SIEMENS Afwasautomaat User Manual [nl]

Afwasautomaat
SN.../SX...
VLHPHQVKRPHEVKJURXSFRPZHOFRPH
nl Gebruiksaanwijzing
5HJLVWHU \RXU SURGXFW RQOLQH

KPLQ



5HVHWVHF
4FUVQTFD
6WDUW
5HVHWVHF
6HWXSVHF
















Inhoudsopgave
nlGebruiksaanwijzing
8 Bestemming van het apparaat . . 5
( Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . 5
Voordat u het apparaat
in gebruik neemt . . . . . . . . . . . . . . . 5
Bij aflevering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Bij de installatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Dagelijks gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Deurvergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . 8
Toetsblokkering . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Bij schade. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Bij het afvoeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
7 Milieubescherming. . . . . . . . . . . 11
Verpakking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Uw oude apparaat . . . . . . . . . . . . . . 11
* Het apparaat leren kennen . . . . 12
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . 12
Binnenkant van het apparaat . . . . . . 12
Menuoverzicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
+ Wateronthardingsinstallatie /
Onthardingszout . . . . . . . . . . . . 14
Tabel voor de waterhardheid . . . . . . 14
Onthardingsvoorziening instellen . . . 15
Onthardingszout gebruiken. . . . . . . . 15
Vaatwasmiddelen met
zoutcomponent . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Ontharding uitschakelen . . . . . . . . . . 16
, Glansspoelmiddel . . . . . . . . . . . 16
Hoeveelheid glansspoelmiddel
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Vaatwasmiddel met
glansspoelmiddelcomponent . . . . . . 17
Indicatie glansspoelmiddel
bijvullen uitschakelen . . . . . . . . . . . . 17
nl
- Serviesgoed . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Ongeschikt servies . . . . . . . . . . . . . . 18
Schade aan glas en serviesgoed. . . . 18
Inruimen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Bovenste servieskorf . . . . . . . . . . . . . 18
Onderste servieskorf . . . . . . . . . . . . . 19
Bestekkorf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Besteklade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Etagère . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Omklapbare bordensteunen . . . . . . . 21
Houder voor kleingoed . . . . . . . . . . . 21
Messenrek. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Bakplaat-sproeikop . . . . . . . . . . . . . . 22
Uitruimen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Verstellen van de korfhoogte. . . . . . . 22
. Reinigingsmiddel. . . . . . . . . . . . 24
Vullen met reinigingsmiddel . . . . . . . 25
Gecombineerde
reinigingsmiddelen . . . . . . . . . . . . . . 26
/ Programma-overzicht . . . . . . . . 27
Programmakeuze . . . . . . . . . . . . . . . 28
Aanwijzingen voor testinstituten. . . . . 28
0 Extra functies . . . . . . . . . . . . . . . 29
Tijd besparen (VarioSpeedPlus) . . . . 29
halveBelading . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
hygiënePlus (HygienePlus) . . . . . . . . 29
intensiveZone . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Extra drogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
glansDroog . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Energy Save . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
3
nl
1 Apparaat bedienen . . . . . . . . . . 30
Programmagegevens . . . . . . . . . . . .30
Instellingen veranderen . . . . . . . . . . .30
Aquasensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
Zeoliet-droging. . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Sensorinstelling . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Extra droog . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Auto Power Off . . . . . . . . . . . . . . . . .32
emotionLight . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
Startprogramma wijzigen . . . . . . . . . . 32
Signaalsterkte . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
Toetsvolume . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Apparaat inschakelen . . . . . . . . . . . .33
Indicatie resterende duur . . . . . . . . . .33
Tijdinstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Programma-einde . . . . . . . . . . . . . . . 33
Apparaat uitschakelen . . . . . . . . . . . . 33
Programma onderbreken. . . . . . . . . . 34
Programma afbreken. . . . . . . . . . . . .34
Wijzigen van het programma . . . . . . . 34
2 Reinigen en onderhouden . . . . 34
Algehele toestand van de
vaatwasser. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Machinereiniging . . . . . . . . . . . . . . . .35
Onthardingszout en
glansspoelmiddel. . . . . . . . . . . . . . . .36
Zeven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Sproeiarmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
3 Wat te doen bij storingen? . . . .37
Afvoerpomp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Storingentabel . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
4 Servicedienst . . . . . . . . . . . . . . .48
5 Plaatsen en aansluiten . . . . . . .48
Inhoud van de verpakking . . . . . . . . 48
Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . 48
Aflevering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Technische gegevens. . . . . . . . . . . . 49
Plaatsing. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Afvoerwateraansluiting . . . . . . . . . . . 49
Drinkwateraansluiting . . . . . . . . . . . . 50
Warmwateraansluiting . . . . . . . . . . . 50
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . 50
Demontage. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Transport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Bescherming tegen vorst
(Apparaat leegmaken) . . . . . . . . . . . 51
4
Bestemming van het apparaat nl
8 Bestemming van het
apparaat
Bestemming van het apparaat
Dit apparaat is bestemd voor
privégebruik in het huishouden en de huiselijke omgeving.
De vaatwasser alleen in het
huishouden gebruiken en alleen voor het aangegeven doel: het afwassen van huishoudelijk serviesgoed.
Deze vaatwasser is bestemd
voor gebruik tot op hoogten van maximaal 2.500 m boven zeeniveau.
( Veiligheidsvoorschrif-
ten
Veiligheidsvoorschriften
Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke vermogens of personen die gebrek aan kennis of ervaring hebben, wanneer zij onder toezicht staan van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of geleerd hebben het op een veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn van de risico's die het gebruik van het toestel met zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud van het toestel mogen niet worden uitgevoerd door kinderen, tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en onder toezicht staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of de aansluitkabel.
Voordat u het apparaat in gebruik neemt
Lees de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift aandachtig door! U vindt daarin belangrijke informatie over plaatsing, gebruik en onderhoud van het apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift voor later gebruik of voor volgende eigenaars.
De gebruiksaanwijzing kunt u gratis downloaden van onze internetpagina. Ons internetadres vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing.
5
nl Veiligheidsvoorschriften
Bij aflevering
1. Controleer onmiddellijk
of de verpakking en de afwasautomaat tijdens het transport beschadigd zijn. Een beschadigd apparaat niet in gebruik nemen maar contact opnemen met uw leverancier.
2. Het verpakkingsmateriaal
milieuvriendelijk volgens de geldende voorschriften afvoeren.
3. Laat kinderen niet met
de verpakking en de onderdelen daarvan spelen. Kans op stikken door vouwdozen en folie.
Bij de installatie
Zorg ervoor dat de
achterzijde van de afwasautomaat na de installatie niet meer vrij toegankelijk is (aanraakbeveiliging wegens hete oppervlakken).
Ga bij het plaatsen en
aansluiten te werk volgens de installatie- en montagehandleiding.
Tijdens het installeren mag
de afwasautomaat niet op het elektriciteitsnet zijn aangesloten.
Overtuig u ervan dat het
aardingssysteem van de elektrische huisinstallatie volgens de elektrotechnische voorschriften is geïnstalleerd.
De elektrische
aansluitvoorwaarden moeten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje 9J van de afwasautomaat.
Als de elektrische
aansluitkabel van het apparaat beschadigd wordt, dan moet deze door een speciale aansluitkabel vervangen worden. Om gevaren te voorkomen, dient men deze aan te schaffen via de klantenservice.
Als de afwasmachine
in een hoge kast moet worden ingebouwd, dan moet deze volgens de voorschriften bevestigd worden.
Als de afwasautomaat onder
of boven andere huishoudapparaten wordt ingebouwd, dient men de informatie m.b.t. de inbouw in combinatie met een afwasautomaat in de montagehandleiding van de desbetreffende apparaten in acht te nemen.
6
Veiligheidsvoorschriften nl
Neem bovendien de
montageaanwijzingen van de afwasautomaat in acht om een veilig gebruik van alle apparaten te waarborgen.
Als er geen informatie
beschikbaar is of als de montagehandleiding niet de gewenste aanwijzingen bevat, dient u contact op te nemen met de fabrikant van deze apparaten om na te gaan of de afwasautomaat boven of onder deze apparaten kan worden ingebouwd.
Als het u niet lukt om
informatie van de fabrikant te krijgen, mag u de afwasautomaat niet boven of onder deze apparaten inbouwen.
Wanneer u boven de
afwasautomaat een magnetron inbouwt, kan deze beschadigd raken.
Voor een goede stabiliteit
van het apparaat mogen integreerbare of onderbouwapparaten alleen onder een doorlopend werkblad worden ingebouwd dat aan de kasten ernaast is vastgeschroefd.
Het apparaat niet in de buurt
van een warmtebron (radiator, boiler, fornuis of andere apparaten die warmte afgeven) installeren en niet onder een kookplateau inbouwen.
Houd er rekening mee dat
de isolatie van het aansluitsnoer van de vaatwasser bij warmtebronnen (zoals de verwarmings-/warmwaterinst allatie) of hete apparaatonderdelen kan smelten. Nooit het aansluitsnoer van de vaatwasser met warmtebronnen of hete apparaatonderdelen in contact brengen.
Na het plaatsen van het
apparaat moet de stekker gemakkelijk te bereiken zijn.
~ "Elektrische aansluiting" op pagina 50
Bij sommige modellen:
In de kunststof behuizing aan de wateraansluiting bevindt zich een elektrisch ventiel. In de toevoerslang bevinden zich elektrische aansluitleidingen. De slang niet doorsnijden, de kunststof behuizing niet in water onderdompelen.
Dagelijks gebruik
Let op de veiligheidsvoorschriften resp. de aanwijzingen bij het gebruik op de verpakkingen van het afwas­en glansspoelmiddel.
7
nl Veiligheidsvoorschriften
Kinderslot (deurvergrendeling) *
Deurvergrendeling
Het kinderslot (deurvergrendeling) beschermt kinderen tegen mogelijke gevaren die door de afwasautomaat kunnen ontstaan.
:Waarschuwing
Kans op stikken!
Kinderen kunnen zichzelf in het apparaat opsluiten en stikken. Na gebruik van de afwasautomaat de apparaatdeur altijd goed sluiten.
Zo activeert u het kinderslot (deurvergrendeling):
1. De lip van het kinderslot naar
u toe trekken (1).
2. Deur sluiten (2).
De kinderbeveiliging is geactiveerd.
Zo opent u de deur met geactiveerd kinderslot (deurvergrendeling):
1. De lip van het kinderslot naar
rechts drukken (1).
2. Deur openen (2).
Zo deactiveert u het kinderslot (deurvergrendeling):
1. De lip van het kinderslot naar
rechts drukken (1).
2. De lip van het kinderslot naar
achteren schuiven (2).
Het kinderslot is gedeactiveerd.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat
8
Veiligheidsvoorschriften nl
Kinderslot (toetsblokkering)
Toetsblokkering
U kunt uw vaatwasser beveiligen tegen onbedoelde annulering van het programma (bijvoorbeeld door kinderen).
Zo activeert u de toetsblokkering:
1. Gewenste programma
starten.
2. Toets F ca. 4 seconden
ingedrukt houden. In het indicatievenster verschijnt ’–.
De toetsblokkering is geactiveerd.
Als tijdens de programmacyclus een willekeurige toets wordt bediend, verschijnt ’– in het indicatievenster. Annulering van het programma (reset) is niet mogelijk.
Voor het deactiveren van de toetsblokkering de toets F ca. 4 seconden ingedrukt houden tot ’– in het indicatievenster dooft.
Na het einde van het programma wordt de toetsblokkering opgeheven. Na een stroomuitval blijft de toetsblokkering van kracht. Bij elke start van een programma moet de toetsblokkering weer worden geactiveerd.
Bij schade
Reparaties en ingrepen
mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. Hierbij mag het apparaat niet op het elektriciteitsnet zijn aangesloten. De stekker uit het stopcontact trekken of de zekering uitschakelen. Kraan dichtdraaien.
Bij beschadigingen, vooral
van het bedieningspaneel (scheuren, gaten, afgebroken toetsen), of als de deur niet goed functioneert, mag het apparaat niet meer worden gebruikt. De stekker uit het stopcontact trekken of de zekering uitschakelen. Kraan dichtdraaien, klantenservice bellen.
Bij het afvoeren
1. Het afgedankte apparaat
onmiddellijk onbruikbaar maken om eventuele ongelukken te voorkomen.
2. Het apparaat
op een milieuvriendelijke wijze (laten) afvoeren.
9
nl Veiligheidsvoorschriften
:Waarschuwing
Risico van letsel!
Om verwondingen bijv. door
struikelen te voorkomen: de afwasautomaat tijdens het in­en uitladen zo kort mogelijk openen.
Messen en andere
voorwerpen met scherpe punten moeten met de punten naar beneden in de bestekkorf* 9" worden geplaatst en horizontaal in de meshouder* of de besteklade* 1*.
Niet op de geopende deur
gaan zitten of staan.
Let er bij vrijstaande
apparaten op dat de korven niet overladen zijn. Het apparaat kan kantelen.
Als het apparaat niet
in een nis staat waardoor een zijwand toegankelijk is, dan moeten de deurscharnieren om veiligheidsredenen aan de zijkant afgedekt worden (kans op verwondingen). De afdekkingen zijn als extra toebehoren tegen meerprijs bij de Servicedienst of bij uw
leverancier verkrijgbaar. * afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat
:Waarschuwing
Gevaar door explosie!
Doe geen oplosmiddel in de spoelruimte. Kans op explosie.
:Waarschuwing
Risico van verbranding!
Tijdens het programmaverloop de deur alleen heel voorzichtig openen. Er kan namelijk heet water uit het apparaat spuiten.
:Waarschuwing
Gevaren voor kinderen!
Maak gebruik – indien
aanwezig – van de kinderbeveiliging.
Laat kinderen nooit met het
apparaat spelen of het bedienen.
Kinderen uit de buurt
van reinigingsmiddel en glansspoelmiddel houden. Deze kunnen irritaties in mond, keel en ogen veroorzaken of tot verstikking leiden.
Kinderen uit de buurt
van de geopende afwasautomaat houden. De afwasautomaat kan nog kleine voorwerpen bevatten die door kinderen ingeslikt zouden kunnen worden, en het water in de binnenruimte is geen drinkwater, het kan afwasmiddelresten bevatten.
10
Milieubescherming nl
Let op dat kinderen niet
in de tab-opvangschaal 1B grijpen. De vingertjes kunnen in de sleuven beklemd raken.
Let er bij een op een hoge
plaats ingebouwd apparaat op dat er bij het openen en sluiten van de deur geen kinderen klem komen te zitten of bekneld raken tussen de apparaatdeur en de onderliggende kastdeur.
Kinderen kunnen zich
opsluiten in het apparaat (verstikkingsgevaar) of in een andere gevaarlijke situatie terechtkomen. Bij uitgediende apparaten daarom: Trek daarom de stekker uit het stopcontact. Aansluitkabel doorknippen en verwijderen. Deurslot onklaar maken zodat de deur niet meer sluit.
7 Milieubescherming
Milieubescherming
Zowel de verpakking van het nieuwe apparaat als het oude apparaat bevat waardevolle grondstoffen en materiaal dat hergebruikt kan worden.
De afzonderlijke delen a.u.b. gesorteerd afvoeren.
U kunt bij uw leverancier of bij de gemeente informeren hoe u uw oude apparaat en het verpakkingsmateriaal kunt (laten) afvoeren.
Verpakking
Alle kunststof delen van het apparaat zijn gemerkt met een gestandaardiseerd afkortingsteken (bijv. „PS” polystyreen). Hierdoor is bij het afvoeren van het apparaat een scheiding per soort van de kunststof afvaldelen mogelijk.
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor de veiligheid onder „Bij levering” in acht ~ Blz. 6.
Uw oude apparaat
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor de veiligheid onder „Bij het afvoeren” in acht ~ Blz. 9.
Dit apparaat is geclassificeerd volgens de Europese richtlijn 2012/19/EG over oude elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment – WEEE). Deze richtlijn vormt voor de gehele EU een kader voor de terugname en recycling van oude apparaten.
11
nl Het apparaat leren kennen
* Het apparaat leren
kennen
Het apparaat leren kennen
De afbeeldingen van het bedieningspaneel en van de binnenruimte van het apparaat vindt u vooraan in de omslag van deze gebruiksaanwijzing. In de tekst wordt op de verschillende posities gewezen.
Bedieningspaneel
Zie afb. ~ Blz. 2
( Aan/uit-schakelaar 0 Programmatoetsen** 8 Weergave programmaverloop @ Indicatievenster H Insteltoetsen P Starttijd kiezen X Start-toets ` Extra functies/ programmatoetsen
**
h Indicatie glansspoelmiddel
bijvullen
)" Indicatie „Watertoevoer
controleren”
)* Indicatie zout bijvullen )2 Deuropener
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat
** aantal afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat
Binnenkant van het apparaat
Zie afb. ~ Blz. 2
1" Binnenverlichting* 1* Besteklade * 12 Bovenste servieskorf 1: Bovenste sproeiarm 1B Tab-opvangschaal 1J Aanzuigopening 1R Uitblaasopening (zeoliet-reservoir) 1Z Onderste sproeiarm 1b Reservoir voor onthardingszout 1j Zeven 9" Bestekkorf * 9* Onderste servieskorf 92 Reservoir voor glansspoelmiddel 9: Reinigingsmiddelbakje 9B Vergrendeling voor
reinigingsmiddelbakje
9J Typeplaatje
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat
12
Het apparaat leren kennen nl
Menuoverzicht
Om het u makkelijker te maken, zijn er vooraf bepaalde instellingen gemaakt voor uw vaatwasser. De instellingen vindt u in de afzonderlijke hoofdstukken. U kunt deze fabrieksinstellingen desgewenst veranderen.
Zo verandert u de instellingen:
1. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
2. Toets 3 seconden ingedrukt
houden. In het indicatievenster @ verschijnt
:... en .
Instelling Fabrieksinstelling Beschrijving
Waterhardheid
•:‹‹ - •:‹ˆ
§ Glansspoelmiddel
§:‹‹ - §:‹‡ †“ Sensorinstelling
†“:‹‹ - †“:‹ƒ š Extra droog
š:‹‹ - š:‹‚ ‘ Warmwater *
‘:‹‹ - ‘:‹‚ ˜ Auto Power Off
˜:‹‹ - ˜:‹ƒ “ emotionLight *
•:‹… Instelling van de waterhardheid. Bij
§:‹† De hoeveelheid glansspoelmiddel
†“:‹‹ Aanpassing van de vuildetectie voor een
š:‹‹ / Uit Verbeterde droging, voor glazen en
‘:‹‹ / Uit Aansluiting op warmwater (40-60 °C) of
˜:‹‚ Automatische uitschakeling van het
“:‹‚ / Aan Verlichting van de binnenruimte.
3. Toets indrukken om in de
afzonderlijke instellingen te komen.
4. Met de insteltoetsen - + H de
instelling uitvoeren.
5. Toets 3 seconden ingedrukt
houden. De instelwaarde is in de vaatwasser opgeslagen.
Tip: Wanneer u meerdere instellingen
wijzigt, voert u eerst alle wijzigingen na elkaar uit. Druk vervolgens de toets 3 seconden in. Daardoor zijn alle instelwaarden in de vaatwasser opgeslagen.
gebruik van multitabs de laagste stand kiezen.
beïnvloedt de droging. Bij gebruik van multitabs stand 0 kiezen.
optimaal reinigingsresultaat.
kunststofdelen.
koudwater (<40 °C) mogelijk.
apparaat na afloop van de spoelcyclus.
“:‹‹ - “:‹‚ †˜ Startprogramma
†˜:‹‹ - †˜:‹‚
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
†˜:‹‚ / Eco 50° Na inschakeling verschijnt het laatst
gekozen programma.
13
nl Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout
Instelling Fabrieksinstelling Beschrijving
†– Signaalsterkte *
†–:‹‹ - †–:‹„ ›– Toetsvolume *
›–:‹‹ - ›–:‹„
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
--------
†–:‹ƒ Volume van het signaal bij
programma-einde.
›–:‹ƒ Volume bij bediening van de toetsen.
+ Wateronthardingsin-
stallatie / Onthardingszout
Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout
Voor een goed afwasresultaat heeft de afwasautomaat zacht water, d.w.z. water met weinig kalk nodig. Anders zetten zich witte kalkresten op het serviesgoed en de binnenkant van de spoelruimte af. Leidingwater is harder dan 7° dH (1,2 mmol/l), moet onthard worden. Dit gebeurt met behulp van onthardingszout (regenereerzout) in de wateronthardingsinstallatie van de afwasmachine. De instelling en daarmee de benodigde hoeveelheid zout is afhankelijk van de hardheid van uw leidingwater (zie de volgende waterhardheidstabel).
Tabel voor de waterhardheid
:DWHU KDUGKHLGV ZDDUGHG+
² JHPLGGHOG
² JHPLGGHOG
² KDUG
² KDUG
² KDUG
+DUGKHLGV EHUHLN
² ]DFKW
² ]DFKW
² JHPLGGHOG
PPROO
²
²
²
²
²
²
²
²
,QVWHOZDDUGH RSâPDFKLQH
¯¯ ¯³ ¯ ¯´ ¯ ¯ ¯± ¯Å
14
Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout nl
Onthardingsvoorziening instellen
U kunt de hoeveelheid zout op •:‹‹ tot
•:‹ˆ instellen. Bij de instelwaarde •:‹‹
is geen zout nodig.
Zo stelt u de hoeveelheid zout in:
1. Hardheid van het leidingwater
opvragen bij het plaatselijke waterleidingbedrijf.
2. De benodigde stand opzoeken in de
waterhardheidstabel.
3. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
4. Toets 3 seconden ingedrukt
houden. In het indicatievenster @ verschijnt de af fabriek ingestelde waarde
:‹… en . .
5. Met de insteltoetsen - + H de
instelling uitvoeren.
6. Toets 3 seconden ingedrukt
houden. De instelwaarde is in de vaatwasser opgeslagen.
Onthardingszout gebruiken
Vul onthardingszout bij zodra de zoutbijvulindicatie )* op het bedieningspaneel oplicht. Vul altijd pas direct voor het inschakelen van de vaatwasser onthardingszout bij. Hierdoor wordt de overgelopen zoutoplossing onmiddellijk uitgespoeld en wordt corrosie in de spoelmiddelhouder voorkomen.
Attentie!
Vaatwasmiddel beschadigt de onthardingsvoorziening! Nooit vaatwasmiddel in het reservoir voor onthardingszout doen.
Zo vult u onthardingszout bij:
1. Schroefdop van het
voorraadreservoir 1b eraf schroeven.
2. Reservoir met water vullen (alleen
nodig bij de eerste ingebruikneming).
3. Onthardingszout toevoegen volgens
de afbeelding (geen tafelzout of tabletten).
Hierdoor wordt het water verdrongen en loopt weg.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
15
nl Glansspoelmiddel
Vaatwasmiddelen met zoutcomponent gebruiken
Vaatwasmiddelen met zoutcomponent
Vaatwasmiddelen met zoutcomponent kunt u in het algemeen tot een waterhardheid van 21° dH (37° fH, 26° Clarke, 3,7 mmol/l) zonder toevoeging van onthardingszout gebruiken. Gebruik bij een waterhardheid van meer dan 21° dH extra onthardingszout.
Zoutbijvulindicatie/ onthardingsvoorziening uitschakelen
Ontharding uitschakelen
Als de zoutbijvulindicatie )* u stoort (bijvoorbeeld als u een gecombineerd vaatwasmiddel met zoutcomponent gebruikt), kunt u de zoutbijvulindicatie uitschakelen.
Ga te werk zoals onder „Onthardingsvoorziening instellen” is beschreven en stel de waarde in op
:‹‹. De onthardingsinstallatie en de zoutbijvulindicatie zijn uitgeschakeld.
, Glansspoelmiddel
Glansspoelmiddel
Glansspoelmiddel zorgt voor streeploos gedroogd serviesgoed en heldere glazen. Gebruik alleen glansspoelmiddel voor huishoudelijke vaatwassers. Als de indicatie glansspoelmiddel bijvullen h op het bedieningspaneel brandt, is er nog glansspoelmiddel voor 1-2 spoelcycli aanwezig. Vul glanspoelmiddel bij.
Zo vult u glanspoelmiddel bij:
1. Reservoir 92 openen; lip op het
deksel indrukken (1) en optillen (2).
2. Glansspoelmiddel bijvullen tot het
max.-teken.
16
PD[
3. Sluit het deksel.
Het deksel klikt hoorbaar vast.
4. Overgelopen glansspoelmiddel met
een doek verwijderen. Dat voorkomt overmatige schuimvorming bij de volgende spoelcyclus.
Glansspoelmiddel nl
Hoeveelheid glansspoelmiddel instellen
U kunt de hoeveelheid glansspoelmiddel op §:‹‹ tot §:‹‡ instellen. Stel de hoeveelheid glansspoelmiddel in op §:‹†om een zeer goed droogresultaat te verkrijgen. Af fabriek is de stand §:‹† reeds ingesteld. Verander de hoeveelheid glansspoelmiddel alleen als er strepen of watervlekken op het serviesgoed achterblijven. Stel een lagere stand in om vegen te voorkomen. Stel een hogere stand in om watervlekken te voorkomen.
Zo stelt u de hoeveelheid glansspoelmiddel in:
1. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
2. Toets 3 seconden ingedrukt
houden.
In het indicatievenster @ verschijnt
de waarde :... en . .
3. Toets net zo vaak indrukken
tot in het indicatievenster @ de af
fabriek ingestelde waarde §:‹†
verschijnt.
4. Met de insteltoetsen - + H de
instelling uitvoeren.
5. Toets 3 seconden ingedrukt
houden. De instelwaarde is in de vaatwasser opgeslagen.
Vaatwasmiddel met glansspoelmiddelcomponent gebruiken
Vaatwasmiddel met glansspoelmiddelcomponent
Vaatwasmiddel met glansspoelmiddelcomponent kunt u in het algemeen tot een waterhardheid van 21° dH (37° fH, 26° Clarke, 3,7 mmol/l) zonder toevoeging van glansspoelmiddel gebruiken. Gebruik bij een waterhardheid van meer dan 21° dH extra glansspoelmiddel.
Indicatie glansspoelmiddel bijvullen uitschakelen
Als de indicatie glansspoelmiddel bijvullen h u stoort (bijvoorbeeld als u een gecombineerd vaatwasmiddel met glansspoelmiddelcomponent gebruikt), kunt u de indicatie glansspoelmiddel uitschakelen.
Ga te werk zoals onder „Hoeveelheid glansspoelmiddel instellen” is beschreven en stel de stand §:‹‹ in. De indicatie glansspoelmiddel bijvullen h is uitgeschakeld.
17
nl Serviesgoed
- Serviesgoed
Serviesgoed
Ongeschikt servies
Bestek en servies met houten
onderdelen.
Gevoelige gedecoreerde glazen,
kunstnijverheidsservies en -vazen en antiek servies. De decoraties zijn niet bestand tegen afwassen in een afwasautomaat.
Niet hittebestendige
kunststof voorwerpen/onderdelen.
Koperen en tinnen serviesgoed.
Serviesgoed dat bevuild is met as,
kaarsvet, smeerolie of verf. Geglazuurd serviesgoed en voorwerpen van aluminium en zilver kunnen bij het afwassen gaan verkleuren of verbleken. Ook sommige soorten glas (bijv. voorwerpen van kristal) kunnen dof worden nadat ze vele malen zijn afgewassen.
Schade aan glas en serviesgoed.
Oorzaken:
Glassoort en fabricagewijze van het
glas.
Chemische samenstelling van het
reinigingsmiddel.
Temperatuur van het water tijdens
de afwas.
Aanbeveling:
Gebruik alleen glas en porselein dat
volgens de fabrikant geschikt is voor
de afwasautomaat.
Gebruik reinigingsmiddel
waarop staat aangegeven dat het
het serviesgoed ontziet.
Glas en bestek na afloop van het
programma zo snel mogelijk uit
de afwasmachine halen.
Inruimen
1. Grove etensresten verwijderen.
Afspoelen onder stromend water is niet nodig.
2. Het serviesgoed zodanig inruimen
dat
het stevig staat en niet kan
omvallen.
alle soorten serviesgoed met
de opening naar beneden staan.
serviesgoed met een ronding
of een holte schuin staat zodat het water er vanaf kan lopen.
het de twee sproeiarmen 1:
en 1Z tijdens het ronddraaien niet belemmert.
Hele kleine voorwerpen niet in de machine afwassen. Ze kunnen gemakkelijk uit de servieskorven vallen.
Bovenste servieskorf
Plaats kopjes en glazen in de bovenste servieskorf 12.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat
18
Serviesgoed nl
Aanwijzing: Er mag geen serviesgoed
op het tablettenbakje 1B staan. Dit kan het deksel van het reinigingsmiddelbakje blokkeren, waardoor het niet volledig open gaat.
Onderste servieskorf
Plaats pannen in de onderste servieskorf 9*.
Tip: Erg vervuild serviesgoed (pannen)
moet in de onderste korf worden ingeruimd. Door de sterkere sproeistraal verkrijgt u zo een beter afwasresultaat.
Tip: Andere voorbeelden hoe u uw
afwasautomaat optimaal kunt inruimen, vindt u op onze homepage. U kunt deze gratis downloaden. Ons internetadres vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing.
Bestekkorf *
Bestekkorf
Plaats het bestek altijd ongesorteerd met de punt naar onderen in de bestekkorf *.
Om verwondingen te voorkomen: lange, puntige bestekdelen en messen in het messenrek leggen.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat
Besteklade *
Besteklade
Het bestek zoals afgebeeld in de besteklade 1* inruimen. Apart inruimen van het bestek vergemakkelijkt het uitruimen na het afwassen.
19
nl Serviesgoed
U kunt de besteklade verwijderen.
Afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat kunt u de zijdelen neerklappen om meer ruimte te hebben voor lang bestek. U kunt de voorste pennenrijen neerklappen om bredere handgrepen te kunnen inruimen.
Etagère *
Etagère
De etagère en de ruimte daaronder kunt u gebruiken voor kleine kopjes en glazen of voor groter bestek zoals pollepels of voorsnijcouvert. Als u de etagère niet nodig hebt, kunt u deze omhoog klappen.
&/,&.
  
* Afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat kunt u de etagère op 3 niveaus in de hoogte verstellen.
Zo verstelt u de hoogte van de etagère:
1. Etagère verticaal zetten en naar
boven trekken.
2. Etagère iets schuin zetten en naar
beneden schuiven tot op de gewenste hoogte (1, 2 of 3).
3. Etagère vastzetten.
De etagère klikt hoorbaar vast.
&/,&.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat
20
Serviesgoed nl
Omklapbare bordensteunen *
Omklapbare bordensteunen
* Afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat kunt u de omklapbare bordensteunen omklappen. Zo kunt u pannen, schalen en glazen beter inruimen.
Zo klapt u de omklapbare bordensteunen om:
1. Hendel naar voren duwen (1).
2. Omklapbare bordensteunen
omklappen (2).
Houder voor kleingoed *
Houder voor kleingoed
* Afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat is bovenste servieskorf voorzien van houders voor kleingoed. Met de houders voor kleingoed kunt u lichte kunststofdelen goed vastzetten.
Messenrek *
Messenrek
* Afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat is bovenste servieskorf voorzien van een messenrek. In het messenrek kunt u lange messen en andere hulpstukken leggen.
21
nl Serviesgoed
Bakplaat-sproeikop *
Bakplaat-sproeikop
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat
Grote bakplaten of roosters en grote borden (gourmetborden, pastaborden, onderborden) kunt u reinigen met deze sproeikop.
Zo brengt u de sproeikop aan:
1. Bovenkorf 12 verwijderen .
2. Sproeikop volgens de afbeelding
aanbrengen en naar rechts draaien.
Sproeikop zit vast.
Uitruimen
Om te vermijden dat waterdruppels van de bovenste servieskorf op het serviesgoed in de onderste servieskorf vallen, is het aan te raden het apparaat van onder naar boven uit te ruimen.
Tip: Heet serviesgoed is stootgevoelig!
Laat het daarom na afloop van het programma net zo lang in de afwasautomaat afkoelen tot u het goed kunt vastpakken.
Aanwijzing: Na het einde van het
programma kunnen er in het apparaat nog waterdruppels zichtbaar zijn. Dit heeft geen invloed op het drogen van het serviesgoed.
Verstellen van de korfhoogte *
Verstellen van de korfhoogte
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat
De bovenste servieskorf 12 kan – indien gewenst – in de hoogte versteld worden om in de bovenste of in de onderste servieskorf meer ruimte te maken voor hoger serviesgoed.
De bakplaten zoals afgebeeld inruimen zodat de sproeistraal alle delen kan bereiken (maximaal 2 bakplaten en 2 roosters).
Aanwijzing: Denk eraan dat u de
afwasautomaat altijd met de bovenkorf 12 of met de bakplaatsproeikop gebruikt.
22
Apparaathoogte 81,5 cm
Met bestekkorf Bovenste
korf
Onderste
korf
Stand 1 max. ø 22 cm 31 cm
Stand 2 max. ø 24,5 cm 27,5 cm
Stand 3 max. ø 27 cm 25 cm
Met besteklade Bovenste
korf
Onderste
korf
Stand 1 max. ø 16 cm 31 cm
Stand 2 max. ø 18,5 cm 27,5 cm
Stand 3 max. ø 21 cm 25 cm
Serviesgoed nl
Apparaathoogte 86,5 cm
Met bestekkorf Bovenste
korf
Stand 1 max. ø 24 cm 34 cm
Stand 2 max. ø 26,5 cm 30,5 cm
Stand 3 max. ø 29 cm 28 cm
Met besteklade Bovenste
korf
Stand 1 max. ø 18 cm 34 cm
Stand 2 max. ø 20,5 cm 30,5 cm
Stand 3 max. ø 23 cm 28 cm
Plaats grote borden met een diameter tot 31/34* cm volgens de afbeelding in de onderste servieskorf 9*.
Onderste
korf
Onderste
korf
Bovenste servieskorf met hendels aan de zijkant
1. Bovenste servieskorf 12 uittrekken.
2. Bovenste servieskorf bovenaan de
zijkanten vastpakken. Zo voorkomt u dat deze omlaag klapt bij de volgende stap.
3. De bovenste servieskorf laten
zakken; beide hendels links en
rechts op de buitenzijde van de korf naar binnen drukken. De bovenste servieskorf beweegt omlaag.
4. De bovenste servieskorf optillen; de
bovenste servieskorf aan de bovenrand vastpakken en optillen.
5. Zorg ervoor dat de bovenste
servieskorf aan beide zijden op dezelfde hoogte ligt.
6. Bovenste servieskorf inschuiven.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat
23
nl Reinigingsmiddel
Bovenste servieskorf met bovenste en onderste rollenparen
1. Bovenste servieskorf 12 uittrekken.
2. Bovenste servieskorf verwijderen.
3. Bovenste servieskorf weer
aanbrengen op de bovenste rollen
(niveau 3) of de onderste rollen
(niveau 1).
4. Bovenste servieskorf inschuiven.
. Reinigingsmiddel
Reinigingsmiddel
U kunt voor uw vaatwasser tabletten evenals poedervormige of vloeibare reinigingsmiddelen gebruiken, in geen geval echter handafwasmiddel. Afhankelijk van de vervuiling kan met poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel de dosering individueel worden aangepast. Tabletten bevatten voor alle afwasprogramma’s voldoende werkzame stoffen. Moderne, krachtige reinigingsmiddelen hebben meestal een laag alkalische receptuur met enzymen. Enzymen breken zetmeel af en lossen eiwitten op. Om gekleurde vlekken (bijv. thee of ketchup) te verwijderen worden meestal bleekmiddelen op basis van zuurstof gebruikt.
Aanwijzing: Neem voor een goed
afwasresultaat altijd de aanwijzingen op de verpakking in acht! Bij verdere vragen adviseren wij u contact op te nemen met de klantenservice van de reinigingsmiddelproducent.
24
:Waarschuwing
Verwondingsgevaar en materiële schade door het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften van reinigings- en glansspoelmiddelen!
Neem altijd de veiligheidsvoorschriften van reinigings- en glansspoelmiddelen in acht.
Reinigingsmiddel nl
Vullen met reinigingsmiddel
1. Als het reinigingsmiddelbakje 9:
nog gesloten is, bedient u de afsluitgrendel 9B om het bakje te open.
2. Reinigingsmiddel alleen in het droge
reinigingsmiddelbakje 9: gieten (tablet plat neerleggen, niet op zijn kant).
3. Dosering: zie de aanwijzingen van
de fabrikant op de verpakking. Doseerindeling van het reinigingsmiddelbakje gebruiken. Gewoonlijk volstaat 20 ml–25 ml bij normale vervuiling. Bij gebruik van tabs is één tablet voldoende.
PO PO PO
4. Deksel van het
reinigingsmiddelbakje sluiten. Het deksel klikt hoorbaar vast.
&/,&.
Het reinigingsmiddelbakje gaat, afhankelijk van het programma, op het juiste tijdstip automatisch open. Het poedervormige of vloeibare afwasmiddel wordt in het apparaat verdeeld en opgelost, het tablet valt in de tab-opvangschaal en wordt daar gedoseerd opgelost.
Tip: Als het serviesgoed niet erg vuil is,
kunt u normalerwijze volstaan met minder reinigingsmiddel dan is aangegeven. Geschikte reinigings- en onderhoudsmiddelen kunt u online op onze internetsite of bij de Servicedienst bestellen (zie achterkant).
25
nl Reinigingsmiddel
Gecombineerde reinigingsmiddelen
Naast de gebruikelijke reinigingsmiddelen (Solo) wordt een aantal producten aangeboden met extra functies. Deze producten bevatten behalve reinigingsmiddel vaak ook glansspoelmiddel en zoutvervangende stoffen (3in1) en, afhankelijk van de combinatie (4in1, 5in1, ...), ook nog extra componenten zoals glasbescherming of glansmiddel voor roestvrij staal. Gecombineerde reinigingsmiddelen functioneren alleen tot een bepaalde hardheidsgraad (meestal 21°dH). Boven deze grenswaarde moeten zout en glansspoelmiddel worden toegevoegd.
Zodra gecombineerde reinigingsproducten gebruikt worden past het afwasprogramma zich automatisch zodanig aan dat altijd het best mogelijke afwas- en droogresultaat bereikt wordt.
Aanwijzingen
Als u na de start van het programma
serviesgoed wilt bijvullen, gebruik de
tab-opvangschaal 1B dan niet als
handgreep voor de bovenste
servieskorf. Het tablet kan er al in
liggen waardoor u met het
gedeeltelijk opgeloste tablet in
contact komt.
Leg geen kleine voorwerpen om af
te wassen in de tab-opvangschaal
1B; hierdoor kan het tablet niet
gelijkmatig oplossen.
Optimale afwas- en droogresultaten
bereikt u door het gebruik van losse
reinigingsmiddelen in combinatie
met (apart) gebruik van
onthardingszout en
glansspoelmiddel.
Bij korte programma’s kunnen
tabletten door een verschillende manier van oplossen eventueel niet de volle reinigingskracht ontwikkelen waardoor er onopgeloste afwasmiddeldeeltjes achterblijven. Voor deze programma's is een reinigingsmiddel in poedervorm beter geschikt.
Bij het programma „Intensief“ (bij
sommige modellen) is dosering van één tab voldoende. Bij gebruik van poedervormig reinigingsmiddel kunt u nog wat extra reinigingsmiddel op de binnenkant van de deur strooien.
Ook als de indicatie
glansspoelmiddel en/of zout bijvullen brandt, verloopt het afwasprogramma bij gebruik van gecombineerd reinigingsmiddelen zonder problemen.
Bij gebruik van reinigingsmiddelen
met in water oplosbaar beschermend omhulsel: het omhulsel alleen met droge handen vastpakken. Het reinigingsmiddelbakje moet vóór het vullen absoluut droog zijn, anders kan het reinigingsmiddel eraan vastplakken.
Als u van gecombineerde
reinigingsmiddelen op losse reinigingsmiddelen omschakelt, let er dan op dat de wateronthardingsinstallatie en de hoeveelheid glansspoelmiddel op de juiste waarde zijn ingesteld.
Bio-/ecoreiniger: Reinigingsmiddelen
met de aanduiding „Bio“ of „Eco“ gebruiken (om milieuredenen) meestal kleinere hoeveelheden werkzame stoffen of maken helemaal geen gebruik van bepaalde inhoudsstoffen. De reinigende werking van zulke producten kan daardoor beperkt zijn.
26
Programma-overzicht nl
/ Programma-overzicht
Programma-overzicht
In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De bijpassende programma’s en hun rangschikking vindt u op het bedieningspaneel.
Soort serviesgoed
potten, pannen, niet gevoelig serviesgoed en bestek
gemengd serviesgoed en bestek
gemengd serviesgoed en bestek
gemengd serviesgoed en bestek
gevoelig serviesgoed, bestek, temperatuurgev oelige kunststoffen en glazen
gemengd serviesgoed en bestek
Soort vervuiling Programma Eventuele extra
erg aangekoekte, ingebrande of opgedroogde zetmeel- of eiwithoudende etensresten
licht opgedroogde, in het huishouden gebruikelijke etensresten
licht opgedroogde, in het huishouden gebruikelijke etensresten
licht opgedroogde, in het huishouden gebruikelijke etensresten
weinig aangekoekte verse etensresten
licht opgedroogde, in het huishouden gebruikelijke etensresten
± / °
Intensief 70°
Á / Ù
Auto 45° - 65°
â / à
Eco 50°
/´
Stil 50°
é / è
Glas 40°
ñ / ð
Snel 65°
functies
alle
alle
alle
intensiveZone halveBelading HygienePlus Extra drogen glansDroog
intensiveZone VarioSpeedPlus halveBelading Extra drogen glansDroog
Extra drogen glansDroog
Programmaverloop
Intensief:
Voorspoelen Reinigen 70 Tussenspoelen Glansspoelen 65° Drogen
Sensor-geoptimaliseer d:
Wordt naar de mate van vervuiling met behulp van het sensorsysteem geoptimaliseerd.
Zuinigste programma:
Voorspoelen Reinigen 50° Tussenspoelen Glansspoelen 35° Drogen
Geluidsgeoptimaliseer d:
Voorspoelen Reinigen 50° Tussenspoelen Glansspoelen 35° Drogen
Zorgzaam, speciaal:
Voorspoelen Reinigen 40° Tussenspoelen Glansspoelen 50° Drogen
Tijd-geoptimaliseerd:
Reinigen 65° Tussenspoelen Glansspoelen Drogen
27
nl Programma-overzicht
Soort serviesgoed
gemengd serviesgoed en bestek
gevoelig serviesgoed, bestek, temperatuurgev oelige kunststoffen en glazen
alle soorten serviesgoed
- -
--------
Soort vervuiling Programma Eventuele extra
licht opgedroogde, in het huishouden gebruikelijke etensresten
weinig aangekoekte verse etensresten
koud voorspoelen, tussentijdse reiniging
u / t / s
Kort 60°
ñ / ð
Snel 45°
ù / ø
Voorspoelen
/ Š
Machinereiniging
Programmakeuze
U kunt afhankelijk van het soort vaat en van de mate van vervuiling een passend programma kiezen.
functies
alle
Extra drogen glansDroog
geen
geen Machinereiniging 70°
Programmaverloop
Tijd-geoptimaliseerd:
Reinigen 65° Tussenspoelen Glansspoelen Drogen
Tijd-geoptimaliseerd:
Reinigen 45° Tussenspoelen Glansspoelen 50°
Koud afspoelen
Voorspoelen
Aanwijzingen voor testinstituten
Testbureaus ontvangen de instructies voor vergelijkingstests (bijv. volgens EN60436).
Hierbij gaat het om de voorwaarden voor het uitvoeren van de tests, niet om de resultaten of de verbruikswaarden. Aanvraag per e-mail aan: dishwasher@test-appliances.com Benodigd zijn het fabrikaatnummer (E-Nr.) en het productnummer (FD), die u op het typeplaatje 9J op de deur van het apparaat vindt.
28
Extra functies nl
0 Extra functies
Extra functies
* Afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat kunt u verschillende extra functies ` kiezen.
Å Tijd besparen
(VarioSpeedPlus) *
Tijd besparen (VarioSpeedPlus)
Met de functie Tijd besparen kan de looptijd – afhankelijk van het gekozen afwasprogramma – met ca. 20% tot 66% verkort worden. Om bij verkorte looptijd optimale reinigings- en droogresultaten te bereiken, wordt het water- en energieverbruik verhoogd.
§ halveBelading *
halveBelading
Als u maar weinig afwas hebt (bijv. glazen, kopjes, borden), dan kunt u de „halveBelading” bijschakelen. Hiermee bespaart u water, energie en tijd. Vul het reinigingsmiddelbakje met iets minder reinigingsmiddel dan zoals aanbevolen bij een volle belading van de machine.
μ hygiënePlus
(HygienePlus) *
hygiënePlus (HygienePlus)
Met deze functie worden de temperaturen verhoogd en extra lang in stand gehouden, om een gedefinieerd desinfectieniveau te bereiken. Door deze functie continu te gebruiken, verbetert de hygiëne. Deze extra functie is ideaal voor bijv. het afwassen van snijplanken of babyflesjes.
Ï intensiveZone *
intensiveZone
Perfect voor gemengde belading. U kunt erg vuile potten en pannen in de onderste servieskorf samen met normaal vervuild serviesgoed in de bovenste korf afwassen. De sproeidruk in de onderste servieskorf wordt versterkt, de temperatuur van het afwaswater iets verhoogd.
¿ Extra drogen *
Extra drogen
Door een verhoogde temperatuur tijdens het glansspoelen en een verlengde droogfase kunnen ook kunststof delen beter drogen. Het energieverbruik is iets hoger.
ï glansDroog *
glansDroog
Door de hoeveelheid water tijdens het spoelen te vergroten en de droogtijd te verlengen, worden vlekken voorkomen en verbetert het droogresultaat. Het energieverbruik is iets hoger. Voor de glansdroogfunctie wordt glansspoelmiddel aanbevolen (ook bij gebruik van combireinigers).
ß Energy Save *
Energy Save
Met de functie „Energy Save“ kan het water- en energieverbruik worden verlaagd. Voor optimale reinigings- en droogresultaten wordt deιlooptijd verlengd.
29
nl Apparaat bedienen
1 Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
Programmagegevens
De programmagegevens (verbruikswaarden) vindt u in de korte handleiding. Deze hebben betrekking op normale omstandigheden en de instelwaarde van de waterhardheid
:‹…. Verschillende factoren zoals de temperatuur van het water en de druk in de waterleiding zijn hierbij van invloed en kunnen tot afwijkingen leiden.
Instellingen veranderen
Om het u makkelijker te maken, zijn er vooraf bepaalde instellingen gemaakt voor uw vaatwasser. U kunt deze fabrieksinstellingen veranderen.
Zo verandert u de instellingen:
1. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
2. Toets 3 seconden ingedrukt
houden.
In het indicatievenster @ verschijnt
:... en .
3. Toets indrukken om in de
afzonderlijke instellingen te komen.
4. Met de insteltoetsen - + H de
instelling uitvoeren.
5. Toets 3 seconden ingedrukt
houden. De instelwaarde is in de vaatwasser opgeslagen.
Aquasensor *
Aquasensor
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat
De Aqua-Sensor is een optisch meetsysteem (met lichtstraal) waarmee de vertroebeling van het afwaswater wordt gemeten.
Afhankelijk van het programma treedt de Aqua-Sensor in werking. Als de Aqua-Sensor actief is, kan „schoon” afwaswater in de volgende reinigingsfase gebruikt worden en het waterverbruik daardoor met 3–6 liter verminderd worden. Is het water te vuil, dan wordt het afgepompt en door vers water vervangen. In de automatische programma’s worden bovendien temperatuur en looptijd aan de mate van vervuiling aangepast.
Tip: Wanneer u meerdere instellingen
wijzigt, voert u eerst alle wijzigingen na elkaar uit. Druk vervolgens de toets 3 seconden in. Daardoor zijn alle instelwaarden in de vaatwasser opgeslagen.
30
Apparaat bedienen nl
Zeoliet-droging ¼
Zeoliet-droging
:Waarschuwing
Risico van brandwonden door het aanraken van de luchtafvoeropening 1R!
Nooit de luchtafvoeropening aanraken. De uitblaasopening wordt heet en bovendien leidt elke verandering eraan tot een bezoek van de monteur tegen betaling van de onkosten.
Attentie!
Zorg ervoor dat de aanzuigopening 1J niet is afgedekt en dat er in de onderste servieskorf rechts achter boven de uitblaasopening 1R geen temperatuurgevoelige serviesdelen staan.
Het apparaat is voorzien van een zeoliet-reservoir. Zeoliet is een mineraal dat vocht en warmte-energie kan opslaan en weer af kan geven.
In de afwasfase wordt deze warmte-energie voor het drogen van het mineraal en voor het verwarmen van het afwaswater gebruikt.
Tijdens de droogfase wordt vocht uit de spoelruimte in het mineraal opgeslagen en komt warmte-energie vrij. Deze vrijgekomen warmte-energie wordt met droge lucht in de spoelruimte uitgeblazen. Hierdoor is een snelle en verbeterde droging mogelijk waarmee u heel veel energie bespaart.
Deze handelwijzen zijn daardoor bijzonder energiebesparend.
Sensorinstelling
De programma-afloop wordt in auto-programma's met behulp van sensoren geoptimaliseerd. Het sensorsysteem past de programmasterkte van auto-programma's afhankelijk van de hoeveelheid en soort vuil aan. U kunt de gevoeligheid van de sensoren in 3 stappen instellen.
Sensorinstelling †“:‹‹: deze instelling is optimaal voor de gemengde lading en hoge hoeveelheden vuil, daarbij echter gelijktijdig energiebesparend en waterbesparend.
Sensorinstelling †“:‹‚: deze instelling past de programmasterkte al bij geringe hoeveelheden vuil aan voor een effectieve verwijdering van etensresten. Het energieverbruik en waterverbruik wordt overeenkomstig aangepast.
Sensorinstelling †“:‹ƒ: door deze instelling vindt een aanpassing van de programmasterkte voor zwaardere gebruiksomstandigheden plaats bijvoorbeeld sterk ingedroogde etensresten. Deze instelling wordt ook bij het gebruik van biologische of ecologische reinigingsmiddelen met geringere hoeveelheden werkzame stoffen aanbevolen. Het energieverbruik en waterverbruik wordt overeenkomstig aangepast.
Extra droog
Bij het glansspoelen wordt met een hogere temperatuur gewerkt, waardoor betere droogresultaten worden bereikt (voorzichtig bij gevoelige serviesdelen!). De cyclusduur kan daardoor iets toenemen. U kunt de functie extra droog inschakelen š:‹‚ of uitschakelen š:‹‹.
31
nl Apparaat bedienen
Auto Power Off (Automatisch uitschakelen na programma-einde)
Auto Power Off
Om energie te besparen wordt de vaatwasser 1 minuut na afloop van het programma uitgeschakeld. U kunt de instelling veranderen.
Mogelijke instellingen zijn:
˜:‹‹: De vaatwasser schakelt niet
automatisch uit.
˜:‹‚: De vaatwasser schakelt na 1
minuut uit.
˜:‹ƒ: De vaatwasser schakelt na 2
uur uit.
Aanwijzing: Houd er rekening mee dat
de bij instellingen ˜:‹‚ en ˜:‹ƒ de binnenverlichting 1" uitgeschakeld is. Om de binnenverlichting te activeren, drukt u op de AAN-/UIT-schakelaar (.
EmotionLight (Binnenverlichting) *
emotionLight
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
EmotionLight 1" is de binnenverlichting van uw vaatwasser. U kunt de binnenverlichting inschakelen :‹‚ of uitschakelen :‹‹.
Startprogramma wijzigen
Voor een milieubesparende werking is bij elke start van het apparaat standaard het programma Eco 50° ingesteld. U kunt de instelling „Startprogramma“ wijzigen. Bij de instelling †˜:‹‹ verschijnt bij elke start van het apparaat het laatst gekozen programma.
Signaalsterkte
Als u de vaatwasser in- of uitschakelt, klinkt er een geluidssignaal. U kunt de signaalsterkte van †–:‹‹ - †–:‹„ instellen.
Toetsvolume
Als u de vaatwasser bedient, wordt bij elke toetsindruk een geluidssignaal weergegeven. U kunt de signaalsterkte van ›–:‹‹ - ›–:‹„ instellen. Als u het geluidssignaal storend vindt, stelt u de waarde ›–:‹‹ (toetssignaal uit) in.
Aanwijzingen
Afhankelijk van de instelling van
AutoPowerOff is de binnenverlichting
ingeschakeld of uitgeschakeld.
Houd er rekening mee dat de
binnenverlichting in ingeschakelde
toestand bij geopende deur na 1 uur
automatisch wordt uitgeschakeld.
32
Apparaat bedienen nl
Apparaat inschakelen
1. Waterkraan helemaal opendraaien.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen. Voor een milieubesparende werking is bij elke start van het apparaat standaard het programma Eco 50° ingesteld. Dit programma blijft gekozen zolang er geen andere programmatoets 0 wordt ingedrukt.
3. START-toets X indrukken.
Het programma start.
Aanwijzing:
Om ecologische redenen wordt het programma Eco 50° ingesteld elke keer dat het apparaat wordt gestart. Dit ontziet niet alleen het milieu, maar ook uw portemonnee.
Het Eco 50° programma is een bijzonder milieubesparend programma. Het is het „standaardprogramma” conform de EU-verordening1016/2010, dat de meest efficiënte standaard reinigingscyclus is voor de reiniging van normaal vervuild serviesgoed en het gecombineerde energie- en waterverbruik voor de reiniging van dit soort serviesgoed.
Tijdinstelling *
Tijdinstelling
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
U kunt de programmastart tot maximaal 24 uur verschuiven.
Zo stelt u de tijdinstelling in:
1. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
2. Toets Tijdinstelling P - of +
indrukken. Het indicatievenster @ toont ‹‹h:‹‹m.
3. Toets Tijdinstelling P - of + net zo
vaak indrukken tot de gewenste tijd wordt weergegeven.
4. START-toets X indrukken.
De tijdinstelling is geactiveerd.
5. Voor het wissen van de tijdinstelling
de toets P - of + net zo vaak indrukken totdat in het indicatievenster @ ‹‹h:‹‹m verschijnt.
Programma-einde
Het programma is beëindigd wanneer in het indicatievenster @.‹‹h:‹‹m verschijnt.
Apparaat uitschakelen
Indicatie resterende duur
Bij de programmakeuze verschijnt de resterende programmaduur in het indicatievenster @.
De programmaduur wordt tijdens het programma bepaald door de temperatuur van het water, de hoeveelheid serviesgoed en de mate van vervuiling en kan (afhankelijk van het gekozen programma) variëren.
Korte tijd na afloop van het programma:
1. AAN/UIT-schakelaar (
uitschakelen.
2. Waterkraan dichtdraaien (vervalt bij
apparaten met een aquastop).
3. Serviesgoed na afkoeling
verwijderen.
Aanwijzing: Laat het apparaat na het
einde van het programma even afkoelen voordat u het opent. Zo voorkomt u dat er stoom vrijkomt die op den duur schade aan uw inbouwmeubelen kan veroorzaken.
33
nl Reinigen en onderhouden
Programma onderbreken
Attentie!
Door uitzetting (overdruk) kan de deur van het apparaat openspringen en/of er water naar buiten treden! Als bij aansluiting op de warmwaterleiding of bij een opgewarmd apparaat de deur van het apparaat werd geopend, dan de deur van het apparaat altijd eerst enkele minuten op een kier laten staan en vervolgens sluiten.
1. AAN/UIT-schakelaar (
uitschakelen.
De brandende indicaties worden
gedoofd. Het programma blijft
opgeslagen.
2. De AAN-/UIT-schakelaar (
inschakelen om het programma
voort te zetten.
Programma afbreken (Reset)
Programma afbreken
1. START-toets X gedurende
ca. 3 seconden indrukken.
In het indicatievenster @ verschijnt
de waarde ‹‹h:‹‚m. Het
programma is na ca. 1 minuut
afgelopen. In het indicatievenster
@ verschijnt de waarde ‹‹h:‹‹m.
2. AAN-/UIT-schakelaar ( indrukken.
Wijzigen van het programma
Na het indrukken van de START-toets X kan het programma niet gewijzigd worden. Wijzigen van het programma is alleen mogelijk door het programma af te breken (Reset).
2 Reinigen en
onderhouden
Reinigen en onderhouden
Regelmatige controle en onderhoud van het apparaat dragen ertoe bij defecten te voorkomen. Dit bespaart u tijd en ergernis.
Algehele toestand van de vaatwasser
* De binnenruimte van uw vaatwasser is grotendeels zelfreinigend. Om afzettingen te verwijderen, verandert uw vaatwasser met bepaalde tussenpozen automatisch het programma (bijvoorbeeld door de reinigingstemperatuur te verhogen). Dit leidt tijdens dit programma tot hogere verbruikswaarden.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
Als u desondanks afzettingen in de binnenruimte van de vaatwasser aantreft, verwijdert u deze als volgt:
1. Vaatwasmiddelbakje 9: met
vaatwasmiddel vullen.
2. Programma met de hoogste
temperatuur kiezen.
3. Programma zonder serviesgoed
starten.
:Waarschuwing
Gezondheidsrisico door chloorhoudend vaatwasmiddel!
Altijd chloorvrije vaatwasmiddelen gebruiken.
34
Reinigen en onderhouden nl
Aanwijzingen
Gebruik voor het reinigen van het
apparaat alleen speciaal voor vaatwassers geschikte reinigingsmiddelen/ machinereinigers.
Veeg de deurafdichtingen regelmatig
met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel af. Hierdoor blijft de deurafdichting schoon en hygiënisch.
Laat de deur op een kier staan als u
de vaatwasser lang niet gebruikt. Hierdoor kunnen zich geen onaangename geuren vormen.
Reinig de vaatwasser nooit met een
stoomreiniger. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die hieruit voortvloeit.
Veeg het front en bedieningspaneel
van de vaatwasser regelmatig af met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel.
Vermijd het gebruik van
schuursponsjes of schurende reinigingsmiddelen. Deze krassen het oppervlak.
Vermijd bij vaatwassers met een
roestvrij stalen front het gebruik van sponsdoekjes of was deze vóór het eerste gebruik meerdere keren goed uit. Dit voorkomt corrosie.
Machinereiniging *
Machinereiniging
Machinereiniging is in combinatie met commercieel verkrijgbare machinereinigers het juiste programma voor reiniging van uw vaatwasser. Afzettingen, zoals vet en kalk, kunnen tot storingen bij uw vaatwasser leiden. Om storingen te voorkomen en de vorming van nare geuren te verminderen, adviseren wij u de vaatwasser met regelmatige tussenpozen te reinigen.
* Zodra de indicatie voor machinereiniging op het bedieningspaneel oplicht of op het frontdisplay wordt aanbevolen een machinereiniging uit te voeren, voert u de machinereiniging zonder serviesgoed uit. Nadat u de machinereiniging hebt uitgevoerd, dooft de indicatie op het bedieningspaneel.
Als uw vaatwasser geen herinneringsfunctie heeft, volgt u de gebruiksinstructies op de machinereinigers op.
35
nl Reinigen en onderhouden
Aanwijzingen
Verwijder grove verontreinigingen in
de binnenruimte met een vochtige
doek.
Voer het programma in combinatie
met een machinereiniger zonder
serviesgoed uit.
Gebruik alleen speciale
machinereinigers en geen
vaatwasmiddel.
Neem de veiligheidsvoorschriften en
gebruiksinstructies op de
verpakkingen van de
machinereinigers in acht.
* Na drie spoelcycli dooft de
indicatie op het bedieningspaneel
automatisch, ook als u geen
machinereiniging hebt uitgevoerd.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat
Onthardingszout en glansspoelmiddel
Vul het onthardingszout en/of glansspoelmiddel bij zodra de bijvulindicaties op het bedieningspaneel )* en h oplichten.
Zeven
De zeven 1j zorgen ervoor dat grove etensresten in het spoelwater niet in de afvoerpomp terechtkomen. Door deze etensresten kunnen de zeven verstopt raken.
Het zevensysteem bestaat uit
een grove zeef
een vlakke fijne zeef
en een microzeef
1. Na elke afwasbeurt de zeven
op etensresten controleren.
2. Zeefcylinder zoals afgebeeld
losdraaien en het zeefsysteem eruit halen.
36
3. Eventuele etensresten verwijderen
en de zeven onder stromend water schoonmaken.
4. Zevensysteem in omgekeerde
volgorde weer erin zetten en erop letten dat de gemarkeerde pijlen na het sluiten tegenover elkaar staan.
Wat te doen bij storingen? nl
Sproeiarmen
Kalk en etensresten in het afwaswater kunnen de sproeiopeningen en de lagers van de sproeiarmen 1: en 1Z blokkeren.
1. Sproeiopeningen
van de sproeiarmen op verstopping controleren.
2. De bovenste sproeiarm 1:
afschroeven (1) en naar onderen eraf trekken (2).
3. De onderste sproeiarm 1Z naar
boven eraf trekken.
3 Wat te doen bij
storingen?
Wat te doen bij storingen?
De ervaring leert dat veel storingen die in het dagelijks gebruik optreden, door u zelf verholpen kunnen worden. Hiermee bespaart u natuurlijk kosten en bent u er zeker van dat de apparaat snel weer gebruikt kan worden. In het volgende overzicht vindt u eventuele oorzaken van de storingen en nuttige aanwijzingen om deze te verhelpen.
Aanwijzing: Mocht het apparaat tijdens
het afwassen om onbekende redenen stil blijven staan of niet starten, dan dient u eerst de functie Programma afbreken (reset) uit te voeren ~ "Apparaat bedienen" op pagina 30.
:Waarschuwing
Ondeskundige reparatie of gebruik van niet-originele onderdelen kan aanzienlijke schade en gevaar voor de gebruiker opleveren!
Reparaties altijd laten uitvoeren door een vakman. Altijd originele vervangingsonderdelen gebruiken wanneer een onderdeel moet worden vervangen.
4. Sproeiarmen onder stromend water
schoonmaken.
5. Sproeiarmen weer vastdrukken resp.
vastschroeven.
37
nl Wat te doen bij storingen?
Afvoerpomp
Grote voedselresten of voorwerpen die niet door de zeven zijn tegengehouden, kunnen de afvoerpomp blokkeren. Het spoelwater staat dan tot boven de zeef.
:Waarschuwing
Risico van snijwonden!!
Scherpe en puntige voorwerpen of glasscherven kunnen de afvoerpomp blokkeren. Ongewenste voorwerpen altijd voorzichtig verwijderen.
Zo reinigt u de afvoerpomp:
1. Afwasautomaat losmaken van het
stroomnet.
2. De boven- 12 en onderzeef 9*
verwijderen.
3. Zeven 1j eruit halen.
4. Water eruit scheppen, eventueel
met behulp van een spons.
5. De witte pompafdekking (zie
afbeelding) met behulp van een
lepel opwippen. Pompafdekking aan
de beugel vastpakken en schuin
naar binnen optillen (1). Afdekking
geheel verwijderen.
6. Schoepenrad controleren op
vreemde voorwerpen en deze eventueel verwijderen.
7. Pompafdekking weer op de
oorspronkelijke positie aanbrengen (2) en omlaagdrukken tot hij vastzit (3).
&/,&.
8. Zeven monteren.
9. Zeven weer aanbrengen.
38
Wat te doen bij storingen? nl
Storingentabel
Storing Oorzaak Oplossing
Indicatie „Watertoevoer controleren” brandt.
Watertoevoerslang geknikt. Watertoevoerslang zonder knikken
verleggen.
Waterkraan dicht. Waterkraan opendraaien.
Waterkraan verstopt of verkalkt. Waterkraan opendraaien.
Hoeveelheid binnenstromend water bij geopende waterkraan: minimaal 10 l per min.
Zeef aan de waterkraan verstopt. Apparaat uitschakelen en de stekker uit
het stopcontact trekken. Waterkraan dichtdraaien. Wateraansluiting eraf schroeven.
Zeef in de watertoevoerslang schoonmaken. Wateraansluiting weer vastschroeven. Controleren op lekkage. Stroom weer inschakelen. Apparaat inschakelen.
Foutcode :‹ˆ brandt. Aanzuigopening (aan de rechter
binnenzijde van het apparaat) afgedekt door serviesgoed.
Foutcode :‚ƒ brandt. Verwarmingselement verkalkt of
vuil.
Foutcode :‚… brandt. Aquastopsysteem geactiveerd. Waterkraan sluiten. Foutcode :‚† brandt. Foutcode :‚‡ brandt. Continue watertoevoer. Foutcode :ƒƒ brandt. Zeven 1j vuil of verstopt. Zeven reinigen. ~ "Zeven" op pagina 36
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
Het serviesgoed zo plaatsen dat de aanzuigopening vrij is.
Apparaat reinigen met machinereinigingsmiddel of ontkalker. De vaatwasser gebruiken met de onthardingsvoorziening en de instelling controleren.~ "Wateronthardingsinstall
atie/Onthardingszout" op pagina 14
Klantenservice bellen en foutcode vermelden.
39
nl Wat te doen bij storingen?
Storing Oorzaak Oplossing
Foutcode :ƒ… brandt. Waterafvoerslang verstopt of
Foutcode :Ġ brandt. Waterafvoerpomp geblokkeerd
Foutcode :ƒˆ brandt. Netspanning te laag. Geen fout van het apparaat, netspanning
Een andere foutcode verschijnt op de cijferindicatie. (:‹‚ tot :„‹)
Op de cijferindicatie @ verschijnt p of . *
Bijvulindicatie voor zout )* en/of glansspoelmiddel h brandt.
Bijvulindicatie voor zout )* en/of glansspoelmiddel h brandt niet.
Na afloop van het programma blijft er water in het apparaat staan.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
geknikt.
Sifonaansluiting is nog dicht. Aansluiting bij sifon controleren en zo
Afdekking van de afvoerpomp zit los.
of afdekking van de waterafvoerpomp niet vastgeklikt.
Er is vermoedelijk een technische storing opgetreden.
Geen storing! Zie TurboSpeed 20 min. in het hoofdstuk
Glansspoelmiddel ontbreekt. Glansspoelmiddel bijvullen.
Het zout ontbreekt. Onthardingszout bijvullen.
Sensor herkent de zouttabletten niet.
Bijvulindicatie uitgeschakeld. Activering/deactivering (zie het hoofdstuk
Er is nog voldoende onthardingszout/glansspoelmidd el aanwezig.
Zeefsysteem of ruimte onder de zeef 1j is verstopt.
Programma nog niet beëindigd Wachten tot het programma is afgelopen
Slang zonder knikken verleggen, eventuele resten verwijderen.
nodig openen.
Afdekking goed vastmaken.
~ "Afvoerpomp" op pagina 38
Pomp reinigen en afdekking goed vastklikken. ~ "Afvoerpomp"
op pagina 38
en elektrische installatie laten controleren.
Apparaat uitschakelen met de AAN-/UIT-schakelaar (. Na korte tijd het apparaat opnieuw starten. Als het probleem opnieuw optreedt, de waterkraan sluiten en de stekker uit het stopcontact trekken. Klantenservice bellen en foutcode vermelden.
„Programma-overzicht”. *
Ander onthardingszout gebruiken.
Onthardingsvoorziening/Onthardingszout ~ Blz. 14 of Glansspoelmiddel ).
Bijvulindicatie, vulpeilen controleren.
Zeven en ruimte eronder reinigen.
of een reset uitvoeren.
40
Wat te doen bij storingen? nl
Storing Oorzaak Oplossing
Serviesgoed niet droog. Geen of te weinig
glansspoelmiddel in het voorraadbakje.
Een programma zonder drogen gekozen.
Waterophoping in het serviesgoed en bestek.
Glansspoelmiddel bijvullen.
Programma met drogen kiezen.
~ "Programma-overzicht" op pagina 27
Voor een schuine stand zorgen bij het inruimen, de serviesdelen zo schuin mogelijk plaatsen.
Het gecombineerde reinigingsmiddel heeft een slecht droogvermogen.
Optie Extra droog voor versterkte droging niet geactiveerd.
Het serviesgoed is te vroeg uitgeruimd of het droogproces was nog niet afgelopen.
Het gebruikte eco-glansspoelmiddel heeft een beperkt droogvermogen.
Kunststofserviesgoed niet droog.
Bestek niet droog. Bestek niet goed gesorteerd in de
Binnenzijden van het apparaat nat na het spoelen.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
Speciale eigenschappen van kunststof.
bestekkorf.
Bestek niet goed gesorteerd in de besteklade.
Geen fout van het apparaat. Wegens het droogprincipe
Andere combireiniger met beter droogvermogen gebruiken. Gebruik van extra glansspoelmiddel verbetert het droogvermogen.
Extra droog activeren. ~ "Apparaat
bedienen" op pagina 30
Wachten tot het programma is afgelopen of het serviesgoed pas 30 min. na afloop van het programma verwijderen.
Een kwaliteitsglansspoelmiddel gebruiken. Eco-producten kunnen een beperkte effectiviteit hebben.
Kunststof heeft een lager warmteopslagvermogen en droogt daardoor slechter.
Bestek zo veel mogelijk los van elkaar plaatsen, aanraakpunten vermijden.
Bestek goed sorteren en zoveel mogelijk los van elkaar plaatsen.
„condensatiedrogen” zijn waterdruppels in het reservoir noodzakelijk en gewenst. Het vocht in de lucht condenseert tegen de binnenzijden van de vaatwasser, stroomt omlaag en wordt weggepompt.
41
nl Wat te doen bij storingen?
Storing Oorzaak Oplossing
Etensresten op het serviesgoed.
Etensresten op het serviesgoed bij pauzefunctie. *
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
Serviesgoed te dicht op elkaar ingeruimd, servieskorf te vol.
Sproeiarmen konden niet ongehinderd ronddraaien.
Sproeiers van sproeiarmen verstopt.
Zeven 1j vuil. Zeven reinigen. ~ "Reinigen en
Zeven 1j onjuist aangebracht en/of niet vastgezet.
Te zwak afwasprogramma gekozen.
Serviesgoed te sterk voorgereinigd, daarom kiest het sensorsysteem voor een zwak spoelprogramma. Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet worden verwijderd.
Hoge, smalle serviesdelen worden in de hoeken onvoldoende uitgespoeld.
Bovenste servieskorf 12 rechts en links niet op dezelfde hoogte erin gezet.
Serviesgoed te laat toegevoegd. Onderbreek het spoelprogramma alleen in
Het serviesgoed zo inruimen dat er voldoende vrije ruimte aanwezig is en de sproeistralen het oppervlak van het serviesgoed kunnen bereiken. Aanraakpunten vermijden.
Het serviesgoed zo inruimen dat de draaibeweging van de sproeiarm niet wordt gehinderd.
Sproeiers van de sproeiarm reinigen.
~ "Reinigen en onderhouden" op pagina 34
onderhouden" op pagina 34
Zeven goed aanbrengen en vastklikken.
Krachtiger spoelprogramma kiezen. Gevoeligheid van het sensorsysteem verhogen.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de grotere etensresten verwijderen. Gevoeligheid van het sensorsysteem verhogen. Geadviseerd programma Eco 50° of Intensief.
Hoge, smalle serviesdelen niet te schuin en niet in de hoeken inruimen.
Bovenkorf met hendels aan de zijkant op dezelfde hoogte instellen.
het beginfase om nog serviesgoed toe te voegen.
42
Wat te doen bij storingen? nl
Storing Oorzaak Oplossing
Reinigingsmiddelresten Deksel van het
Watervlekken op kunststofdelen.
Afwisbare of in water oplosbare afzettingen in het reservoir of op de deur.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
reinigingsmiddelbakje 9: geblokkeerd door serviesgoed, daarom gaat het deksel niet volledig open.
Deksel van het reinigingsmiddelbakje 9: wordt geblokkeerd door het tablet.
Tabletten gebruikt in het snelprogramma of korte programma. Oplostijd van het reinigingsmiddel wordt niet bereikt binnen het gekozen korte programma.
Reinigende werking en oplosgedrag nemen af bij langere opslagtijd, of het reinigingsmiddel klontert sterk.
Druppelvorming op kunststof oppervlakken is onvermijdelijk. Na het afdrogen zijn watervlekken zichtbaar.
Bestanddelen van het reinigingsmiddel zetten zich af. Deze aanslag laat zich meestal niet chemisch verwijderen (machinereinigingsmiddel, ...).
Bij „witte afzetting” op de reservoirbodem is de onthardingsvoorziening ingesteld op een grenswaarde.
Deksel van het zoutreservoir 1b niet dichtgedraaid.
Alleen bij glazen: beginnende glascorrosie kan slechts schijnbaar worden afgewist.
Er mag geen serviesgoed op het tablettenbakje 1B staan. Dit kan het deksel van het reinigingsmiddelbakje blokkeren, waardoor het niet volledig open gaat. ~ "Bovenste servieskorf"
op pagina 18
Geen serviesgoed of geurdispenser in het tablettenbakje doen.
Het tablet moet dwars en niet op de korte kant worden gelegd.
Oplostijd van tabletten van een snelprogramma of een kort programma is te lang. Reinigingspoeder of een krachtiger programma gebruiken.
Ander reinigingsmiddel gebruiken.
Krachtiger programma gebruiken (hoger waterverbruik). Schuin zetten bij het inruimen. Glansspoelmiddel gebruiken. Onthardingsinstelling eventueel verhogen.
Ander merk reinigingsmiddel nemen. Apparaat mechanisch reinigen.
Onthardingsinstelling verhogen en eventueel een ander reinigingsmiddel gebruiken.
Zoutreservoirdeksel goed dichtdraaien.
Zie „Schade aan glas en serviesgoed” ~ Blz. 18.
43
nl Wat te doen bij storingen?
Storing Oorzaak Oplossing
Witte, moeilijk verwijderbare aanslag op serviesgoed, reservoir of deur.
Thee- of lippenstiftresten op het serviesgoed.
Gekleurde (blauw, geel, bruin), moeilijk of niet verwijderbare aanslag in het apparaat of op roestvrijstalen serviesgoed.
Gekleurde (geel, oranje, bruin), eenvoudig te verwijderen afzettingen in de binnenruimte (vooral op de bodem).
Verkleuring van de kunststof onderdelen in de binnenruimte van het apparaat.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
Bestanddelen van het reinigingsmiddel zetten zich af. Deze aanslag laat zich meestal niet chemisch verwijderen (machinereinigingsmiddel, ...).
Onjuiste waterhardheid ingesteld of waterhardheid is hoger dan 50°dH (8,9 mmol/l).
3-in-1-reinigingsmiddel of bio/eco-reinigingsmiddel onvoldoende effectief.
Te lage dosering van het reinigingsmiddel.
Een te zwak programma gekozen.
Te lage spoeltemperatuur. Programma met hogere spoeltemperatuur
Te weinig of ongeschikt reinigingsmiddel.
Serviesgoed te sterk voorgereinigd, daarom kiest het sensorsysteem voor een zwak spoelprogramma. Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet worden verwijderd.
Laagvorming door bestanddelen van groente (bijv. kool, selderie, aardappels, noedels, …) of van het leidingwater (bijv. mangaan).
Laagvorming door metalen bestanddelen op zilveren of aluminium serviesgoed.
Laagvorming van de bestanddelen van voedselresten en van het leidingwater (kalk), „zeepachtig”
Kunststof onderdelen in de binnenruimte kunnen tijdens de levensduur van de vaatwasser verkleuren.
Ander merk reinigingsmiddel nemen. Apparaat mechanisch reinigen.
Onthardingsvoorziening instellen volgens de gebruiksaanwijzing of zout bijvullen.
Onthardingsvoorziening instellen volgens de gebruiksaanwijzing of losse middelen gebruiken (kwaliteitsreinigingsmiddel, zout, glansspoelmiddel).
De reinigingsmiddeldosering verhogen of een ander reinigingsmiddel gebruiken.
Krachtiger spoelprogramma kiezen.
kiezen.
Geschikt reinigingsmiddel in de juiste dosering toevoegen.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de grotere etensresten verwijderen. Gevoeligheid van het sensorsysteem verhogen. Geadviseerd programma Eco 50°
Ten dele verwijderbaar met machinereiningsmiddel of door mechanische reiniging. Deze aanslag is niet schadelijk voor de gezondheid.
Ten dele verwijderbaar met machinereiningsmiddel of door mechanische reiniging.
Werking van de onthardingsvoorziening controleren (onthardingszout bijvullen) of bij gebruik van gecombineerde reinigingsmiddelen (tabletten) de ontharding activeren.
Verkleuringen zijn normaal en hebben geen nadelige invloed op de werking van de vaatwasser.
44
Wat te doen bij storingen? nl
Storing Oorzaak Oplossing
Verkleuring op kunststof onderdelen.
Verwijderbare vegen op glazen, glaswerk met een metalen uiterlijk en bestek.
Beginnende of reeds aanwezige, onomkeerbare (onherstelbare) vertroebeling van het glas.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
Te lage spoeltemperatuur. Programma met hogere spoeltemperatuur
Serviesgoed te sterk voorgereinigd, daarom kiest het sensorsysteem voor een zwak spoelprogramma. Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet worden verwijderd.
Te veel glansspoelmiddel. Kleinere hoeveelheid glansspoelmiddel
Geen glansspoelmiddel toegevoegd of de instelling is te laag.
Reinigingsmiddelresten tijdens het programmagedeelte Glansspoelen. Deksel van het reinigingsmiddelbakje geblokkeerd door serviesgoed (deksel gaat niet volledig open).
Serviesgoed te sterk voorgereinigd, daarom kiest het sensorsysteem voor een zwak spoelprogramma. Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet worden verwijderd.
Glazen niet vaatwasmachinebestendig, slechts vaatwasmachinegeschikt.
kiezen.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de grotere etensresten verwijderen. Gevoeligheid van het sensorsysteem verhogen. Geadviseerd programma Eco 50°
instellen.
Glansspoelmiddel toevoegen en de dosering controleren (advies: stand 4-5).
Deksel van het reinigingsmiddelbakje mag niet worden gehinderd door serviesgoed. Geen serviesgoed of geurdispenser in het tablettenbakje doen.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de grotere etensresten verwijderen. Gevoeligheid van het sensorsysteem verhogen. Geadviseerd programma Eco 50°
Vaatwasmachinebestendige glazen gebruiken. Lange stoomfase (standtijd na spoeleinde) vermijden. Spoelcyclus met lagere temperatuur gebruiken. Onthardingsvoorziening correct instellen op de waterhardheid (eventueel een niveau lager). Reinigingsmiddel met glasbeschermingscomponenten gebruiken.
45
nl Wat te doen bij storingen?
Storing Oorzaak Oplossing
Roestsporen op het bestek. Het bestek is niet voldoende
Het apparaat kan niet worden ingeschakeld of bediend.
Het apparaat start niet. Zekering van de huisinstallatie
Programma start automatisch.
De deur laat zich moeilijk openen.
De deur laat zich niet sluiten.
Deksel van het reinigingsmiddelbakje kan niet gesloten worden.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
roestbestendig. Messenlemmeten zijn hier vaak sterker door getroffen.
Bestek roest ook wanneer het samen met roestige voorwerpen wordt afgewassen (handgrepen van pannen, beschadigde servieskorven enz.).
Zoutgehalte in het afwaswater te hoog doordat het deksel van het zoutreservoir niet goed is vastgedraaid of bij het bijvullen zout gemorst werd.
Functiestoring. Het apparaat losmaken van het stroomnet,
niet in orde.
Aansluitsnoer niet aangesloten. Ervoor zorgen dat het aansluitsnoer goed
De deur van het apparaat is niet goed dicht.
Pauzefunctie is actief. * START-toets X indrukken. *
Einde van het programma niet afgewacht.
Kinderslot is geactiveerd. Kinderslot deactiveren.
Het deurslot is omgesprongen. Deur krachtiger sluiten.
Deur sluit niet goed door inbouwfout.
Reinigingsmiddelbakje of dekselgeleiding geblokkeerd door aangekoekte reinigingsmiddelresten
Roestvast bestek gebruiken.
Geen roestende onderdelen afwassen.
Dop van het zoutreservoir goed vastdraaien of gemorst zout verwijderen.
de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering uitschakelen. Minstens 5 seconden wachten en dan het apparaat aansluiten op het stroomnet.
Zekering controleren.
is aangesloten op de achterkant van het apparaat en op het stopcontact. Controleren of het stopcontact goed werkt.
Deur sluiten.
Reset uitvoering.
Inbouwwijze van het apparaat controleren. Deuren of aanbouwdelen mogen elkaar niet raken bij het sluiten.
Reinigingsmiddelresten verwijderen.
46
Wat te doen bij storingen? nl
Storing Oorzaak Oplossing
Reinigingsmiddelresten in het reinigingsmiddelbakje 9: of in het tablettenbakje 1B.
Apparaat blijft steken tijdens het programma of het programma valt stil.
Sproeiarmen geblokkeerd door serviesgoed, daarom wordt het
Ervoor zorgen dat de sproeiarmen vrij
kunnen draaien. reinigingsmiddel niet weggespoeld.
Reinigingsmiddelbakje was tijdens het vullen vochtig.
Reinigingsmiddel alleen in droog
reinigingsmiddelbakje doen.
Deur niet geheel gesloten. Deur sluiten.
Geen serviesgoed of geurdispenser in het tablettenbakje doen.
Controleren of de achterwand wordt
ingedrukt door bijv. een stopcontact of
een niet-gedemonteerde slanghouder. Bovenkorf drukt tegen de binnendeur en verhindert een goede sluiting van de deur.
Stroom- en/of watertoevoer
Stroom- en/of watertoevoer herstellen. onderbroken.
Klappende geluiden van de vulventielen.
Afhankelijk van de huisinstallatie, daarom geen fout van het
Geen oplossing voorhanden.
apparaat. Geen invloed op de werking van het apparaat.
Kloppend of ratelend geluid.
Sproeiarm slaat tegen het serviesgoed, serviesgoed niet goed ingeruimd.
Bij geringe belading maken de waterstralen rechtstreeks
Serviesgoed zo inruimen dat de
sproeiarmen niet tegen het serviesgoed
slaan.
Apparaat voller laden of het serviesgoed
gelijkmatiger verdelen. contact met het reservoir.
Lichte serviesdelen bewegen
Lichte serviesdelen vast staand inruimen. tijdens het spoelen.
Abnormale schuimvorming.
Handafwasmiddel in het reservoir voor glansspoelmiddel.
Voorraadbakje voor glansspoelmiddel
direct vullen met glansspoelmiddel.
Glansspoelmiddel gemorst. Glansspoelmiddel verwijderen met een
doek.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
--------
47
nl Servicedienst
4 Servicedienst
Servicedienst
Als u de storing niet zelf kunt verhelpen, neem dan contact op met de Servicedienst. Wij vinden altijd een passende oplossing, ook om een onnodig bezoek van de monteur te voorkomen. De contactgegevens van de dichtstbijzijnde Servicedienst vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing of in de bijgesloten lijst met Servicedienstadressen. Vermeld bij een telefoongesprek a.u.b. het fabrikaatnummer (ENr. = 1) en het productnummer (FD = 2); deze nummers vindt u op het typeplaatje op de deur van het apparaat.
(1U
)'
(1U
Vertrouw op de competentie van de fabrikant. Neem contact met ons op. U
bent er dan van verzekerd dat de reparatie door ervaren technici wordt uitgevoerd die gebruik maken van de originele reserveonderdelen voor uw apparaat.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat
)'
5 Plaatsen en aansluiten
Plaatsen en aansluiten
Om de afwasautomaat goed te laten functioneren moet hij vakkundig worden aangesloten. De gegevens van de aan­en afvoer en de elektrische aansluitwaarden moeten voldoen aan de vereiste criteria, zoals vastgelegd in de volgende alinea's resp. in de montagehandleiding.
Bij de montage de juiste volgorde van de handelingen aanhouden:
1. Bij aflevering controleren
2. Plaatsen
3. Afvoerwateraansluiting
4. Drinkwateraansluiting
5. Elektrische aansluiting
Inhoud van de verpakking
Voor klachten kunt u terecht bij de winkel waar u het apparaat hebt aangeschaft of bij onze servicedienst.
Afwasautomaat
Gebruiksaanwijzing
Installatievoorschrift
Korte handleiding*
Garantie*
Montagemateriaal
Stoombeschermingsplaat*
Rubberlap*
Aansluitsnoer
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat
Veiligheidsvoorschriften
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor de veiligheid onder ~ "Bij de installatie" op pagina 6 in acht.
48
Plaatsen en aansluiten nl
Aflevering
Uw afwasmachine werd in de fabriek grondig gecontroleerd op correct functioneren. Hierbij zijn kleine watervlekken achtergebleven. Deze zijn na de eerste afwas verdwenen.
Technische gegevens
Gewicht:
Maximaal 60 kg.
Spanning:
220–240 V, 50 Hz of 60 Hz
Aansluitwaarde:
2,0 - 2,4 kW.
Zekering:
10/16 A (UK 13 A).
Stroomverbruik:
uitgeschakelde toestand (Po)* 0,50 W. niet-uitgeschakelde toestand (klaar) (Pl)* 0,50 W. *volgens verordeningen (EU) nr. 1016/2010 en 1059/2010 Extra functies en instellingen kunnen het stroomverbruik verhogen.
Waterdruk:
minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal 1 MPa (10 bar). Bij hogere waterdruk: een drukreduceerventiel ervoor installeren.
Hoeveelheid binnenstromend
water:
minimaal 10 liter per minuut.
Watertemperatuur:
Koudwater. Bij warm water: maximale temperatuur 60 °C.
Capaciteit:
12–15 standaardcouverts (afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat).
Plaatsing
De vereiste inbouwmaten vindt u in het montagevoorschrift. Het apparaat met behulp van de verstelbare voetjes waterpas zetten. Let erop dat het apparaat stevig staat.
Geïntegreerde
en onderbouwapparaten die naderhand als vrijstaand apparaat worden opgesteld, moeten beveiligd worden tegen kantelen, bijv. door vastschroeven aan de wand of door inbouw onder een doorlopend werkblad dat aan de kasten ernaast is vastgeschroefd.
Het apparaat kan zonder problemen
tussen wanden van hout of kunststof in een rij keukenmeubelen worden ingebouwd.
Afvoerwateraansluiting
1. De noodzakelijke handelingen vindt
u in het montagevoorschrift. Eventueel een sifon met aansluitnippel monteren.
2. Afvoerslang met behulp
van de meegeleverde onderdelen op de aansluitnippel van de sifon aansluiten. Let erop dat de waterafvoerslang niet geknikt, ingedrukt of ineen gestrengeld is en dat een stop in de afvoer het wegstromen van het water niet belemmert!
49
nl Plaatsen en aansluiten
Drinkwateraansluiting
1. De drinkwateraansluiting volgens de
montagehandleiding aansluiten met behulp van de bijgevoegde onderdelen. Zorg ervoor dat de drinkwateraansluiting niet wordt geknikt of geplet, of in de knoop raakt.
2. Bij vervanging van het apparaat
moet altijd een nieuwe watertoevoerslang in gebruik worden genomen.
Waterdruk:
minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal 1 MPa (10 bar). Bij hogere waterdruk: een drukreduceerventiel ervoor installeren.
Hoeveelheid binnenstromend water:
minimaal 10 liter per minuut.
Watertemperatuur:
Koudwater. Bij warm water: maximale temperatuur 60 °C.
Warmwateraansluiting *
Warmwateraansluiting
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
De vaatwasser kan op koud of warmwater tot max. 60 °C worden aangesloten. De aansluiting op warmwater wordt aanbevolen als dit uit een energetisch gunstige warmwaterbereiding en een geschikte installatie ter beschikking staat, bijv. een zonne-energie-installatie met circulatieleiding. Hiermee bespaart energie en tijd. Met de instelling „Warmwater” kunt u uw vaatwasser optimaal instellen op gebruik met warm water. Wij adviseren hierbij een watertemperatuur (temperatuur van het instromende water) van minimaal 40 °C en maximaal 60 °C. De aansluiting op warmwater wordt niet aanbevolen als het water uit een elektrische boiler ter beschikking wordt gesteld.
Zo wijzigt u de instelling Warmwater:
1. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
2. Toets 3 seconden ingedrukt
houden. In het indicatievenster @ verschijnt de waarde :... en .
3. Toets net zo vaak indrukken
tot in het indicatievenster @ de af fabriek ingestelde waarde :‹‹ verschijnt.
4. Met de insteltoetsen - + H de
instelling uitvoeren.
5. Toets 3 seconden ingedrukt
houden. De instelwaarde is in de vaatwasser opgeslagen.
Elektrische aansluiting
Het apparaat uitsluitend via
een volgens de voorschriften
aangebracht, randgeaard
stopcontact op 220 V tot 240 V
en 50 Hz of 60 Hz aansluiten. Zie
het typeplaatje 9J voor de vereiste
zekering.
Het stopcontact moet zich in de
buurt van het apparaat bevinden en
ook na het inbouwen goed
bereikbaar zijn.
Als de stekker na het inbouwen niet
gemakkelijk bereikbaar is, dan moet
er volgens
de veiligheidsvoorschriften
een meerpolige scheidingsinstallatie
met een contactopening
van minimaal 3 mm aanwezig zijn.
50
Plaatsen en aansluiten nl
Veranderingen in de aansluiting
mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd.
Een verlenging van de elektrische
aansluitkabel mag alleen door de Servicedienst geleverd worden.
Bij gebruik
van een aardlekschakelaar mag alleen een type met het teken geïnstalleerd worden. Alleen deze voldoet aan de nu geldende voorwaarden.
Het apparaat is voorzien
van een waterbeveiligingssysteem. Let op: het functioneert alleen als het apparaat op de stroom is aangesloten.
Demontage
Neem ook hier de volgorde van de handelingen in acht:
1. Haal de stekker van het toestel uit
het stopcontact.
2. Kraan dichtdraaien.
3. Afvoer- en drinkwateraansluiting
losmaken.
4. Bevestigingsschroeven van de
meubeldelen losdraaien.
5. De plint – indien aanwezig –
demonteren.
6. Apparaat eruit halen
en daarbij de slang voorzichtig naar voren trekken.
Transport
Vaatwasser leeg laten lopen en losse onderdelen vastzetten.
Het apparaat in de volgende stappen legen:
1. Waterkraan opendraaien.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
3. Programma met de hoogste
temperatuur kiezen. In de indicatievenster @ verschijnt de vermoedelijke programmaduur.
4. START-toets X indrukken.
Programma start.
5. Na ca. 4 minuten de START-toets
X ca. 3 seconden ingedrukt houden. In het indicatievenster @ verschijnt de waarde ‹‹:‹‚m. Het programma is na ca. 1 minuut afgelopen. In het indicatievenster @ verschijnt de waarde ‹‹h:‹‹m.
6. AAN/UIT-schakelaar (
uitschakelen.
7. Waterkraan dichtdraaien,
watertoevoerslang losmaken en laten leeglopen.
Aanwijzing: Vaatwasser alleen rechtop
transporteren, zodat er geen restwater in de machinebesturing terecht komt en een onjuiste programmauitvoering veroorzaakt.
Bescherming tegen vorst
Bescherming tegen vorst (Apparaat leegmaken)
Als het apparaat in een voor vorst gevoelige ruimte staat (bijv. in een vakantiehuisje), dan moet u het apparaat helemaal leeg laten lopen (zie Transport).
:LM]LJLQJHQYRRUEHKRXGHQ
51
$48$6723JDUDQWLH
YHUYDOWELMDSSDUDWHQ]RQGHU$TXD6WRS
$OVDDQYXOOLQJRSGHJDUDQWLHDDQVSUDNHQWHJHQRYHUGHYHUNRSHU LQGHNRRSRYHUHHQNRPVWHQDOVDDQYXOOLQJRSRQ]HJDUDQWLH RSKHWDSSDUDDWZRUGWXVFKDGHORRVJHVWHOGDOVDDQRQGHUVWDDQGH YRRUZDDUGHQZRUGWYROGDDQ

$OVGRRUHHQIRXWLQRQV$TXD6WRSV\VWHHPZDWHUVFKDGH ZRUGWYHURRU]DDNWYHUJRHGHQZLMGHVFKDGHDDQSDUWLFXOLHUH JHEUXLNHUV2PKHWZDWHUEHYHLOLJLQJVV\VWHHPWHJDUDQGHUHQ PRHWKHWDSSDUDDWRSKHWHOHNWULFLWHLWVQHW]LMQDDQJHVORWHQ

'H]HDDQVSUDNHOLMNKHLGVJDUDQWLHJHOGWYRRUGHOHYHQVGXXU YDQKHWDSSDUDDW

9RRUZDDUGHYRRUDDQVSUDDNRSJDUDQWLHLVGDWKHWDSSDUDDW PHW$TXD6WRSYDNNXQGLJHQRYHUHHQNRPVWLJRQV LQVWDOODWLHYRRUVFKULIWLVRSJHVWHOGHQDDQJHVORWHQ+LHUWRH EHKRRUWRRNGHYDNNXQGLJJHPRQWHHUGHYHUOHQJLQJYDQ GH$TXD6WRSRULJLQHHOWRHEHKRUHQ2Q]HJDUDQWLHKHIW JHHQEHWUHNNLQJRSGHIHFWHWRHYRHUOHLGLQJHQRIDUPDWXUHQ WRWDDQGH$TXD6WRSDDQVOXLWLQJRSGHNUDDQ

7LMGHQVKHWJHEUXLNYDQKHWDSSDUDDWKRHIWXHULQSULQFLSH QLHWELMWHEOLMYHQUHVSQDKHWJHEUXLNRPYHLOLJKHLGVUHGHQHQ GHNUDDQGLFKWWHGUDDLHQ$OOHHQELMODQJHUHDIZH]LJKHLG ELMYDOVXHHQSDDUZHNHQRSYDNDQWLHJDDWPRHWGHNUDDQ ZRUGHQGLFKWJHGUDDLG
%6++DXVJHUlWH*PE+
&DUO:HU\6WUDH 0QFKHQ*HUPDQ\
QO
9HU]RHNRPUHSDUDWLHHQDGYLHVELMVWRULQJHQ

1/ %

'HFRQWDFWJHJHYHQVLQDOOHODQGHQ YLQGWXLQGHELMJHVORWHQOLMVWPHW 6HUYLFHGLHQVWDGUHVVHQ
,QWHUQHWZZZVLHPHQVKRPHEVKJURXSFRP
*HIDEULFHHUGGRRU%6++DXVJHUlWH*PE+RQGHUKDQGHOVPHUNOLFHQWLHYDQ6LHPHQV$*
 
*9001192585*
9001192585
(9611) 642 MB
Loading...