snel te vinden.
Hoofdstukken
De meeste alinea's gelden voor alle auto's.
Omdat de uitvoeringsvarianten echter zeer veelvuldig kunnen zijn, is het niet te
voorkomen, dat ondanks de indeling in alinea's soms ook uitvoeringen worden
genoemd waar uw auto niet mee is uitgerust.
Samenvatting en uitleg
Elke alinea is voorzien van een kop.
Er volgt beknopte informatie (in groot cursief schrift) waarover het in deze alinea
gaat.
De afbeelding wordt meestal gevolgd door een uitleg (in relatief groot schrift) die
in klare taal uitlegt hoe u te werk moet gaan. Uit te voeren handelingen worden
aangegeven met een koppelteken.
Richtingaanwijzingen
Alle richtingaanwijzingen zoals ’links’, ’rechts’, ’voor’, ’achter’ zijn gebaseerd op de
rijrichting van de auto.
Symboolverklaring
* De zo gekenmerkte onderdelen behoren seriematig alleen bij bepaalde modellen
of zijn alleen bij bepaalde modellen als extra leverbaar.
Eind van een hoofdstuk.
Het hoofdstuk gaat op de volgende bladzijde verder.
Aanwijzingen
Alle vier de typen aanwijzingen die in de tekst worden gebruikt staan altijd aan het
einde van het betreffende hoofdstuk vermeld.
De belangrijkste aanwijzingen worden aangeduid met de kop ATTENTIE.
Deze ATTENTIE-aanwijzingen attenderen op een ernstige kans op ongevallen of letsel. In de tekst vindt u vaak een dubbele pijl die wordt gevolgd
door een klein attentiesymbool. Dit symbool attendeert op een ATTENTIEaanwijzing aan het einde van de alinea die beslist moet worden opgevolgd.
Voorzichtig!
Een voorzichtig-aanwijzing attendeert op mogelijke defecten aan uw auto (bijv.
defecte versnellingsbak), of attendeert op de kans op een ongeval.
Milieu
Een milieu-aanwijzing attendeert op de milieubescherming. Hier vindt u bijv.
adviezen voor een lager brandstofverbruik.
Aanwijzing
Een normale aanwijzing attendeert op algemene en belangrijke informatie.
ATT ENT IE!
Bediening
7
BedieningVeiligheidAanwijzingen voor het
rijden
Raadgevingen voor het
gebruik
Raad en daadTechnische gegevens
Cockpit8
Afb. 1 Een aantal op de foto weergegeven uitrustingen gelden alleen maar voor bepaalde type-uitvoeringen of zijn als optie leverbaar.
Cockpit
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
Cockpit9
Overzicht
Door dit overzicht zult u snel vertrouwd raken met de meters/controlelampjes en de bedieningselementen.
• De met een * gemarkeerde uitrustingen behoren alleen standaard bij bepaalde
modeluitvoeringen of zijn alleen voor bepaalde modellen als meeruitvoering
leverbaar.
78
62
226
67, 68
99
119
180
119
197
199
203
108
111
122
133
186
126
125
96
99
BedieningVeiligheidAanwijzingen voor het
rijden
Raadgevingen voor het
gebruik
Raad en daadTechnische gegevens
Cockpit10
• Bij auto's die af fabriek met een radio, of navigatiesysteem zijn uitgerust, is een
aparte handleiding voor de bediening van deze apparaten bijgevoegd.
• Bij auto's met stuur rechts wijkt de plaatsing van de bedieningselementen voor
een deel af van de in ⇒ bladzijde 8, afb. 1 weergegeven plaatsing. De symbolen
komen echter overeen met die op de bedieningselementen van auto's met stuur
links.
De beknopte informatie
A1A2A3A
De beknopte informatie11
Basisfuncties en belangrijke aanwijzingen
Inleiding
Het hoofdstuk 'De beknopte informatie' dient alleen voor een snelle
kennismaking met de belangrijkste bedieningselementen van de
auto. Alle aanwijzingen in de volgende hoofdstukken van de handleiding moeten beslist in acht genomen worden.
Auto ont- en vergrendelen
Afb. 2 Radiografische
afstandsbediening
Auto ontgrendelen
Kofferklep ontgrendelen
Auto vergrendelen
4
Sleutel uitklappen/inklappen
Zie voor verdere aanwijzingen ⇒ bladzijde 53, ’Auto ont- en vergrendelen’.
Stuurwielstand instellen
Afb. 3 Verstelbaar stuurwiel:
Hendel onder de stuurkolom
Afb. 4 De juiste afstand van
de bestuurder ten opzichte
van het stuurwiel
De stand van het stuurwiel is in hoogte en lengterichting instelbaar.
– Klap de hendel onder de stuurkolom ⇒ afb. 3 naar beneden.
– Plaats het stuurwiel in de gewenste stand (hoogte en hoek).
– Druk de hendel naar boven tot aan het etiket.
BedieningVeiligheidAanwijzingen voor het
rijden
Zie voor verdere aanwijzingen ⇒ bladzijde 119, ’Stuurwielstanden instellen’.
Raadgevingen voor het
gebruik
Raad en daadTechnische gegevens
De beknopte informatie12
A1A2A3A
ATT ENT IE!
• Stel het stuurwiel zo af dat de afstand tussen het stuurwiel en het borst-
been minstens 25 cm bedraagt ⇒ bladzijde 11, afb. 4. Als deze minimale
afstand niet wordt aangehouden, kan het airbagsysteem u niet beschermen
- levensgevaar!
• Het stuurwiel mag nooit tijdens de rit worden versteld!
• Om veiligheidsredenen moet de hendel altijd vast naar boven zijn
gedrukt zodat de stand van het stuurwiel onder het rijden niet onbedoeld
kan wijzigen - kans op ongevallen!
Gordelhoogte-instelling
Afb. 5 Voorstoel: Gordelhoogte-instelling
– Schuif de doorvoerplaat in de gewenste richting naar boven of naar
beneden ⇒ afb. 5.
– Controleer na de instelling door met een ruk aan de gordel te trekken
of de doorvoerplaat correct is geborgd.
Zie voor verdere aanwijzingen ⇒ bladzijde 173, ’Gordelhoogte-instelling’.
ATT ENT IE!
Stel de hoogte van de gordel zo in, dat de schoudergordel ongeveer over het
midden van de schouder - maar in geen geval langs de hals - loopt!
Voorstoel instellen
Afb. 6 Bedieningspan eel op
stoel
Stoel in lengterichting instellen
Zittinghoogte instellen
Hoek van de rugleuning instellen
4
Lendensteun instellen
Zie voor verdere aanwijzingen ⇒ bladzijde 80, ’Voorstoelen instellen’.
ATT ENT IE!
Stel de bestuurdersstoel alleen bij stilstaande auto in - kans op
ongevallen!
De beknopte informatie13
Elektrische verstelling buitenspiegel
Afb. 7 Binnenzijde po rtier:
Draaiknop
Buitenspiegelverwarming
Buitenspiegel links en rechts gelijktijdig instellen
Buitenspiegel rechts instellen
Bediening uitschakelen
Beide buitenspiegels inklappen*
Zie voor verdere aanwijzingen ⇒ bladzijde 13, ’Elektrische verstelling
buitenspiegel’.
Verlichting in- en uitschakelen
Afb. 8 Dashboard: lichtschakelaar
Zie voor verdere aanwijzingen ⇒ bladzijde 62, ’Verlichting in- en uitschakelen
’.
Geldt voor landen, waarin de waarde in britse maateenheden wordt aangeduid.
BedieningVeiligheidAanwijzingen voor het
rijden
− met kilometertotaalteller ⇒ bladzijde 19
− met service-interval-indicatie ⇒ bladzijde 20
− met digitale klok ⇒ bladzijde 21
− met multi-functie-indicatie* ⇒ bladzijde 21
− met informatiedisplay* ⇒ bladzijde 26
6
Brandstofmeter ⇒ bladzijde 18
7
1)
Toets v oo r:
− Dagteller voor Kilometerdagteller voor de afgelegde rijafstand terugstellen
− Service-interval-indicatie resetten
− Instellen van uren/minuten
− Aanduidings modus activeren/deactiveren
Raadgevingen voor het
gebruik
Raad en daadTechnische gegevens
Instrumenten en controlelampjes18
A
A
A
Toerenteller
Het rode bereik van de snelheidsmeterschaal ⇒ bladzijde 17, afb. 17 kenm erkt
het bereik, in welke de motoraandrijving begint met het begrenzen van het motortoerental. De motoraandrijving begrenst het motortoerental op de zekere grenswaarde.
Schakel, voor het bereiken van het rode bereik van de snelheidsmeterschaal naar
de volgend hogere gang respectievelijk kiest u de keuzehandel instelling D van de
automatische versnellingsbak.
Vermijd hoge motortoerentallen gedurende de ingansperiode en voor de motor op
werkingstemperatuur is verwarmt ⇒ bladzijde 205.
Milieu
Door vroegtijdig opschakelen bespaart u brandstof en produceert de auto minder
geluid.
1
Snelheidsmeter
Waarschuwing bij snelheidsovertreding*
Bij het overschrijden van de rijsnelheid van 120 km/h klinkt een akoestisch waarschuwingssignaal. Als de snelheid weer terugloopt tot onder deze snelheidsgrens,
wordt het akoestische waarschuwingssignaal uitgeschakeld.
Aanwijzing
Deze functie geldt alleen voor enkele landen.
Neem, om schade aan de motor te voorkomen, de volgende aanwijzingen in acht
met betrekking tot temperatuurbereiken op de meter:
Bereik voor koude motor
Als de wijzer in het linkergedeelte van de meterschaal staat heeft de motor zijn
bedrijfstemperatuur nog niet bereikt. Vermijd hoge motortoerentallen, vol gas en
zware motorbelastingen.
Bereik bedrijfswarme motor
De motor heeft zijn bedrijfstemperatuur bereikt als de wijzer in het middelste
gedeelte van de meterschaal staat. Bij sterke motorbelasting en hoge buitentemperaturen kan de wijzer ook verder naar rechts lopen. Dit kan geen kwaad zolang het
waarschuwingssymbool in het instrumentenpaneel niet knippert.
Als het symbool op het instrumentenpaneel knippert, is of de koelvloeistof
temperatuur te hoog of het koelvloeistof peil te laag. Let op de aanwijzingen
⇒ bladzijde 38, ’Koelvloeistoftemperatuur/koelvloeistofpeil ’.
ATT ENT IE!
Neem de waarschuwingsaanwijzingen in acht ⇒ bladzijde 227, ’Werkzaamheden in de motorruimte’ voordat u de motorkap opent en het koelvloeistofpeil controleert.
Voorzichtig!
Verstralers en andere aanbouwdelen voor de verseluchtinlaat verslechteren de
koelwerking van de koelvloeistof. Bij hoge buitentemperaturen en zware motorbelasting is de kans aanwezig dat de motor oververhit raakt!
Koelvloeistoftemperatuurmeter
De koelvloeistoftemperatuurmeter ⇒ bladzijde 17, afb. 17 werkt alleen maar
bij ingeschakeld contact.
4
Brandstofmeter
De brandstofmeter ⇒ bladzijde 17, afb. 17 werkt alleen maar bij ingeschakeld
contact.
6
Instrumenten en controlelampjes19
A
De tankinhoud bedraagt ca. 60 liter. Als de wijzer de reservestand heeft bereikt, gaat
op het instrumentenpaneel het waarschuwingssymbool
9 liter brandstof in de tank. Dit symbool herinnert eraan, dat u moet tanken.
Op het informatiedisplay* verschijnt:
Please refuel! (Tanken a.u.b.!)
Als extra waarschuwingssignaal klinkt een akoestisch signaal.
branden. Er zit nog ca.
Voorzichtig!
Rijd de tank nooit helemaal leeg! Door de onregelmatige benzinetoevoer kan de
motor overslaan. Er kan dan onverbrande brandstof in het uitlaatsysteem terechtkomen en de katalysator beschadigen.
Aanwijzing
Na het voltanken kan bij een dynamische rit (b.v. veel bochten, remmen, hellingen)
de brandstofmeter ca. een deel minder aangeven. Bij het stoppen of bij een minder
dynamische rit wordt de juiste hoeveelheid aangegeven. Dit effect is geen
storing.
Kilometertotaalteller
De indicatie van de afgelegde afstand vindt plaats in kilometers (km). In enkele
landen wordt de maateenheid ’mijlen’ gebruikt.
Terugstelknop
Houd de terugstelknop ⇒ bladzijde 17 ca. 1 seconde ingedrukt, de kilometerdagteller wordt teruggezet op nul.
Kilometerdagteller (trip)
De kilometerdagteller geeft de afstand ⇒ afb. 18 weer die is afgelegd nadat de kilometerteller voor de laatste keer op nul is teruggezet - en wel in stappen van 100 m,
resp. 1/10 mijl.
Kilometertotaalteller
De teller geeft de afstand ⇒ afb. 18 weer, het aantal kilometers, resp. mijlen, die de
auto in totaal heeft afgelegd.
Storingindicatie
Als er sprake is van een storing in het instrumentenpaneel, verschijnt op het display
continu Error. Laat de storing zo snel mogelijk door een Škoda-dealer opheffen.
7
ATT ENT IE!
Verstel in verband met uw eigen veiligheid de kilometerdagteller nooit
tijdens het rijden!
Aanwijzing
Indien bij auto's die met informatie display* zijn uitgerust, en de aanduiding van
tweede snelheid in mph resp. in km/h geactiveerd is, wordt de rijsnelheid in plaats
van de teller, weergegeven voor de gehele afgelegde rit.
Afb. 18 Display: Kilometertotaalteller
BedieningVeiligheidAanwijzingen voor het
rijden
Raadgevingen voor het
gebruik
Raad en daadTechnische gegevens
Instrumenten en controlelampjes20
A
A
Service-interval-indicatie
Afb. 19 Service-intervalindicatie: Opmerking
Al naargelang de uitrusting van de auto kan de indicatie op het display afwijken.
Service-interval-indicatie
Voor het bereiken van het service interval wordt na het aanschakelen van het
contact een sleutelsymbool en de nog resterende kilometers aangetoond
⇒ afb. 19 Gelijktijdig verschijnt een aanduiding over de nog resterende dagen tot
het volgende service interval.
Op het informatiedisplay* verschijnt:
Service in ... km or... days (service na ... km of ... dagen)
De kilometerindicatie of de dagindicatie loopt voor de servicebeurt in stappen van
100 km of hele dagen terug.
Als het service-interval is bereikt, verschijnt op het display gedurende 20 seconden
een knipperend sleutelsymbool en de tekst Service.
Op het informatiedisplay* verschijnt:
Service now! (Service nu!)
Indicatie over de nog af te leggen afstand en dagen tot aan de eerstvolgende
onderhoudsbeurt
U kunt de nog resterende rijafstand en dagen tot de volgende servicebeurt op
eender welke tijd met behulp va de toets laten aantonen ⇒ bladzijde 17.
3
Op het display verschijnt gedurende 10 seconden een sleutelsymbool en een
aanduiding over de nog resterende kilometers. Gelijktijdig verschijnt een aanduiding over de nog resterende dagen tot het volgende service interval.
Bij auto's die met informatiedisplay* zijn uitgerust roept u deze aanduiding in het
volgende menu op ⇒ bladzijde 27:
Setup (instellingen)
Service interval (Service)
Info
Op het informatiedisplay* verschijnt gedurende 10 seconden:
Service in ... km or... days (service na ... km of ... dagen)
Service-interval-indicatie resetten
Het terugstellen van de service-intervalindicatie kan pas worden uitgevoerd als op
het display van het combi-instrument een servicemelding of ten minste een voorafgaande waarschuwing wordt weergegeven.
Wij adviseren het resetten door een Škoda-dealer te laten uitvoeren.
De dealer:
• zet na de betreffende Grote Onderhoud Service het geheugen van de indicatie
terug,
• noteert de onderhoudsbeurt in het serviceplan,
• plakt de sticker, met de aantekening voor de volgende onderhoudsbeurt aan de
zijkant van het instrumentenpaneel aan de bestuurderszijde.
De service-interval-indicaties kunnen ook met behulp van de terugstelknop
⇒ bladzijde 17 als volgt worden gereset (teruggesteld):
Bij auto's die met informatiedisplay* zijn uitgerust roept u deze aanduiding in het
volgende menu op ⇒ bladzijde 27:
SETTINGS (INSTELLINGEN)
Service interval (Service)
Reset
7
Instrumenten en controlelampjes21
A3A7A3A
Voorzichtig!
Wij adviseren de service-interval-indicatie niet zelf te resetten omdat dit kan leiden
tot een verkeerde instelling van de service-interval-indicatie, waardoor er
storingen in de auto kunnen optreden.
Aanwijzing
• Reset de indicatie nooit tussen de onderhoudsintervallen in omdat er anders
verkeerde gegevens worden weergegeven.
• Bij losgekoppelde autoaccu blijven de waarden van de service-interval-indi-
catie bewaard.
• Indien na een herstelling het instrumentenpaneel verwisseld wordt, moet in de
teller voor dienstbeurt aanduiding de correcte waarde worden ingevoerd. Deze
werkzaamheden worden door een Škoda-dealer uitgevoerd.
• Na het resetten van de indicati e met verlengde flexibele onderhoudsintervallen
(QG1) worden de gegevens net zoals bij auto's met verlengde vaste onderhoudsintervallen (QG2) weergegeven. Om deze reden adviseren we de service-intervalindicatie alleen door een erkende Škoda-dealer te laten resetten, die het resetten
uitvoert met behulp van een elektronicatester.
• Uitgebreide informatie met betrekking tot de onderhoudsintervallen - zie
brochure Serviceplan.
Digitale klok
De klok stelt u in met de toetsen en ⇒ bladzijde 17, afb. 17.
Met de toets kiest u de aanduiding, die u veranderen wilt, en met de toets
doorvoert u de verandering.
Bij voertuigen die met informatiedisplay* zijn uitgerust, kan de klok in het menu
Time (uur) ingesteld worden ⇒ bladzijde 30.
7
ATT ENT IE!
De tijd mag om veiligheidsredenen niet tijdens het rijden, maar alleen bij
stilstaande motor worden ingesteld.
Multi-functie-indicatie (boordcomputer)*
Inleiding
De multi-functie-indicatie wordt, afhankelijk van de uitrusting van de auto, op het
display ⇒ bladzijde 22, afb. 20 of op het informatiedisplay weergegeven
⇒ bladzijde 26.
De multi-functie-indicatie biedt een reeks nuttige informatie.
Buitentemperatuur⇒ bladzijde 24
Rijtijd⇒ bladzijde 24
Actueel brandstofverbruik⇒ bladzijde 24
Gemiddeld brandstofverbruik⇒ bladzijde 24
Actieradius⇒ bladzijde 25
Afgelegde afstand⇒ bladzijde 25
Gemiddelde snelheid⇒ bladzijde 25
Actuele snelheid*⇒ bladzijde 25
Waarschuwing bij snelheidsovertreding*
Bij auto's die met informatiedisplay* zijn uitgerust, is het mogelijk om de aanduiding van sommige informatie uit te schakelen.
⇒ bladzijde 25
BedieningVeiligheidAanwijzingen voor het
rijden
Voorzichtig!
Om eventuele beschadigingen te voorkomen, neemt u bij contact met display (b.v.
reinigen) de contactsleutel uit.
Raadgevingen voor het
gebruik
Raad en daadTechnische gegevens
Instrumenten en controlelampjes22
A
A
AAA
Aanwijzing
• In bepaalde exportuitvoeringen worden de waarden in het Engelse stelsel
weergegeven.
• Wordt de aanduiding van de snelheid in mph geactiveerd, dan wordt de actuele
snelheid* in km/h niet aangetoond op het display.
Geheugen
Afb. 20 Multi- functie-indicatie
De multi-functie-indicatie is uitgevoerd met twee automatisch werkende geheugens. In het midden van het displayveld wordt het gekozen geheugen weergegeven
⇒ afb. 20.
De gegevens van het ritgeheugen (geheugen 1) worden weergegeven als op het
display een 1 verschijnt. Als er een 2 verschijnt worden de gegevens van het reisgeheugen (geheugen 2) weergegeven.
Het omschakelen van de geheugens gebeurd met de hulp van de toets
⇒ afb. 21 op de ruitenwisserhendel of met behulp van de toets op het multi-
functioneel-stuurwiel* ⇒ bladzijde 23.
Ritgeheugen (geheugen 1)
Het ritgeheugen verzamelt de rij-informatie vanaf het inschakelen tot aan het
uitschakelen van het contact. Als de rit binnen 2 uur na het uitschakelen van het
contact wordt voortgezet worden de er dan nog bijkomende waarden meege-
B
D
nomen in de berekening van de actuele rij-informatie. Bij een onderbreking van de
rit met meer dan 2 uur wordt het geheugen automatisch gewist.
Reisgeheugen (geheugen 2)
Een reisgeheugen verzamelt de rijgegevens van een willekeurig aantal ritten tot een
totale rijtijd van 99 uur en 59 minuten of een afstand van 9999 km. Als een van de
genoemde waarden wordt overschreden, wordt het geheugen gewist en start de
berekening opnieuw.
Het reisgeheugen wordt, in tegenstelling tot het ritgeheugen, niet na een onderbreking van meer dan 2 uur gewist.
Aanwijzing
Als de autoaccu wordt losgekoppeld, worden alle waarden in het geheugen gewist
1 en 2.
Bediening met de toetsen aan de ruitenwisserhendel
De tuimelschakelaar en de toets bevinden zich in de ruitenwisser-
B
schakelaar ⇒ afb. 21.
Instrumenten en controlelampjes23
ABA
A
A
AAA
ADADA
ADA
A
Geheugen kiezen
– Door het herhaaldelijk even aantippen van de toets kiest u het
gewenste geheugen.
Kiezen van de functies
– Druk de ruitenwisser toets boven of beneden voor langer dan 0,5
A
seconden. Daarna roept u na elkaar de individuele functie's van de
multi-functie-aanduiding op.
Functie op nul zetten
– Kies het gewenste geheugen.
– Druk de knop langer dan 1 seconde in.
De volgende waarden van het gekozen geheugen worden met behulp van de knop
B
op nul gezet:
B
• gemiddeld brandstofverbruik,
• afgelegde afstand,
• gemiddelde snelheid,
• rijtijd.
De multi-functie-indicatie kan alleen bij ingeschakeld contact worden bediend. Na
het inschakelen van het contact wordt de functie weergegeven die voor het
uitschakelen als laatste werd gekozen.
Bij voertuigen die met multi-functioneel stuurwiel* zijn uitgerust, zijn de toetsen
B
en door het kantelwiel aan het milti-functionele stuurwiel verplaatst
⇒ afb. 22.
Bediening met de toetsen aan het multi-functionele*
Afb. 22 Multi-funct ie-indicatie: Bediening met de
toetsen aan het multi-functionele stuurwiel
Het omschakelen en het terug zetten gebeurd met het kanterwiel
⇒ afb. 22.
Geheugen kiezen
– Door het herhaaldelijk even aantippen van de toets kiest u het
gewenste geheugen.
Kiezen van de functies
– Door het drukken op de toets roept u het menu voor de multi-
C
functionele aanduiding op.
– Draai het kantelwiel naar boven of beneden. Daarna roept u na
elkaar de individuele functie's van de multi-functie-aanduiding op.
– Door het herhaaldelijk even aantippen van de toets kiest u de
D
gewenste functie.
BedieningVeiligheidAanwijzingen voor het
rijden
Functie op nul zetten
– Kies het gewenste geheugen.
– Druk de knop langer dan 1 seconde in.
Raadgevingen voor het
gebruik
D
Raad en daadTechnische gegevens
Instrumenten en controlelampjes24
A
AAA
A
ADABA
De volgende waarden van het gekozen geheugen worden met behulp van de knop
D
op nul gezet:
• gemiddeld brandstofverbruik,
• afgelegde afstand,
• gemiddelde snelheid,
• rijtijd.
De multi-functie-indicatie kan alleen bij i ngeschakeld contact worden bediend. Na
het inschakelen van het contact wordt de functie weergegeven die voor het
uitschakelen als laatste werd gekozen.
Buitentemperatuur
Afb. 23 Buitente mperatuur
De buitentemperatuur wordt bij ingeschakeld contact op het display weergegeven.
Als de buitentemperatuur terugloopt tot onder +4°C, verschijnt voor de temperatuurindicatie een ijskristalsymbool (waarschuwing tegen gladheid) ⇒ afb. 23 en
klinkt er een waarschuwingssignaal. Na het drukken van de ruitenwissertoets op
de ruitenwisser schakelaar ⇒ bladzijde 22, afb. 21 resp. de toets op het multifunctionele stuurwiel ⇒ bladzijde 23, afb. 22 wordt de functie aangeduid die als
laatste aangewen was.
C
ATT ENT IE!
Ga er niet alleen op basis van de buitentemperatuurindicatie vanuit dat er
geen sprake is van ijzel. Denk eraan dat ook bij buitentemperaturen van
rond +4 °C er sprake kan zijn van ijzel - waarschuwing tegen ijzel!
Rijtijd
Op het display verschijnt de rijtijd die is verstreken sinds het geheugen voor de
laatste keer is gewist. Wanneer u de rijtijd vanaf een bepaald tijdstip meten wil,
moet u dit tijdstip in het geheugen op nul zetten, door het drukken op de toets
op de ruitenwisserhendel ⇒ bladzijde 22, afb. 21 of het kantelwiel op het multifunctionele stuurwiel* ⇒ bladzijde 23, afb. 22 voor langer dan 1 seconde.
De maximale weergegeven waarde voor de beide geheugens bedraagt 99 uur en 59
minuten. Als deze waarde wordt overschreden, start de weergave weer vanaf nul.
B
Huidig verbruik
Op het display wordt het huidige brandstofverbruik in l/100 km weergegeven. Met
behulp van deze weergegeven gegevens kunt u uw rijgedrag aanpassen aan het
gewenste verbruik.
Bij een stilstaande of langzaam rijdende auto wordt het brandstofverbruik in l/h
weergegeven.
Tijdens de rit wordt de weergegeven waarde elke 0,5 seconden geactualiseerd.
Gemiddeld brandstofverbruik
Op het display verschijnt het gemiddelde brandstofverbruik in l/100 km sinds het
geheugen voor de laatste keer is gewist ⇒ bladzijde 22 . Met behulp van deze weergegeven gegevens kunt u uw rijgedrag aanpassen aan het gewenste verbruik.
Wanneer u het gemiddelde brandstofverbruik voor een bepaalde periode wilt
meten, moet u beginnen met de meting van het geheugen op nul te zetten met de
toets op de ruitenwisserhendel ⇒ bladzijde 22, afb. 21 of met het kantelwiel
D
Instrumenten en controlelampjes25
A
A
A
A
A
op het multi-functionele stuurwiel* ⇒ bladzijde 23, afb. 22. Na het wissen
verschijnen op het display gedurende de eerste 100 m streepjes.
Tijdens de rit wordt de weergegeven waarde elke 5 seconden geactualiseerd.
Aanwijzing
De verbruikte hoeveelheid benzine wordt niet weergegeven.
Actieradius
Op het display wordt de geschatte actieradius in kilometers weergegeven. Deze
waarde geeft aan welke afstand uw auto met de huidige brandstofvoorraad en met
dezelfde rijstijl nog kan afleggen.
De weergave vindt plaats in sprongen van 10 km. Na het oplichten van het controlelampje voor de branddstofreserve vervolgt de aanduiding in sprongen van 5 km.
Bij de berekening van de actieradius wordt het brandstofverbruik van de laatste 50
km als basis genomen. Als u zuiniger rijdt, wordt de actieradius groter.
Wanneer het geheugen op nul wordt gezet (na het ontklemmen van de batterij),
wordt de radius met het brandstofverbruik berekend van 10 l/100 km en daarna
wordt de waarde met stilstand toepasselijk aangepast.
Afgelegde afstand
Op het display verschijnt de afgelegde rijafstand sinds het geheugen voor de laatste
keer ⇒ bladzijde 22 is gewist. Wanneer u de afgelegde afstand vanaf een bepaald
tijdstip meten wil, moet u dit tijdstip in het geheugen op nul zetten, door het
drukken op de toets op de ruitenwisserhendel ⇒ bladzijde 22, afb. 21 of het
kantelwiel op het multi-functionele stuurwiel* ⇒ bladzijde 23, afb. 22.
De maximale weer te geven waarde in de beide schakelaarstanden is 9.999 km. Als
deze waarde wordt overschreden, start de weergave weer vanaf nul.
D
B
Gemiddelde snelheid
Op het display verschijnt de gemiddelde snelheid in km/h sinds het geheugen voor
de laatste keer is gewist ⇒ bladzijde 22. Wanneer u het gemiddelde brandstofverbruik voor een bepaalde periode wilt meten, moet u beginnen met de meting van
het geheugen op nul te zetten met de toets op de ruitenwisserhendel
⇒ bladzijde 22, afb. 21 of met het kantelwiel op het multi-functionele stuur-
wiel* ⇒ bladzijde 23, afb. 22.
Na het wissen verschijnen op het display gedurende de eerste 100 m streepjes.
Tijdens de rit wordt de weergegeven waarde elke 5 seconden geactualiseerd.
B
D
Actuele snelheid*
Op het display wordt de actuele snelheid aangetoond, die met de aanduiding van
de snelheidsmeter identiek is ⇒ bladzijde 17, afb. 17.
Door deze functie is het mogelijk een snelheidslimiet in te stellen, bijv. bij het rijden
in de stad. Als u de ingestelde snelheidslimiet overschrijdt, wordt u hierop geattendeerd door een melding op het display.
De gewenste snelheidslimiet kan als volgt worden ingesteld:
• Kies het menupunt Speed warning --- km/h (waarschuwing bij --- km/h).
• Rij b.v. met een snelheid van 50 km/h.
• Druk de toets op de ruitenwisserhendel ⇒ afb. 25 of het kantelwiel op
hetmulti-functionele stuurwiel* ⇒ bladzijde 23, afb. 22. Op het informatiedisplay*
wordt Speed warning 50 km/h (waarschuwing bij 50 km/h) aangeduid
⇒ bladzijde 25, afb. 24.
Als u nu de ingestelde snelheid overschrijdt, verschijnt op het display Speed 50 km/h exceeded (Snelheid 50 km/h overschreden). Deze melding wordt zo lang
aangetoond, tot u de snelheid lager dan de in ges tel de l imi et h ebt ver mi nde rd of als
u de melding uitschakeld door het drukken van de toets op de ruitenwisserhendel ⇒ afb. 25 of het kantelwiel op het multi-functionele stuurwiel*
⇒ bladzijde 23, afb. 22.
Als extra waarschuwingssignaal klinkt een akoestisch signaal.
De ingestelde snelheidslimiet blijft ook na het uitschakelen van het contact
opgeslagen.
D
B
Informatiedisplay*
Inleiding
Afb. 26 Instrumentenpaneel: Informatiedisplay
Het informatiedisplay informeert op comfortabele wijze over de actuele bedrijfstoestand van de auto. Bovendien levert het informatiedisplay (afhankelijk van de
uitrusting van de auto) gegevens met betrekking tot de radio-, multi-functie-indicatie-, navigatie en automatische versnellingsbak.
Bij ingeschakeld contact en tijdens het rijden worden in de auto altijd bepaalde
functies en statussen gecontroleerd.
Functiestoringen of noodzakelijke reparaties of andere informatie wordt door
middel van rode symbolen ⇒ bladzijde 29 en gele symbolen ⇒ bladzijde 30 weergegeven.
Het oplichten van de symbolen is gecombineerd met een akoestisch waarschuwingssignaal.
Bovendien verschijnen op het display informatie- en waarschuwingsmeldingen⇒ bladzijde 33.
De tekstmelding is in een van de volgende talen mogelijk:
Tsjechisch, Engels, Duits, Frans, Italiaans, Spaans, Portugees, Russisch en
Chinees.
U kunt de gewenste taal in het instelmenu kiezen.
Op het display kunnen (al naargelang de uitrusting) de volgende gegevens worden
A
AAABACADA
ACA
weergegeven:
Hoofdmenu⇒ bladzijde 27
Portier-, kofferklep-, achterklep- en motorkapwaarschuwing
Service-interval-indicatie⇒ bladzijde 20
Keuzehendelstanden van de automatische versnellingsbak DSG
⇒ bladzijde 28
⇒ bladzijde 133
Instrumenten en controlelampjes27
Afb. 28 Informatiedisplay:
Bedieningselementen op het
multi-functionele stuurwiel
Voorzichtig!
Om eventuele beschadigingen te voorkomen, neemt u bij contact met display (b.v.
reinigen) de contactsleutel uit.
Hoofdmenu
Afb. 27 Informatiedisplay:
Bedieningselementen op de
ruitenwisserhendel
BedieningVeiligheidAanwijzingen voor het
rijden
Bediening met de toetsen aan de ruitenwisserhendel
–Het MAIN MENU (HOOFDMENU) wordt geactiveerd door de tuimel-
schakelaar ⇒ afb. 27 langer dan 1 seconde in te drukken.
A
– Via de tuimelschakelaar kunt u uit de menu's kiezen. Na het even
aantippen van de schakelaar wordt de gekozen informatie weergegeven.
Bediening met de toetsen aan het multi-functionele stuurwiel
–Het MAIN MENU (HOOFDMENU) wordt geactiveerd door de scha-
kelaar ⇒ afb. 28 langer dan 1 seconde in te drukken.
– Door het draaien van het kantelwiel kunt u de verschillende
menu's kiezen. Na het kort aantikken van het kantelwiel wordt het
D
gekozen menu vertoond.
– Door het kort aantikken van de toets komt u op een hoger niveau,
door het aantikken van de toets voor langer dan een seconde
C
roept u het MAIN MENU (HOOFDMENU) op.
U kunt (al naargelang de uitrusting van de auto) de volgende menu's kiezen:
Het menu Audio (audio) verschijnt alleen als de af fabriek ingebouwde radio* is
ingeschakeld.
Het menu Navigation (navigatie) verschijnt alleen als het af fabriek ingebouwde
navigatiesysteem* is ingeschakeld.
Het menu Aux. Heating (interieurvoorverwarmi ng) verschijnt alleen als de auto
is voorzien van een interieurvoorverwarming*.
Het menu Assistant (assistent) verschijnt alleen als de auto is voorzien van bochtverlichting*.
Aanwijzing
• Indien op het informatiedisplay waarschuwingen getoond worden
⇒ bladzijde 28 ⇒ bladzijde 29, deze meldingen met de toets op de ruitenwisserhendel resp. met de toets op het multifunctioneel stuurwiel bevestigen om
D
naar het hoofdmenu te gaan.
B
• Als het informatiedisplay niet wordt bediend, schakelt het menu steeds na
10 seconden een niveau hoger in.
• De bediening van de/het af fabriek ingebouwde radio* resp. navigatiesysteem*
staat in een aparte gebruiksaanwijzing beschreven die deel uitmaakt van de
documentatie.
Portier-, kofferklep-, achterklep- en motorkapwaarschuwing
Afb. 29 Informatiedisplay:
Portierwaarschuwing
Het portierwaarschuwings-, kofferklep-/achterklep- en motorkapwaarschuwingssymbool gaat branden als minstens één portier, de kofferklep/achterklep of de
motorkap niet is gesloten. Het symbool geeft aan welk portier, resp. of de kofferklep/achterklep of motorkap niet is gesloten⇒ afb. 29.
Het symbool dooft zodra de portieren, de kofferklep/achterklep en de motorkap
geheel zijn gesloten.
Bij een geopend portier of kofferklep/achterklep en een snelheid boven de 6 km/h
klinkt een waarschuwingssignaal.
Loading...
+ 274 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.