Meer informatie over producten, accessoires,
onderdelen en diensten vindt u op het internet:
www.siemens-home.bsh-group.com en in de onlineshop: www.siemens-home.bsh-group.com/eshops
8Gebruik volgens de
voorschriften
Gebrui k vol gens de voorschr i f ten
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Alleen dan kunt u uw apparaat goed en
veilig bedienen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om
door te geven aan een volgende eigenaar.
Dit apparaat is alleen bestemd voor inbouw.
Neem het speciale installatievoorschrift in
acht.
Controleer het apparaat na het uitpakken. Niet
aansluiten in geval van transportschade.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
apparaten zonder stekker aansluiten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting maakt
u geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het uitsluitend voor het
bereiden van gerechten en drank. Zorg ervoor
dat het apparaat onder toezicht gebruikt
wordt. Het toestel alleen gebruiken in gesloten
ruimtes.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 4.000 meter boven
zeeniveau.
Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen
vanaf 8 jaar en door personen met beperkte
fysieke, sensorische of geestelijke vermogens
of personen die gebrek aan kennis of ervaring
hebben, wanneer zij onder toezicht staan van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of geleerd hebben het op een
veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn
van de risico's die het gebruik van het toestel
met zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud van het toestel
mogen niet worden uitgevoerd door kinderen,
tenzij zij 15 aar of ouder zijn en onder toezicht
staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of de
aansluitkabel.
Toebehoren altijd op de juiste manier in de
binnenruimte leggen. ~ "Toebehoren"
op pagina 13
4
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
(Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
Belangr i j ke vei l i ghei dsvoor sc hr i f t en
Algemeen
:Waarschuwing – Risico van brand!
■ Brandbare voorwerpen die in de
binnenruimte worden bewaard kunnen vlam
vatten. Bewaar geen brandbare voorwerpen
in de binnenruimte. Open nooit de deur
wanneer er sprake is van rookontwikkeling
in het apparaat. Het toestel uitschakelen en
de stekker uit het stopcontact halen of de
zekering in de meterkast uitschakelen.
Risico van brand!
■ Losse voedselresten, vet en vleessap
kunnen in brand vliegen. Voor gebruik dient
u de binnenruimte, de
verwarmingselementen en de accessoires
vrij te maken van grove verontreiniging.
Risico van brand!
■ Wanneer de apparaatdeur geopend wordt,
ontstaat er een luchtstroom. Het bakpapier
kan dan de verwarmingselementen raken
en vlam vatten. Tijdens het voorverwarmen
mag er nooit bakpapier los op de
toebehoren liggen. Verzwaar het bakpapier
altijd met een vorm. Bakpapier alleen op
het benodigde oppervlak leggen. Het
bakpapier mag niet uitsteken over de
toebehoren.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
■ Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete
vlakken in de binnenruimte of
verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■ Toebehoren of vormen worden zeer heet.
Neem hete toebehoren en vormen altijd met
behulp van een pannenlap uit de
binnenruimte.
Risico van verbranding!
■ Alcoholdampen kunnen in de binnenruimte
vlam vatten. Nooit gerechten klaarmaken
die een hoog percentage alcohol bevatten.
Alleen kleine hoeveelheden drank met een
hoog alcoholpercentage gebruiken. De
deur van het toestel voorzichtig openen.
:Waarschuwing – Kans op verbranding!
■ Tijdens het gebruik worden de
toegankelijke onderdelen heet. De hete
onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
Kans op verbrandingen!
■ Bij het openen van de deur van het
apparaat kan hete stoom vrijkomen.
Afhankelijk van de temperatuur is er geen
stoom te zien. Tijdens het openen niet te
dicht bij het apparaat staan. De deur van
het apparaat voorzichtig openen. Zorg
ervoor dat kinderen uit de buurt blijven.
Kans op verbrandingen!
■ Door water in de hete binnnruimte kan hete
waterdamp ontstaan. Nooit water in de hete
binnenruimte gieten.
:Waarschuwing – Risico van letsel!
■ Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen
schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Risico van letsel!
■ Bij het openen en sluiten van de
apparaatdeur bewegen de scharnieren zich
en kunnen ze klem komen te zitten. Kom
niet met uw handen bij de scharnieren.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici
die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect, haal
dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■ De kabelisolatie van hete toestelonderdelen
kan smelten. Zorg ervoor dat er nooit
aansluitkabels van elektrische toestellen in
contact komen met hete onderdelen van
het apparaat.
Kans op een elektrische schok!
■ Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
■ Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
:Waarschuwing – Gevaar door
magnetisme!
In het bedieningspaneel of de
bedieningselementen bevinden zich
permanente magneten. Deze kunnen
elektronische implantaten, zoals pacemakers,
of insulinepompen beïnvloeden. Dragers van
elektronische implantaten dienen een afstand
van minstens 10 cm tot het bedieningspaneel
aan te houden.
5
nl Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Magnetron
:Waarschuwing – Risico van brand!
■ Het is gevaarlijk wanneer het toestel niet
volgens de voorschriften wordt gebruikt en
er kan schade ontstaan.
Het is niet toegestaan om gerechten of
kleding te drogen of pantoffels, warmte- of
graankussens, sponzen, vochtige
schoonmaakdoekjes en dergelijke te
verwarmen.
Verwarmde pantoffels, warmte- of
graankussens kunnen bijvoorbeeld ook na
uren nog vlam vatten. Gebruik het apparaat
uitsluitend voor het bereiden van gerechten
en drank.
Risico van brand!
■ Levensmiddelen kunnen vlam vatten. Nooit
levensmiddelen opwarmen in verpakkingen
die bestemd zijn om ze warm te houden.
Levensmiddelen nooit zonder toezicht
verwarmen in voorwerpen van kunststof,
papier of ander brandbaar materiaal.
Bij de magnetron nooit een te groot
vermogen of te lange tijdsduur instellen.
Houd u aan de opgaven in deze
gebruiksaanwijzing.
Nooit levensmiddelen drogen met de
magnetron.
Nooit levensmiddelen met weinig water,
zoals bijv. brood, met een te hoog
magnetronvermogen of te lange -tijd
ontdooien of verwarmen.
Risico van brand!
■ Spijsolie kan vlam vatten. Warm nooit
uitsluitend spijsolie op met de magnetron.
:Waarschuwing – Kans op explosie!
Vloeistof of andere voedingsmiddelen in dicht
afgesloten vormen kunnen exploderen. Nooit
vloeistof of andere voedingsmiddelen verhitten
in dicht afgesloten vormen.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
■ Levensmiddelen met een vaste schil of pel
kunnen tijdens, maar ook nog na het
opwarmen, exploderen. Nooit eieren koken
in de schil of hardgekookte eieren
opwarmen. Nooit schaal- en kreeftachtige
dieren koken. Bij spiegeleieren of eieren in
een glas dient u eerst de dooier door te
prikken. Bij levensmiddelen met een vaste
schil of pel, bijv. appels, tomaten,
aardappelen en worstjes, kan de schil
knappen. Prik voor het opwarmen gaatjes in
de schil of pel.
Risico van verbranding!
■ De warmte wordt niet gelijkmatig verdeeld
in de babyvoeding. Warm nooit
babyvoeding op in gesloten vormen.
Verwijder altijd het deksel of de speen. Na
het verwarmen goed roeren of schudden.
Controleer de temperatuur voordat u het
kind de voeding geeft.
Risico van verbranding!
■ Verhitte gerechten geven warmte af. De
vormen kunnen heel heet worden. Neem
vormen en toebehoren altijd met behulp
van een pannenlap uit de binnenruimte.
Risico van verbranding!
■ De verpakking van luchtdicht verpakte
levensmiddelen kan barsten. Houd u altijd
aan de opgaven op de verpakking. Neem
gerechten altijd met een pannenlap uit de
binnenruimte.
Risico van verbranding!
■ Tijdens het gebruik worden de
toegankelijke onderdelen heet. De hete
onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
Gevaar voor verbranding!
■ De droogfunctie bij de hoogste standen in
de zuivere magnetronfunctie schakelt
automatisch een verwarmingselement bij en
verhit de binnenruimte. Nooit de hete
vlakken in de binnenruimte of
verwarmingselementen aanraken. Zorg
ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■ Het is gevaarlijk om het apparaat niet
volgens de voorschriften te gebruiken.
Het drogen van gerechten of kleding, het
verwarmen van pantoffels, pitten- of
graankussens, sponzen, vochtige
schoonmaakdoekjes e.d. is niet toegestaan.
Voorwerpen zoals oververhitte pantoffels,
pitten- of graankussen, sponzen, vochtige
schoonmaakdoekjes e.d. kunnen
verbranding tot gevolg hebben
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
■ Bij het verwarmen van vloeistof kan er
kookvertraging ontstaan. Dit houdt in dat de
kooktemperatuur wordt bereikt zonder dat
er bellen ontstaan. Al bij een kleine trilling
van de vorm kan de hete vloeistof dan
plotseling hevig overkoken en opspatten.
Zorg ervoor dat er tijdens het verwarmen
altijd een lepel in de vorm staat. Zo wordt
kookvertraging voorkomen.
6
:Waarschuwing – Risico van letsel!
■ Ongeschikte vormen kunnen barsten.
Vormen van porselein en keramiek kunnen
kleine gaatjes hebben in de handgrepen en
deksels. Achter deze gaatjes bevindt zich
een lege ruimte. Als er vocht in deze ruimte
komt, kan dit barsten veroorzaken in de
vormen. Alleen vormen gebruiken die
geschikt zijn voor de magnetron.
Gevaar voor letsel!
■ Bij uitsluitend gebruik van de
magnetronfunctie kunnen vormen van
metaal of vormen met metalen coating
leiden tot het ontstaan van vonken. Het
apparaat raakt dan beschadigd. Bij
uitsluitend gebruik van de magnetronfunctie
zijn metalen vormen niet toegestaan.
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
Braadthermometer
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
Bij gebruik van een verkeerde
braadthermometer kan de isolatie beschadigd
raken. Gebruik alleen de braadthermometer
die bestemd is voor het toestel.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
Het apparaat werkt met hoogspanning. Nooit
de behuizing verwijderen.
:Waarschuwing – Ernstig
gezondheidsrisico!
■ Wanneer het apparaat verkeerd wordt
gereinigd kan het oppervlak worden
beschadigd. Er kan energie van de
microgolven naar buiten komen. Het
apparaat regelmatig schoonmaken en
resten van voedingsmiddelen direct
verwijderen. Zorg ervoor dat de
binnenruimte, deurdichting, deur en
deuraanslag altijd schoon zijn.
Ernstig gezondheidsrisico!
■ Wanneer de deur van de binnenruimte of
de deurdichting beschadigd is, kan er
energie van microgolven vrijkomen. Het
apparaat nooit gebruiken wanneer de deur
van de binnenruimte, de deurdichting of de
kunststof omlijsting van de deur
beschadigd is. Contact opnemen met de
servicedienst.
Ernstig gezondheidsrisico!
■ Bij toestellen waarvan de afdekking van de
behuizing niet is afgedekt komt
microgolfenergie vrij. De afdekking van de
behuizing nooit verwijderen. Neem voor
onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
contact op met de klantendienst.
7
nl Oorzaken van schade
]Oorzaken van schade
Oorzaken van schade
Algemeen
Attentie!
■ Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de
bodem van de binnenruimte: Geen toebehoren op
de bodem van de binnenruimte leggen. Geen
bakpapier of folie, van welk type dan ook, op de
bodem van de binnenruimte leggen. Geen vorm op
de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer
een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is.
Er ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De
bak- en braadtijden kloppen niet meer en het email
wordt beschadigd.
■ Aluminiumfolie: aluminiumfolie in de binnenruimte
mag niet in contact komen met de deurruit. Hierdoor
kunnen permanente verkleuringen van de ruit
optreden.
■ Vormen van silicone: geen bakvormen van silicone
of silicone-achtige, herbruikbare bakfolie,
afdekkingen of accessoires gebruiken.De baksensor
kan dan beschadigd raken.
Bakpapier dat van een laagje silicone is voorzien
kan worden gebruikt.
■ Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de
hete binnenruimte gieten. Er ontstaat dan
waterdamp. Door de verandering van temperatuur
kan schade aan het email ontstaan.
■ Blijft er gedurende langere tijd vocht in de
binnenruimte, dan kan dit leiden tot corrosie. De
binnenruimte na gebruik laten drogen. Bewaar
gedurende langere tijd geen levensmiddelen in de
gesloten binnenruimte. Bewaar geen gerechten in
de binnenruimte.
■ Koelen met de apparaatdeur open: na een bereiding
met hoge temperaturen de binnenruimte laten
afkoelen met de deur gesloten. Zorg ervoor dat er
niets tussen de apparaatdeur beklemd raakt. Ook
wanneer de deur slechts op een kier staat, kunnen
naburige voorzijden van meubels in de loop van de
tijd beschadigd raken.
Alleen na gebruik met veel vocht de binnenruimte
laten drogen met de deur open.
■ Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig
vruchtengebak niet te overvloedig bedekken.
Vruchtensap dat van de bakplaat druppelt, laat
vlekken achter die niet meer kunnen worden
verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere
braadslede.
■ Ovenreiniger: nooit ovenreiniger in de warme
binnenruimte gebruiken. Er kan schade aan het
email ontstaan. Vóór het volgende opwarmen resten
uit de binnenruimte en van de toesteldeur volledig
verwijderen.
■ Sterk vervuilde dichting: wanneer de dichting sterk
vervuild is, sluit de apparaatdeur niet goed meer. De
aangrenzende voorzijden van meubels kunnen dan
beschadigd raken. Zorg ervoor dat de dichting altijd
schoon is.
■ Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te
plaatsen: niets op de apparaatdeur leggen of
plaatsen en er niets aan hangen. Geen vormen of
toebehoren op de apparaatdeur plaatsen.
■ Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type
toestel kunnen de toebehoren krassen geven op de
deur. Toebehoren altijd tot de aanslag in de
binnenruimte schuiven.
■ Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de
deurgreep vasthouden of dragen. De deurgreep
houdt op den duur het gewicht van het apparaat niet
en kan afbreken.
Magnetron
Attentie!
■ Ontstaan van vonken: metalen voorwerpen, zoals
een lepel in een glas, moeten minstens 2 cm van de
wanden van de binnenruimte en de binnenkant van
de deur verwijderd zijn. Vonken kunnen de
binnenste deurruit aantasten.
■ Toebehoren combineren: Het rooster niet
combineren met de braadslede. Wanneer deze
direct op elkaar geschoven zijn, kunnen er vonken
ontstaan. Beide alleen op de eigen hoogte
inschuiven.
■ Uitsluitend magnetron: wordt alleen de magnetron
gebruikt, dan is de braadslede of de bakplaat niet
geschikt. Er kunnen vonken ontstaan en de
binnenruimte wordt beschadigd. Gebruik als vlak om
iets op te zetten het meegeleverde rooster of de
magnetron in combinatie met een
verwarmingsmethode.
■ Aluminium schalen: geen aluminium schalen in het
apparaat plaatsen. Wanneer er vonken ontstaan,
raakt het apparaat beschadigd.
■ Gebruik van de magnetron zonder etenswaar:
wanneer het apparaat wordt gebruikt zonder dat er
etenswaar in staat, leidt dit tot overbelasting. Nooit
de magnetron starten als er geen etenswaar in de
binnenruimte staat. Alleen een korte serviestest
vormt hierop een uitzondering. ~ "De magnetron"
op pagina 19
■ Popcorn uit de magnetron: stel nooit een te hoog
magnetronvermogen in. Maximaal 600 watt
gebruiken. Leg de popcornzak altijd op een glazen
bord. Door overbelasting kan de deurruit barsten.
8
Milieubescherming nl
7Milieubescherming
Mi l i eubescher ming
Uw nieuwe apparaat is bijzonder energie-efficiënt. Hier
krijgt u tips over de manier waarop u bij het gebruik van
uw apparaat nog meer kunt besparen op energie en het
apparaat op de juiste manier afvoert.
Energiebesparing
■ Het apparaat alleen voorverwarmen als dit in het
recept of in de tabellen van de gebruiksaanwijzing is
opgegeven.
■ Laat diepvrieslevensmiddelen eerst ontdooien
voordat u ze in de binnenruimte plaatst.
■ Open de apparaatdeur tijdens de bereiding zo
weinig mogelijk.
■ Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na
elkaar bakken. De binnenruimte is dan nog warm.
Hierdoor is de baktijd voor het tweede gerecht
korter. U kunt ook twee rechthoekige vormen naast
elkaar in de binnenruimte plaatsen.
■ Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde
bakvormen. Deze nemen de hitte bijzonder goed op.
■ Verwijder de accessoires die u niet nodig heeft uit
de binnenruimte.
■ Bij langere bereidingstijden kunt u het apparaat
10 minuten voor het einde van de bereidingstijd
uitzetten en de restwarmte gebruiken voor het
afbakken.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de
EU geldige terugneming en verwerking van
oude apparaten.
9
nl Het apparaat leren kennen
*Het apparaat leren kennen
Het apparaat leren kennen
In dit hoofdstuk geven we u uitleg over de indicaties en
bedieningselementen. Daarnaast leert u verschillende
functies van uw apparaat kennen.
Aanwijzing: Afhankelijk van het apparaattype zijn kleur-
en detailafwijkingen mogelijk.
'KHWHOXFKW
RQRII
PHQX
Bedieningspaneel
Via het bedieningspaneel stelt u met behulp van toetsen
en een draaiknop de verschillende functies van uw
apparaat in. Het display geeft de actuele instellingen
weer.
&
&
VWDUWVWRS
Toetsen
(
De toetsen links en rechts van de draaiknop
hebben een drukpunt. Druk op de toets om deze
in werking te stellen.
Draaiknop
0
U kunt de draaiknop naar rechts of naar links
draaien.
Touch-display
8
Op het touch-display ziet u de actuele
instelwaarden, keuzemogelijkheden en
aanwijzingen. Om in te stellen tipt u op het
betreffende tekstveld. Afhankelijk van de keuze
veranderen de tekstvelden.
Bedieningselementen
De afzonderlijke bedieningselementen zijn afgestemd
op de verschillende functies van uw apparaat. Zo kunt u
het apparaat eenvoudig en direct instellen.
Toetsen
De betekenis van de verschillende toetsen wordt hier
kort uitgelegd.
ToetsenBetekenis
on/offApparaat in- en uitschakelen
menuMenuFunctiekeuze-menu openen
l/
0
c
Informatie
Kinderslot
TijdfunctiesMenu Tijdfuncties openen
Snel voorverwarmen
Aanwijzingen laten weergeven
Kinderslot activeren en deactive-
ren
Snel voorverwarmen in- en uitschakelen
start/stopWerking starten, stoppen of afbre-
ken
--------
Draaiknop
Met de draaiknop wijzigt u de instelwaarden die op het
display zijn weergegeven,
Bij de meeste keuzelijsten, bijv. de
verwarmingsmethoden, begint na het laatste punt het
eerste weer. Bij de temperatuur moet u de draaiknop
bijv. weer terugdraaien wanneer de minimale of
maximale temperatuur bereikt is.
Display
Het display is zo gestructureerd dat u de opgaven met
één blik kunt aflezen.
De waarde die u kunt instellen staat in focus. Hij wordt
in het wit weergegeven tegen een donkere achtergrond.
Statusregel
De statusregel bevindt zich boven in het display. Hier
worden de tijd en de ingestelde tijdfuncties
weergegeven.
Voortgangslijn
Aan de hand van de voortgangslijn ziet u bijv. hoever
de oven al is opgewarmd of de tijdsduur afgelopen is.
De rechte lijn onder de waarde in focus wordt met het
voortschrijden van de werking van links naar rechts
gevuld.
10
Het apparaat leren kennen nl
Tijdsafloop
Wanneer u het apparaat heeft gestart zonder een
tijdsduur in te voeren, kunt u rechtsboven in de
statusregel zien hoelang het programma al loopt.
Wanneer u een tijdsduur heeft ingesteld die vervolgens
gewist is, wordt vanaf het moment dat de tijdsduur
afgelopen is verder geteld.Zo kunt u altijd controleren
hoelang het programma al loopt.
Temperatuurregeling
De balken in de temperatuurregeling geven de
opwarmingsfasen of de restwarmte in de binnenruimte
aan.
Verwarmingscontrole
Restwarmte-indicatie
Aanwijzing: Door thermische traagheid kan de
weergegeven temperatuur een beetje afwijken van de
werkelijke temperatuur in de binnenruimte.Tijdens het
opwarmen kunt u met de toets
opwarmtemperatuur opvragen.
De verwarmingscontrole geeft de temperatuurverhoging in de binnenruimte weer. Wanneer alle
balken vol zijn, is het optimale tijdstip bereikt om
het gerecht in te schuiven.
Bij de grill- en reinigingsstanden verschijnen de
balken niet.
Wanneer het apparaat uitgeschakeld is, geeft de
temperatuurregeling de restwarmte in de binnenruimte weer.De weergave verdwijnt wanneer de
temperatuur tot ca. 60 °C gedaald is.
² de actuele
Functiekeuze-menu
Het menu is onderverdeeld in verschillende functies. Zo
kunt u snel naar de gewenste functie gaan.
FunctieGebruik
VerwarmingsmethodenVoor de bereiding van uw gerecht
zijn er vele fijn afgestemde verwarmingsmethoden.
Gerechten ~ "Gerechten"
op pagina 33
Magnetron ~ "De magnetron"
op pagina 19
Magnetron-combinatie ~ "De
magnetron" op pagina 19
Drogen ~ "De magnetron"
op pagina 19
Instellingen
~ "Basisinstellingen"
op pagina 18
Home Connect ~ "Home
Connect" op pagina 24
--------
Hier vindt u voor veel gerechten
de juiste, al geprogrammeerde
instelwaarden.
Met de magnetron kunt u de
gerechten sneller bereiden, verwarmen of ontdooien.
Hiermee kunt u naast de magnetron een verwarmingsmethode
inschakelen.
Altijd gebruiken na bereiding met
de magnetron.
U kunt de basisinstellingen van
uw apparaat aanpassen aan uw
gewoontes.
Met deze functie kunt u de oven
verbinden met een mobiel eindapparaat.
Verwarmingsmethoden
Om de juiste verwarmingsmethode voor uw gerecht te
kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over de
verschillen en toepassingen.
VerwarmingsmethodenTemperatuurGebruik
:
%
‘
+
4
4D-hetelucht30-275 °CVoor het bakken en braden op één of meerdere niveaus.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de achterkant gelijkmatig in de binnenruimte.
Boven- en onderwarmte30-300 °CVoor het traditioneel bakken en braden op één niveau. Bijzonder geschikt voor
gebak met vochtige bedekking.
De warmte komt gelijkmatig van onderen en van boven.
Hetelucht eco30-275 °CVoor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten op één niveau, zonder
voorverwarmen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de ach-
terkant in de binnenruimte.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmethode tussen 125-275 °C.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het energieverbruik in de
circulatieluchtmodus en de energie-efficiëntieklasse gebruikt.
Boven- en onderwarmte eco30-300 °CVoor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten op één niveau.
De warmte komt van boven en van onderen.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmethode tussen 150-250 °C.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het energieverbruik in de
conventionele modus gebruikt.
Circulatiegrillen30-300 °CVoor het braden van gevogelte, hele vis en grotere vleesstukken.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit. De ventilator
wervelt de hete lucht rond de gerechten.
Bij zeer hoge temperaturen wordt de temperatuur na
langere tijd enigszins verlaagd door het apparaat.
11
nl Het apparaat leren kennen
(
*
;
&
.
$
'
R
ˆ
Grill, grootGrillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Grill, kleinGrillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Pizzastand30-275 °CVoor het bereiden van pizza's en gerechten die veel warmte van onderen nodig
Intensieve warmte30-300 °CVoor gerechten met een knapperige bodem.
Langzaam garen70-120 °CVoor het langzaam garen van aangebraden, zachte stukken vlees in open vormen.
Onderwarmte30-250 °CVoor de bereiding au bain-marie en om na te bakken.
Drogen30-150 °CVoor het drogen van kruiden, fruit en groente.
Warmhouden60-100 °CVoor het warmhouden van bereide gerechten.
Servies voorverwarmen30-70 °CVoor het opwarmen van servies.
Voor het grillen van platte stukken zoals steaks, worstjes of toast en voor het gratineren.
Het hele oppervlak van het grillelement wordt heet.
Voor het grillen van kleine hoeveelheden, zoals steaks, worstjes of toast en om te
gratineren.
Het middelste deel onder het grillelement wordt heet.
hebben.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingselement aan de ach-
terwand zijn ingeschakeld.
De warmte komt van boven en bijzonder sterk van beneden.
De warmte komt bij een lage temperatuur gelijkmatig van boven en van onderen.
De warmte komt van onderen.
,
--------
Voorgestelde waarden
Bij elke verwarmingsmethode geeft het apparaat een
voorgestelde temperatuur of stand weer. U kunt deze
overnemen of in het betreffende bereik veranderen.
coolStart-functie30-275 °CVoor de snelle bereiding van diepvriesproducten op hoogte 3. De temperatuur is
afhankelijk van de opgaven van de fabrikant. Gebruik de hoogste temperatuur die
op de verpakking staat aangegeven. De bereidingstijd is zoals aangegeven of korter.Het heeft geen zin om voor te verwarmen
Meer informatie
In de meeste gevallen biedt het apparaat u
aanwijzingen en meer informatie over de zojuist
uitgevoerde actie.Druk hiervoor op de toets l.De
aanwijzing wordt enkele seconden weergegeven.
Vele aanwijzingen verschijnen automatisch, bijv. ter
bevestiging of als oproep of waarschuwing.
Functies voor de binnenruimte
Enkele functies vergemakkelijken het gebruik van uw
apparaat. Zo wordt bijv. de binnenruimte volledig
verlicht en een koelventilator beschermt het apparaat
voor oververhitting.
Apparaatdeur openen
Wanneer u tijdens het gebruik de apparaatdeur opent,
wordt de werking stopgezet. Bij het sluiten van de deur
wordt de werking voortgezet.
Aanwijzing: Bij de functie Magnetron moet u de
werking na het sluiten van de deur met de toets start/
stop voortzetten. Daarvoor kunt u de basisinstelling
wijzigen.
Verlichting van de binnenruimte
Wanneer u de apparaatdeur opent, schakelt de
binnenruimteverlichting in. Blijft de deur langer dan
15 minuten open, dan schakelt de binnenverlichting
weer uit.
Bij de meeste functies schakelt de
binnenruimteverlichting in zodra c wordt gestart.
Wanneer het programma beëindigd is, schakelt de
verlichting uit.
Aanwijzing: In de basisinstellingen kunt u vastleggen
dat de binnenruimteverlichting bij gebruik niet
inschakelt.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld.
De warme lucht ontsnapt via de deur.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Anders raakt de
oven oververhit.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen instellen
hoelang de koelventilator naloopt.
~ "Basisinstellingen" op pagina 18
12
Toebehoren nl
_Toebehoren
Toebehoren
Bij uw apparaat horen verschillende toebehoren. Hier is
krijgt u een overzicht over de meegeleverde toebehoren
en de manier waarop ze worden gebruikt.
Meegeleverde toebehoren
Uw apparaat is voorzien van de volgende toebehoren:
Rooster
Voor servies, gebak- en ovenschalen.
Voor braad- en grillstukken en diepvriesgerechten.
Het rooster is geschikt voor gebruik met
de magnetron.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Hij kan ook worden gebruikt om het vet
op te vangen, als u direct op het rooster
grilt.
Bakplaat
Voor plaatgebak en klein gebak.
Braadthermometer
Maakt het mogelijk het eindresultaat
exact op uw wensen af te stellen.
In het betreffende hoofdstuk kunt u
lezen hoe deze te gebruiken.
--------
Gebruik alleen originele toebehoren. Deze zijn speciaal
op uw apparaat afgestemd.
Toebehoren kunt u nabestellen bij de servicedienst, in
de vakhandel of via het internet.
Aanwijzing: Wanneer de toebehoren heet worden,
kunnen ze vervormen. Dit heeft geen invloed op de
werking. De vervorming verdwijnt weer nadat ze zijn
afgekoeld.
Magnetron
Voor gebruik met alleen de magnetron is uitsluitend het
meegeleverde rooster geschikt. Door het gebruik van
de braadslede of bakplaat kunnen vonken ontstaan.
Bij gebruik in combinatie met de magnetron of de
functie Gerechten kunt u ook de braadslede, de
bakplaat of andere meegeleverde accessoires
gebruiken.
~ "Braadthermometer" op pagina 21
Accessoires inschuiven
De binnenruimte heeft 5 inschuifhoogtes. De
inschuifhoogtes worden van beneden naar boven
geteld.
In de binnenruimte is de bovenste inschuifhoogte bij
veel apparaten voorzien van een grillsymbool.
Bij de inschuifhoogtes 1, 3, 4 en 5 de accessoires altijd
tussen de beide geleidestangen van een inschuifhoogte
schuiven.
De accessoires kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken zonder dat ze kantelen. Met
de uitschuifrails op hoogte 2 kunt u de accessoires
verder naar buiten trekken.
Let erop dat de accessoires zich achter het lipje ‚ op
de uitschuifrails bevinden.
Voorbeeld in de afbeelding: braadslede
D
Aanwijzingen
■ Let erop dat u de accessoires altijd op de juiste
manier in de binnenruimte plaatst.
■ Schuif de accessoires altijd volledig in de
binnenruimte, zodat ze de apparaatdeur niet raken.
Vergrendelingsfunctie
De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken, tot ze inklikken. De
vergrendelingsfunctie voorkomt dat de toebehoren
kantelen wanneer ze worden verwijderd. De toebehoren
dienen op de juiste wijze in de binnenruimte te worden
geschoven, zodat de kantelbeveiliging goed werkt.
13
nl Voor het eerste gebruik
Let er bij het inschuiven van het rooster op dat de
ontgrendelnok
‚ zich aan de achterkant bevindt en
naar beneden wijst. De tekst “microwave” moet op de
voorkant staan en de kromming moet naar beneden
¾ wijzen.
D
D
Let er bij het inschuiven van platen op dat de
ontgrendelnok ‚ zich aan de achterkant bevindt en
naar beneden wijst. De schuine kant van de toebehoren
ƒ moet van voren naar de apparaatdeur wijzen.
Voorbeeld in de afbeelding: braadslede
D
D
E
Extra toebehoren
Extra toebehoren kunt u kopen bij de servicedienst, in
speciaalzaken of via het internet. U vindt een uitgebreid
aanbod voor uw apparaat in onze folders of op internet.
De beschikbaarheid en de mogelijkheid om online te
bestellen is per land verschillend. U kunt dit nakijken in
uw verkoopdocumenten.
Aanwijzing: Niet alle extra toebehoren passen bij elk
apparaat. Geef bij de aankoop altijd de precieze
aanduiding (E-nr.) van uw apparaat op.
~ "Servicedienst" op pagina 33
Braadslede met antiaanbaklaag
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Gebak en vlees laten gemakkelijker los van de braadslede.
Bakplaat met antiaanbaklaag
Voor plaatgebak en klein gebak.
Het gebak laat gemakkelijker los van de bakplaat.
Grote braadpan met inzetrooster
Voor het klaarmaken van grote hoeveelheden.
Deksel voor de grote braadpan
De deksel maakt van de grote braadpan een professionele pan.
Pizzaplaat
Voor pizza's en groot, rond gebak.
Grillplaat
Om te grillen, in plaats van het rooster, of als bescherming tegen spetters. Alleen gebruiken in de braadslede.
Baksteen
Voor zelfgemaakt brood, broodjes en pizza's die een knapperige
bodem moeten hebben.
De baksteen moet tot de aanbevolen temperatuur worden voorverwarmd.
Glazen braadpan
Voor stoofgerechten en ovenschotels.
Bij uitstek geschikt voor de verwarmingsmethode “Gerechten”.
Glazen schaal
Voor grote braadstukken, vochtig gebak en ovenschotels.
Glazen braadslede
Voor ovenschotels, groentegerechten en gebak.
Decorlijsten
Voor het afdekken van vakbodems van meubels en de grondplaat van
het apparaat.
--------
KVoor het eerste gebruik
Voo r het eer st e gebrui k
Voordat u uw nieuwe apparaat kunt gebruiken moet u
enkele instellingen uitvoeren: Reinig daarnaast de
binnenruimte en de toebehoren.
Speciale accessoires
Rooster
Voor servies, gebak en ovenschalen en voor braad- en grillstukken.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Hij kan ook worden gebruikt om het vet op te vangen, als u direct op
het rooster grilt.
Bakplaat
Voor plaatgebak en klein gebak.
Inzetrooster
Voor vlees, gevogelte en vis.
Om in de braadslede te plaatsen en afdruipend vet en vleesssap op te
vangen.
14
Eerste gebruik
Na de stroomaansluiting of een stroomonderbreking
verschijnen in het display de instellingen voor het eerste
gebruik.
Aanwijzing: U kunt deze instellingen op elk moment in
de basisinstellingen wijzigen. ~ "Basisinstellingen"
op pagina 18
Taal instellen
De taal “Deutsch” is standaard ingesteld.
1. Met de draaiknop de gewenste taal instellen.
2. Op de pijl Æ tippen.
De volgende instelling verschijnt.
Apparaat bedienen nl
Tijd instellen
De tijd start bij 12:00 uur.
1. Met de draaiknop de actuele tijd instellen.
2. Op de pijl Æ tippen
Datum instellen
Standaard is de datum 1.1.2014 ingesteld.
1. Tip steeds op de pijl Æ voor de volgende instelling.
2. Met de draaiknop de actuele dag, de maand en het
jaar instellen.
Met Home Connect
1. Tip op “Met Assistent instellen”.
2. Meer aanwijzingen in het hoofdstuk ~ "Home
Connect" op pagina 24
Binnenruimte en toebehoren reinigen
Voordat u voor het eerst gerechten klaarmaakt met het
apparaat dient u de binnenruimte en de toebehoren te
reinigen.
Binnenruimte reinigen
Om de geur van het nieuwe te verwijderen, warmt u de
lege, gesloten binnenruimte op.
Let erop dat zich geen verpakkingsresten, zoals
korreltjes piepschuim, in de binnenruimte bevinden en
verwijder zelfklevende tape in of bij de binnenruimte.
Neem voor het opwarmen de gladde oppervlakken in
de binnenruimte af met een zachte, vochtige doek.
Ventileer de keuken zolang het apparaat opwarmt.
Voer de opgegeven instellingen uit.
Instellingen
Verwarmingsmethode
Temperatuurmaximaal
Tijdsduur1 uur
In het volgende hoofdstuk kunt u lezen hoe u een
verwarmingsmethode en temperatuur instelt.
Schakel het apparaat na de aangegeven tijdsduur uit
met on/off.
Wanneer de binnenruimte afgekoeld is, reinigt u de
gladde oppervlakken met zeepsop en een
schoonmaakdoekje.
Toebehoren reinigen
Reinig de toebehoren grondig met zeepsop en een
schoonmaakdoekje of een zachte borstel.
4D-hetelucht :
1Apparaat bedienen
Apparaat bedi enen
U heeft de bedieningselementen en hun werking al
leren kennen. Nu leggen we uit hoe u het apparaat
instelt. U komt te weten wat er bij het in- en
uitschakelen gebeurt en hoe u de functies instelt.
Apparaat in- en uitschakelen
Uw apparaat moet eerst ingeschakeld worden voordat
u iets kunt instellen.
Uitzondering: het kinderslot en de kookwekker kunnen
ook worden ingesteld als het apparaat uitgeschakeld is.
Indicaties op het display of aanwijzingen, bijv. voor de
restwarmte-indicatie in de binnenruimte, blijven ook
zichtbaar wanneer het apparaat uitgeschakeld is.
Schakel het apparaat uit wanneer u het niet gebruikt.
Wanneer er langere tijd niets is ingesteld, schakelt het
apparaat automatisch uit.
Apparaat inschakelen
Met de toets on/off schakelt u het apparaat in.
on/off boven de toets wordt blauw verlicht.
Op het display verschijnt het Siemens-logo en
vervolgens een verwarmingsmethode en een
temperatuur.
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen vastleggen
welke functie-menu er na het inschakelen moet
verschijnen.
Apparaat uitschakelen.
Met de toets on/off schakelt u het apparaat uit.
De verlichting boven de toets verdwijnt.
Een ingestelde functie wordt afgebroken.
Op het display verschijnt de tijd.
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen vastleggen
of de tijd wel of niet wordt weergegeven wanneer het
apparaat uitgeschakeld is.
Werking starten of onderbreken
Om de werking te starten of te onderbreken drukt u op
de toets start/stop. Nadat de werking onderbroken is,
kan de koelventilator doorlopen.
Om alle instellingen te wissen, drukt u op de toets on/
off.
Wanneer u tijdens het gebruik de deur van de
binnenruimte opent, wordt de werking onderbroken.
Om de werking voort te zetten de deur van de
binnenruimte sluiten.
Tip: U kunt deze instelling in de basisinstellingen
veranderen. ~ "Basisinstellingen" op pagina 18
15
nl Apparaat bedienen
Functie instellen
Wanneer u een functie kiest, moet het apparaat
ingeschakeld zijn.
1. Toets menu indrukken..
Het functie-menu wordt geopend.
2. Tip op de gewenste functie.
Afhankelijk van de functie zijn er verschillende
keuzemogelijkheden beschikbaar.
3. Met de draaiknop de keuze veranderen.
Naar keuze andere instellingen veranderen
4. Met de toets start/stop starten.
Op het display verschijnt een tijdsafloop. De
instellingen en de voortgangslijn zijn zichtbaar.
Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
Nadat het apparaat is ingeschakeld verschijnt de
ingestelde verwarmingsmethode met temperatuur. U
kunt deze instelling direct met de toets start/stop
starten. Wilt u een andere verwarmingsmethode
instellen, ga dan als volgt te werk.
Voor andere instellingen kunt u de waarden op de
volgende manier veranderen.
Het voorbeeld in de afbeelding: boven- en onderwarmte
met 180°C.
1. Met de draaiknop de verwarmingsmethode
veranderen.
Snel voorverwarmen
Met de toets c kunt u de binnenruimte bijvonder snel
opwarmen.
Het snel voorverwarmen is niet bij alle
verwarmingsmethoden mogelijk.
Geschikte verwarmingsmethoden:
:
%
&
Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, plaatst u het
gerecht en de accessoires pas in de binnenruimte
wanneer het snel voorverwarmen beëindigd is.
Instellen
Let erop dat u een geschikte verwarmingsmethode
kiest. De temperatuur moet op meer dan 100 °C zijn
ingesteld, anders start het snel voorverwarmen niet.
1. Verwarmingsmethode en temperatuur instellen.
2. Toets c indrukken.
4D-hetelucht
Boven- en onderwarmte
Intensieve warmte
%RYHQHQ
RQGHUZDUPWH
ꑛ
&
PLQV
%RYHQHQ
2. Op de voorgestelde temperatuur tippen.
3. Met de draaiknop de temperatuur veranderen.
RQGHUZDUPWH
&
%RYHQHQ
4. Starten met de toets start/stop.
RQGHUZDUPWH
&
PLQV
%RYHQHQ
RQGHUZDUPWH
&
Links naast de temperatuur verschijnt het symbool c.
De temperatuurregeling begint zich te vullen.
Wanneer het snel voorverwarmen beëindigd is, klinkt er
een signaal. Het symbool c verdwijnt.Plaats het
gerecht in de binnenruimte.
Aanwijzingen
■ Een ingestelde tijdsduur loopt onafhankelijk van de
functie Snel voorverwarmen direct na de start af.
■ Tijdens het snel voorverwarmen kunt u met de toets
l de actuele temperatuur van de binnenruimte
opvragen.
Afbreken
Toets c indrukken.Het symbool c verdwijnt van het
display.
Op het display worden de ingestelde
verwarmingsmethode en de temperatuur weergegeven.
16
Tijdfuncties nl
OTijdfuncties
Tij dfuncties
Uw apparaat beschikt over verschillende tijdfuncties.
TijdfunctieGebruik
KookwekkerDe kookwekker functioneert als een eier-
Q
wekker. Na afloop van de ingestelde tijd
klinkt een signaal.
TijdsduurNa afloop van een ingestelde tijd klinkt
+
een signaal. Het apparaat schakelt automatisch uit.
EindtijdStel een tijdsduur en een eindtijd in. Het
*
apparaat schakelt automatisch in, zodat
de werking op het gewenste tijdstip beëindigd is.
Aanwijzingen
■ Een tijdsduur tot één uur kunt u op de minuut
precies instellen.
Een tijdsduur van langer dan een uur kunt u instellen
in stappen van 5 minuten.
■ Afhankelijk van de richting waarin u de draaiknop
draait, begint de tijdsduur bij een voorgestelde
waarde: links 10 minuten,
rechts 30 minuten.
■ Aan het einde van elke tijdsfunctie klinkt een signaal
en in de statusregel staat "Beëindigd".
■ Met de toets l kunt u tussentijds informatie
opvragen, die dan kort op het display verschijnt.
Tijdsduur
Wanneer u een tijdsduur (bereidingstijd) voor uw
gerecht instelt, wordt de werking na deze tijd
automatisch beëindigd. De oven warmt niet meer op.
U kunt maximaal 23 uur en 59 minuten instellen.
Voorwaarde: er zijn een verwarmingsmethode en een
temperatuur ingesteld.
Voorbeeld: instelling voor 4D-hetelucht, 180 °C,
tijdsduur 45 minuten.
1. Toets 0 indrukken.
Het menu Tijdfuncties gaat open.
ꑖPLQV
2. Met de draaiknop de tijdsduur instellen.
ꑘ:HNNHU
ꑘ:HNNHU
ꑖPLQV
ꑗ
Kookwekker
U kunt de wekker op elk moment instellen, ook
wanneer het apparaat uitgeschakeld is. Hij loopt parallel
aan de andere tijdinstellingen en heeft een eigen
signaal. Zo hoort u of de wekker of een tijdsduur
afgelopen is.
U kunt maximaal 24 uur instellen.
1. Toets 0 indrukken.
Het veld voor de wekker gaat open.
2. Met de draaiknop de wekkertijd instellen.
Na enkele seconden start de wekker.
Het symbool U voor de wekker en de aflopende tijd
wordt links in de statusregel weergegeven.
Aan het einde van de ingestelde tijd
Er klinkt een signaal. Op het display verschijnt
“Kookwekker afgelopen”. U kunt het signaal met de
toets 0 voortijdig uitschakelen.
Wekkertijd afbreken
Met toets 0 het menu Tijdfuncties openen en de tijd
terugdraaien. Het menu met de toets 0 sluiten.
Wekkertijd veranderen
Met de toets 0 het menu Tijdfuncties openen en met
de draaiknop in de volgende seconden de wekkertijd
wijzigen. Met de toets 0 de wekker starten.
3. Starten met de toets start/stop.
Het verloop van de tijdsduur x is te zien in de
statusregel.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. In de
statusregel staat “Beëindigd". U kunt het signaal
voortijdig met de toets 0 uitschakelen.
Tijdsduur afbreken
Met de toets 0 het menu Tijdfuncties openen. De
tijdsduur terugdraaien. Op het display worden nu de
ingestelde verwarmingsmethode en temperatuur
weergegeven.
Tijdsduur veranderen
Met de toets 0 het menu Tijdfuncties openen. Met de
draaiknop de tijdsduur veranderen.
Eindtijd
Verandert u de eindtijd, let er dan op dat
levensmiddelen die snel bederven niet te lang in de
binnenruimte mogen staan.
Voorwaarde: de ingestelde functie is niet gestart. Er is
een tijdsduur ingesteld. Het menu Tijdfuncties 0 is
geopend.
Voorbeeld in de afbeelding: u plaatst het gerecht om
9.30 uur in de oven. De bereidingsduur bedraagt 45
minuten en het gerecht is om 10.15 uur klaar. U wilt
echter dat het om 12.45 uur klaar is.
17
nl Kinderslot
1. Tip op het veld “Einde y”
De eindtijd wordt weergegeven.
ꑘ:HNNHU
ꑖPLQV
ꑗ
2. Met de draaiknop de eindtijd op een later tijdstip
zetten.
ꑘ:HNNHU
ꑖPLQV
ꑗ
3. Met de toets start/stop bevestigen.
'KHWHOXFKW
$SSDUDDWVWDUWLQKPLQ
&
AKinderslot
Kinder s l ot
Om te voorkomen dat kinderen het apparaat per
ongeluk inschakelen of instellingen wijzigen, is het
voorzien van een kinderslot.
Het bedieningsveld wordt geblokkeerd en er kan niets
worden ingesteld. Het apparaat kan alleen met de toets
on/off worden uitgeschakeld.
Activeren en deactiveren
U kunt het kinderslot activeren en deactiveren terwijl het
apparaat uitgeschakeld is.
Druk steeds ca. 4 seconden lang op de toets /. Op
het display verschijnt een aanwijzing ter bevestiging en
in de statusregel verschijnt het symbool /.
QBasisinstellingen
Bas i si ns t e l l i n g e n
Er zijn verschillende instellingen beschikbaar om uw
apparaat optimaal en eenvoudig te kunnen bedienen. U
kunt nu deze instellingen naar wens wijzigen:
Instellingen veranderen
De oven bevindt zich in de wachtstand. De werking start
op het juiste tijdstip. Het verloop van de tijdsduur is te
zien in de statusregel.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. In de
statusregel staat “Beëindigd". U kunt het signaal
voortijdig met de toets 0 uitschakelen.
Eindtijd corrigeren
Dit is mogelijk zolang de oven zich in de wachtstand
bevindt. Het menu Tijdfuncties met de toets 0 openen,
op “Einde y” tippen en met de draaiknop de eindtijd
corrigeren. Het menu met de toets 0 sluiten.
Eindtijd afbreken
Dit is mogelijk zolang de oven zich in de wachtstand
bevindt. Met de toets 0 het menu Tijdfuncties openen.
Op “Einde y” tippen en met de draaiknop de eindtijd
terugdraaien. De tijdsduur loopt direct af.
1. Menutoets indrukken.
Het functie-menu wordt geopend.
2. Functie “Instellingen” kiezen.
De eerste basisinstelling verschijnt:
3. Met de draaiknop de waarden veranderen.
4. Op de pijl Æ tippen om naar de volgende
basisinstellingen te gaan.
5. Om op te slaan de menutoets indrukken..
Op het display verschijnt afwijzen of opslaan.
Lijst met instellingen
U vindt in de lijst alle basisinstellingen en de
mogelijkheden om te wijzigen. Afhankelijk van de
uitvoering van uw apparaat worden op het display
alleen de instellingen weergegeven die bij uw apparaat
passen.
U kunt de volgende instellingen veranderen:
InstellingKeuze
Taal kiezenAndere talen mogelijk
TijdActuele tijd instellen
DatumActuele datum instellen
Geluidssignaal tijdsduurkort (30 s)
gemiddeld (1 m)
lang (5 m)
VolumeIn te stellen in 5 stappen
ToetssignaalUitgeschakeld (toetssignaal bij in- en uit-
schakelen met on/off blijft)
Ingeschakeld
18
De magnetron nl
Display-helderheidIn te stellen in 5 stappen
TijdsindicatieDigitaal met datum
Analoog
Uit
VerlichtingIn gebruik aan
In gebruik uit
Automatisch voortzettenBij deur sluiten
Niet automatisch voortzetten (toets start/
stop indrukken)
Werking na inschakelenHoofdmenu
Verwarmingsmethoden
Magnetron
Magnetron-combinatie
Gerechten*
Waarschuwing Magnetron bakplaat
Weergeven
Niet weergeven
NachtverduisteringUitgeschakeld
Ingeschakeld (display verduisterd tussen
22:00 en 5:59 uur)
MerklogoWeergeven
Niet weergeven.
Magnetron drogenIngeschakeld
Uitgeschakeld
Ventilator-nalooptijdAanbevolen
Minimaal
SabbatinstellingIngeschakeld
Uitgeschakeld
Home ConnectWifi in- of uitschakelen ~ "Home
Connect" op pagina 24
FabrieksinstellingenTerugzetten
Niet terugzetten
*) Beschikbaar, afhankelijk van het apparaattype
Aanwijzing: Wijzigingen aan de instellingen van de taal,
het toetssignaal en de display-helderheid hebben direct
effect. Alle andere gaan pas in nadat de instellingen zijn
opgeslagen.
--------
Tijd wijzigen
In de basisinstellingen kunt u de tijd veranderen.
Voorbeeld: de tijd wijzigen van zomer- in wintertijd.
1. Menutoets indrukken.
Het functie-menu wordt geopend.
2. Op “Instellingen” tippen.
3. Met de pijl Æ naar “Tijd” tippen.
4. Met de draaiknop de tijd wijzigen.
5. Menutoets indrukken.
Op het display verschijnt opslaan of afwijzen.
Stroomuitval
Na een lange stroomonderbreking verschijnen op het
display de instellingen voor het eerste gebruik.
Stel de taal, de tijd en de datum opnieuw in.
^De magnetron
De magnet r on
Met de magnetron kunt u de gerechten bijzonder snel
bereiden, verwarmen of ontdooien. U kunt de
magnetron alleen, of in combinatie met een andere
verwarmingsmethode gebruiken.
Om de magnetron optimaal te kunnen gebruiken, dient
u de aanwijzingen voor de vormen in acht te nemen. Zie
ook de opgaven in de toepassingstabellen aan het
einde van de gebruiksaanwijzing.
Vormen
Niet alle vormen zijn geschikt voor de magnetron.
Gebruik alleen vormen die geschikt zijn voor de
magnetron. Dan worden de gerechten warm en raakt
het apparaat niet beschadigd.
Geschikt zijn hittebestendige vormen van glas,
glaskeramiek, porselein of temperatuurbestendige
kunststof. Deze materialen laten microgolven door. U
kunt ook keramiek gebruiken, wanneer dit volledig
geglazuurd is en geen barsten vertoont.
U kunt ook servies gebruiken.Zo hoeft u de gerechten
niet over te brengen. Gebruik alleen servies met goudof zilverdecor wanneer de fabrikant garandeert dat het
geschikt is voor de magnetron.
Om te bakken en voor gecombineerd gebruik kunt u
normale bakvormen van metaal gebruiken. Zo wordt
het gebak ook aan de onderkant bruin.
Metalen vormen zijn niet geschikt voor andere
toepassingen. Metaal laat geen microgolven door. In
gesloten metalen vormen blijven de gerechten koud.
Attentie!
Het ontstaan van vonken: metalen voorwerpen, zoals
een lepel in een glas, moeten minstens 2 cm verwijderd
zijn van de wanden van de binnenruimte en de
binnenkant van de deur. Vonken kunnen de binnenste
deurruit aantasten.
Vormtest
Schakel de magnetron nooit in als er geen gerecht in
staat. De enige uitzondering hierop is de korte vormtest.
Wanneer u niet zeker weet of een vorm geschikt is voor
de magnetron, doet u deze test:
1. Plaats de lege vorm ½ - 1 minuut bij maximaal
vermogen in het apparaat.
2. Controleer tussentijds de temperatuur van de vorm.
De vorm moet koud of handwarm blijven.
Wordt hij heet of ontstaan er vonken, dan is hij niet
geschikt.
Breek de test af.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
Tijdens het gebruik worden de toegankelijke
onderdelen heet. De hete onderdelen nooit aanraken.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
19
nl De magnetron
Meegeleverde accessoires
Voor gebruik met alleen de magnetron is uitsluitend het
meegeleverde rooster geschikt. Door het gebruik van
de braadslede of bakplaat kunnen vonken ontstaan.
Bij gebruik in combinatie met de magnetron of de
functie Gerechten kunt u ook de braadslede, de
bakplaat of andere meegeleverde accessoires
gebruiken.
Bij gebruik met de magnetron kunt u de accessoires,
indien niet anders aangegeven, het best op hoogte 2
plaatsen.
Magnetron-standen
U kunt verschillende magnetron-standen gebruiken,
geschikt voor uiteenlopende soorten gerechten en
manieren van bereiden.
Voor gebruik van de magnetron is altijd een tijdsduur
nodig. U kunt de voorgestelde tijdsduur overnemen of
in het betreffende gebied veranderen.
Stand Gerechtenmaximale tijds-
duur
90 Wvoor het ontdooien van kwetsbare
gerechten
180 Wvoor het ontdooien en verder berei-
den
360 Wvoor het bereiden van vlees en het
opwarmen van kwetsbare gerechten
600 Wvoor het opwarmen en bereiden van
gerechten
max.voor het verwarmen van vloeistoffen30 min.
De maximale instelling is alleen voor het verhitten van
vloeistoffen bestemd, niet voor het opwarmen van
gerechten. Ter bescherming van het apparaat wordt het
maximale vermogen van de magnetron gedurende de
eerste minuten trapsgewijs tot 600 W gereduceerd.
Nadat het apparaat enige tijd is afgekoeld is het volle
vermogen weer beschikbaar.
1 uur 30 min.
1 uur 30 min.
1 uur 30 min.
1 uur 30 min.
Magnetron in combinatie met een
verwarmingsmethode instellen.
U kunt vermogens van 90 watt tot 360 watt instellen.
Niet alle verwarmingsmethoden kunnen met de
magnetron worden gecombineerd.
Geschikte verwarmingsmethoden:
4D-hetelucht
:
Boven- en onderwarmte
%
Circulatiegrillen
4
Grill, groot
(
Grill, klein
*
3. Tip het betreffende veld aan en stel met de
draaiknop de gewenste waarden in.
4. Starten met de toets start/stop.
U kunt het verloop van de tijdsduur aflezen.
U kunt de waarden veranderen. Druk op de toets start/
stop, de oven bevindt zich in de pauze-toestand. Tip het
betreffende magnetronveld aan en verander de
tijdsduur met de draaiknop. Weer starten met de toets
start/stop.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De binnenruimte warmt niet meer
op. Op het display staat x 0min 00s en in de
statusregel verschijnt “Beëindigd”. U kunt het
geluidssignaal voortijdig met de toets 0 wissen.
Werking stopzetten
De toets start/stop indrukken: de oven bevindt zich in
de pauzetoestand. Opnieuw de toets start/stop
indrukken, de werking wordt voortgezet.
Apparaatdeur openen: de werking wordt onderbroken.
Na het sluiten van de deur: de werking wordt
voortgezet.
Werking afbreken
Toets on/off indrukken.
Magnetron instellen
Plaats het rooser altijd op inschuifhoogte 2 om een
optimaal resultaat te krijgen met de magnetron.
1. Menutoets indrukken.
Het functie-menu wordt geopend.
2. Functie “Magnetron” kiezen.
Er worden magnetronvermogens en een tijdsduur
voorgesteld.
3. Het gewenste magnetronvermogen kiezen door het
aan te tippen.
4. Op het veld “Tijdsduur” tippen en met de draaiknop
de tijdsduur instellen.
5. De magnetron starten met de toets start/stop.
U kunt het verloop van de tijdsduur aflezen.
U kunt het magnetronvermogen veranderen.Druk op de
toets start/stop, de oven bevindt zich in de
pauzetoestand.Tip op het betreffende magnetronveld.
Weer starten met de toets start/stop.
U kunt de tijdsduur tijdens de werking op elk moment
veranderen.
Om bij de zuivere magnetronfunctie condens te
vermijden, schakelt het apparaat bij de standen 600 W
en max automatisch een verwarmingselement bij.
Binnenruimte en toebehoren worden heet. Het
bereidingsresultaat wordt hierdoor niet beïnvloed.
Aanwijzing: U kunt deze functie in de basisinstellingen
uitschakelen. ~ "Basisinstellingen" op pagina 18
1. Menutoets indrukken.
Het functie-menu wordt geopend.
2. Functie “Magnetron-combinatie” kiezen.
Er worden een verwarmingsmethode, temperatuur,
magnetronvermogen en tijdsduur voorgesteld.
20
:Waarschuwing – Gevaar voor verbranding!
De droogfunctie bij de hoogste standen in de zuivere
magnetronfunctie schakelt automatisch een
verwarmingselement bij en verhit de binnenruimte.
Nooit de hete vlakken in de binnenruimte of
Braadthermometer nl
verwarmingselementen aanraken. Zorg ervoor dat er
geen kinderen in de buurt zijn.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De magnetronfunctie is beëindigd.
Op het display staat
x 0min 00s en in de statusregel
staat “Beëindigd”. U kunt het geluidssignaal voortijdig
met de toets 0 wissen.
Als u nogmaals een magnetronvermogen wilt instellen,
tipt u op het betreffende veld en voert een tijdsduur in.
De werking start weer.
Werking stopzetten
De toets start/stop indrukken: de oven bevindt zich in
de pauzetoestand. Opnieuw de toets start/stop
indrukken, de werking wordt voortgezet.
Apparaatdeur openen: de werking wordt
onderbroken.Na het sluiten van de deur de toets start/
stop indrukken. De werking wordt voortgezet.
Aanwijzing: Heeft u de basisinstelling hiervoor
gewijzigd, zorg er dan voor dat de magnetron niet
verder loopt terwijl hij leeg is. ~ Blz. 18
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
Tijdens het gebruik worden de toegankelijke
onderdelen heet. De hete onderdelen nooit aanraken.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Werking afbreken
Toets on/off indrukken.
Drogen
Met de functie "Drogen" wordt de binnenruimte
verwarmd, zodat er vocht in de binnenruimte verdampt.
Maak na bereiding met de magnetron altijd gebruik van
de droogfunctie.
1. Op de menutoets drukken.
Het functie-menu wordt geopend.
2. De functie “Drogen” kiezen.
3. Starten met de toets start/stop.
Het drogen wordt gestart en na 10 minuten
automatisch beëindigd.
Apparaatdeur openen en 1 tot 2 minuten open laten,
zodat het vocht kan ontsnappen.
Attentie!
Schade aan het email: start geen programma of functie
wanneer zich water op de bodem van de binnenruimte
bevindt. Dit water dient voor gebruik te worden
verwijderd.
De binnenruimte handmatig schoonmaken
@Braadthermometer
Braadt her momet er
Met de braadthermometer Plus kunt u het eindresultaat
exact op uw wensen afstellen. Hij meet de temperatuur
binnen in het gerecht. Zodra de ingestelde temperatuur
bereikt is, schakelt het apparaat automatisch uit.
Verwarmingsmethoden
Wanneer u de braadthermometer in de binnenruimte
heeft geplaatst staan u de volgende
verwarmingsmethoden ter beschikking.
Bij enkele verwarmingsmethoden kunt u de
verwarmingsmethode combineren met de magnetron.
Ga over naar de functie “Magnetron-combinatie”.
4D-heteluchtMagnetron
:
Hetelucht eco
‘
Boven- en onderwarmteMagnetron
%
Boven- en onderwarmte
+
eco
Pizzastand
;
CirculatiegrillenMagnetron
4
Aanwijzingen
■ De braadthermometer meet de temperatuur binnen
in het gerecht tussen 30 °C en 99 °C..
■ Gebruik uitsluitend de meegeleverde
braadthermometer. Deze kunt u als accessoire bij
de klantenservice bestellen.
■ Verwijder de braadthermometer na gebruik altijd uit
de binnenruimte. Bewaar deze nooit in de
binnenruimte.
Temperatuur van de binnenruimte
Stel de temperatuur niet hoger in dan 250°C, zodat de
braadthermometer niet beschadigd raakt.
De ingestelde temperatuur van de binnenruimte moet
minstens 10°C hoger zijn dan de ingestelde
kerntemperatuur.
De braadthermometer in het gerecht steken
Steek de braadthermometer in het gerecht voordat u
het in de binnenruimte plaatst.
De braadthermometer heeft drie meetpunten. Zorg
ervoor dat het middelste meetpunt in het gerecht steekt.
Attentie!
Wanneer u ook de magnetron inschakelt, moet de punt
van de braadthermometer in het gerecht steken.
1. Apparaat laten afkoelen.
2. Vervuiling uit de binnenruimte verwijderen.
3. Binnenruimte met een spons droogmaken.
4. Apparaatdeur 1 uur open laten, zodat de
binnenruimte helemaal droog wordt.
21
nl Braadthermometer
Vlees: bij grotere stukken steekt u de thermometer van
boven schuin tot de aanslag in het vlees.
Bij kleinere stukken steekt u hem aan de zijkant in, op
de dikste plaats.
Gevogelte: steek de braadthermometer in door de
dikste plaats van de borst van het gevogelte tot de
aanslag. Steek de braadthermometer schuin of in de
lengte in het gevogelte, afhankelijk van de vorm. Draai
het gevogelte vervolgens en leg het met de borstzijde
naar beneden op het rooster.
Kerntemperatuur instellen
1. Braadthermometer in de bus links in de
binnenruimte plaatsen.
2. Met de draaiknop de verwarmingsmethode of de
functie “Gerechten“ kiezen.
3. Op de voorgestelde temperatuur tippen en de
temperatuur met de draaiknop instellen.
4. Op het veld “Kerntemperatuur” tippen en deze met
de draaiknop instellen.
U kunt naar wens de magnetron erbij inschakelen.
5. Starten met de toets start/stop.
De ingestelde kerntemperatuur is bereikt
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. U
kunt de braadthermometer uit de bus nemen. Het
symbool . verdwijnt.
Kerntemperatuur wijzigen
U kunt de kerntemperatuur op elk moment wijzigen.
Afbreken
Neem de braadthermometer uit de bus.
:Waarschuwing – U kunt zich branden!
De ovenruimte en de kerntemperatuurmeter worden
zeer heet. Gebruik ovenwanten voor het aansluiten en
verwijderen van de kerntemperatuurmeter.
Vis: steek de braadthermometer in achter de kop, in de
richting van de middelste graten tot de aanslag. Hele
vis met behulp van een halve aardappel in de
''zwemstand'' op het rooster plaatsen.
Product keren: Wilt u het product keren, verwijder de
braadthermometer dan niet. Controleer na het keren
van het product of de braadthermometer goed
geplaatst is.
Verwijdert u de braadthermometer tijdens het gebruik,
dan worden alle instellingen teruggezet en moeten
vervolgens opnieuw worden uitgevoerd.
Attentie!
Zorg ervoor dat het snoer van de braadthermometer
niet ingeklemd raakt.
Gebruik geen gesloten vormen.
Om te voorkomen dat de braadthermometer
beschadigd raakt door een te intensieve hitte, moet de
afstand tussen grillelement en braadthermometer
enkele centimeters bedragen. Het vlees kan tijdens de
bereiding uitzetten.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische schok!
Bij gebruik van een verkeerde kerntemperatuur kan de
isolatie beschadigd raken. Alleen de voor dit toestel
bestemde kerntemperatuursensor.
Kerntemperaturen van verschillende
levensmiddelen
Gebruik geen diepvriesproducten.De opgaven in de
tabel zijn richtwaarden. Ze zijn afhankelijk van de
kwaliteit en de aard van de levensmiddelen.
Uitgebreide opgaven over de verwarmingsmethode en
temperatuur vindt u aan het einde van de
gebruiksaanwijzing. ~ "Voor u in onze kookstudio
uitgetest." op pagina 35
LevensmiddelenKerntemperatuur in
°C
Gevogelte
Kip80-85
Kipfilet75-80
Eend80-85
Eendenborst, rosé55-60
Kalkoen80-85
Kalkoenfilet80-85
Gans80-90
Varkensvlees
Varkensnek85-90
Varkensfilet, rosé62-70
Varkensrug, doorbakken72-80
22
Loading...
+ 50 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.