Meer informatie over producten, accessoires,
onderdelen en diensten vindt u op het internet:
www.siemens-home.bsh-group.com en in de onlineshop: www.siemens-home.bsh-group.com/eshops
8Gebruik volgens de
voorschriften
Gebrui k vol gens de voorschr i f ten
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Alleen dan kunt u uw apparaat goed en
veilig bedienen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om
door te geven aan een volgende eigenaar.
Dit apparaat is alleen bestemd voor inbouw.
Neem het speciale installatievoorschrift in
acht.
Controleer het apparaat na het uitpakken. Niet
aansluiten in geval van transportschade.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
apparaten zonder stekker aansluiten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting maakt
u geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het uitsluitend voor het
bereiden van gerechten en drank. Zorg ervoor
dat het apparaat onder toezicht gebruikt
wordt. Het toestel alleen gebruiken in gesloten
ruimtes.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 4.000 meter boven
zeeniveau.
Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen
vanaf 8 jaar en door personen met beperkte
fysieke, sensorische of geestelijke vermogens
of personen die gebrek aan kennis of ervaring
hebben, wanneer zij onder toezicht staan van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of geleerd hebben het op een
veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn
van de risico's die het gebruik van het toestel
met zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud van het toestel
mogen niet worden uitgevoerd door kinderen,
tenzij zij 15 aar of ouder zijn en onder toezicht
staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of de
aansluitkabel.
Toebehoren altijd op de juiste manier in de
binnenruimte leggen. ~ "Toebehoren"
op pagina 13
4
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
(Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
Belangr i j ke vei l i ghei dsvoor sc hr i f t en
Algemeen
:Waarschuwing – Risico van brand!
■ Brandbare voorwerpen die in de
binnenruimte worden bewaard kunnen vlam
vatten. Bewaar geen brandbare voorwerpen
in de binnenruimte. Open nooit de deur
wanneer er sprake is van rookontwikkeling
in het apparaat. Het toestel uitschakelen en
de stekker uit het stopcontact halen of de
zekering in de meterkast uitschakelen.
Risico van brand!
■ Losse voedselresten, vet en vleessap
kunnen in brand vliegen. Voor gebruik dient
u de binnenruimte, de
verwarmingselementen en de accessoires
vrij te maken van grove verontreiniging.
Risico van brand!
■ Wanneer de apparaatdeur geopend wordt,
ontstaat er een luchtstroom. Het bakpapier
kan dan de verwarmingselementen raken
en vlam vatten. Tijdens het voorverwarmen
mag er nooit bakpapier los op de
toebehoren liggen. Verzwaar het bakpapier
altijd met een vorm. Bakpapier alleen op
het benodigde oppervlak leggen. Het
bakpapier mag niet uitsteken over de
toebehoren.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
■ Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete
vlakken in de binnenruimte of
verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■ Toebehoren of vormen worden zeer heet.
Neem hete toebehoren en vormen altijd met
behulp van een pannenlap uit de
binnenruimte.
Risico van verbranding!
■ Alcoholdampen kunnen in de binnenruimte
vlam vatten. Nooit gerechten klaarmaken
die een hoog percentage alcohol bevatten.
Alleen kleine hoeveelheden drank met een
hoog alcoholpercentage gebruiken. De
deur van het toestel voorzichtig openen.
:Waarschuwing – Kans op verbranding!
■ Tijdens het gebruik worden de
toegankelijke onderdelen heet. De hete
onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
Kans op verbrandingen!
■ Bij het openen van de deur van het
apparaat kan hete stoom vrijkomen.
Afhankelijk van de temperatuur is er geen
stoom te zien. Tijdens het openen niet te
dicht bij het apparaat staan. De deur van
het apparaat voorzichtig openen. Zorg
ervoor dat kinderen uit de buurt blijven.
Kans op verbrandingen!
■ Door water in de hete binnnruimte kan hete
waterdamp ontstaan. Nooit water in de hete
binnenruimte gieten.
:Waarschuwing – Risico van letsel!
■ Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen
schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Risico van letsel!
■ Bij het openen en sluiten van de
apparaatdeur bewegen de scharnieren zich
en kunnen ze klem komen te zitten. Kom
niet met uw handen bij de scharnieren.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici
die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect, haal
dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■ De kabelisolatie van hete toestelonderdelen
kan smelten. Zorg ervoor dat er nooit
aansluitkabels van elektrische toestellen in
contact komen met hete onderdelen van
het apparaat.
Kans op een elektrische schok!
■ Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
■ Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
:Waarschuwing – Gevaar door
magnetisme!
In het bedieningspaneel of de
bedieningselementen bevinden zich
permanente magneten. Deze kunnen
elektronische implantaten, zoals pacemakers,
of insulinepompen beïnvloeden. Dragers van
elektronische implantaten dienen een afstand
van minstens 10 cm tot het bedieningspaneel
aan te houden.
5
nl Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Magnetron
:Waarschuwing – Risico van brand!
■ Het is gevaarlijk wanneer het toestel niet
volgens de voorschriften wordt gebruikt en
er kan schade ontstaan.
Het is niet toegestaan om gerechten of
kleding te drogen of pantoffels, warmte- of
graankussens, sponzen, vochtige
schoonmaakdoekjes en dergelijke te
verwarmen.
Verwarmde pantoffels, warmte- of
graankussens kunnen bijvoorbeeld ook na
uren nog vlam vatten. Gebruik het apparaat
uitsluitend voor het bereiden van gerechten
en drank.
Risico van brand!
■ Levensmiddelen kunnen vlam vatten. Nooit
levensmiddelen opwarmen in verpakkingen
die bestemd zijn om ze warm te houden.
Levensmiddelen nooit zonder toezicht
verwarmen in voorwerpen van kunststof,
papier of ander brandbaar materiaal.
Bij de magnetron nooit een te groot
vermogen of te lange tijdsduur instellen.
Houd u aan de opgaven in deze
gebruiksaanwijzing.
Nooit levensmiddelen drogen met de
magnetron.
Nooit levensmiddelen met weinig water,
zoals bijv. brood, met een te hoog
magnetronvermogen of te lange -tijd
ontdooien of verwarmen.
Risico van brand!
■ Spijsolie kan vlam vatten. Warm nooit
uitsluitend spijsolie op met de magnetron.
:Waarschuwing – Kans op explosie!
Vloeistof of andere voedingsmiddelen in dicht
afgesloten vormen kunnen exploderen. Nooit
vloeistof of andere voedingsmiddelen verhitten
in dicht afgesloten vormen.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
■ Levensmiddelen met een vaste schil of pel
kunnen tijdens, maar ook nog na het
opwarmen, exploderen. Nooit eieren koken
in de schil of hardgekookte eieren
opwarmen. Nooit schaal- en kreeftachtige
dieren koken. Bij spiegeleieren of eieren in
een glas dient u eerst de dooier door te
prikken. Bij levensmiddelen met een vaste
schil of pel, bijv. appels, tomaten,
aardappelen en worstjes, kan de schil
knappen. Prik voor het opwarmen gaatjes in
de schil of pel.
Risico van verbranding!
■ De warmte wordt niet gelijkmatig verdeeld
in de babyvoeding. Warm nooit
babyvoeding op in gesloten vormen.
Verwijder altijd het deksel of de speen. Na
het verwarmen goed roeren of schudden.
Controleer de temperatuur voordat u het
kind de voeding geeft.
Risico van verbranding!
■ Verhitte gerechten geven warmte af. De
vormen kunnen heel heet worden. Neem
vormen en toebehoren altijd met behulp
van een pannenlap uit de binnenruimte.
Risico van verbranding!
■ De verpakking van luchtdicht verpakte
levensmiddelen kan barsten. Houd u altijd
aan de opgaven op de verpakking. Neem
gerechten altijd met een pannenlap uit de
binnenruimte.
Risico van verbranding!
■ Tijdens het gebruik worden de
toegankelijke onderdelen heet. De hete
onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
Gevaar voor verbranding!
■ De droogfunctie bij de hoogste standen in
de zuivere magnetronfunctie schakelt
automatisch een verwarmingselement bij en
verhit de binnenruimte. Nooit de hete
vlakken in de binnenruimte of
verwarmingselementen aanraken. Zorg
ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■ Het is gevaarlijk om het apparaat niet
volgens de voorschriften te gebruiken.
Het drogen van gerechten of kleding, het
verwarmen van pantoffels, pitten- of
graankussens, sponzen, vochtige
schoonmaakdoekjes e.d. is niet toegestaan.
Voorwerpen zoals oververhitte pantoffels,
pitten- of graankussen, sponzen, vochtige
schoonmaakdoekjes e.d. kunnen
verbranding tot gevolg hebben
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
■ Bij het verwarmen van vloeistof kan er
kookvertraging ontstaan. Dit houdt in dat de
kooktemperatuur wordt bereikt zonder dat
er bellen ontstaan. Al bij een kleine trilling
van de vorm kan de hete vloeistof dan
plotseling hevig overkoken en opspatten.
Zorg ervoor dat er tijdens het verwarmen
altijd een lepel in de vorm staat. Zo wordt
kookvertraging voorkomen.
6
:Waarschuwing – Risico van letsel!
■ Ongeschikte vormen kunnen barsten.
Vormen van porselein en keramiek kunnen
kleine gaatjes hebben in de handgrepen en
deksels. Achter deze gaatjes bevindt zich
een lege ruimte. Als er vocht in deze ruimte
komt, kan dit barsten veroorzaken in de
vormen. Alleen vormen gebruiken die
geschikt zijn voor de magnetron.
Gevaar voor letsel!
■ Bij uitsluitend gebruik van de
magnetronfunctie kunnen vormen van
metaal of vormen met metalen coating
leiden tot het ontstaan van vonken. Het
apparaat raakt dan beschadigd. Bij
uitsluitend gebruik van de magnetronfunctie
zijn metalen vormen niet toegestaan.
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
Braadthermometer
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
Bij gebruik van een verkeerde
braadthermometer kan de isolatie beschadigd
raken. Gebruik alleen de braadthermometer
die bestemd is voor het toestel.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
Het apparaat werkt met hoogspanning. Nooit
de behuizing verwijderen.
:Waarschuwing – Ernstig
gezondheidsrisico!
■ Wanneer het apparaat verkeerd wordt
gereinigd kan het oppervlak worden
beschadigd. Er kan energie van de
microgolven naar buiten komen. Het
apparaat regelmatig schoonmaken en
resten van voedingsmiddelen direct
verwijderen. Zorg ervoor dat de
binnenruimte, deurdichting, deur en
deuraanslag altijd schoon zijn.
Ernstig gezondheidsrisico!
■ Wanneer de deur van de binnenruimte of
de deurdichting beschadigd is, kan er
energie van microgolven vrijkomen. Het
apparaat nooit gebruiken wanneer de deur
van de binnenruimte, de deurdichting of de
kunststof omlijsting van de deur
beschadigd is. Contact opnemen met de
servicedienst.
Ernstig gezondheidsrisico!
■ Bij toestellen waarvan de afdekking van de
behuizing niet is afgedekt komt
microgolfenergie vrij. De afdekking van de
behuizing nooit verwijderen. Neem voor
onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
contact op met de klantendienst.
7
nl Oorzaken van schade
]Oorzaken van schade
Oorzaken van schade
Algemeen
Attentie!
■ Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de
bodem van de binnenruimte: Geen toebehoren op
de bodem van de binnenruimte leggen. Geen
bakpapier of folie, van welk type dan ook, op de
bodem van de binnenruimte leggen. Geen vorm op
de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer
een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is.
Er ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De
bak- en braadtijden kloppen niet meer en het email
wordt beschadigd.
■ Aluminiumfolie: aluminiumfolie in de binnenruimte
mag niet in contact komen met de deurruit. Hierdoor
kunnen permanente verkleuringen van de ruit
optreden.
■ Vormen van silicone: geen bakvormen van silicone
of silicone-achtige, herbruikbare bakfolie,
afdekkingen of accessoires gebruiken.De baksensor
kan dan beschadigd raken.
Bakpapier dat van een laagje silicone is voorzien
kan worden gebruikt.
■ Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de
hete binnenruimte gieten. Er ontstaat dan
waterdamp. Door de verandering van temperatuur
kan schade aan het email ontstaan.
■ Blijft er gedurende langere tijd vocht in de
binnenruimte, dan kan dit leiden tot corrosie. De
binnenruimte na gebruik laten drogen. Bewaar
gedurende langere tijd geen levensmiddelen in de
gesloten binnenruimte. Bewaar geen gerechten in
de binnenruimte.
■ Koelen met de apparaatdeur open: na een bereiding
met hoge temperaturen de binnenruimte laten
afkoelen met de deur gesloten. Zorg ervoor dat er
niets tussen de apparaatdeur beklemd raakt. Ook
wanneer de deur slechts op een kier staat, kunnen
naburige voorzijden van meubels in de loop van de
tijd beschadigd raken.
Alleen na gebruik met veel vocht de binnenruimte
laten drogen met de deur open.
■ Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig
vruchtengebak niet te overvloedig bedekken.
Vruchtensap dat van de bakplaat druppelt, laat
vlekken achter die niet meer kunnen worden
verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere
braadslede.
■ Ovenreiniger: nooit ovenreiniger in de warme
binnenruimte gebruiken. Er kan schade aan het
email ontstaan. Vóór het volgende opwarmen resten
uit de binnenruimte en van de toesteldeur volledig
verwijderen.
■ Sterk vervuilde dichting: wanneer de dichting sterk
vervuild is, sluit de apparaatdeur niet goed meer. De
aangrenzende voorzijden van meubels kunnen dan
beschadigd raken. Zorg ervoor dat de dichting altijd
schoon is.
■ Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te
plaatsen: niets op de apparaatdeur leggen of
plaatsen en er niets aan hangen. Geen vormen of
toebehoren op de apparaatdeur plaatsen.
■ Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type
toestel kunnen de toebehoren krassen geven op de
deur. Toebehoren altijd tot de aanslag in de
binnenruimte schuiven.
■ Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de
deurgreep vasthouden of dragen. De deurgreep
houdt op den duur het gewicht van het apparaat niet
en kan afbreken.
Magnetron
Attentie!
■ Ontstaan van vonken: metalen voorwerpen, zoals
een lepel in een glas, moeten minstens 2 cm van de
wanden van de binnenruimte en de binnenkant van
de deur verwijderd zijn. Vonken kunnen de
binnenste deurruit aantasten.
■ Toebehoren combineren: Het rooster niet
combineren met de braadslede. Wanneer deze
direct op elkaar geschoven zijn, kunnen er vonken
ontstaan. Beide alleen op de eigen hoogte
inschuiven.
■ Uitsluitend magnetron: wordt alleen de magnetron
gebruikt, dan is de braadslede of de bakplaat niet
geschikt. Er kunnen vonken ontstaan en de
binnenruimte wordt beschadigd. Gebruik als vlak om
iets op te zetten het meegeleverde rooster of de
magnetron in combinatie met een
verwarmingsmethode.
■ Aluminium schalen: geen aluminium schalen in het
apparaat plaatsen. Wanneer er vonken ontstaan,
raakt het apparaat beschadigd.
■ Gebruik van de magnetron zonder etenswaar:
wanneer het apparaat wordt gebruikt zonder dat er
etenswaar in staat, leidt dit tot overbelasting. Nooit
de magnetron starten als er geen etenswaar in de
binnenruimte staat. Alleen een korte serviestest
vormt hierop een uitzondering. ~ "De magnetron"
op pagina 19
■ Popcorn uit de magnetron: stel nooit een te hoog
magnetronvermogen in. Maximaal 600 watt
gebruiken. Leg de popcornzak altijd op een glazen
bord. Door overbelasting kan de deurruit barsten.
8
Milieubescherming nl
7Milieubescherming
Mi l i eubescher ming
Uw nieuwe apparaat is bijzonder energie-efficiënt. Hier
krijgt u tips over de manier waarop u bij het gebruik van
uw apparaat nog meer kunt besparen op energie en het
apparaat op de juiste manier afvoert.
Energiebesparing
■ Het apparaat alleen voorverwarmen als dit in het
recept of in de tabellen van de gebruiksaanwijzing is
opgegeven.
■ Laat diepvrieslevensmiddelen eerst ontdooien
voordat u ze in de binnenruimte plaatst.
■ Open de apparaatdeur tijdens de bereiding zo
weinig mogelijk.
■ Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na
elkaar bakken. De binnenruimte is dan nog warm.
Hierdoor is de baktijd voor het tweede gerecht
korter. U kunt ook twee rechthoekige vormen naast
elkaar in de binnenruimte plaatsen.
■ Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde
bakvormen. Deze nemen de hitte bijzonder goed op.
■ Verwijder de accessoires die u niet nodig heeft uit
de binnenruimte.
■ Bij langere bereidingstijden kunt u het apparaat
10 minuten voor het einde van de bereidingstijd
uitzetten en de restwarmte gebruiken voor het
afbakken.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de
EU geldige terugneming en verwerking van
oude apparaten.
9
nl Het apparaat leren kennen
*Het apparaat leren kennen
Het apparaat leren kennen
In dit hoofdstuk geven we u uitleg over de indicaties en
bedieningselementen. Daarnaast leert u verschillende
functies van uw apparaat kennen.
Aanwijzing: Afhankelijk van het apparaattype zijn kleur-
en detailafwijkingen mogelijk.
'KHWHOXFKW
RQRII
PHQX
Bedieningspaneel
Via het bedieningspaneel stelt u met behulp van toetsen
en een draaiknop de verschillende functies van uw
apparaat in. Het display geeft de actuele instellingen
weer.
&
&
VWDUWVWRS
Toetsen
(
De toetsen links en rechts van de draaiknop
hebben een drukpunt. Druk op de toets om deze
in werking te stellen.
Draaiknop
0
U kunt de draaiknop naar rechts of naar links
draaien.
Touch-display
8
Op het touch-display ziet u de actuele
instelwaarden, keuzemogelijkheden en
aanwijzingen. Om in te stellen tipt u op het
betreffende tekstveld. Afhankelijk van de keuze
veranderen de tekstvelden.
Bedieningselementen
De afzonderlijke bedieningselementen zijn afgestemd
op de verschillende functies van uw apparaat. Zo kunt u
het apparaat eenvoudig en direct instellen.
Toetsen
De betekenis van de verschillende toetsen wordt hier
kort uitgelegd.
ToetsenBetekenis
on/offApparaat in- en uitschakelen
menuMenuFunctiekeuze-menu openen
l/
0
c
Informatie
Kinderslot
TijdfunctiesMenu Tijdfuncties openen
Snel voorverwarmen
Aanwijzingen laten weergeven
Kinderslot activeren en deactive-
ren
Snel voorverwarmen in- en uitschakelen
start/stopWerking starten, stoppen of afbre-
ken
--------
Draaiknop
Met de draaiknop wijzigt u de instelwaarden die op het
display zijn weergegeven,
Bij de meeste keuzelijsten, bijv. de
verwarmingsmethoden, begint na het laatste punt het
eerste weer. Bij de temperatuur moet u de draaiknop
bijv. weer terugdraaien wanneer de minimale of
maximale temperatuur bereikt is.
Display
Het display is zo gestructureerd dat u de opgaven met
één blik kunt aflezen.
De waarde die u kunt instellen staat in focus. Hij wordt
in het wit weergegeven tegen een donkere achtergrond.
Statusregel
De statusregel bevindt zich boven in het display. Hier
worden de tijd en de ingestelde tijdfuncties
weergegeven.
Voortgangslijn
Aan de hand van de voortgangslijn ziet u bijv. hoever
de oven al is opgewarmd of de tijdsduur afgelopen is.
De rechte lijn onder de waarde in focus wordt met het
voortschrijden van de werking van links naar rechts
gevuld.
10
Het apparaat leren kennen nl
Tijdsafloop
Wanneer u het apparaat heeft gestart zonder een
tijdsduur in te voeren, kunt u rechtsboven in de
statusregel zien hoelang het programma al loopt.
Wanneer u een tijdsduur heeft ingesteld die vervolgens
gewist is, wordt vanaf het moment dat de tijdsduur
afgelopen is verder geteld.Zo kunt u altijd controleren
hoelang het programma al loopt.
Temperatuurregeling
De balken in de temperatuurregeling geven de
opwarmingsfasen of de restwarmte in de binnenruimte
aan.
Verwarmingscontrole
Restwarmte-indicatie
Aanwijzing: Door thermische traagheid kan de
weergegeven temperatuur een beetje afwijken van de
werkelijke temperatuur in de binnenruimte.Tijdens het
opwarmen kunt u met de toets
opwarmtemperatuur opvragen.
De verwarmingscontrole geeft de temperatuurverhoging in de binnenruimte weer. Wanneer alle
balken vol zijn, is het optimale tijdstip bereikt om
het gerecht in te schuiven.
Bij de grill- en reinigingsstanden verschijnen de
balken niet.
Wanneer het apparaat uitgeschakeld is, geeft de
temperatuurregeling de restwarmte in de binnenruimte weer.De weergave verdwijnt wanneer de
temperatuur tot ca. 60 °C gedaald is.
² de actuele
Functiekeuze-menu
Het menu is onderverdeeld in verschillende functies. Zo
kunt u snel naar de gewenste functie gaan.
FunctieGebruik
VerwarmingsmethodenVoor de bereiding van uw gerecht
zijn er vele fijn afgestemde verwarmingsmethoden.
Gerechten ~ "Gerechten"
op pagina 33
Magnetron ~ "De magnetron"
op pagina 19
Magnetron-combinatie ~ "De
magnetron" op pagina 19
Drogen ~ "De magnetron"
op pagina 19
Instellingen
~ "Basisinstellingen"
op pagina 18
Home Connect ~ "Home
Connect" op pagina 24
--------
Hier vindt u voor veel gerechten
de juiste, al geprogrammeerde
instelwaarden.
Met de magnetron kunt u de
gerechten sneller bereiden, verwarmen of ontdooien.
Hiermee kunt u naast de magnetron een verwarmingsmethode
inschakelen.
Altijd gebruiken na bereiding met
de magnetron.
U kunt de basisinstellingen van
uw apparaat aanpassen aan uw
gewoontes.
Met deze functie kunt u de oven
verbinden met een mobiel eindapparaat.
Verwarmingsmethoden
Om de juiste verwarmingsmethode voor uw gerecht te
kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over de
verschillen en toepassingen.
VerwarmingsmethodenTemperatuurGebruik
:
%
‘
+
4
4D-hetelucht30-275 °CVoor het bakken en braden op één of meerdere niveaus.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de achterkant gelijkmatig in de binnenruimte.
Boven- en onderwarmte30-300 °CVoor het traditioneel bakken en braden op één niveau. Bijzonder geschikt voor
gebak met vochtige bedekking.
De warmte komt gelijkmatig van onderen en van boven.
Hetelucht eco30-275 °CVoor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten op één niveau, zonder
voorverwarmen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de ach-
terkant in de binnenruimte.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmethode tussen 125-275 °C.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het energieverbruik in de
circulatieluchtmodus en de energie-efficiëntieklasse gebruikt.
Boven- en onderwarmte eco30-300 °CVoor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten op één niveau.
De warmte komt van boven en van onderen.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmethode tussen 150-250 °C.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het energieverbruik in de
conventionele modus gebruikt.
Circulatiegrillen30-300 °CVoor het braden van gevogelte, hele vis en grotere vleesstukken.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit. De ventilator
wervelt de hete lucht rond de gerechten.
Bij zeer hoge temperaturen wordt de temperatuur na
langere tijd enigszins verlaagd door het apparaat.
11
nl Het apparaat leren kennen
(
*
;
&
.
$
'
R
ˆ
Grill, grootGrillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Grill, kleinGrillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Pizzastand30-275 °CVoor het bereiden van pizza's en gerechten die veel warmte van onderen nodig
Intensieve warmte30-300 °CVoor gerechten met een knapperige bodem.
Langzaam garen70-120 °CVoor het langzaam garen van aangebraden, zachte stukken vlees in open vormen.
Onderwarmte30-250 °CVoor de bereiding au bain-marie en om na te bakken.
Drogen30-150 °CVoor het drogen van kruiden, fruit en groente.
Warmhouden60-100 °CVoor het warmhouden van bereide gerechten.
Servies voorverwarmen30-70 °CVoor het opwarmen van servies.
Voor het grillen van platte stukken zoals steaks, worstjes of toast en voor het gratineren.
Het hele oppervlak van het grillelement wordt heet.
Voor het grillen van kleine hoeveelheden, zoals steaks, worstjes of toast en om te
gratineren.
Het middelste deel onder het grillelement wordt heet.
hebben.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingselement aan de ach-
terwand zijn ingeschakeld.
De warmte komt van boven en bijzonder sterk van beneden.
De warmte komt bij een lage temperatuur gelijkmatig van boven en van onderen.
De warmte komt van onderen.
,
--------
Voorgestelde waarden
Bij elke verwarmingsmethode geeft het apparaat een
voorgestelde temperatuur of stand weer. U kunt deze
overnemen of in het betreffende bereik veranderen.
coolStart-functie30-275 °CVoor de snelle bereiding van diepvriesproducten op hoogte 3. De temperatuur is
afhankelijk van de opgaven van de fabrikant. Gebruik de hoogste temperatuur die
op de verpakking staat aangegeven. De bereidingstijd is zoals aangegeven of korter.Het heeft geen zin om voor te verwarmen
Meer informatie
In de meeste gevallen biedt het apparaat u
aanwijzingen en meer informatie over de zojuist
uitgevoerde actie.Druk hiervoor op de toets l.De
aanwijzing wordt enkele seconden weergegeven.
Vele aanwijzingen verschijnen automatisch, bijv. ter
bevestiging of als oproep of waarschuwing.
Functies voor de binnenruimte
Enkele functies vergemakkelijken het gebruik van uw
apparaat. Zo wordt bijv. de binnenruimte volledig
verlicht en een koelventilator beschermt het apparaat
voor oververhitting.
Apparaatdeur openen
Wanneer u tijdens het gebruik de apparaatdeur opent,
wordt de werking stopgezet. Bij het sluiten van de deur
wordt de werking voortgezet.
Aanwijzing: Bij de functie Magnetron moet u de
werking na het sluiten van de deur met de toets start/
stop voortzetten. Daarvoor kunt u de basisinstelling
wijzigen.
Verlichting van de binnenruimte
Wanneer u de apparaatdeur opent, schakelt de
binnenruimteverlichting in. Blijft de deur langer dan
15 minuten open, dan schakelt de binnenverlichting
weer uit.
Bij de meeste functies schakelt de
binnenruimteverlichting in zodra c wordt gestart.
Wanneer het programma beëindigd is, schakelt de
verlichting uit.
Aanwijzing: In de basisinstellingen kunt u vastleggen
dat de binnenruimteverlichting bij gebruik niet
inschakelt.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld.
De warme lucht ontsnapt via de deur.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Anders raakt de
oven oververhit.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen instellen
hoelang de koelventilator naloopt.
~ "Basisinstellingen" op pagina 18
12
Toebehoren nl
_Toebehoren
Toebehoren
Bij uw apparaat horen verschillende toebehoren. Hier is
krijgt u een overzicht over de meegeleverde toebehoren
en de manier waarop ze worden gebruikt.
Meegeleverde toebehoren
Uw apparaat is voorzien van de volgende toebehoren:
Rooster
Voor servies, gebak- en ovenschalen.
Voor braad- en grillstukken en diepvriesgerechten.
Het rooster is geschikt voor gebruik met
de magnetron.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Hij kan ook worden gebruikt om het vet
op te vangen, als u direct op het rooster
grilt.
Bakplaat
Voor plaatgebak en klein gebak.
Braadthermometer
Maakt het mogelijk het eindresultaat
exact op uw wensen af te stellen.
In het betreffende hoofdstuk kunt u
lezen hoe deze te gebruiken.
--------
Gebruik alleen originele toebehoren. Deze zijn speciaal
op uw apparaat afgestemd.
Toebehoren kunt u nabestellen bij de servicedienst, in
de vakhandel of via het internet.
Aanwijzing: Wanneer de toebehoren heet worden,
kunnen ze vervormen. Dit heeft geen invloed op de
werking. De vervorming verdwijnt weer nadat ze zijn
afgekoeld.
Magnetron
Voor gebruik met alleen de magnetron is uitsluitend het
meegeleverde rooster geschikt. Door het gebruik van
de braadslede of bakplaat kunnen vonken ontstaan.
Bij gebruik in combinatie met de magnetron of de
functie Gerechten kunt u ook de braadslede, de
bakplaat of andere meegeleverde accessoires
gebruiken.
~ "Braadthermometer" op pagina 21
Accessoires inschuiven
De binnenruimte heeft 5 inschuifhoogtes. De
inschuifhoogtes worden van beneden naar boven
geteld.
In de binnenruimte is de bovenste inschuifhoogte bij
veel apparaten voorzien van een grillsymbool.
Bij de inschuifhoogtes 1, 3, 4 en 5 de accessoires altijd
tussen de beide geleidestangen van een inschuifhoogte
schuiven.
De accessoires kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken zonder dat ze kantelen. Met
de uitschuifrails op hoogte 2 kunt u de accessoires
verder naar buiten trekken.
Let erop dat de accessoires zich achter het lipje ‚ op
de uitschuifrails bevinden.
Voorbeeld in de afbeelding: braadslede
D
Aanwijzingen
■ Let erop dat u de accessoires altijd op de juiste
manier in de binnenruimte plaatst.
■ Schuif de accessoires altijd volledig in de
binnenruimte, zodat ze de apparaatdeur niet raken.
Vergrendelingsfunctie
De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken, tot ze inklikken. De
vergrendelingsfunctie voorkomt dat de toebehoren
kantelen wanneer ze worden verwijderd. De toebehoren
dienen op de juiste wijze in de binnenruimte te worden
geschoven, zodat de kantelbeveiliging goed werkt.
13
nl Voor het eerste gebruik
Let er bij het inschuiven van het rooster op dat de
ontgrendelnok
‚ zich aan de achterkant bevindt en
naar beneden wijst. De tekst “microwave” moet op de
voorkant staan en de kromming moet naar beneden
¾ wijzen.
D
D
Let er bij het inschuiven van platen op dat de
ontgrendelnok ‚ zich aan de achterkant bevindt en
naar beneden wijst. De schuine kant van de toebehoren
ƒ moet van voren naar de apparaatdeur wijzen.
Voorbeeld in de afbeelding: braadslede
D
D
E
Extra toebehoren
Extra toebehoren kunt u kopen bij de servicedienst, in
speciaalzaken of via het internet. U vindt een uitgebreid
aanbod voor uw apparaat in onze folders of op internet.
De beschikbaarheid en de mogelijkheid om online te
bestellen is per land verschillend. U kunt dit nakijken in
uw verkoopdocumenten.
Aanwijzing: Niet alle extra toebehoren passen bij elk
apparaat. Geef bij de aankoop altijd de precieze
aanduiding (E-nr.) van uw apparaat op.
~ "Servicedienst" op pagina 33
Braadslede met antiaanbaklaag
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Gebak en vlees laten gemakkelijker los van de braadslede.
Bakplaat met antiaanbaklaag
Voor plaatgebak en klein gebak.
Het gebak laat gemakkelijker los van de bakplaat.
Grote braadpan met inzetrooster
Voor het klaarmaken van grote hoeveelheden.
Deksel voor de grote braadpan
De deksel maakt van de grote braadpan een professionele pan.
Pizzaplaat
Voor pizza's en groot, rond gebak.
Grillplaat
Om te grillen, in plaats van het rooster, of als bescherming tegen spetters. Alleen gebruiken in de braadslede.
Baksteen
Voor zelfgemaakt brood, broodjes en pizza's die een knapperige
bodem moeten hebben.
De baksteen moet tot de aanbevolen temperatuur worden voorverwarmd.
Glazen braadpan
Voor stoofgerechten en ovenschotels.
Bij uitstek geschikt voor de verwarmingsmethode “Gerechten”.
Glazen schaal
Voor grote braadstukken, vochtig gebak en ovenschotels.
Glazen braadslede
Voor ovenschotels, groentegerechten en gebak.
Decorlijsten
Voor het afdekken van vakbodems van meubels en de grondplaat van
het apparaat.
--------
KVoor het eerste gebruik
Voo r het eer st e gebrui k
Voordat u uw nieuwe apparaat kunt gebruiken moet u
enkele instellingen uitvoeren: Reinig daarnaast de
binnenruimte en de toebehoren.
Speciale accessoires
Rooster
Voor servies, gebak en ovenschalen en voor braad- en grillstukken.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Hij kan ook worden gebruikt om het vet op te vangen, als u direct op
het rooster grilt.
Bakplaat
Voor plaatgebak en klein gebak.
Inzetrooster
Voor vlees, gevogelte en vis.
Om in de braadslede te plaatsen en afdruipend vet en vleesssap op te
vangen.
14
Eerste gebruik
Na de stroomaansluiting of een stroomonderbreking
verschijnen in het display de instellingen voor het eerste
gebruik.
Aanwijzing: U kunt deze instellingen op elk moment in
de basisinstellingen wijzigen. ~ "Basisinstellingen"
op pagina 18
Taal instellen
De taal “Deutsch” is standaard ingesteld.
1. Met de draaiknop de gewenste taal instellen.
2. Op de pijl Æ tippen.
De volgende instelling verschijnt.
Apparaat bedienen nl
Tijd instellen
De tijd start bij 12:00 uur.
1. Met de draaiknop de actuele tijd instellen.
2. Op de pijl Æ tippen
Datum instellen
Standaard is de datum 1.1.2014 ingesteld.
1. Tip steeds op de pijl Æ voor de volgende instelling.
2. Met de draaiknop de actuele dag, de maand en het
jaar instellen.
Met Home Connect
1. Tip op “Met Assistent instellen”.
2. Meer aanwijzingen in het hoofdstuk ~ "Home
Connect" op pagina 24
Binnenruimte en toebehoren reinigen
Voordat u voor het eerst gerechten klaarmaakt met het
apparaat dient u de binnenruimte en de toebehoren te
reinigen.
Binnenruimte reinigen
Om de geur van het nieuwe te verwijderen, warmt u de
lege, gesloten binnenruimte op.
Let erop dat zich geen verpakkingsresten, zoals
korreltjes piepschuim, in de binnenruimte bevinden en
verwijder zelfklevende tape in of bij de binnenruimte.
Neem voor het opwarmen de gladde oppervlakken in
de binnenruimte af met een zachte, vochtige doek.
Ventileer de keuken zolang het apparaat opwarmt.
Voer de opgegeven instellingen uit.
Instellingen
Verwarmingsmethode
Temperatuurmaximaal
Tijdsduur1 uur
In het volgende hoofdstuk kunt u lezen hoe u een
verwarmingsmethode en temperatuur instelt.
Schakel het apparaat na de aangegeven tijdsduur uit
met on/off.
Wanneer de binnenruimte afgekoeld is, reinigt u de
gladde oppervlakken met zeepsop en een
schoonmaakdoekje.
Toebehoren reinigen
Reinig de toebehoren grondig met zeepsop en een
schoonmaakdoekje of een zachte borstel.
4D-hetelucht :
1Apparaat bedienen
Apparaat bedi enen
U heeft de bedieningselementen en hun werking al
leren kennen. Nu leggen we uit hoe u het apparaat
instelt. U komt te weten wat er bij het in- en
uitschakelen gebeurt en hoe u de functies instelt.
Apparaat in- en uitschakelen
Uw apparaat moet eerst ingeschakeld worden voordat
u iets kunt instellen.
Uitzondering: het kinderslot en de kookwekker kunnen
ook worden ingesteld als het apparaat uitgeschakeld is.
Indicaties op het display of aanwijzingen, bijv. voor de
restwarmte-indicatie in de binnenruimte, blijven ook
zichtbaar wanneer het apparaat uitgeschakeld is.
Schakel het apparaat uit wanneer u het niet gebruikt.
Wanneer er langere tijd niets is ingesteld, schakelt het
apparaat automatisch uit.
Apparaat inschakelen
Met de toets on/off schakelt u het apparaat in.
on/off boven de toets wordt blauw verlicht.
Op het display verschijnt het Siemens-logo en
vervolgens een verwarmingsmethode en een
temperatuur.
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen vastleggen
welke functie-menu er na het inschakelen moet
verschijnen.
Apparaat uitschakelen.
Met de toets on/off schakelt u het apparaat uit.
De verlichting boven de toets verdwijnt.
Een ingestelde functie wordt afgebroken.
Op het display verschijnt de tijd.
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen vastleggen
of de tijd wel of niet wordt weergegeven wanneer het
apparaat uitgeschakeld is.
Werking starten of onderbreken
Om de werking te starten of te onderbreken drukt u op
de toets start/stop. Nadat de werking onderbroken is,
kan de koelventilator doorlopen.
Om alle instellingen te wissen, drukt u op de toets on/
off.
Wanneer u tijdens het gebruik de deur van de
binnenruimte opent, wordt de werking onderbroken.
Om de werking voort te zetten de deur van de
binnenruimte sluiten.
Tip: U kunt deze instelling in de basisinstellingen
veranderen. ~ "Basisinstellingen" op pagina 18
15
nl Apparaat bedienen
Functie instellen
Wanneer u een functie kiest, moet het apparaat
ingeschakeld zijn.
1. Toets menu indrukken..
Het functie-menu wordt geopend.
2. Tip op de gewenste functie.
Afhankelijk van de functie zijn er verschillende
keuzemogelijkheden beschikbaar.
3. Met de draaiknop de keuze veranderen.
Naar keuze andere instellingen veranderen
4. Met de toets start/stop starten.
Op het display verschijnt een tijdsafloop. De
instellingen en de voortgangslijn zijn zichtbaar.
Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
Nadat het apparaat is ingeschakeld verschijnt de
ingestelde verwarmingsmethode met temperatuur. U
kunt deze instelling direct met de toets start/stop
starten. Wilt u een andere verwarmingsmethode
instellen, ga dan als volgt te werk.
Voor andere instellingen kunt u de waarden op de
volgende manier veranderen.
Het voorbeeld in de afbeelding: boven- en onderwarmte
met 180°C.
1. Met de draaiknop de verwarmingsmethode
veranderen.
Snel voorverwarmen
Met de toets c kunt u de binnenruimte bijvonder snel
opwarmen.
Het snel voorverwarmen is niet bij alle
verwarmingsmethoden mogelijk.
Geschikte verwarmingsmethoden:
:
%
&
Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, plaatst u het
gerecht en de accessoires pas in de binnenruimte
wanneer het snel voorverwarmen beëindigd is.
Instellen
Let erop dat u een geschikte verwarmingsmethode
kiest. De temperatuur moet op meer dan 100 °C zijn
ingesteld, anders start het snel voorverwarmen niet.
1. Verwarmingsmethode en temperatuur instellen.
2. Toets c indrukken.
4D-hetelucht
Boven- en onderwarmte
Intensieve warmte
%RYHQHQ
RQGHUZDUPWH
ꑛ
&
PLQV
%RYHQHQ
2. Op de voorgestelde temperatuur tippen.
3. Met de draaiknop de temperatuur veranderen.
RQGHUZDUPWH
&
%RYHQHQ
4. Starten met de toets start/stop.
RQGHUZDUPWH
&
PLQV
%RYHQHQ
RQGHUZDUPWH
&
Links naast de temperatuur verschijnt het symbool c.
De temperatuurregeling begint zich te vullen.
Wanneer het snel voorverwarmen beëindigd is, klinkt er
een signaal. Het symbool c verdwijnt.Plaats het
gerecht in de binnenruimte.
Aanwijzingen
■ Een ingestelde tijdsduur loopt onafhankelijk van de
functie Snel voorverwarmen direct na de start af.
■ Tijdens het snel voorverwarmen kunt u met de toets
l de actuele temperatuur van de binnenruimte
opvragen.
Afbreken
Toets c indrukken.Het symbool c verdwijnt van het
display.
Op het display worden de ingestelde
verwarmingsmethode en de temperatuur weergegeven.
16
Tijdfuncties nl
OTijdfuncties
Tij dfuncties
Uw apparaat beschikt over verschillende tijdfuncties.
TijdfunctieGebruik
KookwekkerDe kookwekker functioneert als een eier-
Q
wekker. Na afloop van de ingestelde tijd
klinkt een signaal.
TijdsduurNa afloop van een ingestelde tijd klinkt
+
een signaal. Het apparaat schakelt automatisch uit.
EindtijdStel een tijdsduur en een eindtijd in. Het
*
apparaat schakelt automatisch in, zodat
de werking op het gewenste tijdstip beëindigd is.
Aanwijzingen
■ Een tijdsduur tot één uur kunt u op de minuut
precies instellen.
Een tijdsduur van langer dan een uur kunt u instellen
in stappen van 5 minuten.
■ Afhankelijk van de richting waarin u de draaiknop
draait, begint de tijdsduur bij een voorgestelde
waarde: links 10 minuten,
rechts 30 minuten.
■ Aan het einde van elke tijdsfunctie klinkt een signaal
en in de statusregel staat "Beëindigd".
■ Met de toets l kunt u tussentijds informatie
opvragen, die dan kort op het display verschijnt.
Tijdsduur
Wanneer u een tijdsduur (bereidingstijd) voor uw
gerecht instelt, wordt de werking na deze tijd
automatisch beëindigd. De oven warmt niet meer op.
U kunt maximaal 23 uur en 59 minuten instellen.
Voorwaarde: er zijn een verwarmingsmethode en een
temperatuur ingesteld.
Voorbeeld: instelling voor 4D-hetelucht, 180 °C,
tijdsduur 45 minuten.
1. Toets 0 indrukken.
Het menu Tijdfuncties gaat open.
ꑖPLQV
2. Met de draaiknop de tijdsduur instellen.
ꑘ:HNNHU
ꑘ:HNNHU
ꑖPLQV
ꑗ
Kookwekker
U kunt de wekker op elk moment instellen, ook
wanneer het apparaat uitgeschakeld is. Hij loopt parallel
aan de andere tijdinstellingen en heeft een eigen
signaal. Zo hoort u of de wekker of een tijdsduur
afgelopen is.
U kunt maximaal 24 uur instellen.
1. Toets 0 indrukken.
Het veld voor de wekker gaat open.
2. Met de draaiknop de wekkertijd instellen.
Na enkele seconden start de wekker.
Het symbool U voor de wekker en de aflopende tijd
wordt links in de statusregel weergegeven.
Aan het einde van de ingestelde tijd
Er klinkt een signaal. Op het display verschijnt
“Kookwekker afgelopen”. U kunt het signaal met de
toets 0 voortijdig uitschakelen.
Wekkertijd afbreken
Met toets 0 het menu Tijdfuncties openen en de tijd
terugdraaien. Het menu met de toets 0 sluiten.
Wekkertijd veranderen
Met de toets 0 het menu Tijdfuncties openen en met
de draaiknop in de volgende seconden de wekkertijd
wijzigen. Met de toets 0 de wekker starten.
3. Starten met de toets start/stop.
Het verloop van de tijdsduur x is te zien in de
statusregel.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. In de
statusregel staat “Beëindigd". U kunt het signaal
voortijdig met de toets 0 uitschakelen.
Tijdsduur afbreken
Met de toets 0 het menu Tijdfuncties openen. De
tijdsduur terugdraaien. Op het display worden nu de
ingestelde verwarmingsmethode en temperatuur
weergegeven.
Tijdsduur veranderen
Met de toets 0 het menu Tijdfuncties openen. Met de
draaiknop de tijdsduur veranderen.
Eindtijd
Verandert u de eindtijd, let er dan op dat
levensmiddelen die snel bederven niet te lang in de
binnenruimte mogen staan.
Voorwaarde: de ingestelde functie is niet gestart. Er is
een tijdsduur ingesteld. Het menu Tijdfuncties 0 is
geopend.
Voorbeeld in de afbeelding: u plaatst het gerecht om
9.30 uur in de oven. De bereidingsduur bedraagt 45
minuten en het gerecht is om 10.15 uur klaar. U wilt
echter dat het om 12.45 uur klaar is.
17
nl Kinderslot
1. Tip op het veld “Einde y”
De eindtijd wordt weergegeven.
ꑘ:HNNHU
ꑖPLQV
ꑗ
2. Met de draaiknop de eindtijd op een later tijdstip
zetten.
ꑘ:HNNHU
ꑖPLQV
ꑗ
3. Met de toets start/stop bevestigen.
'KHWHOXFKW
$SSDUDDWVWDUWLQKPLQ
&
AKinderslot
Kinder s l ot
Om te voorkomen dat kinderen het apparaat per
ongeluk inschakelen of instellingen wijzigen, is het
voorzien van een kinderslot.
Het bedieningsveld wordt geblokkeerd en er kan niets
worden ingesteld. Het apparaat kan alleen met de toets
on/off worden uitgeschakeld.
Activeren en deactiveren
U kunt het kinderslot activeren en deactiveren terwijl het
apparaat uitgeschakeld is.
Druk steeds ca. 4 seconden lang op de toets /. Op
het display verschijnt een aanwijzing ter bevestiging en
in de statusregel verschijnt het symbool /.
QBasisinstellingen
Bas i si ns t e l l i n g e n
Er zijn verschillende instellingen beschikbaar om uw
apparaat optimaal en eenvoudig te kunnen bedienen. U
kunt nu deze instellingen naar wens wijzigen:
Instellingen veranderen
De oven bevindt zich in de wachtstand. De werking start
op het juiste tijdstip. Het verloop van de tijdsduur is te
zien in de statusregel.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. In de
statusregel staat “Beëindigd". U kunt het signaal
voortijdig met de toets 0 uitschakelen.
Eindtijd corrigeren
Dit is mogelijk zolang de oven zich in de wachtstand
bevindt. Het menu Tijdfuncties met de toets 0 openen,
op “Einde y” tippen en met de draaiknop de eindtijd
corrigeren. Het menu met de toets 0 sluiten.
Eindtijd afbreken
Dit is mogelijk zolang de oven zich in de wachtstand
bevindt. Met de toets 0 het menu Tijdfuncties openen.
Op “Einde y” tippen en met de draaiknop de eindtijd
terugdraaien. De tijdsduur loopt direct af.
1. Menutoets indrukken.
Het functie-menu wordt geopend.
2. Functie “Instellingen” kiezen.
De eerste basisinstelling verschijnt:
3. Met de draaiknop de waarden veranderen.
4. Op de pijl Æ tippen om naar de volgende
basisinstellingen te gaan.
5. Om op te slaan de menutoets indrukken..
Op het display verschijnt afwijzen of opslaan.
Lijst met instellingen
U vindt in de lijst alle basisinstellingen en de
mogelijkheden om te wijzigen. Afhankelijk van de
uitvoering van uw apparaat worden op het display
alleen de instellingen weergegeven die bij uw apparaat
passen.
U kunt de volgende instellingen veranderen:
InstellingKeuze
Taal kiezenAndere talen mogelijk
TijdActuele tijd instellen
DatumActuele datum instellen
Geluidssignaal tijdsduurkort (30 s)
gemiddeld (1 m)
lang (5 m)
VolumeIn te stellen in 5 stappen
ToetssignaalUitgeschakeld (toetssignaal bij in- en uit-
schakelen met on/off blijft)
Ingeschakeld
18
De magnetron nl
Display-helderheidIn te stellen in 5 stappen
TijdsindicatieDigitaal met datum
Analoog
Uit
VerlichtingIn gebruik aan
In gebruik uit
Automatisch voortzettenBij deur sluiten
Niet automatisch voortzetten (toets start/
stop indrukken)
Werking na inschakelenHoofdmenu
Verwarmingsmethoden
Magnetron
Magnetron-combinatie
Gerechten*
Waarschuwing Magnetron bakplaat
Weergeven
Niet weergeven
NachtverduisteringUitgeschakeld
Ingeschakeld (display verduisterd tussen
22:00 en 5:59 uur)
MerklogoWeergeven
Niet weergeven.
Magnetron drogenIngeschakeld
Uitgeschakeld
Ventilator-nalooptijdAanbevolen
Minimaal
SabbatinstellingIngeschakeld
Uitgeschakeld
Home ConnectWifi in- of uitschakelen ~ "Home
Connect" op pagina 24
FabrieksinstellingenTerugzetten
Niet terugzetten
*) Beschikbaar, afhankelijk van het apparaattype
Aanwijzing: Wijzigingen aan de instellingen van de taal,
het toetssignaal en de display-helderheid hebben direct
effect. Alle andere gaan pas in nadat de instellingen zijn
opgeslagen.
--------
Tijd wijzigen
In de basisinstellingen kunt u de tijd veranderen.
Voorbeeld: de tijd wijzigen van zomer- in wintertijd.
1. Menutoets indrukken.
Het functie-menu wordt geopend.
2. Op “Instellingen” tippen.
3. Met de pijl Æ naar “Tijd” tippen.
4. Met de draaiknop de tijd wijzigen.
5. Menutoets indrukken.
Op het display verschijnt opslaan of afwijzen.
Stroomuitval
Na een lange stroomonderbreking verschijnen op het
display de instellingen voor het eerste gebruik.
Stel de taal, de tijd en de datum opnieuw in.
^De magnetron
De magnet r on
Met de magnetron kunt u de gerechten bijzonder snel
bereiden, verwarmen of ontdooien. U kunt de
magnetron alleen, of in combinatie met een andere
verwarmingsmethode gebruiken.
Om de magnetron optimaal te kunnen gebruiken, dient
u de aanwijzingen voor de vormen in acht te nemen. Zie
ook de opgaven in de toepassingstabellen aan het
einde van de gebruiksaanwijzing.
Vormen
Niet alle vormen zijn geschikt voor de magnetron.
Gebruik alleen vormen die geschikt zijn voor de
magnetron. Dan worden de gerechten warm en raakt
het apparaat niet beschadigd.
Geschikt zijn hittebestendige vormen van glas,
glaskeramiek, porselein of temperatuurbestendige
kunststof. Deze materialen laten microgolven door. U
kunt ook keramiek gebruiken, wanneer dit volledig
geglazuurd is en geen barsten vertoont.
U kunt ook servies gebruiken.Zo hoeft u de gerechten
niet over te brengen. Gebruik alleen servies met goudof zilverdecor wanneer de fabrikant garandeert dat het
geschikt is voor de magnetron.
Om te bakken en voor gecombineerd gebruik kunt u
normale bakvormen van metaal gebruiken. Zo wordt
het gebak ook aan de onderkant bruin.
Metalen vormen zijn niet geschikt voor andere
toepassingen. Metaal laat geen microgolven door. In
gesloten metalen vormen blijven de gerechten koud.
Attentie!
Het ontstaan van vonken: metalen voorwerpen, zoals
een lepel in een glas, moeten minstens 2 cm verwijderd
zijn van de wanden van de binnenruimte en de
binnenkant van de deur. Vonken kunnen de binnenste
deurruit aantasten.
Vormtest
Schakel de magnetron nooit in als er geen gerecht in
staat. De enige uitzondering hierop is de korte vormtest.
Wanneer u niet zeker weet of een vorm geschikt is voor
de magnetron, doet u deze test:
1. Plaats de lege vorm ½ - 1 minuut bij maximaal
vermogen in het apparaat.
2. Controleer tussentijds de temperatuur van de vorm.
De vorm moet koud of handwarm blijven.
Wordt hij heet of ontstaan er vonken, dan is hij niet
geschikt.
Breek de test af.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
Tijdens het gebruik worden de toegankelijke
onderdelen heet. De hete onderdelen nooit aanraken.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
19
nl De magnetron
Meegeleverde accessoires
Voor gebruik met alleen de magnetron is uitsluitend het
meegeleverde rooster geschikt. Door het gebruik van
de braadslede of bakplaat kunnen vonken ontstaan.
Bij gebruik in combinatie met de magnetron of de
functie Gerechten kunt u ook de braadslede, de
bakplaat of andere meegeleverde accessoires
gebruiken.
Bij gebruik met de magnetron kunt u de accessoires,
indien niet anders aangegeven, het best op hoogte 2
plaatsen.
Magnetron-standen
U kunt verschillende magnetron-standen gebruiken,
geschikt voor uiteenlopende soorten gerechten en
manieren van bereiden.
Voor gebruik van de magnetron is altijd een tijdsduur
nodig. U kunt de voorgestelde tijdsduur overnemen of
in het betreffende gebied veranderen.
Stand Gerechtenmaximale tijds-
duur
90 Wvoor het ontdooien van kwetsbare
gerechten
180 Wvoor het ontdooien en verder berei-
den
360 Wvoor het bereiden van vlees en het
opwarmen van kwetsbare gerechten
600 Wvoor het opwarmen en bereiden van
gerechten
max.voor het verwarmen van vloeistoffen30 min.
De maximale instelling is alleen voor het verhitten van
vloeistoffen bestemd, niet voor het opwarmen van
gerechten. Ter bescherming van het apparaat wordt het
maximale vermogen van de magnetron gedurende de
eerste minuten trapsgewijs tot 600 W gereduceerd.
Nadat het apparaat enige tijd is afgekoeld is het volle
vermogen weer beschikbaar.
1 uur 30 min.
1 uur 30 min.
1 uur 30 min.
1 uur 30 min.
Magnetron in combinatie met een
verwarmingsmethode instellen.
U kunt vermogens van 90 watt tot 360 watt instellen.
Niet alle verwarmingsmethoden kunnen met de
magnetron worden gecombineerd.
Geschikte verwarmingsmethoden:
4D-hetelucht
:
Boven- en onderwarmte
%
Circulatiegrillen
4
Grill, groot
(
Grill, klein
*
3. Tip het betreffende veld aan en stel met de
draaiknop de gewenste waarden in.
4. Starten met de toets start/stop.
U kunt het verloop van de tijdsduur aflezen.
U kunt de waarden veranderen. Druk op de toets start/
stop, de oven bevindt zich in de pauze-toestand. Tip het
betreffende magnetronveld aan en verander de
tijdsduur met de draaiknop. Weer starten met de toets
start/stop.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De binnenruimte warmt niet meer
op. Op het display staat x 0min 00s en in de
statusregel verschijnt “Beëindigd”. U kunt het
geluidssignaal voortijdig met de toets 0 wissen.
Werking stopzetten
De toets start/stop indrukken: de oven bevindt zich in
de pauzetoestand. Opnieuw de toets start/stop
indrukken, de werking wordt voortgezet.
Apparaatdeur openen: de werking wordt onderbroken.
Na het sluiten van de deur: de werking wordt
voortgezet.
Werking afbreken
Toets on/off indrukken.
Magnetron instellen
Plaats het rooser altijd op inschuifhoogte 2 om een
optimaal resultaat te krijgen met de magnetron.
1. Menutoets indrukken.
Het functie-menu wordt geopend.
2. Functie “Magnetron” kiezen.
Er worden magnetronvermogens en een tijdsduur
voorgesteld.
3. Het gewenste magnetronvermogen kiezen door het
aan te tippen.
4. Op het veld “Tijdsduur” tippen en met de draaiknop
de tijdsduur instellen.
5. De magnetron starten met de toets start/stop.
U kunt het verloop van de tijdsduur aflezen.
U kunt het magnetronvermogen veranderen.Druk op de
toets start/stop, de oven bevindt zich in de
pauzetoestand.Tip op het betreffende magnetronveld.
Weer starten met de toets start/stop.
U kunt de tijdsduur tijdens de werking op elk moment
veranderen.
Om bij de zuivere magnetronfunctie condens te
vermijden, schakelt het apparaat bij de standen 600 W
en max automatisch een verwarmingselement bij.
Binnenruimte en toebehoren worden heet. Het
bereidingsresultaat wordt hierdoor niet beïnvloed.
Aanwijzing: U kunt deze functie in de basisinstellingen
uitschakelen. ~ "Basisinstellingen" op pagina 18
1. Menutoets indrukken.
Het functie-menu wordt geopend.
2. Functie “Magnetron-combinatie” kiezen.
Er worden een verwarmingsmethode, temperatuur,
magnetronvermogen en tijdsduur voorgesteld.
20
:Waarschuwing – Gevaar voor verbranding!
De droogfunctie bij de hoogste standen in de zuivere
magnetronfunctie schakelt automatisch een
verwarmingselement bij en verhit de binnenruimte.
Nooit de hete vlakken in de binnenruimte of
Braadthermometer nl
verwarmingselementen aanraken. Zorg ervoor dat er
geen kinderen in de buurt zijn.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De magnetronfunctie is beëindigd.
Op het display staat
x 0min 00s en in de statusregel
staat “Beëindigd”. U kunt het geluidssignaal voortijdig
met de toets 0 wissen.
Als u nogmaals een magnetronvermogen wilt instellen,
tipt u op het betreffende veld en voert een tijdsduur in.
De werking start weer.
Werking stopzetten
De toets start/stop indrukken: de oven bevindt zich in
de pauzetoestand. Opnieuw de toets start/stop
indrukken, de werking wordt voortgezet.
Apparaatdeur openen: de werking wordt
onderbroken.Na het sluiten van de deur de toets start/
stop indrukken. De werking wordt voortgezet.
Aanwijzing: Heeft u de basisinstelling hiervoor
gewijzigd, zorg er dan voor dat de magnetron niet
verder loopt terwijl hij leeg is. ~ Blz. 18
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
Tijdens het gebruik worden de toegankelijke
onderdelen heet. De hete onderdelen nooit aanraken.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Werking afbreken
Toets on/off indrukken.
Drogen
Met de functie "Drogen" wordt de binnenruimte
verwarmd, zodat er vocht in de binnenruimte verdampt.
Maak na bereiding met de magnetron altijd gebruik van
de droogfunctie.
1. Op de menutoets drukken.
Het functie-menu wordt geopend.
2. De functie “Drogen” kiezen.
3. Starten met de toets start/stop.
Het drogen wordt gestart en na 10 minuten
automatisch beëindigd.
Apparaatdeur openen en 1 tot 2 minuten open laten,
zodat het vocht kan ontsnappen.
Attentie!
Schade aan het email: start geen programma of functie
wanneer zich water op de bodem van de binnenruimte
bevindt. Dit water dient voor gebruik te worden
verwijderd.
De binnenruimte handmatig schoonmaken
@Braadthermometer
Braadt her momet er
Met de braadthermometer Plus kunt u het eindresultaat
exact op uw wensen afstellen. Hij meet de temperatuur
binnen in het gerecht. Zodra de ingestelde temperatuur
bereikt is, schakelt het apparaat automatisch uit.
Verwarmingsmethoden
Wanneer u de braadthermometer in de binnenruimte
heeft geplaatst staan u de volgende
verwarmingsmethoden ter beschikking.
Bij enkele verwarmingsmethoden kunt u de
verwarmingsmethode combineren met de magnetron.
Ga over naar de functie “Magnetron-combinatie”.
4D-heteluchtMagnetron
:
Hetelucht eco
‘
Boven- en onderwarmteMagnetron
%
Boven- en onderwarmte
+
eco
Pizzastand
;
CirculatiegrillenMagnetron
4
Aanwijzingen
■ De braadthermometer meet de temperatuur binnen
in het gerecht tussen 30 °C en 99 °C..
■ Gebruik uitsluitend de meegeleverde
braadthermometer. Deze kunt u als accessoire bij
de klantenservice bestellen.
■ Verwijder de braadthermometer na gebruik altijd uit
de binnenruimte. Bewaar deze nooit in de
binnenruimte.
Temperatuur van de binnenruimte
Stel de temperatuur niet hoger in dan 250°C, zodat de
braadthermometer niet beschadigd raakt.
De ingestelde temperatuur van de binnenruimte moet
minstens 10°C hoger zijn dan de ingestelde
kerntemperatuur.
De braadthermometer in het gerecht steken
Steek de braadthermometer in het gerecht voordat u
het in de binnenruimte plaatst.
De braadthermometer heeft drie meetpunten. Zorg
ervoor dat het middelste meetpunt in het gerecht steekt.
Attentie!
Wanneer u ook de magnetron inschakelt, moet de punt
van de braadthermometer in het gerecht steken.
1. Apparaat laten afkoelen.
2. Vervuiling uit de binnenruimte verwijderen.
3. Binnenruimte met een spons droogmaken.
4. Apparaatdeur 1 uur open laten, zodat de
binnenruimte helemaal droog wordt.
21
nl Braadthermometer
Vlees: bij grotere stukken steekt u de thermometer van
boven schuin tot de aanslag in het vlees.
Bij kleinere stukken steekt u hem aan de zijkant in, op
de dikste plaats.
Gevogelte: steek de braadthermometer in door de
dikste plaats van de borst van het gevogelte tot de
aanslag. Steek de braadthermometer schuin of in de
lengte in het gevogelte, afhankelijk van de vorm. Draai
het gevogelte vervolgens en leg het met de borstzijde
naar beneden op het rooster.
Kerntemperatuur instellen
1. Braadthermometer in de bus links in de
binnenruimte plaatsen.
2. Met de draaiknop de verwarmingsmethode of de
functie “Gerechten“ kiezen.
3. Op de voorgestelde temperatuur tippen en de
temperatuur met de draaiknop instellen.
4. Op het veld “Kerntemperatuur” tippen en deze met
de draaiknop instellen.
U kunt naar wens de magnetron erbij inschakelen.
5. Starten met de toets start/stop.
De ingestelde kerntemperatuur is bereikt
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. U
kunt de braadthermometer uit de bus nemen. Het
symbool . verdwijnt.
Kerntemperatuur wijzigen
U kunt de kerntemperatuur op elk moment wijzigen.
Afbreken
Neem de braadthermometer uit de bus.
:Waarschuwing – U kunt zich branden!
De ovenruimte en de kerntemperatuurmeter worden
zeer heet. Gebruik ovenwanten voor het aansluiten en
verwijderen van de kerntemperatuurmeter.
Vis: steek de braadthermometer in achter de kop, in de
richting van de middelste graten tot de aanslag. Hele
vis met behulp van een halve aardappel in de
''zwemstand'' op het rooster plaatsen.
Product keren: Wilt u het product keren, verwijder de
braadthermometer dan niet. Controleer na het keren
van het product of de braadthermometer goed
geplaatst is.
Verwijdert u de braadthermometer tijdens het gebruik,
dan worden alle instellingen teruggezet en moeten
vervolgens opnieuw worden uitgevoerd.
Attentie!
Zorg ervoor dat het snoer van de braadthermometer
niet ingeklemd raakt.
Gebruik geen gesloten vormen.
Om te voorkomen dat de braadthermometer
beschadigd raakt door een te intensieve hitte, moet de
afstand tussen grillelement en braadthermometer
enkele centimeters bedragen. Het vlees kan tijdens de
bereiding uitzetten.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische schok!
Bij gebruik van een verkeerde kerntemperatuur kan de
isolatie beschadigd raken. Alleen de voor dit toestel
bestemde kerntemperatuursensor.
Kerntemperaturen van verschillende
levensmiddelen
Gebruik geen diepvriesproducten.De opgaven in de
tabel zijn richtwaarden. Ze zijn afhankelijk van de
kwaliteit en de aard van de levensmiddelen.
Uitgebreide opgaven over de verwarmingsmethode en
temperatuur vindt u aan het einde van de
gebruiksaanwijzing. ~ "Voor u in onze kookstudio
uitgetest." op pagina 35
LevensmiddelenKerntemperatuur in
°C
Gevogelte
Kip80-85
Kipfilet75-80
Eend80-85
Eendenborst, rosé55-60
Kalkoen80-85
Kalkoenfilet80-85
Gans80-90
Varkensvlees
Varkensnek85-90
Varkensfilet, rosé62-70
Varkensrug, doorbakken72-80
22
Sabbatinstelling nl
LevensmiddelenKerntemperatuur in
°C
Rundvlees
Rosbief of rundvlees, kort gebakken45-52
Rosbief of runderfilet, rosé55-62
Rosbief of runderfilet, doorbakken65-75
Kalfsvlees
Gebraden kalfsvlees of schouderstuk, mager 75-80
Gebraden kalfsvlees, schouder75-80
Kalfsschenkel85-90
Lamsvlees
Lamsbout, rosé60-65
Lamsbout, doorbakken70-80
Lamsrug, rosé55-60
Vis
Vis, heel65-70
Visfilet60-65
Diversen
Gebraden gehakt, alle vleessoorten80-90
Gerechten opwarmen, regenereren65-75
FSabbatinstelling
Sabbati nst el l i ng
Met de sabbatinstelling kunt u een tijdsduur tot 74 uur
instellen.De gerechten in de oven blijven warm, zonder
dat u deze hoeft in of uit te schakelen.
Sabbatinstelling starten
Voorwaarde: u heeft in de basisinstellingen
“Sabbatinstelling ingeschakeld“ geactiveerd.
~ "Basisinstellingen" op pagina 18
De binnenruimte warmt op met boven- en onderwarmte
en een temperatuur tussen 85 °C en 140 °C.
1. Toets on/off indrukken.
Op het display worden een verwarmingsmethode en
een temperatuur voorgesteld.
2. De draaiknop naar links draaien en de
verwarmingsmethode “Sabbatinstelling” kiezen.
3. Op de voorgestelde temperatuur tippen en de
temperatuur met de draaiknop instellen.
4. Met de toets 0 het tijdfunctie-menu openen en op
het veld “Tijdsduur” tippen.
Er wordt 25:00 uur voorgesteld.
5. Met de draaiknop de gewenste tijdsduur instellen.
6. Starten met de toets start/stop.
Het verloop van de tijdsduur is te zien in de
statusregel.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. In de
statusregel verschijnt “Beëindigd".
De eindtijd op een later tijdstip zetten
Het is niet mogelijk de eindtijd op een later tijdstip te
zetten.
Sabbatinstelling afbreken
Toets on/off indrukken. Alle instellingen zijn gewist. U
kunt opnieuw instellen.
23
nl Home Connect
oHome Connect
Home Connect
Dit apparaat is geschikt voor Wi-Fi en kan op afstand
worden bestuurd met een mobiel apparaat.
Wanneer het apparaat niet is verbonden met het
thuisnetwerk, dan werkt het apparaat op dezelfde
manier als een oven zonder netwerkverbinding en kan
nog steeds worden bediend via het display.
De beschikbaarheid van de Home Connect functie
hangt af van de beschikbaarheid van de Home Connect
services in uw land. Home Connect services zijn niet in
elk land beschikbaar. U kunt meer informatie vinden
over dit onderwerp op www.home-connect.com.
Aanwijzingen
■ Zorg ervoor dat u veiligheidsinstructies in deze
gebruikshandleiding opvolgt en hieraan voldoet,
zelfs wanneer u niet thuis bent en het apparaat via
de Home Connect app bedient. U moet tevens de
instructies in de Home Connect app
opvolgen.~ "Belangrijke veiligheidsvoorschriften"
op pagina 5
■ Het bedienen van het apparaat direct op het
apparaat heeft altijd de prioriteit. Gedurende deze
tijd is het niet mogelijk het apparaat te bedienen via
de Home Connect app.
3. WPS toets op de router indrukken.
Wacht tot er op het display “Netwerkverbinding
geslaagd” staat.
'1HWZHUNYHUELQGLQJ
1HWZHUNYHUELQGLQJJHVODDJG
4. Op “Met app verbinden” tippen.
$VVLVWHQW
EHsLQGLJHQ
0HWDSS
YHUELQGHQ
Apparaat gereed voor verbinding met app.
5. App op het mobiele eindapparaat starten en de
aanwijzingen voor de automatische
netwerkaanmelding opvolgen.
De aanmeldingsprocedure is afgesloten wanneer “Met
app verbinden geslaagd” op het display staat.
9DQKHWQHWZHUN
ORVPDNHQ
'
Instellen
Om instellingen via Home Connect te kunnen uitvoeren,
moet de Home Connect app op uw mobiele
eindapparaat geïnstalleerd en geconfigureerd zijn.
Zie hiervoor de meegeleverde documentatie van Home
Connect.
Om de instellingen uit te voeren, volgt u de stappen die
de app aangeeft.
Voor het configureren moet de app geopend zijn.
Handmatige aanmelding bij het thuisnetwerk
Aanwijzingen
■ U heeft een router met WPS functionaliteit nodig.
■ U kunt de Home Connect Assistent starten tijdens de
eerste ingebruikname of via het menu.
1. Menutoets indrukken.
2. Op “Home Connect Assistent” tippen.
Apparaat gereed voor het tot stand brengen van de
automatische netwerkverbinding.
Op het display staan de SSID en de sleutel van het
ovennetwerk.
24
+DQGPDWLJYHUELQGHQ$VVLVWDIEUHNHQ
'1HWZHUNYHUELQGLQJ
+DQGPDWLJHQHWZHUNYHUELQGLQJ
66,'+RPH&RQQHFW
.H\+RPH&RQQHFW
PLQV
$XWRPYHUELQGHQ$VVLVWDIEUHNHQ
Home Connect nl
4. Mobiel eindapparaat met de SSID “HomeConnect”
aanmelden bij het ovennetwerk met de sleutel
“HomeConnect”.
Wachten tot “Netwerkverbinding geslaagd” op het
display staat.
'1HWZHUNYHUELQGLQJ
1HWZHUNYHUELQGLQJJHVODDJG
Starten op afstand
Wilt u een ovenfunctie starten via uw mobiele
eindapparaat, dan moet Starten op afstand worden
geactiveerd.
Aanwijzingen
■ “Starten op afstand” is alleen te zien wanneer de
Home Connect Assistent met succes is afgesloten.
■ Houd er rekening mee dat enkele functies niet op
afstand gestart kunnen worden.
1. Menutoets indrukken.
2. Op “Starten op afstand” tippen.
Op het display verschijnt C
In de volgende situaties wordt het starten op afstand
automatisch gedeactiveerd:
■ Ovendeur openen 15 min. na het activeren van
Starten op afstand.
■ Ovendeur openen 15 min. nadat de ovenfunctie
beëindigd is.
■ 24 uur na het activeren van Starten op afstand.
Wanneer u de ovenfunctie direct aan het apparaat start,
wordt automatisch Starten op afstand geactiveerd.
Hiermee kunt u wijzigingen op het mobiele apparaat
uitvoeren of een nieuw programma starten.
Home Connect instellingen
U kunt Home Connect op elk moment aan uw wensen
aanpassen.
5. Op “Met app verbinden” tippen.
$VVLVWHQW
EHsLQGLJHQ
0HWDSS
YHUELQGHQ
9DQKHWQHWZHUN
ORVPDNHQ
'
Apparaat gereed voor verbinding met app.
6. App op het mobiele eindapparaat starten en de
aanwijzingen voor de handmatige
netwerkaanmelding opvolgen.
De aanmeldingsprocedure is afgesloten wanneer “Met
app verbinden geslaagd” op het display staat.
0HWDSSYHUELQGHQ
6XFFHVYROPHWDSSYHUERQGHQ
Aanwijzing: Druk in de Home Connect instellingen op
de toets l om het netwerk en de apparaatinformatie
weer te geven.
WiFi
Is WiFi geactiveerd, dan kunt u gebruikmaken van de
Home Connect functionaliteit.
Aanwijzing: Bij de functie Gereed voor bedrijf heeft uw
apparaat binnen het netwerk max 3 W nodig.
1. Menutoets indrukken
2. Op “Instellingen” tippen.
3. Op “Home Connect” tippen.
4. Op “WiFi” tippen, om de radiomodule in of uit te
schakelen.
:L)LDDQ
7HUXJQDDU
LQVWHOOLQJHQ
+RPH&RQQHFWLQVWHOOLQJHQ'
9QHWZHUN
ORVPDNHQ
0HWDSS
YHUELQGHQ
$IVWDQGVEHGLHQ
DDQ
Loskoppelen van het netwerk
Loskoppel en van het net werk
U kunt uw oven op elk moment losmaken van het
netwerk.
Aanwijzing: Wanneer uw oven losgemaakt is van het
netwerk, kan hij niet via Home Connect worden
bediend.
1. Menutoets indrukken.
2. Op “Instellingen” tippen.
25
nl Home Connect
3. Op “Home Connect” tippen.
4. Op “V. Netwerk losmaken” tippen.
:L)LDDQ
7HUXJQDDU
LQVWHOOLQJHQ
+RPH&RQQHFWLQVWHOOLQJHQ'
9QHWZHUN
ORVPDNHQ
0HWDSS
YHUELQGHQ
$IVWDQGVEHGLHQ
DDQ
Netwerk verbinden
Net we r k ver bi nden
1. Menutoets indrukken.
2. Op “Instellingen” tippen.
3. Op “Home Connect” tippen.
4. Op “Netwerk verbinden” tippen.
5. Op “Handmatig verbinden” of
“Automatisch verbinden” tippen.
6. Aanwijzingen in het hoofdstuk
“Handmatige aanmelding bij het thuisnetwerk” of
“Automatische aanmelding bij het thuisnetwerk”
opvolgen.
Met app verbinden
Wanneer de Home Connect app op uw mobiele
eindapparaat is geïnstalleerd, kunt u het verbinden met
uw oven.
Aanwijzing: Het apparaat moet verbonden zijn met het
netwerk.
1. Menutoets indrukken.
2. Op “Instellingen” tippen.
3. Op “Home Connect” tippen.
4. Op “Met app verbinden” tippen.
:L)LDDQ
7HUXJQDDU
LQVWHOOLQJHQ
+RPH&RQQHFWLQVWHOOLQJHQ'
9QHWZHUN
ORVPDNHQ
0HWDSS
YHUELQGHQ
$IVWDQGVEHGLHQ
DDQ
Afstandsbediening
U kunt met de Home Connect app gemakkelijk toegang
krijgen tot de functies van uw oven.
Aanwijzingen
■ De bediening direct aan het apparaat heeft altijd
voorrang.Gedurende deze tijd is de bediening via de
Home Connect app niet mogelijk.
■ Bij levering is de afstandsbediening geactiveerd.
■ Is de afstandsbediening gedeactiveerd, dan worden
in de Home Connect app alleen de
bedrijfstoestanden weergegeven.
■ De afstandsbediening wordt automatisch
geactiveerd bij activering van Starten op afstand.
4. Op “Starten op afstand” tippen, om de bediening via
de Home Connect app in of uit te schakelen.
:L)LDDQ
7HUXJQDDU
LQVWHOOLQJHQ
+RPH&RQQHFWLQVWHOOLQJHQ'
9QHWZHUN
ORVPDNHQ
0HWDSS
YHUELQGHQ
$IVWDQGVEHGLHQ
DDQ
Afstandsdiagnose
Bij storingen kan de servicedienst toegang tot uw
apparaat krijgen om een diagnose op afstand uit te
voeren.
Neem contact op met de servicedienst en zorg ervoor
dat uw apparaat met de Home Connect-server is
verbonden. Controleer of de dienst diagnose op afstand
in uw land beschikbaar is.
Aanwijzing: Ga voor meer informatie naar Help &
Support op de Home Connect-website van uw land:
www.home-connect.com. Daar kunt u ook zien of de
dienst diagnose op afstand in uw land beschikbaar is.
Aanwijzing voor gegevensbeveiliging
Wanneer het apparaat voor de eerste keer wordt
verbonden met een WLAN-netwerk dat op het internet is
aangesloten, geeft het de volgende
gegevenscategorieën door aan de Home Connect
server (eerste registratie):
■ Eenduidige identificatie van het apparaat (bestaande
uit apparaatsleutels en het MAC addres van de
gewijzigde Wi-Fi communicatiemodule).
■ Veiligheidscertificaat van de Wi-Fi
communicatiemodule (voor de informatietechnische
beveiliging van de verbinding).
■ De actuele software- en hardwareversie van uw
huishoudelijke apparaat.
■ Status van een eventuele eerdere reset naar de
fabrieksinstellingen.
Bij de eerste registratie wordt het gebruik van de Home
Connect functionaliteiten voorbereid. Deze registratie
dient pas te worden uitgevoerd op het moment dat u
voor het eerst van de Home Connect functionaliteiten
gebruik wilt maken.
Aanwijzing: Houd er rekening mee dat de Home
Connect functionaliteiten alleen kunnen worden
gebruikt in verbinding met de Home Connect app.
Informatie over gegevensbeveiliging kan in de Home
Connect app worden opgevraagd.
1. Menutoets indrukken.
2. Op “Instellingen” tippen.
3. Op “Home Connect” tippen.
26
Schoonmaakmiddelen nl
Conformiteitsverklaring
Hierbij verklaart BSH Hausgeräte GmbH dat het
apparaat met Home Connect functionaliteit voldoet aan
de fundamentele vereisten en de overige toepasselijke
bepalingen van de richtlijn 2014/53/EU.
Een uitvoerige RED conformiteitsverklaring vindt u op
het internet onder www.siemens-home.bsh-group.com
op de productpagina van uw apparaat bij de
aanvullende documenten.
2,4 GHz band: 100 mW max.
5 GHz band: 100 mW max.
BEBGCZDKNLEEIEEL
ESFRHRITCYLVLTLU
y
HUMTNLATPLPTROSI€
SKFISEUKNOCHTR
5 GHz WLAN (Wi-Fi): alleen voor het gebruik binnenshuis
DSchoonmaakmiddelen
Schoonmaak middelen
Wanneer uw apparaat goed wordt onderhouden en
schoongemaakt blijft het er lang mooi uitzien en goed
functioneren. Hier leggen we uit hoe u het apparaat
goed onderhoudt en schoonmaakt.
Geschikte schoonmaakmiddelen
Let op de opgaven in de tabellen om te voorkomen dat
de verschillende oppervlakken door verkeerde
schoonmaakmiddelen worden beschadigd. Afhankelijk
van het apparaattype zijn bij uw apparaat niet alle
voorzieningen beschikbaar.
Attentie!
Oppervlakteschade
Gebruik geen
■ scherpe of schurende schoonmaakmiddelen,
■ sterk alcoholhoudende schoonmaakmiddelen,
■ harde schuur- of schoonmaaksponsjes,
■ hogedrukreiniger of stoomreiniger of
■ speciale schoonmaakmiddelen voor de
warmtereiniging.
Was nieuwe vaatdoekjes voor gebruik grondig uit.
Tip: Bijzonder aanbevelenswaardige schoonmaak- en
verzorgingsmiddelen kunt u kopen bij de servicedienst.
Houd u aan de betreffende aanwijzingen van de
fabrikant.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete vlakken in de
binnenruimte of verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor dat er geen
kinderen in de buurt zijn.
BereikSchoonmaken
Buitenzijde apparaat
Voorzijde van
roestvrij staal
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Kalk, vet, zetmeel en eiwitvlekken onmiddellijk
verwijderen. Onder zulke vlekken kan corrosie
ontstaan.
Bij de servicedienst of in de vakhandel zijn speciale schoonmaakmiddelen voor roestvrij staal verkrijgbaar die geschikt zijn voor warme
oppervlakken. Het schoonmaakmiddel heel dun
opbrengen met een zachte doek.
KnststofWarm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Geen glasreiniger of schraper gebruiken.
Gelakte oppervlakken
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Bedieningspaneel Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Geen glasreiniger of schraper gebruiken.
Ruiten van de
deur
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Geen schraper of schuursponsjes van roestvrij
staal gebruiken.
DeurgreepWarm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Als er ontkalkingsmiddel op de deurgreep komt,
direct afnemen. Anders ontstaan er mogelijk vlekken die niet meer verwijderd kunnen worden.
Binnenzijde apparaat
Emaillen oppervlakken en zelfrei-
Let op de aanwijzingen voor de oppervlakken van
de binnenruimte aan het einde van de tabel.
nigende
oppervlakken
Glazen kapje van
de binnenruimteverlichting
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Bij sterke vervuiling ovenspray gebruiken.
Deurdichting
Niet afnemen!
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen.
Niet schuren.
Deurafscherming van roestvrijstaal:
Reinigingsmiddelen voor roestvrij staal gebruiken.
Neem de aanwijzingen van de fabrikant in acht.
Geen schoonmaakmiddelen voor roestvrij staal
gebruiken.
van kunststof:
Met warm zeepsop en een schoonmaakdoekje
reinigen. Met een zachte doek nadrogen. Geen
glasreiniger of schraper gebruiken.
Deurafscherming afnemen om hem schoon te
maken.
27
nl Schoonmaakmiddelen
Ramen van roestvrij staal aan de
binnenkant van
de deur
Reinigingsmiddelen voor roestvrij staal:
Neem de aanwijzingen van de fabrikant in acht.
Verkleuringen kunnen hier niet mee worden verwijderd.
Geen schoonmaakmiddelen voor roestvrij staal
gebruiken.
RekjesWarm zeepsop:
Laten weken en reinigen met een schoonmaakdoekje of borstel.
UittreksysteemWarm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje of borstel schoonmaken.
Verwijder het smeervet niet van de uitschuifrails.
U kunt ze het beste reinigen wanneer ze ingeschoven zijn. Niet afwassen in de vaatwasmachine.
ToebehorenWarm zeepsop:
Laten weken en reinigen met een schoonmaakdoekje of borstel.
Bij sterke vervuiling een schuursponsje van roestvrij staal gebruiken.
Braadthermometer
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje of borstel schoonmaken.
Niet afwassen in de vaatwasmachine.
--------
Aanwijzingen
■ Geringe kleurverschillen op de voorzijde van het
apparaat ontstaan door gebruik van verschillende
materialen, zoals glas, kunststof en metaal.
■ Donkere plekken bij de ruiten van de deur, lijkend op
vegen, zijn lichtreflexen van de verlichting van de
binnenuimte.
■ Het email wordt ingebrand op zeer hoge
temperaturen.Hierdoor kunnen er kleine
kleurverschillen ontstaan. Dit is normaal en heeft
geen nadelige invloed op de werking.
De smalle randen van de bakplaten kunnen niet
volledig worden geëmailleerd. Ze kunnen daarom
ruw zijn. De bescherming tegen corrosie blijft hierbij
intact.
Oppervlakken in de binnenruimte
De achterwand in de binnenruimte is zelfreinigend.Dit
kunt u zien aan het ruwe oppervlak.
Bodem, plafond en zijdelen zijn geëmailleerd en
hebben een glad oppervlak.
Emaillen vlakken reinigen
Reinig de gladde emaillen vlakken met een
schoonmaakdoekje en warm zeepsop of azijnwater.
Met een zachte doek nadrogen.
Ingebrande voedselresten met een vochtige doek en
zeepsop losweken. Bij sterke verontreiniging een
schuursponsje van roestvrij staal of ovenreiniger
gebruiken.
Attentie!
Nooit ovenreiniger in de warme binnenruimte
gebruiken. Er kan schade aan het email ontstaan. Vóór
het volgende opwarmen resten uit de binnenruimte en
van de toesteldeur volledig verwijderen.
De binnenruimte na het schoonmaken open laten om te
drogen.
Aanwijzing: Door levensmiddelresten kan witte aanslag
ontstaan. Deze zijn ongevaarlijk en hebben geen
invloed op de werking. Indien nodig kunt u de resten
met citroenzuur verwijderen.
Zelfreinigende oppervlakken schoonmaken
De zelfreinigende oppervlakken zijn voorzien van een
laagje poreuze, matte keramiek. Spatten van het
bakken en braden worden door deze laag opgezogen
en afgebroken terwijl het apparaat in gebruik is.
Als de zelfreinigende oppervlakken zichzelf niet meer
voldoende reinigen en er donkere vlekken ontstaan,
kunnen deze worden verwijderd door gericht
opwarmen.
Instellen
Neem eerst de rekjes, uitschuifrails, toebehoren en
vormen uit de binnenruimte. Reinig de gladde emaillen
oppervlakken, de deur en het kapje van de verlichting
van de binnenruimte.
1. Verwarmingsmethode 4D-hete lucht instellen.
2. Maximale temperatuur instellen.
3. De werking starten en minstens 1 uur laten lopen.
Het laagje van keramiek wordt geregenereerd.
Bruinachtige of witachtige resten kunt u, wanneer de
binnenruimte afgekoeld is, verwijderen met water en
een zachte doek.
Aanwijzing: Tijdens het gebruik kunnen er roodachtige
vlekken op de oppervlakken ontstaan. Hierbij gaat het
niet om roest, maar om vlekken van levensmiddelen.
Deze vlekken zijn niet schadelijk voor de gezondheid en
hebben geen invloed op het reinigende vermogen van
de zelfreinigende oppervlakken.
Attentie!
Gebruik geen ovenspray voor de zelfreinigende
oppervlakken. De oppervlakken raken dan beschadigd.
Wanneer er toch ovenspray op deze oppervlakken
terechtkomt, direct afdeppen met water en een
vaatdoekje. Niet wrijven en geen schurende
reinigingshulpen gebruiken.
Apparaat schoon houden
Om te voorkomen dat er hardnekkig vuil ontstaat, dient
u het apparaat altijd schoon te houden en vuil direct te
verwijderen.
:Waarschuwing – Risico van brand!
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen in brand
vliegen. Voor gebruik dient u de binnenruimte, de
verwarmingselementen en de accessoires vrij te maken
van grove verontreiniging.
Tips
■ De binnenruimte na gebruik altijd schoonmaken. Zo
kan er geen vuil inbranden.
■ Verwijder kalk-, vet-, zetmeel- en eiwitvlekken altijd
onmiddellijk.
28
Rekjes nl
■ Voor het bereiden van zeer vochtig gebak de
braadslede gebruiken.
■ Gebruik geschikt gerei om te braden, bijv. een
braadpan.
pRekjes
Rek j e s
Wanneer uw apparaat goed wordt onderhouden en
schoongemaakt blijft het er lang mooi uitzien en goed
functioneren. Hier leggen wij u uit hoe u de rekjes kunt
verwijderen en schoonmaken.
Rekjes verwijderen en bevestigen
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
De rekjes worden heel heet. Nooit de hete rekjes
aanraken. Het apparaat altijd laten afkoelen. Zorg
ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Rekjes verwijderen
1. Rekje aan de voorkant naar boven drukken ‚ en
losmaken ƒ (Afb. !).
2. Hierna het hele rekje een beetje naar achteren
schuiven ‚ en uitnemen ƒ (Afb. ").
3. De houder van achteren met de haak in het
bovenste gat ophangen ‚ en in de onderste opening
drukken ƒ (Afb. #).
D
E
Rekjes ophangen
Let er bij het ophangen op dat de schuine kant zich
boven aan het rekje bevindt.
De rekjes passen alleen links of rechts.De uitschuifbare
rails moeten er naar voren kunnen worden uitgetrokken.
1. Rekje aan de achterkant via de geleiding boven en
beneden ‚ naar voren trekken ƒ (Afb. !).
2. Hierna van voren inbrengen ‚ en naar beneden
drukken ƒ (Afb. ").
1
2
1
D
E
2
E
D
Maak de rekjes schoon met zeepsop en een
schoonmaaksponsje. Gebruik bij hardnekkig vuil een
borstel.
Houders inbrengen
Wanneer bij het verwijderen van de rekjes de houders
gevallen zijn, moeten ze weer op de juiste manier
worden aangebracht.
1. De houders zijn aan de voor- en achterkant
verschillend (Afb. !).
2. De houder van voren met de haak naar boven in het
ronde gat steken ‚, een beetje schuin zetten, onder
inbrengen en recht zetten ƒ (Afb. ").
1
2
D
D
E
E
D
E
29
nl Apparaatdeur
qApparaatdeur
Apparaat deur
Wanneer uw apparaat goed wordt onderhouden en
schoongemaakt blijft het er lang mooi uitzien en goed
functioneren. Hier leggen wij u uit hoe u de
apparaatdeur kunt verwijderen en schoonmaken.
Deurafscherming afnemen
De roestvrijstalen inlegger in de deurafscherming kan
verkleuren. Om de deur grondig schoon te maken kunt
u de afscherming verwijderen.
1. Apparaatdeur een beetje openen.
2. Links en rechts op de afscherming drukken (Afb. !).
3. Afscherming afnemen (Afb. ").
Apparaatdeur voorzichtig sluiten
1
2
Deurruiten verwijderen en inbrengen
Om ze gemakkelijker schoon te maken kunt u de ruiten
van de apparaatdeur afnemen.
Van het apparaat verwijderen
1. Apparaatdeur een beetje openen.
2. Links en rechts op de afscherming drukken (Afb. !).
3. Afscherming afnemen (Afb. ").
1
4. De schroeven links en rechts van de apparaatdeur
losdraaien en verwijderen (Afb. #).
5. Klem er voordat u de deur weer sluit een
samengevouwen vaatdoek tussen (Afb. $).
De ruit aan de voorkant er naar boven uittrekken en
met de deurgreep naar beneden op een egaal
oppervlak leggen.
2
Aanwijzing: De roestvrijstalen inlegger in de
afscherming schoonmaken met een middel voor
roestvrij staal. De rest van de deurafscherming
schoonmaken met warm zeepsop en een zachte
doek.
4. Apparaatdeur weer een beetje openen De
afscherming plaatsen en aandrukken tot hij hoorbaar
vergrendelt (Afb. #).
5. Apparaatdeur sluiten.
Reinig de ruiten met glasreiniger en een zachte doek.
:Waarschuwing – Ernstig gezondheidsrisico!
Door het opendraaien van de schroeven is de veiligheid
van het apparaat niet meer gewaarborgd. Er kan
energie van de microgolven naar buiten komen. De
schroeven nooit opendraaien.
De vier zwarte schroeven van de omlijsting niet
losschroeven (Afb. %).
30
:Waarschuwing
Risico van letsel!
■ Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen
schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Risico van letsel!
■ Bij het openen en sluiten van de apparaatdeur
bewegen de scharnieren zich en kunnen ze klem
komen te zitten. Kom niet met uw handen bij de
scharnieren.
Inbrengen in het apparaat
1. Voorste ruit onder in de houders leiden (Afb. !).
2. Voorste ruit sluiten tot de beide bovenste haken zich
tegenover de opening bevinden (Afb. ").
Apparaatdeur nl
1
3. Tegen de onderkant van de onderste ruit drukken tot
2
hij hoorbaar vergrendelt (Afb. #)
4. Apparaatdeur weer een beetje openen en vaatdoek
verwijderen.
5. De beide schroeven links en rechts weer
vastdraaien.
6. De afscherming plaatsen en aandrukken tot hij
hoorbaar vergrendelt (Afb. $).
7. Apparaatdeur sluiten.
Attentie!
Gebruik de binnenruimte pas weer wanneer de ruiten
naar behoren zijn ingezet.
31
nl Wat te doen bij storingen?
3Wat te doen bij storingen?
Wat te doen bi j stor i ngen?
Storingen worden vaak veroorzaakt door een
kleinigheid. Probeer voordat u contact opneemt met de
servicedienst de storing zelf op te lossen met behulp
van de tabel.
Aanwijzing: Lukt een gerecht niet helemaal, kijk dan in
het tabellendeel aan het einde van de
gebruiksaanwijzing Hier vindt u vele tips en
aanwijzingen. ~ "Voor u in onze kookstudio uitgetest."
op pagina 35
:Waarschuwing – Kans op een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties en
de vervanging van beschadigde aansluitleidingen
mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technici die
zijn geïnstrueerd door de klantenservice. Is het
apparaat defect, haal dan de stekker uit het stopcontact
of schakel de zekering in de meterkast uit. Contact
opnemen met de klantenservice.
:Waarschuwing – Gevaar voor letsel!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.Nooit proberen
het apparaat zelf te repareren. Reparaties mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn
geïnstrueerd door de klantenservice. Bij defect van het
apparat met de servicedienst contact opnemen;
Storingentabel
Bij foutmeldingen met E, bijv. E0111, het apparaat uiten inschakelen. Neem contact op met de servicedienst
wanneer de melding weer verschijnt.
StoringMogelijke oorzaakAanwijzing/Oplossing
Het apparaat werkt nietZekering defectControleer in de meterkast of de zekering voor het
apparaat in orde is
StroomuitvalControleer of andere keukenapparaten functioneren
Het ingeschakelde apparaat kan niet
bediend worden, op het display wordt
het symbool 1 weergegeven
De binnenruimte warmt niet op en op
het display staat “Demonstratiemo-
dus ingeschakeld”
Het apparaat start niet en op het dis-
play verschijnt “Binnenruimte te heet”
De verlichting in de binnenruimte is
uitgevallen
Home Connect functioneert niet cor-
rect.
Bij het reinigen van de magnetron
wordt de binnenruimte heet.
--------
Het kinderslot is geactiveerd.
Het apparaat bevindt zich in de demonstratiemodus.De zekering in de meterkast uitschakelen en na ca.
De binnenruimte is te heet voor het gekozen gerecht
of de verwarmingsmethode
LED-lamp defectContact opnemen met de servicedienst.
Droogfunctie is ingeschakeld.Wanneer er alleen van de magnetronfunctie gebruik
De toets 1 indrukken tot het symbool 1 verdwijnt
10 seconden weer inschakelen. Apparaat inschakelen en in de instellingen “Demonstratiemodus uitgeschakeld” kiezen.
Binnenruimte laten afkoelen en opnieuw starten
Ga naar www.home-connect.com
wordt gemaakt, wordt bij de standen 600 W en max
automatisch de bovenwarmte ingeschakeld, om condens te voorkomen. Het kookresultaat wordt hierdoor
niet beïnvloed.
U kunt deze functie in de basisinstellingen uitschakelen. Neem de gegevens m.b.t. de magnetron in acht.
~ "De magnetron" op pagina 19
Maximale gebruiksduur overschreden
Uw apparaat beëindigt het gebruik automatisch
wanneer er geen tijdsduur is ingesteld en de instelling
lang niet veranderd is.
Het moment waarop dit gebeurt, is afhankelijk van de
ingestelde temperatuur of grillstand.
Op het display wordt weergegeven dat de werking
automatisch beëindigd is. Vervolgens wordt de werking
afgebroken.
Om het apparaat weer te gebruiken dient u het eerst uit
te schakelen. Schakel het apparaat vervolgens weer in
en stel de gewenste functie in.
32
Tip: Om te voorkomen dat het apparaat niet ongewenst
uitschakelt, bijv. bij zeer lange bereidingstijden, kunt u
een tijdsduur instellen. Het apparaat warmt op totdat de
ingestelde tijdsduur is afgelopen.
Lampen van de binnenruimte
Voor de verlichting van de binnenruimte beschikt uw
apparaat over een of meerdere duurzame LED-lampen.
Mocht een LED-lamp of het glazen kapje toch eens
defect zijn, neem dan contact op met de servicedienst.
Het kapje van de lamp mag niet verwijderd worden.
Servicedienst nl
4Servicedienst
Servi cedi enst
Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat
onze servicedienst voor u klaar. Wij vinden altijd een
passende oplossing, ook om een onnodig bezoek van
medewerkers van de servicedienst te voorkomen.
E-nummer en FD-nummer
Geef aan de servicedienst altijd het volledige
productnummer (E-nr.) en het fabricagenummer (FD-nr.)
van uw apparaat op, zodat wij u goed van dienst
kunnen zijn. Het typeplaatje met de nummers vindt u
wanneer u de apparaatdeur opendoet.
Bij enkele apparaten die werken met stoom vindt u het
typeplaatje achter de afdekking.
=1U)'(1U
7\SH
Om niet te lang te hoeven zoeken kunt u hier direct de
gegevens van uw apparaat en het telefoonnummer van
de servicedienst invullen.
E-nr.
Servicedienst O
FD-nr.
Houd er rekening mee dat een bezoek van
medewerkers van de servicedienst in het geval van een
verkeerde bediening ook tijdens de garantieperiode
kosten met zich meebrengt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de
bijgesloten lijst met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
NL088 424 4020
B070 222 142
Vertrouw op de competentie van de fabrikant. Dan bent
u ervan verzekerd dat de reparatie wordt uitgevoerd
door ervaren technici die gebruikmaken van de
originele reserveonderdelen voor uw apparaat.
PGerechten
Gerecht en
Met de functie “Gerechten” kunt u de meest
uiteenlopende gerechten bereiden. Het apparaat kiest
de optimale instelling voor u.
Om goede resultaten te bereiken, mag de binnenruimte
niet te heet zijn voor de gekozen gerechten. Is dit wel
het geval, dan krijgt u een aanwijzing op het display.
Laat de binnenruimte afkoelen en start nogmaals.
Aanwijzingen bij de instellingen
■ Het bereidingsresultaat is afhankelijk van de kwaliteit
van de levensmiddelen en de grootte en de aard van
de vormen. Gebruik voor een optimaal
bereidingsresultaat alleen ongeschonden
levensmiddelen en vlees op koelkasttemperatuur.
Gebruik bij diepvriesgerechten alleen
levensmiddelen die direct uit de diepvries komen.
■ Bij enkele gerechten wordt een temperatuur,
verwarmingsmethode en bereidingstijd voorgesteld.
U kunt de temperatuur en bereidingstijd aanpassen
aan uw behoeften
■ Bij andere gerechten wordt u gevraagd het gewicht
in te voeren. Voer altijd het totale gewicht in, tenzij
het apparaat iets anders aangeeft. Hier regelt het
apparaat de tijd- en temperatuurinstellingen voor u.
Het is niet mogelijk gewichten in te stellen buiten het
betreffende gewichtsbereik.
■ Bij vleesgerechten waarbij het apparaat de
temperatuurkeuze voor u regelt, kunnen
temperaturen tot 300 °C worden bereikt. Let er
daarom op dat u vormen gebruikt die voldoende
hittebestendig zijn.
■ U krijgt bijv. aanwijzingen over de vorm, de
inschuifhoogte of het toevoegen van vloeistof aan
vlees. Vele gerechten moeten tijdens de bereiding
bijv. worden gekeerd of omgeroerd. Dit wordt kort na
de start weergegeven op het display. U wordt hier
op het juiste tijdstip door een signaal aan herinnerd.
■ Aan het einde van de gebruiksaanwijzing vindt u
aanwijzingen voor geschikte vormen en tips en trucs
voor de bereiding. ~ "Voor u in onze kookstudio
uitgetest." op pagina 35
Magnetron
Bij enkele gerechten wordt automatisch de magnetron
geactiveerd. Door de magnetron wordt de
bereidingsduur aanzienlijk verkort, zelfs bijna
gehalveerd. Het apparaat wijst u erop vormen te
gebruiken die geschikt zijn voor de magnetron. In het
hoofdstuk Magnetron vindt u aanwijzingen over
geschikte vormen. ~ "De magnetron" op pagina 19
Braadthermometer
Bij enkele gerechten kunt u ook de braadthermometer
gebruiken. Zodra u de braadthermometer in het
apparaat heeft gestoken, krijgt u bijbehorende
gerechten te zien.U kunt de temperatuur van de
binnenruimte en de kerntemperatuur wijzigen.
~ "Braadthermometer" op pagina 21
33
nl Gerechten
Gerecht kiezen
De gerechten zijn op dezelfde manier opgebouwd:
■ Categorie
■ Voedingswaar
■ Gerecht
In de volgende tabellen staan de categorieën met de
bijbehorende etenswaar vermeld. Achter alle
etenswaren vindt u een of meerdere gerechten.
CategorieënEtenswaar
Gebak
Klein gebak
Gebak, brood, pizza
Ovenschotels, soufflés
Diepvriesproducten
Gevogelte
Vlees
Vis
Bijgerechten, groente
Etenswaar ontdooien
Koekjes
Brood, broodjes
Hartig gebak, pizza, quiche
Ovenschotel, hartig, vers, gegaarde ingrediënten
Lasagne, vers
Aardappelgratin, rauwe ingrediënten, 4 cm
hoog
Ovenschotel, zoet, vers
Soufflé in portievormen
Pizza
Broodjes
Ovenschotels
Aardappelproducten
Vlees, gevogelte
Kip
Eend, gans
Kalkoen
Varkensvlees
Rundvlees
Kalfsvlees
Lamsvlees
Wildbraad
Vleesgerechten
Vis
Visfilets
Groente
Aardappels
Rijst
Granen
Brood, broodjes
Gebak
Vlees, gevogelte
Vis
Baksensor
Uw apparaat beschikt over een baksensor.Deze wordt
automatisch geactiveerd, zodra u gebak uit de
volgende categorieën van de keuzelijst kiest. Wanneer
de baksensor geactiveerd is, verschijnt het symbool H
op het display.
CategorieGerechtenGerechten
Gebak in vormen
Gebak
Gebak op de plaat
Zwitserse wähe/taart
Bladerdeeggebak
Klein gebak
Gebak, brood,
pizza
Brood, broodjes
Muffins
Gistdeeggebak
Broodjes
Brood
Plat rond brood
Hartig gebak, quiche
Hartig gebak, pizza,
quiche
Pizza
Flammkuchen
De rest wordt door het apparaat geregeld. Het
bakproces verloopt vervolgens volledig automatisch, u
hoeft verder niets in te stellen. Zodra het gebak klaar is,
gaat het apparaat vanzelf uit. Er klinkt een signaal. De
tijdsduur komt ongeveer overeen met het recept van uw
gerecht en wordt niet weergegeven. De baksensor kan
alleen worden gestart als de oven afgekoeld is.
Alle overige gebakcategorieën worden niet door de
sensor geregeld. Hier krijgt u een gebruikelijke
instelling met aanpassingsmogelijkheden aangeboden.
Geschikt zijn donkere metalen bakvormen. Gebruik
geen bakvormen van silicone of accessoires die
silicone bevatten. De baksensor raakt dan beschadigd.
Zolang op het display “Deur niet openen” wordt
weergegeven, is de baksensor actief. De apparaatdeur
niet openen, omdat de instellingen dan worden
afgebroken. Het apparaat gaat door met opwarmen en
u kunt de voorgestelde tijd aanpassen. U dient zelf
toezicht te houden op de voortgang.
Gerecht instellen
U wordt volledig door het instelproces van het door u
gekozen gerecht geleid. Tip steeds op het veld
“Verder”.
1. Menutoets indrukken.
Het functie-menu wordt geopend.
2. De functie “Gerechten” kiezen.
Op het display verschijnt de eerste categorie.
3. Met de draaiknop de gewenste categorie kiezen.
4. Op het veld “Verder” tippen.
5. Met de draaiknop het gerecht kiezen.
6. Op het veld “Verder” tippen.
7. Met de draaiknop het gerecht kiezen.
8. Op het veld “Verder” tippen.
9. Met de draaiknop het gewicht instellen.
Aanwijzing: Tipt u op het veld “Tip”, dan krijgt u
informatie over de inschuifhoogte, het bakgerei etc.
34
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
10. Starten met de toets start/stop
Instelling is beëindigd
Er klinkt een signaal. In de statusregel verschijnt
“Beëindigd". De oven warmt niet meer op. U kunt het
signaal voortijdig met de toets 0 uitschakelen.
Bent u niet tevreden met het resultaat, dan kunt u de
bereidingstijd nogmaals verlengen. Tip op het veld
“Nagaren”. Er wordt een tijdsduur voorgesteld, die u
echter kunt veranderen.
Bent u tevreden met het resultaat, tip dan op
“Beëindigen”. Op het display verschijnt “Eet smakelijk”.
Instelling afbreken
Toets on/off indrukken. Alle instellingen zijn gewist. U
kunt opnieuw instellen.
De eindtijd op een later tijdstip zetten
Bij enkele gerechten kunt u de eindtijd op een later
tijdstip zetten.In de tijdfuncties ziet u hoe u de eindtijd
op een later tijdstip kunt zetten. ~ "Tijdfuncties"
op pagina 17
Heeft u een eindtijd ingesteld, dan verschijnt de
wachttijd op het display. In de statusregel staat het
tijdstip waarop de werking eindigt. Er kunnen geen
instellingen worden gewijzigd. Houd er rekening mee
dat levensmiddelen die snel bederven niet te lang in de
binnenruimte mogen staan.
JVoor u in onze kookstudio
uitgetest.
Voo r u in onz e kookstudi o uit get est .
U vindt hier een keur aan gerechten en de daarbij
behorende optimale instellingen. Wij laten u zien welke
verwarmingsmethode en temperatuur het meest
geschikt zijn voor uw gerecht. U krijgt informatie over de
juiste toebehoren en de hoogte waarop ze ingeschoven
dienen te worden. U krijgt tips over vormen en de
bereiding.
Aanwijzing: Bij het bereiden van levensmiddelen kan
veel waterdamp in de binnenruimte ontstaan.
Uw apparaat is heel energie-efficiënt en geeft tijdens de
werking slechts weinig warmte naar buiten af. Op grond
van de hoge temperatuurverschillen tussen de
binnenruimte en de buitenste delen van het apparaat
kan er condenswater op de deur, het bedieningspaneel
of nabijgelegen meubelfronten neerslaan. Dit is een
normaal natuurkundig verschijnsel. Door
voorverwarmen of de deur voorzichtig te openen, kan
het condensaat worden gereduceerd.
Geen vormen van silicone gebruiken
Voor een optimaal kookresultaat raden wij u aan
donkere bakvormen van metaal te gebruiken.
Attentie!
Geen bakvormen van silicone of silicone-achtige,
herbruikbare bakfolie, afdekkingen of accessoires
gebruiken. De baksensor kan dan beschadigd raken.
Ook wanneer de baksensor niet wordt gebruikt, kan hij
beschadigd raken.
Uitzonderingen:
■ Bakpapier dat van een laagje silicone is voorzien
kan worden gebruikt.
■ Wanneer er een braadthermometer is meegeleverd,
kan deze worden gebruikt.
Gebak en klein gebak
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bakken van gebak en klein gebak. In de
insteltabellen vindt u optimale instellingen voor vele
gerechten.
Neem ook de aanwijzingen in de paragraaf over het
rijzen van het deeg in acht.
Gebruik alleen originele toebehoren van uw apparaat.
Dit is optimaal op de binnenruimte en de functies
afgestemd.
Bakken in combinatie met microgolven
Wanneer u in combinatie met microgolven bakt, kunt u
de bereidingstijd aanzienlijk verkorten.
Gebruik altijd een hitte- en magnetronbestendige vorm.
Houd u aan de aanwijzingen voor de
magnetronbestendige vorm. ~ "De magnetron"
op pagina 19
In de combistand kunt u doorgaans normale
bakvormen van metaal gebruiken. Als tussen bakvorm
en rooster vonken optreden, controleert u of de
35
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
buitenzijde van de vorm schoon is. Verander de positie
van de vorm op het rooster. Als dat niet helpt, bakt u
zonder microgolven verder. De bakduur zal daardoor
toenemen.
Als u vormen van kunststof, keramiek of glas gebruikt,
kunt u de baktijden uit de insteltabellen verkorten. Het
gebak bruint dan minder sterk aan de onderkant.
Bakken in combinatie met microgolven is slechts op
één niveau mogelijk.
Inschuifhoogtes
Gebruik de aangegeven inschuifhoogtes.
Bakken op één niveau
Gebruik de volgende inschuifhoogtes voor het bakken
op één niveaus:
■ hoog gebak: hoogte 2
■ vlak gebak: hoogte 3
Wanneer u de verwarmingsmethode 4D-hetelucht
gebruikt, kunt u kiezen tussen hoogte 1, 2, 3 en 4.
Bakken op meerdere niveaus
Gebruik 4Dhetelucht. Bakplaten of vormen die
gelijktijdig in de oven worden geplaatst, hoeven niet op
hetzelfde moment klaar te zijn.
Bakken op twee niveaus:
■ Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
■ Vormen op het rooster
eerste rooster: hoogte 3
tweede rooster: hoogte 1
Bakken op drie niveaus:
■ Bakplaat: hoogte 5
Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
Bakken op vier niveaus:
■ 4 roosters met bakpapier
eerste rooster: hoogte 5
tweede rooster: hoogte 3
derde rooster: hoogte 2
vierde rooster: hoogte 1
Lichte vormen, keramische vormen en vormen van glas
verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig. Wanneer u met deze vormen wilt bakken en
boven- en onderwarmte wilt gebruiken, schuift u de
vorm er op hoogte 1 in.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse soorten gebak de
optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en
tijdsduur zijn afhankelijk van de hoeveelheid en de
kwaliteit van het deeg. Daarom zijn er instelbereiken
aangegeven. Probeer het eerst met de lagere waarden.
Bij een lage temperatuur wordt het gerecht
gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig de
volgende keer hoger in.
Aanwijzing: De baktijden kunnen niet door hogere
temperaturen worden ingekort. Gebak of klein gebak
zou dan alleen van buiten gaar, maar van binnen niet
goed doorbakken zijn.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
baktijden worden enkele minuten korter wanneer u
voorverwarmt.
Voor bepaalden gerechten is het nodig om voor te
verwarmen, dit staat in de tabel aangegeven. Plaats uw
gerecht en de accessoires pas na het voorverwarmen
in de binnenruimte.
Wilt u volgens eigen recept bakken, ga dan te werk
volgens de beschrijving van soortgelijk gebak in de
tabel.Bijkomende informatie vindt u onder de tips voor
het bakken na de insteltabel.
Niet gebruikte accessoires verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u tot 45
procent energie sparen. Plaats de vormen naast elkaar
of verspringend boven elkaar in de binnenruimte.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen. Plaats de vormen altijd op het rooster.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
Gebruik bij vochtig gebak de braadslede, zodat bij
overlopend vocht de binnenruimte niet vuil wordt.
Bakvormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
* voorverwarmen
** 5 min. voorverwarmen, niet de snelverwarmingsfunctie gebruiken
Verwarmingsmethode
%
:
:
%
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
Temperatuur in °C
200-220-30-40
190-210-35-45
160-180-20-30
140-150**-25-40
140-150**-25-40
140-150**-30-40
130-140**-35-55
140-160-15-30
140-160-15-30
140-160-15-30
80-90*-120-150
80-90*-120-180
90-110-20-40
90-110-25-45
90-110-30-45
Magnetronvermogen in
watt
Duur in
min.
Tips voor gebak en klein gebak
U wilt vaststellen, of het gebak doorgebakken is.
Het gebak zakt in.Gebruik de volgende keer minder vloeistof. Of stel de temperatuur 10 °C lager in en verleng de baktijd. Let op
Het gebak is in het midden hoog gerezen en lager bij de randen.
Het sap van de vruchten stroomt over. Gebruik de volgende keer de braadslede.
Klein gebak plakt bij het bakken aan
elkaar.
Het gebak is te droog.Stel de temperatuur 10 °C hoger in en verkort de baktijd.
Het gebak is over het geheel te licht.Zijn de inschuifhoogte en de toebehoren juist, verhoog dan evt. de temperatuur of houd een langere baktijd
Het gebak is aan de bovenkant te
licht, maar onder te donker.
Het gebak is aan de bovenkant te
donker, maar onder te licht.
Steek met een houten prikker op de hoogste plaats in het gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker
zit, is het gebak klaar.
de aangegeven ingrediënten en bereidingsaanwijzingen in het recept.
Vet alleen de bodem van de springvorm in. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig los met een mes.
Tussen de gebakstukken dient een afstand van ca. 2cm te zijn. Zo is er voldoende plaats om het gebak goed
te laten rijzen en helemaal bruin te laten worden.
aan.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau hoger.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager. Kies een lagere temperatuur en verleng de baktijd.
39
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Het gebak wordt te donker aan de
Zet de bakvorm niet direct tegen de achterwand maar midden op de toebehoren.
achterkant.
Het gebak is over het geheel te don-
Kies de volgende keer een lagere temperatuur en verleng evt. de baktijd.
ker.
Het gebak is ongelijkmatig bruin
geworden.
Kies een wat lagere temperatuur.
Ook bakpapier dat uitsteekt kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zodanig af dat het
goed past.
Let erop dat de bakvorm niet direct voor de openingen in de achterwand van de binnenruimte staat.
Bij het bakken van klein gebak moet u indien mogelijk gelijke groottes en diktes aanhouden.
U hebt op meerdere niveaus gebakken. Op de bovenste plaat is het
Kies voor het bakken op meerdere niveaus altijd 4D-hetelucht. Bakplaten of vormen die gelijktijdig in de oven
worden geplaatst, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
gebak donkerder dan op de onderste.
Het gebak ziet er goed uit, maar is binnen niet goed doorgebakken.
Bak iets langer bij een wat lagere temperatuur en voeg evt. minder vloeistof toe. Bij gebak met een vochtige
bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi het met amandelen of paneermeel en doe dan de bovenlaag
erop.
Het gebak laat niet los wanneer u het
uit de vorm wilt storten.
Laat het gebak na het bakken nog 5 tot 10 minuten afkoelen. Als het er nog steeds niet uit komt, maakt u de
rand voorzichtig los met een mes. Stort het gebak opnieuw en bedek de vorm meerdere keren met een natte,
koude doek. Vet de vorm de volgende keer in en bestrooi hem met paneermeel.
Brood en broodjes
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bakken van brood en broodjes. In de insteltabellen
vindt u optimale instellingen voor vele gerechten.
Neem ook de aanwijzingen in de paragraaf over het
rijzen van het deeg in acht.
Gebruik alleen originele toebehoren van uw apparaat.
Dit is optimaal op de binnenruimte en de functies
afgestemd.
Inschuifhoogtes
Gebruik de aangegeven inschuifhoogtes.
Bakken op één niveau
Gebruik de volgende inschuifhoogtes voor het bakken
op één niveaus:
■ hoog gebak: hoogte 2
■ vlak gebak: hoogte 3
Wanneer u de verwarmingsmethode 4D-hetelucht
gebruikt, kunt u kiezen tussen hoogte 1, 2, 3 en 4.
Bakken op twee niveaus
Gebruik 4Dhetelucht. Bakplaten of vormen die
gelijktijdig in de oven worden geplaatst, hoeven niet op
hetzelfde moment klaar te zijn.
■ Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
■ Vormen op het rooster
eerste rooster: hoogte 3
tweede rooster: hoogte 1
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u tot 45
procent energie sparen. Plaats de vormen naast elkaar
of verspringend boven elkaar in de binnenruimte.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen. Plaats de vormen altijd op het rooster.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
Bakvormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Lichte vormen, keramische vormen en vormen van glas
verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig. Wanneer u met deze vormen wilt bakken en
boven- en onderwarmte wilt gebruiken, schuift u de
vorm er op hoogte 1 in.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Diepvriesproducten
Gebruik geen sterk met ijs bedekte diepvriesproducten.
Verwijder het ijs van het gerecht.
Diepvriesproducten zijn ten dele ongelijkmatig
voorgebakken. De ongelijkmatige bruine kleur blijft ook
na het bakken bestaan.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse broden en broodjes de
optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en
tijdsduur zijn afhankelijk van de hoeveelheid en de
kwaliteit van het deeg. Daarom zijn er instelbereiken
aangegeven. Probeer het eerst met de lagere waarden.
Bij een lage temperatuur wordt het gerecht
gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig de
volgende keer hoger in.
Aanwijzing: De baktijden kunnen niet door hogere
temperaturen worden ingekort. Het brood of de
broodjes zouden alleen van buiten gaar, maar van
binnen niet goed doorgebakken zijn.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
40
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
baktijden worden enkele minuten korter wanneer u
voorverwarmt.
Voor bepaalden gerechten is het nodig om voor te
verwarmen, dit staat in de tabel aangegeven. Plaats uw
gerecht en de accessoires pas na het voorverwarmen
in de binnenruimte. Sommige gerechten lukken het best
wanneer ze in meerdere stappen worden gebakken.
Deze zijn in de tabel aangegeven.
Niet gebruikte accessoires verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
Attentie!
Nooit water in de hete binnenruimte gieten of vormen
met water op de bodem van de oven plaatsen. Door de
verandering van temperatuur kan schade aan het email
ontstaan.
De instelwaarden voor brooddeeg gelden zowel voor
deeg op de bakplaat als voor deeg in een rechthoekige
vorm.
Wilt u volgens eigen recept bakken, ga dan te werk
volgens de beschrijving van soortgelijk gebak in de
tabel.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ : 4D-hetelucht
■ % Boven- en onderwarmte
■ 4 Circulatiegrillen
■ ( Grill, groot
■ , coolStart-functie
GerechtAccessoiresInschuif-
hoogte
Brood
Wit brood, 750 gBraadslede of rechthoekige vorm2
Gemengd brood, 1,5 kgBraadslede of rechthoekige vorm2
* voorverwarmen
** Houd u aan de instructies op de verpakking
--
,
170-190*10-20
%
150-17020-30
:
180-20020-30
%
--
,
--
,
--
,
170-19030-35
:
190-21010-15
4
41
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
GerechtAccessoiresInschuif-
hoogte
Toast grillen, 12 stuksRooster3
Toast roosteren (niet voorverwarmen)Rooster5
* voorverwarmen
** Houd u aan de instructies op de verpakking
Pizza, quiche en hartig gebak
■ 4 roosters met bakpapier
eerste rooster: hoogte 5
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bakken pizza, quiche en hartig gebak. In de
insteltabellen vindt u optimale instellingen voor vele
tweede rooster: hoogte 3
derde rooster: hoogte 2
vierde rooster: hoogte 1
gerechten.
Neem ook de aanwijzingen in de paragraaf over het
rijzen van het deeg in acht.
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u tot 45
procent energie sparen. Plaats de vormen naast elkaar
of verspringend boven elkaar in de binnenruimte.
Gebruik alleen originele toebehoren van uw apparaat.
Dit is optimaal op de binnenruimte en de functies
afgestemd.
Bakken in combinatie met microgolven
Wanneer u in combinatie met microgolven bakt, kunt u
de bereidingstijd aanzienlijk verkorten.
In de combistand kunt u doorgaans normale
bakvormen van metaal gebruiken. Als tussen bakvorm
en rooster vonken optreden, controleert u of de
buitenzijde van de vorm schoon is. Verander de positie
van de vorm op het rooster. Als dat niet helpt, bakt u
zonder microgolven verder. De bakduur zal daardoor
toenemen.
Als u vormen van kunststof, keramiek of glas gebruikt,
kunt u de baktijden uit de insteltabellen verkorten. Het
hartige gebak bruint dan minder sterk aan de
onderkant.
Bakken in combinatie met microgolven is slechts op
één niveau mogelijk.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen. Plaats de vormen altijd op het rooster.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
Gebruik de braadslede bij dik belegde pizza's.
Bakvormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Lichte vormen, keramische vormen en vormen van glas
verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig. Wanneer u met deze vormen wilt bakken en
boven- en onderwarmte wilt gebruiken, schuift u de
vorm er op hoogte 1 in.
Inschuifhoogtes
Gebruik de aangegeven inschuifhoogtes.
Bakken op één niveau
Gebruik de volgende inschuifhoogtes voor het bakken
op één niveaus:
■ hoog gebak: hoogte 2
■ vlak gebak: hoogte 3
Wanneer u de verwarmingsmethode 4D-hetelucht
gebruikt, kunt u kiezen tussen hoogte 1, 2, 3 en 4.
Bakken op meerdere niveaus
Gebruik 4Dhetelucht. Bakplaten of vormen die
gelijktijdig in de oven worden geplaatst, hoeven niet op
hetzelfde moment klaar te zijn.
Bakken op twee niveaus:
■ Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
■ Vormen op het rooster
eerste rooster: hoogte 3
tweede rooster: hoogte 1
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Diepvriesproducten
Gebruik geen sterk met ijs bedekte diepvriesproducten.
Verwijder het ijs van het gerecht.
Diepvriesproducten zijn ten dele ongelijkmatig
voorgebakken. De ongelijkmatige bruine kleur blijft ook
na het bakken bestaan.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse gerechten de optimale
verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid en de kwaliteit van het
deeg. Daarom zijn er instelbereiken aangegeven.
Probeer het eerst met de lagere waarden. Bij een lage
temperatuur wordt het gerecht gelijkmatiger bruin. Stel
de oven indien nodig de volgende keer hoger in.
Verwarmingsmethode
4
(
Temperatuur in
°C / grillstand
Duur in
min.
230-25010-15
33-5
Bakken op vier niveaus:
42
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Aanwijzing: De baktijden kunnen niet door hogere
temperaturen worden ingekort. Het gerecht zou alleen
van buiten gaar, maar van binnen niet goed
doorgebakken zijn.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
baktijden worden enkele minuten korter wanneer u
voorverwarmt.
Voor bepaalden gerechten is het nodig om voor te
verwarmen, dit staat in de tabel aangegeven. Plaats uw
gerecht en de accessoires pas na het voorverwarmen
in de binnenruimte.
Wilt u volgens eigen recept bakken, ga dan te werk
volgens de beschrijving van soortgelijk gebak in de
tabel.
Niet gebruikte accessoires verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
* voorverwarmen
** Houd u aan de instructies op de verpakking
---
,
210-2309010-20
%
190-210-20-25
:
---
,
180-2009015-25
%
190-210-20-30
:
---
,
180-2009010-20
:
---
,
210-2309010-20
%
180-200*-20-30
:
43
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
Hartig gebak & quiche
Hartig gebak in vormenSpringvorm Ø 28 cm2
Hartig gebak in vormenSpringvorm Ø 28 cm1
QuicheTaartvorm, zwart metaal1
QuicheTaartvorm, zwart metaal3
FlammkuchenBraadslede3
PierogiOvenschaal2
EmpanadaBraadslede3
BörekBraadslede3
* voorverwarmen
** Houd u aan de instructies op de verpakking
Verwarmingsmethode
&
%
&
;
&
%
:
&
Temperatuur in °C
180-200-60-70
180-2009035-40
190-210-40-50
190-210-30-40
280-300*-10-18
190-200-30-45
180-190-30-45
200-210-30-40
Magnetronvermogen in
watt
Duur in
min.
Ovenschotel en soufflé
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bakken van ovenschotels en soufflé. In de
insteltabellen vindt u optimale instellingen voor vele
gerechten.
Gebruik alleen originele toebehoren van uw apparaat.
Dit is optimaal op de binnenruimte en de functies
afgestemd.
Bereiding met microgolven
Als u alleen met microgolven of in combinatie met
microgolven bereidt, kunt u de bereidingstijd aanzienlijk
verkorten.
Gebruik altijd een hitte- en magnetronbestendige vorm.
Houd u aan de aanwijzingen voor de
magnetronbestendige vorm. ~ "De magnetron"
op pagina 19
Neem kant-en-klare voedingsproducten voor het
ontdooien uit de verpakking. In magnetronbestendige
vormen gaart u sneller en gelijkmatiger.
Inschuifhoogtes
Gebruik altijd de aangegeven inschuifhoogtes.
U kunt op een niveau in vormen of met de braadslede
bakken.
■ Vormen op het rooster: hoogte 2
■ Braadslede: hoogte 3
Soufflés kunt u ook in waterbad in de braadslede
bakken. Plaats hiertoe de braadslede op hoogte 2.
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u tot 45
procent energie sparen. Plaats de vormen naast elkaar
in de binnenruimte.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen. Plaats de vormen altijd op het rooster.
Braadslede
De braadslede er voorzichtig tot de aanslag inschuiven,
met de afgeschuinde kant naar de deur van het
apparaat.
Vormen
Gebruik voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
een platte, brede vorm. In een smalle, hoge vorm
hebben de gerechten meer tijd nodig en worden
donkerder aan de bovenkant.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse ovenschotels en
soufflés de optimale verwarmingsmethode.
Temperatuur en bereidingstijd zijn afhankelijk van de
hoeveelheid en het recept. De bereidingstoestand van
een ovenschotel is afhankelijk van de grootte van de
vorm en de hoogte van het gerecht. Daarom zijn er
instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Bij een lage temperatuur wordt het
gerecht gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig
de volgende keer hoger in.
Aanwijzing: De bereidingstijden kunnen niet door
hogere temperaturen worden ingekort. De ovenschotel
of soufflé zou allen van buiten gaar zijn, maar van
binnen rauw.
44
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
bereidingstijden worden enkele minuten korter wanneer
u voorverwarmt.
Indien u volgens eigen recept wilt bereiden dan
oriënteert u zich aan soortgelijke gerechten in de tabel.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ : 4D-hetelucht
■ % Boven- en onderwarmte
■ 4 Circulatiegrillen
■ ; Pizzastand
■ , coolStart-functie
GerechtToebehoren/vormenInschuif-
hoogte
Ovenschotel, hartig, gegaarde ingre-
Ovenschaal2
diënten
Ovenschotel, hartig, gegaarde ingre-
Ovenschaal2
diënten
Ovenschotel, zoetOvenschaal2
Ovenschotel, zoetOvenschaal2
Lasagne, vers, 1 kgOvenschaal2
Lasagne, vers, 1 kgOvenschaal2
Lasagne, diepvries, 400 g**Rooster2
Lasagne, diepvries, 400 gOpen vorm2
Aardappelgratin, rauwe ingrediënten,
Ovenschaal2
4 cm hoog
Aardappelgratin, rauwe ingrediënten,
Ovenschaal2
4 cm hoog
Aardappelgratin, rauwe ingrediënten,
Ovenschaal3+1
4 cm hoog, 2 niveaus
SouffléOvenschaal2
SouffléPortievormen2
* voorverwarmen
** Houd u aan de instructies op de verpakking
Verwarmingsmethode
%
%
%
%
:
%
,
%
;
4
:
:
%
Temperatuur in °C
Magnetronvermogen in
Duur in
min.
watt
200-220-30-50
150-17036020-30
170-190-40-60
150-17036020-30
160-180-50-60
180-20036020-30
---
200-21018020-25
160-190-50-70
170-19036020-25
150-170-60-80
160-180*-35-45
170-190-65-75
Gevogelte
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bereiden van gevogelte. In de insteltabellen vindt u
optimale instellingen voor enkele gerechten.
Braden op het rooster
Het braden op het rooster is bijzonder geschikt voor
groot gevogelte of meerdere stukken tegelijk.
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
op de aangegeven hoogte naar binnen. Plaats de
universele braadslede met de schuine kant naar de
apparaatdeur gericht op de inschuifhoogte eronder.
Giet afhankelijk van de grootte en het soort gevogelte
tot ^ liter water in de braadslede. Uitdruipend vet wordt
zo opgevangen. Uit dit braadvocht kunt u een saus
bereiden. Bovendien ontstaat zo minder rook en blijft de
binnenruimte schoner.
Braden in vormen
Gebruik alleen vormen die geschikt zijn voor de
bakoven. Controleer of de vorm in de binnenruimte
past.
Glazen vormen zijn het meest geschikt. Zet hete
vormen van glas op een droge onderzetter. Is de
ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
Glanzende braadsledes van edelstaal of aluminium
reflecteren de warmte als een spiegel en zijn daardoor
45
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
niet zo geschikt. Het gevogelte gaart langzamer en
wordt minder bruin. Houd een hogere temperatuur en/
of langere bereidingstijd aan.
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
braadvorm.
Open vorm
Gebruik voor het braden van gevogelte het beste een
hoge vorm. Plaats de vorm op het rooster. Wanneer u
geen geschikte vorm heeft, gebruikt u de braadslede.
Gesloten vorm
De binnenruimte blijft bij de bereiding in een gesloten
vorm veel schoner. Let erop dat het deksel voor de pan
past en goed sluit. Plaats de vorm op het rooster.
Bij het openen van het deksel na het garen, kan zeer
hete stoom ontwijken. Til het deksel van achteren op,
zodat de hete stoom van het lichaam af naar buiten
gaat.
Gevogelte kan ook in een gesloten braadslede
knapperig worden. Gebruik hiervoor een braadslede
met glazen deksel en stel een hogere temperatuur in.
Braden in combinatie met microgolven
Gevogelte kunt u bijzonder goed in combinatie met
microgolven bereiden. De bereidingstijd wordt hierdoor
aanzienlijk verkort.
Anders dan bij het conventionele gebruik, wordt de
gaarduur bij het braden in combinatie met microgolven
bepaald door het totale gewicht.
Tip: Bij andere hoeveelheden dan in de insteltabellen
zijn aangegeven, helpt de volgende vuistregel: bij een
dubbele hoeveelheid kan de duur bijna worden
verdubbeld.
Gebruik altijd een hitte- en magnetronbestendige vorm.
Braadvormen van metaal en een Römertopf zijn alleen
geschikt voor het braden zonder microgolven. Houd u
aan de aanwijzingen voor de magnetronbestendige
vorm. ~ "De magnetron" op pagina 19
Grillen
Laat de deur van het apparaat tijdens het grillen
gesloten. Nooit met een geopende apparaatdeur grillen.
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
op de aangegeven hoogte naar binnen. Plaats
bovendien de universele braadslede met de schuine
kant naar de apparaatdeur ten minste één
inschuifhoogte eronder. Uitdruipend vet wordt zo
opgevangen.
Neem indien mogelijk grillstukken van ongeveer
dezelfde dikte en gewicht. Zo worden ze gelijkmatig
bruin en blijven ze lekker mals. Leg de te grillen stukken
vlees rechtstreeks op het rooster.
Keer de grillstukken met een grilltang. Wanneer u met
een vork in het vlees prikt, verliest het sap en wordt het
droog.
Braadthermometer
Met de braadthermometer kunt u exact garen. Lees de
belangrijke instructies voor het gebruik van de
braadthermometer na in het betreffende hoofdstuk. U
vindt daar gegevens over het insteken van de
braadthermometer, de mogelijke
verwarmingsmethoden en verdere informatie.
~ "Braadthermometer" op pagina 21
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor het gevogelte de optimale
verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid, kwaliteit en
temperatuur van het levensmiddel. Daarom zijn er
instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Stel de oven indien nodig de volgende
keer hoger in.
De instelwaarden gelden voor ongevuld, braadklaar
gevogelte op koelkasttemperatuur dat in de
onverwarmde binnenruimte wordt geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
bereidingstijden worden enkele minuten korter wanneer
u voorverwarmt.
In de tabel vindt u gegevens voor gevogelte met
voorgesteld gewicht. Wanneer u zwaarder gevogelte
wilt bereiden, gebruik dan in elk geval de lage
temperatuur. Bij meerdere stukken oriënteert u zich aan
het zwaarste stuk om de bereidingsduur te bepalen. De
afzonderlijke stukken dienen ongeveer even groot te
zijn.
In het algemeen geldt: hoe groter het gevogelte, des te
lager de temperatuur en des te langer de bereidingstijd.
Gevogelte na ca. ^ tot Z van de aangegeven tijd
keren.
Aanwijzing: Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is
voor de gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd
zodanig af dat het goed past.
Tips
■ Prik bij eend of gans het vel onder de vleugels in. Zo
kan het vet weglopen.
■ Snij bij eendenborst de huid in. Keer de eendenborst
niet.
■ Let er bij het keren van gevogelte op dat eerst de
borstzijde resp. de huidzijde onder is.
■ Gevogelte wordt bijzonder knapperig bruin als u het
tegen het einde van de bereidingstijd bestrijkt met
boter, zout water of sinaasappelsap.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
Aanwijzingen
■ Het grillelement wordt steeds weer in- en
uitgeschakeld, dat is normaal. Hoe vaak dit gebeurt,
is afhankelijk van de ingestelde grillstand.
■ Bij het grillen kan rook ontstaan.
46
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ : 4D-hetelucht
■ % Boven- en onderwarmte
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
Kip
Kip, 1 kgRooster2
Kip, 1 kgGesloten vorm2
Kipfilet, à 150 g (grillen)Rooster4
Kipfilet, 2 stuks à 150 g (grillen)Open vorm2
Kleine kipdelen, à 250 gRooster3
Kleine kipdelen, 4 stuks à 250 gOpen vorm2
Kipsticks, nuggets, diepvries**Braadslede3
Kipsticks, nuggets, diepvries,
250 g
Poularde, 1,5 kgRooster2
Poularde, 1,5 kgVorm gesloten2
Braadslede2
■ 4 Circulatiegrillen
■ ( Grill, groot
■ , coolStart-functie
hoogte
Verwarmingsmethode
4
4
(
4
4
4
,
4
4
4
Temperatuur in
°C / grillstand
200-220-60-70
230-25036025-35
3*-15-20
190-21018025-30
220-230-30-35
190-21036020-30
---
190-21036010-15
200-220-70-90
210-23036030
Magnetronvermogen in
watt
18015-25
Duur in
min.
Eend & gans
Eend, 2 kgRooster2
Eend, 2 kgRooster2
Eendenborst, à 300 gRooster3
Gans, 3 kgRooster2
Gans, 3 kgRooster2
Ganzenbouten, à 350 gRooster2
Ganzenbouten, à 350 gRooster2
Kalkoen
Kalkoen, 2,5 kgRooster2
Kalkoen, 2,5 kgRooster2
Kalkoenfilet, zonder been, 1 kgGesloten vorm2
* 5 min voorverwarmen
** Houd u aan de instructies op de verpakking
180-200-90-110
4
170-19018060-80
4
230-250-25-30
4
160-180-120-150
4
170-19018080-90
4
210-230-40-50
4
170-19018030-40
4
180-200-70-90
4
170-19018060-80
:
240-260-80-100
%
47
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
Kalkoendij, met been, 1 kgRooster2
Kalkoendij, met been, 1 kgGesloten vorm2
* 5 min voorverwarmen
** Houd u aan de instructies op de verpakking
Vlees
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bereiden van vlees. In de insteltabellen vindt u
optimale instellingen voor vele gerechten.
Braden en stoven
Bestrijk mager vlees naar wens met vet of leg er
reepjes spek op.
Snij een zwoerd kruisgewijs in. Let er bij het keren van
braadvlees op dat eerst de zwoerd onder is.
Als het braadvlees klaar is, moet het nog 10 minuten in
de uitgeschakelde, gesloten binnenruimte blijven
liggen. Zo kan het vleessap zich beter verdelen. Wikkel
het braadvlees evt. in aluminiumfolie. Bij de opgegeven
bereidingstijd is de aanbevolen rusttijd niet inbegrepen.
Braden op het rooster
Op het rooster wordt vlees van alle kanten bijzonder
knapperig.
Giet afhankelijk van de grootte en het type van het stuk
vlees tot ^ liter water in de universele braadslede.
Uitdruipend vet en braadsappen worden zo
opgevangen. Uit dit braadvocht kunt u een saus
bereiden. Bovendien ontstaat zo minder rook en blijft de
binnenruimte schoner.
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
op de aangegeven hoogte naar binnen. Plaats de
universele braadslede met de schuine kant naar de
apparaatdeur gericht op de inschuifhoogte eronder.
Braden en stoven in een vorm
Het braden en stoven in een vorm is comfortabeler. U
kunt het braadvlees met de vorm eenvoudiger uit de
binnenruimte nemen en de saus direct in de vorm
bereiden.
Gebruik alleen vormen die geschikt zijn voor de werking
oven. Controleer of de vorm in de binnenruimte past.
Glazen vormen zijn het meest geschikt. Zet hete
vormen van glas op een droge onderzetter. Is de
ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
Voeg aan mager vlees een beetje vloeistof toe. In
glazen vormen moet de bodem van de vorm ca. ^ cm
hoog bedekt zijn.
De hoeveelheid vloeistof is afhankelijk van het soort
vlees en het materiaal van de vormen en of u een
deksel gebruikt. Wanneer u vlees in geëmailleerde of
donkere braadvormen klaarmaakt, is er wat meer
vloeistof nodig dan in glazen vormen.
Tijdens het braden verdampt de vloeistof in de vorm.
Voeg zo nodig voorzichtig wat vloeistof toe.
Glanzende braadsledes van edelstaal of aluminium
reflecteren de warmte als een spiegel en zijn daardoor
niet zo geschikt. Het vlees gaart langzamer en wordt
minder bruin. Houd een hogere temperatuur en/of
langere bereidingstijd aan.
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
braadvorm.
Open vorm
Gebruik voor het braden van vlees het beste een hoge
vorm. Plaats de vorm op het rooster. Wanneer u geen
geschikte vorm heeft, gebruikt u de braadslede.
Gesloten vorm
De binnenruimte blijft bij de bereiding in een gesloten
vorm veel schoner. Let erop dat het deksel voor de pan
past en goed sluit. Plaats de vorm op het rooster.
De afstand tussen het vlees en het deksel moet
minstens 3 cm bedragen. Het vlees kan tijdens het
garen uitzetten.
Bij het openen van het deksel na het garen, kan zeer
hete stoom ontwijken. Til het deksel van achteren op,
zodat de hete stoom van het lichaam af naar buiten
gaat.
Voor het stoven, braadt u het vlees naar wens eerst
aan. Voeg er voor het braadsap water, wijn, azijn of iets
dergelijks aan toe. De bodem van de vorm dient ca 1-2
cm bedekt te zijn.
Tijdens het braden verdampt de vloeistof in de vorm.
Voeg zo nodig voorzichtig wat vloeistof toe.
Vlees kan ook in een gesloten braadslede knapperig
worden. Gebruik hiervoor een braadslede met glazen
deksel en stel een hogere temperatuur in.
Braden in combinatie met microgolven
Bepaalde voedingsproducten kunnen in combinatie met
microgolven worden bereid. Hierdoor wordt de
bereidingstijd aanzienlijk verkort.
Anders dan bij het conventionele gebruik, wordt de
gaarduur bij het braden in combinatie met microgolven
bepaald door het totale gewicht.
Tip: Bij andere hoeveelheden dan in de insteltabellen
zijn aangegeven, helpt de volgende vuistregel: bij een
dubbele hoeveelheid kan de duur bijna worden
verdubbeld.
Gebruik altijd een hitte- en magnetronbestendige vorm.
Braadvormen van metaal en een Römertopf zijn alleen
geschikt voor het braden zonder microgolven. Houd u
Verwarmingsmethode
4
4
Temperatuur in
°C / grillstand
180-200-80-100
210-23036045-50
Magnetronvermogen in
watt
Duur in
min.
48
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
aan de aanwijzingen voor de magnetronbestendige
vorm. ~ "De magnetron" op pagina 19
Attentie!
Als u een braadzak gebruikt, sluit deze dan niet af met
metalen clips. Gebruik in plaats daarvan keukengaren.
Gebruik voor rollades geen metalen spiezen. Hierdoor
kan vonkvorming optreden.
Grillen
Laat de deur van het apparaat tijdens het grillen
gesloten. Nooit met een geopende apparaatdeur grillen.
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
op de aangegeven hoogte naar binnen. Plaats
bovendien de universele braadslede met de schuine
kant naar de apparaatdeur ten minste één
inschuifhoogte eronder. Uitdruipend vet wordt zo
opgevangen.
Neem indien mogelijk grillstukken van ongeveer
dezelfde dikte en gewicht. Zo worden ze gelijkmatig
bruin en blijven ze lekker mals. Leg de te grillen stukken
vlees rechtstreeks op het rooster.
Keer de grillstukken met een grilltang. Wanneer u met
een vork in het vlees prikt, verliest het sap en wordt het
droog.
Zout het vlees pas na het grillen. Zout onttrekt water
aan het vlees.
Aanwijzingen
■ Het grillelement wordt steeds weer in- en
uitgeschakeld, dat is normaal. Hoe vaak dit gebeurt,
is afhankelijk van de ingestelde grillstand.
■ Bij het grillen kan rook ontstaan.
Braadthermometer
Met de braadthermometer kunt u exact garen. Lees de
belangrijke instructies voor het gebruik van de
braadthermometer na in het betreffende hoofdstuk. U
vindt daar gegevens over het insteken van de
braadthermometer, de mogelijke
verwarmingsmethoden en verdere informatie.
~ "Braadthermometer" op pagina 21
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor talrijke vleesgerechten de
optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en
tijdsduur zijn afhankelijk van de hoeveelheid, kwaliteit
en temperatuur van het levensmiddel. Daarom zijn er
instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Stel de oven indien nodig de volgende
keer hoger in.
De instelwaarden gelden voor vlees op
koelkasttemperatuur dat in de onverwarmde
binnenruimte wordt geplaatst. Zo kunt u tot 20 procent
energie sparen. De aangegeven bereidingstijden
worden enkele minuten korter wanneer u voorverwarmt.
In de tabel vindt u gegevens voor stukken braadvlees
met voorgesteld gewicht. Wanneer u een zwaar stuk wilt
braden, gebruik dan in elk geval de lage temperatuur.
Bij meerdere stukken oriënteert u zich aan het zwaarste
stuk om de bereidingsduur te bepalen. De afzonderlijke
stukken dienen ongeveer even groot te zijn.
In het algemeen geldt: hoe groter het braadvlees, des
te lager de temperatuur en des te langer de
bereidingstijd.
Braadvlees en grillvlees na ca. ^ tot Z van de
aangegeven tijd keren.
Indien u volgens eigen recept wilt bereiden dan
oriënteert u zich aan soortgelijke gerechten.
Bijkomende informatie vindt u onder "Tips voor braden,
stoven en grillen" na de insteltabel.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ : 4D-hetelucht
■ % Boven- en onderwarmte
■ 4 Circulatiegrillen
■ ( Grill, groot
■ Ý Magnetron
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
Varkensvlees
Gebraden varkensvlees zonder
Open vorm2
zwoerd, bijv. halsstuk, 1,5 kg
Gebraden varkensvlees zonder
Gesloten vorm2
zwoerd, bijv. halsstuk, 1,5 kg
Gebraden varkensvlees met
Rooster2
zwoerd, bijv. schouderstuk, 2 kg
Gebraden varkenslende, 1,5 kgOpen vorm2
Gebraden varkenslende, 1,5 kgGesloten vorm2
* voorverwarmen
** zonder keren
Verwarmingsmethode
4
:
4
4
4
Temperatuur in
°C / grillstand
Magnetronvermogen in
Duur in
min.
watt
180-190-110-130
220-24036055-65
190-200-130-140
220-230-70-80
230-2409050-60
49
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
Varkenshaas, 400 gRooster3
Casselerrib met been, 1 kg
(incl. een beetje toegevoegd water)
Casselerrib met been, 1 kgOpen vorm2
Varkenssteaks, 2 cm dikRooster5
Varkensmedaillons, 3 cm dik (5
min. voorverwarmen)
Rundvlees
Runderfilet, medium, 1 kgRooster2
Runderfilet, medium, 1 kgGesloten vorm2
Gestoofd rundvlees, 1,5 kgGesloten vorm2
Rosbief, medium, 1,5 kgRooster2
Rosbief, medium, 1,5 kgOpen vorm2
Steak, 3 cm dik, medium
(niet voorverwarmen)
Burger, 3-4 cm hoogRooster4
Gesloten vorm2
Rooster5
Rooster3
Verwarmingsmethode
4
4
Ý
(
(
4
%
4
4
%
(
(
Temperatuur in
°C / grillstand
220-230-20-25
210-230-70-90
-36040-50
2-16-20
3*-8-12
210-220-40-50
240-2609030-40
200-220-130-160
220-230-60-70
240-26018030-40
3-15-20
3-25-30
Magnetronvermogen in
watt
Duur in
min.
Kalfsvlees
Gebraden kalfsvlees, 1,5 kgOpen vorm2
Gebraden kalfsvlees, 1,5 kgGesloten vorm2
Kalfsschenkel, 1,5 kgOpen vorm2
Kalfsschenkel, 1,5 kgOpen vorm2
Lamsvlees
Lamsbout zonder been, medium,
1,5 kg
Lamsbout zonder been, medium,
1,5 kg
Lamszadel met been**Rooster2
Lamszadel met been, 1 kg**Open vorm2
LamskoteletRooster3
GrillworstenRooster4
* voorverwarmen
** zonder keren
Open vorm2
Vorm gesloten2
4
:
%
4
4
:
4
4
(
(
160-170-100-120
200-2109070-80
200-210-100-120
200-22018030
9030-40
170-190-50-80
240-26036030
18035-40
180-190-40-50
190-2109030-40
3-12-16
3-10-15
50
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur in
°C / grillstand
Magnetronvermogen in
watt
Duur in
min.
Vleesgerechten
Gehaktbrood, 1 kgOpen vorm2
170-180-60-70
4
Gebraden gehakt, 1 kg + 20 ml
water
* voorverwarmen
** zonder keren
Tips voor het braden, stoven en grillen
De binnenruimte wordt erg vuil.Bereid het product in een gesloten braadslede of gebruik het grillrooster. Wanner u het grillrooster gebruikt,
Het braadvlees is te donker en de
korst is op enkele plaatsen verbrand
en/of het braadvlees is te droog.
De korst is te dun.Verhoog de temperatuur of schakel na afloop van de braadtijd de grill even in.
Het braadvlees ziet er goed uit, maar
de jus is aangebrand.
Het braadvlees ziet er goed uit, maar
de jus is te licht en te waterig.
Bij het stoven brandt het vlees aan.Het deksel moet goed op de braadvorm passen en goed sluiten.
Het vlees is niet doorbakken.Snijd het vlees open. Bereid de jus in de braadvorm en leg vervolgens de braadstukken in de jus. Bereid het
Het grillproduct wordt te droog.Het vlees pas na het grillen zouten. Zout onttrekt water aan het vlees. Steek tijdens het keren niet in het grill-
Open vorm2
170-19036030-40
4
behaalt u een optimaal braadresultaat. U kunt het grillrooster als speciaal toebehoren kopen.
Controleer de inschuifhoogte en de temperatuur. Kies de volgende keer een lagere temperatuur en verkort
evt. de braadtijd.
Neem de volgende keer kleiner braadgerei en voeg evt. meer vloeistof toe.
Neem de volgende keer groter braadgerei en voeg evt. minder vloeistof toe.
Reduceer de temperatuur en voeg zo nodig nog wat vloeistof toe tijdens het smoren.
vlees verder alleen met microgolven.
product. Gebruik een grilltang.
Vis
Uw apparaat biedt diverse verwarmingsmethoden voor
het bereiden van vis. In de insteltabellen vindt u
optimale instellingen voor vele gerechten.
Hele vis hoeft niet gekeerd te worden. Plaats de hele vis
in de zwemstand, met de rugvin naar boven, in de
binnenruimte. Een ingesneden aardappel of een kleine
ovenvaste vorm in de buik van de vis zorgt voor
stabiliteit.
U kunt herkennen dat de vis gaar is, wanneer de rugvin
gemakkelijk loslaat.
Braden en grillen op het rooster
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
op de aangegeven hoogte naar binnen. Plaats
bovendien de universele braadslede met de schuine
kant naar de apparaatdeur ten minste één
inschuifhoogte eronder.
Giet afhankelijk van de grootte en de soort vis tot ^
liter water in de braadslede. Vrijkomende vloeistof wordt
opgevangen. Er ontstaat zo minder rook en de
binnenruimte blijft schoner.
Laat de deur van het apparaat tijdens het grillen
gesloten. Nooit met een geopende apparaatdeur grillen.
Neem indien mogelijk grillstukken van ongeveer
dezelfde dikte en gewicht. Zo worden ze gelijkmatig
bruin en blijven ze lekker mals. Leg de te grillen stukken
vlees rechtstreeks op het rooster.
Keer de grillstukken met een grilltang. Wanneer u met
een vork in de vis prikt, verliest hij sap en wordt hij
droog.
Aanwijzingen
■ Het grillelement wordt steeds weer in- en
uitgeschakeld, dat is normaal. Hoe vaak dit gebeurt,
is afhankelijk van de ingestelde grillstand.
■ Bij het grillen kan rook ontstaan.
Braden en stomen in een vorm
Gebruik alleen vormen die geschikt zijn voor de werking
oven. Controleer of de vorm in de binnenruimte past.
Glazen vormen zijn het meest geschikt. Zet hete
vormen van glas op een droge onderzetter. Is de
ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
Glanzende braadsledes van edelstaal of aluminium
reflecteren de warmte als een spiegel en zijn daardoor
niet zo geschikt. De vis gaart langzamer en wordt
minder bruin. Houd een hogere temperatuur en/of
langere bereidingstijd aan.
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
braadvorm.
51
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Open vorm
Gebruik voor het bereiden van hele vis het beste een
hoge vorm. Plaats de vorm op het rooster. Wanneer u
geen geschikte vorm heeft, gebruikt u de braadslede.
Gesloten vorm
De binnenruimte blijft bij de bereiding in een gesloten
vorm veel schoner. Let erop dat het deksel voor de pan
past en goed sluit. Plaats de vorm op het rooster.
Doe voor het stomen twee tot drie eetlepels vloeistof en
wat citroensap in de vorm.
Bij het openen van het deksel na het garen, kan zeer
hete stoom ontwijken. Til het deksel van achteren op,
zodat de hete stoom van het lichaam af naar buiten
gaat.
Vis kan ook in een gesloten braadslede knapperig
worden. Gebruik hiervoor een braadslede met glazen
deksel en stel een hogere temperatuur in.
Stoven met microgolven
U kunt vis ook met microgolven stoven.
Gebruik hiervoor een gesloten, magnetronbestendige
vorm of dek de vorm af met een bord of speciaal
magnetronfolie. Houd u aan de aanwijzingen voor de
magnetronbestendige vorm. ~ "De magnetron"
op pagina 19
De smaak blijft grotendeels behouden en u kunt met
minder zout en specerijen volstaan. Voeg bij hele
vissen één tot drie eetlepels water of citroensap toe.
Laat de vis na het garen nog 2-3 minuten rusten voor
een egale temperatuur.
Neem kant-en-klare gerechten voor het ontdooien uit de
verpakking. In magnetronbestendige vormen gaart u
sneller en gelijkmatiger.
braadthermometer, de mogelijke
verwarmingsmethoden en verdere informatie.
~ "Braadthermometer" op pagina 21
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor visgerechten de optimale
verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid, kwaliteit en
temperatuur van het levensmiddel. Daarom zijn er
instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Stel de oven indien nodig de volgende
keer hoger in.
De instelwaarden gelden voor vis op
koelkasttemperatuur die in de onverwarmde
binnenruimte wordt geplaatst. Zo kunt u tot 20 procent
energie sparen. De aangegeven bereidingstijden
worden enkele minuten korter wanneer u voorverwarmt.
In de tabel vindt u gegevens voor vis met voorgesteld
gewicht. Wanneer u een zwaardere vis wilt bereiden,
gebruik dan in elk geval de lage temperatuur. Bij
meerdere vissen oriënteert u zich aan de zwaarste vis
om de bereidingsduur te bepalen. De afzonderlijke
vissen dienen ongeveer even groot te zijn.
In het algemeen geldt: hoe groter een vis, des te lager
de temperatuur en des te langer de bereidingstijd.
Vis die niet in de zwemstand is na ca.
^ tot Z van de
aangegeven tijd keren.
Aanwijzing: Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is
voor de gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd
zodanig af dat het goed past.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
Braadthermometer
Met de braadthermometer kunt u exact garen. Lees de
belangrijke instructies voor het gebruik van de
braadthermometer na in het betreffende hoofdstuk. U
vindt daar gegevens over het insteken van de
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ % Boven- en onderwarmte
■ 4 Circulatiegrillen
■ ( Grill, groot
■ Ý Magnetron
GerechtToebehoren/vormenInschuif-
hoogte
Vis
Vis, gegrild, heel 300 g, bijv. forelRooster2
Vis, gegrild, heel 300 g, bijv. forelRooster3
Vis, gestoofd, heel 300 g, bijv. forel Vorm gesloten2
Vis, gegrild, heel 1,5 kg, bijv. zalmRooster2
Vis, gegrild, heel 1,5 kg, bijv. zalmOpen vorm2
Vis, gestoofd, heel 1,5 kg, bijv. zalm Vorm gesloten2
* voorverwarmen
** Braadslede op inschuifhoogte 2 eronder plaatsen
Verwarmingsmethode
4
(
Ý
4
4
Ý
Temperatuur in
°C / grillstand
Magnetronvermogen in
Duur in
min.
watt
170-190-20-30
29015-20
-6003
3602-7
170-190-30-40
230-25036030-40
-60010
36010-15
52
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
GerechtToebehoren/vormenInschuif-
hoogte
Visfilets
Visfilet, ongepaneerd, gegrildRooster4
Visfilet, ongepaneerd, gestoofd,
400 g
Viskoteletten
Viskotelet, 3 cm dik**Rooster4
Vis, diepvries
Vis, heel 300 g, bijv. forelVorm gesloten2
Visfilet, ongepaneerdGesloten vorm2
Visfilet, ongepaneerd, 400 gGesloten vorm2
Visfilet, gegratineerdRooster2
Visfilet, gegratineerd, 400 gOpen vorm2
Vissticks (tussentijds keren)Braadslede3
Vorm gesloten2
Verwarmingsmethode
(
Ý
(
Ý
%
Ý
4
*
%
Temperatuur in
°C / grillstand
1*-15-25
-6004
3-10-20
-6005
210-230-20-30
-60010-15
200-220-45-60
336015-20
200-220-20-30
Magnetronvermogen in
watt
3605-15
3607-12
Duur in
min.
Visgerechten
Visterrine, 1000 gTerrinevorm2
* voorverwarmen
** Braadslede op inschuifhoogte 2 eronder plaatsen
Groente en bijgerechten
Hier vindt u gegevens voor het bereiden van gegrilde
groente, aardappels en diepvries-aardappelproducten.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal kookresultaat en
spaart u energie.
Bereiden in combinatie met microgolven
Als u in combinatie met microgolven wilt garen, dient u
altijd een gesloten magnetronbestendige vorm te
gebruiken. Als u geen passende deksel voor uw vorm
hebt, gebruikt u een bord of speciaal magnetronfolie.
Houd u aan de aanwijzingen voor de
magnetronbestendige vorm.
Platte voedingsproducten zijn sneller klaar dan hoge.
Verdeel de voedingsproducten daarom zo vlak mogelijk
in de vorm.
Graan schuimt sterk tijdens het koken. Gebruik voor
alle graanproducten, waaronder bijvoorbeeld ook rijst,
een hoge vorm met deksel.
De eigen smaak van de voedingsproducten blijft dan
zoveel mogelijk behouden. Hierdoor kunt u met minder
zout en specerijen volstaan.
-36020-25
Ý
Als u voor een voorbereide hoeveelheid
voedingsproduct geen instelling vindt, verlengt of
verkort u de gaartijd op basis van de volgende
vuistregel: bij een dubbele hoeveelheid kan de duur
bijna worden verdubbeld.
Tussentijds kunt u de voedingsproducten het beste
twee tot drie maal keren of omroeren. Laat de
voedingsproducten na het verhitten nog twee tot drie
minuten rusten voor een egale temperatuur.
De voedingsproducten geven warmte aan de vorm af.
Ook als er alleen microgolven worden gebruikt, kan de
vorm daarom zeer heet worden.
Inschuifhoogtes
Gebruik de aangegeven inschuifhoogtes.
Bereiden op één niveau
Volg de opgaven in de tabel op.
Bereiden op twee niveaus
Gebruik 4Dhetelucht. Bakplaten die gelijktijdig in de
oven worden geplaatst, hoeven niet op hetzelfde
moment klaar te zijn.
■ Braadslede: hoogte 3
■ Bakplaat: hoogte 1
53
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen. Plaats de vormen altijd op het rooster.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
afhankelijk van de hoeveelheid, de vorm en de kwaliteit
van de levensmiddelen. Daarom zijn er instelbereiken
aangegeven. Probeer het eerst met de lagere waarden.
Bij een lage temperatuur wordt het gerecht
gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig de
volgende keer hoger in.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. De
aangegeven tijden worden enkele minuten korter
wanneer u voorverwarmt.
Indien u volgens eigen recept wilt bereiden dan
oriënteert u zich aan soortgelijke gerechten in de tabel.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse gerechten de optimale
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ : 4D-hetelucht
■ 4 Circulatiegrillen
■ ( Grill, groot
■ , coolStart-functie
■ Ý Magnetron
verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
Groente, vers
Groente, vers, 250 g*Gesloten vorm2
Groente, vers, 500 g*Gesloten vorm2
Verwarmingsmethode
Ý
Ý
Temperatuur in
°C / grillstand
Magnetronvermogen in
Duur in
min.
watt
-6006-10
-60010-15
Groente, diepvries
Spinazie, 450 g*Gesloten vorm2
Gemengde groente, 250 g +25 ml
Gesloten vorm2
water*
Gemengde groente, 500 g + 25 ml
Gesloten vorm2
water*
Groentegerechten
Gegrilde groenteBraadslede5
Aardappels
Gebakken aardappels, gehalveerd Braadslede3
Gebakken aardappels, gehalveerd,
Braadslede3
1 kg
Aardappels in de schil, heel, 250 g* Gesloten vorm2
Gekookte aardappels, gekwart,
Gesloten vorm2
500 g*
Aardappelproducten, diepvries
Aardappel-rösti**Braadslede3
Kartoffeltaschen, gevuld**Braadslede3
* tussentijds een tot twee keer doorroeren
** Houd u aan de instructies op de verpakking
-60011-16
Ý
-6008-12
Ý
-60013-18
Ý
3-10-15
(
160-180-45-60
:
200-22036015-20
4
-6006-11
Ý
-60012-15
Ý
---
,
---
,
54
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
Kroketten**Braadslede3
Frites**Braadslede3
Frites, 2 niveausBraadslede + bakplaat3+1
Rijst
Rijst met lange korrel,
250 g + 500 ml water
Zilvervliesrijst, 250 g + 650 ml
water
Risotto, 250 g + 900 ml waterVorm gesloten2
Granen
Couscous, 250 g + 500 ml waterGesloten vorm2
Gierst, heel, 250 g + 600 ml water Vorm gesloten2
Polenta/maïsgriesmeel,
125 g + 500 ml water*
Gerst, 250 g + 750 ml waterVorm gesloten2
Vorm gesloten2
Vorm gesloten2
Gesloten vorm1
Verwarmingsmethode
,
,
:
Ý
Ý
Ý
Ý
Ý
Ý
Ý
Temperatuur in
°C / grillstand
---
---
190-210-30-40
-6007-9
-60011-13
-60012-14
-6006-8
-6008-10
-6006-8
-60011-13
Magnetronvermogen in
watt
18013-16
18025-30
18022-27
1805-10
18015-20
Duur in
min.
Ei
Eiergelei van 2 eierenGesloten vorm2
* tussentijds een tot twee keer doorroeren
** Houd u aan de instructies op de verpakking
Dessert
Met uw apparaat kunt u yoghurt en diverse desserts
bereiden.
Gebruik voor de bereiding met microgolven altijd een
hitte- en magnetronbestendige vorm. Houd u aan de
aanwijzingen voor de magnetronbestendige vorm.
~ "De magnetron" op pagina 19
Als u de vorm op het rooster plaatst, schuift u het
rooster met het opschrift “Microwave” naar de
apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen.
Yoghurt maken
Neem rekjes en accessoires uit de binnenruimte. De
binnenruimte moet leeg zijn. De apparaatdeur niet
openen tijdens het gebruik.
1. 1 Liter melk (3,5 % vet) op de kookplaat tot 90 °C
verwarmen en vervolgens tot 40 °C laten afkoelen.
Bij houdbare melk is het verwarmen tot 40 °C
voldoende.
2. Hier 150 g yoghurt (koelkasttemperatuur) door
roeren.
-3606-8
Ý
3. Hiermee koppen of kleine potjes vullen en afdekken
met vershoudfolie.
4. De koppen of potjes vervolgens op de bodem van
de binnenruimte zetten en instellen zoals
aangegeven in de tabel.
5. De yoghurt na de bereiding in de koelkast laten
afkoelen.
Pudding van puddingpoeder
Roer het puddingpoeder volgens de instructies op de
verpakking met de melk en suiker in een hoge
magnetronbestendige kom om. Instellen zoals
aangegeven in de tabel.
Roer de melk goed door zodra deze opkomt. Herhaal
dit twee tot drie keer.
Rijstepap klaarmaken
1. Rijst wegen en 4-voudige hoeveelheid melk
toevoegen.
2. Vul een hoge, magnetronbestendige kom met de
rijst en melk.
3. Stel het apparaat in zoals in de tabel is aangegeven.
55
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
4. Roer de melk goed door zodra deze opkomt en
verlaag vervolgens het microgolfvermogen aan de
hand van de tabel.
Roer de rijst tijdens het koken meerdere keren door.
Compote
Weeg de vruchten in een magnetronbestendige kom af
en voeg per 100 g één eetlepel water toe. Voeg naar
smaak suiker en kruiden toe. Dek de kom af en stel het
apparaat in aan de hand van de tabel.
Roer tijdens het garen twee tot drie keer om.
Popcorn voor de magnetron
Gebruik een hittebestendige, vlakke glazen vorm, zoals
het deksel van een ovenschaal. Gebruik geen
porceleinen of sterk gewelfde schaal.
Leg de popcornzak met de gemarkeerde kant naar
beneden gericht op de vorm. Instellen zoals
GerechtToebehoren/vormenInschuifhoogteVerwar-
Pudding van puddingpoeder*Gesloten vorm2
aangegeven in de tabel. Afhankelijk van het product en
de hoeveelheid moet de tijd mogelijk worden
aangepast.
Verwijder de popcornzak na 1 ^ minuut en schud deze
om zodat de popcorn niet aanbrandt. Veeg de
binnenruimte na de bereiding schoon.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
De verpakking van luchtdicht verpakte levensmiddelen
kan barsten. Houd u altijd aan de opgaven op de
verpakking. Neem gerechten altijd met een pannenlap
uit de binnenruimte.
Aanbevolen instelwaarden
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ : 4D-hetelucht
■ Ý Magnetron
mingsmethode
Ý
YoghurtPortievormenBodem binnen-
Rijstepap, 125 g + 500 ml
melk*
Vruchtencompote, 500 gGesloten vorm2
Vorm gesloten2
ruimte
:
Ý
Ý
Popcorn voor de magnetron,
1 zak à 100 g**
* tussentijds een tot twee keer doorroeren
** gesloten zak op de vorm plaatsen
Open vorm2
Ý
Temperatuur in
°C / bereidingsstand
-6005-8
40-45-8-9h
-60010
-6009-12
-6004-6
Magnetronvermogen in
watt
18020-25
Duur in
min.
Eco-verwarmingsmethoden
Hetelucht Eco en boven- en onderwarmte Eco zijn
intelligente verwarmingsmethoden voor het gezond
bereiden van vlees, vis en gebak. Het apparaat regelt
de energietoevoer in de binnenruimte optimaal.Het
product wordt in fases bereid met behulp van
restwarmte. Zo blijft het sappiger en wordt het minder
bruin. Afhankelijk van de bereiding en het product kan
energie worden bespaard. Als u tijdens het bereiden
vroegtijdig de ovendeur opent of door het
voorverwarmen verdwijnt dit effect.
Gebruik alleen de originele accessoires die bij uw
apparaat horen. Deze zijn optimaal op de binnenruimte
en de functies afgestemd.Niet gebruikte accessoires
verwijderen uit de binnenruimte.
Plaats de gerechten in de onverwarmde, lege
binnenruimte. Kies een temperatuur bij hete lucht Eco
tussen 125-275 °C en bij boven-/onderwarmte Eco
tussen 150-250 °C. Houd de deur van het apparaat
tijdens de bereiding gesloten. Gebruik slechts één
niveau.
De verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van
het energieverbruik in de circulatieluchtmodus en de
energie-efficiëntieklasse gebruikt. De
verwarmingsmethode boven-/onderwarmte Eco wordt
voor het bepalen van het energieverbruik in de
conventionele modus gebruikt.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen. Plaats de vormen altijd op het rooster.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
Bakvormen en vormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Hierdoor kunt u tot 35 procent energie sparen.
Vormen van edelstaal of aluminium reflecteren de
warmte als een spiegel. Niet-reflecterende vormen van
email, hittebestendig glas of gecoat, drukgegoten
aluminium is beter geschikt.
56
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Lichte vormen, keramische vormen of vormen van glas
verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Aanbevolen instelwaarden
Hier vindt u gegevens voor verschillende gerechten.
Temperatuur en tijdsduur zijn afhankelijk van de
hoeveelheid en de kwaliteit van het deeg. Daarom zijn
GerechtToebehoren/vormenInschuif-
Gebak in vormen
Cake in de vormKrans/rechthoekige vorm2
Taartbodem van roerdeegTaartbodemvorm2
Biscuitbodem, 2 eieren Taartbodemvorm2
Biscuittaart, 3 eierenSpringvorm Ø 26 cm2
Biscuittaart, 6 eierenSpringvorm Ø 28 cm2
Gistdeegtulband Tulbandvorm2
er instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Bij een lage temperatuur wordt het
gerecht gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig
de volgende keer hoger in.
Aanwijzing: De baktijden kunnen niet door hogere
temperaturen worden ingekort. Gebak of klein gebak
zou dan alleen van buiten gaar, maar van binnen niet
goed doorgebakken zijn.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ ‘ Hetelucht eco
■ + Boven- en onderwarmte eco
hoogte
Verwarmingsmethode
‘
‘
‘
‘
‘
+
Temperatuur in °C
140-16060-80
150-17020-30
150-17020-30
160-17025-40
150-16050-60
150-17050-70
Duur in
min.
Gebak op de plaat
Cake met droge bedekking Bakplaat3
Zandtaartdeeggebak met droge bedekking Bakplaat3
Biscuitrol Bakplaat3
Broodvlecht, gistdeegkrans Bakplaat3
Gistdeeggebak met droge bedekking Bakplaat3
Klein gebak
Muffins Muffinplaat2
Small cakes Bakplaat3
Bladerdeeggebak Bakplaat3
Branddeeggebak, bijv. soesjes Bakplaat3
Koekjes Bakplaat3
Sprits Bakplaat3
150-17025-40
‘
170-18025-35
‘
180-19015-20
‘
160-17025-35
+
160-18015-20
+
160-18015-25
‘
150-16025-35
‘
170-19020-35
‘
200-22035-45
‘
140-16015-30
‘
140-15030-45
‘
57
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
GerechtToebehoren/vormenInschuif-
hoogte
Klein gebak van gistdeegBakplaat3
Brood & broodjes
Gemengd brood, 1,5 kgLangwerpige bakvorm2
Plat rond brood Braadslede3
Broodjes, zoet, vers Bakplaat3
Broodjes, vers Bakplaat3
Vlees
Gebraden varkensvlees zonder zwoerd, bijv.
halsstuk, 1,5 kg
Langzaam garen is garen bij lage temperatuur. Het
wordt daarom ook garen bij lage temperatuur
genoemd.
Het langzaam garen is ideaal voor alle fijne stukken
vlees (bijv. malse delen van het rund, kalf, varken, lam
en gevogelte), die rosé of à point (medium) gegaard
moeten worden. Het vlees blijft zeer sappig, mals en
zacht.
U heeft veel speelruimte bij de menuplanning, want
langzaam gegaard vlees kan probleemloos worden
warmgehouden. Tijdens het garen hoeft u het vlees niet
te keren. Houd de deur van het apparaat gesloten om
een gelijkmatig bereidingsklimaat te krijgen.
Gebruik uitsluitend vers en hygiënisch perfect vlees
zonder bot. Verwijder pezen en vetranden zorgvuldig.
Vet ontwikkelt bij het langzaam garen een sterke eigen
smaak. U kunt ook gekruid of gemarineerd vlees
gebruiken. Gebruik geen ontdooid vlees.
Het vlees kan direct na het langzaam garen in stukken
worden gesneden. Het hoeft niet te rusten. Door de
speciale bereidingsmethode ziet het vlees er rosé uit
maar het is niet rauw of niet gaar genoeg.
Aanwijzing: Een starttijdvoorkeuze met eindtijd is bij de
verwarmingsmethode langzaam garen niet mogelijk.
Vormen
Gebruik een vlakke vorm, bijv. een serveerplaat van
porselein of glas. Plaats de vorm voor het
voorverwarmen ook in de binnenruimte.
Plaats de open vorm altijd op hoogte 2 op het rooster.
Bijkomende informatie vindt u onder "Tips voor
langzaam garen", na de insteltabel.
Uw apparaat beschikt over de verwarmingsmethode
langzaam garen. Start de werking alleen wanneer de
binnenruimte geheel is afgekoeld. Laat de binnenruimte
met de vorm ca. 15 minuten goed doorwarmen.
Braad het vlees op de kookplaat even zeer heet en lang
genoeg aan alle kanten, ook de uiteinden. Doe het
onmiddellijk in de voorverwarmde vorm. De vorm met
het vlees weer in de binnenruimte plaatsen en
langzaam garen.
Aanbevolen instelwaarden
De temperatuur en de tijdsduur voor langzaam garen
zijn afhankelijk van de grootte, dikte en kwaliteit van het
vlees. Daarom zijn er instelbereiken aangegeven.
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ . Langzaam garen
GerechtVormenInschuif-
hoogte
Gevogelte
Eendenborst, rosé à 300 gOpen vorm2
Kipfilet, à 200 g, doorbakkenOpen vorm2
Kalkoenfilet, zonder been, 1 kg, door-
Open vorm2
bakken
Varkensvlees
Gebraden varkenslende, 5-6 cm dik,
Open vorm2
1,5 kg
Varkenshaas, heelOpen vorm2
Rundvlees
Gebraden rundvlees (heupstuk), 6-
Open vorm2
7 cm dik, 1,5 kg, doorbakken
Runderfilet, 1 kgOpen vorm2
Rosbief, 5-6 cm dikOpen vorm2
Rundermedaillons/rumpsteak, 4 cm
Open vorm2
dik
Kalfsvlees
Gebraden kalfsvlees, 4-5 cm dik,
Open vorm2
1,5 kg
Gebraden kalfsvlees, 7-10 cm dik,
Open vorm2
1,5 kg
Kalfsfilet, heel, 800 gOpen vorm2
Kalfsmedaillons, 4 cm dikOpen vorm2
* voorverwarmen
Verwarmingsmethode
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Aanbraadduur in min.
Temperatuur in °C
Tijdsduur
in min.
6-890*45-60
4120*45-60
6-8120*110-130
6-880*130-180
4-680*45-70
6-8100*150-180
4-680*90-120
6-880*120-180
480*30-60
6-880*80-140
6-880*140-200
4-680*70-120
480*30-50
59
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
GerechtVormenInschuif-
hoogte
Verwarmingsme-
Aanbraadduur in min.
Temperatuur in °C
Tijdsduur
in min.
thode
Lamsvlees
Lamszadels, zonder been, à 200 gOpen vorm2
Lamsbout zonder been, medium, 1 kg
Open vorm2
.
.
480*30-45
6-895*120-180
ingebonden
* voorverwarmen
Tips voor het langzaam garen
Eendenborst langzaam garen.Leg de eendenborst koud in de pan en braad eerst de huidzijde aan. Na het langzaam garen gedurende 3 tot
5 minuten knapperig grillen.
Het langzaam gegaarde vlees is niet
zo heet als vlees dat op de gebruike-
Om ervoor te zorgen dat het gebraden vlees niet te snel afkoelt, kunt u de borden van te voren opwarmen en
de sauzen zeer heet opdienen.
lijke manier is gebraden.
Drogen
■ 3 roosters: hoogte 5+3+1
■ 4 roosters: hoogte 5+3+2+1
Uw apparaat beschikt over een verwarmingsmethode
drogen, waarmee u uitstekend fruit, groente en kruiden
kunt drogen. Bij deze soort conservering worden
aromastoffen door het onttrekken van water
Fruit en groente met veel vocht enkele malen keren. Het
gedroogde gerecht direct na het drogen losmaken van
het papier.
geconcentreerd.
Gebruik uitsluitend fruit, groente en kruiden zonder
gebreken en was deze grondig. Bedek de braadslede
en het rooster met bak- of perkamentpapier. Laat de
vruchten goed afdruipen en maak ze droog.
Snij ze eventueel in even grote stukken of dunnen
plakjes. Leg ongeschild fruit op de schaal met de
snijvlakken naar boven. Let erop dat zowel fruit als
paddenstoelen niet op elkaar liggen.
Rasp de groente en blancheer het vervolgens. Laat de
geblancheerde groente afdruipen en verdeel het
gelijkmatig over het rooster.
Droog kruiden met de steel. Leg de kruiden gelijkmatig
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u de instellingen voor het drogen van
verschillende levensmiddelen. Temperatuur en tijdsduur
zijn afhankelijk van de soort, vochtigheid, rijpheid en
dikte van de te drogen levensmiddelen. Hoe langer u
de te drogen levensmiddelen laat drogen, des te beter
zijn ze geconserveerd. Hoe dunner men snijdt, des te
sneller is het einde van de droogtijd bereikt en des te
aromatischer blijft het gedroogde levensmiddel.
Daarom zijn er instelbereiken aangegeven.
Indien u nog meer levensmiddelen wilt drogen, dan
oriënteert u zich aan soortgelijke levensmiddelen in de
tabel.
in kleine hoopjes op het rooster.
Gebruikte verwarmingsmethode:
Gebruik de volgende inschuifhoogtes voor het drogen:
■ 1 rooster: hoogte 3
■ 2 roosters: hoogte 3+1
■ ' Drogen
GerechtToebehorenInschuif-
hoogte
Pitvruchten (appelringen, 3 mm dik, per roos-
1-2 Roosters-
ter 200 g)
Pitvruchten (appelringen, 3 mm dik, per roos-
3-4 Roosters-
ter 200 g)
Steenvruchten (pruimen)1-2 Roosters-
Steenvruchten (pruimen)3-4 Roosters-
Wortelgewassen (wortelen), geraspt, geblan-
1-2 Roosters-
cheerd
Wortelgewassen (wortelen), geraspt, geblan-
3-4 Roosters-
cheerd
Paddestoelen in plakjes1-2 Roosters-
60
Verwarmingsmethode
'
'
'
'
'
'
'
Temperatuur in °C
Tijdsduur
in uren
803-6
806-8
804-8
808-10
806-8
806-8
604-7
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
GerechtToebehorenInschuif-
hoogte
Paddestoelen in plakjes3-4 Roosters-
Kruiden, schoongemaakt1-2 Roosters-
Kruiden, schoongemaakt3-4 Roosters-
Inmaken
De glazen randen schoonmaken. Leg op elke pot een
natte rubberen ring en een deksel. Sluit de potten af
In uw apparaat kunt u fruit en groente inmaken.
:Waarschuwing – Risico van letsel!
Wanneer de levensmiddelen niet goed zijn ingekookt,
kunnen de inmaakpotten barsten. Volg de aanwijzingen
voor het inkoken.
Potten
Gebruik uitsluitend schone en onbeschadigde
weckflessen. Gebruik uitsluitend hittebestendige,
schone en onbeschadigde rubber afdichtringen.
Klemmen en veren van tevoren controleren.
Gebruik bij een inmaakproces alleen weckflessen van
gelijke grootte en met dezelfde levensmiddelen. In de
binnenruimte kunt u de inhoud van maximaal zes
weckflessen met ^, 1 of 1^ liter tegelijkertijd inmaken.
Gebruik geen grotere of hogere potten. De deksels
zouden kunnen springen.
De weckflessen mogen tijdens het inkoken in de
binnenruimte niet met elkaar in contact komen.
Fruit en groente voorbereiden
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken.
Was het grondig.
Fruit resp. groente afhankelijk van de soort, schillen,
pitten verwijderen en kleinmaken en in weckflessen tot
ca. 2 cm onder de rand vullen.
met klemmen. Plaats de glazen potten zó in de
braadslede dat ze elkaar niet raken. 500 ml heet water
(ca. 80 °C) in de braadslede gieten. Instellen zoals
aangegeven in de tabel.
Inmaken beëindigen
Fruit
Na enige tijd stijgen er met korte tussenpozen belletjes
op. Apparaat uitschakelen, zodra alle weckflessen
belletjes vormen. Haal de weckflessen na de
aangegeven nawarmtijd uit de binnenruimte.
Groente
Na enige tijd stijgen er met korte tussenpozen belletjes
op. Zodra alle weckflessen borrelen, de temperatuur op
120 °C reduceren en de flessen zoals aangegeven in
de tabel in de gesloten binnenruimte verder laten
borrelen. Schakel na afloop van deze tijd het apparaat
uit en maak zoals in de tabel aangegeven nog enkele
minuten gebruik van de nawarmte.
Haal de flessen na het inmaken uit de binnenruimte en
plaats ze op een schone doek. Zet de hete potten niet
op een koude of natte ondergrond, ze zouden anders
kunnen knappen. Dek de weckflessen af om ze tegen
tocht te beschermen. Klemmen pas verwijderen
wanneer de glazen koud zijn.
Aanbevolen instelwaarden
De aangegeven tijden in de insteltabel zijn richtwaarden
Fruit
De vruchten in de weckflessen met hete, afgeschuimde
suikeroplossing vullen (ca. 400 ml voor 1-literfles). Op
één liter water:
■ ca. 250 g suiker bij zoet fruit
■ ca. 500 g suiker bij zuur fruit
Groente
De groente in de weckflessen vullen met heet,
afgekookt water.
voor het inmaken van fruit en groente. Deze kunnen
worden beïnvloed door de omgevingstemperatuur, het
aantal potten, de hoeveelheid, de temperatuur en de
kwaliteit van de inhoud. De gegeven hebben betrekking
op ronde potten van1 liter. Controleer voor u om- of
uitschakelt of de potten werkelijk borrelen. Het borrelen
begint na ca. 30-60 minuten.
U kunt in het apparaat gistdeeg duidelijk sneller laten
rijzen dan bij kamertemperatuur. Gebruik de
verwarmingsmethode boven- en onderwarmte. Start de
werking alleen wanneer de binnenruimte geheel is
afgekoeld.
Laat gistdeeg altijd twee maal rijzen. Let op de
gegevens in de insteltabellen voor het 1e en 2e rijzen
(gaarheid van het deeg en afzonderlijke gaarheid).
Gaarheid van deeg
Instellen zoals aangegeven in de tabel. en het apparaat
verwarmen. Zet de deegkom op het rooster.
Open tijdens het gisten de apparaatdeur niet omdat er
anders vochtigheid ontwijkt. Het deeg met een vochtige
doek afdekken.
Inmaakpotten 1 liter1
Afzonderlijke gaarheid
Plaats het gebak op de inschuifhoogte die in de tabel is
aangegeven.
Wanner u wilt voorverwarmen vindt de afzonderlijke
gaarheid buiten het apparaat op een warme plek plaats.
Aanbevolen instelwaarden
Temperatuur en duur van het gisten zijn afhankelijk van
de soort en hoeveelheid van de ingrediënten. Daarom
zijn de opgaven in de insteltabel richtwaarden.
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ % Boven- en onderwarmte
Verwarmingsmethode
:
:
Temperatuur in °C
160-170tot aan het borrelen: 30-40
-Nawarmen: 35
160-170tot aan het borrelen: 30-40
-Nawarmen: 25
Duur in min.
GerechtToebehoren/vormenInschuif-
hoogte
Gistdeeg, lichtKom2
Bakplaat2
Gistdeeg, zwaar en vetrijkKom2
Bakplaat2
Ontdooien
Gebruik voor het ontdooien van bevroren fruit, groente,
gevogelte, vlees, vis en gebak de magnetronfunctie.
Neem de bevroren levensmiddelen uit de verpakking en
leg deze in een magnetronbestendige vorm op het
rooster. Houd u aan de aanwijzingen voor de
magnetronbestendige vorm. ~ "De magnetron"
op pagina 19
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal kookresultaat en
spaart u energie.
Aanbevolen instelwaarden
De tijdgegevens in de tabel zijn richtwaarden. Ze zijn
afhankelijk van de kwaliteit, vriestemperatuur (- 18 °C)
en de aard van de levensmiddelen. Er zijn tijdintervallen
aangegeven. Stel eerst de kortste tijd in en verleng
deze zo nodig. Ontdooien lukt vaak beter in meerdere
stappen. Deze zijn in de tabel onder elkaar
aangegeven.
Tip: Vlak bevroren of geportioneerde stukken
ontdooien sneller dan wanneer zij als blok werden
bevroren.
De gerechten tussentijds een tot twee keer omroeren of
keren. Grote stukken moet u herhaaldelijk keren. Indien
nodig de gerechten tussendoor uit elkaar halen of al
ontdooide stukken uit de binnenruimte nemen.
Laat de ontdooide gerechten nog 10 tot 30 minuten in
het uitgeschakelde apparaat rusten, zodat de
temperatuur zich aanpast.
Tip: Bij andere hoeveelheden dan in de insteltabel zijn
aangegeven, helpt de volgende vuistregel: bij een
dubbele hoeveelheid kan de duur bijna worden
verdubbeld.
Vlees, in stukken of plakken, bijv. goulash
(rauw vlees), 500 g*
Gehakt, gemengd, 200 g*Open vorm2
Gehakt, gemengd, 500 g*Open vorm2
Gehakt, gemengd, 1000 g*Open vorm2
Open vorm2
Open vorm2
Open vorm2
Open vorm2
■ Ý Magnetron
hoogte
Verwarmingsmethode
Ý
:
Ý
Ý
Ý
Ý
Ý
Ý
Ý
Ý
Ý
Ý
Ý
Ý
Temperatuur
in °C
-1803
140-160902-4
-1802
-9010-15
-18010
-18010
-18010
-18015
-18015
-18015
-1808
-908-15
-18010
Magnetronvermogen in
watt
9010-15
9010-15
9010-15
90 10-15
9040-50
9010-15
9020-30
9025-35
905-10
1805
9010-15
9020-30
Duur in
min.
Vis
Vis, heel, 300 g*Open vorm2
Visfilet, 400 g*Open vorm2
Fruit, groente
Kleinfruit, 300 gOpen vorm2
Groente, 600 gOpen vorm2
* Na 1/2 van de tijd keren
Ý
Ý
Ý
Ý
-1803
9010-15
-1805
9010-15
-1805-10
-18010
908-13
63
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
Diversen
Boter ontdooien, 125 gOpen vorm2
* Na 1/2 van de tijd keren
Voedingsproducten verwarmen met
microgolven
Met microgolven kunt u voedingsproducten verwarmen
of in één keer ontdooien en verwarmen.
Neem kant-en-klare gerechten voor het ontdooien uit de
verpakking. In een magnetronbestendige vorm wordt
het product sneller en gelijkmatiger verwarmd. De
componenten van een product kunnen op verschillende
snelheden worden verwarmd.
Platte gerechten zijn sneller klaar dan hoge. Verdeel de
voedingsproducten daarom zo vlak mogelijk in de
vorm. Plaats levensmiddelen niet boven op elkaar.
Dek de voedingsproducten af. Hierdoor verkrijgt u een
beter kookresultaat. Als u geen passende deksel voor
uw vorm hebt, gebruikt u een bord of speciaal
magnetronfolie.
Roer of keer de voedingsproducten tussentijds twee tot
drie keer om. Laat de voedingsproducten na het
verhitten nog 1 tot 2 minuten rusten voor een egale
temperatuur.
Plaats flesjes of potjes babyvoeding die u wilt
verwarmen, zonder speen of deksel op het rooster.
Schud of roer de voeding na het verwarmen goed door
en controleer altijd de temperatuur.
De voedingsproducten geven warmte aan de vorm af.
Ook als er alleen microgolven worden gebruikt, kan de
vorm daarom zeer heet worden.
Tip: Bij andere hoeveelheden dan in de insteltabel zijn
aangegeven, helpt de volgende vuistregel: bij een
dubbele hoeveelheid kan de duur bijna worden
verdubbeld.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
Bij het verwarmen van vloeistof kan er kookvertraging
ontstaan. Dit houdt in dat de kooktemperatuur wordt
bereikt zonder dat er bellen ontstaan. Al bij een kleine
trilling van de vorm kan de hete vloeistof dan plotseling
hevig overkoken en opspatten. Zorg ervoor dat er
tijdens het verwarmen altijd een lepel in de vorm staat.
Zo wordt kookvertraging voorkomen.
Attentie!
Ontstaan van vonken: metalen voorwerpen, zoals een
lepel in een glas, moeten minstens 2 cm van de
wanden van de binnenruimte en de binnenkant van de
deur verwijderd zijn. Vonken kunnen de binnenste
deurruit aantasten.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse dranken en
voedingswaren de instelwaarden voor het verwarmen
met microgolven. De tijdgegevens zijn richtwaarden. Zij
zijn afhankelijk van de vorm, evenals de kwaliteit,
temperatuur en aard van het levensmiddel. Er zijn
tijdintervallen aangegeven. Stel eerst de kortste tijd in
en verleng deze zo nodig.
De tabelwaarden gelden voor voedingsproducten die in
de koude binnenruimte worden geplaatst.
Als voor een specifiek voedingsproduct geen waarden
zijn aangegeven, oriënteert u zich op soortgelijke
voedingsproducten in de tabel.
Neem ongebruikte toebehoren uit de binnenruimte. Zo
verkrijgt u een optimaal kookesultaat en spaart u
energie.
Veeg de binnenruimte na de bereiding schoon.
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ Ý Magnetron
Verwarmingsmethode
Ý
Temperatuur
in °C
-907-9
Magnetronvermogen in
watt
Duur in
min.
GerechtVormenInschuif-
hoogte
Dranken verwarmen
200 ml (goed doorroeren)Open vorm2
400 ml (goed doorroeren)Open vorm2
64
Verwarmingsmethode
Ý
Ý
Temperatuur
in °C
-max1-3
-max2-6
Magnetronvermogen in
watt
Duur in
min.
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
GerechtVormenInschuif-
hoogte
Babyvoeding verwarmen
Melkflesje, 150 ml (goed doorroeren)Open vorm2
Groente, gekoeld
250 gGesloten vorm2
Groente, diepvries
los, 250 gGesloten vorm2
Spinazie à la crème, in diepvriesblok, 450 g
(tussendoor 1-2 keer goed doorroeren)
U kunt gegaarde gerechten met de
verwarmingsmethode boven- en onderwarmte warm
houden. Zo voorkomt u condensvorming en hoeft u de
binnenruimte niet af te nemen.
Houd de gegaarde gerechten nooit langer dan twee uur
warm. Let erop dat sommige gerechten tijdens het
warm houden verder garen. Dek de gerechten evt. af.
-60011-15
Ý
-6006-8
Ý
-6007-15
Ý
180-20018020-25
4
65
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Testgerechten
Deze tabellen zijn gemaakt voor onderzoeksinstituten
om het controleren en testen van het apparaat te
vergemakkelijken.
Conform EN 60350-1:2013 resp. IEC 60350-1:2011 en
conform EN 60705:2012, IEC 60705:2010.
Bakken
Bakplaten of vormen die gelijktijdig in de oven worden
geplaatst, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te
zijn.
Inschuifhoogtes bij het bakken op twee niveaus:
■ Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
■ Vormen op het rooster
eerste rooster: hoogte 3
tweede rooster: hoogte 1
Inschuifhoogtes bij het bakken op drie niveaus
■ Bakplaat: hoogte 5
■ Braadslede: hoogte 3
■ Bakplaat: hoogte 1
Bedekte appeltaart
Bedekte appeltaart op een niveau: donkere
springvormen diagonaal naast elkaar plaatsen.
Bedekte appeltaart op twee niveaus: donkere
springvormen diagonaal boven elkaar plaatsen.
Gebak in springvormen van blank metaal: met bovenen onderwarmte op één niveau bakken. Gebruik de
braadslede in plaats van het rooster en plaats hier de
springvorm in.
Waterbiscuit
Waterbiscuit op twee niveaus: donkere springvormen
diagonaal boven elkaar op de roosters plaatsen.
Aanwijzingen
■ De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst.
■ Neem de aanwijzingen voor het voorverwarmen in
de tabellen in acht. De instelwaarden gelden zonder
snel voorverwarmen.
■ Gebruik bij het bakken eerst de laagste opgegeven
temperatuur.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ : 4D-hetelucht
■ % Boven- en onderwarmte
■ ; Pizzastand
■ & Intensieve warmte
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
Bakken
SpritsBakplaat3
SpritsBakplaat3
Sprits, 2 niveausBraadslede + bakplaat3+1
Sprits, 3 niveausBakplaten + braadslede5+3+1
Small cakesBakplaat3
Small cakesBakplaat3
Small cakes, 2 niveausBraadslede + bakplaat3+1
Small cakes, 3 niveausBakplaten + braadslede5+3+1
WaterbiscuitSpringvorm Ø 26 cm2
WaterbiscuitSpringvorm Ø 26 cm2
Waterbiscuit, 2 niveausSpringvorm Ø 26 cm3+1
Bedekte appeltaart2x Zwarte bakvormen Ø 20 cm2
* 5 min. voorverwarmen, niet de snelverwarmingsfunctie gebruiken
** voorverwarmen, niet de snelverwarmingsfunctie gebruiken
* 5 min. voorverwarmen, niet de snelverwarmingsfunctie gebruiken
** voorverwarmen, niet de snelverwarmingsfunctie gebruiken
Grillen
Plaats ook de braadslede. De vloeistof wordt
opgevangen en de binnenruimte blijft schoner.
GerechtToebehorenInschuif-
Grillen
Toast gratineren*Rooster5
Beefburger, 12 stuks**Rooster4
* niet voorverwarmen
** na 2/3 van de totale tijd keren
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ ( Grill, groot
hoogte
Temperatuur
in °C
180-20060-80
170-18075-95
170-19070-90
Verwarmingsme-
Grillst
and
thode
33-5
(
325-30
(
Duur in
min.
Duur in
min.
Bereiding met magnetron
Gebruik voor de bereiding met de magnetron altijd een
hittebestendige, magnetronbestendige vorm. Houd u
aan de aanwijzingen voor de magnetronbestendige
vorm. ~ "De magnetron" op pagina 19
Als u de vorm op het rooster plaatst, schuift u het
rooster in met het opschrift “Microwave” naar de
apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht.
Aanwijzing: Bij het gebruik van alleen de
magnetronfunctie ter controle de droogfunctie in de
basisinstellingen uitschakelen. ~ "Basisinstellingen"